lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door.
Neem vooral de veiligheidsvoorschriften op de eerste pagina’s van deze
gebruiksaanwijzing in acht. Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze later
te raadplegen. Geef de gebruiksaanwijzing door aan een eventuele
volgende bezitter van de machine.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
1
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op
aanwijzingen die belangrijk zijn voor Uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
0 Dit symbool leidt U stap voor stap door de bediening van het apparaat.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prakti-
3
sche gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
2
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk „Wat te doen als...“.
Als deze aanwijzingen niet voldoende zijn, kunt u altijd terecht bij onze
naverkoopdienst:
ELGROEP & AEG SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Tel.: 02/3630444
Hier krijgt u antwoord op elke vraag over de uitvoering en het gebruik
van uw machine. Natuurlijk luisteren wij ook graag naar uw wensen,
suggesties en kritiek. Wij streven er naar om ten bate van onze klanten
onze producten en service verder te verbeteren.
Bij technische problemen staat onze KLANTEN-SERVICE op elk moment
tot uw beschikking (adressen en telefoonnummers vindt u in het overzicht Garantievoorwaarden/ Klantenservice).
De veiligheid van AEG elektrische apparaten komt overeen met de
erkende regels van de techniek en de Duitse machineveiligheidswet.
Toch vinden wij dat wij u de volgende veiligheidsvoorschriften moeten
meedelen.
Algemene veiligheid
• Reparaties aan de wasautomaat mogen uitsluitend door een vakman
worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kunnen ernstige
gevaren ontstaan. Neem in het geval van een reparatie contact op
met onze klantenservice of uw vakhandel.
• Stel de wasautomaat nooit in werking als de elektriciteitskabel
beschadigd is of bedieningspaneel, werkblad of sokkelbereik dermate
beschadigd zijn dat de toegang tot de binnenzijde van de machine
open is.
• Schakel vóór reiniging, verzorging en onderhoudswerkzaamheden de
wasautomaat uit. Daarvoor stekker uit het stopcontact trekken of –
bij een vaste aansluiting – aardlekschakelaar in de zekeringkast uitschakelen of zekering geheel uitdraaien.
• Stekker nooit aan de kabel uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
• Spuit de wasautomaat niet met een waterstraal af. Gevaar voor elektrische schok!
• Bij wasprogramma’s met hoge temperaturen wordt het glas in de
deur heet. Niet aanraken!
• Als u de machine in een noodsituatie moet leegmaken of vóór u de
pomp gaat reinigen, dient u het waswater te laten afkoelen.
• Kleine dieren kunnen aan stroomleidingen en waterslangen knagen.
Gevaar voor elektrische schok en gevaar voor waterschade!
Opstelling, aansluiting en ingebruikneming
• Neem de aparte opstellings- en aansluitvoorschriften in acht.
• Was de eerste keer zonder wasgoed (witte was 95, met halve hoeveel-
heid wasmiddel) om bij de fabricage veroorzaakte resten van trommel
en kuip te verwijderen.
• Als het apparaat in de wintermaanden wordt geleverd bij temperaturen onder nul: wasautomaat voor de ingebruikneming gedurende 24
uur in een ruimte met kamertemperatuur laten staan.
79
Page 6
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheid van kinderen
• Kinderen zien vaak de gevaren niet die zijn verbonden aan de
omgang met elektrische apparaten. Zorg daarom voor het noodzakelijke toezicht tijdens de werking van de machine en laat kinderen niet
met de wasautomaat spelen – het gevaar bestaat dat kinderen zich
opsluiten.
• Verpakkingsonderdelen (zoals plastic en piepschuim) kunnen voor
kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen
buiten bereik van kinderen houden.
• Zorg dat kinderen of kleine dieren niet in de trommel van de wasautomaat kunnen klimmen.
• Bij definitief buiten werking stellen van de wasautomaat: Trek de
stekker uit het stopcontact, maak het deurslot onbruikbaar, knip de
elektrische kabel door en gooi de stekker met de rest van de kabel
weg. Zo kunnen spelende kinderen zich niet opsluiten en niet in
levensgevaar komen.
Gebruik volgens bestemming
• De wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het in de huishoudelijk
wassen van was zoals die in het huishouden gebruikelijk is. Als de
machine voor een ander doel wordt gebruikt of verkeerd wordt
bediend, kan door de fabrikant geen aansprakelijkheid voor eventuele
schade aanvaard worden.
• Ombouw of veranderingen van de wasautomaat zijn om veiligheidsredenen niet toegestaan.
• Gebruik alleen wasmiddelen die voor wasautomaten geschikt zijn.
Neem de voorschriften bij de wasmiddelen in acht.
• De was mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten.
Neem dit vooral ook in acht bij het wassen van vooraf gereinigd wasgoed.
• Gebruik uw wasmachine niet voor een chemische reiniging.
• Verf- en bleekmiddelen mogen alleen worden gebruikt als de
fabrikant van deze produkten dit uitdrukkelijk toestaat. Voor eventuele schade zijn wij niet aansprakelijk.
• Gebruik alleen water uit de waterleiding. Gebruik alleen regenwater
of reeds gebruikt water als dit voldoet aan de eisen volgens DIN1986
en DIN1988.
80
Page 7
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en
kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden.
• De buitenste verpakking en de plastic zakjes zijn van polyethyleen
(aanduiding >PE<).
