Aeg LR7604HC4, 914 505 204 User Manual [nl]

aeg.com/register
aeg.com\register
LR7604HC4
NL Gebruiksaanwijzing | Wasautomaat
Welkom bij AEG! Hartelijk dank dat je voor onze apparatuur hebt gekozen.
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie­informatie:
www.aeg.com/support
Wijzigingen voorbehouden.

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.......................................................... 6
4. TECHNISCHE GEGEVENS............................................................................7
5. MONTAGE ..................................................................................................... 8
6. BEDIENINGSPANEEL.................................................................................. 14
7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.........................................................................16
8. INSTELLINGEN............................................................................................ 19
9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK................................................................... 21
10. PROGRAMMA’S......................................................................................... 21
11. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................... 26
12. AANWIJZINGEN EN TIPS.......................................................................... 31
13. ONDERHOUD EN REINIGING................................................................... 33
14. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................... 38
15. VERBRUIKSWAARDEN............................................................................. 41
16. SNELSTARTGIDS...................................................................................... 43
17. MILIEUBESCHERMING..............................................................................44

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor u het apparaat gaat installeren en gebruiken. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeien uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
2 NEDERLANDS
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware
en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open staat.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het wassen van
huishoudelijk, machinewasbaar wasgoed.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de (gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet overschrijdt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• De maximale belading van het apparaat is 10.0 kg.
Overschrijd de maximale belading van elk programma niet (zie het hoofdstuk 'Programma's').
NEDERLANDS 3
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting
moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
• De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
• Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten
met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te voorkomen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

• Volg de installatie-instructies die zijn
De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen mof met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een veilige
plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
4 NEDERLANDS
• Installeer en gebruik geen beschadigd
• Gebruik of installeer het apparaat niet op
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en
• Als het apparaat op zijn permanente
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
meegeleverd met het apparaat.
apparaat.
plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden.
waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
de vloer kan circuleren.
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes hier dan op af.
• Installeer het apparaat niet direct boven
de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en stel
het niet bloot aan overmatige vochtigheid.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar
de deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is
ontworpen om te worden geïnstalleerd/ aangesloten op een aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer
niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan
met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Wateraansluiting

• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet je, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het mogelijk dat je water uit de afvoerslang ziet stromen. Dit komt door het testen met water van het apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie bereikbaar is.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan rubberen onderdelen van de wasmachine beschadigen. Was dergelijke stoffen met de hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
• Raak de glazen deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd.

2.5 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het
NEDERLANDS 5
model is stopgezet: motor- en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel, pompen, schokdempers en veren, wastrommel, trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware met inbegrip van resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen, andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage, plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Bijzondere eigenschappen

Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag water-, energie- en wasmiddelverbruik en een milde behandeling van het wasgoed.
• De ProSense-technologie detecteert binnen 30 seconden de hoeveelheid wasgoed die bepalend is voor de duur van het programma. Het wasprogramma wordt nauwkeurig afgestemd op de wasbelasting en het type wasgoed zonder meer tijd-, energie- en water te verbruiken dan strikt noodzakelijk is.
• De stoomfunctie is een snelle en handige manier om kleding op te frissen. De vriendelijke stoomprogramma's verwijderen geuren en zorgen voor minder kreuken in het droge textiel, zodat minder strijktijd nodig is.
6 NEDERLANDS
De Plus Steam-optie rondt elke cyclus af met een milde stoombehandeling die de vezels doet ontspannen zodat het textiel minder kreukt. Strijken wordt gemakkelijker!
• De Hot&Cold-aansluiting maakt energiebesparingen van wel 50% mogelijk als u de wasautomaat aansluit op de huishoudelijke warmwatervoorziening of op milieuvriendelijke systemen, zoals ketels met zonneverwarming. Een nieuwe manier om energie te besparen en vriendelijk te zijn voor het milieu.
• Het ELECTROLUX Steam Fragrance, biedt, dankzij nieuwe en stoomprogramma's de perfecte oplossing voor het verfrissen van zelfs de meest delicate kledingstukken zonder ze te wassen. Gebruik de delicate geur uitsluitend ontwikkeld door ELECTROLUX om een aangenaam gevoel van een "net gewassen"-kledingstuk toe te voegen aan
de actie van het verwijderen van geuren
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A B C
Prod.No.
D
en kreuken.

3.2 Apparaatoverzicht

Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Filter afvoerpomp
6
Voetjes voor het waterpas zetten van het
7
apparaat

4. TECHNISCHE GEGEVENS

Afmetingen Breedte / hoogte / totale diepte 59.7 cm /84.7 cm /63.6 cm
Elektrische aansluiting Spanning
Totaal vermogen Zekering Frequentie
Afvoerslang
8
Aansluitingen van de watertoevoerslang
9
Netsnoer
10
Transportbouten
11
Slangensteun
12
Het typeplaatje meldt:
A. modelnaam B. productnummer C. elektrische classificaties D. serienummer
230 V 2100 W 10 A 50 Hz
NEDERLANDS 7
Beschermingsniveau tegen binnendringen van vaste deeltjes en vocht door het beschermende deksel, behalve waar de laagspanningsappara‐ tuur geen bescherming tegen vocht heeft
Watertoevoerdruk Minimum
Watertoevoer
Maximale belasting Katoen 10.0 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnelheid 1400 tpm
1)
Sluit de waterinlaatslangen aan op een waterkraan met een 3/4" -schroefdraad.
2)
Verzeker je ervan dat de temperatuur van je aangesloten warmwaterleiding niet hoger is dan 60 °C.
Het apparaat werkt ook door de leiding voor alleen koud water aan te sluiten.
1)
Maximum
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa) 10 bar (1,0 MPa)
Koud water
Heet water
2)

5. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Uitpakken

WAARSCHUWING!
Verwijder alle verpakking en de transportbouten voordat je het apparaat installeert.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
1. Verwijder de externe folie. Gebruik indien nodig een mesje.
3. Verwijder de interne folie.
2. Verwijder de kartonnen bovenzijde en het
polystyreen-verpakkingsmateriaal.
8 NEDERLANDS
4. Open de klep en verwijder het
polystyreen-gedeelte van de klepvergrendeling en alle voorwerpen van de trommel.
5. Zet het apparaat voorzichtig op zijn
1
2
achterkant.
6. Plaats het voorste polystyreenverpakkingselement op de vloer onder het apparaat.
Zorg ervoor dat je de slangen niet beschadigt.
9. Verwijder de elektrische voedingskabel en de afvoerslang uit de slanghouders.
Je ziet mogelijk water dat uit de afvoerslang loopt. Dit komt doordat het apparaat in de fabriek met water is getest.
7. Verwijder de polystyreenbescherming van de bodem.
8. Zet het apparaat verticaal naar boven.
10. Verwijder de drie bouten met de
moersleutel die bij het apparaat geleverd is.
11. Trek de plastic afstandsstukken naar buiten.
12. Plaats de plastic doppen, die je in de zak met de gebruiksaanwijzing aantreft, in de openingen.
NEDERLANDS 9
We adviseren om de verpakking en de
x4
transportbouten te bewaren voor mogelijke beweging van het apparaat.

