Aeg LR7386U4, 914 921 906 User Manual [nl]

LR7386U4
NL Gebruiksaanwijzing | Wasautomaat
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.......................................................... 7
4. TECHNISCHE GEGEVENS............................................................................8
5. MONTAGE ..................................................................................................... 8
6. ACCESSOIRES............................................................................................ 12
7. BEDIENINGSPANEEL.................................................................................. 13
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.........................................................................15
9. PROGRAMMA’S........................................................................................... 18
10. INSTELLINGEN.......................................................................................... 22
11. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT... 23
12. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................... 23
13. AANWIJZINGEN EN TIPS.......................................................................... 29
14. ONDERHOUD EN REINIGING................................................................... 30
15. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................... 36
16. VERBRUIKSWAARDEN............................................................................. 39
17. SNELSTARTGIDS...................................................................................... 41
18. MILIEUBESCHERMING..............................................................................42
2 NEDERLANDS

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor u het apparaat gaat installeren en gebruiken. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeien uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware
en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open staat.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
NEDERLANDS 3

1.2 Algemene veiligheid

• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het wassen van
huishoudelijk, machinewasbaar wasgoed.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de (gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet overschrijdt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• De maximale belading van het apparaat is 8 kg. Overschrijd
de maximale belading van elk programma niet (zie het hoofdstuk 'Programma's').
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting
moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
• De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
• Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten
met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te voorkomen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
4 NEDERLANDS
• Als de droogtrommel bovenop de wasmachine wordt
geplaatst moet u ervoor zorgen de juiste door AEG goedgekeurde montagekit te gebruiken (zie meer details in hoofdstuk 'Accessoires - Montagekit').

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen mof met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een veilige
plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en
de vloer kan circuleren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes hier dan op af.
• Installeer het apparaat niet direct boven
de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en stel
het niet bloot aan overmatige vochtigheid.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar
de deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is ontworpen om te worden geïnstalleerd/ aangesloten op een aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Wateraansluiting

• Het toevoerwater mag niet warmer zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
NEDERLANDS 5
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet je, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het mogelijk dat je water uit de afvoerslang ziet stromen. Dit komt door het testen met water van het apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie bereikbaar is.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan rubberen onderdelen van de wasmachine beschadigen. Was dergelijke stoffen met de hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
• Raak de glazen deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd.

2.5 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: motor- en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel, pompen, schokdempers en veren, wastrommel, trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware met inbegrip van resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen, andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage, plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
6 NEDERLANDS
• Verwijder de deurvergrendeling om te
1
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
voorkomen dat kinderen of huisdieren
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Bijzondere eigenschappen

Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag water-, energie- en wasmiddelverbruik en een milde behandeling van het wasgoed.
• De lade met een UniversalDose vak voor elk type wasmiddel, ook een vak voor PODS®, uitgerust met een systeem dat het wasmiddel op een optimale manier kan verspreiden en mengen en om na elke cyclus de wasmiddelresten op te lossen.
• De ProSense-technologie detecteert binnen 30 seconden de hoeveelheid wasgoed die bepalend is voor de duur van

3.2 Apparaatoverzicht

het programma. Het wasprogramma wordt nauwkeurig afgestemd op de wasbelasting en het type wasgoed zonder meer tijd-, energie- en water te verbruiken dan strikt noodzakelijk is.
• De stoomfunctie is een snelle en handige manier om kleding op te frissen. De vriendelijke stoomprogramma's verwijderen geuren en zorgen voor minder kreuken in het droge textiel, zodat minder strijktijd nodig is. De Plus Steam-optie rondt elke cyclus af met een milde stoombehandeling die de vezels doet ontspannen zodat het textiel minder kreukt. Makkelijker strijken!
Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Filter afvoerpomp
6
NEDERLANDS 7
Voetjes voor het waterpas zetten van het
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A B C
Prod.No.
D
7
apparaat Afvoerslang
8
Aansluiting van de watertoevoerslang
9
Netsnoer
10
Transportbouten
11
Slangensteun
12
Op het typeplaatje staan de modelnaam (A), het pro‐ ductnummer (B), de elektrische vermogens (C) en het serienummer (D).

4. TECHNISCHE GEGEVENS

Afmetingen Breedte / hoogte / totale diepte 59,6 cm /84,7 cm /60,2 cm
Elektrische aansluiting Spanning
Beschermingsniveau tegen binnendringen van vaste deeltjes en vocht door het beschermende deksel, behalve waar de laagspanningsappara‐ tuur geen bescherming tegen vocht heeft
Watertoevoerdruk Minimum
Watertoevoer
Maximale belasting Katoen 8 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnelheid 1600 tpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' schroefdraad.
1)
Totaal vermogen Zekering Frequentie
Maximum
230 V 1900 W 10 A 50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa) 10 bar (1,0 MPa)
Koud water

5. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Uitpakken

1. Open de deur. Haal al het wasgoed uit de
trommel.
8 NEDERLANDS
Accessoires die bij het apparaat worden geleverd, kunnen per model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de
1
2
vloer achter het apparaat en leg het voorzichtig op de achterzijde. Verwijder de polystyreenbescherming van de onderkant.
LET OP!
Leg de wasmachine niet op zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders.
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u het apparaat gaat verplaatsen.
5. Plaats de plastic doppen, die u in de zak
met de gebruiksaanwijzing aantreft, in de openingen.
WAARSCHUWING!
U kunt het water in de afvoerslang zien stromen. Dit komt doordat de wasmachine in de fabriek is getest.
4. Verwijder de drie bouten met de sleutel die bij het apparaat geleverd is. Trek de bouten met de plastic tussenstukken eruit.

5.2 Plaatsing en waterpas zetten

1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de vloerbedekking de luchtcirculatie onder het apparaat niet stopt. Zorg ervoor dat het apparaat geen muren of andere apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om deze waterpas te stellen.
NEDERLANDS 9
x4
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan.
20º20º
45º45º
Een juiste afstelling van het apparaat voorkomt trillingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf is.
Als het apparaat op een plint wordt geïnstalleerd of als er een wasdroger op de wasmachine wordt gezet, maak dan gebruik van de accessoires die in het hoofdstuk 'Accessoires' worden beschreven. Lees de met de accessoires en het apparaat meegeleverde instructies zorgvuldig door.