• De hoekbeschermers zijn van geschuimd, cfk-vrij polystyreen
(aanduiding >PS<).
Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in
een container voor oud papier te deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
2 Milieu-tips
• Bij gemiddeld vuile was hoeft u niet voor te wassen. Zo spaart u wasmiddelen, water en tijd (en ontziet u het milieu!).
• Bijzonder zuinig werkt de wasautomaat als u de vermelde capaciteit
volledig benut.
• Gebruik bij kleine hoeveelheden slechts de helft tot twee derde van
de geadviseerde hoeveelheid wasmiddel.
• Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en matig vuil
worden verwijderd. U kunt dan bij lagere temperaturen wassen.
• Was licht tot normaal vuile was met het energiespaarprogramma.
• Vaak is geen wasverzachter nodig. Probeert u het maar eens! Als u
een droger gebruikt, wordt uw was ook zonder wasverzachter zacht
en wollig.
• Bij een gemiddelde tot grote waterhardheid (vanaf hardheidsbereik II,
zie "Was- en verzorgingsmiddelen") dient u wateronthardingsmiddelen te gebruiken.
Het wasmiddel kan dan altijd voor hardheidsbereik I (= zacht) worden
gedoseerd.
81
Page 8
De belangrijkste kenmerken van uw machine
• Programma-instelling met programmakiezer en temperatuurkiezer.
• Vlekkenprogramma voor effectieve behandeling van wasgoed met
vlekken.
• Toets } (KREUKHERSTELLEND) voor een voorzichtige behande-
ling van kreukherstellend wasgoed.
• Energiespaarprogramma voor licht tot normaal vervuilde witte was.
• Maximaal centrifugeertoerental 1000 toeren per minuut.
• Het toerental kan worden ingesteld op 600 omwentelingen per
minuut.
• Spoelstop optioneel (Toets o): de was blijft in het laatste
spoelwater liggen, hij wordt niet gecentrifugeerd.
• Automatische Waterdosering met Fuzzy Logic: door sensoren
bestuurd wasproces met variabel aantal spoelgangen, schuim- en
beladingsafhankelijke waterhoeveelheid, geregeld centrifugeren etc.
Daardoor beste was- en spoelresultaten bij minimaal, automatisch
aangepast waterverbruik.
• Lade met drie compartimenten voor was- en verzorgingsmiddelen;
vlekkenzout in voorwascompartiment
• ÖKO-sluis: zorgt door automatische afsluiting van de kuip bij het
wassen voor een benutting van het wasmiddel van honderd procent.
• Schepribben in de wastrommel: wasgoed wordt snel en gelijkmatig
natgemaakt.
• Controlesysteem voor goed evenwicht: Stabiliteit en rustig lopen.
• Rondom-waterbescherming.
82
Page 9
Overzicht van de machine
Vooraanzicht
Bedieningspaneel
Lade voor waspoeder
en verzorgingsmiddel
Kenplaatje
(achter vuldeur)
Vuldeur met
greep
Klep voor
loogpomp
in de hoogte ver-
stelbare voet-
schroef
83
Page 10
Overzicht van de machine
Bedieningspaneel
Toets Centrifugeertoerental
Programmakiezer
Temperatuurkiezer
Programmakiezer
Met de programmakiezer schakelt u
de wasmachine aan en uit.
– Inschakelen: programmakiezer
uittrekken.
– Uitschakelen: programmakiezer
indrukken
Verder bepaalt u met de programmakiezer het eigenlijke wasprogramma. De verschillende standen
hebben volgende werking:
Toets
KREUKHERSTELLEND
Toets
GEEN CENTR.
Werkingslampje
84
Page 11
Overzicht van de machine
Programmagroep t/Æ
t (WITTE/BONTE WAS)
Æ (KREUKHERSTELLEND MET TOETS)
• Stand 1 (VLEKKEN)
Om bevlekt wasgoed te behandelen met vlekkenzout (langere hoofdwas
met toevoeging van vlekkenzout op het juiste moment).
Afzonderlijk spoelen, b.v. om met de hand gewassen textiel te spoelen
(centrifugeren volgens ingestelde soort wasgoed).
• Stand 5 (ZACHT SPOELEN)
Afzonderlijk spoelen, afzonderlijk stijven, afzonderlijk impregneren
(spoeling wordt uitgevoerd, vloeibaar product uit spoelvak Àwordt
toegevoegd).
• Stand 6 (CENTRIFUG.)
Centrifugeren na spoelstop of afzonderlijk centrifugeren van met de
hand gewassen textiel.
Programmagroep
• Stand 7 (FIJNE WAS)
Hoofdwas voor fijn wasgoed
(wassen – spoelen/zacht spoelen – kort centrifugeren).
• Stand 8 (KORT CENTRIFUG.)
Centrifugeren na een spoelstop, of afzonderlijk kort centrifugeren van
met de hand gewassen fijn textiel
Programmagroep
• Stand 9 (WOL)
Hoofdwas voor wol en zeer gevoelig textiel
(wassen– fijn spoelen – kort centrifugeren).
• Stand 10 (FIJN SPOELEN)
Afzonderlijk zacht spoelen, b.v. om met de hand gewassen textiel te
spoelen (1 maal spoelen en daarna kort centrifugeren).
• Stand 11 (KORT CENTRIFUG.)
