gelieve deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te nemen.
Schenk in het bijzonder aandacht aan het hoofdstuk ”Veiligheid” op de
eerste bladzijden. Bewaar zorgvuldig deze gebruikersinformatie zodat u
ze later nog kan raadplegen. Geef deze gebruikersinformatie aan een
eventueel volgende koper van de wasmachine door.
Met de gevarendriehoek en/of de woorden (Waarschuwing!,
1
Opgepast!, Opgelet!) worden aanwijzingen benadrukt die belangrijk
zijn voor uw veiligheid of voor de functionaliteit van de wasmachine.
Deze dus absoluut naleven.
0 1. Dit teken begeleidt u stap voor stap bij de bediening van het toestel.
2. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Tips en aanwijzingen m.b.t. de rendabele en milieuvriendelijke toepas-
2
sing van het toestel zijn met een klaverblad gekenmerkt.
Deze gebruikersinformatie bevat aanwijzingen voor het zelf verhelpen
van eventueel opgetreden storingen, zie het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...”.
Indien u ondanks deze aanwijzingen nog problemen zou hebben, kan u
altijd terecht bij onze After-Sales-Service:
ELGROEP & AEG SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Tel.: 02/ 3630444
Hier krijgt u een antwoord op elke vraag inzake de uitrusting en het gebruik van uw toestel. Natuurlijk kan u er ook terecht met uw wensen,
suggesties en kritiek. Het is onze doelstelling om onze producten en
diensten in het belang van onze klanten verder te verbeteren.
Ingeval van technische problemen kan u altijd terecht bij onze serviceafdeling in uw buurt (de adressen en telefoonnummers vindt u in het
hoofdstuk ”Servicepunten”). Lees in dit verband ook het hoofdstuk
”Service”.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
De veiligheid van de elektrische apparaten van AEG voldoet aan de erkende regels van de techniek en aan de Duitse machineveiligheidswet.
Desondanks zien wij ons als fabrikant genoodzaakt om u met de onderstaande veiligheidsinstructies vertrouwd te maken.
Vóór de eerste inwerkingstelling
• Volg de ”Instructies voor plaatsing en aansluiting” verderop in deze
gebruikersinformatie.
• Ingeval de wasmachine tijdens de wintermaanden bij een tempera-
tuur onder nul geleverd wordt: De wasmachine vóór de inwerkingstelling gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten komen.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasmachine is enkel bedoeld om voor huishoudens gebruikelijk
wasgoed te wassen. Wanneer de wasmachine voor een ander doel gebruikt of op een verkeerde manier bediend wordt, kan de fabrikant
niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade.
• Het ombouwen of veranderen van de wasmachine is om veiligheids-
redenen niet toegelaten.
• Gebruik enkel wasmiddelen die voor de wasmachine geschikt zijn.
Leef de voorschriften van de wasmiddelenfabrikant na.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let
daar dus ook op tijdens het wassen van voorgewassen wasgoed.
• Gebruik de wasmachine niet voor chemische reiniging.
• Kleur-/ontkleuringsmiddelen mogen enkel in de wasmachine gebruikt
worden wanneer de fabrikant van deze producten dit uitdrukkelijk
toelaat. Voor eventuele schade kunnen wij niet aansprakelijk gesteld
worden.
• Gebruik enkel water van de waterleiding. Gebruik enkel regen- of ge-
bruikswater wanneer dit aan de vereisten volgens DIN1986 en
DIN1988 voldoet.
• Vorstschade valt niet onder de garantie! Wanneer de wasmachine
zich in een aan vorst blootstaande ruimte bevindt, moet er bij gevaar
voor vorst een noodaftap uitgevoerd worden (zie het hoofdstuk ”Een
noodaftap uitvoeren”).
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
De veiligheid van kinderen
• Verpakkingsonderdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen gevaarlijk
zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de
buurt van kinderen houden.
• Kinderen hebben vaak geen besef van de gevaren in verband met
elektrische toestellen. Voorzie daarom het noodzakelijke toezicht
tijdens de werking van de wasmachine en laat kinderen nooit met
de wasmachine spelen – het gevaar bestaat dat kinderen er zich in
opsluiten.
• Zorg ervoor dat kinderen of kleine dieren niet in de trommel van de
wasmachine klouteren.
• Voor het wegwerpen van de wasmachine: Maak de netstekker los,
vernietig het deurslot, snij de elektrische voeding door en verwijder
de stekker en de resterende kabel. Zo kunnen spelende kinderen zich
niet in de trommel opsluiten en niet in levensgevaar geraken.
Algemene veiligheid
• Een eventuele herstelling van de wasmachine mag enkel door een
vakman uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen
ernstige gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot onze klantendienst of uw vakhandel.
• De wasmachine nooit in werking stellen wanneer het netsnoer be-
schadigd is of het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel zodanig beschadigd zijn dat de binnenkant van het toestel vrij
toegankelijk is.
• Schakel de wasmachine uit vooraleer deze te reinigen of te onder-
houden. Haal ook de netstekker uit het stopcontact of – ingeval van
een vaste aansluiting – de stroomveiligheid in de zekeringkast opzetten of de schroefveiligheid volledig uitdraaien.
• Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, het apparaat loskoppelen
van het elektriciteitsnet en de waterkraan dichtdraaien.
• De netstekker niet aan de kabel doch aan de stekker zelf uit het stop-
contact trekken.
• Veelvoudige contactstoppen, koppelingen en verlengsnoeren mogen
niet gebruikt worden. Brandgevaar door oververhitting!
• De wasmachine nooit met een waterstraal afspuiten. Elektrokutiege-
vaar!
• Bij wasprogramma' s met hoge temperaturen wordt het glas in de
vuldeur heet. Niet aanraken!
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
• Het loogwater vóór een noodaftap van het toestel of vóór de reini-
ging van de loogpomp laten afkoelen.
• Kleine dieren kunnen elektriciteitskabels en waterslangen aanvreten.
Elektrokutiegevaar en gevaar van waterschade! Kleine dieren buiten
de ruimte met de wasautomaat houden.
2 Weggooien
Het verpakkingsmateriaal verwijderen!
De verpakking van uw wasmachine naar behoren verwijderen. Alle materialen die het symbol dragen, kunnen hergebruikt worden. Geef
deze in een speciaal voor recycling ingerichte stortplaats af (inlichtingen bij uw gemeentediensten).
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte co-
dering:
>PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
>PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers
(volkomen CFK-vrij)
>POM< voor polyoxymethyleen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
g
Een oud toestel afdanken!
Wanneer u uw toestel op een dag definitief buiten werking stelt, brengt
u het naar het dichtste recyclingcentrum of naar uw speciaalzaak.
8
Page 9
Gebruiksaanwijzing
2 Milieutips
• Voor doorsnee vervuild wasgoed is een voorwasgang niet nodig. Zo
spaart u wasmiddelen, water en tijd (en belast u minder het milieu!).
• De wasmachine werkt bijzonder zuinig wanneer u de aangegeven
vulgewichten gebruikt.
• In geval van kleine washoeveelheden enkel de helft tot twee derden
van de aanbevolen dosis aan wasmiddel gebruiken.
• Dankzij een gepaste voorbehandeling kunnen vlekken en matige ver-
vuilingen verwijderd worden. Dan kan u op een lagere temperatuur
wassen.
• Was licht tot normaal vervuilde witte was met het energiebesparend
programma.
• Vaak zijn ook wasverzachters niet nodig. Probeer het eens! Wanneer u
een droogautomaat gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter zacht en vlokkig.
• Ingeval van een gemiddelde tot een hoge waterhardheid (vanaf hard-
heidsgraad II, zie ”Was- en verzorgingsmiddelen”) dient u waterontharders te gebruiken.
