AEG S60170TK28 User Manual

S 60170 TK 28
Koelkast
Kühlschrank
Gebruiksaanwijzing
Gebrauchsanweisung
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
N/AE/50-1. (07.)
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie m.b.t. veilig gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in verschillende uitvoeringen. Let dus op de aanwijzingen die op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aanwijzingen.
1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2.…
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om
kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als"....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling.
U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u ook tijdens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom nodigen wij u van harte uit u te registreren op onze internetsite www.mijnapparaten.nl. Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten, gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier. Wie milieubewust denkt, handelt ook zo …
2
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Informatie over het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Oud apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Apparaat vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Transportbeveiliging verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Plaats van opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Het apparaat heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Apparaat richten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Inbouw van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Werkplaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Installatie en bevestiging onder een werkplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Deurscharnier omzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Frontaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Legplateaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Op de juiste wijze indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
De koelruimte wordt automatisch ontdooid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Tips voor het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Wat te doen als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Bedrijfsgeluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
3
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Garantievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Repartievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
4
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons genoodzaakt, u op het volgende te wijzen:
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden. Het is geschikt om levensmiddelen te koelen. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als u dit apparaat gebruikt voor industriële doeleinden of voor andere doeleinden dan het koelen van levensmiddelen, dient u de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in acht te nemen.
Voor het in gebruik nemen
Controleer of het apparaat geen transportschade heeft. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot uw leverancier.
Zorg ervoor dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Koelmiddel
Het apparaat bevat in de koelmiddelkringloop het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk gas dat milieuvriendelijk, maar brandbaar is.
Waarschuwing - Let er bij vervoeren en opstellen van het apparaat op, dat er geen onderdelen van de koelmiddelkringloop beschadigd raken.
Bij beschadiging van de koelmiddelkringloop:
- open vuur en ontstekingsbronnen beslist vermijden;
- de ruimte waarin het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. Daardoor voorkomt u, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik.
5
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof kunnen door koude­inwerking ondicht worden. Explosiegevaar! Bewaar geen bussen of flessen met brandbare stoffen, zoals spuitbussen, navullingen voor aanstekers enz. in het apparaat.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachine, mixer enz.) in het apparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmiddelen om het ontdooiproces te bespoedigen.
Vóór het schoonmaken altijd het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden gebruikt.
Controleer of het aansluitsnoer niet door de achterkant van het apparaat wordt afgekneld en beschadigd. Een beschadigd aansluitsnoer kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Geen zware voorwerpen of het apparaat zelf op het aansluitsnoer zetten. Kans op kortsluiting en brand!
In geval van storing
Mocht er een storing aan het apparaat optreden, kijk dan eerst in deze gebruiksaanwijzing onder "Wat te doen als...". Als de aanwijzingen daar u niet verder helpen, voer dan verder zelf geen werkzaamheden uit.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u bij reparaties tot uw vakhandelaar of onze service-afdeling.
De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd aan de stekker zelf. Let vooral op als het apparaat uit de nis wordt getrokken. Beschadiging van het aansluitsnoer kan kortsluiting, brand en/of elektrische schokken veroorzaken.
Als het aansluitsnoer van dit apparaat beschadigd is, moet het door onze service-afdeling worden vervangen.
De stekker nooit in een loszittend of beschadigd stopcontact steken. Kans op elektrische schokken en brand!
6
Afvalverwerking
Informatie over het verpakkingsmateriaal
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg. Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen hergebruikt worden.
Over de materialen: De kunststoffen kunnen ook hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de zakjes binnenin. >PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen cfk-
vrij.
Oud apparaat verwijderen
Om milieuredenen moeten koelapparaten op deskundige wijze worden verwerkt. Dat geldt voor uw oude apparaat en ook voor uw nieuwe apparaat als dat aan vervanging toe is.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. Daardoor voorkomt u, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet. De koelmiddelkringloop, vooral de warmtewisselaar aan de achterkant van
het apparaat, mag niet beschadigd raken. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Apparaat vervoeren
Om het apparaat te vervoeren zijn twee personen nodig. Het apparaat rechtop en liefst in de originele verpakking vervoeren.