5.2 Positionering en waterpas zetten

1. Monteer het apparaat op een vlakke,
harde vloer.
Zorg ervoor dat tapijten de luchtcirculatie onder het apparaat niet doen stoppen. Zorg ervoor dat het apparaat de muur of andere apparaten niet aanraakt.
2. Draai de voeten los of vast om het niveau aan te passen.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of gelijkwaardige materialen onder de voeten van het apparaat om het niveau aan te passen.
Het apparaat moet waterpas en stabiel zijn.
Een juiste afstelling van het niveau van het apparaat voorkomt trillingen, lawaai en beweging van het apparaat wanneer dit in werking is.
Als het apparaat op een plint wordt geïnstalleerd of als er een wasdroger op de wasmachine wordt gezet, maak dan gebruik van de accessoires die in het hoofdstuk 'Accessoires' worden beschreven. Lees de met de accessoires en het apparaat meegeleverde instructies zorgvuldig door.

5.3 Set bevestigingsplaatjes

Als u het apparaat op een plint installeert die geen accessoire is meegeleverd bij ELECTROLUX, zet het apparaat dan vast in de bevestigingsplaten. Dit reserveonderdeel is verkrijgbaar in de webshop of bij een erkende dealer.
Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door.
10 NEDERLANDS
5.4 De waterinvoerslang (Ultra anti­overstroming)
Voordat u de machine aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die enige tijd niet zijn gebruikt, moet u een redelijke hoeveelheid water afvoeren om eventueel vuil dat zich in de leidingen heeft opgehoopt eruit te spoelen.
Om drinkwater te beschermen moet een
45
o
20
o
A
B
terugslagklep worden geïnstalleerd tussen de waterkraan en de watertoevoerslang.
Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4”-schroefdraad.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat er geen waterlekken zijn vanuit de koppelingen.
1. Sluit de watertoevoerslang voor KOUD water aan op de juiste aansluiting (A) op de achterkant van het apparaat.
2. Sluit de watertoevoerslang voor WARM water aan op de juiste aansluiting (B) op de achterkant van het apparaat. Raadpleeg de afbeelding.
3. Plaats ze naar rechts of links afhankelijk van de positie van de waterkraan.
Zorg ervoor dat de toevoerslangen niet verticaal zijn geplaatst.
4. Maak indien nodig de ringmoer los om ze in de juiste stand te zetten.
5. Sluit de watertoevoerslang voor KOUD water aan op een koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
6. Sluit de watertoevoerslang voor WARM water aan op een warmwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
WAARSCHUWING!
Koppel de watertoevoerslang om welke reden dan ook niet los van het apparaat. Neem indien nodig contact op met het erkende servicecentrum.

5.5 De toevoerslangen

Het apparaat heeft twee aansluitingen voor de toevoerslangen op de achterkant, een voor warm water en de andere voor koud water.
NEDERLANDS 11
A
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en
min.600 mm max.1000 mm
neemt u contact op met de erkende
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslangen te kort zijn. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslangen.

5.6 Waterstop

De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing.
Het is mogelijk om de afvoerslang op verschillende manieren aan te sluiten:
klantenservice om de slang te laten vervangen.

5.7 Waterafvoer

De afvoerslang moet op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang verlengen tot maximaal 400 cm. Neem contact op met het erkende servicecentrum voor aanschaf van de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Sluit de afvoerslang aan op de tapkraan en draai deze vast met een klem.
• Plaats de slang rechtstreeks op een ingebouwde afvoerleiding in de
12 NEDERLANDS
kamerwand en draai deze vast met een klem.
• Zonder de plastic slanggeleider, naar een gootsteentapkraan - Plaats de afvoerslang
in de tapkraan en draai deze vast met een klem.
• Naar een standaardleiding met ventilatiegat - Steek de afvoerslang rechtstreeks in een afvoerleiding of standleiding.
• De afvoerslang kan in U-vorm worden gebogen en rond de plastic geleider worden geplaatst. Aan de rand van een gootsteen - Bevestig de geleider aan de waterkraan of aan de muur.
Zorg ervoor dat de afvoerslang een lus maakt om te voorkomen dat er deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
Zorg ervoor dat de plastic geleider niet kan bewegen wanneer het apparaat leegloopt en het uiteinde van de afvoerslang niet in het water is ondergedompeld. Er kan vuil water in het apparaat terechtkomen. Koop accessoires bij een officiële leverancier.
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. de binnendiameter van de afvoerleiding (min. 38 mm - min. 1,5") moet groter zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
Het typeplaatje en het hoofdstuk 'Technische gegevens' geven de benodigde elektrische waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.

5.8 Elektrische aansluiting

Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken.
NEDERLANDS 13

6. BEDIENINGSPANEEL

32
4 5
11 10 8 7 6
9
1

6.1 Beschrijving van het bedieningspaneel

Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de compatibiliteit tussen opties en wasprogramma's in de paragraaf “ en opties inzake compatibiliteit met programma's” in het hoofdstuk “Programma's”. Een optie kan een andere uitsluiten. In zo'n geval staat het apparaat niet toe dat je de onverenigbare opties samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.
1
Aan/Uit drukknop Programmakeuzeknop
2
Display
3
Klaar over aanraaktoets
4 5
Start/Pauze aanraaktoets Plus Steam aanraaktoets
6
14 NEDERLANDS
Extra spoelen aanraaktoets
7
Tijd besparen aanraaktoets
8
Vlekken/Voorwas aanraaktoets en
9
permanente kinderslotoptie Centrifugeren aanraaktoets
10
Temperatuur aanraaktoets
11

6.2 Display

Controlelampje klep gesloten.
Indicatielampje van wasfase. Deze knippert tijdens de voorwas en de wasfase.
Indicatielampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
Controlelampje centrifugeer- en afvoerfase. Knippert tijdens het centrifugeren en afvoe‐ ren.
Controlelampje stoomfase.
Controlelampje antikreukfase.
Indicatielampje Eco-programma: gaat branden als het geselecteerde programma en de geselecteerde opties een eco-profiel hebben.
Controlelampje kledingstukken toevoegen: het gaat aan als het programma start en de gebruiker kan het apparaat nog steeds pauzeren en meer wasgoed toevoegen.
Indicatielampje Extra spoelen.
Indicatielampje ProSense.
Indicatielampje Klaar over.
NEDERLANDS 15
Het controlelampje kan aangeven:
• Duur van het programma (bijv. ).
De tijd die wordt weergegeven als het programma is ingesteld, kon niet overeenkomen met de effectieve duur en kan na ProSense fa‐ se veranderen.
• Maximale lading.
• Eindig in de tijd (bijv. of ).
• Einde cyclus ( ).
• Waarschuwingscode (bijv. ).
• Indicatie van het totale aantal bedrijfsuren van het apparaat. Raadpleeg het gedeelte 'Bedrijfsurenteller' in de paragraaf 'Instellingen' voor meer informatie.
Lampje maximale belading. De waarde wordt gedurende drie seconden na de program‐ makeuze weergegeven, afgewisseld met de duur van de cyclus.
Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Het knippert als de hoeveelheid wasgoed de aangegeven lading overschrijdt.
Deze indicator herinnert u eraan een reinigingscyclus uit te voeren.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Het temperatuurgebied: Controlelampje temperatuur Aanduiding koud water
Het centrifugeergebied: Controlelampje toerental Controlelampje Niet centrifugeren. Centrifugefase staat uit.
Controlelampje extra stil.
Controlelampje Spoelstop.
Controlelampje voorwas.
Controlelampje vlekken.
Controlelampje warm water vullen.

7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN

7.1 Aan/Uit

Druk een paar seconden op deze toets te drukken kun je het apparaat in- of uitschakelen. Er klinken twee verschillende geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
16 NEDERLANDS
Omdat de stand-by-functie het apparaat automatisch uitschakelt om het energiegebruik in een aantal gevallen te beperken, moet u het apparaat wellicht weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer informatie.