Het wasmiddel kan dan altijd voor hardheidsgraad I (= zacht) gedoseerd worden.
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Beschrijving van het toestel
Vooraanzicht
Schuiflade
voor was- en
verzorgingsmiddelen
Bedieningspaneel
Typeplaatje
(achter de vuldeur)
Vuldeur
Regelvoetjes (in de
hoogte instelbaar)
Schuiflade voor was- en verzorgingsmiddelen
Hoofdwasmiddel
(poedervormig) en
eventueel ontharder
De programmakeuzeknop bepaalt het soort wasgang (b.v.
waterstand, trommelbeweging,
aantal spoelbeurten, centrifugetoerental) overeenkomstig het
te behandelen soort wasgoed,
alsook de watertemperatuur.
Programmakeuzeknop
I (UIT)
• Schakelt de wasautomaat uit,
in alle andere standen is de wasautomaat ingeschakeld.
Hoofdwasbeurt voor witte/bonte was (katoen/linnen) bij 30 °C tot
95 °C.
} (KREUKHERSTELLEND)
Hoofdwasbeurt voor kreukherstellend textiel (mengweefsels) bij 40 °C
of 60 °C.
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
à (FIJNE WAS)
Hoofdwasbeurt voor fijne was bij 30 °C of 40 °C.
s (WOL)/Ñ (ZIJDE) P (handwas)
Hoofdwasbeurt (r/koud of 30 °C) voor in de machine wasbare wol en
voor handwasbaar woltextiel en zijde met het wasvoorschrift
ï (handwas).
u (SPOELEN)
Afzonderlijk spaarzaam spoelen, b.v. voor handgewassen textiel
(3 spoelbeurten, vloeibaar verzorgingsmiddel wordt ingespoeld uit
spoelvak æ, centrifugeren).
v (POMPEN)
Afpompen van het water na een spoelstop (zonder centrifugeren).
o (Spoelstop) betekent: Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
3
liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
K (CENTRIFUG.)
Afpompen van het water na een spoelstop en centrifugeren, of
afzonderlijk centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
ECO (E-STAND)
Zeer energie- en waterbesparend programma bij ca. 60 °C voor licht tot
normaal vervuilde witte of bonte was (katoen/linnen) met verlengde
wastijd, niet combineerbaar met KORT.
12
Hulpprogrammatoetsen
Met de hulpprogrammatoetsen kan het wasprogramma worden aangepast aan de vervuilingsgraad van het wasgoed. Voor normaal vervuild
wasgoed zijn geen hulpprogramma’s vereist.
Afhankelijk van het programma kunnen verschillende functies met elkaar worden gecombineerd.
k (VOORWAS)
Warm voorwassen vóór de automatisch volgende
hoofdwasbeurt; met tussencentrifugeren voor
t (WITTE/BONTE WAS) en }
(KREUKHERSTELLEND), zonder tussencentrifugeren voor à (FIJNE
WAS).
Page 13
Gebruiksaanwijzing
ä (VLEKKEN)
Om sterk vervuilde was of wasgoed met vlekken te behandelen. Vlekkenzout wordt op het juiste tijdstip tijdens het programmaverloop ingespoeld. Enkel bruikbaar voor wastemperaturen vanaf 40 °C, want
vlekkenmiddel wordt pas bij relatief hoge temperaturen actief.
] (KORT)
Verkort wasprogramma voor licht vervuild wasgoed.
Bij de instelling s (WOL)/Ñ (ZIJDE) P (handwas) zijn de hulppro-
3
gramma’s niet toegankelijk (als de toetsen worden ingedrukt, hebben ze
geen effect).
Verbruikswaarden en tijdsduur
De waarden voor de programma’s in volgende tabel gelden enkel in
normale omstandigheden. Voor toepassingen in het huishouden vormen ze echter een nuttige uitgangsbasis.
Programmakeuzeknop/temperatuur
t (WITTE/BONTE WAS) 95
ECO (E-STAND) 60
t (WITTE/BONTE WAS) 40 5520,5511 2
} (KREUKHERSTELLEND) 40 2,5560,4576
à (FIJNE WAS) 30 2,5580,3564
s (WOL)/Ñ (ZIJDE )
P (handwas) 30
1) Opmerking: Programma-instelling voor controle volgens EN 60 456.
De verbruikswaarden zijn afhankelijk van de druk, de hardheid en de toevoertemperatuur
van het water, de kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, het gebruikte
wasmiddel, schommelingen in de netspanning en de geselecteerde hulpfuncties.
1)
Inhoud in kgWater
in liter
5561,90130
5490,94125
2520,3552
Energie
in kWh
in minuten
Tijd
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
Vóór de eerste wasbeurt
0 1. De wasmiddelschuiflade gedeeltelijk uittrekken.
2. Ongeveer 1 liter water via de wasmiddelschuiflade in de wasmachine
gieten. Bij een volgende programmastart wordt het loogreservoir zodoende gesloten en kan de ecosluis naar behoren functioneren.
3. Voer een wasgang uit zonder wasgoed (t/WITTE WAS 95 °C, met een
halve dosis aan wasmiddel). Zo worden eventuele productieresten aan
de trommel en de detergentbak verwijderd.
De wasgang voorbereiden
Het wasgoed sorteren en voorbereiden
• Het wasgoed volgens het wasvoorschrift en de soort sorteren (zie
• Om beschadiging en in de war raken als gevolg van wassen te vermij-
den: Ritssluitingen sluiten, bedovertrekken en kussenslopen dichtknopen, losse linten - van schorten bijvoorbeeld - samenbinden.
• Kleding uit dubbelgelaagde stof omkeren (slaapzak, anorak enz.).
• Voor machinaal geweven gekleurd textiel alsook wol en textiel met
opgezette sieraden: de binnenzijde naar buiten draaien.
• Klein en gevoelig wasgoed (babysokjes, panty' s, bustehouders enz.) in
een wasnetje, een kussen met ritssluiting of in grotere sokken wassen.
• Gordijnen bijzonder voorzichtig behandelen. Metalen of gratige plas-
tic manchetten verwijderen of deze in een netje of een buidel inbinden. Voor eventuele schade kunnen wij niet aansprakelijk gesteld
worden.
• Gekleurd en wit wasgoed mag niet samen in één wasgang gewassen
worden. Wit wasgoed zou anders verkleuren en/of grauw worden.
• Nieuw gekleurd wasgoed heeft vaak een kleuroverschot. Was derge-
lijk wasgoed de eerste keer beter apart.
• Klein en groot wasgoed mengen! Zo verbetert de waswerking en het
wasgoed wordt beter verdeeld tijdens het centrifugeren.
14
Page 15
Gebruiksaanwijzing
• Het wasgoed vóór het vullen van de wasmachine losser maken.
• Het wasgoed opengevouwen in de trommel steken.
• De wasinstructies ”afzonderlijk wassen” en ”meermaals afzonderlijk
wassen” opvolgen!
Soorten wasgoed en wasvoorschriften
De wasvoorschriften helpen u om het juiste wasprogramma te kiezen.
Het wasgoed moet worden gesorteerd volgens de soort en de wasvoorschriften. De temperaturen in de wasvoorschriften zijn altijd de maximale waarden.
Witte was ç
Textiel gemaakt van katoen en linnen met dit wasvoorschrift is niet gevoelig voor mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor dit
soort wasgoed is het programma t (WITTE/BONTE WAS) geschikt.
Bonte was èë
Textiel gemaakt van katoen en linnen met dit wasvoorschrift is niet gevoelig voor mechanische belasting. Voor dit soort wasgoed is het programma t (WITTE/BONTE WAS) geschikt.