7
Transportbeveiliging verwijderen
Het apparaat en delen van het interieur zijn voor het transport beveiligd.
1.Alle plakband en kunststof delen uit de binnenruimte van het apparaat
nemen. Eventuele resten van plakband kunt u met wasbenzine verwijderen.
Opstellen
Plaats van opstelling
Zet het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en het
functioneren van het apparaat. Daarom moet het apparaat
-
niet direct in de zon staan;
- niet naast een fornuis, kachel of andere warmtebron staan;
- alleen op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is uitgevoerd.
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje, dat zich links binnenin het apparaat bevindt.
In onderstaande tabel ziet u, welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse hoort.
klimaatklasse voor omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32°C
N +16 tot +32°C
ST +18 tot +38°C
T +18 tot +43°C
Als opstelling naast een warmtebron niet te vermijden is, moet aan de zijkant van het apparaat de volgende minimale afstand worden aangehouden:
- tot een elektrisch fornuis 3 cm;
- tot een olie- of kolenfornuis 30 cm.
Anders is opstelling van een warmte-isolerende plaat tussen fornuis en koelapparaat noodzakelijk.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of vriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Directe inbouw onder een kookplaat is niet toegestaan. De voor een deel hoge stralingstemperaturen van de kookplaat kunnen het apparaat beschadigen.
Als in de buurt van het apparaat een kookplaat wordt ingebouwd, moeten de betreffende inbouw- en veiligheidsvoorschriften worden opgevolgd. Door het
8
grote aantal mogelijke inbouwsituaties kunnen we hier geen gedetailleerde aanwijzingen geven.
Door voldoende afstand en aanbrengen van een geschikte warmte-isolerende plaat moet worden voorkomen dat het koelapparaat wordt verwarmd. Ventilatie van het koelapparaat volgens de voorschriften moet gewaarborgd zijn.
Het apparaat heeft lucht nodig
De luchttoevoer vindt plaats onder de deur via de ventilatiesleuf tussen apparaat en vloer, de luchtafvoer via het bovenste ventilatierooster. Let erop dat deze openingen niet door sokkelpanelen e.d. worden afgedekt.
Attentie! Als het apparaat bijv. onder een bovenkast wordt opgesteld, moet een afstand van minimaal 10 cm tussen de bovenkant van het apparaat en het daarboven aangebrachte meubel worden aangehouden (A).
Apparaat richten
1. Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Eventuele oneffenheden in de
vloer compenseren door in- of uitdraaien van de stelvoeten voor.
Inbouw van het toestel
Het koelapparaat kan ook onder een werkplaat worden geïnstalleerd. In dit geval moet de werkplaat van het apparaat worden verwijderd (zie Werkplaat verwijderen).
De minimale hoogte onder de werkplaat moet 820 mm bedragen.
Voor een probleemloze ventilatie moet een opening achteraan voor de uitstromende lucht met een oppervlakte van ten minste 200 cm2 worden gezorgd.
De oppervlakte van de werkplaat moet met geschikte middelen worden behandeld (bijv. lak), om het opzwellen bij optreden van natte te voorkomen.
9
De afstand tussen het apparaat en de muur moet tenminste 30 mm bedragen. Om het lawaai van de onderdelen van het apparaat, zoals de compressor en de condensator te voorkomen, mogen deze de muur niet aanraken.
Werkplaat verwijderen
Bij het verwijderen van de werkplaat gaat u als volgt voor:
1. Draai de schroeven vooraan, links en rechts uit.
2. Draai de schroeven achteraan, links en rechts uit.
3. Hef de werkplaat vooraan licht op, druk ze ca 20 mm naar achteren en hef tenslotte de plaat op.
4. Schroef de plaathouder achteraan links en rechts af.
5. Behoud de plaathouder en de schroeven samen met de werkplaat
Installatie en bevestiging onder een werkplaat
Wissel de deurbuffer voor de inbouw, indien nodig (zie Deurbuffer wisselen)
Schuif het apparaat in naar zijn definitieve plaats.
