gelieve deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te nemen.
Schenk in het bijzonder aandacht aan het hoofdstuk ”Veiligheid” op de
eerste bladzijden. Bewaar zorgvuldig deze gebruikersinformatie zodat u
ze later nog kan raadplegen. Geef deze gebruikersinformatie aan een
eventueel volgende koper van de wasmachine door.
Met de gevarendriehoek en/of de woorden (Waarschuwing!,
1
Opgepast!, Opgelet!) worden aanwijzingen benadrukt die belangrijk
zijn voor uw veiligheid of voor de functionaliteit van de wasmachine.
Deze dus absoluut naleven.
0 1. Dit teken begeleidt u stap voor stap bij de bediening van het toestel.
2. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Tips en aanwijzingen m.b.t. de rendabele en milieuvriendelijke toepas-
2
sing van het toestel zijn met een klaverblad gekenmerkt.
Deze gebruikersinformatie bevat aanwijzingen voor het zelf verhelpen
van eventueel opgetreden storingen, zie het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...”.
Indien u ondanks deze aanwijzingen nog problemen zou hebben, kan u
altijd terecht bij onze After-Sales-Service:
ELGROEP & AEG SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Tel.: 02/3630444
Hier krijgt u een antwoord op elke vraag inzake de uitrusting en het gebruik van uw toestel. Natuurlijk kan u er ook terecht met uw wensen,
suggesties en kritiek. Het is onze doelstelling om onze producten en
diensten in het belang van onze klanten verder te verbeteren.
Ingeval van technische problemen kan u altijd terecht bij onze serviceafdeling in uw buurt (de adressen en telefoonnummers vindt u in het
hoofdstuk ”Servicepunten”). Lees in dit verband ook het hoofdstuk
”Service”.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
De veiligheid van de elektrische apparaten van AEG voldoet aan de erkende regels van de techniek en aan de Duitse machineveiligheidswet.
Desondanks zien wij ons als fabrikant genoodzaakt om u met de onderstaande veiligheidsinstructies vertrouwd te maken.
Vóór de eerste inwerkingstelling
• Volg de ”Instructies voor plaatsing en aansluiting” verderop in deze
gebruikersinformatie.
• Ingeval de wasmachine tijdens de wintermaanden bij een tempera-
tuur onder nul geleverd wordt: De wasmachine vóór de inwerkingstelling gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten komen.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasmachine is enkel bedoeld om voor huishoudens gebruikelijk
wasgoed te wassen. Wanneer de wasmachine voor een ander doel gebruikt of op een verkeerde manier bediend wordt, kan de fabrikant
niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade.
• Het ombouwen of veranderen van de wasmachine is om veiligheids-
redenen niet toegelaten.
• Gebruik enkel wasmiddelen die voor de wasmachine geschikt zijn.
Leef de voorschriften van de wasmiddelenfabrikant na.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let
daar dus ook op tijdens het wassen van voorgewassen wasgoed.
• Gebruik de wasmachine niet voor chemische reiniging.
• Kleur-/ontkleuringsmiddelen mogen enkel in de wasmachine gebruikt
worden wanneer de fabrikant van deze producten dit uitdrukkelijk
toelaat. Voor eventuele schade kunnen wij niet aansprakelijk gesteld
worden.
• Gebruik enkel water van de waterleiding. Gebruik enkel regen- of ge-
bruikswater wanneer dit aan de vereisten volgens DIN1986 en
DIN1988 voldoet.
• Vorstschade valt niet onder de garantie! Wanneer de wasmachine
zich in een aan vorst blootstaande ruimte bevindt, moet er bij gevaar
voor vorst een noodaftap uitgevoerd worden (zie het hoofdstuk ”Een
noodaftap uitvoeren”).
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
De veiligheid van kinderen
• Verpakkingsonderdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen gevaarlijk
zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de
buurt van kinderen houden.
• Kinderen hebben vaak geen besef van de gevaren in verband met
elektrische toestellen. Voorzie daarom het noodzakelijke toezicht
tijdens de werking van de wasmachine en laat kinderen nooit met
de wasmachine spelen – het gevaar bestaat dat kinderen er zich in
opsluiten.
• Zorg ervoor dat kinderen of kleine dieren niet in de trommel van de
wasmachine klouteren.
• Voor het wegwerpen van de wasmachine: Maak de netstekker los,
vernietig het deurslot, snij de elektrische voeding door en verwijder
de stekker en de resterende kabel. Zo kunnen spelende kinderen zich
niet in de trommel opsluiten en niet in levensgevaar geraken.
Algemene veiligheid
• Een eventuele herstelling van de wasmachine mag enkel door een
vakman uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen
ernstige gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot onze klantendienst of uw vakhandel.
• Stel de wasmachine nooit in werking wanneer het netsnoer bescha-
digd is of het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel dusdanig
beschadigd zijn dat de binnenzijde van de wasmachine volledig toegankelijk is.
• Schakel de wasmachine uit vooraleer deze te reinigen of te onder-
houden. Haal ook de netstekker uit het stopcontact of – ingeval van
een vaste aansluiting – de stroomveiligheid in de zekeringkast opzetten of de schroefveiligheid volledig uitdraaien.
• Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, het apparaat loskoppelen
van het elektriciteitsnet en de waterkraan dichtdraaien.
• De netstekker niet aan de kabel doch aan de stekker zelf uit het stop-
contact trekken.
• Veelvoudige contactstoppen, koppelingen en verlengsnoeren mogen
niet gebruikt worden. Brandgevaar door oververhitting!
• De wasmachine nooit met een waterstraal afspuiten.
Elektrokutiegevaar!
• Bij wasprogramma' s met hoge temperaturen wordt het glas in de
deur heet. Niet aanraken!
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
• Laat het loogwater vóór een noodaftap van de wasmachine, een rei-
niging van de loogpomp of een noodopening van de deur eerst afkoelen.
• Kleine dieren kunnen elektriciteitskabels en waterslangen aanvreten.
Elektrokutiegevaar en gevaar van waterschade! Kleine dieren buiten
de ruimte met de wasautomaat houden.
2 Weggooien
Het verpakkingsmateriaal verwijderen!
De verpakking van uw wasmachine naar behoren verwijderen. Alle materialen die het symbol dragen, kunnen hergebruikt worden. Geef
deze in een speciaal voor recycling ingerichte stortplaats af (inlichtingen bij uw gemeentediensten).
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte co-
dering:
>PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
>PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers
(volkomen CFK-vrij)
>POM< voor polyoxymethyleen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
g
Een oud toestel afdanken!
Wanneer u uw toestel op een dag definitief buiten werking stelt, brengt
u het naar het dichtste recyclingcentrum of naar uw speciaalzaak.
8
Page 9
Gebruiksaanwijzing
2 Milieutips
• Voor doorsnee vervuild wasgoed is een voorwasgang of voorweken
niet nodig. Zo spaart u wasmiddelen, water en tijd (en belast u minder het milieu!).
• De wasmachine werkt bijzonder zuinig wanneer u de aangegeven
vulgewichten gebruikt.
• In geval van kleine washoeveelheden enkel de helft tot twee derden
van de aanbevolen dosis aan wasmiddel gebruiken.
• Door de goede voorbehandeling van vlekken en vuil kunt u bij een la-
gere temperatuur wassen.
• Vaak zijn ook wasverzachters niet nodig. Probeer het eens! Wanneer
u een droogautomaat gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter zacht en vlokkig.
• Ingeval van een gemiddelde tot een hoge waterhardheid (vanaf hard-
heidsgraad II, zie “Was- en verzorgingsmiddelen”) dient u waterontharders te gebruiken. Het wasmiddel kan dan altijd voor
hardheidsgraad I (= zacht) gedoseerd worden.
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Beschrijving van het toestel
Vooraanzicht
Schuiflade
voor was- en
verzorgingsmiddelen
Bedieningspaneel
Typeplaatje
(achter de vuldeur)
Vuldeur
Regelvoetjes (in de
hoogte instelbaar)
Schuiflade voor was- en verzorgingsmiddelen
Hoofdwasmiddelen
(poedervormig) en
eventueel ontharders
Met de programmakeuzeknop bepaalt u het type wasgang
(b.v. waterstand, beweging van de
trommel, aantal spoelgangen, centrifugetoerental) overeenkomstig
het te behandelen soort wasgoed
en de temperatuur van het sop.