5.3 De toevoerslang

1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
2. Plaats hem naar rechts of links
achterkant van het apparaat.
afhankelijk van de positie van de waterkraan.
Zorg ervoor dat de toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4”-schroefdraad.
WAARSCHUWING!
Het toevoerwater mag niet warmer zijn dan 25 °C.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen lekken zijn vanuit de koppelingen.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
10 NEDERLANDS

5.4 Waterstop

A
De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de erkende klantenservice om de slang te laten vervangen.

5.5 Waterafvoer

De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats hem rond de plastic slanggeleider.
Zorg dat de plastic geleider niet kan bewegen als het apparaat water afvoert.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de afvoerslang niet in water is ondergedompeld. Er kan een vuil water teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de illustratie.
2. Aan de rand van een gootsteen - Maak de geleider vast aan de waterkraan of aan de wand.
Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp (min. 38 mm - min. 1.5") groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet (zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de standpijp plaatsen.
NEDERLANDS 11
5. Zonder de plastic slanggeleider aan een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem. Zie de illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
6. Plaats de slang direct op een ingebouwde afvoerleiding in de kamerwanden zet vast met een klem.

5.6 Elektrische aansluiting

Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van het apparaat en het hoofdstuk 'Technische gegevens' geven de benodigde elektrische waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.

6. ACCESSOIRES

6.1 Beschikbaar op www.aeg.com/
shop of bij een erkende dealer
Lees zorgvuldig de instructies die bij het accessoire zijn meegeleverd.
12 NEDERLANDS
Alleen geschikte accessoires die door
2
3
6
12 11 10 8
1
4
5
7
9
AEG zijn goedgekeurd waarborgen de veiligheidsnormen van het apparaat. Als er niet-goedgekeurde onderdelen worden gebruikt, worden alle claims ongeldig verklaard.

6.2 Set bevestigingsplaatjes

Als u het apparaat op een plint installeert die geen accessoire is meegeleverd bij AEG, zet het apparaat dan vast in de bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door.

6.3 Tussenstuk

De droogtrommel kan uitsluitend op de wasautomaat worden gezet met gebruik
van het juiste tussenstuk.

7. BEDIENINGSPANEEL

7.1 Beschrijving bedieningspaneel

WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet onder de wasautomaat. Controleer of het tussenstuk compatibel is door de diepte van uw apparaten op te meten.
Programmakeuzeknop
1
Display
2 3
Tijd besparen aanraaktoets
4
Startuitstel aanraaktoets
5
Extra tiptoets overslaan
• Alleen spoelen optie
• Centrifugeren/Pompen optie
6
Start/Pauze aanraaktoets
7
Vlekken/Voorwas tiptoets overslaan Pods® aanraaktoets
8
NEDERLANDS 13
9
Plus Steam aanraaktoets Centrifug. aanraaktoets voor
10
vermindering

7.2 Display

Controlelampje klep gesloten.
Indicatielampje van wasfase. Knippert tijdens de voorwas- en wasfase.
Indicatielampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
De aanduiding verschijnt als de Extra spoelen-optie geactiveerd wordt
Controlelampje centrifugeer- en afvoerfase. Knippert tijdens het centrifugeren en afvoe‐ ren.
Controlelampje antikreukfase. Lees de paragraaf Plus Steam voor meer informatie.
Controlelampje stoomfase.
11
Temperatuur aanraaktoets
12
Aan/Uit drukknop
Het controlelampje kan aangeven:
• Duur van het programma (bijv. ).
• Uitsteltijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
• Waarschuwingscode ( ).
• Indicatie van het totale aantal bedrijfsuren van het apparaat. Raadpleeg het gedeelte
Het controlelampje knippert tijdens de ladingbepaling. Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Knippert als de wasgoedbelading de maxi‐ mum toegestane belading van het geselecteerde programma overschrijdt.
Aanduiding tijdsbesparing.
Controlelampje uitgestelde start.
14 NEDERLANDS
).
'Bedrijfsurenteller' in de paragraaf 'Instellingen' voor meer informatie.
Controlelampje trommelreiniging. Raadpleeg het gedeelte 'Reinigen van de trommel' in de paragraaf 'Onderhoud en reiniging' voor meer informatie.
Het temperatuurgebied: Temperatuurindicator Aanduiding koud water
Controlelampje extra stil.
Controlelampje Spoelstop.
Het centrifugeergebied: Controlelampje toerental Controlelampje Niet centrifugeren. Centrifugefase staat uit.
Controlelampje voorwas.
Controlelampje vlekken.
Controlelampje kinderbeveiliging.

8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN

8.1 Aan/Uit

Druk een paar seconden op deze knop te drukken kunt u het apparaat in- of uitschakelen. Er klinken twee verschillende geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat automatisch uitschakelt om het energiegebruik in een aantal gevallen te beperken, moet u het apparaat wellicht weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer informatie.

8.2 Inleiding

Niet alle opties en functies zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de verenigbaarheid van de opties en functies met de wasprogramma's in het 'Programmaoverzicht'. Een optie of functie kan een andere uitsluiten. In zo'n geval staat het apparaat niet toe dat u de onverenigbare opties of functies samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.

8.3 Temperatuur

Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch een standaard temperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat de gewenste temperatuur op het display verschijnt.
Als het display de volgende aanduidingen
en weergeeft, verwarmt het apparaat het water niet.
NEDERLANDS 15

8.4 Centrifug.

Als je een programma instelt, kiest het apparaat automatisch de standaard centrifugeersnelheid.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Verlaag de centrifugeersnelheid.
De display toont alleen de centrifugesnelheden die voor het ingestelde programma beschikbaar zijn.
Activeer de optie Spoelstop .
De laatste centrifugeerfase wordt niet uitgevoerd. Het laatste spoelwater wordt niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Het wasprogramma eindigt met water in de trommel.
Het display toont het indicatielampje . De deur blijft vergrendeld en de trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. Je moet het water afvoeren om de deur te ontgrendelen.
Als u de knop Start/Pauze voert het apparaat de centrifugeerfase uit en pompt het water weg.
Het apparaat zal het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
Activeer de Extra stil-optie.
Alle centrifugefasen tussendoor en de laatste centrifugeerfase worden overgeslagen en het programma eindigt met water in de trommel. Zo wordt voorkomen dat de was kreukt. Op het display verschijnt de aanduiding
. De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. Je moet het water afvoeren om de deur te ontgrendelen. Omdat dit programma heel stil is, is het geschikt voor nachtelijk gebruik als er goedkopere stroomtarieven beschikbaar zijn. In sommige programma’s worden de spoelgangen met meer water uitgevoerd.
Als je de knop Start/Pauze voert het apparaat alleen de wegpompfase uit.
aanraakt,
aanraakt,
Het apparaat zal het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.