Kreukherstellend wasgoed êí
Textiel zoals geappreteerd katoen, katoen/wolmengsel, viscose en synthetische weefsels met dit wasvoorschrift heeft een mechanisch zachtere behandeling nodig. Voor dit soort wasgoed is het programma }
(KREUKHERSTELLEND) geschikt.
Fijne wasì
Textiel zoals gelaagde vezels, microvezels, viscose, synthetische weefsels
en gordijnen met dit wasvoorschrift, vergt een zeer spaarzame behandeling. Voor dit soort wasgoed is het programma à (FIJNE WAS) geschikt.
Wol/zijde en zeer gevoelige was 9ìï
Textiel zoals wol, wolmengsels en zijde met dit wasvoorschrift is zeer
gevoelig voor mechanische belasting. Voor textiel van dit type is het
wasprogramma s (WOL)/Ñ (ZIJDE) P (handwas geschikt).
Opgelet! Textiel met het wasvoorschrift ñ (Niet wassen!) mag niet in
de wasautomaat worden gewassen!
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
Was- en verzorgingsmiddelen
Welk was- en verzorgingsmiddel?
Gebruik was- en verzorgingsmiddelen die voor een wasmachine geschikt zijn. In principe de aanwijzingen van de fabrikant naleven.
Hoeveel was- en verzorgingsmiddel?
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van:
• de vervuilingsgraad van het wasgoed
• de hardheidsgraad van het leidingwater
• de hoeveelheid wasgoed
Wanneer de producent geen dosis vermeldt voor kleinere ladingen, ge-
2
bruikt u voor een halve trommel één derde en voor nog kleinere ladingen slechts de helft van de dosis die voor een volledig gevulde trommel
aanbevolen wordt.
Let op de informatie vanwege de producent omtrent het gebruik en de
dosis van de was- en verzorgingsmiddelen.
Waterontharder
Ingeval van een gemiddelde tot een hoge waterhardheid (vanaf hardheidsgraad II) moeten er ontharders gebruikt worden. De aanwijzingen
van de fabrikant naleven! Het wasmiddel dan altijd volgens hardheidsgraad I (= zacht) doseren. Voor informatie over de plaatselijke waterhardheid kan u terecht bij het bevoegde waterleidingbedrijf.
Omdat de waterontharder vóór het hoofdwasmiddel wordt ingebracht
2
(voorafgaande waterontharding), volstaat tachtig procent van de op de
verpakking aangegeven hoeveelheid ontharder.
16
Aanwijzingen over de waterhardheid
Waterhardheid in °dH
Hardheidsbereik
I – zacht0 – 7tot 1,3
II – middelhard7 – 141,3 – 2,5
III – hard14 – 212,5 – 3,8
IV – zeer hardmeer dan 21meer dan 3,8
(graad van de Duitse wa-
terhardheid)
Waterhardheid in mmol/l
(millimol per liter)
Page 17
Gebruiksaanwijzing
Wasgang uitvoeren
Korte handleiding
Een wasgang verloopt in volgende stappen:
0 1. Laaddeur openen, wasgoed in de machine doen
2. Laaddeur sluiten.
3. Was-/verzorgingsmiddelen toevoegen.
4. Het juiste wasprogramma instellen:
– Programma en temperatuur instellen met de programmakeuzeknop
– Eventueel hulpprogramma(’s) instellen
6. Wasprogramma met toets O/s (START/PAUZE) starten.
Als het wasprogramma ten einde is:
Opgelet! Als de wasgang met een spoelstop eindigt, voor het openen
van de laaddeur v (POMPEN) of K (CENTRIFUG.) uitvoeren.
7. Laaddeur openen, wasgoed uitnemen.
De laaddeur kan worden geopend als de indicatie K (DEUR) uit is en
als de indicatie L (EINDE) brandt.
8. Wasautomaat uitschakelen: programmakeuzeknop op I (UIT) zetten.
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
Vuldeur openen en sluiten
0 Openen trek aan de greep van de vuldeur.
0 Sluiten: druk de vuldeur goed dicht.
De indicaties K (DEUR) en O/s
(START/PAUZE) geven wanneer het
apparaat is ingeschakeld aan of de
vuldeur kan worden geopend:
Indicatie K(DEUR)
knippertknippertja, na ca. 2 minuten
brandtbrandt
is uitknippertja
1) De vuldeur is vergrendeld in verband met de hoge waterstand of de hoge tempe-
ratuur.
Wanneer de indicatie L (EINDE) 4 keer knippert en er 4 keer een zoe-
3
mer klinkt, is er geprobeerd een wasprogramma te starten terwijl de
Indicatie O/s
(START/PAUZE)
Deur kan worden geopend?
nee
vuldeur niet goed was gesloten. In dit geval dient u de vuldeur goed
dicht te drukken en het wasprogramma opnieuw te starten.
Wasgoed in de machine stoppen
Voor de maximale vulgewichten: zie de ”Programmatabellen”.
3
Voor aanwijzingen omtrent de correcte voorbereiding van het wasgoed:
zie ”Het wasgoed sorteren en voorbereiden”.
0 1. Wasgoed sorteren en voorbereiden.
2. De vuldeur openen: Aan het handvat van de deur trekken.
3. Wasgoed insteken.
Opgelet! Bij het sluiten van de deur geen
wasgoed inklemmen!
Het textiel en/of de wasmachine kunnen
beschadigd raken!
4. De vuldeur goed sluiten.
1)
18
Page 19
Was-/verzorgingsmiddelen toevoegen
Aanwijzingen voor was- en verzorgingsmiddelen zie paragraaf
3
“Was- en verzorgingsmiddelen”.
0 1. De wasmiddelschuiflade openen: in de
klep onder de schuiflade grijpen (1), de
schuiflade tot tegen de aanslag uittrekken (2).
2. Was-/verzorgingsmiddel ingieten.
Vak voor poedervormig
hoofdwasmiddel
(Als u waterontharder gebruikt en als u
het rechtervak nodig heeft voor voorwas-/vlekkenmiddel, giet u de waterontharder op het hoofdwasmiddel in
het linker vak.)
Vak voor vloeibaar verzorgingsmiddel
(wasverzachter, spoelmiddelen, stijfsel)
Opgelet! Het vak ten hoogste tot aan
het merkteken MAX vullen. Dikvloeibaar middel eventueel tot aan het
merkteken MAX verdunnen, poedervormig stijfsel oplossen.
Opmerking: Een geringe hoeveelheid restwater in het vak
voor vloeibaar verzorgingsmiddel is normaal en heeft geen
negatieve invloed op het spoelresultaat.
Gebruiksaanwijzing
Vak voor voorwasmiddel/vlekkenzout
Enkel voor hulpprogramma
of voor waterontharder
3. Schuiflade volledig inschuiven.
Bij gebruik van vloeibaar wasmiddel/tabletten:
3
Vloeibaar wasmiddel of tabletten met door de wasmiddelindustrie aangeboden doseerdoppen toevoegen. Rekening houden met de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel.
k / VOORWAS of ä / VLEKKEN.
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma instellen
Voor het geschikte programma,
3
de juiste temperatuur en de mogelijke hulpprogramma’s voor het
wasgoed in kwestie zie
“Programmatabellen”.
0 1. De programmakeuzeknop op het
gewenste wasprogramma met de
gewenste temperatuur zetten.
2. Eventueel hulpprogramma(’s) kiezen:
De indicatie van het geselecteerde hulpprogramma
brandt.
– Voor een andere keuze op een andere toets druk-
ken.
– Om uw keuze op te heffen nogmaals op de toets
drukken.