7.2 Programmakeuzeknop

Door aan de programmakeuzeknop te draaien, kunt u het gewenste programma kiezen.

7.3 Inleiding

Niet alle opties en functies zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de verenigbaarheid van de opties en functies met de wasprogramma's in het 'Programmaoverzicht'. Een optie of functie kan een andere uitsluiten. In zo'n geval staat het apparaat niet toe dat u de onverenigbare opties of functies samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.

7.5 Start/Pauze

Raak de toets Start/Pauze aan om het apparaat te starten, te pauzeren of het draaiende programma te onderbreken.

7.6 Hot & Cold

Als u een van de programma's instelt naast
het pictogram en ook de indicatielampjes op het display. De warmwatertoevoer is ingeschakeld.
Het apparaat vult zich met warmte en kou vanuit uw hydraulische systeem.
Om alleen met koud water te wassen, moet u deze toets aanraken om de warmwatertoevoer uit te schakelen. De overeenkomstige knopaanduiding gaat uit en
de aanduiding verdwijnt van het display.

7.4 Klaar over

Stel deze optie in als laatste na programma en andere opties, anders kan deze worden geannuleerd als u een instelling wijzigt.
Met deze optie kunt u de tijd kiezen waarbinnen een programma moet worden beëindigd. Het einde van het programma kan met één uur worden uitgesteld bij elke druk op de knop tot maximaal 24 uur.
Het display toont de normale programmaduur of anders de ingestelde eindtijd van het programma (uitgedrukt in uren 0h). De minimale selecteerbare tijd komt overeen met het afgeronde uur van de maximale duur van een programma (als de cyclusduur bijvoorbeeld 3:15 uur duurt, is de minimale selecteerbare tijd 4 uur).
Na het starten van het programma wordt de deur vergrendeld en start het apparaat de ProSense fase. Wanneer de belastingsschatting eindigt, knippert het pictogram van de lopende fase op het display en telt het tijdcijfer af in stappen van één uur en in stappen van 1 minuut gedurende het laatste uur.
We raden je aan om de warmwateraansluiting uit te schakelen als er bloed-, ei- en rode wijnvlekken uit het wasgoed moeten worden verwijderd.
De hoogste toegestane warmwatertemperatuur is 60 °C.

7.7 Plus Steam

Deze optie voegt aan het einde van het wasprogramma een stoomfase toe gevolgd door een korte antikreukfase.
De stoomfase vermindert de kreuken in de stoffen en vereenvoudigt het strijken.
De optie Plus Steam bereikt goede resultaten met een kleine lading doordat stoom beter doordringt in het wasgoed als er meer ruimte is. Daarom is de maximale lading van het programma in combinatie met deze optie 2 kg (ongeveer 8 - 10 overhemden).
Bij het instellen van de optie Plus Steam daalt de maximale lading naar 2 kg op het display en de programmatijd wordt dienovereenkomstig aangepast.
De aanduiding stoomfase in het display.
knippert tijdens de
NEDERLANDS 17
Deze optie kan van invloed zijn op de duur van het programma.
Als het programma stopt, geeft het display
een nul weer , het indicatielampje brandt constant.
De antikreukfase start, het indicatielampje
knippert en het Start/Pauze ledlampje blijft branden. De trommel voert gedurende 30 minuten zachte bewegingen uit om het voordeel van de stoom te behouden.
Om de antikreukfase te onderbreken, kun je:
• Druk op de toets Aan/Uit apparaat in of uit te schakelen.
• De programmakeuzeknop in een andere stand draaien.
Wanneer de anti-kreukbeveiliging stopt en de deur wordt ontgrendeld, stelt het apparaat het vorige ingestelde programma opnieuw voor.
Een kleine lading wasgoed geeft betere resultaten.
-knop om het

7.8 Extra spoelen

Met deze optie kunt u een paar spoelbeurten toevoegen aan de geselecteerde wasprogramma's en de verdeling van de wasverzachter optimaliseren en de zachtheid van de was verbeteren.
Dit wordt aanbevolen als u de wasverzachter gebruikt.
Deze functie is handig voor personen met wasmiddelallergie en in gebieden waar het water erg zacht is.
Door deze optie duurt het programma langer.
Het indicatielampje van de knop gaat branden.
korten. Raak deze knop eenmaal aan om de tijdsduur te verminderen.
• Raak bij een kleinere lading deze knop tweemaal aan om een extra kort programma in te stellen. In dit geval kan de temperatuur van 95°C niet worden geselecteerd.
Het lampje van de knop brandt en het display toont de ingestelde programmaduur.
Deze optie kan ook worden gebruikt om de duur van het stoomprogramma te verkorten.

7.10 Vlekken/Voorwas

Druk meerdere malen op deze toets om een van de twee of beide opties te activeren.
De overeenkomstige indicatie verschijnt op het display.
Vlekken Selecteer deze optie om een voorwasfase aan een programma toe te voegen om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken met een vlekkenverwijderaar te behandelen. Giet de vlekkenverwijderaar in
compartiment . De vlekkenverwijderaar wordt in de juiste fase van het wasprogramma toegevoegd.
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
Voorwas Gebruik deze functie om een voorwasfase op 30 °C toe te voegen voor de wasfase. Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed, met name als dit zand, stof, modder en andere vaste deeltjes bevat.

7.9 Tijd besparen

Met deze optie kun je de programmaduur inkorten.
• Bij normaal of licht vervuild wasgoed wordt het aanbevolen het wasprogramma in te
18 NEDERLANDS
Deze opties kunnen de duur van het programma verlengen.

7.11 Centrifugeren

Als je een programma instelt, kiest het apparaat automatisch de standaard centrifugeersnelheid.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Wijzig de centrifugeersnelheid.
De display toont alleen de centrifugesnelheden die voor het ingestelde programma beschikbaar zijn.
Activeer de optie Spoelstop. Het laatste spoelwater wordt niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Het wasprogramma eindigt met water in de trommel en de laatste centrifugeerfase wordt niet uitgevoerd.
De display toont het indicatielampje De trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. U moet het water afvoeren om de deur te ontgrendelen.
Tik op de Start/Pauze knop : het apparaat voert de centrifugeerfase uit en het pompt het water weg.
Activeer de Extra stil-optie. Alle centrifugefasen (tussendoor en de laatste centrifugeerfase) worden overgeslagen en het programma eindigt met water in de trommel. Zo wordt voorkomen dat de was kreukt. Omdat dit programma heel stil is, is het geschikt voor nachtelijk gebruik als er goedkopere stroomtarieven beschikbaar zijn. In sommige programma’s worden de spoelgangen met meer water uitgevoerd.
De display toont het indicatielampje . De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. Je moet het water afvoeren om de deur te ontgrendelen. Tik op de Start/Pauze-toets: het apparaat voert alleen de wegpompfase uit.
Niet centrifugeren . Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit te schakelen. Het
display toont het indicatielampje . Het apparaat voert de enige afvoerfase van het geselecteerde wasprogramma uit. Stel deze optie in voor zeer fijne stoffen.
.
De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma’s
Het apparaat zal het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.

7.12 Temperatuur

Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt je machine automatisch een standaardtemperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat de gewenste temperatuur op het display verschijnt.
Als het display de volgende aanduidingen
en weergeeft, verwarmt het apparaat het water niet.