Indicator van het
programmaverloop
Programmakeuzeknop
Toets
START/
PAUZE
Aanduiding OVERDOS.
UIT
Schakelt wasmachine uit, op alle andere standen is de machine ingeschakeld.
Voor het corrigeren van per ongeluk gekozen programmainstellingen,
de programmakeuzeknop in de positie UIT draaien. De oorspronkelijke
toestand is weer hersteld.
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND
Hoofdwasgang van 20 °C tot 95 °C universeel te gebruiken voor witte/
bonte was (katoen/linnen), kreukherstellend (gemengde weefsels, b.v.
katoen/polyester) en synthetische stoffen. Hoofdwasgang past zich aan
de verschillende weefselsoorten en vulhoeveelheden aan. Bij overwegend katoen/linnen wordt een programma voor kook/bonte was gedraaid, bij overwegend synthetische stoffen een programma voor
kreukherstellende was. Bij een belading met enkel kreukherstellend textiel mag de vulhoeveelheid de 2,5 kg niet overschrijden teneinde verhoogde kreukvorming te voorkomen.
SPOELEN
Afzonderlijk spoelen, afzonderlijk impregneren van vochtige was
(1 spoelgang, vloeibaar spoelmiddel uit spoelvak æ wordt in de machine gespoeld, centrifugeren).
Wanneer een afzonderlijke spoelgang wordt uitgevoerd, geen verzorgingsmiddel in het inspoelvakje doen.
POMPEN
Wegpompen water na een spoelstop (zonder centrifugeren).
Spoelstop betekent: de was blijft in het laatste spoelwater liggen en
3
wordt niet gecentrifugeerd.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na een spoelstop en centrifugeren of afzonderlijk centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was en
kreukherstellende was.
12
KORT CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na een spoelstop en delicaat centrifuge-renof afzonderlijk delicaat centrifugeren van gevoelig textiel (fijne was,
wol) bij laag toerental.
FIJNE WAS
Wasprogramma voor fijne was op 30 °C of 40 °C.
WOL / P (Handwas)
Hoofdwasgang (koud tot 40 °C) voor in de machinewasbare wol en
voor wol met wasvoorschrift ï (handwas).
Page 13
Gebruiksaanwijzing
ZIJDE / P (handwas)
Hoofdwasgang op 30 °C voor hand- en machinewasbare zijde.
Aangezien het bij zijde om een zeer gevoelige textielsoort gaat, advise-
3
ren wij, indien mogelijk, slechts een kledingstuk te wassen, en zijde in
geen geval samen te wassen met andere, ruwe textielsoorten.
Voor uiterst gevoelige zijde kan met de toets TIME SAVE een nog zachtere behandeling plaatsvinden.
FASHION
Bijzonder delicaat, speciaal programma op 40 °C voor moderne textielsoorten als viscose, modal, cupro en lyocell, met zachtere behandeling
dan met het programma FIJNE WAS en met intensievere reinigende
werking dan in de handwasprogramma's.
OPFRISSEN
Ca. 20 minuten durend speciaal programma op 30 °C voor kort wassen
van textiel zoals eenmaal gedragen, licht vervuilde sportkleding.
STRIJKVRIJ
Hoofdwasgang op 40 °C voor kreukherstellend textiel, dat aansluitend
op dit programma nog slechts licht of zelfs helemaal niet gestreken
hoeft te worden.
ENERGIEBESPAREN
2
Sterk energie- en waterbesparend wasprogramma op ca. 60 °C voor
licht tot normaal vervuilde witte/bonte was (katoen/linnen) met verlengde wastijd.
Toetsen voor extra programma's
De toetsen voor de extra programma's dienen om
het hoofdwasprogramma aan de mate van vervuiling van de was aan te passen. Bij normaal vervuilde
was zijn extra programma's als VOORWAS en
VLEKKEN niet nodig.
Al naargelang het programma kunnen verschillende
functies met elkaar worden gecombineerd.
VOORWAS (Voorwas/Inweken)
Koud voorwassen voorafgaand aan de automatisch
erop volgende hoofdwas. Met de toets STARTTIJDKEUZE zal de voorwas inweken om op te warmen.
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
BEHOEDZAAM
Speciaal extra programma met duidelijk verhoogde spoelwerking
(extra spoelgang) bij gelijktijdig verbeterde delicate behandeling van de
weefsels (verminderde trommelbeweging). Ideaal wanneer er vaak moet
worden gewassen, b.v. bij overgevoeligheid van de huid. Als extra kan
nog SPOELEN+ worden gekozen.
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken. (Vlekkenzout of vlekkentabs werden op het optimale programmatijdstip aan het water toegevoegd.)
Bij de instelling WOL/P (handwas) kunnen met de toetsen geen extra
3
programma's worden gekozen.
TIME SAVE
Verkorte hoofdwasgang voor licht vervuilde was kan bij het programma
WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND op drie niveaus worden ingesteld,
bij andere programma's op twee niveaus.
Programmaduur
14
Programma
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND op 60 °C
Andere programma's,
b.v. FIJNE WAS op 30 °C
Zonder TIME SAVEMet TIME SAVE
1 x op toets
drukken
119 m in91 min63 min
68 min52 min-
2 x op toets
drukken
Programmeerbare functies
De programmeerbare functies extra spoelgang (SPOELEN+), sopafkoeling en variomatic los centrifugeren worden beschreven in het hoofd-
stuk “Wat te doen als ....”
Page 15
Gebruiksaanwijzing
Verbruikswaarden en tijdsduur
De waarden voor gekozen programma's in de volgende tabel worden
gegeven als onder standaard condities. De verbruikswaarden hangen
niet alleen af van de gekozen instellingen [extra functies] maar ook van
uiterlijke omstandigheden b.v. watertemperatuur en/of gebruikte wasmiddelen. Voor toepassing voor huishoudelijke doeleinden vormen deze
waarden echter een nuttige indicatie.
Programmakeuzeknop
(Temperatuur)
ENERGIEBESPAREN
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND 95
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND 60
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND 40
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND 60
ECO TIME (1x drukken)
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND 40
ECO TIME (1x drukken)
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND 40
ECO TIME (2x drukken)
FIJNE WAS 30Synthetische
WOL / P (Handwas) 302420,1635
1)
1)
1)
Textielsoort
katoen5390,85120
katoen5421,80148
katoen5420,9511 9
katoen5490,5511 6
Synthetische
stoffen
Synthetische
stoffen
Synthetische
stoffen
stoffen
Hoeveelheid
in kg
2,5480,7091
2,5480,5088
2,5420,5059
2,5540,3568
Water
in liter
Energie
in kWh
Tijd in
minuten
1) Aanwijzing: Programmainstelling voor controle volgens resp. EN 60 456 en
IEC 60 456.
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
Looptijdindicatie
De looptijd van het wasprogramma hangt
3
af van de wasgewoonten en omstandigheden op de plaats waar de machine is opgesteld. Zo kuntnen bijv. type en hoeveelheid
wasgoed, soort wasmiddel, water- en kamertemperatuur
enz. de duur van het wasprogramma beïnvloeden.
Wat betekent “update”?
De wasprogramma' s van uw wasmachine worden door een software
gestuurd.
Nieuw textiel of nieuwe wasmiddelen kunnen in de toekomst nieuwe
wasprogramma' s vergen. De software kan meestal daaraan aangepast
worden.
Gelieve u tot de klantenservice te wenden voor meer informatie over
een “update”.
Waterbeveiliging Aqua Control +
Aqua Alarm
Ingeval van schade aan de toevoerleiding wordt de verdere watertoevoer naar de wasmachine direct aan de waterkraan geblokkeerd door
het beveiligingssysteem.
Indien er op een andere plaats water wegloopt, pompt de afvoerpomp
automatisch de wasmachine leeg – zelfs wanneer deze uitgeschakeld is.
