Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over
een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het
apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. beware n voor later e naslag. Aan eventuele
volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de
aanwijzingen letten die op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschu-
1
wing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor Uw veiligheid of voor het juist functioneren
van het apparaat. Hier absoluut op letten.
01. Dit symbool en nummeren voeren u stap voor stap door de bediening
van het apparaat.
2. ....
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
3
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
2
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Verklaringen van vaktermen die in de gebruiksaanwijzing gebruikt wor-
den, vindt U aan het eind in het Hoofdstuk "Vaktermen".
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst U te allen tijde ter beschikking.
De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Juist gebruik
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bedoeld. Het is geschikt
voor het koelen van levensmiddelen. Als het apparaat voor andere
doeleinden gebruikt word kan de fabrikant geen verantwording
nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het apparaat aanbrengen is
uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
het koelen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de
hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleren of het apparaat transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! In geval van schade dient u zich
tot de leverancier te wenden.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutaan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Waarschuwing - Bij het transport en het opstellen van het apparaat
erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsonderdelen (bijv . folie, piepschuim) kunnen gevaarlijk zijn
voor kinderen. Verstikkkingsgevaar! V erpakkingsmateriaal weghouden
bij kinderen!
• Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze
weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
818 17 75-00/15
Page 6
Veiligheid
worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties
terechtkomen.
• Kinderen zien de gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet. Zorg daarom voor het nodige toezicht
en laat kinderen niet met het apparaat spelen!
Bij dagelijks gebruik
• Houders met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen door bevrie-
zing lek raken. Explosiegevaar! Geen houders met brandbare stoffen,
zoals sprays, aanstekervullingen etc. in het apparaat plaatsen.
• Waarschuwing - Geen electrische apparaten (bijv. electrische ijsma-
chines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Waarschuwing - Ventilatie-openingen in de ommanteling van het
apparaat of in inbouwmeubelen niet afsluiten.
• Waarschuwing - Voor bespoedigen van het ontdooiproces geen
mechanische voorzieningen of andere kunstmatige middelen gebruiken die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
• Voordat met het schoonmaken van het apparaat begonnen wordt
altijd het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering in de woning uitschakelen, er resp. uitdraaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact tr ekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
• Bij storing aan het apparaat eerst in deze handleiding onder "Wat te
doen als..." kijken. Als de daar genoemde aanwijzingen niet verder
helpen, niet zelf reparaties uitvoeren.
• Elektrische apparaten mogen alleen door vaklieden gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Wendt u zich voor reparaties s.v.p. tot de AEG klantenservice.
6818 17 75-00/1
Page 7
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
1 Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere
levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
818 17 75-00/17
Page 8
Transport apparaat
Er zijn twee personen nodig om het apparaat te tr ansporteren. V oor een
betere grip zijn voor aan de onderkant en achter aan de bovenkant van
het apparaat twee grepen aanwezig.
01. Het apparaat vastpakken aan de grepen op de plaatsen zoals op de
tekening afgebeeld en transporteren.
2. Om het apparaat op de definitieve plaats te schuiven voorzichtig aan
de bovenkant duwen en het apparaat iets naar achteren kantelen. Het
gewicht wordt daardoor naar de achterste rolletjes verplaatst, waardoor het apparaat gemakkelijker te schuiven is.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede delen van het interieur zijn voor het transport
beschermd.
01. Alle plakband en beschermingsdelen uit het binnenste van het apparaat
verwijderen.
3 Eventuele plakbandresten kunnen met wasbenzine verwijderd worden.
8818 17 75-00/1
Page 9
Transportbescherming verwijderen
2. Van de binnenkant van de deur de beschermdelen voor de deurafsluiting verwijderen.
3. Transportbeschermdeel van het deurlager bij geopende deur verwijderen.
Transportbeveiliging van de planken verwijderen:
4. Beveiligingsdelen tot aan de verdikking aan de rand van de plank
naar voren schuiven.
5. Plank zo ver naar voren trekken,
tot hij naar beneden gekiept kan
worden en de beveiligingsdelen
uit de geleidingen genomen kunnen worden.