20
Page 21
Gebruiksaanwijzing
Centrifugetoerental wijzigen/spoelstop selecteren
0 Eventueel het centrifugetoerental voor de laatste
centrifuge wijzigen of o (SPOELSTOP) selecteren:
Toets centrifugetoerental/o (SPOELSTOP) enkele
keren indrukken, tot de indicatie voor het gewenste centrifugetoerental
(of voor o /SPOELSTOP) brandt.
Als u o (SPOELSTOP) kiest, blijft het wasgoed in
het laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het centrifugetoerental niet wijzigt, wordt de laatste centrifuge
3
afhankelijk van het wasprogramma automatisch aangepast:
• Wanneer de indicatie Ê brandt, wordt er gecentrifugeerd met 700
omwentelingen per minuut in de programma's t (WITTE/BONTE
WAS) en ECO (E-STAND) en met 450 omwentelingen per minuut in
de andere programma's.
Het toerental voor de tussencentrifuge is afhankelijk van het geselecteerde programma en kan niet worden gewijzigd.
Wasprogramma starten
0 1. Controleer of de waterkraan geopend is.
2. Het wasprogramma starten: op de toets O/s
(START/PAUZE) drukken.
Het wasprogramma wordt gestart.
De laaddeur is niet juist gesloten als de indicatie L (EINDE) 4x knippert
3
en
u tegelijk 4x een geluidssignaal hoort wanneer u op de toets O/s
(START/PAUZE) drukt. In dit geval de laaddeur stevig dichtduwen en
nogmaals op de toets O/s (START/PAUZE) drukken.
Verloop van het wasprogramma
Programmaverloopdisplay
Voor de start worden de uit te voeren programmastappen aangegeven op de programmaverloopdisplay.
Tijdens het wasprogramma wordt de actuele
programmastap aangegeven.
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma wijzigen
Programma wijzigen of afbreken
0 1. Op de toets O/s (START/PAUZE) drukken.
2. Programmakeuzeknop op I (UIT) zetten. Het wasprogramma is afge-
broken.
3. Indien gewenst een nieuw wasprogramma instellen.
Anders de programmakeuzeknop op v (POMPEN) of K (CENTRIFUG.)
zetten en op de toets O/s (START/PAUZE) drukken.
(Het water wordt afgepompt of het wasgoed wordt gecentrifugeerd.)
Met de toets O/s (START/PAUZE) kan het wasprogramma altijd wor-
3
den onderbroken en worden verdergezet door nogmaals op de toets te
drukken. Een wasprogramma kan enkel worden gewijzigd nadat de programmakeuzeknop op I (UIT) werd gezet.
Hulpprogramma’s selecteren
De hulpprogramma’s ] (KORT) of ä (VLEKKEN) kunnen na de programmastart nog worden geselecteerd.
0 1. Op de toets O/s (START/PAUZE) drukken.
2. Op de toets ] (KORT) of ä (VLEKKEN) drukken.
3. Nogmaals op de toets O/s (START/PAUZE) drukken. Het waspro-
gramma wordt verdergezet.
Centrifugetoerental wijzigen
Tijdens het wasprogramma kan het centrifugetoerental nog worden gewijzigd of kan o (SPOELSTOP) worden ingesteld.
0 1. Op de toets O/s (START/PAUZE) drukken.
2. Met de toets centrifugetoerental/o (SPOELSTOP) het toerental wijzi-
gen.
3. Nogmaals op de toets O/s (START/PAUZE) drukken. Het waspro-
gramma wordt verdergezet.
22
Page 23
Gebruiksaanwijzing
Wasgang ten einde/wasgoed uitnemen
Als een wasprogramma ten einde is, brandt L (EINDE) op de
programmaverloopdisplay.
Als o (SPOELSTOP) geselecteerd was, branden de indicaties K
(DEUR) en L (EINDE).
0 1. Na een spoelstop moet eerst het water worden afgepompt.
– De programmakeuzeknop op I (UIT) en daarna op v (POMPEN) zet-
ten en op de toets O/s (START/PAUZE) drukken (het water wordt
zonder centrifugeren afgepompt),
of
– De programmakeuzeknop op UIT, daarna op CENTRIFUG. zetten en op
de toets I (START/PAUZE) drukken (het water wordt afgepompt en
het wasgoed wordt gecentrifugeerd; het centrifugetoerental kan ook
tijdens het centrifugeren nog worden gewijzigd).
Op het einde van deze programmastap brandt de indicatie L (EINDE).
2. Laaddeur openen.
De laaddeur kan worden geopend als de indicatie K (DEUR) uit is en als
de indicatie L (EINDE) brandt.
3. Wasgoed uitnemen.
4. Programmakeuzeknop op I (UIT) zetten.
5. Waterkraan sluiten.
6. Na het wassen de wasmiddelschuiflade iets uittrekken zodat ze kan
drogen. De laaddeur op een kier zetten zodat de wasautomaat kan verluchten.
Opgelet! Wanneer de wasmachine gedurende lange tijd niet wordt gebruikt:
De waterkraan sluiten en de stekker van de wasmachine uit het stopcontact halen.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Programmatabellen
Wassen
Hierna worden niet alle mogelijkheden vermeld, maar enkel de instellingen die het meest worden gebruikt.
Soort wasgoed,
wasvoorschriften
Witte was
ç
Witte/
bonte was
èç
Bonte was
èë
Kreukherstellend
êí
Fijne was
ì
Wol/zijde
(handwas)
9ìï
3)
Max.
1)
inhoud
(drooggewicht)
5kg
5kgECO (E-STAND)
5kg
2,5kg
2,5kg
15-20m
gordijnen)
2kg
2)
(of
2
Programmakeuzeknop
Temperatuur [°C]
t (WITTE/BONTE WAS)
95
t (WITTE/BONTE WAS)
30 tot 60
}
(KREUKHERSTELLEND)
30 tot 60
à (FIJNE WAS)
30, 40
s (WOL)/Ñ (ZIJDE)
P (Handwas)
r (KOUD), 30
Mogelijke
hulpprogramma’s
k (VOORWAS) of
ä (VLEKKEN)
] (KORT)
k (VOORWAS) of
ä (VLEKKEN)
k (VOORWAS) of
ä (VLEKKEN)
] (KORT)
k (VOORWAS) of
ä (VLEKKEN)
] (KORT)
k (VOORWAS)
] (KORT)
4)
4)
1) De bepaling voor het vulgewicht is conform de norm EN 60456 Standard load.
2) Een emmer van 10 liter bevat ongeveer 2,5kg droog wasgoed (katoen).
3) Programma-instellingen voor tests volgens of aansluitend op EN 60 456 en IEC 60 456
zijn beschreven in het hoofdstuk “Verbruikswaarden en tijdsduur”.
4) Bij VLEKKEN is een temperatuur van minstens 40°C vereist, anders kan het vlekkenmiddel
niet actief worden.
24
Page 25
Afzonderlijk spoelen
Gebruiksaanwijzing
Soort wasgoed
Witte/bonte was5kg
Kreukherstellend/fijne was
1) Centrifugetoerental verlagen
1)
Max. inhoud
(droog gewicht)
2,5kg
Afzonderlijk centrifugeren
Soort wasgoed
Witte/bonte was5kg
Kreukherstellend
Fijne was
Wol/zijde (handwas)
1) Centrifugetoerental verlagen
1)
1)
1)
Max. inhoud
(droog gewicht)
2,5kg
2,5kg
2kg
Programmakeuzeknop
SPOELEN
Programmakeuzeknop
CENTRIFUG.
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Reinigen en verzorgen
Bedieningspaneel
Opgelet! Gebruik geen verzorgingsmiddelen voor meubilair of aggres-
sieve reinigingsmiddelen om het bedieningspaneel en onderdelen ervan
te reinigen.