De wasmachine hoeft enkel aan het elektriciteitsnet aangesloten te
worden. Wanneer het waterbeveiligingssysteem ingeschakeld wordt,
weerklinkt er een waarschuwingssignaal.
16
Page 17
Gebruiksaanwijzing
Voor de eerste wasbeurt
0 Draai een eerste wasgang zonder was (WITTE/BONTE WAS, KREUKHER-
STELLEND 95, met een halve hoeveelheid wasmiddel).
Daardoor worden restanten van de fabrikage aan de trommel en de
schuiflade verwijderd.
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
• Wasgoed volgens wasetiket sorteren (zie "Textielsoorten en wasetiketten“).
• Zakken leegmaken.
• Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden enz.) verwijderen.
• Om te voorkomen dat het wasgoed beschadigt en een kluwen vormt:
ritssluitingen sluiten, slopen en dekbedovertrekken dichtknopen, losse
ceintuurs en lange schortbanden samenbinden.
• Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzak, anorak enz.) binnenste
buiten keren.
• Gebreid gekleurd textiel, wol en textiel met applicaties: binnenste
buiten keren.
• Kleine en tere stukken wasgoed (babysokjes, panty's, beha's enz.) in
een wasnetje, een kussensloop met ritssluiting of in een grote sok
wassen.
• Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Metalen of kunststof rolletjes of haken verwijderen of de vitrages in een net of zak binden.
Voor beschadigingen kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.
• Gekleurd en wit wasgoed niet samen wassen. Wit wasgoed verkleurt
resp. vergrauwt dan.
• Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken kunt u de eerste keer beter apart wassen.
• Kleine en grote stukken tegelijk wassen! Daardoor verbetert de waswerking en het wasgoed wordt bij het centrifugeren gunstiger verdeeld.
• Wasgoed losschudden voordat u het in de machine doet.
• Wasgoed uit elkaar gevouwen in de trommel doen.
• Let op de aanwijzingen "apart wassen“ en "meermalen apart wassen“!
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
Soorten wasgoed en behandelingsetiketten
De behandelingsetiketten helpen bij de keuze van het juiste wasprogramma. Het wasgoed moet naar soort en behandelingsetiket worden
gesorteerd. De temperatuuraanduidingen op de behandelingsetiketten
zijn maxima.
Witte was ç
Textiel van katoen (cotton) en Linnen met dit behandelingsetiket is ongevoelig voor mechanische belasting en hoge temperaturen.
Voor dit soort wasgoed is het programma WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND geschikt.
Bonte was
Katoenen en linnen textielsoorten met dit behandelingsetiket zijn ongevoelig voor mechanische belasting. Voor dit soort wasgoed is het
programma WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND geschikt.
Kreukherstellend wasgoed êí
Textielsoorten als geappreteerde katoen, gemengde katoenen weefsels
en synthetische stoffen met dit behandelingsetiket vragen een mechanisch mildere behandeling. Voor dit wasgoed zijn er de programma's
WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND enSTRIJKVRIJ.
Fijne was
Textielsoorten als gelaagde vezels, microvezels, synthetische stoffen en
gordijnen met dit behandelingsetiket hebben een delicate behandeling
nodig. Voor dit wasgoed is het programma FIJNE WAS geschikt.
18
Viscose íì
Moderne textielsoorten als viscose, cupro, lyocell, modal e.d. hebben
een zeer delicate behandeling nodig. Voor dit wasgoed is het programma FASHION geschikt.
Wol/zijde en andere soorten gevoelig wasgoed 9ìï
Textielsoorten als wol, gemengde wol en zijde met dit behandelingsetiket zijn zeer gevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textielsoorten zijn de programma's WOL/P (handwas) en ZIJDE/P
(handwas) geschikt.
Waarschuwing! Textielsoorten met het behandelingsetiket ñ
(niet wassen!) mogen niet in de wasmachine worden gewassen!
Page 19
Gebruiksaanwijzing
Was- en verzorgingsmiddelen
Welk was- en verzorgingsmiddel?
Gebruik was- en verzorgingsmiddelen die voor een wasmachine geschikt zijn. In principe de aanwijzingen van de fabrikant naleven.
Hoeveel was- en verzorgingsmiddel?
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van:
• van de vervuilingsgraad van het wasgoed
• van de hardheidsgraad van het leidingwater
• de hoeveelheid wasgoed
Wanneer de wasmiddelenfabrikant geen doseringen voor kleinere was-
2
beurten opgeeft, voeg dan voor een halve belading één derde minder
en voor kleine beladingen evenals STRIJKVRIJ slechts de helft van de
dosis aan wasmiddel toe die voor een volle belading aangeraden wordt.
Let op de informatie vanwege de producent omtrent het gebruik en de
dosis van de was- en verzorgingsmiddelen.
Waterontharder
Ingeval van een gemiddelde tot een hoge waterhardheid (vanaf hardheidsgraad II) moeten er ontharders gebruikt worden. De aanwijzingen
van de fabrikant naleven! Het wasmiddel dan altijd volgens hardheidsgraad I (= zacht) doseren. Voor informatie over de plaatselijke waterhardheid kan u terecht bij het bevoegde waterleidingbedrijf.
Omdat de waterontharder vóór het hoofdwasmiddel wordt ingebracht
2
(voorafgaande waterontharding), volstaat tachtig procent van de op de
verpakking aangegeven hoeveelheid ontharder.
Aanwijzingen over de waterhardheid
Waterhardheid in °dH
Hardheidsbereik
I – zacht0 – 7tot 1,3
II – middelhard7 – 141,3 – 2,5
III – hard14 – 212,5 – 3,8
IV – zeer hardmeer dan 21meer dan 3,8
(graad van de Duitse wa-
terhardheid)
Waterhardheid in mmol/l
(millimol per liter)
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
Een wasgang uitvoeren
Beknopt overzicht
Een wasgang verloopt in de volgende stappen:
0 1. Het juiste wasprogramma instellen:
– Programma en temperatuur instellen met de programmakeuzeknop
– eventueel extra programma kiezen
Na afloop van het wasprogramma:
Opgelet! Wanneer het wasprogramma eindigde met geen centr., eerst
POMPEN, CENTRIFUG. of KORT CENTR. alvorens de vuldeur te openen.
8. Deur openen, was uit de machine nemen.
9. Wasautomaat uitzetten: programmakeuzeknop op UIT draaien.
20
Page 21
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma instellen
Geschikt programma, de juiste temperatuur en mogelijke extra pro-
3
gramma's voor de betreffende soort wasgoed, zie “Programmatabellen”.
0 1. Met de programmakeuzeknop
gewenst wasprogramma en temperatuur instellen.
In het multidisplay wordt de
verwachte duur van het ingestelde programma in minuten
aangegeven.
2. Eventueel Toets extra programma's indrukken:
De indicatie van het gekozen extra programma
brandt.
– Voor herkiezen een andere toets indrukken.
– Bij niet herkiezen de toets nogmaals indrukken.
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Het toerental van centrifugeren wijzigen/spoelstop kiezen
0 Eventueel het centrifugetoerental voor het eind-
centrifugeren veranderen/GEEN CENTR.
selecteren:
De toets centrifugetoerental/GEEN CENTR. blijven
indrukken tot de aanduiding van het gewenste
centrifugetoerental (en/of van GEEN CENTR.)
brandt.
Wanneer u GEEN CENTR. instelt, blijft het wasgoed
in het laatste spoelwater liggen en wordt er niet gecentrifugeerd.
Wanneer u het toerental van centrifugeren niet wijzigt, wordt het eind-
3
centrifugeren automatisch aan het wasprogramma aangepast.
Het toerental voor het tussencentrifugeren is afhankelijk van het gekozen programma en kan niet worden gewijzigd.
22
Page 23
Gebruiksaanwijzing
Starttijdkeuze/Inweektijd instellen
Starttijdkeuze
De toets STARTTIJDKEUZE maakt het mogelijk de start van een wasprogramma met 1 tot maximaal 19 uur op te schuiven.
0 1. Wasprogramma kiezen.