8.5 Vlekken/Voorwas

Druk meerdere malen op deze knop om een van de twee opties in te schakelen.
De overeenkomstige indicatie verschijnt op het display.
Vlekken Selecteer deze optie om een voorwasfase aan een programma toe te voegen om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken met een vlekkenverwijderaar te behandelen. Giet de vlekkenverwijderaar in
compartiment wordt in de juiste fase van het wasprogramma toegevoegd.
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
Voorwas Gebruik deze functie om een voorwasfase op 30 °C toe te voegen voor de wasfase. Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed, met name als dit zand, stof, modder en andere vaste deeltjes bevat.
Deze opties kunnen de duur van het programma verlengen.
Deze twee opties kunnen niet samen worden ingesteld.
. De vlekkenverwijderaar

8.6 Extra

Met deze knop kunt u één van deze volgende opties kiezen:
Wasfase overslaan - Alleen spoelen optie
De machine voert alleen de spoel-, centrifuge- en pompfase van het geselecteerde programma uit. Als deze
16 NEDERLANDS
optie is ingesteld, wordt de wasfase niet uitgevoerd.
Centrifugeren/Pompen optie Het apparaat voert alleen de laatste centrifugeerfase of de afvoerfase van het geselecteerde programma uit. Door de
optie Niet centrifugeren via de toets Centrifug. te selecteren, kan alleen de uitloopcyclus worden geconfigureerd.
Het bijbehorende indicatielampje boven de aanraakknop brandt.

8.7 Plus Steam

Deze optie voegt aan het einde van het wasprogramma een stoomfase toe gevolgd door een korte antikreukfase. De stoomfase vermindert de kreuken in de stoffen en vereenvoudigt het strijken.
De trommel voert gedurende ongeveer 30 minuten soepele bewegingen uit. De duur van de stoomfase verandert overeenkomstig de selectie. Als de Plus Steam-optie is ingesteld, eindigt het programma met een antikreukfase waarin de trommel af en toe wordt gedraaid om kreuken te voorkomen.
Het display geeft aan dat het
indicatielampje continu brandt en dat het
indicatielampje begint te knipperen. Start/ Pauze -knop brandt ook. Aan het einde van de antikreukfase stopt de trommel, gaat het indicatielampje uit en wordt de deur ontgrendeld. De gebruiker kan op elk moment de antikreukfase beëindigen door:
• gedurende een paar seconden op de Aan/ Uit-knop te drukken om het apparaat in of uit te schakelen;
• de keuzeknop naar een andere stand te draaien.
Een kleine lading wasgoed geeft betere resultaten.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant van de Pods voor dosering en opslag.
Plaats maximaal twee tabletten of wasmiddel met één dosis in het Pods® vakje in de wasmiddellade.
De optie blijft ook actief voor de volgende cycli totdat deze wordt gedeactiveerd en als deze met het ingestelde programma kan worden geselecteerd.

8.9 Start/Pauze

Raak de toets Start/Pauze aan om het apparaat te starten, te pauzeren of het draaiende programma te onderbreken.

8.10 Startuitstel

Met deze optie kunt u het starten van een programma uitstellen naar een handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal 20 uur.
Na het aanraken van de toetsStart/Pauze
geeft het display de aanduiding gekozen uitsteltijd weer en begint het apparaat af te tellen.
en de

8.11 Tijd besparen

Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
• Bij normaal of licht vervuild wasgoed wordt het aanbevolen het wasprogramma in te korten. Raak deze knop eenmaal aan om de tijdsduur te verminderen.
• Raak bij een kleinere lading deze knop tweemaal aan om een extra kort programma in te stellen.
Op het display verschijnt het indicatielampje
.

8.8 Pods®

Tik op deze knop om de optie Pods® te activeren of deactiveren.
Wanneer geactiveerd is het relevante indicatielampje aan.
Deze optie kan ook worden gebruikt om de duur van het Plus Steam-programma te verkorten.
NEDERLANDS 17