818 17 75-00/19
Page 10
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en het
onberispelijk functioneren van het apparaat.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaat-
sen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatcategorieën staan op het typeplaatje dat zich links aan de
binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorievoor een omgevingstemperatuur van
SN+10 tot +32 °C
N+16 tot +32 °C
ST+18 tot +38 °C
T+18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaatsen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
10818 17 75-00/1
Page 11
Opstellen
Het apparaat heeft lucht nodig
Lucht wordt onder de deur toegevoerd via de ventilatieopeningen
in de sokkel en gaat dan via de
ontluchting langs de achterwand
naar boven. Deze ventilatieopeningen nooit afdekken of versperren zodat de lucht kan circuleren.
Let op! Als het apparaat bijv.
onder een kast geplaatst wordt,
dient een afstand van minstens 10
cm tussen de bovenkant van het
apparaat en het daarboven aangebrachte meubel aangehouden
te worden.
Apparaat uitlijnen
01. Het apparaat dient horizontaal en stevig te staan. Oneffenheden van de
bodem compenseren door in- of uitdraaien van de beide stelvoetjes aan
de voorkant.
2. Wanneer twee kasten naast elkaar opgesteld worden moeten de twee
afstandhouders die in de plastic zak zijn meegeleverd tussen de kasten
vastgeplakt worden, zoals op de afbeelding te zien is..
818 17 75-00/111
Page 12
Opstellen
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een overeenkomstig de voorschriften
geïnstalleerd, randgeaard stopcontact vereist. De elektrische beveiliging
dient minstens 10 Ampère te bedragen.
Als het stopcontact na het opstellen van het apparaat niet meer bereikbaar is, dient een passende maatregel in de elektrische installatie ervoor
te zorgen dat het apparaat van het lichtnet afgekoppeld kan worden
(bijv. zekering, LS-schakelaar, foutstroomveiligheidsschakelaar e.d. met
een contactopeningswijdte van minstens 3 mm).
01. Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren
of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van
het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
bijv: AC220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
12818 17 75-00/1
Page 13
Draairichting van de deur wisselen
De draairichting van de deur kan van rechts (aflevertoestand) naar links
omgezet worden, als dat voor de opstellingsplaats nodig is.
1 Waarschuwing! Tijdens het verwisselen van de deurdraairichting mag
het apparaat niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Trek tevor en
de stekker uit het stopcontact.
Open de deur en trek de sokkelplaat er naar voren toe af. Zet de
deurlagerafdekking op de sokkelplaat van links naar rechts om.
Sluit de deur.
01. Schroef bij gesloten deur de kruis-
kopschroeven uit het onderste
deurlager en haal het deurlager er
naar beneden toe uit.
818 17 75-00/113
Page 14
Draairichting van de deur wisselen
2. Haal het deurbeslag van het deurlager af (1, 2). Zet de scharnierstift
van het rechter in het linker gat
(3). Zet het meegeleverde deurbeslag op de scharnierstift (4, 5).
3. Haal het deurbeslag rechtsonder
en de deurlagerafdekking linksonder uit de deur (1, 2) en zet het
meegeleverde deurbeslag linksonder in de deur (3).
Haal de deur er voorzichtig naar
voren toe uit en zet hem opzij.
4. Zet de bovenste scharnierstift
naar links om.
14818 17 75-00/1
Page 15
5. Schuif de deur voorzichtig op de
bovenste scharnierstift en sluit
hem.
6. Zet het onderste deurlager met
scharnierstift linksonder in de
deur en schroef het vast.
7. Open de deur en zet de sokkelplaat erop.
8. Zet de deurgreep van links naar
rechts om en sluit de gaatjes met
de bijgeleverde gatendopjes af.