Let op dat het netkabel niet ergens inhaakt. Controleer de afstand naar de muur. Stel het apparaat in met hulp van de
instelbare voeten vooraan, zodat het vast staat.
Bevestig het apparaat door het scharnier van de deur bovenaan onder de werkplaat met hulp van een geschikte schroef (de keuze hangt vanaf de aard van de werkplaat, en de afstand tussen het apparaat en de werkplaat af, niet geleverd). Indien nodig, de ruimte tussen de werkplaat en het scharnier kan door een geschikte tussenlaag (plastic of hout, niet geleverd) op peil worden gebracht. Daardoor kunnen een verbuiging van het scharnier en ook eventuele functiestoringen worden verhinderd.
10
Deurscharnier omzetten
Het deurscharnier kan van rechts (leveringstoestand) naar links worden omgezet, als plaats van opstelling of bedieningsgemak dat vereisen.
U kunt het deurscharnier ook tegen betaling door een vakman laten omzetten. Neem dan contact op met onze service-afdeling.
Waarschuwing! Bij het omzetten van het deurscharnier mag het apparaat niet aan het stroomnet aangesloten zijn. Eerst de stekker uit het stopcontact trekken.
1. Apparaat voorzichtig naar achteren kantelen en op een deken op de vloer leggen.
2. Let erop dat de compressor en de condensor niet in aanraking komen met de vloer.
3. De twee voorste stelvoeten losschroeven.
Deurscharnier rechts onder losschroeven door de twee schroeven los te draaien en het deurscharnier met de scharnierbout naar beneden losnemen.
Schroef op de linker kant uitdraaien en op de rechter kant weer indraaien.
4. De deur in licht geopende toestand naar onderen losnemen.
5. Bovenste scharnierbout uitdraaien en op de tegenoverliggende kant weer indraaien.
6. De deur weer inzetten.
7. Scharnierbout volgens de afbeelding in het deurscharnier omzetten.
8. Scharnierbout links onder in de apparaatdeur inzetten en deurscharnier met de drie schroeven vastschroeven.
9. De twee voorste stelvoeten aanbrengen en apparaat rechtop zetten.
10. Deurgreep van links naar rechts omzetten en gaten met de afdekstiften afsluiten.
11
Beschrijving van het apparaat
Frontaanzicht
(verschillende modellen)
12
1 glazen legplateau 2 dooiwateruitloop 3 groente-/fruitbak 4 typeplaatje 5 verstelbare voeten 6 boter-/kaasvak met klepje 7 temperatuurregelaar en
binnenverlichting
8 deurvak
9 deurafdichting
10 flessenrek
11 eierrek 12 luchtafvoer 13 ventilatierooster 14 condensor 15 dooiwateropvangbak 16 compressor
Vóór het in gebruik nemen
Laat het apparaat voordat u het aansluit en in gebruik neemt 2 uur staan, zodat de olie naar de compressor terug kan stromen. Anders zou de compressor beschadigd kunnen raken.
1. Reinig vóór het in gebruik nemen de binnenkant en alle accessoires (zie hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
In gebruik nemen en temperatuurregeling
De temperatuurregelaar bevindt zich rechts boven in de koelruimte en is tegelijk AAN/UIT-schakelaar.
Stand "0" = koeling uit Stand "1" = warmste
binnentemperatuur Stand "5" = koudste
binnentemperatuur
1. Stekker in het stopcontact steken.
2. Gewenste temperatuur instellen door de temperatuurregelaar te draaien. De binnenverlichting gaat aan. De compressor start en loopt dan
automatisch.
3. Als u een hogere of een lagere temperatuur wilt, draait u de temperatuurregelaar op een warmere resp. koudere stand.
Aanwijzing: Bij wijziging van de instelling start de compressor niet direct, als er op dat moment juist automatisch wordt ontdooid.