9. PROGRAMMA’S

9.1 Programmatabel

Wasprogramma's
Programma Programmabeschrijving
MixLoad 69min
Eco 40-60 Lage energiecyclus voor katoen. Verlaagt de temperatuur en verlengt de tijd om goe‐
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
20 min. - 3 kg
Stoom
Machine clean
Katoen en gemengde synthetische stoffen. Ideaal om je dagelijkse lading in een korte tijd te wassen, voor een betere verzorging van je kleding en een goede reiniging al op 30°C.
de wasresultaten te bereiken.
Witte en gekleurde katoenen stoffen. Ideaal voor normaal en zwaar bevuild wasgoed.
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal bevuild.
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Normaal bevuild.
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en andere stoffen met «hand‐
was»-symbool.
Katoenen en synthetische kledingstukken die licht vervuild of slechts één keer gedra‐ gen zijn.
Katoen, synthetische en gemengde artikelen. Speciale stoomcyclus zonder wassen, die gebruikt kan worden om uw gedroogde was te bereiden voor het strijken of opfris‐ sen van kleding die eenmaal gedragen is. Dit programma vermindert kreuken, geur‐ tjes en ontspant de vezels. Gebruik geen wasmiddel.
Als het programma is voltooid, haalt u snel het wasgoed uit de trommel.2) Verwijder, indien nodig, vlekken door te wassen of lokaal een vlekkenverwijderaar te gebruiken. Stoomprogramma’s hebben geen hygiënische cyclus. Stel geen stoomprogramma in met dit soort artikelen:
• Items die niet geschikt zijn voor drogen in de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen chemisch reinigen'.
Onderhoudscyclus met heet water om de trommel te reinigen en op te frissen en res‐ ten te verwijderen die geuren kunnen veroorzaken. Verwijder voordat u deze cyclus laat draaien alle voorwerpen uit de trommel. Zet in het wasfasevak van het wasmid‐ deldoseerbakje de flap van het vak recht omhoog. Schenk een kop bleekmiddel of wasmachinereiniger in het wasfase-vak voor waspoeder. NOOIT tegelijkertijd gebrui‐
3)
ken
1)
18 NEDERLANDS
Programma Programmabeschrijving
Hygiëne
1)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken alsof
de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
2)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogd wasgoed, kan het wasgoed aan het einde van de cyclus voch‐ tig zijn. Droog de items op een waslijn gedurende ongeveer 10 minuten. Dit programma verwijdert geen bijzonder intense geurtjes.
3)
Na het reinigen van de trommel moet nog een spoelcyclus met een lege trommel zonder wasmiddel worden gedraaid om enige resten van waspoeder met bleekmiddel te verwijderen.
4)
Getest op Staphylococcus aureus, Enterococcus faecium, Candida albicans, Pseudomonas aeruginosa en MS2 Bacteriophage in externe test uitgevoerd door Swissatest Testmaterialien AG in 2021 (testrapport nr. 202120117).
Witte katoenen stoffen. Dit hoogwaardige wasprogramma in combinatie met stoom‐
damp, verwijdert meer dan 99,99% van bacteriën en virussen4) de temperatuur ge‐ durende de wasfase boven de 60°C houden; met een extra actie op de vezels dankzij een dampfase, een verbeterde spoelfase zorgt voor een goede verwijdering van was‐ middel en resten van micro-organismen. Dit programma zorgt ook voor een goede vermindering van pollen/allergene items.
Programmatemperatuur, maximaal centrifugetoerental en maximale belading
Programma
MixLoad 69min
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
20 min. - 3 kg
Stoom
Machine clean
Standaardtempe‐ ratuur Temperatuurbe‐ reik
30 °C 60 °C - 30 °C
1)
40 ºC
40ºC 95ºC - koud
40 °C 60 °C - Koud
30 °C 40 °C - Koud
40 °C 40 °C - Koud
30 °C 40 °C - 30 °C
- - 1 kg
60°C
Referentie centrifu‐ geersnelheid Bereik centrifugeer‐ snelheid
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
800 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
Maximale lading
5 kg
8 kg
8 kg
3 kg
2 kg
1,5 kg
3 kg
-
NEDERLANDS 19
Standaardtempe‐
Programma
ratuur Temperatuurbe‐ reik
Hygiëne
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Com missie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild katoe‐ nen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gegevens wordt verwe‐ zen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'. De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
60 °C
Referentie centrifu‐ geersnelheid Bereik centrifugeer‐ snelheid
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
Maximale lading
8 kg
Compatibiliteit van programmaopties
Eco 40-60
OPTIES
Centrifug.
Katoen
PROGRAMMA
MixLoad 69min
Synthetica
Wol
Fijne was
Stoom
20 min. - 3 kg
Machine clean
Hygiëne
Vlekken
Voorwas
Alleen spoelen
Centrifugeren/Pompen
Extra spoelen
PODS®
Plus Steam 1)
Tijd besparen
Startuitstel
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
2)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
1)
2)
20 NEDERLANDS
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma's
1)
Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐
sal)
Programma
MixLoad 69min
Eco 40-60 -- --
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
20 min. - 3 kg
Hygiëne
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
Universeel
poeder
-- -- --
-- --
-- --
-- -- --
-- -- --
-- -- --
-- --
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
▲ = Aanbevolen
-- = Niet aanbevolen

9.2 Stoom programma met AEG Steam Fragrance

Beschikbaar op www.aeg.com/shop .
Stoomprogramma's kunnen worden gebruikt voor het verminderen van rimpels en geuren van kledingstukken die alleen maar moeten worden opgefrist, waardoor wassen wordt vermeden. Het stoomprogramma verwijdert geen bijzonder intense geurtjes.
De stofvezels worden versoepeld waardoor strijken daarna moeiteloos gaat. Zodra het programma is voltooid, haal het wasgoed zo snel mogelijk uit de trommel. Het stoomprogramma heeft geen hygiënische cyclus. Stel geen stoomprogramma in met de volgende soort artikelen:
• Items die niet geschikt zijn voor drogen in de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen chemisch reinigen'.
Na de stoombehandeling kan het wasgoed vochtig zijn. Hang artikelen gedurende een aantal minuten uit..
De geur. Als u deze speciale zachte geur gebruikt, zal uw wasgoed ruiken als net gewassen. Lees zorgvuldig de instructies die bij de geur zijn geleverd. Verminder de geurdosering bij een kleinere lading. Met de knop Tijd besparen kun je de programmaduur verminderen als je artikelen behandelt die bij lage temperaturen moeten worden gewassen.
NIET DOEN:
• De kleding die met geur is behandeld in de droger drogen. Het verkregen voordeel zal verdampen.
• De geur gebruiken voor andere doeleinden dan hier beschreven.
• De geur gebruiken op nieuwe kleding. Nieuwe kleding kan afwerkingsresten bevatten die hier niet compatibel mee zijn.
De flesjes met geur zijn verkrijgbaar op
AEG webshop of bij een erkende dealer.
NEDERLANDS 21

9.3 Woolmark Wool Care - Blauw

10. INSTELLINGEN

De wolwascyclus van de machine is goedgekeurd door Woolmark voor het wassen van wollen kleding met een wasetiket voor de handwas, mits de kledingstukken wor‐ den gewassen volgens de instructies op het etiket in het kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachi‐ ne. M2103 Het symbool 'Woolmark' is een certificatieteken in ver‐ schillende landen.

10.1 Geluidssignalen

Voor het deactiveren van de geluidssignalen wanneer het programma voltooid is, raakt u gedurende 3 seconden tegelijkertijd toetsen
Vlekken/Voorwas en Pods® aan.
De geluidssignalen blijven werken als er een storing optreedt.

10.2 Kinderslot

Met deze optie kun je voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie houd je de toets Vlekken/ Voorwasingedrukt totdat het lampje op het
display
Je kunt deze optie activeren:
• Nadat je op de toets Start/Pauze hebt gedrukt, worden alle toetsen en het programmakeuzewiel gedeactiveerd (behalve de toets Aan/Uit).
• Voordat je drukt op de toets Start/Pauze: het apparaat kan niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van deze optie nadat je het hebt uitgeschakeld.
aan/uit gaat.