Centrifugeren na spoelstop of afzonderlijk zacht centrifugeren voor
met de hand gewassen wol en zeer gevoelig textiel.
Ã(FIJNE WAS)
s (WOL)
85
Page 12
Overzicht van de machine
k VOORWAS
Afzonderlijke voorwas (ca. 20 minuten bij maximaal 40° C) en daarna
afpompen.
Na de voorwas moet de gewenste hoofdwas worden ingesteld, het pro-
3
gramma loopt niet automatisch verder.
v POMPEN
Afpompen van het water na een spoelstop (zonder centrifugeren).
Programmakiezer als verloopindicator
De programmakiezer dient ook als verloopindicator; hij draait in uurwijzerszin mee tot aan het einde van het programma.
Temperatuurkiezer
Met de temperatuurkiezer kunt u volgende temperaturen instellen:
r (Koud), 30, 40, 50, 60, E, 70, 80, 95
E-Stand (energiespaarprogramma) is geschikt voor
2
licht tot normaal vervuilde kookwas; de temperatuur wordt verminderd tot ca. 67°C.
86
Toets } (KREUKHERSTELLEND)
Voor kreukherstellend wasgoed. Deze toets is actief
als met de programmakiezer een programma uit de
programmagroep WITTE/BONTE WAS werd geselecteerd.
Toets centrifugeertoerental
Met deze toets kunt u het maximale toerental voor
het eindcentrifugeren wijzigen.
Toets o (Geen Centr.)
In de stand Geen Centr. blijft het wasgoed in het
laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
Werkingslampje
Het werkingslampje gaat aan zodra de wasautomaat ingeschakeld
is.
Page 13
Overzicht van de machine
-
Lade voor wasmiddel en verzorgingsmiddel
k Spoelvak voor voorwasmiddel of vlekkenzout.
Wordt in de stand k (VOORWAS) bij het begin van het wasprogramma toegevoegd of in stand 1 (VLEKKEN) op het gepaste tijd
stip tijdens de hoofdwas.
l Spoelvak voor poedervormig hoofdwasmiddel en eventueel ont-
harder.
Wordt bij het begin van de hoofdwas toegevoegd.
Zuigheveldop
(moet stevig
vast zitten)
w Spoelvak voor vloeibaar product (wasverzachter, stijfsel).
Wordt tijdens de laatste spoeling toegevoegd.
87
Page 14
Verbruikwaarde en tijd voor geselecteerde programma’s
De waarden in deze tabel gelden bij genormeerde voorwaarden. Ze zijn
enkel als oriëntatie bedoeld voor gebruik in het huishouden.
Programma-
kiezer
Stand 2
(HOOFDWAS)
Tem-
peratuur-
kiezer
95Witte /bonte was 5591,8011 9
60Witte/bonte was 5591,1011 9
40Witte/bonte was 5590,6011 9
40Kreukherstellend 2,5480,4086
30Fijne was2,5570,4567
30Wol1520,3567
WasgoedVulling in kg
Water
in liter
Energie
in kWh
minuten
Tijd in
Vóór het eerste wassen
0 Trek de wasmiddellade een stukje uit het bedieningspaneel.
0 Giet ongeveer 1 liter water door de wasmiddellade in de wasautomaat.
Pas daardoor wordt de kuip gesloten en kan de ÖKO-sluis juist
functioneren.
0 Laat de machine een keer wassen zonder wasgoed met witte was 95,
met halve wasmiddelhoeveelheid.
Daardoor worden bij de fabricage veroorzaakte resten uit trommel en
kuip verwijderd.
88
Page 15
Wasbeurt voorbereiden
Wasgoed sorteren en voorbereiden
• Wasgoed volgens wasetiketten en soort sorteren (zie "Soorten wasgoed en wasetiketten").
• Zakken leegmaken.
• Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden etc.) verwijderen.
• Ter voorkoming van beschadiging en in elkaar draaien van de was:
Ritssluitingen sluiten, dekbedovertrekken en slopen dichtknopen,
losse banden, b.v. van een schort, samenbinden.
• Kleding met een dubbele laag omkeren (slaapzak, anorak etc.).
• Bij kleurig textiel met versiering en wol en textiel met aangehechte
versiering: Binnenzijde naar buiten keren.
• Kleine en kwetsbare kledingstukken (babysokjes, maillots etc.) in een
wasnet, een kussen met ritssluiting of een grote sok wassen.
• Gordijnen zeer voorzichtig behandelen. Metalen wieltjes of scherpe
kunststof wieltjes verwijderen of deze in een net of een zak binden.
Voor schade zijn wij niet aansprakelijk.
• Bonte en witte was hoort niet samen te worden gewassen. Witte was
wordt anders grauw.
• Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. U kunt dergelijke stukken de
eerste keer het best apart wassen.
• Kleine en grote stukken wasgoed mengen! Daardoor wordt het
waseffect verbeterd en wordt het wasgoed bij het centrifugeren gunstiger verdeeld.
• Wasgoed los uitschudden voordat u het in de wasautomaat doet.
• Wasgoed uiteengevouwen in de trommel doen.
Soorten wasgoed en wasetiketten
De wasetiketten helpen u bij het kiezen van het juiste wasprogramma.
Het wasgoed moet volgens soort en wasetiket worden gesorteerd.
De temperatuuraanduidingen op de wasetiketten zijn altijd
maximumwaarden.