Omdat de bewaartemperatuur in de koelruimte snel wordt bereikt, kunt u direct na het inschakelen de koelruimte vullen.
Uit voedingswetenschappelijk standpunt is +5°C voor de koelruimte koud genoeg als bewaartemperatuur.
13
De volgende factoren hebben invloed op de binnentemperatuur:
- omgevingstemperatuur;
- hoeveelheid en temperatuur van de opgeslagen levensmiddelen;
- vaak of lang openen van de deur;
- een storing aan het apparaat.
Daarom moet de instelling van de temperatuurregelaar eventueel aan de omstandigheden worden aangepast.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand "5") kunnen ertoe leiden dat de compressor continu werkt.
Reden: de compressor moet ononderbroken lopen om bij hoge omgevingstemperatuur de lage temperatuur in het apparaat te handhaven. Het apparaat wordt dan niet meer ontdooid - want automatisch ontdooien is alleen mogelijk als de compressor stilstaat (zie ook hoofdstuk "Ontdooien"). Sterke rijpvorming op de achterwand van de koelruimte is het gevolg.
Zet in dit geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand "3" tot "4"). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en het ontdooiproces begint weer automatisch.
Apparaat uitschakelen
1. Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op stand "0" draaien.
Als het apparaat voor langere tijd buiten bedrijf moet worden gesteld:
1. Apparaat uitschakelen door de temperatuurregelaar op stand "0" te draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
3. Apparaat grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
4. Deur open laten staan om reukvorming te voorkomen.
14
Interieur
Legplateaus
Het glazen legplateau moet in de onderste geleiders boven de groente­/fruitbak liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven.
De overige legplateaus zijn in hoogte verstelbaar:
1. Legplateau naar voren trekken, tot het kan worden losgenomen.
2. Legplateau op een andere hoogte plaatsen.
15
Op de juiste wijze indelen
In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. De koudste zone bevindt zich op het onderste legplateau boven de groente-/fruitbak. Warmere zones zijn de bovenste legplateaus en de vakken in de deur. Op welke plek in de koelruimte geschikte temperaturen voor verschillende soorten levensmiddelen heersen, ziet u in de afbeelding.
1 desserts, gebak, kant-en-
klare gerechten, afgesloten levensmiddelen, vers vlees, vleeswaren
2 melk, zuivelproducten 3 fruit, groente 4 boter, kaas 5 eieren 6 yoghurt e.d. 7 kleine flessen, dranken 8 grote flessen, dranken
Levensmiddelen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte bewaren, om te voorkomen dat ze uitdrogen en reuk of smaak op andere levensmiddelen overdragen.
Geschikt om te verpakken zijn:
- vershoudzakjes en -folie van polyethyleen;
- kunststof bakjes met deksel;
- speciale kapjes van kunststof met band van elastiek;
- aluminiumfolie.
16
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de compressor loopt en wordt ontdooid als de compressor stilstaat.
Het dooiwater wordt in het afvoergootje aan de achterwand van de koelruimte opgevangen, door de afvoeropening naar de opvangbak bij de compressor gevoerd en daar verdampt.
De dooiwateruitloop regelmatig controleren en schoonmaken, anders zou in geval van een verstopping het verzamelde water in de isolatie terechtkomen en zo tot storingen kunnen leiden.
Gebruik bij het reinigen van de dooiwateruitloop het meegeleverde reinigingsstaafje (zie afbeelding). Bewaar het bij de dooiwateruitloop.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen moet de binnenkant van het apparaat, inclusief de accessoires, regelmatig worden schoongemaakt.
Waarschuwing!
Het apparaat moet vóór het reinigen beslist spanningloos worden gemaakt. Kans op elektrische schok! Voordat u gaat reinigen apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er zou vocht in elektrische delen terecht kunnen komen, kans op elektrische schok! Hete stoom kan tot beschadiging aan kunststof onderdelen leiden.
Het apparaat moet goed droog zijn voordat u het weer in gebruik neemt.
Attentie!
Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen de kunststof onderdelen aantasten, bijv.
17
Loading...
+ 39 hidden pages