Draairichting van de deur wisselen
818 17 75-00/115
Page 16
Beschrijving apparaat
Vooraanzicht
(diverse modellen)
Bedieningspaneel
Boter-/kaasvak met klep
Deurvakken
Variabele box
Flessenvak
Groente- en fruitbak
Legvlakken
Flessenrek
Universeelbox (niet bij alle modellen)
Typeplaatje
16818 17 75-00/1
Page 17
Beschrijving apparaat
Bedieningspaneel
1Controlelampje (groen)
2Toets AAN/UIT
3Temperatuurindicatie
4Toetsen voor temperatuurinstelling
5Indicatie voor ingeschakelde COOLMATIC-functie (geel)
• COOLMATIC voor intensief koelen in de koelruimte
6Toets COOLMATIC
Toetsen voor het instellen van de temperatuur
De temperatuur wordt ingesteld via de
toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER).
De toetsen staan in verbinding met de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „+“ (WARMER) of „-“
(KOUDER) wordt de temperatuurindicatie van de WERKELIJKE temperatuur (er brandt een lampje) op de GEWENSTE temperatuur (er knippert een lampje) omgeschakeld.
• Door weer te drukken op één van de twee toetsen gaat de GEWENSTE
temperatuur steeds 1 stap omhoog resp. omlaag.
• Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na
korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte moet heersen, kan op de op het
display aanwezige temperaturen ingesteld worden. De GEWENSTE temperatuur wordt knipperend aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de koelruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt
door het branden van een lampje aangegeven.
818 17 75-00/117
Page 18
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
• Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat
moment in de koelruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur), het
betreffende lampje brandt.
• Als de temperatuur in de koelruimte hoger is dan het indicatiebereik
van de temperatuurindicatie, alle lampjes van de temperatuurindicatie zijn uit.
• Als de temperatuur in de koelruimte lager is dan het indicatiebereik
van de temperatuurindicatie, knippert het lampje voor de laagste
indicatie (+2) verder.
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt de op de moment ingestelde
temperatuur knipperend aangegeven (GEWENSTE temperatuur).
• Als er een storing in het apparaat zit waardoor de temperatuur niet
meer vastgelegd kan worden, knipperen alle lampjes van de temperatuurindicatie.
Voor ingebruikneming
1 Laat het apparaat, voordat u het op het elektriciteitsnet aansluit en
voor de eerste ingebruikname, 30 minuten staan, als het rechtop vervoerd is. Als het liggend vervoerd is, moet het apparaat voor ingebruikname eerst 4 uur staan, zodat de olie naar de compressor kan
terugstromen. Anders kan de compressor beschadigd worden.
01. Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Ingebruikneming
0 1. Stekker in het stopcontact stoppen.
2. AAN/UIT toets indrukken.
Het groene lichtnetlampje gaat branden.
3. Gewenste temperatuur instellen (zie hoofdstuk "Temperatuur instellen").
3 Aangezien de bewaartemperatuur in de koelruimte snel bereikt wordt,
kunnen direct na inschakeling producten opgeborgen worden.
18818 17 75-00/1
Page 19
Temperatuur instellen
01. Druk op de toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER).
De temperatuurindicatie schakelt om en geeft knipperend de op dat
moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
2. Druk op de toets „+“ (WARMER) om hogere temperaturen in te stellen.
Druk op de toets „-“ (KOUDER) om lagere temperaturen in te stellen.
Met elke toetsdruk wordt de temperatuur steeds 1 stap verder ingesteld.
Aanwijzing: Uit voedingswetenschappelijk oogpunt is een
bewaartemperatuur van ca. +5°C in de koelruimte in de regel koud
genoeg.
3 Als na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer ingedrukt
worden, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.) om
en geeft weer de in de koelruimte aanwezige WERKELIJKE temperatuur
aan. De indicatie wisselt van knipperen op continu branden.
COOLMATIC
COOLMATIC-toets
De COOLMATIC-functie is geschikt voor het snel afkoelen
van grotere hoeveelheden in de koelruimte, bijv. dranken,
salades ter gelegenheid van een feestje.
01. Door te drukken op de COOLMATIC toets wordt de COOLMATIC-functie
ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Daarbij wordt
automatisch een GEWENSTE temperatuur van +2 °C ingesteld. Na verloop van 6 uur wordt de COOLMATIC-functie automatisch beëindigd.
Het gele lampje gaat uit. De oorspronkelijk ingestelde GEWENSTE temperatuur geldt dan weer en de temperatuurindicatie geeft weer de
temperatuur aan die op dat moment in de koelruimte heerst.