2. Toets STARTTIJDKEUZE indrukken.
3. Toets START/PAUZE indrukken.
Bij gekozen uitstel van de start brandt de
indicatie STARTTIJDKEUZE.
Druk net zo vaak op de toets STARTTIJDKEUZE tot in het multidisplay het gewenste uitstel van de start verschijnt, bijv. in de vorm12h voor uitstel van de programmastart van
12 uur. Wanneer19h aangegeven wordt en u drukt nogmaals, dan is de
starttijdkeuze weer opgeheven. De looptijd van het ingestelde wasprogramma verschijnt (weergave in minuten, b. v.120).
De ingestelde starttijdkeuze kan ook worden opgeheven door de programmakeuzeknop in de positie UIT te zetten.
Inweektijd
Door de toets VOORWAS ingedrukt te houden, kan met de toets STARTTIJDKEUZE de inweektijd met 1 tot maximaal 9 uur worden verlengd.
0 1. Toets VOORWAS indrukken.
2. Toets STARTTIJDKEUZE indrukken.
Inweken is ingesteld, de indicatie LOOPTIJD brandt.
De inweektijd is nu ca. 1 uur.
3. Door opnieuw indrukken van de toets STARTTIJDKEUZE kan de inweektijd per uur worden verlengd.
De indicaties LOOPTIJD en STARTTIJDKEUZE gaan branden.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
De vuldeur openen en sluiten
0 Openen: Op de toets DEUR/LICHT drukken.
De vuldeur springt open.
0 Sluiten: De vuldeur goed toedrukken
De aanduiding DEUR/LICHT bij ingeschakeld toestel geeft aan dat de laaddeur kan geopend worden:
– groen: De deur kan geopend worden (dat is niet het geval wanneer
de programmabeveiliging geactiveerd is, zie daartoe het
hoofdstuk ”Programmabeveiliging”)
– uit:De deur kan momenteel niet geopend worden
– rood:De deur is open
Bij een geopende vuldeur wordt de wastrommel verlicht. De verlichting
3
gaat automatisch uit na ca. 3 minuten.
Wasgoed in de machine doen
Maximale vulgewicht zie “programmatabel”.
3
Aanwijzingen voor een juiste voorbereiding van de was zie “Wasgoed
sorteren en voorbereiden”.
0 1. Wasgoed naar soort en kleur sorteren en voorbereiden.
2. Deur openen: Toets DEUR/LICHT drukken. Deur springt open.
3. Was in de wasmachine doen.
Let op! Bij het sluiten van de deur ervoor
zorgen dat er geen wasgoed tussen klemt!
Textiel en apparaat kunnen hierdoor worden beschadigd!
4. Deur stevig sluiten.
24
Page 25
Was-/verzorgingsmiddel in de lade doen
Voor aanwijzingen met betrekking tot was- en verzorgingsmiddelen
3
raadpleegt u de paragraaf “Was- en verzorgingsmiddelen”.
0 1. Wasmiddelschuiflade openen: onder aan
de wasmiddelschuiflade in de klep vastpakken (1). Wasmiddellade er tot de
aanslag uit trekken (2).
2. Was-/verzorgingsmiddel in de lade doen.
Vak voor vlekkenzout/-tabs
(alleen voor extra programma
Vak voor poedervormig
hoofdwasmiddel/tabs
(Wanneer u waterontharder gebruikt en
u het rechtervak nodig hebt voor het
voorwas-/weekmiddel, dan de waterontharder op het hoofdwasmiddel in dit
vak doen.)
VLEKKEN)
Gebruiksaanwijzing
Vak voor vloeibaar verzorgingsmiddel
(Wasverzachter, Spoelmiddelen, Stijfsel)
Let op! Vak niet verder dan tot
de markering MAX vullen. Dikke vloeibare middelen
eventueel verdunnen tot aan de markering MAX,
stijfsel in poedervorm verdunnen.
Aanwijzing: een kleine hoeveelheid restwater in het vak
voor vloeibare verzorgingsmiddelen is normaal
en heeft geen invloed op het spoelresultaat.
Vak voor voorwas-/inweekmiddelen
(alleen voor extra programma VOORWAS)
of voor waterontharder
3. Schuiflade geheel naar binnen schuiven.
Bij gebruik van vloeibaar wasmiddel/tabs:
3
Vloeibaar wasmiddel of tabs in de door de wasmiddelfabrikant aangegeven dosering in de lade doen. Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel op.
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma starten
0 1. Controleer of de kraan opengedraaid is.
2. Wasprogramma starten: Toets START/PAUZE
indrukken.
De hoofdwasgang wordt gestart, resp. start na
het verlopen van de ingestelde starttijdkeuze.
Wanneer de indicatie DEUR/LICHT bij het indrukken van de toets
3
START/PAUZE rood knippert, dan is de vuldeur niet goed dicht. Vuldeur
stevig aandrukken en de toets START/PAUZE nogmaals indrukken.
bij ingestelde starttijdkeuze:
De ingestelde starttijdkeuze loopt af, in het multidisplay wordt de resterende tijd tot de programmastart (steeds in volledige uren) aangegeven. Gedurende deze tijd kunt u was navullen of de starttijdkeuze
wijzigen resp. afbreken
• Wasgoed toevoegen: Toets START/PAUZE indrukken, de vuldeur kan
worden geopend. Vervolgens deur sluiten en opnieuw toets
START/ PAUZE indrukken.
• Starttijdkeuze wijzigen resp. afbreken Toets STARTTIJDKEUZE zo vaak
indrukken tot de gewenste tijd wordt weergegeven; bij weergave van
de tijd van het programma (indicatie in minuten, bijv.120) start de
hoofdwasgang meteen.
26
Page 27
Gebruiksaanwijzing
Verloop van het wasprogramma
Indicatie van het programmaverloop
Voor de start worden de uit te voeren stappen van het
programma door de indicatie van het
programmaverloop. Terwijl het wasprogramma aan de
gang is, wordt getoond bij welke stap het programma
is aangekomen.
Multidisplay
De te verwachten restlooptijd (in minuten)
wordt, tot het programma beëindigd is,
weergegeven op het multidisplay.
Tijdens de hoofdwasgang kan de restlooptijd gedurende het wassen
3
worden verlengd of kan deze kort stil blijven staan, aangezien het
wasprogramma zich tijdens het wassen aan de verschillende omstandigheden aanpast, [b.v. soort en hoeveelheid wasgoed, herkenning van
onbalans bij het centrifugeren, speciale spoelgang etc.).
Centrifugetoerental veranderen
Tijdens het wasprogramma kan het centrifugetoerental nog gewijzigd
worden of op GEEN CENTR. worden ingesteld.
Andere instellingen kunnen niet worden gewijzigd.
Programma afbreken
0 Om het wasprogramma af te breken de programmakeuzeknop op UIT
draaien.
Met de toets START/PAUZE kan het hoofdwasprogramma ieder moment
3
worden onderbroken en door het nogmaals indrukken van de knop
weer worden voortgezet.
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Wasgang beëindigd/Was uit de machine nemen
Nadat een wasprogramma is beëindigd, brandt EINDE op de indicatie
van het programmaverloop.
• Wanneer het programma STRIJKVRIJ werd gekozen, volgt er na het
einde van het programma een anti-kreukfase van ca. 30 minuten.
Het multidisplay geeft daarbij een resttijd aan van 1 minuut, en de
aanduiding EINDE brandt. Tijdens de anti-kreukfase kan de deur ieder
moment worden geopend en het wasgoed eruit gehaald.
• Wanneer GEEN CENTR. werd gekozen, knippert de indicatie naast de
toets START/PAUZE.
0 1. Na een spoelstop moet eerst het water worden weggepompt:
– Toets START/PAUZE indrukken (water wordt afgepompt en het
wasgoed volgens het gedraaide programma gecentrifugeerd; met de
toets centrifugetoerental/GEEN CENTR. kan het centrifugetoerental
ook tijdens het centrifugeren nog worden veranderd),
of
– programmakeuzeknop op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken (het water wordt zonder centrifugeren afgepompt),
of
– programmakeuzeknop op CENTR. of KORT CENTR. zetten en de toets
START/PAUZE indrukken (water wordt afgepompt en de was gecentri-
fugeerd of delicaat gecentrifugeerd).