8. INSTELLINGEN

8.1 Introductie

Druk bij een toetscombinatie de toetsen niet schuin in. De sensoren die onder de knoppen zitten zijn gevoelig en kunnen invloed uitoefenen op uw keuze.

8.2 Geluidssignalen

Dit apparaat is uitgevoerd met verschillende geluidssignalen, die werken als:
• Je het apparaat activeert (speciale korte toon).
• Je het apparaat deactiveert (speciale korte toon).
• Je een toets aanraakt (klikgeluid).
• Je een foutieve keuze maakt (3 korte tonen).
• Het programma voltooid is (gedurende 2 minuten opeenvolgende geluiden).
• Het apparaat met een storing te maken heeft (gedurende 5 minuten opeenvolgende geluiden).
NEDERLANDS 19
• Wanneer er tijdens de ProSense fase een overbelasting van het wasgoed wordt gedetecteerd (een dubbel geluid wordt afgespeeld).
Om deze optie te activeren/deactiveren, houdt u de Extra spoelen knop ingedrukt tot er een pieptoon of een dubbele pieptoon klinkt.
Als u deze functie uitschakelt, stoppen de geluidssignalen alleen aan het einde van het programma.

8.3 Kinderslot

Met deze optie kun je voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
Druk om deze optie te activeren/deactiveren
op de Vlekken/Voorwasknop totdat op het display aan-/uitgaat.
Het apparaat behoudt deze optie als standaard nadat u het heeft uitgeschakeld.
De kinderslotfunctie is mogelijk niet beschikbaar de eerste paar seconden nadat je het apparaat hebt ingeschakeld.

8.4 Teller bedrijfsuren

Het is mogelijk om de totale bedrijfstijd van het apparaat in uren te visualiseren, vanaf de eerste keer dat het wordt ingeschakeld. Deze waarde telt de bedrijfstijd van de cycli (exclusief pauzes, vertraagde starttijd). Ga als volgt te werk om deze waarde te visualiseren:
1. Schakel het apparaat in door op de
Aan/Uit knop te drukken.
2. Houd de Extra spoelen knoppen Plus Steam en enkele seconden ingedrukt.
3. Na 3 seconden wordt het totale aantal uren dat het apparaat werkt op het display weergegeven: bijv. 1276 uur toont het display de tekst Hr gedurende 2 seconden, 12 (honderdtallen en honderdtallen) gedurende 2 seconden en 76 (tientallen en eenheden).
4. Om deze modus te verlaten, drukt u op een willekeurige knop of schakelt u het
apparaat uit met deAan/Uit toets.
Als de procedure niet werkt (vanwege time-out of verkeerde toetsencombinatie), schakelt u het apparaat uit waarna u de volgorde vanaf het begin herhaalt.

8.5 Fabrieksinstellingen

Met deze functie kun je de standaard fabrieksinstellingen herstellen. Volg onderstaande stappen om deze optie te
activeren:
1. Schakel het apparaat in door op de
Aan/Uit knop te drukken.
2. Houd de Vlekken/Voorwas knoppen Tijd besparen en enkele seconden ingedrukt.
3. Het display wordt ongeveer 5 seconden weergegeven.
20 NEDERLANDS

9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK

2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig is en
dat de waterkraan openstaat.
Tijdens de installatie of voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u wat water in het apparaat waarnemen. Dit is restwater dat in het apparaat is achtergebleven nadat in de fabriek een volledige functietest werd uitgevoerd om te garanderen dat het apparaat in perfect functionerende staat aan de klant wordt geleverd, en is geen reden voor ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten uit
3. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel dat wordt aangegeven
met .
Deze handeling activeert het afvoersysteem.
4. Giet een kleine hoeveelheid wasmiddel in
het vak dat wordt aangegeven met .
5. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed in de trommel en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
het apparaat zijn verwijderd.

10. PROGRAMMA’S

10.1 Programmatabel

De programma's worden in deze tabel beschreven in de volgorde van de keuzeknop van boven naar beneden.
Het pictogram geeft de programma's aan waar de Hot & Cold optie beschikbaar is.
Wasprogramma’s
Programma Programmabeschrijving
Lage energiecyclus voor katoen. Verlaagt de temperatuur en verlengt de tijd
Eco 40-60
MixLoad 69min
Katoen
Synthetica
om goede wasresultaten te bereiken.
Katoen en gemengde synthetische stoffen. Ideaal om je dagelijkse lading in een korte tijd te wassen, voor een betere verzorging van je kleding en een goe‐ de reiniging al op 30°C. De standaard programmaduur is ontwikkeld bij een wasgoedlading van 5 kg. Als u een kleinere of grotere lading wast, wordt de wastijd automatisch verkort of verlengd, waardoor perfecte resultaten worden verkregen.
Witte en gekleurde katoenen stoffen. Ideaal voor normaal en zwaar bevuild wasgoed.
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal bevuild.
NEDERLANDS 21
Programma Programmabeschrijving
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en andere stoffen met
Wol
Hygiëne
Machine Clean
Fijne was
20 min. - 3 kg
Stoom
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
1)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken alsof
de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
2)
Getest op Staphylococcus aureus, Enterococcus faecium, Candida albicans, Pseudomonas aeruginosa en MS2
Bacteriophage in externe test uitgevoerd door Swissatest Testmaterialien AG in 2021 (testrapport nr. 202120117).
3)
Na het reinigen van de trommel moet nog een spoelcyclus met een lege trommel zonder wasmiddel worden
gedraaid om enige resten van waspoeder met bleekmiddel te verwijderen.
4)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogd wasgoed, kan het wasgoed aan het einde van de cyclus voch‐ tig zijn. Droog de items op een waslijn gedurende ongeveer 10 minuten. Dit programma verwijdert geen bijzonder intense geurtjes.
«handwas»-symbool1).
Witte katoenen stoffen. Dit hoogwaardige wasprogramma in combinatie met
stoomdamp, verwijdert meer dan 99,99% van bacteriën en virussen2) de tem‐ peratuur gedurende de wasfase boven de 60°C houden; met een extra actie op de vezels dankzij een dampfase, een verbeterde spoelfase zorgt voor een goe‐ de verwijdering van wasmiddel en resten van micro-organismen. Dit program‐ ma zorgt ook voor een goede vermindering van pollen/allergene items.
Onderhoudscyclus met heet water om de trommel te reinigen en op te frissen en resten te verwijderen die geuren kunnen veroorzaken. Verwijder voordat u deze cyclus laat draaien alle voorwerpen uit de trommel. Zet in het wasfasevak van het wasmiddeldoseerbakje de flap van het vak recht omhoog. Schenk een kop bleekmiddel of wasmachinereiniger in het wasfase-vak voor waspoeder.
NOOIT tegelijkertijd gebruiken
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde was‐ beurt nodig. Normaal bevuild.
Katoenen en synthetische kledingstukken die licht vervuild of slechts één keer gedragen zijn.
Katoen, synthetische en gemengde artikelen. Speciale stoomcyclus zonder wassen, die gebruikt kan worden om uw gedroogde was te bereiden voor het strijken of opfrissen van kleding die eenmaal gedragen is. Dit programma ver‐ mindert kreuken, geurtjes en ontspant de vezels. Gebruik geen wasmiddel.
Als het programma is voltooid, haalt u snel het wasgoed uit de trommel4). Ver‐ wijder, indien nodig, vlekken door te wassen of lokaal een vlekkenverwijderaar te gebruiken. Stoomprogramma’s hebben geen hygiënische cyclus. Stel geen stoomprogramma in met dit soort artikelen:
• Items die niet geschikt zijn voor drogen in de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen chemisch reinigen'.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Programma voor spoelen en centrifugeren van het wasgoed. De standaard centrifugeersnelheid is de snel‐ heid die voor katoenprogramma´s wordt gebruikt. Verlaag de centrifugeersnel‐ heid afhankelijk van het type wasgoed. Stel indien nodig de Extra spoelen-op‐ tie in om spoelbeurten toe te voegen. Met een lage centrifugeersnelheid voert het apparaat behoedzame spoelgangen uit met kort centrifugeren.
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen.
3)
22 NEDERLANDS
Programmatemperatuur, maximaal centrifugetoerental en maximale belading
Programma Standaardtempe‐
ratuur Temperatuurbe‐ reik
1)
Eco 40-60
MixLoad 69min
Katoen
Synthetica
Wol
Hygiëne
Machine Clean
Fijne was
20 min. - 3 kg
40 °C
30 °C 60 °C - 30 °C
40ºC 95ºC - koud
40 °C 60 °C - Koud
40 °C 40 °C - Koud
60 °C
60 °C
30 °C 40 °C - Koud
30 °C 40 °C - 30 °C
Referentie centrifu‐ geersnelheid Bereik centrifugeer‐ snelheid
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
800 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1400 tpm - 400 tpm
Maximale lading
10.0 kg
8.0 kg
10.0 kg
5.0 kg
2.0 kg
10.0 kg
-
2.0 kg
3.0 kg
Stoom
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Com missie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild katoe‐ nen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gegevens wordt verwe‐ zen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'. De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.