0 Bedieningspanelen met een natte doek afvegen. Gebruik daartoe ge-
woon warm water.
Lade wasmiddel
De wasmiddellade moet nu en dan worden schoongemaakt.
0 1. Trek de wasmiddellade uit tot aan de aanslag.
2. Trek dan even kort aan de lade zodat ze uit de machine loskomt.
3. Het vakje voor wasverzachter uit
het middelste vak verwijderen.
4. Het vakje voor wasverzachter onder
stromend water reinigen.
5. De spoelvakken met warm water
van aan de achterzijde reinigen.
Daartoe kan best een flessenwisser
gebruikt worden.
6. Het vakje voor wasverzachter tot
aan de aanslag insteken zodat dit
vastzit.
26
Page 27
Gebruiksaanwijzing
7. De volledige spoelzone van de wasmachine, in het bijzonder ook de
sproeiers bovenaan de spoelkamer,
met een borstel reinigen.
8. De wasmiddelschuiflade in de geleiderrails aanbrengen en inschuiven.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij staal. Roestende vreemde voorwerpen in
het wasgoed kunnen roestafzettingen in de trommel veroorzaken.
Opgelet! De trommel van roestvrij staal niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol
reinigen. Onze klantenservice kan u de geschikte reinigingsmiddelen
bezorgen.
0 Eventuele roestafzettingen in de trommel met een poetsmiddel voor
roestvrij staal verwijderen.
Laaddeur
0 Controleer regelmatig of er geen resten of vreemde voorwerpen zijn
achtergebleven in de rubberen ring achter de laaddeur. In voorkomend
geval moeten deze voorwerpen worden verwijderd.
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Wat doen wanneer ...
Oplossen van storingen
Probeer ingeval van een storing het probleem zelf te verhelpen met behulp van de onderstaande aanwijzingen. Wanneer u op de klantenservice een beroep moet doen voor één van de onderstaande storingen of
om een foutieve bediening te verhelpen, dan is het bezoek van de technicus van de klantenservice ook tijdens de garantieperiode niet gratis.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Stekker niet ingestoken.Stekker insteken.
Wasautomaat werkt
niet.
Laaddeur kan niet worden gesloten.
De indicatie L (EINDE)
knippert 4x, tegelijk
weerklinkt 4x een geluidssignaal.
De indicatie L (EINDE)
knippert 1x, tegelijk
weerklinkt 1x een geluidssignaal.
Zekering van huisinstallatie
niet in orde.
Laaddeur niet goed gesloten.
Toets O/s (START/ PAUZE)
niet lang genoeg ingedrukt.
Kinderslot is ingesteld.
Laaddeur is niet goed
gesloten.
Waterkraan is gesloten.
Zeef in de schroefverbinding
van de toevoerslang is
verstopt.
Zekering vervangen.
Laaddeur sluiten;
sluiting moet hoorbaar
vergrendelen.
Toets O/s (START/PAUZE)
lang genoeg indrukken tot
het programma begint.
De indicatie L (EINDE)
knippert acht keer, tegelijk weerklinkt 8x een
geluidssignaal..
Wasautomaat trilt tijdens de werking of
staat niet stabiel.
Water van de hoofdwas
schuimt sterk.
De programmakiezer is niet
goed vergrendeld.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
De in de hoogte verstelbare
regelvoetjes zijn niet correct
ingesteld.
Er zit slechts zeer weinig
wasgoed in de trommel (b.v.
enkel een badmantel).
Water kon voor het centrifugeren niet volledig worden
afgepompt omdat
de afvoerslang geknikt is of
de afvoerpomp verstopt zit.
Er werd waarschijnlijk te veel
wasmiddel in de machine gedaan.
De programmakeuzeknop
eerst op I (UIT) zetten. Stel
vervolgens het gewenste
programma opnieuw nauwkeurig in.
Transportbeveiliging verwijderen zoals beschreven in de
instructies voor plaatsing en
aansluiting.
De regelvoetjes afstellen zoals beschreven in de instructies voor plaatsing en
aansluiting.
De goede werking wordt
hierdoor niet beïnvloed.
De plaatsing van de afvoerslang controleren en de
eventuele knik verhelpen of
de afvoerpomp reinigen en
eventuele vreemde voorwerpen uit het pomphuis verwijderen.
Wasmiddel nauwkeurig doseren volgens instructies van
de fabrikant.
29
Page 30
Gebruiksaanwijzing
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Water loopt onder de
wasautomaat uit.
Wasverzachter wordt
niet ingespoeld, vak æ
voor verzorgingsmiddel is met water gevuld.
Was is na het centrifugeren niet zo droog als
gebruikelijk.
Schroefverbinding van toevoerslang is niet dicht.
Afvoerslang is niet dicht.
Deksel van afvoerpomp niet
goed gesloten.
Wasgoed vastgeklemd
in laaddeur.
Noodaftapslang is niet goed
afgesloten of is ondicht.
Het vakje voor wasmiddelverzachter zit niet goed in
het vak voor verzorgingsmiddel of is verstopt.
De was kon voor het centrifugeren niet gelijkmatig in
de trommel worden verdeeld.
Toevoerslang vastschroeven.
Afvoerslang controleren en
eventueel vervangen.
Deksel goed sluiten.
Programma afbreken, wasgoed uit laaddeur verwijderen, nieuw programma
starten.
Noodaftapslang goed afsluiten (zie paragraaf “Een
noodaftap uitvoeren”). Bij
ondichte noodaftapslang de
klantendienst verwittigen.
Wasmiddelschuiflade
reinigen, vakje voor wasverzachter goed plaatsen.
Vul de trommel altijd zo vol
mogelijk met kleine en grote
stukken wasgoed.
30
Wasgoed is niet goed
gecentrifugeerd, in de
trommel is nog restwater zichtbaar.
De indicatie L (EINDE)
knippert 2x, tegelijk
weerklinkt 2x een geluidssignaal.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Maximale pomphoogte (opvoerhoogte 1m vanaf het
standvlak van de machine)
wordt overschreden.
Afvoerpomp is verstopt.
Bij sifonaansluiting: sifon is
verstopt.
Knik verwijderen.
Neem contact op met de
klantendienst, voor opvoerhoogtes van meer dan 1m
kan u daar terecht voor een
aanpassingskit.
Machine uitschakelen en
stekker uittrekken, afvoerpomp reinigen.
Sifon reinigen.
Page 31
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Wacht tot het wasprogramma ten einde is, de indicatie K(DEUR) uitgaat en
de indicatie L (EINDE)
brandt.
Laaddeur kan niet worden geopend bij ingeschakelde machine.
De indicaties
O/s (START/PAUZE)
en K(DEUR) branden.
Stroomonderbreking
tijdens een wasprogramma (alle indicaties zijn uit).
Laaddeur is wegens hoge waterstand of hoge temperatuur vergrendeld.
Eventueel stroomonderbreking door het energiebedrijf.
(Laaddeur blijft om veiligheidsredenen ca. 2 minuten
vergrendeld.)
Als de laaddeur toch moet
worden geopend:
de programmakeuzeknop op
I (UIT) zetten;
de programmakeuzeknop op
v (POMPEN) zetten. Op de
toets O/s (START/PAUZE)
drukken.
Als het water afgepompt is,
kan de laaddeur worden geopend.
Programma gaat verder als
stroomonderbreking ten
einde is.
Als het wasgoed tijdens de
stroomonderbreking moet
worden uitgenomen:
Programmakeuzeknop op
I (UIT) zetten.
Noodaftap uitvoeren (zie paragraaf “Een noodaftap uitvoeren”).
Na ca. 2 minuten kan de
laaddeur worden geopend
door aan de deurgreep te
trekken.