Na het beëindigen van dit programmaonderdeel brandt de weergave
EINDE.
2. Deur openen:
Zodra de indicatie naast de toets DEUR/LICHT groen brandt, kan de deur
worden geopend (niet wanneer de programmabeveiliging is geactiveerd; zie daarover: “Programmabeveiliging”).
3. De was uit de machine nemen.
4. Programmakeuzeknop op UIT draaien;
5. Trek na het wassen de wasmiddelschuiflade een beetje naar buiten, zo-
dat hij drogen kan. De deur op een kier laten staan, zodat de wasautomaat kan luchten.
Wanneer de aanduiding OVERDOS. brandt, werd er in het
3
afgelopen wasprogramma teveel wasmiddel gebruikt.
Tijdens de volgende wasgang de door de wasmiddelenfabrikant aangegeven doseringen alsook het vulgewicht naleven!
Opgelet! Wanneer de wasmachine gedurende lange tijd niet wordt
gebruikt: De waterkraan sluiten en de stekker van de wasmachine uit
het stopcontact halen. (De waterbeveiliging Aqua Control met Aqua
Alarm functioneert niet ingeval van een onderbroken stroomtoevoer.)
28
Page 29
Gebruiksaanwijzing
Programmatabellen
Wassen
In onderstaande tabellen worden niet alle mogelijke, maar alleen de
voor het dagelijks gebruik gangbare en zinvolle instellingen beschreven.
Soort wasgoed
Wasvoorschriften
Witte/Bonte was
èç
Witte/Bonte was
ëèç
Kreukherstellend
îíê
Fijne was
ì
Max. vulge-
(drooggewicht)
3)
3)
2,5kg (of 15-20m
gordijnen)
1)
wicht
5 kgENERGIEBESPAREN
5 kg
2,5 kgOPFRISSEN 30
2,5 kg
1 kg
2,5 kgOPFRISSEN 30
2,5kgFASHION 40
Programmakeuzeknop
temperatuur [in °C]
2)
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND
20 tot 95
WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND
20 tot 60
KREUKHERSTELLEND
2
FIJNE WAS 30, 40
4)
40
mogelijke
extra
programma's
VOORWAS
BEHOEDZAAM
VLEKKEN
TIME SAVE
VOORWAS
BEHOEDZAAM
VLEKKEN
TIME SAVE
VOORWAS
BEHOEDZAAM
VLEKKEN
TIME SAVE
VOORWAS
VLEKKEN
TIME SAVE
VOORWAS
VLEKKEN
TIME SAVE
Wol/Handwas
9ìï
Zijde/Handwas ï1kgZIJDE/P 30TIME SAVE
1) De bepaling voor het vulgewicht is conform de norm EN 60456 Standard load.
2) In een emmer van 10 liter gaat ongeveer 2,5 kg droog wasgoed (katoen).
3) Programmainstellingen voor controle volgens resp. EN 60 456 en IEC 60 456 zijn
beschreven in het hoofdstuk “Verbruikswaarden en benodigde tijd”.
4) Alleen wanneer een vulgewicht van 1 kg (ongeveer 5 tot 7 kreukherstellende
herenoverhemden) wordt aangehouden, wordt kreuken in de was goeddeels vermeden.
Opgelet! Gebruik geen verzorgingsmiddelen voor meubilair of aggres-
sieve reinigingsmiddelen om het bedieningspaneel en onderdelen ervan
te reinigen.
0 Bedieningspanelen met een natte doek afvegen. Gebruik daartoe ge-
woon warm water.
Lade wasmiddel
De wasmiddellade moet nu en dan worden schoongemaakt.
0 1. Trek de wasmiddellade uit tot aan de aanslag.
2. Trek dan even kort aan de lade zodat ze uit de machine loskomt.
3. Het vakje voor wasverzachter uit
het middelste vak verwijderen.
4. Het vakje voor wasverzachter onder
stromend water reinigen.
5. De spoelvakken met warm water
van aan de achterzijde reinigen.
Daartoe kan best een flessenwisser
gebruikt worden.
6. Het vakje voor wasverzachter tot
aan de aanslag insteken zodat dit
vastzit.
31
Page 32
Gebruiksaanwijzing
7. De volledige spoelzone van de wasmachine, in het bijzonder ook de
sproeiers bovenaan de spoelkamer,
met een borstel reinigen.
8. De wasmiddelschuiflade in de geleiderrails aanbrengen en inschuiven.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij staal. Roestende vreemde voorwerpen in
het wasgoed kunnen roestafzettingen in de trommel veroorzaken.
Opgelet! De trommel van roestvrij staal niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol
reinigen. Onze klantenservice kan u de geschikte reinigingsmiddelen
bezorgen.
0 Eventuele roestafzettingen in de trommel met een poetsmiddel voor
roestvrij staal verwijderen.
Laaddeur
0 Controleer regelmatig of er geen resten of vreemde voorwerpen zijn
achtergebleven in de rubberen ring achter de laaddeur. In voorkomend
geval moeten deze voorwerpen worden verwijderd.
32
Page 33
Gebruiksaanwijzing
Wat te doen als ...
Oplossen van storingen
Probeer ingeval van een storing het probleem zelf te verhelpen met behulp van de onderstaande aanwijzingen. Wanneer u op de klantenservice een beroep moet doen voor één van de onderstaande storingen of
om een foutieve bediening te verhelpen, dan is het bezoek van de technicus van de klantenservice ook tijdens de garantieperiode niet gratis.
• Wanneer de foutcode C1 of C2 op het mul-
tidisplay aangegeven wordt, kan u de storing eventueel zelf verhelpen (zie de
onderstaande storingstabel).
Nadat de fout is opgelost, drukt u op de toets START/ PAUZE.
• Bij alle andere fouten die worden weergegeven (C en een getal of een
letter) schakelt u het apparaat uit en weer in. Stel het wasprogramma
opnieuw in en druk op de toets START/PAUZE.
Als de foutcode opnieuw wordt weergegeven, neem dan contact op
met de klantenservice en vermeld de foutcode.
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Wasautomaat doet het
niet.
Deur laat zich niet sluiten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering van het elektrische
systeem in uw woning is niet
in orde.
Deur is niet goed gesloten.
Toets START/PAUZE was niet
lang genoeg ingedrukt.
Kinderbeveiliging is
ingesteld.
Steek de stekker in het stopcontact.
Zekering vervangen.
Deur sluiten; De sluiting
moet hoorbaar vastklikken.
Toets START/PAUZE zo lang
indrukken tot het
programma begint.
Wasautomaat trilt tijdens het wassen of
staat niet stil.
(1
Filter in de schroefverbinding
in de toevoerslang is
verstopt.
Kraan heeft kalkaanslag of is
defect.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
De in de hoogte verstelbare
schroefpootjes zijn niet
correct ingesteld.
Er zit zeer weinig was in de
trommel (bijv. alleen een
badjas).
Water kan voor het centrifugeren niet volledig weggepompt worden omdat de
afvoerslang geknikt is of omdat de afvoerpomp verstopt
is.
De kraan dichtdraaien. Slang
van de kraan schroeven, filter
uitnemen en onder stromend
water schoonmaken.
Kraan controleren, eventueel
laten repareren.
Transportbeveiliging aan de
hand van de aanwijzingen
voor opstelling en
aansluiting verwijderen.
De pootjes aan de hand van
de aanwijzingen voor opstelling en aansluiting afstellen.
De functionering ondervindt
hiervan geen nadelige gevolgen.
Controleren hoe de afvoerslang loopt en zo nodig de
knik eruit halen of de afvoerpomp schoonmaken en zo
nodig vreemde voorwerpen
uit het pomphuis verwijderen.
34
Sop van de hoofdwas
schuimt te sterk.
Waarschijnlijk heeft u teveel
wasmiddel gebruikt.
Wasmiddel precies volgens
de aanwijzingen van de fabrikant doseren.
Page 35
Gebruiksaanwijzing
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Water loopt onder de
wasautomaat uit.