2. Door opnieuw op de COOLMATIC toets te drukken kan de COOLMATICfunctie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje
gaat uit.
818 17 75-00/119
Page 20
Apparaat uitschakelen
01. Druk net zo lang op de AAN/UIT-toets tot het netcontrolelampje uit-
gaat.
Aanwijzing:
De instelling van het apparaat kan niet veranderd worden, als de stekker uit het stopcontact getrokken is of als er anderszins geen elektriciteit aanwezig is.
Na aansluiting op het elektriciteitsnet start het apparaat weer op de
stand waar het voor de stroomonderbreking op stond.
Als het apparaat gedurende langere tijd buiten bedrijf wordt
gesteld:
01. Apparaat uitschakelen, daartoe op AAN/UIT toets drukken tot het net-
controlelampje uitgaat.
2. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
3. Koelruimte grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging en Onderhoud").
4. Deur daarna open laten ter vermijding van reukvorming.
Het openen van de deur
Als het apparaat ingeschakeld is en de deur gesloten wordt, kan hij niet
direct weer geopend worden omdat er eerst een vacuüm ontstaat dat
de deur gesloten houdt tot de druk weer gelijk is. Na een paar minuten
kan de deur weer geopend worden.
Als het apparaat van een QUICKdeuropener voorzien is - een in het
deurhandvat geïntegreerd openingsmechanisme - kan de deur op elk
moment gemakkelijk geopend worden.
20818 17 75-00/1
Page 21
Interieur
Legvlakken
Eén legvlak moet in ieder geval in de onderste geleiders boven de fruiten groenteladen geschoven worden. Dit dient altijd op die plaats te zitten zodat fruit en groenten langer fris blijven.
De overige legvlakken zijn in
hoogte verstelbaar:
01. Daartoe het legvlak zover naar
voren trekken tot het naar boven
of onderen bewogen kan worden
en eruit gehaald kan worden.
2. Om de legvlakken op een andere
hoogte te zetten in omgekeerde
volgorde te werk gaan.
Plaatsen van grote verpakkingen:
01. De voorste helft van het tweede-
lige legvlak eruit halen en op een
andere hoogte erin schuiven.
Hierdoor wordt ruimte gewonnen om op het daaronder gelegen legvlak grote verpakkingen
te plaatsen.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakken er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
Groente- en fruitbak
De groente- en fruitbak kan d.m.v.
instelbare scheidingswandjes worden onderverdeeld.
01. Het grote scheidingswandje naar
keuze in het midden of links in de
groente- en fruitbak zetten.
818 17 75-00/121
Page 22
Interieur
2. Als het grote scheidingswandje in
het midden staat, het kleine scheidingswandje in het midden of achter in de rechter helft zetten.
Het ventilatierooster boven de
3
groente- en fruitbak zorgt voor
een betere luchtcirculatie en daardoor voor een langere houdbaarheid van de levensmiddelen.
Flessenrek
Flessen met de flessenhals naar
voren in het vak leggen.
Let op: Alleen ongeopende flessen
horizontaal neerleggen.
Om aangebroken flessen op te
bergen kan het flessenrek schuin
opgesteld worden.
01. Trek daartoe het flessenrek zover
naar voren tot het naar boven
gedraaid kan worden en schuif
dan het voorste vak in het volgend hogere niveau.
Flessenhouder
(niet bij alle modellen)
Bij enkele modellen bevindt zich in
het flessenvak een flessenhouder.
Hij dient als bescherming tegen het
omvallen van losse flessen en kan
aan de zijkant verschoven worden
worden.
22818 17 75-00/1
Page 23
Juiste manier van bewaren
In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. Het koudst is
het op de onderste legvlakken boven
de fruit- en groenteladen. Warmer is
het op de bovenste legvlakken en in
de deurvakken. Waar in de koelruimte de juiste temperatuur heerst
voor de diverse soorten levensmiddelen laat het voorbeeld hiernaast zien.
Tip: levensmiddelen altijd afgedekt
of verpakt in de koelruimte zetten
om te voorkomen dat ze uitdrogen
en de geur of smaak op andere producten overgebracht wordt.