10.3 Permanent extra spoelen

Met deze optie kun je bij het instellen van een nieuw programma, permanent een of twee extra spoelbeurten laten draaien.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, houd de je Extra -knop
gedurende 3 seconden ingedrukt totdat het
lampje op het display aan-/uitgaat.
Wanneer het wordt geactiveerd, zal het apparaat standaard op deze optie ingesteld zijn nadat u het uitschakelt of het programma wijzigt/reset.
Door deze optie duurt het programma langer.

10.4 Teller bedrijfsuren

Het is mogelijk om de totale bedrijfstijd van het apparaat in uren te visualiseren, vanaf de eerste keer dat het wordt ingeschakeld. Deze waarde telt de bedrijfstijd van de cycli (exclusief pauzes, vertraagde starttijd). Ga als volgt te werk om deze waarde te visualiseren:
1. Schakel het apparaat in door op de toets Aan/Uit te drukken.
2. Draai de programmaknop naar de eerste stand.
3. Houd de Vlekken/Voorwas Pods® en enkele seconden ingedrukt (binnen 10 seconden na het inschakelen. Na deze 10 seconden activeert en deactiveert de toetsencombinatie de geluidssignalen).
4. Na 3 seconden wordt het totale aantal uren dat het apparaat werkt op het
toetsen
22 NEDERLANDS
display weergegeven: bijv. 1276 uur toont het display de tekst Hr gedurende 2 seconden, 12 (honderdtallen en honderdtallen) gedurende 2 seconden en 76 (tientallen en eenheden).
Als de procedure niet werkt (vanwege time-out, verkeerde programmakeuzeknop of verkeerde toetsencombinatie), schakelt u het apparaat uit waarna u de volgorde vanaf het begin herhaalt.

10.5 Standaardinstellingen

Met deze functie kun je de standaard fabrieksinstellingen herstellen. Volg onderstaande stappen om deze optie te
activeren:
1. Schakel het apparaat in door op de toets
Aan/Uit te drukken.
2. Draai de programmaknop naar een willekeurig programma.
3. Houd de Centrifug. knoppen Plus Steam en enkele seconden ingedrukt
(binnen 10 seconden na het inschakelen. Na deze 10 seconden activeert en deactiveert de toetsencombinatie de geluidssignalen).
4. Het display wordt seconden weergegeven.
Als de procedure niet werkt (vanwege time-out, verkeerde programmakeuzeknop of verkeerde toetsencombinatie), schakelt u het apparaat uit waarna u de volgorde vanaf het begin herhaalt.
ongeveer 5

11. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT

1. Zorg ervoor dat alle transportbouten uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig is er dat de waterkraan openstaat.
3. Giet een kleine hoeveelheid wasmiddel in
het vak dat wordt aangegeven met .

12. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

12.1 Het apparaat inschakelen

1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte tune. Het apparaat stelt automatisch een standaardprogramma voor. Het relevante indicatielampje gaat branden.
4. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed in de trommel en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
Het display geeft de maximale lading aan, de standaardtemperatuur, het standaard centrifugeertoerental, de faseaanduidingen die het programma heeft en de cyclusduur.

12.2 Wasgoed in de machine doen

1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de kleding goed, voordat u deze in
het apparaat stopt.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
NEDERLANDS 23
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken.

12.3 Wasmiddel en aanvullende middelen vullen

- Vak voor wasfase (alleen poederwasmiddel).
Zorg ervoor dat de Pods®-optie is uit‐ geschakeld wanneer je dit vak gebruikt.
Als je vloeibaar wasmiddel gebruikt, vergeet dan niet om de container voor
vloeibaar wasmiddel in te brengen.
- Vakje voor de wasverzachter en andere vloei‐
bare behandelingen (stoffenconditioner, stijfsel).
- Volg altijd de instructies op die je op de ver‐ pakking van het wasmiddel aantreft. We raden je wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te over‐
schrijden ( ). Deze hoeveelheid zal u echter de beste wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje.
Ga als volgt te werk
1. Open het wasmiddeldoseerbakje.
- Compartiment voor wasmiddelpods (max. 2 pods). Zorg er bij het gebruik van vaatwastabletten voor dat de Pods®-optie is geactiveerd.
- Vak voor voorwasfase een inweekprogram‐
ma (alleen poederwasmiddel).
24 NEDERLANDS
2. Als er een voorwasfase is ingesteld,
plaats je het waspoeder in het vakje
3. Kies voor de hoofdwas het juiste vakje afhankelijk van het soort wasmiddel:
a) Doe het waspoeder in het vakje
.
.
b) Giet het vloeibare wasmiddel in hetzelfde vakje nadat je het betreffende bakje hebt
geplaatst .
c) Plaats de tabletten in het vakje . Zorg ervoor dat de Pods® optie wordt geactiveerd.
4. Giet wasverzachter in het vak .
5. Sluit het doseerbakje voor het wasmiddel.

12.4 Een programma instellen

1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het bijbehorende controlelampje gaat branden.
Het controlelampje van de knop Start/Pauze knippert. Het display toont de maximaal bepaalde lading voor het programma, de standaardtemperatuur, het standaard centrifugeertoerental, de wasfaseaanduidingen (indien aanwezig) en een indicatieve programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de centrifugesnelheid te wijzigen, raakt u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in door de desbetreffende knoppen aan te raken. De bijhorende aanduidingen gaan vervolgens aan in het display en de aangegeven informatie wijzigt.
Als een keuze niet mogelijk is, gaat het controlelampje niet aan en klinkt er een geluidssignaal.
12.5 Een programma starten met
een uitgestelde start
1. Druk hier herhaaldelijk op totdat het
display de gewenste uitsteltijd weergeeft.
Het controlelampje gaat branden.
2. Druk op de knop Start/Pauze .
Het aftellen van de uitgestelde start wordt op het display weergegeven.
NEDERLANDS 25
Als het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart.
12.7 De ProSense System
ladingdetectie
De ProSense schatting begint nadat het aftellen is beëindigd.

Het annuleren van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende controlelampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel totdat het display weergeeft.
3. Druk nogmaals op de toets Start/Pauze om het programma onmiddellijk te starten.

Het wijzigen van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om het aftellen opnieuw te laten beginnen.