89
Page 16
Wasbeurt voorbereiden
Witte was I
Textiel van katoen en linnen met deze wasetiketten is bestand tegen
mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor dit soort was is het
programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Bonte was G C
Textiel van katoen en linnen met deze wasetiketten is bestand tegen
mechanische belasting.
Voor dit soort was is het programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Kreukherstellend wasgoed D H
Textiel als gefinisht katoen, katoenmixtuur en synthetische weefsels
met deze wasetiketten hebben een mechanisch mildere behandeling
nodig. Voor dit soort was is het programma KREUKHERSTELLEND
geschikt.
Fijne was D
Textiel als gelaagde vezels, microvezels, synthetische weefsels, gordijnen
met dit wasetiket vragen om een bijzonder zorgvuldige behandeling.
Voor dit soort was is het programma FIJNE WAS geschikt.
Wol en bijzonder kwetsbare soorten was 9 ? B
Textiel als wol, wolmengsels en zijde met dit wasetiket is niet bestand
tegen mechanische belasting. Voor dit soort textiel is het programma
WOL geschikt.
Wollen kledingstukken met het 9 (Wolmerk) mogen alleen in de wasautomaat worden gewassen, als de toevoeging "vilt niet", "niet-viltend"
of "kan in de machine worden gewassen" aanwezig is.
Textiel met de wasetiketten 8 (Handwas) of @(Niet wassen!)
mogen niet in de wasautomaat worden gewassen!
Neem de verzorgingsvoorschriften "apart wassen" en "meermaals apart
wassen" in acht!
Was- en verzorgingsmiddelen
Welke was- en verzorgingsmiddelen?
Gebruik uitsluitend was- en verzorgingsmiddelen die voor gebruik in de
wasautomaat geschikt zijn. Neem altijd de gebruiksvoorschriften in
acht.
90
Page 17
Wasbeurt voorbereiden
Hoeveel was- en onderhoudsmiddelen?
De hoeveelheid van de te gebruiken middelen is afhankelijk
• van de hoeveelheid was:
Als in de gebruiksaanwijzing bij het wasmiddel geen doseervoorschrift
voor een niet geheel gevulde machine voorkomt, bij een halfvolle
machine een derde minder wasmiddel nemen en bij zeer weinig was
slechts de helft van de hoeveelheid wasmiddel die voor een volle
machine wordt geadviseerd.
• van de vervuilingsgraad van de was:
Bij slechts licht vuile was minder doseren. Gebruiksvoorschriften bij het
wasmiddel en hoeveelheid was in acht nemen.
• van de hardheid van het leidingwater:
Hoe harder het water, hoe hoger de dosering! Op de verpakking van het
wasmiddel vindt u doseervoorschriften afhankelijk van de waterhardheid.
Vloeibare wasmiddelen
Vloeibare wasmiddelen toevoegen met behulp van de bij de wasmiddelen meegeleverde doseerhulpmiddelen. Voorschriften op de wasmiddelverpakking in acht nemen.
Waterontharder gebruiken
Bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheidsbereik II) moet
ontharder worden gebruikt. Gebruiksvoorschriften in acht nemen! Het
wasmiddel dan altijd voor hardheidsbereik I (= zacht) doseren. Informatie over de plaatselijke waterhardheid geeft de waterleidingmaatschappij in uw streek.
Waterhardheidgegevens
Hardheidsbereik
I – zachtminder dan 8minder dan 1,4
II – middelhard8-141,4-2,5
III – hard15-212,6-3,7
IV – zeer hardmeer dan 21meer dan 3,7
Waterhardheid in °dH
(graden Duitse hardheid)
Waterhardheid in mmol/l
(millimol per liter)
91
Page 18
Wassen
Korte handleiding
Wassen gebeurt in volgende stappen:
0 Deur openen, wasgoed in de machine stoppen.
0 Deur sluiten.
0 Waspoeder en verzorgingsmiddel in de machine gieten.
0 Het juiste wasprogramma instellen:
– Programma instellen met de programmakiezer;
– Temperatuur instellen met de temperatuurkiezer;
0 Eventueel centrifugeertoerental wijzigen of Geen Centr. (toets o )
kiezen.
Deze instelling en de temperatuur kunt u tijdens het volledige waspro-
ces wijzigen.
Als het wasprogramma ten einde is:
Na het einde van het programma blijft de vuldeur om veiligheidsrede-
3
nen nog 1-2 minuten vergrendeld.
Opgelet! Als de wasprocedure eindigde met een spoelstop, eerst het
water afpompen (v) of Centrifug. (Stand 6)/Kort Centrifug. (stand 8
voor fijn wasgoed, of stand 11 voor wol) vóór de vuldeur wordt
geopend.
0 Voor het openen de deur 1-2 minuten ontgrendelingstijd afwachten.
0 Deur openen, wasgoed uitnemen.
0 Programmakiezer indrukken.
De wasautomaat is uitgeschakeld.
92
Page 19
Wasgoed in de machine stoppen
0 Wasgoed sorteren en voorbereiden.
Meer informatie over de juiste voorbereiding van
3
het wasgoed: zie „Soorten wasgoed en labels“.
0 Vuldeur openen: met de handgreep aan de deur
trekken.
0 Wasgoed insteken.
Maximale vulling: zie „Programmatabellen“ in het
3
volgende hoofdstuk.