De ledigingspomp van
de wasautomaat loopt
voortdurend- ook bij
uitgeschakeld apparaat.
Wasverzachter wordt
niet in de machine gespoeld, vak æ voor
verzorgingsmiddel zit
vol water.
Schroefverbinding op toevoerslang zit niet vast.
Afvoerslang is niet dicht.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Was zit tussen de deur geklemd.
De noodafvoerslang is niet
goed afgesloten of lekt.
Beveiliging tegen wateroverlast Aqua control heeft gereageerd.
Het inzetstuk voor wasverzachter in het vak voor verzorgingsmiddel is niet goed
bevestigd of is verstopt.
Toevoerslang vastschroeven.
Afvoerslang controleren en
zo nodig vervangen.
Deksel goed sluiten.
Programma afbreken,
was tussen de deur uit halen.
Programma opnieuw starten.
Noodafvoerslang goed afsluiten (zie paragraaf “Noodafvoer”). Bij lekkende
noodafvoerslang, contact
opnemen met de klantenservice.
Kraan dichtdraaien, vervolgens de stekker uit het stopcontact trekken en
klantenservice op de hoogte
stellen.
Wasmiddelschuiflade reinigen, inzetstuk voor wasverzachter goed vastzetten.
Was is erg gekreukt.
Was is na het centrifugeren niet zo droog als
gebruikelijk.
Waarschijnlijk heeft u teveel
wasgoed in de machine gedaan.
De was kon voor het centrifugeren niet gelijkmatig in
de trommel worden verdeeld.
Maximale vulgewicht aanhouden (zie programmatabellen). Bij kreukherstellend
textiel het programma
STRIJKVRIJ kiezen.
Vul de trommel altijd zo vol
mogelijk met kleine en grote
stukken wasgoed.
35
Page 36
Gebruiksaanwijzing
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Was is niet goed gecentrifugeerd, in de
trommel is nog restwater zichtbaar.
Foutcode
verschijnt.
Deur kan bij ingeschakeld apparaat niet geopend worden.
In de wasmiddelschuiflade zitten aangekoekte resten wasmiddel.
(2
Er zit een knik in de afvoerslang.
Maximale pomphoogte (afvoerhoogte 1m vanaf de onderkant van het apparaat) is
overschreden.
Afvoerpomp is verstopt.
Bij sifonaansluiting: sifon is
verstopt.
Deur is om veiligheidsredenen vergrendeld (indicatie
DEUR/LICHT is uit).
Programmabeveiliging is
ingesteld.
Kraan is niet geheel opengedraaid.
Filter in de schroefverbinding
van de toevoerslang naar de
kraan of naar het apparaat is
verstopt.
Haal de knik uit de slang.
Neem contact op met de
klantenservice, voor afvoerhoogtes van meer dan 1m is
een speciale set beschikbaar.
Apparaat uitzetten en de
stekker uit het stopcontact
trekken, afvoerpomp
schoonmaken.
De kraan dichtdraaien.
Slang van kraan en apparaat
schroeven en filter reinigen.
36
Spoelwater is troebel.
Bij het indrukken van
een extra programmatoets gaat de betreffende indicatie niet
branden.
De indicatie van het
programmaverloop
knippert continu.
Oorzaak hiervan is vermoedelijk een wasmiddel met een
hoog silicaatgehalte.
Het gekozen extra programma kan niet met het ingestelde programma worden
gecombineerd.
Programmabeveiliging is ingeschakeld; tijdens het wassen werd de
programmakeuzeknop verzet.
Geen negatieve invloed op
het spoelresultaat, evt. vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Maak een andere keuze.
Programmakeuzeknop naar
oorspronkelijke positie terugdraaien (zie
“Programmabeveiliging“).
Page 37
Gebruiksaanwijzing
Het wasresultaat is niet bevredigend
Wanneer het wasgoed grauw is en er zich kalk in de trommel heeft
neergezet
• Er werd te weinig wasmiddel gebruikt.
• Er werd een verkeerd wasmiddel gebruikt.
• Sterk vervuilde was werd vooraf niet behandeld.
• Er werd een verkeerd programma of een verkeerde temperatuur ge-
kozen.
• Tijdens het gebruik van een zelf samen te stellen wasmiddel werden
de afzonderlijke componenten niet in de juiste verhouding gemengd.
Wanneer het wasgoed nog grauwe vlekken vertoont
• Er werd niet voldoende wasmiddel gebruikt voor het wassen van lin-
nen waarop vlekken van zalf, vet of olie zaten.
• Er werd een te lage temperatuur geselecteerd.
• Een vaak voorkomende oorzaak is dat er wasverzachter – in het bij-
zonder deze in geconcentreerde vorm – op het wasgoed terechtgeko-
men is. Zulke vlekken zo snel mogelijk uitwassen en de wasverzachter
in kwestie omzichtig gebruiken.
Er blijft nog schuim achter na de laatste spoelbeurt
• Moderne wasmiddelen kunnen ook in de laatste spoelbeurt noch
schuim aanmaken. Het wasgoed is desondanks voldoende gespoeld.
• Er werd te veel wasmiddel gebruikt.
Er blijven witte resten op het wasgoed achter
• Het betreft onoplosbare substanties van moderne wasmiddelen.
Deze zijn niet het gevolg van een ontoereikende spoelwerking.
Het wasgoed uitschudden of uitborstelen. Misschien moet u het was-
goed in de toekomst vóór het wassen omkeren. Het gebruikte was-
middel controleren, eventueel een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
37
Page 38
Gebruiksaanwijzing
Maak de machine leeg overeenkomstig de voorschriften
voor noodgevallen
• Wanneer het waswater niet meer wordt weggepompt, moet de ma-
chine overeenkomstig de voorschriften voor noodgevallen worden
leeggemaakt.
• Wanneer de wasmachine zich in een aan vorst blootstaande ruimte
bevindt, dient er bij gevaar voor vorst een noodaftap uitgevoerd te
worden. Daarenboven: de toevoerslang van de waterkraan losschroe-
ven en op de vloer leggen, de afvoerslang laten leeglopen.
Waarschuwing! De wasmachine vóór de noodaftap uitschakelen en de
1
netstekker losmaken!
Opgepast! Het water dat uit de noodaftapslang loopt, kan heet zijn.
Verbrandingsgevaar! Laat het water vóór een noodaftap eerst afkoelen!
0 1. Een vlak verzamelvat klaarzetten om het weglopende water op te van-
gen.
2. De klep die zich rechts op het sokkelpaneel bevindt, naar beneden openklappen en het water aftappen.
3. De noodaftapslang uit de houder verwijderen.
4. Plaats de opvangbak onder de opening.
5. De sluitdop van de noodaftapslang los-
maken door deze tegen de wijzers van
de klok in te draaien en verwijderen.
Het water loopt weg. Naargelang de
hoeveelheid water kan het nodig zijn
dat het verzamelvat meermaals geleegd
wordt. Daartoe de noodaftapslang tussentijds weer afsluiten met de sluitdop.
38
Page 39
Gebruiksaanwijzing
Wanneer het waswater volledig is weggelopen:
6. De sluitstop goed in de noodaftapslang schuiven en met de wijzers van
de klok mee vastdraaien.
7. De noodaftapslang weer in de houder hangen.
8. Plaats het klepje weer terug op het sokkelpaneel en sluit.
Afvoerpomp
De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het pompdeksel hoeft alleen te worden geopend bij storingen wanneer er geen water meer wordt weggepompt, bijvoorbeeld wanneer het pompwiel is geblokkeerd.
Voor het vullen van de wasautomaat moet altijd worden gecontroleerd
of er zich in de zakken van kledingstukken of tussen het wasgoed geen
vreemde voorwerpen bevinden. Paperclips, spijkers, enzovoort die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terecht zijn gekomen, blijven achter in het pomphuis (filter voor vreemde voorwerpen dat het
pompwiel beschermt).
Om een geblokkeerde afvoerpomp weer te laten functioneren, gaat u
als volgt te werk:
Waarschuwing! Voor het openen van het pompdeksel moet de wasau-
1
tomaat worden uitgeschakeld en moet de stekker uit het stopcontact
worden getrokken!