12.6 Een programma starten

Raak toets Start/Pauze aan om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. Het programma start en de deur wordt vergrendeld. Op het display verschijnt het
indicatielampje
De afvoerpomp gaat in werking kort voordat het apparaat zich met water vult.
.
De programmaduur in het display is van toepassing op een middelmatige/grote lading.
Nadat je de Start/Pauze-knop aangeraakt hebt, gaat de aanduiding voor de maximaal bepaalde lading uit, knippert het
controlelampje en begintProSense System met de detectie van de lading van het wasgoed:
1. Het toestel detecteert de lading in de
eerste 30 seconden: de indicator
knippert, het cijfergebied toont en de trommel draait kort.
2. Aan het einde van de belastingsdetectie
stopt de indicator met knipperen. De programmaduur wordt overeenkomstig aangepast en kan worden verlengd of verkort. Na nog eens 30 seconden gaat de watertoevoer stromen.
In het geval er na de ladingdetectie een overladen trommel blijkt te zijn, zal het
lampje op het display knipperen.
In dit geval is het gedurende 30 seconden mogelijk om het apparaat te pauzeren en de overtollige kledingstukken te verwijderen.
Raak, na eenmaal de overtollige kleding te hebben verwijderd, de toets Start/Pauze aan om het programma weer te starten. De ProSense System-fase kan tot driemaal toe worden herhaald (zie punt 1).
Belangrijk! Als de hoeveelheid wasgoed niet wordt verminderd, gaat het wasprogramma ondanks teveel lading toch van start. In dit geval kun je niet de beste wasresultaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start van het programma kan de programmaduur afhankelijk van de capaciteit van de wateropname van de stoffen weer worden aangepast.
26 NEDERLANDS
De ProSense System-detectie wordt alleen uitgevoerd met volledige wasprogramma's (zonder geselecteerde overslafase).
De ProSense System is niet beschikbaar bij sommige programma's, zoals Wol, programma's met korte cycli en zonder wasfase.

12.8 Indicatielampjes programmafase

Als het programma start, knippert de aanduiding van de draaiende fase en de andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de bijhorende aanduiding met knipperen en gaat continu branden. De volgende aanduiding begint te knipperen.

12.10 Een actief programma annuleren

1. Druk op de toets Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Als de fase ProSense al is uitgevoerd en de toevoer van water al stroomt, begint het nieuwe programma zonder de fase ProSense te herhalen. Het water en het wasmiddel worden niet weggepompt om verspilling te voorkomen. Het display toont de maximale programmaduur en werkt deze na circa 20 minuten nadat het nieuwe programma is gestart bij.
12.11 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld.
De spoelfase is bijv. bezig: .
Indien je de Plus Steam kiest, gaan de stoomfaseaanduidingen branden.
De stoomfase is bezig:
De antikreukfase is bezig: .
.

12.9 Een programma onderbreken en de opties wijzigen

U kunt als een programma bezig is maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op toets Start/Pauze.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven informatie in het display wijzigt overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en/of de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat. Indien nodig kunt u items toevoegen of uitnemen.
NEDERLANDS 27
3. Sluit de deur en druk op de toets Start/
Pauze .
Het programma of startuitstel gaat verder.
4. De deur kan worden geopend als het programma is voltooid of stel centrifugeren- of drainage-programma/ optie en druk op de knop Start/Pauze .

12.12 Einde van het programma

Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch. De geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
In het display gaat alle wasfaseaanduidingen
continu branden en toont de tijdzone .
Het lampje van de toets Start/Pauze gaat uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit-knop om het apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het programma schakelt energiebesparingsfuncie het apparaat automatisch uit.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste gekozen programma in het display weergegeven. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
12.13 Laat het water weglopen na
afloop van de cyclus
Indien u een programma heeft gekozen of een optie die het water van de laatste spoelbeurt niet wegpompt, wordt het programma voltooid, maar:
• Het display toont de aanduiding , de
optieaanduiding of en de
aanduiding van vergrendelde deur
.
Het indicatielampje van de draaiende fase
knippert.
• De trommel draait nog regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets Centrifug. aan
om het centrifugeertoerental dat door het apparaat wordt voorgesteld te verlagen.
2. Druk op toets Start/Pauze:
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat het water weg en gaat centrifugeren.
• Indien u apparaat alleen het water weg.
De optieaanduiding of gaat uit, terwijl
de aanduiding knippert en dan uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop voor Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat zal hoe dan ook het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
heeft ingesteld, pompt het

12.14 Stand-by-optie

De stand-by-functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
• Het apparaat is 5 minuten voordat u op de
knop Start/Pauze drukt niet gebruikt. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het
wasprogramma Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
28 NEDERLANDS
Als u een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet door de stand-by­functie gedeactiveerd om u eraan te herinneren het water weg te pompen.

13. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet

• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren met de eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te wassen voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en open
de deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de hand
zodat de items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters, linten en andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om
kleine items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.

13.2 Hardnekkige vlekken

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
13.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om
NEDERLANDS 29
verspilling te voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere middelen die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeders (ook tabletten en
wasmiddelen voor eenmalig gebruik) voor alle soorten stoffen, met uitzondering van delicate stoffen. Kies bij voorkeur voor waspoeder met bleekmiddel voor witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen (ook
wasmiddelen voor eenmalig gebruik), bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (max. 60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel of de andere toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau (
• Meng geen verschillende soorten wasmiddelen.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– je een kleine lading wast, – het wasgoed licht vervuild is, – er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
) te overschrijden.
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.

13.4 Ecologische tips

Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan om de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk programma is aangegeven, wordt het energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en beperkte vervuiling worden verwijderd; het wasgoed kan vervolgens op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Stel de maximaal mogelijke centrifugeersnelheid in voor het geselecteerde wasprogramma voordat u uw was droogt in een wasdroger. Dit bespaart energie tijdens het drogen!

13.5 Waterhardheid

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. In gebieden waar het water zacht is, is het gebruik van een waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
30 NEDERLANDS

14.1 Schema periodieke reiniging

Periodiek reinigen helpt de levensduur van je apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en het wasmiddeldoseerbakje een beetje op een kier om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit de waterkraan en trek de stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema voor periodiek reinigen:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas Eenmaal ter maand
Deurafdichting reinigen Iedere twee maanden
Trommel reinigen Iedere twee maanden
Wasmiddeldoseerbakje reinigen
De filter van de afvoer‐ pomp reinigen
De filter van de toevoers‐ lang en de klepfilter reini‐ gen
Iedere twee maanden
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u elk onderdeel moet reinigen.

14.2 Vreemde voorwerpen verwijderen

Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en dat alle losse elementen zijn vastgebonden voordat u uw wascyclus uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in 'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting met dubbele lip', 'De trommel reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem indien nodig contact op met het erkende servicecentrum.

14.3 Buitenkant reinigen

Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. Gebruik geen schuursponsjes of krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten.
LET OP!
Reinig de metalen oppervlakken niet met een reinigingsmiddel op chloorbasis.

14.4 Ontkalken

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al wateronthardende middelen, maar we raden aan af en toe een cyclus te draaien met een lege trommel en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14.5 Onderhoudswasbeurt

Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Selecteer het katoenprogramma met de hoogste temperatuur of gebruik, indien beschikbaar, het programma Machine clean. Voeg een kleine hoeveelheid waspoeder toe aan de lege trommel om achtergebleven resten weg te spoelen.

14.6 Deurrubber

Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die van de kleding vallen met het water kunnen worden afgevoerd. Controleer regelmatig de afdichting. Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen kunnen aan het einde van de cyclus worden teruggevonden.
NEDERLANDS 31
Maak schoon indien nodig met een
2
1
ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14.7 De trommel reinigen

Controleer de trommel regelmatig om ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale producten voor roestvrij staal.

14.8 Het wasmiddelbakje reinigen

Om mogelijke afzetting van opgedroogd wasmiddel of geklonterde wasverzachter en/of schimmelvorming in de wasmiddellade te voorkomen, dien je af en toe de volgende reinigingsprocedure uit te voeren:
1. Open het wasmiddeldoseerbakje. Duw de
pal zoals aangegeven in de afbeelding naar beneden en trek de lade uit.
2. Verwijder het vakje voor vloeibaar
wasmiddel, indien geplaatst.
Volg altijd de instructies die je op de verpakking van het product vindt. Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor of ijzer of staalwol bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Voer het Machine clean-programma uit.
Raadpleeg de wasprogrammatabel voor meer details.
3. Voeg een kleine hoeveelheid waspoeder toe aan de lege trommel om achtergebleven resten weg te spoelen.
Het display kan soms aan het einde van
een cyclus het pictogram weergeven: dit is een aanbeveling om de "reiniging van de trommel" uit te voeren. Zodra de trommelreiniging is uitgevoerd, verdwijnt het pictogram.
32 NEDERLANDS
3. Til het bovendeksel van de
compartimenten op om het te verwijderen.
4. Was het wasmiddeldoseerbakje en
CLICK
eventueel inzetstuk onder stromend water.
5.
LET OP!
Gebruik geen scherpe of metalen borstels en sponzen.
Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel volledig is verwijderd uit het bovenste en onderste gedeelte van de holte. Gebruik een klein borsteltje om de holte te reinigen.
7. Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel volledig is verwijderd uit het transporttraject. Gebruik alleen zachte vochtige kleding.
8. Plaats het onderste deksel terug in zijn positie door de gaten op de ladehaken uit te lijnen zoals aangegeven in de afbeelding. Sluit het tot u "klik" hoort.
LET OP!
Druk op het onderste deksel zoals aangegeven op de afbeelding. Zorg ervoor dat dit volledig gesloten is.
6. Draai de dispenser zijwaarts naar
beneden en open het onderste deksel zoals aangegeven in de afbeelding.
9. Hermonteer de lade als volgt:
a. Plaats het onderste deksel en druk tot
u "klik" hoort.
b. Plaats het bovenste deksel en druk
totdat je "klik" hoort.
c. Plaats de container voor vloeibaar
wasmiddel, indien nodig.
NEDERLANDS 33
10. Plaats het wasmiddeldoseerbakje in de
1
2
180˚
geleiders en sluit het. Draai het spoelprogramma zonder kleding in de trommel.
.

14.9 Maak de afvoerpomp schoon.

WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcontact.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en zorg ervoor dat deze schoon is.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
• Het apparaat geen water wegpompt.
• De trommel niet ronddraait.
• Het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door een verstopping in de afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de alarmcode
.
WAARSCHUWING!
• Verwijder het filter niet als het apparaat in gebruik is.
• Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot het water is afgekoeld.
Voor het reinigen van de pomp gaat u als volgt te werk:
1. Open het deksel van de pomp.
2. Plaats een geschikte bak onder de
opening van de afvoerpomp om het uitstromende water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden. Houd altijd een doek bij de hand om het eventueel gemorste water op te kunnen vegen als u het filter verwijdert.
4. Draai het filter 180 graden naar links om het te openen, zonder verwijdering. Laat het water wegstromen.
5. Als de bak vol met water is, draait u het filter terug en leegt u de bak.
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er geen water meer uitstroomt.
7. Draai het filter naar links om het te verwijderen.
34 NEDERLANDS
2
1
8. Verwijder, indien noodzakelijk, pluizen en
2
1
2
1
1
1
2
3
andere voorwerpen uit de filterholte.
9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als hij niet roteert: neem contact op met een erkend servicecentrum.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
12. Sluit het pompdeksel.

14.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen

Het wordt aanbevolen beide filters van de toevoerslang en -klep geregeld te reinigen ter verwijdering van aanslag dat met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de kraan en reinig het filter.
11. Zet het filter terug in de speciale geleidingen door hem met de klok mee te draaien. Zorg ervoor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.
2. Verwijder de toevoerslang van het apparaat door de ringmoer los te draaien.
NEDERLANDS 35
3. Reinig het klepfilter aan de achterzijde
45°
20°
van het apparaat met een tandenborstel.
4. Draai de slang bij het weer aansluiten op het apparaat naar links of rechts (niet in verticale positie) afhankelijk van de positie van uw waterkraan.

14.11 Noodafvoer

Als het apparaat het water niet kan wegpompen, voert u dezelfde procedure uit zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo nodig schoon.

14.12 Voorzorgsmaatregelen bij vorst

Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek waar de temperatuur 0°C of daaronder kan bereiken, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.

15. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
36 NEDERLANDS

15.1 Alarmcodes en mogelijke storingen

Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode weergegeven en kan de Start/Pauze -knop continue knipperen:
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de waterkraan geopend is.
Het apparaat wordt niet goed gevuld met water.
De machine pompt geen wa‐ ter weg.
De deur is open of niet goed gesloten.
Interne fout. Geen communi‐ catie tussen de elektroni‐ sche elementen van het ap‐ paraat.
De anti-overstromingsbevei‐ liging is ingeschakeld.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in de watertoe‐ voerslang aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van de klep niet ver‐ stopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zonder afvoerfase.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met water in de kuip.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met een er‐ kende servicedienst.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de erkende servicedienst. Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de drogertrommel.
NEDERLANDS 37
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt met wa‐ ter gevuld, maar dat wordt onmiddellijk afgetapt.
De centrifugeerfase werkt niet of de wasfase duurt lan‐ ger dan normaal.
Er is water op de vloer.
Je kunt de deur van het ap‐ paraat niet openen.
De machine maakt abnorma‐ le geluiden en trilt.
De programmaduur neemt toe of af tijdens het draaien van het programma.
De wasresultaten zijn niet bevredigend.
Te veel schuim in de trom‐ mel tijdens de wascyclus.
• Verzeker je ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie bevindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Stel het centrifugeprogramma in.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door problemen met de balans.
• Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
• Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang niet bescha‐ digd zijn.
• Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoeveelheid gebruikt.
• Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met wa‐ ter in de trommel.
• Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als er water in de trommel zit.
• Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het apparaat. Neem contact op met de erkende servicedienst.
• Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is mogelijk te klein.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aanpassen aan het ty‐ pe en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie ProSense System' on‐ der het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
• Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
• Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwijderen voordat je het wasgoed wast.
• Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of het aantal tabletten of wasmiddelen voor eenmalig gebruik.
38 NEDERLANDS
Probleem Mogelijke oplossing
Na de wascyclus is er wat wasmiddel achtergebleven in de wasmiddellade.
Na de wascyclus is er wat wasmiddel achtergebleven in de wasmiddellade.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor waspoeder ­OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt volgens de instruc‐ ties in deze gebruiksaanwijzing.
• Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt volgens de instruc‐ ties in deze gebruiksaanwijzing.
• Zorg ervoor dat je verse tabletten of wasmiddelen voor eenmalig gebruik ge‐ bruikt. Bewaar ze in hun doos en sluit ze na gebruik, volgens de aanbevelin‐ gen van de fabrikant. Directe blootstelling aan het milieu kan hun karakteristiek en hun gedrag in het Pods®compartiment wijzigen, met name in combinatie met bepaalde opties (bijv. Startuitstel).
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een erkende servicedienst. De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.

16. VERBRUIKSWAARDEN

16.1 Inleiding

Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die je vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.

16.2 Legenda

kg Wasgoed. uu:mm Duur programma.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
NEDERLANDS 39
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeersnelheid, hoe ho‐
ger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de standaardinstelling van een programma wijzigt.

16.3 In overeenstemming met Verordening van de Commissie (EU) 2019/2023

Eco 40-60 pro‐ gramma
Volledige belading 8 0.600 57.0 03:35 44.00 30.0 1600
Halve belading 4 0.480 42.0 02:45 44.00 29.0 1600
Kwartbelading 2 0.190 27.0 02:45 45.00 23.0 1600
1)
Maximale centrifugesnelheid.
kg kWh Liter uu:mm % °C
tpm
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
0.50 0.50 4.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
Uitgestelde start
(W)

16.4 Veelvoorkomende programma's

Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
2)
Katoen 95 °C
Katoen 60 °C
kg kWh Liter uu:mm % °C
8 2.750 100.0 03:30 44.00 85.0 1600
8 1.950 95.0 03:10 44.00 55.0 1600
tpm
1)
1)
40 NEDERLANDS
Programma
1
2 3
3)
Katoen 20 °C
Synthetica 40 °C
Fijne was 30 °C
Wol 30 °C
1)
2)
3)
4)
4)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
Geschikt voor het wassen van licht vervuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen.
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kg kWh Liter uu:mm % °C
8 0.360 95.0 03:00 44.00 20.0 1600
3 0.600 60.0 02:10 35.00 40.0 1200
2 0.350 55.0 01:10 35.00 30.0 1200
1,5 0.400 50.0 01:10 30.00 30.0 1200

17. SNELSTARTGIDS

17.1 Dagelijks gebruik

tpm
1)
Steek de stekker in het stopcontact.
Open de waterkraan.
Beladen met wasgoed.
Plaats het wasmiddel en andere behandelmiddelen in de juiste vakken van de wasmiddeldoseerbakje.
Als u een tablet gebruikt, drukt u op de aanraakknop Pods®.
1. Druk op de toets Aan/Uit om het apparaat aan te zetten. Draai de programmaknop om het gewenste wasprogramma in te stellen.
2. Stel de gewenste opties in met de overeenkomstige aanraaktoetsen. Om het programma te starten, druk je op de
toets Start/Pauze .
3. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma het wasgoed eruit.
Druk op deAan/Uit -toets om het apparaat uit te zetten.
NEDERLANDS 41

17.2 Reinigen van het afvoerpompfilter

1 32
180˚
2
1
Reinig het filter regelmatig en in het bijzonder
als de alarmcode op het display verschijnt.

17.3 Programma’s

Programma’s Belading Productbeschrijving
MixLoad 69min
Eco 40-60 8 kg Wit en bont katoen. Normaal vervuilde kledingstukken.
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
20 min. - 3 kg
Stoom
Machine clean
Hygiëne
1)
Getest op Staphylococcus aureus, Enterococcus faecium, Candida albicans, Pseudomonas aeruginosa en MS2
Bacteriofaag in externe test uitgevoerd door Swissatest Testmaterialien AG in 2021 (testrapport nr. 202120117).
5 kg
8 kg Wit katoen en bont katoen.
3 kg Synthetische of gemengde stoffen..
2 kg Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
1,5 kg Machinewasbare wol, handwasbare wol en fijne was.
3 kg
1 kg Stoomprogramma voor katoen, synthetica en fijne kleding.
8 kg
Katoen en synthetische stoffen. Dit programma zorgt in een korte tijd voor goede wasprestaties.
Katoenen en synthetische kledingstukken, licht vervuild of slechts eenmaal gedragen.
- Onderhoudscyclus voor reinigen van trommel.
Witte katoenen kleding. Dit programma verwijdert meer dan 99,99% van
alle bacteriën en virussen1). Het zorgt ook voor een goede vermindering van allergenen.
18. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval
42 NEDERLANDS
van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met de gemeente.
NEDERLANDS 43
*
135969860-A-152023
Loading...