Gebruiksaanwijzing
In de wasmiddelschuiflade bevinden zich
wasmiddelrestanten.
Spoelwater is troebel.
Waterkraan niet volledig
opengedraaid.
Zeef in de schroefverbinding
van de toevoerslang op de
waterkraan of op de machine
is verstopt.
Oorzaak vermoedelijk een
wasmiddel met hoog silicaatgehalte.
Waterkraan volledig opendraaien.
Waterkraan sluiten. Toevoerslang afschroeven van de
waterkraan en van de machine. Zeef reinigen.
Geen negatieve invloed op
het spoelresultaat, eventueel
vloeibaar wasmiddel gebruiken.
31
Page 32
Gebruiksaanwijzing
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Als op een
hulpprogrammatoets
wordt gedrukt, gaat de
bijbehorende indicatie
niet aan.
Het gekozen hulpprogramma kan niet worden gecombineerd met het
ingestelde programma.
Maak een andere keuze.
Het wasresultaat is niet bevredigend
Wanneer het wasgoed grauw is en er zich kalk in de trommel heeft
neergezet
• Er werd te weinig wasmiddel gebruikt.
• Er werd een verkeerd wasmiddel gebruikt.
• Sterk vervuilde was werd vooraf niet behandeld.
• Er werd een verkeerd programma of een verkeerde temperatuur ge-
kozen.
• Tijdens het gebruik van een zelf samen te stellen wasmiddel werden
de afzonderlijke componenten niet in de juiste verhouding gemengd.
Wanneer het wasgoed nog grauwe vlekken vertoont
• Er werd niet voldoende wasmiddel gebruikt voor het wassen van lin-
nen waarop vlekken van zalf, vet of olie zaten.
• Er werd een te lage temperatuur geselecteerd.
• Een vaak voorkomende oorzaak is dat er wasverzachter – in het bij-
zonder deze in geconcentreerde vorm – op het wasgoed terechtgekomen is. Zulke vlekken zo snel mogelijk uitwassen en de wasverzachter
in kwestie omzichtig gebruiken.
32
Er blijft nog schuim achter na de laatste spoelbeurt
• Moderne wasmiddelen kunnen ook in de laatste spoelbeurt noch
schuim aanmaken. Het wasgoed is desondanks voldoende gespoeld.
• Er werd te veel wasmiddel gebruikt.
Er blijven witte resten op het wasgoed achter
• Het betreft onoplosbare substanties van moderne wasmiddelen.
Deze zijn niet het gevolg van een ontoereikende spoelwerking.
Het wasgoed uitschudden of uitborstelen. Misschien moet u het wasgoed in de toekomst vóór het wassen omkeren. Het gebruikte wasmiddel controleren, eventueel een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Page 33
Gebruiksaanwijzing
Maak de machine leeg overeenkomstig de voorschriften
voor noodgevallen
• Wanneer het waswater niet meer wordt weggepompt, moet de ma-
chine overeenkomstig de voorschriften voor noodgevallen worden
leeggemaakt.
• Wanneer de wasmachine zich in een aan vorst blootstaande ruimte
bevindt, dient er bij gevaar voor vorst een noodaftap uitgevoerd te
worden. Daarenboven: de toevoerslang van de waterkraan losschroeven en op de vloer leggen, de afvoerslang laten leeglopen.
Waarschuwing! De wasmachine vóór de noodaftap uitschakelen en de
1
netstekker losmaken!
Opgepast! Het water dat uit de noodaftapslang loopt, kan heet zijn.
Verbrandingsgevaar! Laat het water vóór een noodaftap eerst afkoelen!
0 1. Een vlak verzamelvat klaarzetten om het weglopende water op te van-
gen.
2. De klep die zich rechts op het sokkelpaneel bevindt, naar beneden openklappen en het water aftappen.
3. De noodaftapslang uit de houder verwijderen.
4. Plaats de opvangbak onder de opening.
5. De sluitdop van de noodaftapslang los-
maken door deze tegen de wijzers van
de klok in te draaien en verwijderen.
Het water loopt weg. Naargelang de
hoeveelheid water kan het nodig zijn
dat het verzamelvat meermaals geleegd
wordt. Daartoe de noodaftapslang tussentijds weer afsluiten met de sluitdop.
33
Page 34
Gebruiksaanwijzing
Wanneer het waswater volledig is weggelopen:
6. De sluitstop goed in de noodaftapslang schuiven en met de wijzers van
de klok mee vastdraaien.
7. De noodaftapslang weer in de houder hangen.
8. Plaats het klepje weer terug op het sokkelpaneel en sluit.
Afvoerpomp
De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het pompdeksel hoeft alleen te worden geopend bij storingen wanneer er geen water meer wordt weggepompt, bijvoorbeeld wanneer het pompwiel is geblokkeerd.
Voor het vullen van de wasautomaat moet altijd worden gecontroleerd
of er zich in de zakken van kledingstukken of tussen het wasgoed geen
vreemde voorwerpen bevinden. Paperclips, spijkers, enzovoort die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terecht zijn gekomen, blijven achter in het pomphuis (filter voor vreemde voorwerpen dat het
pompwiel beschermt).
Om een geblokkeerde afvoerpomp weer te laten functioneren, gaat u
als volgt te werk:
Waarschuwing! Voor het openen van het pompdeksel moet de wasau-
1
tomaat worden uitgeschakeld en moet de stekker uit het stopcontact
worden getrokken!
0 1. Tap eerst het water uit de wasautomaat af (zie paragraaf “Water aftap-
pen”).
2. Leg een doek op de vloer voor het deksel van de afvoerpomp.
Er kan restwater weglopen.
3. Het pompdeksel linksom losschroeven
en naar buiten trekken.
4. Eventuele vreemde voorwerpen en
textielpluizen uit het pomphuis en van
het pompwiel verwijderen.
34
Page 35
5. Controleer of het pompwiel helemaal
achter in het pomphuis rond kan worden gedraaid. (Het is normaal wanneer
het pompwiel stootsgewijs draait.)
Wanneer het pompwiel niet kan worden
gedraaid, moet u contact opnemen met
de klantenservice.
6. Pompdeksel weer terugplaatsen. Lipjes
aan het deksel opzij in de geleidingssleuven plaatsen en het deksel rechtsom
vastschroeven.
7. Aftapslang afsluiten en in de houder
plaatsen.
8. Klepje sluiten.
Gebruiksaanwijzing
35
Page 36
Gebruiksaanwijzing
Bijkomende spoelbeurten (Á+/SPOELEN+)
De wasautomaat is ingesteld op een uiterst spaarzaam waterverbruik.
Voor mensen die aan een allergie lijden, kan het echter aangewezen zijn
met meer water te spoelen.
Als Á+ (SPOELEN+) ingesteld is, worden twee bijkomende spoelbeur-
3
ten uitgevoerd in de programma’s t (WITTE/BONTE WAS),
}(KREUKHERSTELLEND) en à (FIJNE WAS).
Bij levering van de machine zijn geen bijkomende spoelbeurten ingesteld.
Bijkomende spoelbeurten instellen:
0 1. Programmakeuzeknop op t (WITTE/BONTE WAS),
}(KREUKHERSTELEND) of à (FIJNE WAS) (met willekeurige tempe-
ratuur) zetten.
2. De toets k (VOORWAS) en ] (KORT) tegelijk minstens 2 seconden in-
gedrukt houden. Op de programmaverloopdisplay branden
Á (SPOELEN) en Á+ (SPOELEN+). De bijkomende spoelbeurten zijn
ingesteld. Ze blijven opgeslagen tot ze weer worden uitgeschakeld.
Door de bijkomende spoelbeurten verhoogt het waterverbruik en de
3
programmaduur.