Voor het verpakken zijn geschikt:
– vershoudzakken en -folies van
polyethyleen;
– plastic dozen met deksel;
– speciale plastic kappen met rub-
berband;
– aluminiumfolie.
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
Het ontdooien in de koelruimte begint, zodra de compressor uitgeschakeld is.
Het dooiwater wordt in het afvoergootje aan de achterwand van de
koelruimte opgevangen, door het afvoergat naar de opvangbak van de
compressor geleid en daar verdampt.
818 17 75-00/123
Page 24
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
1 Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het lichtnet aan-
gesloten zijn. Gevaar voor elektrische schok! Voor het schoonmaken
het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of
de zekering uitschakelen er resp. uithalen.
• Het apparaat nooit met stoomapparaten schoonmaken. Er zou anders
vocht in de elektrische onderdelen kunnen komen, gevaar voor elektrische schokken! Hete damp kan de kunststof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– sap van de schil van citroenen of sinaasappels;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuur bevatten.
Dergelijke substanties niet met de apparaatonderdelen in contact
brengen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
01. De levensmiddelen eruit halen en afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Koelruimte uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
3. Apparaat binnen en buiten met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel toevoegen.
4. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
5. Het afvoergat voor dooiwater aan de achterwand van de koelruimte
controleren. Een verstopt afvoer gat voor dooiwater met behulp van een
draad schoonmaken.
2 Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het
energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger
voorzichtig schoonmaken.
6. Als alles droog is het apparaat weer in gebruik nemen.
24818 17 75-00/1
Page 25
2 Tips voor energiebesparing
• Het apparaat niet bij kachels, verwarmingen of andere warmtebron-
nen zetten. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor
vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onder- en achter-
kant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eer st laten
afkoelen.
• Deur slechts zolang open laten staan dan nodig is.
• De temperatuur niet kouder instellen als nodig is.
• De condensor aan de achterkant van het apparaat altijd schoon hou-
den.
818 17 75-00/125
Page 26
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan zich bij een storing om een klein defect handelen dat u zelf
met behulp van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Geen verdere
actie ondernemen als de volgende informatie in concrete gevallen niet
verder helpt.
1 Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
vakmensen uitgevoerd worden. Door verkeerd uitgevoerde reparaties
kunnen grote gevaren voor de gebruiker ontstaan. Went u voor
reparaties tot de AEG klantenservice.
StoringMogelijke oorzaakHulp
Apparaat werkt niet,
groene lichtnetcontrolelampje en temperatuurindicatie zijn donker.
De temperatuur in de
koelruimte is te hoog.
Binnenverlichting werkt
niet.
Apparaat is niet ingeschakeld.
Stekker zit niet in stopcontact of zit los.
Zekering zit los of is kapot.
Stopcontact is kapot.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Deur heeft langere tijd
opengestaan.
Tijdens de laatste 24 uur
zijn grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Lamp is kapot.
Attentie: na 20 minuten
schakelt de binnenverlichting automatisch uit.
Apparaat inschakelen.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering controleren,
eventueel vernieuwen.
Storingen in het lichtnet
door uw elektrovakman
laten verhelpen.
Nalezen in hoofdstuk
"Temperatuur instellen".
Deur niet langer openlaten
dan nodig is.
COOLMATIC toets
indrukken.
Nalezen in hoofdstuk
"Opstelplaats".
Nalezen in dit hoofdstuk
onder "Lamp verwisselen".
26818 17 75-00/1
Page 27
StoringMogelijke oorzaakHulp
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook op
de deurafsluiting.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de planken.
Ongewone geluiden.
Nadat de COOLMATIC toets
ingedrukt is of nadat de
temperatuurinstelling veranderd is, start de compressor niet direct.
Deurafdichting is lek
(eventueel na verwisseling
van deurdraairichting).
Ontdooiwaterafvoer is verstopt.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat staat tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een
buis, aan de achterkant van
het apparaat maakt contact met een ander onderdeel van het apparaat of
met de muur
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
Wat te doen als ...