0 1. Eerst een noodaftap uitvoeren (zie het hoofdstuk ”Een noodaftap uit-
voeren”).
2. Vóór het deksel van de afvoerpomp een dweil op de vloer leggen. Er kan
restwater weglopen.
3. Het deksel van de afvoerpomp tegen de
wijzers van de klok in losschroeven en
verwijderen.
4. Eventueel vreemde voorwerpen uit het
pomphuis verwijderen.
39
Page 40
Gebruiksaanwijzing
5. Het deksel terugplaatsen. Het lijf van
het deksel zijdelings in de geleidingssleuf inbrengen en het deksel met de
wijzers van de klok mee vastschroeven.
6. De noodaftapslang afsluiten en in de
houder hangen.
7. Sluit de klep.
Openen van de laaddeur in noodgevallen
Wanneer de deur niet meer open gaat, kan deze met behulp van de
noodontgrendeling geopend worden.
Waarschuwing! Voordat u begint met de noodontgrendeling, wasau-
1
tomaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken!
0 1. Wanneer er in het kijkvenster van de deur water zichtbaar is, eerst een
noodaftap uitvoeren (zie het hoofdstuk ”Een noodaftap uitvoeren”).
2. De klep aan de rechterkant van het sokkelpaneel naar beneden openklappen.
3. De draaiknop met behulp van een
muntstuk met de wijzers van de klok
mee draaien. De deur springt open.
40
Page 41
Gebruiksaanwijzing
Extra spoelgang (SPOELEN+)
De wasautomaat is ingesteld op zeer zuinig watergebruik. Voor mensen
met een allergie kan het echter prettig zijn met meer water te spoelen.
Wanneer deze functie is ingesteld, volgt een extra spoelgang bij de pro-
3
gramma's WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND alsmede bij STRIJKVRIJ en FIJNE WAS.
Bij aflevering van het apparaat is geen spoelen+ ingesteld.
Spoelen+ instellen:
0 1. Programmakeuzeknop op KORT CENTR. draaien.
2. Toets BEHOEDZAAM ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Nadat de toets 5 seconden ingedrukt werd, knippert SPOELEN
indicatie van het programmaverloop gedurende 5 seconden.
3. Terwijl SPOELEN
Nadat het knipperen is gestopt, is de extra spoelgang ingesteld. Deze is
aanwezig tot deze weer wordt opgeheven.
Wanneer de extra spoelgang is ingesteld, brandt voorafgaand aan de
start van het programma en tijdens de extra spoelgang op de indicatie
van het programmaverloop, de aanduiding SPOELEN
4. Wanneer u wilt controleren of de extra spoelgang is ingesteld:
– programmakeuzeknop op KORT CENTR. draaien.
– Toets BEHOEDZAAM kort indrukken.
Wanneer SPOELEN
pert, dan is de extra spoelgang ingesteld.
+ knippert de toets BEHOEDZAAM loslaten.
+.
+ op de indicatie voor het programmaverloop knip-
+ op de
Extra spoelgang opheffen:
0 1. Programmakeuzeknop op KORT CENTR. draaien.
2. Toets BEHOEDZAAM ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Meteen na het indrukken van de toets knippert SPOELEN
catie van het programmaverloop. Na 5 seconden houdt SPOELEN
te knipperen en brandt constant gedurende nog 5 seconden.
3. Terwijl SPOELEN
Nadat SPOELEN
geheven.
Door een extra spoelgang neemt het waterverbruik toe en wordt de
3
looptijd van het programma verlengd.
+ constant brandt, de toets BEHOEDZAAM loslaten.
+ is opgehouden te branden, is de extra spoelgang op-
+ op de indi-
+ op
41
Page 42
Gebruiksaanwijzing
Sopafkoeling
Het kan nodig zijn het sop voor het afpompen af te koelen teneinde
thermische beschadiging van kunststof afvoerbuizen te voorkomen.
Het sop wordt voor het afpompen aan het einde van de hoofdwasgang
3
(door het toevoegen van koud water) afgekoeld.
(Deze instelling is alleen effectief bij het programma WITTE/BONTE
WAS, KREUKHERSTELLEND bij een temperatuur van meer dan 40 °C.)
Bij aflevering van het apparaat is voor het extra programma BEHOEDZAAM geen sopafkoeling ingesteld.
Sop afkoeling instellen:
0 1. Programmakeuzeknop op KORT CENTR. zetten.
2. Toets VOORWAS ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Nadat de toets 5 seconden werd ingedrukt, knippert HOOFDWAS op de
indicatie van het programmaverloop gedurende 5 seconden.
3. Terwijl HOOFDWAS knippert, de toets VOORWAS loslaten.
Nadat het knipperen is opgehouden, is de sopafkoeling ingesteld.
Deze is aanwezig tot deze weer is opgeheven.
4. Wanneer u wilt controleren of de sopafkoeling is ingesteld:
– Programmakeuzeknop op KORT CENTR. zetten.
– Toets VOORWAS kort indrukken.
Wanneer HOOFDWAS op de indicatie van het programmaverloop knippert, is de sopafkoeling ingesteld.
Sopafkoeling opheffen:
0 1. Programmakeuzeknop op KORT CENTR. zetten.
2. Toets VOORWAS ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Meteen bij het drukken op de toets knippert HOOFDWAS op de indicatie van het programmaverloop. Na 5 seconden houdt HOOFDWAS op te
knipperen en brandt constant gedurende 5 seconden.
3. Terwijl HOOFDWAS constant brandt, de toets VOORWAS loslaten. Nadat
HOOFDWAS is opgehouden te branden, is de sopafkoeling opgeheven.
Door sopafkoeling nemen waterverbruik en looptijd van het
3
programma toe.
42
Page 43
Gebruiksaanwijzing
Extra spoelgang en sopafkoeling
U kunt extra spoelen en sopafkoeling combineren. Instelling als onder
“Spoelen+” en “sopafkoeling”.
Variomatic-los centrifugeren
In eindcentrifugeren geïntegreerd en instelbaar centrifugeren. Het wasgoed hecht minder aan de trommelwand en kan er gemakkelijker worden uitgenomen. Kan bij WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND
worden gekozen.
Los centrifugeren instellen:
0 1. Programmakeuzeknop op KORT CENTR. zetten.
2. Toets VLEKKEN ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Nadat de toets 5 seconden werd ingedrukt, knippert EINDE gedurende
5 seconden op de indicatie van het programmaverloop.
3. Terwijl EINDE knippert de toets VLEKKEN loslaten. Nadat het knipperen
is opgehouden, is het los centrifugeren ingesteld. Het is aanwezig tot
het weer wordt opgeheven.
4. Wanneer u wilt controleren of het los centrifugeren is ingesteld:
– Programmakeuzeknop op CENTR.
– Toets VLEKKEN kort indrukken.
Wanneer EINDE knippert op de indicatie voor het programmaverloop,
is los centrifugeren ingesteld.
Los centrifugeren opheffen:
0 1. Programmakeuzeknop op KORT CENTR. zetten.
2. Toets VLEKKEN ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Meteen na het indrukken van de toets, knippert EINDE op de indicatie
van het programmaverloop. Na 5 seconden houdt EINDE op met knipperen en brandt constant gedurende 5 seconden.
3. Terwijl EINDE constant brandt, de toets VLEKKEN loslaten. Nadat EINDE
is opgehouden te branden, is het los centrifugeren opgeheven.
43
Page 44
Gebruiksaanwijzing
Programmabeveiliging
Om een programmainstelling tegen ongewenst wijzigen te beschermen
(b.v. programmakeuzeknop draaien, extra toetsen indrukken, etc.) kunt
u de programmabeveiliging instellen. Daardoor wordt voorkomen dat
de was schade oploopt.
Instellen en opheffen van de programmabeveiliging is op elk moment
3
tijdens een programma mogelijk.
Programmabeveiliging instellen:
0 1. Gewenste hoofdwasgang instellen.