0 Vuldeur goed sluiten.
Opgelet! Er mag geen wasgoed tussen de deur geklemd zitten!
Het textiel en de machine zouden beschadigd kunnen raken.
Wassen
93
Page 20
Wassen
Waspoeder/verzorgingsmiddel toevoegen
0 Lade uittrekken tot aan de aanslag.
0 Waspoeder/verzorgingsmiddel ingieten.
Meer informatie over waspoeder en verzorgingsmiddelen: zie
3
„Waspoeder en verzorgingsmiddelen“.
k Spoelvak voor voorwasmiddel of vlekkenzout.
Wordt in de stand k (VOORWAS) bij het begin van het wasprogramma toegevoegd, of in stand 1 (VLEKKEN) op het juiste tijdstip tijdens de hoofdwas.
l Spoelvak voor poedervormig hoofdwasmiddel en eventueel ont-
harder.
Wordt bij het begin van de hoofdwas toegevoegd.
w Vloeibaar verzorgingsproduct (wasverzachter, stijfsel).
Opgelet! Het vak niet voorbij het merkteken MAX vullen. Dik
vloeibaar product eventueel verdunnen tot aan het merkteken
MAX, poedervormig stijfsel oplossen.
0 Lade volledig in de machine schuiven.
94
Page 21
Wasprogramma instellen
Geschikt programma en juiste temperatuur voor de verschillende soor-
3
ten wasgoed: zie „Programmatabellen“.
Wasprogramma instellen
Opgelet! De programmakiezer
enkel naar rechts draaien!
0 De programmakiezer op het
gewenste wasprogramma zetten.
Temperatuur instellen
0 De temperatuurkiezer op de gewenste
temperatuur zetten.
Wassen
Voor kreukherstellend wasgoed:
0 Op de toets } (KREUKHERSTELLEND) drukken.
De toets } (KREUKHERSTELLEND) kan enkel met de programma’s van
3
programmagroep t / Æ(WITTE/BONTE WAS/ KREUKHERSTELLEND MET TOETS) worden gecombineerd; anders heeft deze
toets geen werking.
Wasprogramma starten, centrifugeertoerental
instellen of Geen Centr. kiezen
0 Controleren of de waterkraan geopend is.
0 Wasautomaat inschakelen: programmakiezer uittrekken.
Werkingslampje brandt, wasprogramma start automatisch na zes
seconden.
95
Page 22
Wassen
0 Eventueel toerental voor laatste centrifugering ver-
minderen of Geen Centr. kiezen:
– Op de toets voor het centrifugeertoerental druk-
ken of
– op de toets o (GEEN CENTR.) drukken.
Als Geen Centr. wordt gekozen, blijft het wasgoed in
het laatste spoelwater liggen, de machine centrifugeert niet.
Tijdens het programma
U kunt altijd
– de instelling van het centrifugeertoerental wijzigen,
– Geen Centr. kiezen (toets o),
– de instelling van de temperatuur wijzigen;
– op de toets } (KREUKHERSTELLEND) drukken
Andere instellingen kunnen niet worden gewijzigd.
Voor voortijdige afbreking van het wasprogramma:
0 Programmakiezer indrukken.
0 Programmakiezer in uurwijzerszin naar v (POMPEN) draaien.
0 Programmakiezer uittrekken.
96
Page 23
Wasprocedure beëindigd/Wasgoed uitnemen
Het wasprogramma eindigt normaal met de laatste centrifugering.
Na spoelstop:
Na een spoelstop moet het water eerst worden afgepompt of moet het
wasgoed worden gecentrifugeerd:
0 De toets o (GEEN CENTR.) uitzetten.
0 De programmakiezer in uurwijzerszin draaien naar:
– Stand 6 (CENTRIFUG.)
of
– stand 8 voor fijn wasgoed, of stand 11 voor wol (KORT CENTRIFUG.)
Het wasgoed wordt overeenkomstig de ingestelde programmagroep
en het ingestelde toerental gecentrifugeerd
of
– v (POMPEN).
Water wordt afgepompt.
Na het einde van het programma blijft de vuldeur om veiligheidsrede-
3
nen nog 1-2 minuten vergrendeld.
0 Voor het openen de deur 1-2 minuten ontgrendelingstijd afwachten.
0 Vuldeur openen.
0 Wasgoed uitnemen.
0 Programmakiezer indrukken.
Wasautomaat is afgeschakeld.
0 Waterkraan sluiten.
0 Wasmiddellade iets uittrekken, zodat ze kan drogen. Vuldeur op een
kier zetten, zodat de wasautomaat kan verluchten.
Wassen
97
Page 24
Programmatabellen
Wassen
In deze tabellen staan niet alle mogelijke instellingen, maar enkel de
instellingen die u meestal zult gebruiken en voor u nuttig zijn.
Soort wasgoed,
waslabel
Witte was
I
Bonte was
GC
Kreuk-herstellend
HD
Fijne was
D
2
Wol
9DB
1) Een emmer van 10 liter bevat ongeveer 2,5kg droog wasgoed (katoen).
2) Wollen kledingstukken met wollabel mogen enkel in de machine worden gewassen als ook de vermelding “vilt niet“, “niet viltend“ of “geschikt voor wasmachine“ voorhanden is.
Max. vulling
(droog
gewicht)
5kg
5kg
2,5kg
2,5kg
(of 15-20m
gordijnen)
1kgStand 9 (WOL)
Programmakiezer
1
Stand 1 (VLEKKEN)95
Stand 2
(HOOFDWAS)
Stand 3 (KORT)95
Energiespaarprogramma:
Stand 1 (VLEKKEN)
Stand 1 (VLEKKEN)
Stand 2
(HOOFDWAS)
Stand 3 (KORT)
Stand 1 (VLEKKEN)
Stand 2
(HOOFDWAS)
Stand 3 (KORT)
Stand 7
2
(FIJNE WAS)
Tempera-
tuur-
kiezer
95
E
30-60
30-60
r
(koud) tot
40
r
(koud) tot
40
Bijkomende
toets
}
(KREUK-HERSTELLEND)
98
Page 25
Afzonderlijk spoelen
Programmatabellen
Soort wasgoed
Witte/bonte was5kg
Kreukherstellend2,5kg} (KREUKHERSTELLEND)
Fijne was2,5kg
Wol1kg
Max. vulling
(droog gewicht)
Programma-
kiezer
Stand 4
(SPOELEN)
Stand 10
(FIJN SPOELEN)
bijkomende toets
Afzonderlijk zacht spoelen/stijven/impregneren
Soort wasgoed
Witte/bonte was5kgStand 5
Kreukherstellend2,5kg} (KREUKHERSTELLEND)
Fijne was2,5kg
Wol1kg
Max. vulling
(droog gewicht)
Programma-
kiezer
(ZACHT SPOELEN)
Stand 10
(FIJN SPOELEN)
bijkomende toets
Afzonderlijk centrifugeren
Soort wasgoed
Max. vulling
(droog gewicht)
Programma-
kiezer
bijkomende toets
Witte/bonte was5kg
Kreukherstellend2,5kg} (KREUKHERSTELLEND)
Fijne was2,5kg
Wol1kg
Stand 6
(CENTRIFUG.)
Stand 8 (KORT
CENTRIFUG.)
Stand 11 (KORT
CENTRIFUG.)
99
Page 26
Programmatabellen
Afzonderlijk voorwassen
Soort
wasgoed
Witte/bonte
was
Kreuk-herstellend
Fijne was2,5kg
Max. vulling
(droog gewicht)
5kg
2,5kg
Programma-
kiezer
Stand k
(VOORWAS)
Temperatuur-
kiezer
r (koud)
tot 40
bijkomende
toets
100
Page 27
Reiniging en onderhoud
Bij normaal gebruik
0 Na het einde van het programma de wasmiddella een klein stukje naar
buiten trekken zodat hij kan drogen.
0 Deur na het wassen niet helemaal dicht doen zodat de wasautomaat
van binnen geventileerd wordt en kan drogen.
0 Kraan dichtdraaien.
Bedieningsonderdelen reinigen
Bedieningspaneel
Let op! Geen meubelverzorgingsmiddelen of agressieve
reinigingsmiddelen voor de reiniging van bedieningspaneel of
bedieningsonderdelen gebruiken.
0 Bedieningspaneel met een vochtige doek afvegen. Daarbij uitsluitend
warm water gebruiken.
Wasmiddellade
Van tijd tot tijd moet de wasmiddellade worden gereinigd.
0 Wasmiddellade tot aan de aanslag uit de machine trekken.
0 Wasmiddellade met een krachtige beweging uit de machine trekken.
0 Hevelkapje lostrekken..
0 Hevelkapje onder stromend water
reinigen.
0 Inspoelvakjes met warm water
vanaf de achterzijde reinigen. Het
best gebruikt u een flessenborstel.
0 Hevelkapje tot aan de aanslag
opsteken zodat deze vast zit.
101
Page 28
Reiniging en onderhoud
0 Hele inspoelbereik van de wasautomaat met een borstel reinigen.
0 Wasmiddellade in geleidingsrails plaatsen en in de machine schuiven.
Wastrommel
De wastrommel bestaat uit roestvrij edelstaal. Door roestige
voorwerpen in de was kan roestaanslag op de trommel ontstaan.
Let op! Edelstalen trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of ijzerhoudende middelen of staalwol reinigen. Onze
klantenservice heeft geschikte middelen voorradig.
0 Roestaanslag op de trommel verwijderen met een edelstaal-poets-
middel.
Deur
0 Regelmatig controleren of zich in het rubber manchet achter de deur-
aanslag of voorwerpen bevinden en indien nodig verwijderen.
Voorzorg bij kans op vorst
Schade door vorst valt niet onder de garantie! Als de wasautomaat in
3
een ruimte staat waar vorst mogelijk is, moet bij kans op vorst de
machine worden leeggemaakt (zie "Machine leegmaken"). Bovendien:
0 Toevoerslang van waterkraan schroeven en op de grond leggen.
102
Page 29
Wat doen, als…
Het in vergelijking met oudere wasmachines licht
3
afwijkende, fluitende loopgeluid bij het centrifugeren wordt veroorzaakt door het moderne aandrijfsysteem.
Verhelpen van storingen
Probeer in geval van storingen met behulp van de hier vermelde
aanwijzingen het probleem zelf op te lossen. Als u bij een van de hier
vermelde storingen of voor het verhelpen van een bedieningsfout een
beroep doet op de klantenservice, is het bezoek van de monteur van de
klantenservice ook tijdens de garantieperiode niet kostenloos.
StoringMogelijke oorzaakHulp
Wasautomaat werk
niet.
Er stroomt geen water
naar binnen.
Stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering van de woningsinstallatie is niet in orde.
Machine is niet ingeschakeld.
Deur is niet goed gesloten.
Kraan is dicht.Kraan openen.
Zeefje in de schroefkoppeling
van de toevoerslang is
verstopt.
Deur sluiten; de deur moet
duidelijk hoorbaar in het slot
vallen.
Slang van de kraan
afschroeven, zeefje eruit
nemen en onder stromend
water schoonmaken.
103
Page 30
Wat doen, als…
StoringMogelijke oorzaakHulp
Wasautomaat vibreert
tijdens het draaien of
staat onrustig.
Water van de hoofdwas
schuimt sterk.
Water loopt onder de
wasautomaat vandaan.
Wasverzachter is niet
gebruikt, wasverzachtervak w is met water
gevuld.
Apparaat centrifugeert
niet, water in de trommel.
De in de hoogte verstelbare
stelpootjes zijn niet
juist ingesteld.
Er zit maar heel weinig was
in de trommel (bijv. alleen
een badjas).
Het water kon voor het
centrifugeren niet helemaal
weggepompt worden omdat
– afvoerslang geknikt is of
– zeepwaterpomp verstopt is.
Er is waarschijnlijk te veel
wasmiddel toegevoegd.
Toevoerslang is niet goed
dichtgeschroefd.
Afvoerslang lekt.
Deksel van de zeepwaterpomp zit niet goed dicht.
Er zit was tussen de deur
geklemd.
Hevelpijpje in het wasverzachtervak zit niet goed op
zijn plaats of is verstopt.
Spoelstop gekozen.Spoelstop uitzetten.
Voetjes volgens opstel- en
aansluitingsaanwijzingen
afstellen.
Machine loopt daardoor niet
soepel.
Afvoerslang controleren en
eventueel knik verwijderen
of zeepwaterpomp schoonmaken en eventueel vuil uit
het pomphuis verwijderen.
Wasmiddel exact volgens
gegevens van fabrikant
doseren.
Toevoerslang vastschroeven.
Afvoerslang controleren en
eventueel vervangen.
Deksel goed sluiten.
Programma afbreken, was uit
de deur halen, nieuw programma starten.
Wasmiddella schoonmaken,
hevelpijpje er weer inzetten.
104
Page 31
Wat doen, als…
StoringMogelijke oorzaakHulp
Was is niet goed
gecentrifugeerd, in de
trommel is nog water
te zien.
Deur gaat niet open.
Spoelwater is troebel.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Maximale pomphoogte
(uitloophoogte 1m vanaf
stelplaats van het apparaat)
wordt overschreden.
Zeepwaterpomp is verstopt.
Bij een sifonaansluiting:
sifon is verstopt.
Deur is om veiligheidsredenen vergrendeld.
Er is waarschijnlijk een
wasmiddel met een hoog
silicaatgehalte gebruikt.
Knik verwijderen.
Contact opnemen met de
klantendienst; deze heeft
voor hoogtes boven 1m een
ophoogset beschikbaar.
Apparaat uitschakelen en
stekker uit stopcontact
trekken, zeepwaterpomp
schoonmaken.
Sifon schoonmaken.
Na programma-einde
1-2 minuten wachten.
Heeft geen negatieve invloed
op het spoelen, eventueel
vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
105
Page 32
Wat doen, als…
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Als de was grauw is geworden en in de trommel kalk
neerslaat
• Er is te weinig wasmiddel toegevoegd.
• Er is niet het juiste wasmiddel gebruikt.
• Speciaal vuil is niet vooraf behandeld.
• Programma of temperatuur zijn niet juist ingesteld.
• Bij het gebruik van combinatiewasmiddelen zijn de componenten
niet in de juiste verhouding gebruikt.
Als zich op de was nog grauwe vlekken bevinden
• Met crème, vet of olie verontreinigde was is met te weinig wasmiddel
gewassen.
• Er is met een te lage temperatuur gewassen.
• De oorzaak hiervan is vaak dat wasverzachter – vooral in geconcen-
treerde vorm – met de was in aanraking is gekomen. Zulke vlekken zo
snel mogelijk uitwassen en de desbetreffende wasverzachter voorzichtig gebruiken.
Als na het laatste spoelen nog schuim zichtbaar is
• Moderne wasmiddelen kunnen ook bij de laatste spoeling nog schuim
veroorzaken. De was is desondanks voldoende gespoeld.
Als zich witte resten op de was bevinden
• Het gaat hierbij om onoplosbare bestanddelen van moderne wasmiddelen. Dit is niet het gevolg van onvoldoende spoeling.
Was schudden of afborstelen. U kunt de was in het vervolg voor het
wassen binnenstebuiten keren. Keuze van wasmiddel herzien, eventueel vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Machine leegmaken
1 Waarschuwing! Wasautomaat vóór het leegmaken uitschakelen!
Als de wasautomaat het waswater niet meer wegpompt, moet de
machine worden leeggemaakt.
Voorzichtig! Het waswater dat uit de leegmaakslang loopt, kan heet
zijn. Verbrandingsgevaar! Vóór het leegmaken van de machine waswater laten afkoelen.