10.2 Stoom programma's

De programma's Stoom kunnen worden gebruikt om rimpels en geurtjes te verminderen op kledingstukken (zoals katoen, synthetische stoffen, gemengde
- - 2.0 kg
-
-
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
10.0 kg
10.0 kg
stoffen, inclusief fijne was) die alleen maar in korte tijd moeten worden opgefrist, waardoor wassen wordt vermeden.
De stofvezels worden versoepeld waardoor strijken daarna moeiteloos gaat. Zodra het
NEDERLANDS 23
programma is voltooid, haal je het wasgoed snel uit de trommel.
De cyclusduur kan met behulp van de optie Tijd besparen worden verkort tot 15 minuten.
Stel deze modus NIET in met het volgende type items:
• Items die niet geschikt zijn voor drogen in
de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen chemisch
reinigen'.
Gebruik geen wasmiddel! De Stoom programma's verwijderen geen bijzonder intense geurtjes en voeren geen hygiënische cyclus uit. Na de stoombehandeling kan het wasgoed vochtig zijn. Hang artikelen gedurende een aantal minuten uit..

De geur (ELECTROLUX Steam Fragrance)

Met de ELECTROLUX Steam Fragrance kun je zelfs je delicate kleding verfrissen, rimpels verwijderen en frisheid toevoegen met een zachte geur die exclusief is ontwikkeld door

10.3 Woolmark Wool Care - Blauw

ELECTROLUX. Als je je kledingstukken
opfrist met stoom in plaats van volledige wascycli uit te voeren, blijven je kleren er langer nieuw uitzien en nieuw aanvoelen. Je kunt de geur zelfs veilig gebruiken met kasjmier- en stoomprogramma's − als deze beschikbaar zijn − voor delicate stoffen zoals kasjmier en wol. Verminder bij het behandelen van een kleinere lading de geurdosering en de duur van de cyclus: in slechts vijftien minuten krijgt uw kleding dat "net gewassen" gevoel terug.
Lees zorgvuldig de instructies die bij de geur zijn geleverd.
NIET DOEN:
• De kleding die met geur is behandeld in de droger drogen. Het verkregen voordeel zal verdampen.
• De geur gebruiken voor andere doeleinden dan hier beschreven.
• De geur gebruiken op nieuwe kleding. Nieuwe kleding kan afwerkingsresten bevatten die hier niet compatibel mee zijn.
De geur is verkrijgbaar in ELECTROLUX de webshop of via een erkende dealer.
24 NEDERLANDS
De wolwascyclus van de machine is goedgekeurd door Woolmark voor het wassen van wollen kleding met een wasetiket voor de handwas, mits de kledingstukken wor‐ den gewassen volgens de instructies op het etiket in het kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachi‐ ne. MM2305 Het symbool 'Woolmark' is een certificatieteken in ver‐ schillende landen.

10.4 Opties inzake compatibiliteit met programma's

Eco 40-60
Katoen
MixLoad 69min
Centrifugeren
Spoelstop
Extra stil
Niet centrifugeren
2)
Vlekken
Voorwas
Tijd besparen
Extra spoelen
Plus Steam
Klaar over
1)
Als je ook de optie Niet centrifugeren instelt, dan voert het apparaat alleen de pompcyclus uit.
2)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
3)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mogelijk om
de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
3)
2)
Wol
Synthetica
Hygiëne
Machine Clean
Fijne was
20 min. - 3 kg
Stoom
Spoelen
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma's
Programma Universeel
1)
poeder
Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐
Vloeistof voor gekleurde was
Fijne was en wol
Speciaal
sal)
Eco 40-60 -- --
MixLoad 69min -- -- --
Katoen -- --
Centrifugeren/Pompen
1)
NEDERLANDS 25
Programma Universeel
Synthetica -- --
Wol -- -- --
Hygiëne -- --
Fijne was -- -- --
20 min. - 3 kg -- -- --
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
poeder
1)
Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐ sal)
Vloeistof voor gekleurde was
Fijne was en wol
Speciaal
▲ = Aanbevolen -- = Niet aanbevolen

11. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

11.1 Het apparaat inschakelen

1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
Er klinkt een korte tune. Het apparaat stelt automatisch een standaardprogramma voor. Het relevante indicatielampje gaat branden.
Het display toont de programmaduur, de maximale lading (enkele seconden), de standaardtemperatuur, de standaardcentrifugeersnelheid en de aanduidingen van de fasen waaruit het programma bestaat.

11.2 Wasgoed in de machine doen

1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de artikelen goed door elkaar
voordat je ze in de machine stopt.
3. Doe het wasgoed een voor een in de
trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel doet.
4. Sluit de deur stevig.
LET OP!
Controleer of er geen wasgoed tussen het deurrubber en de deur blijft zitten. Hierdoor kan waterlekkage en/of schade aan het wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van zwaar geoliede, vettige vlekken kan leiden tot beschadiging van rubberen onderdelen van het apparaat.
26 NEDERLANDS
11.3 Wasmiddel en additieven
1
2
(wasverzachter, vlekkenmiddel) toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel en weekprogramma. Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel). Dit is het maximale niveau voor vloeibare toevoegingen. Vakje voor vlekverwijderaar.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
Volg altijd de instructies op die u op de verpakking van het wasmiddel aantreft. We raden u wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid zal u echter de beste wasresultaten geven.
2. Druk de hendel omlaag om de dispenser te verwijderen.
3. Draai de klep omhoog om waspoeder te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje.

11.4 De stand van de klep controleren

1. Trek de wasmiddeldispenserlade zo ver
mogelijk naar buiten.
Met de klep in de stand OMLAAG:
• Gebruik geen geleiachtige of dikvloeibare wasmiddelen.
• Giet niet meer vloeibaar wasmiddel in het vakje dan de limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase niet in.
• Stel de uitgestelde start niet in.
NEDERLANDS 27
5. Doseer het wasmiddel en de
wasverzachter.
6. Sluit de wasmiddeldispenserlade zorgvuldig.
Zorg ervoor dat de klep geen verstopping veroorzaakt wanneer u de lade sluit.