Bijkomende spoelbeurten uitschakelen:
0 1. Programmakeuzeknop opnieuw op t (WITTE/BONTE WAS),
}(KREUKHERSTELEND) of à (FIJNE WAS) zetten.
2. De toets k (VOORWAS) en ] (KORT) tegelijk minstens 2 seconden in-
gedrukt houden. Op de programmaverloopdisplay gaat
Á+ (SPOELEN+) uit. De bijkomende spoelbeurten zijn uitgeschakeld.
36
Page 37
Kinderslot
Bij ingeschakeld kinderslot kan de
deur niet meer gesloten en kan er
geen wasprogramma meer gestart
worden.
Het kinderslot inschakelen:
0 De draaiknop (aan de binnenzijde
van de deur) met behulp van een
muntstuk met de wijzers van de
klok mee tot aan de aanslag
draaien.
Waarschuwing! De draaiknop
1
mag zich na het instellen niet in
een verzonken stand bevinden
omdat het kinderslot dan niet actief is. De draaiknop moet
uitspringen zoals in de afbeelding
te zien is.
Het kinderslot uitschakelen:
0 De draaiknop tegen de wijzers van
de klok in tot aan de aanslag draaien.
Gebruiksaanwijzing
37
Page 38
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Veiligheidsvoorschriften voor de installatie
• De wasmachine niet op de voorzijde noch op de rechterzijde (van
vooraan gezien) kantelen. Elektrische onderdelen zouden nat kunnen
worden!
• Controleer de wasmachine op transportschade. Een beschadigde was-
machine mag u in geen geval aansluiten. Wend u in geval van schade
tot uw leverancier.
• Zorg ervoor dat alle delen van de transportbeveiliging verwijderd zijn
en dat de spatwaterbeveiliging aan de wasmachine aangebracht is,
zie ”De transportbeveiliging verwijderen”. Anders kan de wasmachine
of meubilair in de nabijheid tijdens het centrifugeren beschadigd raken.
• De stekker altijd in een reglementair geïnstalleerde veiligheidswand-
contactdoos steken.
• Bij een vaste aansluiting: Een vaste aansluiting mag enkel door een
erkende vakman uitgevoerd worden.
• Controleer voor de inbedrijfstelling of de nominale spanning en de
stroomsoort die op het typeplaatje van het toestel zijn aangegeven
overeenkomen met de netspanning en stroomsoort op de plaats van
opstelling. De noodzakelijke elektrische beveiliging staat eveneens
vermeld op het typeplaatje.
• Wanneer voor de wateraansluiting van de wasautomaat werkzaam-
heden aan de waterinstallatie noodzakelijk zijn, moeten deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend installateur.
• Wanneer voor de elektrische aansluiting van de wasautomaat werk-
zaamheden aan het elektriciteitsnet noodzakelijk zijn, moeten deze
werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend elektro-installateur.
• De voedingsleiding mag enkel door de klantenservice of een erkende
vakman vervangen worden.
38
Page 39
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Plaatsing van de wasmachine
Wasmachines met een afgerond scherm mogen niet ingebouwd wor-
3
den.
De wasmachine transporteren
• Leg de wasmachine niet op de voorzijde noch op de rechterzijde neer
(van vooraan gezien). Anders kunnen bepaalde elektrische onderdelen
nat worden.
• De wasmachine nooit zonder transportbeveiliging verplaatsen. De
transportbeveiliging pas op de plaats van opstelling verwijderen!
Door de wasmachine zonder transportbeveiliging te verplaatsen, kan
deze beschadigd raken.
• De wasmachine nooit aan de geopende deur evenmin aan de sokkel
opheffen.
• Ingeval van transport met behulp van een steekwagentje:
Het steekwagentje enkel van aan de zijkant aanbrengen.
De transportbeveiliging verwijderen
Opgelet! Vooraleer de wasma-
chine in werking te stellen, dient
de transportbeveiliging absoluut
verwijderd te worden! Berg alle
onderdelen van de transportbeveiliging zorgvuldig op voor
een eventueel later transport
(verhuis).
0 1. Beide slangklemmen aan de ach-
terzijde van de wasmachine openen en de slangen evenals het
netsnoer uitnemen.
2. Beide slangklemmen in één ruk
van de wasmachine lostrekken.
39
Page 40
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Speciale sleutel A en de sluitdoppen B (2 stuks) en C (1 stuk) zijn bij de
3
wasmachine gevoegd.
3. Schroef D incl. drukveer met behulp van de speciale sleutel A verwijderen.
4. Het gat door middel van de
sluitdop C afsluiten.
Opgelet! De sluitdop zo hard indrukken dat deze in de achterwand vastklikt (beveiliging van de
binnenkant van de wasmachine
tegen spatwater).
5. De twee schroeven E met behulp
van de speciale sleutel A losschroeven.
6. De vier schroeven F met behulp
van de speciale sleutel A losschroeven.
7. De transportrail G verwijderen.
8. De vier schroeven F opnieuw
vastschroeven.
9. De twee grote gaten met behulp
van de sluitdoppen B afsluiten.
Opgelet! Sluitdoppen zo hard
indrukken dat zij in de achterwand vastklikken (beveiliging
van de binnenkant van de wasmachine tegen spatwater).
40
Page 41
Instructies voor plaatsing en aansluiting
De plaats van opstelling voorbereiden
• De plaats van opstelling moet proper en droog zijn en mag geen res-
ten van boenwas of andere smerende bekledingen vertonen opdat de
wasmachine niet zou wegschuiven. Smeermiddelen mogen niet als
glijmiddel gebruikt worden.
• De plaatsing op een tapijt met een hoge pool of een vloerbedekking
met een schuimlaag is af te raden omdat de stabiliteit van de wasmachine daarbij niet gegarandeerd is.
• Ingeval van kleine vloertegels dient er een in de handel gebruikelijke
rubberen mat ondergelegd te worden.
• Kleine oneffenheden van de vloer nooit met behulp van hout, karton
en dergelijke wegwerken; daartoe in principe de regelvoetjes op de
gepaste hoogte instellen.
• Wanneer de wasmachine omwille van plaatsgebrek direct naast een
gas- of kolenfornuis dient geplaatst te worden: Tussen het fornuis en
de wasmachine een warmte-isolerende plaat (85 x 57cm) aanbrengen
die aan de kant van het fornuis met een aluminiumfolie bekleed is.
• De wasmachine mag niet in een aan vorst blootstaande ruimte opge-
steld worden. Vorstschade!
• De toevoer- en afvoerleiding mogen niet gebogen noch gekneld wor-
den.
Plaatsing op een betonnen sokkel
Ingeval van plaatsing op een betonnen
sokkel moeten er om veiligheidsredenen
absoluut voetplaten gemonteerd worden
waarin de wasmachine vastgezet wordt.
De voetplaten zijn bij de klantenservice
verkrijgbaar onder het ET-nr.
645 425 058.
Plaatsing op een zwevende bodem
Ingeval van een zwevende bodem, in het bijzonder een houten vloer
met flexibele vloerplanken, dient er een waterbestendige houten plaat
van minstens 15mm op minimaal 2 vloerliggers vastgeschroefd te worden. Stel de wasmachine zoveel mogelijk in een hoek van de ruimte op
omdat de houten vloer daar het best is ingespannen en zodoende het
minst aan resonantietrillingen blootgesteld is.
41
Page 42
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Oneffenheden van de bodem wegwerken
Dankzij de vier regelvoetjes kunnen oneffenheden van de bodem weggewerkt en kan de gepaste hoogte ingesteld worden. De hoogte kan ingesteld worden over een bereik van +10 ... tot -5mm.