Op lekkende plaatsen de
deurafsluiting voorzichtig
met een föhn verwarmen
(niet warmer dan ca.
50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafsluiting
met de hand in zodanige
vorm trekken dat hij weer
correct past.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud”.
Voorste stelvoetjes bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Eventueel dit onderdeel
voorzichtig wegbuigen.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
818 17 75-00/127
Page 28
Wat te doen als ...
Lamp verwisselen
3 De binnenverlichting wordt bij geopende deur om veiligheidsredenen
na 20 minuten automatisch uitgeschakeld. Als de deur de volgende
keer weer geopend wordt, wordt hij weer ingeschakeld.
1 Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 25 W, fitting: E 14
Let op!
Als de lamp vervangen moet worden alleen een lamp met een passende doorsnede van min. 18 mm
inbouwen, zodat hij stevig in de
rubber afdichting zit.
Te betrekken bij: vakhandel of AEG
klantendienst.
01. Druk voor het uitschakelen van het apparaat de AAN/UIT-toets in tot
het netcontrolelampje uitgaat.
2. Stekken uit het stopcontact trekken.
3. Voor het verwisselen van de lamp
de kruiskopschroef eruit draaien en
de lampbehuizing er naar beneden
toe afnemen.
4. Defecte lamp verwisselen.
5. Lampbehuizing er weer opplaat-
sen en de kruiskopschroef aandraaien.
28818 17 75-00/1
Page 29
Geluiden als het apparaat in bedrijf is
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
• Klikken
Altijd als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, is een klikgeluid
te horen.
• Zoemen
Zodra de compressor werkt, is een zoemgeluid te horen.
• Borrelen/kabbelen
Als koelvloeistof door dunne buisjes stroomt, is een borrelend of kabbelend geluid te horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is
dit geluid nog korte tijd te horen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties
(VBG 20) en de bepalingen van de vereiniging van Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
; Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EEG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
818 17 75-00/129
Page 30
Vaktermen
• Koelmiddelen
Vloeistoffen die voor het opwekken van koude gebruikt kunnen worden noemt men koelmiddelen. Ze hebben een verhoudingsgewijs laag
kookpunt, zo laag, dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het koelmiddel tot koken resp. verdampen kan
brengen.
• Koelmiddelcircuit
Gesloten circuit, waarin zich het koelmiddel bevindt. Het koelmiddelcircuit bestaat in principe uit een verdamper, een compressor, een
condensor en pijpleidingen.
• Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Deze warmte wordt aan
het interieur van het apparaat onttrokken, dat daardoor afkoelt. Net
als alle vloeistoffen hebben koelmiddelen warmte nodig om te verdampen. Daarom zit de verdamper binnen in het apparaat of direct
achter de binnenwand en is daardoor niet zichtbaar.
• Compressor
De compressor heeft de vorm van een kleine ton. Hij wordt door een
ingebouwde elektromotor aangedreven en is aan de achterkant van
de sokkel geplaatst. De taak van de compressor is dampvormige koelmiddelen aan de verdamper te onttrekken, samen te persen en ver der
naar de condensor te leiden.
• Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster . In de condensor
wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel vloeibaar
gemaakt. Daarbij komt warmte vrij, die via het oppervlak van de condensor aan de omringende lucht wordt afgegeven. De condensor
wordt daarom aan de buitenkant, meesta l aa n de ac hterkant van h et
apparaat geplaatst.
30818 17 75-00/1
Page 31
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangentel.0172 - 468 172
(voor algemene, product- fax0172 - 468 470
of gebruiksinformatie)
Storingen / Reparatiestel.0172 - 468 300
(voor bezoek servicetechnicusfax0172 - 468 255
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het PNC- en S-nummer van
uw apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan
de binnenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en
voorop deze gebruiksaanwijzing noteren.
• Model naam
• Productnummer (PNC)
• Productienummer (S-No.)
Aan de hand van deze nummers kan onze service afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutiefe bediening de AEG service-afdeling inschakelt,
wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico´s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot
de AEG service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan
AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen.
Once service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging
Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaaten Nederland)
zijn overeengekomen.