11.5 Een programma kiezen

1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het bijbehorende controlelampje gaat branden.
Het controlelampje van de knop Start/Pauze
knippert. Het display toont een indicatieve programmaduur, de maximale aangegeven lading voor het ingestelde programma (slechts voor een paar seconden), de standaardtemperatuur, de standaardcentrifugeersnelheid en de wasfaseaanduidingen (indien beschikbaar).
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raak je de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in
door de desbetreffende knoppen aan te raken. De bijhorende aanduidingen gaan vervolgens aan in het display en de aangegeven informatie wijzigt.
Als een keuze niet mogelijk is, gaat het controlelampje niet aan en klinkt er een geluidssignaal.

11.6 Een programma starten

Raak de Start/Pauze toets aan om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. Op het display begint het indicatielampje van de werkingsfase te knipperen. Het programma start en de deur wordt vergrendeld. Op het display verschijnt het
indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in werking kort voordat het apparaat zich met water vult.

11.7 Een programma starten met de Klaar over optie

1. Raak dit herhaaldelijk aan totdat het
display de gewenste tijd binnen het programma weergeeft. Het
controlelampje gaat branden.
2. Druk op de toets Start/Pauze .
De trommel begint te draaien om de ProSense schatting uit te voeren, indien voorzien in het geselecteerde programma.
3. Het apparaat begint af te tellen tot het einde van het programma en het programma start op het juiste moment om te eindigen op het tijdstip dat is ingesteld via deze optie.

Om deze optie te wijzigen of te annuleren:

1. Schakel het apparaat uit met de Aan/Uit
knop.
2. Schakel het apparaat opnieuw in.
3. Stel het programma opnieuw in.

11.8 De ProSense-ladingdetectie

De programmaduur in het display is van toepassing op een middelmatige/grote lading.
Na het instellen van een afwasprogramma
gaat het pictogram op het display branden als het programma dit ondersteunt.
Nadat de knop Start/Pauze wordt aangeraakt, ProSense begint het met de waarneming van de wasgoedlading:
28 NEDERLANDS
1. Het apparaat detecteert de lading in de
eerste 30 seconden: het indicatielampje
knippert, de balkjes onder het
pictogram bewegen heen en
weer en de trommel draait kort.
2. Wanneer de trommel stopt met draaien, toont het display de nieuwe programmaduur, die kan toenemen of afnemen, aangepast aan de gedetecteerde lading, het aantal balken geeft de lading in kwart aan (van 1 tot 4, 4 balken in geval van overbelasting), de indicator voor de maximale aangegeven lading gaat weer aan. Na nog eens 30 seconden gaat de watertoevoer stromen.
In geval van overbelasting van detrommel gaat het indicatielampje voor maximale aangegeven belasting
weer aan met het indicatielampje knipperen. In dit geval is het gedurende deze 30 seconden mogelijk om het apparaat te pauzeren en de overtollige kledingstukken te verwijderen. Raak, na eenmaal de overtollige kleding te hebben verwijderd, de
toets Start/Pauze aan om het programma weer te starten. De fase ProSense kan tot driemaal toe worden herhaald (zie punt 1).
Belangrijk! Als de hoeveelheid wasgoed niet wordt verminderd, gaat het wasprogramma ondanks teveel lading toch van start. In dit geval kun je niet de beste wasresultaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start van het programma kan de programmaduur afhankelijk van de capaciteit van de wateropname van de stoffen weer worden aangepast.
De ProSense is niet beschikbaar bij sommige programma's, zoals Wol, programma's met korte cycli en zonder wasfase.

11.9 Indicatielampjes programmafase

Als het programma start, knippert de aanduiding van de draaiende fase en de andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de bijhorende aanduiding met knipperen en gaat continu branden. De volgende aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig: .
Als u de Plus Steam selecteert, gaat de stoomfase-indicator branden.
De stoomfase is bezig:
De antikreukfase is bezig: .
.

11.10 Een programma onderbreken en de opties wijzigen

U kunt als er een programma bezig is maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven informatie in het display wijzigt overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op de toets Start/Pauze
.
Het wasprogramma gaat verder.
De ProSense-detectie wordt alleen uitgevoerd met volledige wasprogramma ´s (zonder gekozen overslafase).
11.11 Een actief programma
stoppen
1. Druk op de knop Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
NEDERLANDS 29
2. Druk opnieuw op de Aan/Uit -knop om
het apparaat aan te zetten.
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Als de ProSense -fase al voltooid is en de machine al met water gevuld wordt, begint het nieuwe programma zonder herhaling van de ProSense fase. Het water en wasmiddel worden niet weggepompt om verspilling te voorkomen. De display toont de maximumduur van het programma en werkt dit 20 minuten na de start van het nieuwe programma bij.
11.12 De deur openen ­kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in werking is, wordt het deksel van het apparaat vergrendeld.
Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en/of de trommel nog draait, kun je de deur niet openen.
U kunt eenvoudig de deur openen om bepaalde items toe te voegen of te
verwijderen wanneer het pictogram brandt.
1. Druk op de toets Start/Pauze .
Op het display gaat het gerelateerde deurvergrendelingslampje uit.
2. Open de deur van het apparaat. Indien nodig kunt u items toevoegen of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de Start/Pauze
knop.
Het programma of het startuitstel gaat verder.
Wanneer het icoontje niet langer oplicht, kan de deur worden geopend als het programma is voltooid of stel centrifugeren­of drainage-programma/optie en druk op de
Start/Pauze knop.

11.13 Einde van het programma

Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch. De geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
In het display gaan alle wasfaseaanduidingen
continu branden en toont de tijdzone .
Het lampje van Start/Pauze
Het deur ontgrendelt en de aanduiding gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit -knop om het apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het programma schakelt energiebesparingsfuncie het apparaat automatisch uit.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste gekozen programma in het display weergegeven. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
toets gaat uit.
11.14 Water afvoeren na het einde
van de cyclus
Indien u een programma heeft gekozen of een optie die het water van de laatste spoelbeurt niet wegpompt, wordt het programma voltooid, maar:
• Het display toont de indicator , de optie-
indicator of en de deur
vergrendeld-indicator
indicatielampje van de lopende fase knippert.
• De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld.
• Je moet het water afvoeren om de deur te
openen:
. Het
30 NEDERLANDS
1. Raak indien nodig de Centrifugeren -knop
aan om het centrifugeertoerental dat door het apparaat wordt voorgesteld te verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze :
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat het water weg en gaat centrifugeren.
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat alleen het water weg.
De optieaanduiding
de aanduiding knippert en dan uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat het
symbool deur vergrendeld uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat zal hoe dan ook het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
of gaat uit, terwijl

11.15 Stand-by optie

De stand-by-functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
• Je hebt het apparaat 5 minuten voordat je
op de Start/Pauze -knop drukt, niet gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na beëindiging van het wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen. Het einde van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
Als je een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet gedeactiveerd door de stand-by-functie om je eraan te herinneren dat je het water weg moet pompen.

12. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

12.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet

• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren met de eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te wassen voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en open
de deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de hand
zodat de items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind riemen,
NEDERLANDS 31
koorden, veters, linten en andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.

12.2 Hardnekkige vlekken

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op kledingstukken in de buurt van het apparaat, omdat het corrosief is voor de plastic onderdelen.