Gebruik daartoe de bijgevoegde speciale sleutel voor het verwijderen
van de transportbeveiliging.
0 1. De speciale sleutel op de zeskant
van het voetje tot op het einde
schuiven.
2. De regelvoetjes zo instellen dat de
wasmachine horizontaal en stabiel is. De wasmachine mag niet
wiebelen onder belasting.
3. De opstelling indien nodig met
een waterpas controleren.
Opgelet! Kleine oneffenheden
van de bodem nooit met behulp
van hout, karton en dergelijke
wegwerken doch in principe door
het instellen van de regelvoetjes.
42
Page 43
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Elektrische aansluiting
Informatie omtrent de netspanning, de stroomsoort en de vereiste
stroomveiligheden dient u van het
typeplaatje af te lezen. Het typeplaatje bevindt zich bovenaan achter de deur.
Dit apparaat voldoet aan de
;
volgende EG-richtlijnen:
– de ”Laagspanningsrichtlijn" 73/23/EWG met wijzigingen
– de ”EMV-richtlijn" 89/336/EWG met wijzigingen
De wateraansluiting
De wasmachine is met veiligheidsvoorzieningen uitgerust die een te-
3
rugkerende vervuiling van het drinkwater voorkomen en aan de reglementaire voorschriften van de waterinstanties beantwoorden (voor
Duitsland b.v.: de DVGW-richtlijnen). Overige veiligheidsmaatregelen
tijdens de installatie zijn daarom niet nodig.
Opgelet!
– Toestellen bedoeld voor aansluiting aan koud water mogen niet aan
warm water aangesloten worden!
– Voor de aansluiting mag enkel een nieuwe set slangen gebruikt
worden!
Toegelaten waterdruk
De waterdruk moet minstens 1bar (= 10N/cm2 = 0,1MPa) en mag
maximaal 10 bar (= 100 N/cm
• Bij meer dan 10bar: De drukverminderingsklep voorschakelen.
• Bij minder dan 1 bar: De toevoerslang aan de kant van de wasmachine
aan de magneetinlaatklep losschroeven en de regelaar voor de doorstromingshoeveelheid verwijderen (daartoe de zeef met een punttang
verwijderen en de zich daarachter bevindende rubberschijf verwijderen). De zeef terugplaatsen.
2
= 1MPa) bedragen.
43
Page 44
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Watertoevoer
Er is een drukslang van 1,35m lang meegeleverd.
Wanneer een langere toevoerslang nodig is, mag uitsluitend een door
onze klantenservice aangeboden, VDE-gekeurde complete slangenset
met gemonteerde schroefverbindingen gebruikt worden.
– Voor wasmachines zonder Aqua-Control zijn slangensets met een
lengte van 2,2m, 3,5m en 5m verkrijgbaar.
– Voor wasmachines met Aqua-Control zijn slangensets met een lengte
van 2,0m, 2,9m en 3,9 m verkrijgbaar.
Opgelet! Deze in geen geval gebruiken voor het verlengen van de
slangen!
Sluitringen zijn ofwel in de plastic moeren van
3
de schroefverbinding ingelegd of zitten apart
verpakt. Geen andere dichtingen gebruiken!
0 1. De slang met de haaks gebogen aansluiting aan
de wasmachine aansluiten.
Opgelet!
– De toevoerslang niet loodrecht
naar beneden leggen, maar
volgens de afbeelding naar
rechts of links draaien.
– De schroefverbinding enkel met
de hand aanspannen.
2. De slang met de rechte aansluiting aan een waterkraan met schroefdraad
R 3/4 (duim) aansluiten.
Opgelet! De schroefverbinding enkel met de
hand aanspannen.
3. Vóór de inwerkingstelling van de wasmachine
nagaan of de aansluiting niet lekt door de waterkraan langzaam te openen.
44
Page 45
Instructies voor plaatsing en aansluiting
De waterafvoer
De afvoerslang kan ofwel aan een sifon aangesloten of in een wasbekken of gootsteen en/of een badkuip gehangen worden.
Enkel originele slangen mogen als verlenging (max. 3m op de vloer gelegd en dan tot 80cm hoog) gebruikt worden. De klantenservice gebruikt afvoerslangen met een lengte van 2,7 en 4m.
Attentie! De afvoerslang mag beslist niet geknikt zijn.
Waterafvoer in een sifon
De mof aan het einde van de slang past
op alle gebruikelijke soorten sifons.
0 De verbinding tussen de mof en de sifon
met een slangklem beveiligen.
Waterafvoer in een wastafel,
gootsteen of badkuip
Attentie!
– Kleine gootstenen of wastafels zijn
niet geschikt voor de waterafvoer.
Het water zou kunnen overlopen!
– Het uiteinde van de afvoerslang mag
niet in het weggepompte water liggen.
Zo zou water in het apparaat teruggezogen kunnen worden!
– Om wegglijden van de slang in een
wastafel, gootsteen of badkuip te
voorkomen, moet de slang met het
meegeleverde bochtstuk worden vastgezet. De slang zou anders door de terugslagkracht van het uitstromende
water uit de wastafel kunnen worden
gedrukt.
0 Het bochtstuk m.b.v. een touw aan de
waterkraan of de muur bevestigen.
45
Page 46
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Opvoerhoogtes van meer dan 1m
Om het was-/spoelwater te kunnen wegpompen, is elke wasmachine
uitgerust met een afvoerpomp die vloeistoffen via de afvoerslang tot
een hoogte van 1m oppompt, gerekend vanaf het standvlak van de machine.
Voor opvoerhoogtes van meer dan 1m dient u contact op te nemen
met de klantenservice.
Technische gegevens
HoogteregelingCa. +10/-5mm
Vulgewicht (afhankelijk
van het programma)
ToepassingenHuishoudelijk
Het trommeltoerental
tijdens centrifugeren
Waterdruk1-10 bar
max. 5kg
Zie het typeplaatje
2
(=10–100N/cm
= 0,1–1,0MPa)
Afmetingen
(Afmetingen in mm)
46
Page 47
Garantiebepalingen
Garantiebepalingen
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het
toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of
vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leverings-
datum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die
voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
• chemische en elektrochemische inwerking van water,
• abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
• voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
• contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel
voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd
voor grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt,
dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
47
Page 48
Garantiebepalingen
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het
recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel
niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te
gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet
onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteenweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel.: 02.363.04.44
48
Page 49
Servicepunten
België
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Province de Liège:
S.D.E.
Rue Gaucet 26
4020 Liege
In het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...” worden enkele storingen beschreven die u zelf kan verhelpen. Raadpleeg in geval van een storing
eerst dit hoofdstuk. Wanneer u daar geen aanwijzingen kan vinden,
neem dan contact op met uw servicepunt. (De adressen en telefoonnummers vindt u in het hoofdstuk ”Servicepunten”.)
Bereid het gesprek in elk geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose alsook de beslissing of een bezoek door de klantenservice noodzakelijk is.
Noteer het PNC- en het S-nummer.
U vindt beide op het typeplaatje aan
de binnenzijde van de deur van uw
wasmachine.
• Onder welke omstandigheden doet de storing zich voor?
Wanneer moet u eventuele kosten ook tijdens de garantieperiode
zelf betalen?
– wanneer u de storing zelf had kunnen verhelpen met behulp van de
storingstabel (zie het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...”),
– wanneer meer dan één bezoek van de technicus van de klantenser-
vice noodzakelijk is omdat hij vóór zijn bezoek niet over alle belangrijke informatie beschikte en nu b.v. wisselstukken moet halen. Deze
extra ritten kan u vermijden door uw telefoonoproep in de hierboven
beschreven wijze goed voor te bereiden.
Service
51
Page 52
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg