Lees deze informatie aandachtig door.
Lees vooral het hoofdstuk "Veiligheid“ op de eerste pagina's. Bewaar dit
boekje goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het door aan een
eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
1
(Waarschuwing! , Voorzichtig! , Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aanwijzingen.
0 1. Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
2
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen
om kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat is er aan de
hand als...“.
Gedrukt op milieuvriendelijk geproduceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u op het volgende te wijzen.
Vóór het in gebruik nemen
• Lees de "Opstel- en aansluitaanwijzing“ achter in dit boekje.
• Bij aflevering van het apparaat in de winter met temperaturen onder
nul: wasautomaat vóór het in gebruik nemen 24 uur op kamertempe-
ratuur laten staan.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasautomaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik, voor
het wassen van wasgoed. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventuele schade niet
door de garantiebepalingen gedekt.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Gebruik alleen wasmiddelen die geschikt zijn voor wasautomaten. Let
op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let hier
ook op bij het wassen van voorbehandeld wasgoed.
• Gebruik de wasautomaat niet voor chemische reiniging.
• Kleur- en ontkleuringsmiddelen mogen alleen in de wasautomaat ge-
bruikt worden, als de fabrikant van deze producten uitdrukkelijk aangeeft dat dat mogelijk is. Voor eventuele schade zijn wij niet
verantwoordelijk.
• Gebruik alleen leidingwater. Gebruik regenwater alleen als dat aan de
voorschriften volgens DIN1986 und DIN1988 voldoet.
• Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het
kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water worden afgetapt
(zie hoofdstuk "Water aftappen“).
6
Gebruiksaanwijzing
Veiligheid van kinderen
• Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn
voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de
buurt van kinderen houden.
• Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht
als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de wasautomaat
spelen - ze zouden zichzelf of andere kinderen in het apparaat kunnen opsluiten.
• Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel van
de wasautomaat klimmen.
• Als u het toestel afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak
het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker en
snoer weg. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere kinderen niet in het
apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
• Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
• Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer beschadigd is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo beschadigd
zijn, dat de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
• Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken. Bovendien de stekker uit het stopcontact trekken of - bij vaste aansluiting - automatische zekering in de huisinstallatie uitschakelen of
zekering geheel uitdraaien.
• Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
• Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
• Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op kortsluiting!
• Bij wasprogramma's met hoge temperaturen wordt het deurglas heet.
Niet aanraken!
• Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp gaat
reinigen of noodontgrendeling van de deur gaat toepassen.
• Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op
kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de wasautomaat houden.
7
Gebruiksaanwijzing
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen!
Verwijder de verpakking van de wasautomaat op de juiste manier. Alle
gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en kunnen hergebruikt worden.
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte codering:
>PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
>PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers
(volkomen CFK-vrij)
>POM< voor polyoxymetheen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oud apparaat verwijderen!
Als u het apparaat afdankt, lever het dan in bij uw vakhandelaar of informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking
in uw woonplaats.
2 Milieutips
• Bij normaal verontreinigd wasgoed is voorwas niet nodig. Zo bespaart
u wasmiddel, water en tijd (en u ontziet het milieu).
• Bijzonder zuinig werkt de wasautomaat, als u met een volle trommel
wast.
• Doseer bij kleine hoeveelheden wasgoed slechts de helft tot twee
derde van de aangegeven hoeveelheid wasmiddel.
• Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen worden verwijderd. Dan kunt u op een lagere temperatuur wassen.
• Was licht tot normaal verontreinigde witte was op de E-stand.
• Vaak is wasverzachter niet nodig. Probeert u het eens! Als u een was-
droger gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter zacht
en wollig.
• Bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II, zie "Wasen nabehandelingsmiddelen“) moet u waterontharder gebruiken.
Het wasmiddel kunt u dan voor hardheid I (= weich) doseren.
8
Beschrijving van het apparaat
Frontaanzicht
lade voor
was- en
nabehandelingsmiddel
schroefvoeten
(in hoogte
verstelbaar);
links achter:
automatische
stelvoet
Gebruiksaanwijzing
bedienings-paneel
typeplaatje
(achter de deur)
deur
klepje voor de
afvoerpomp
Lade voor was- en nabehandelingsmiddel
hoofdwasmiddel
(poedervormig) en
eventueel ontharder
De programmakiezer bepaalt het
verloop van het wasproces (bijv.
waterniveau, trommelbeweging,
aantal spoelgangen, centrifugetoerental) aangepast aan de betreffende textielsoort, en de sop
temperatuur.
indicatie van het
programmaverloop
programmakiezer
toets
START/
PAUZE
indicatie OVERDOSERING
10
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op
alle andere standen is de wasautomaat ingeschakeld.
WITTE WAS/BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (katoen/linnen) op 30 °C tot 95 °C.
E-STAND: Energiebesparend programma op ca. 67 °C voor licht tot nor-
2
maal verontreinigde witte was, verlengde wastijd (niet te combineren
met KORT en VLEKKEN).
Gebruiksaanwijzing
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (mengweefsels) op 40 °C tot
60 °C.
STRIJKVRIJ: Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat m.b.v. dit
programma nog slechts licht of helemaal niet gestreken hoeft te worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was op 30 °C of 40 °C.
WOL/P (handwas)
Hoofdwas (koud tot 40 °C) voor in de machine wasbare wol en voor
wasbare wol en zijde met het wasetiket ï (handwas).
SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand gewassen goed (2 spoelgangen, vloeibaar nabehandelingsmiddel uit inspoelvakje æ wordt ingespoeld, kort centrifugeren).
STIJVEN
Apart stijven, apart wasverzachten, apart impregneren van vochtig
wasgoed (1 spoelgang, vloeibaar nabehandelingsmiddel uit inspoelvakje æ wordt ingespoeld, centrifugeren).
POMPEN
Wegpompen van het water na een spoelstop (zonder centrifugeren).
Spoelstop betekent: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen,
3
het wordt niet gecentrifugeerd.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na een spoelstop en centrifugeren, resp.
apart centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
KORT CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na een spoelstop en voorzichtig centrifugeren, resp. apart voorzichtig centrifugeren van teer textiel (kreukherstellend goed, fijne was, wol).
11
Gebruiksaanwijzing
Toetsen voor extra programma's
Met de toetsen voor extra programma's kunt u het
wasprogramma aanpassen aan de mate van verontreiniging van het wasgoed. Voor normaal verontreinigd goed zijn extra programma's niet nodig.
Afhankelijk van het programma kunnen verschillende functies met elkaar worden gecombineerd.
VOORWAS
Koud voorwassen vóór de automatisch volgende
hoofdwas. Met tussendoor centrifugeren bij WITTE/
BONTE WAS, zonder tussendoor centrifugeren bij
KREUKHERSTELLEND en FIJNE WAS.
INWEKEN
Ca. 1 uur op 30 °C of 40 °C, afhankelijk van het ingestelde programma.
Met toets STARTTIJDKEUZE te verlengen tot max. 19 uur. Daarna volgt
automatisch de hoofdwas.
KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed.
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd wasgoed of van wasgoed
met vlekken. (Vlekkenzout wordt op het juiste moment tijdens het programma ingespoeld.)
12
Bij instelling WOL /P (handwas) kunnen de extra programma's niet
3
worden gekozen (eventueel ingedrukte toetsen werken niet).
Gebruiksaanwijzing
Verbruikswaarden en tijdsduur
De waarden voor de programma's in deze tabel zijn onder normomstandigheden bepaald. Voor gebruik in het huishouden vormen ze een handige richtlijn.
programmakiezer/temperatuur
WITTE/BONTE WAS 955391,65137
WITTE-/BONTE WAS 60
WITTE-/BONTE WAS 40 5440,55122
KREUKHERSTELLEND 402,5450,42102
FIJNE WAS 302,5490,4068
WOL / P (handwas) 302420,2037
1) Aanwijzing: programma-instelling voor een test volgens EN 60 456. Afhankelijk
van waterdruk, -hardheid, -temperatuur, omgevingstemperatuur, textielsoort en
-hoeveelheid, gebruikt wasmiddel, schommelingen in de netspanning en gekozen
extra functies wijken de verbruikswaarden van de aangegeven waarden af.
1)
vulgewicht
in kg
5390,89125
Water
in liter
energie
in kWh
Indicatie van de looptijd
De looptijden van de wasprogramma's zijn af-
3
hankelijk van de wasgewoonten en de
situatie op de plaats van opstelling.
Zo kunnen bijv. soort en hoeveelheid
wasgoed, soort wasmiddel, water- en omgevingstemperatuur enz. de
duur van het wasprogramma beïnvloeden.
De wasautomaat slaat van elk programma de looptijden van de laatste
wasbeurten op en berekent daaruit de gemiddelde looptijd voor het
programma. De gemiddelde looptijd geeft het multidisplay bij de volgende was aan.
Na verschillende malen wassen wordt zo de looptijd die in het multidisplay wordt aangegeven, aangepast aan de wasgewoonten en de situatie
op de plaats van opstelling.
tijd in mi-
nuten
13
Gebruiksaanwijzing
Wat betekent "update“?
De wasprogramma's van uw wasautomaat worden door software
bestuurd.
Door nieuwe textielsoorten of nieuwe wasmiddelen kunnen in de toekomst nieuwe wasprogramma's nodig zijn. De software kan meestal
daaraan worden aangepast.
Voor meer informatie over "update“ kunt u contact opnemen met onze
service-afdeling. De service-afdeling kan u ook meer vertellen over de
kosten van een "update“.
Beveiliging tegen wateroverlast
aqua-control + aqua-alarm
Bij beschadiging van de toevoerslang blokkeert het systeem direct aan
de waterkraan de verdere watertoevoer naar het apparaat.
Mocht op een andere plek water uit de machine komen, dan pompt de
afvoerpomp het water automatisch weg - ook als het apparaat uitgeschakeld is. De wasautomaat moet alleen aan het stroomnet aangesloten zijn. Als de beveiliging tegen wateroverlast in werking treedt, klinkt
tegelijk een waarschuwingssignaal.
14
Gebruiksaanwijzing
Vóór het in gebruik nemen
0 Voert u een wasgang zonder wasgoed uit (WITTE WAS 95, met halve
hoeveelheid wasmiddel).
Daardoor worden bij de fabricage ontstane vetresten in de trommel en
de kuip verwijderd.
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
• Wasgoed volgens wasetiket en soort sorteren (zie "Textielsoorten en
wasetiketten“).
• Zakken leegmaken.
• Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden enz.) verwijderen.
• Om te voorkomen dat het wasgoed beschadigt en een kluwen vormt:
ritssluitingen sluiten, slopen en dekbedovertrekken dichtknopen, losse
ceintuurs en lange schortbanden samenbinden.
• Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzak, anorak enz.) binnenste
buiten keren.
• Gebreid gekleurd textiel, wol en textiel met applicaties: binnenste
buiten keren.
• Kleine en tere stukken wasgoed (babysokjes, panty's, beha's enz.) in
een wasnetje, een kussensloop met ritssluiting of in een grote sok
wassen.
• Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Metalen of kunststof rolletjes of haken verwijderen of de vitrages in een net of zak binden.
Voor beschadigingen kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.
• Gekleurd en wit wasgoed niet samen wassen. Wit wasgoed verkleurt
resp. vergrauwt dan.
• Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken kunt u de eerste keer beter apart wassen.
• Kleine en grote stukken tegelijk wassen! Daardoor verbetert de waswerking en het wasgoed wordt bij het centrifugeren gunstiger verdeeld.
• Wasgoed losschudden voordat u het in de machine doet.
• Wasgoed uit elkaar gevouwen in de trommel doen.
• Let op de aanwijzingen "apart wassen“ en "meermalen apart wassen“!
15
Gebruiksaanwijzing
Textielsoorten en wasetiketten
De wasetiketten helpen u bij de keuze van het juiste wasprogramma.
Het wasgoed moet volgens textielsoort en wasetiket worden gesorteerd. De aangegeven temperaturen in de wasetiketten zijn maximale
temperaturen.
witte was ç
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor deze textielsoort is het
programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
bonte was èë
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textielsoort is het programma WITTE/
BONTE WAS geschikt.
kreukherstellend goed êí
Textiel als kreukherstellend gemaakte katoen, weefsels gemengd met
katoen, viscose en synthetische weefsels met dit wasetiket vereisen een
mechanisch voorzichtiger behandeling. Voor deze textielsoort is het
programma KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ geschikt.
fijne was ì
Textiel dat uit verschillende lagen bestaat, textiel van microvezels,
viscose, synthetische weefsels en vitrages met dit wasetiket vereisen een
bijzonder voorzichtige behandeling. Voor deze textielsoort is het programma FIJNE WAS geschikt.
16
wol en bijzonder teer wasgoed 9 ìï
Textiel als wol, weefsels gemengd met wol en zijde met dit wasetiket
zijn bijzonder gevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textielsoorten is het programma WOL/P (handwas) geschikt.
Attentie! Textiel met het wasetiketñ (niet wassen!) mag niet in de
wasautomaat worden gewassen!
Gebruiksaanwijzing
Was- en nabehandelingsmiddelen
Welk was- en nabehandelingsmiddel?
Gebruik alleen was- en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat. Let altijd op de aanwijzingen van de fabrikant.
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel?
De hoeveelheid is afhankelijk:
• van de mate van verontreiniging van het wasgoed
• van de hardheidsgraad van het leidingwater
• van het vulgewicht
Als de wasmiddelfabrikant geen doseeraanwijzingen voor kleine hoe-
2
veelheden wasgoed geeft, doseert u bij halve belading een derde minder, bij nog kleinere belading en bij STRIJKVRIJ slechts de helft van de
hoeveelheid wasmiddel die voor een volle belading wordt geadviseerd.
Let op de gebruiks- en doseeraanwijzingen van de fabrikant van wasen nabehandelingsmiddel.
Waterontharder
Bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II) moet ontharder worden gebruikt. Let op de aanwijzingen van de fabrikant! Wasmiddel dan altijd voor hardheid I (= weich) doseren. Informatie over de
waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.
Omdat de waterontharder vóór het hoofdwasmiddel wordt ingespoeld
2
(voorontharding), is 80% van de op de verpakking aangegeven hoeveelheid ontharder voldoende.
Aanwijzingen m.b.t. de waterhardheid
hardheidsbereik
I - laag onder 10onder 1,8
II - gemiddeld 10 - 161,8 - 2,9
III - hoog boven 16boven 2,9
waterhardheid in °dH
(graden Duitse hardheid)
waterhardheid in mmol/ l
(millimol per liter)
17
Gebruiksaanwijzing
Wassen
Beknopte gebruiksaanwijzing
Een wasproces verloopt als volgt:
0 1. Het juiste wasprogramma instellen:
– met de programmakiezer programma en temperatuur instellen
– eventueel extra programma('s) instellen