12.3 Type en hoeveelheid wasmiddel

De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere middelen die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeder (ook tabletten en
wasmiddelen met een enkele dosis) voor alle soorten stoffen, met uitzondering van delicate stoffen. Kies bij voorkeur voor waspoeder met bleekmiddel voor witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen (ook
wasmiddelen voor eenmalig gebruik), bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (max. 60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel of de andere toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau (
• Meng geen verschillende soorten wasmiddelen.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– je een kleine lading wast, – het wasgoed licht vervuild is, – er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
• Wanneer je wasmiddeltabs of -pods gebruikt, plaats deze dan altijd in de trommel, niet in het wasmiddeldoseerbakje en volg de aanbevelingen van de fabrikant op.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
) te overschrijden.
32 NEDERLANDS
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.

12.4 Ecologische tips

Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan om de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk programma is aangegeven, wordt het energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en beperkte vervuiling worden verwijderd; het wasgoed kan vervolgens op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid

13. ONDERHOUD EN REINIGING

voorgesteld door de producent van het wasmiddel en controleert u de waterhardheid van uw huishoudelijk systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke centrifugeersnelheid in voor het geselecteerde wasprogramma voordat u uw was droogt in een wasdroger. Dit bespaart energie tijdens het drogen!

12.5 Waterhardheid

Als het water in uw omgeving hard of medium hard is, raden we u aan om een waterontharder voor wasmachines te gebruiken.
In gebieden waar het water zacht is, is het niet nodig om een waterontharder te gebruiken.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Schema periodieke reiniging

Periodiek reinigen helpt de levensduur van je apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en het wasmiddeldoseerbakje een beetje op een kier om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit de waterkraan en trek de stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema voor periodiek reinigen:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas Eenmaal ter maand
Deurafdichting reinigen Iedere twee maanden
Trommel reinigen Iedere twee maanden
Wasmiddeldoseerbakje reinigen
De filter van de afvoer‐ pomp reinigen
De filter van de toevoers‐ lang en de klepfilter reini‐ gen
Iedere twee maanden
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u elk onderdeel moet reinigen.
NEDERLANDS 33

13.2 Vreemde voorwerpen verwijderen

Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en dat alle losse elementen zijn vastgebonden voordat u uw wascyclus uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in 'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting met dubbele lip', 'De trommel reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem indien nodig contact op met het erkende servicecentrum.

13.3 Buitenkant reinigen

Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten.
LET OP!
Reinig de metalen oppervlakken niet met een reinigingsmiddel op chloorbasis.
Volg altijd de instructies die je op de verpakking van het product vindt.

13.5 Onderhoudswas

Bij herhaald en langdurig gebruik op lage temperatuur en korte programma's kunnen er afzettingen en pluisjes worden afgezet en kunnen bacteriële groei en biofilm in de trommel en het inwendige compartiment van de machine ontstaan. Dit kan slechte geurtjes en meeldauw veroorzaken.
Om deze afzettingen te verwijderen en de hygiëne in de machine te bevorderen dient u minstens éénmaal per maand een onderhoudswas uit te voeren.
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Draai een katoenprogramma op de
hoogste temperatuur met een geringe hoeveelheid waspoeder of draai, indien beschikbaar het programma Machine Clean.

13.6 Deurrubber

Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die van de kleding vallen met het water kunnen worden afgevoerd. Controleer regelmatig de afdichting. Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen kunnen aan het einde van de cyclus worden teruggevonden.

13.4 Ontkalken

Als het water in uw omgeving hard of medium hard is, raden we u aan om een waterontharder voor wasmachines te gebruiken.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al wateronthardende middelen, maar we raden aan af en toe een cyclus te draaien met een lege trommel en een ontkalkingsproduct.
34 NEDERLANDS
Maak schoon indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

13.7 De trommel reinigen

1
2
Controleer de trommel regelmatig om ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die je op de verpakking van het product vindt. Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor of ijzer of staalwol bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die je op de verpakking van het product vindt.
2. Haal al het wasgoed uit de trommel.
3. Voeg handmatig een kleine hoeveelheid
waspoeder of een specifiek product toe aan de lege trommel om achtergebleven resten weg te spoelen.
Het display kan soms aan het einde van
een cyclus het pictogram weergeven: dit is een aanbeveling om de "reiniging van de trommel" uit te voeren. Zodra de trommelreiniging is uitgevoerd, verdwijnt het pictogram.
13.8 Het wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd wasmiddel of geklonterde wasverzachter en/of schimmelvorming in de wasmiddellade te voorkomen dient u af en toe de volgende reinigingsprocedure uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals aangegeven in de afbeelding naar beneden en trek de lade uit.
2.
Verwijder het bovenste deel van het additievencompartiment om reiniging te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel volledig is verwijderd uit het bovenste en onderste gedeelte van de holte. Gebruik een klein borsteltje om de holte te reinigen.
3. Spoel de wasmiddellade uit onder stromend warm water om eventuele sporen van opgehoopt wasmiddel te verwijderen. Plaats het bovenste gedeelte na reiniging terug op zijn plek.
4. Plaats de wasmiddellade in de geleiders en sluit de lade. Draai het spoelprogramma zonder kleding in de trommel.
NEDERLANDS 35

13.9 De afvoerpomp reinigen

1
2
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp als:
• de machine geen water wegpompt,
• de trommel niet ronddraait,
• het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door de blokkering van de afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de alarmcode
.
WAARSCHUWING!
• Verwijder het filter niet als het apparaat in werking is.
• Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot het water is afgekoeld
Voor reiniging van de pomp ga je als volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
2. Plaats een geschikte bak onder de
afvoerpompopening om het afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen als je het filter verwijdert.
4. Draai het filter 180 graden naar links om het te openen, zonder verwijdering. Laat het water wegstromen.
36 NEDERLANDS
5. Als de bak vol is met water, draait u het
filter terug en leegt u de bak.
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er geen
1
2
2
1
2
1
water meer uitloopt.
7. Draai het filter naar links om het te verwijderen.
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen en andere voorwerpen uit de filterholte.
9. Controleer of de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als deze niet roteert, neem dan contact op met onze servicedienst.
12. Sluit het pompdeksel.
Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, moet u het afvoersysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
b. Start het programma om het water af
te voeren.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal
geleidingen door hem met de klok mee te draaien. Zorg ervoor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.

13.10 Noodafvoer

Als het apparaat het water niet kan wegpompen, voert u dezelfde procedure uit zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water met de noodafvoerprocedure afvoert, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om het water weg te pompen.
NEDERLANDS 37

14. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

14.1 Alarmcodes en mogelijke storingen

Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode
weergegeven en kan de Start/Pauze -knop continue knipperen:
Als de machine te vol geladen is, moet je een aantal items uit de trommel verwijderen en/of tegen de deur duwen en tegelijkertijd op
de toets Start/Pauze drukken totdat het controlelampje stopt met knipperen (zie de onderstaande afbeelding).
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de waterkraan geopend is.
Het apparaat wordt niet goed gevuld met water.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Zorg ervoor dat de filters van de toevoerslangen en de filters van de kleppen niet verstopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Verzeker je ervan dat de waterinlaatslang geen knikken, beschadigingen of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat de aansluitingen van de watertoevoerslangen correct zijn.
38 NEDERLANDS
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
De machine pompt geen wa‐ ter weg.
De deur is open of niet goed gesloten.
Interne fout. Geen communi‐ catie tussen de elektroni‐ sche elementen van het ap‐ paraat.
De stroomtoevoer is niet sta‐ biel.
De anti-overstromingsbevei‐ liging is ingeschakeld.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zonder afvoerfase.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met water in de kuip.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met een er‐ kende servicedienst.
• Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de erkende servicedienst. Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de drogertrommel.
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt met wa‐ ter gevuld, maar dat wordt onmiddellijk afgetapt.
De centrifugeerfase werkt niet of de wasfase duurt lan‐ ger dan normaal.
• Verzeker je ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie bevindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Stel het centrifugeprogramma in.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door problemen met de balans.
NEDERLANDS 39
Probleem Mogelijke oplossing
• Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen stevig vastzitten
Er is water op de vloer.
Je kunt de deur van het ap‐ paraat niet openen.
De machine maakt abnorma‐ le geluiden en trilt.
De programmaduur neemt toe of af tijdens het draaien van het programma.
De wasresultaten zijn niet bevredigend.
Te veel schuim in de trom‐ mel tijdens de wascyclus.
Na de wascyclus is er wat wasmiddel achtergebleven in de wasmiddellade.
en dat er geen waterlekkage is.
• Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang niet bescha‐ digd zijn.
• Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoeveelheid gebruikt.
• Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met wa‐ ter in de trommel.
• Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als er water in de trommel zit.
• Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het apparaat. Neem contact op met de erkende servicedienst. Als je de deur moet openen, lees je zorgvuldig 'Nooddeuropening'.
• Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is mogelijk te klein.
• Het ProSense Technology kan de duur van het programma aanpassen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie ProSense Tech‐ nology' onder het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
• Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
• Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwijderen voordat je het wasgoed wast.
• Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of het aantal tabletten of wasmiddelen voor eenmalig gebruik.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor waspoeder ­OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt volgens de instruc‐ ties in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een erkende servicedienst. De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.

14.2 Nooddeur openen

In het geval van een stroomstoring of apparaatstoring blijft de deur van het
mogelijk om de deur te openen met een noodontgrendeling.
Voordat je de deur opent:
apparaat vergrendeld. Het wasprogramma gaat verder als er weer stroom is. Als de deur door een storing vergrendeld blijft, is het
40 NEDERLANDS
LET OP!
Gevaar voor brandwonden! Zorg ervoor dat de watertemperatuur niet te hoog is en dat het wasgoed niet heet is. Wacht indien nodig tot de watertemperatuur en het wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Gevaar voor verwonding! Zorg ervoor dat de trommel niet draait. Wacht indien nodig tot de trommel stopt met draaien.
Zorg ervoor dat het waterpeil in de trommel niet te hoog is. Voer indien nodig een noodafvoerprocedure uit (zie 'Water afvoeren in een noodgeval' in het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging').
Ga als volgt te werk om de deur te openen:
1. Druk op de toets Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.

15. VERBRUIKSWAARDEN

2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker
eenmaal naar beneden. Trek die nogmaals naar beneden, houd hem gespannen en open in de tussentijd de deur van het apparaat.
5. Verwijder het wasgoed en sluit vervolgens de deur van het apparaat.
6. Sluit de filterklep.

15.1 Inleiding

Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die je vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.
NEDERLANDS 41

15.2 Legenda

kg Wasgoed. uu:mm Duur programma.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeersnelheid, hoe ho‐
ger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de standaardinstelling van een programma wijzigt.

15.3 In overeenstemming met Verordening van de Commissie (EU) 2019/2023

Eco 40-60 pro‐ gramma
Volledige belading 10.0 0.700 69.0 03:58 53.00 31.0 1400
Halve belading 5.0 0.495 51.0 02:59 53.00 29.0 1400
Kwartbelading 2.5 0.225 34.0 02:50 54.00 23.0 1400
1)
Maximale centrifugesnelheid.
kg kWh Liter uu:mm % °C
tpm
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
0.50 0.50 4.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
Uitgestelde start
(W)

15.4 Veelvoorkomende programma's

Deze waarden zijn slechts indicatief.
1)
42 NEDERLANDS
Programma
1
2
3
3
3 3
3
3
3
4
2)
Katoen 95 °C
Katoen 60 °C
3)
Katoen 20 °C
Synthetica 40 °C
Fijne was 30 °C
Wol 30 °C
1)
2)
3)
4)
4)
Maximale centrifugesnelheid.
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
Geschikt voor het wassen van licht vervuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen.
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kg kWh Liter uu:mm % °C
10.0 3.250 105.0 03:50 52.00 85.0 1400
10.0 2.200 100.0 03:40 52.00 55.0 1400
10.0 0.350 100.0 03:20 52.00 20.0 1400
5.0 0.900 65.0 02:35 35.00 40.0 1200
2.0 0.350 55.0 01:05 35.00 30.0 1200
2.0 0.300 70.0 01:15 30.00 30.0 1200

16. SNELSTARTGIDS

16.1 Dagelijks gebruik

tpm
1)
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Open de waterkraan.
• Druk op de Aan/Uit -toets om het apparaat aan te zetten (1).
• Draai de programmaknop om het gewenste wasprogramma in te stellen (2).
• Stel de gewenste opties in met de overeenkomstige tiptoetsen (3).
• Plaats het wasgoed in de trommel, één item tegelijk zonder overschrijding van de maximale voorgestelde lading. Sluit de deur en zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen.
• Plaats het wasmiddel en andere behandelmiddelen in de juiste vakken van de wasmiddeldoseerbakje.
• Om het programma te starten, druk op de
Start/Pauze -toets (4).
• Het apparaat start.
• Neem aan het einde van het programma het wasgoed er uit.
• Druk op deAan/Uit -toets om het apparaat uit te zetten.
NEDERLANDS 43

16.2 Programma’s

Programma’s Belading Productbeschrijving
Eco 40-60
MixLoad 69min
Katoen
10.0 kg
8.0 kg
10.0 kg
Lage energiecyclus voor katoen. Verlaagt de temperatuur en verlengt de tijd om goede wasresultaten te bereiken.
Katoen en synthetische stoffen. Dit programma zorgt in een korte tijd voor goede wasprestaties. De standaard programmaduur is ontwikkeld bij een wasgoed‐ lading van 5 kg. Als u een kleinere of grotere lading wast, wordt de wastijd automatisch verkort of verlengd, waardoor perfecte resultaten worden verkregen.
Witte en gekleurde katoenen stoffen. Ideaal voor normaal en zwaar bevuild wasgoed.
Synthetica
Wol
Hygiëne
Machine Clean
Fijne was
20 min. - 3 kg
Stoom
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
1)
Getest op Staphylococcus aureus, Enterococcus faecium, Candida albicans, Pseudomonas aeruginosa en MS2
Bacteriophage in een externe test uitgevoerd door Swissatest Testmaterialien AG in 2021 (Testrapport nr.
202120117).
5.0 kg Synthetische of gemengde stoffen.
2.0 kg Machinewasbare wol, handwasbare wol en fijne was.
10.0 kg
- Onderhoudscyclus voor reinigen van trommel.
2.0 kg Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
3.0 kg
2.0 kg Katoenen en synthetische artikelen die moeten ontkreuken.
10.0 kg
10.0 kg
Witte katoenen stoffen. Dit programma verwijdert meer dan
99,99% van de bacteriën en virussen 1). Het zorgt ook voor een goede vermindering van allergenen.
Katoenen en synthetische kledingstukken, licht vervuild of slechts eenmaal gedragen.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Programma voor spoelen en centrifugeren.
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen.
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval
44 NEDERLANDS
van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
157072271-B-362023
Loading...