0 Een platte opvangbak klaarzetten om het uitstromende waswater op te
vangen.
106
Page 33
Wat doen, als…
0 Klep links in het onderpaneel naar bene-
den klappen en lostrekken.
0 Leegmaakslang uit houder
losmaken.
0 Leegmaakslang iets uittrekken.
0 Opvangbak klaarzetten.
0 Sluitdop van de leegmaakslang tegen de
wijzers van de klok in losdraaien en uittrekken.
Het waswater loopt weg. Afhankelijk van
de hoeveelheid waswater kan het nodig
zijn de opvangbak meerdere keren leeg te
maken. Daarvoor de leegmaakslang
tussentijds weer met de sluitdop sluiten.
Als het waswater volledig uit de machine is gelopen:
0 Sluitdop stevig in leegmaakslang duwen.
0 Leegmaakslang weer iets naar binnen duwen en in de houder laten
vastklikken.
0 Klep in onderpaneel zetten en sluiten.
De juiste werking van de ÖKO-sluis is bij een geheel leeggemaakte was-
3
automaat niet meer gewaarborgd. Daarom vóór de volgende wasbeurt
met ca. 1liter water vullen (door de wasmiddellade naar binnen gieten).
107
Page 34
Wat doen, als…
Afvoerpomp reinigen
1 Waarschuwing! Wasautomaat vóór reiniging van de afvoerpomp
uitschakelen!
0 Eerst de machine leegmaken (zie voorafgaand gedeelte "Machine leeg-
maken".
0 Dweil op de vloer leggen vóór het deksel van de afvoerpomp. Er kan
restwater uit de machine lopen.
0 Deksel van de afvoerpomp tegen de wij-
zers van de klok in losschroeven
en uittrekken.
0 Voorwerpen uit pomphuis
verwijderen.
0 Controleer of schoepenrad van afvoer-
pomp kan draaien. (Schokkend draaien
van de afvoerpomp is normaal.) Als het
schoepenrad helemaal niet kan draaien,
dient u de klantenservice contact op te
nemen.
0 Deksel weer inzetten (rand op deksel in
de geleidingsgleuven steken) en met de
wijzers van de klok mee vastschroeven.
0 Leegmaakslang sluiten, naar binnen
duwen en bevestigen.
0 Klep sluiten.
108
Page 35
Technische gegevens
Hoogte x breedte x diepte85x60x60cm
Diepte bij geopende deur 95cm
In hoogte verstelbaarca. +10/-5mm
Leeg gewichtca. 85kg
Inhoud (programma-afhankelijk)max. 5kg
Gebruikhuishoudelijk
Trommeltoerental wassen max. 53min
Trommeltoerental centrifugerenzie typeplaatje
Waterdruk1-10 bar
(=10–100N/cm
Deze machine voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
;
• 73/23/EEG van 19-2-1973 "Laagspanningsrichtlijn",
inclusief wijzigingsrichtlijn 93/68/EEG
• 89/336/EEG van 3-5-1989 "EMV-richtlijn", inclusief
wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG
Elektrische aansluiting
Zie het typeplaatje voor gegevens over de elektrische aansluiting. De op
het typeplaatje van de machine aangegeven nominale spanning en
stroomsoort moeten overeenkomen met netspanning en stroomsoort
op de plaats van opstelling. De vereiste elektrische zekering kan
eveneens op het typeplaatje worden gevonden.
2
= 0,1–1,0MPa)
-1
Aanwijzingen voor de vakman
Bij een aansluiting op het stroomnet zonder stekker moet op de
juiste aansluiting worden gelet. Neem de desbetreffende voorschriften
in het opstellings- en aansluitvoorschrift in adt.
Bij omschakelbare machines vindt u het omschakelschema op het deksel van de aansluitkast aan de achterzijde van de machine.
In het hoofdstuk "Wat doen, als …" zijn enkele storingen genoemd die u
zelf kunt verhelpen. Kijk daar eerst in het geval van een storing. Als u
daar geen aanwijzingen vindt, neem dan contact op met de afdeling
klantenservice. Deze is bij u in de buurt en kan – indien noodzakelijk –
snel ter plaatse zijn.
(Adressen en telefoonnummers vindt u in het overzicht
"Garantievoorwaarden/ afdeling klantenservice".)
Bereid uw gesprek altijd goed voor. U vergemakkelijkt daardoor de
diagnose en de beslissing of een bezoek van de klantenservice nodig is.
Met onze checklist kunt u belangrijke informatie vóór het
telefoongesprek verzamelen:
Noteer het E/PNC-nummer en het F-nummer. Beide vindt u op het
typeplaatje aan de binnenzijde van de deur van uw wasautomaat.
E/PNC-nr.......................
F-nr......................
Noteer bovendien zo nauwkeurig mogelijk:
• Hoe doet zich de storing voor?
• Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Wanneer zijn ook tijdens de garantieperiode kosten verschuldigd?
– als u de storing met behulp van de storingentabel (zie het gedeelte
"Wat doen, als ...") zelf had kunnen verhelpen,
– als de klantenservice-monteur meermaals moet rijden omdat hij voor
zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
daardoor b.v. onderdelen moet halen. U kunt het meermaals rijden
voorkomen door uw telefoongesprek op de hierboven beschreven
wijze goed voor te bereiden.
111
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.