2. Om het programma te starten op de toets START/PAUZE drukken.
3. De toets VOORWAS en de toets BEHOEDZAAM gelijktijdig gedurende
5 seconden ingedrukt houden. Indicatie van het programmaverloop
knippert gedurende 5 seconden; programmabeveiliging is ingesteld.
Zolang de programmabeveiliging is ingesteld, kunt u geen andere in-
3
stellingen vastleggen. De deur kan niet met de toets DEUR/LICHT worden geopend. Ook nadat de hoofdwasgang is beëindigd, moet u eerst
de programmabeveiliging opheffen voordat u de deur kunt openen.
Wanneer tijdens het wassen wordt geprobeerd om door het indrukken
van een toets de gekozen instelling te wijzigen, knippert de indicatie
van het programmaverloop gedurende 5 seconden.
Wanneer geprobeerd wordt om door het draaien van de programmakeuzeknop de gekozen instelling te wijzigen, knippert de indicatie
van het programmaverloop totdat de programmakeuzeknop weer in de
oorspronkelijke stand staat. Het wasprogramma wordt hierdoor niet
beïnvloed.
De programmakeuzeknop moet zich in de oorspronkelijke stand bevin-
3
den, voordat u de programmabeveiliging kunt opheffen.
Programmabeveiliging opheffen:
0 Toets VOORWAS en toets BEHOEDZAAM gelijktijdig gedurende
5 seconden ingedrukt houden. De indicatie van het programmaverloop
knippert gedurende 5 seconden; daarna brandt deze constant
5 seconden. De programmabeveiliging is opgeheven.
44
Page 45
Kinderslot
Bij ingeschakeld kinderslot kan de
deur niet meer gesloten en kan er
geen wasprogramma meer gestart
worden.
Het kinderslot inschakelen:
0 De draaiknop (aan de binnenzijde
van de deur) met behulp van een
muntstuk met de wijzers van de
klok mee tot aan de aanslag
draaien.
Waarschuwing! De draaiknop
1
mag zich na het instellen niet in
een verzonken stand bevinden
omdat het kinderslot dan niet actief is. De draaiknop moet
uitspringen zoals in de afbeelding
te zien is.
Het kinderslot uitschakelen:
0 De draaiknop tegen de wijzers van
de klok in tot aan de aanslag draaien.
Gebruiksaanwijzing
45
Page 46
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Veiligheidsvoorschriften voor de installatie
• De wasmachine niet op de voorzijde noch op de rechterzijde (van
vooraan gezien) kantelen. Elektrische onderdelen zouden nat kunnen
worden!
• Controleer de wasmachine op transportschade. Een beschadigde was-
machine mag u in geen geval aansluiten. Wend u in geval van schade
tot uw leverancier.
• Zorg ervoor dat alle delen van de transportbeveiliging verwijderd zijn
en dat de spatwaterbeveiliging aan de wasmachine aangebracht is,
zie ”De transportbeveiliging verwijderen”. Anders kan de wasmachine
of meubilair in de nabijheid tijdens het centrifugeren beschadigd raken.
• De stekker altijd in een reglementair geïnstalleerde veiligheidswand-
contactdoos steken.
• Bij een vaste aansluiting: Een vaste aansluiting mag enkel door een
erkende vakman uitgevoerd worden.
• Controleer voor de inbedrijfstelling of de nominale spanning en de
stroomsoort die op het typeplaatje van het toestel zijn aangegeven
overeenkomen met de netspanning en stroomsoort op de plaats van
opstelling. De noodzakelijke elektrische beveiliging staat eveneens
vermeld op het typeplaatje.
• Wanneer voor de wateraansluiting van de wasautomaat werkzaam-
heden aan de waterinstallatie noodzakelijk zijn, moeten deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend installateur.
• Wanneer voor de elektrische aansluiting van de wasautomaat werk-
zaamheden aan het elektriciteitsnet noodzakelijk zijn, moeten deze
werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend elektro-installateur.
• De voedingsleiding mag enkel door de klantenservice of een erkende
vakman vervangen worden.
46
Page 47
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Plaatsing van de wasmachine
Wasmachines met een afgerond scherm mogen niet ingebouwd wor-
3
den.
De wasmachine transporteren
• Leg de wasmachine niet op de voorzijde noch op de rechterzijde neer
(van vooraan gezien). Anders kunnen bepaalde elektrische onderdelen
nat worden.
• De wasmachine nooit zonder transportbeveiliging verplaatsen. De
transportbeveiliging pas op de plaats van opstelling verwijderen!
Door de wasmachine zonder transportbeveiliging te verplaatsen, kan
deze beschadigd raken.
• De wasmachine nooit aan de geopende deur evenmin aan de sokkel
opheffen.
Ingeval van transport met behulp van een steekwagentje:
• Het steekwagentje enkel van aan de zijkant aanbrengen. De schop
van het steekwagentje mag niet langer dan 24cm zijn, zoniet kan de
vlotterschakelaar beschadigd raken.
De transportbeveiliging verwijderen
Opgelet! Vooraleer de wasma-
chine in werking te stellen, dient
de transportbeveiliging absoluut
verwijderd te worden! Berg alle
onderdelen van de transportbeveiliging zorgvuldig op voor
een eventueel later transport
(verhuis).
0 1. Beide slangklemmen aan de ach-
terzijde van de wasmachine openen en de slangen evenals het
netsnoer uitnemen.
47
Page 48
Instructies voor plaatsing en aansluiting
2. Beide slangklemmen in één ruk
van de wasmachine lostrekken.
Speciale sleutel A en de sluitdop-
3
pen B (2 stuks) en C (1 stuk) zijn bij de wasmachine gevoegd.
3. Schroef D incl. drukveer met behulp van de speciale sleutel A verwijderen.
4. Het gat door middel van de
sluitdop C afsluiten.
Opgelet! De sluitdop zo hard indrukken dat deze in de achterwand vastklikt (beveiliging van de
binnenkant van de wasmachine
tegen spatwater).
5. De twee schroeven E met behulp
van de speciale sleutel A losschroeven.
6. De vier schroeven F met behulp
van de speciale sleutel A losschroeven.
7. De transportrail G verwijderen.
8. De vier schroeven F opnieuw
vastschroeven.
9. De twee grote gaten met behulp
van de sluitdoppen B afsluiten.
Opgelet! Sluitdoppen zo hard
indrukken dat zij in de achterwand vastklikken (beveiliging
van de binnenkant van de wasmachine tegen spatwater).
48
Page 49
Instructies voor plaatsing en aansluiting
De plaats van opstelling voorbereiden
• De plaats van opstelling moet proper en droog zijn en mag geen res-
ten van boenwas of andere smerende bekledingen vertonen opdat de
wasmachine niet zou wegschuiven. Smeermiddelen mogen niet als
glijmiddel gebruikt worden.
• De plaatsing op een tapijt met een hoge pool of een vloerbedekking
met een schuimlaag is af te raden omdat de stabiliteit van de wasmachine daarbij niet gegarandeerd is.
• Ingeval van kleine vloertegels dient er een in de handel gebruikelijke
rubberen mat ondergelegd te worden.
• Kleine oneffenheden van de vloer nooit met behulp van hout, karton
en dergelijke wegwerken; daartoe in principe de regelvoetjes op de
gepaste hoogte instellen.
• Wanneer de wasmachine omwille van plaatsgebrek direct naast een
gas- of kolenfornuis dient geplaatst te worden: Tussen het fornuis en
de wasmachine een warmte-isolerende plaat (85 x 57cm) aanbrengen
die aan de kant van het fornuis met een aluminiumfolie bekleed is.
• De wasmachine mag niet in een aan vorst blootstaande ruimte opge-
steld worden. Vorstschade!
• De toevoer- en afvoerleiding mogen niet gebogen noch gekneld wor-
den.
Plaatsing op een betonnen sokkel
Ingeval van plaatsing op een betonnen
sokkel moeten er om veiligheidsredenen
absoluut voetplaten gemonteerd worden
waarin de wasmachine vastgezet wordt.
De voetplaten zijn bij de klantenservice
verkrijgbaar onder het ET-nr.
645 425 058.
Plaatsing op een zwevende bodem
Ingeval van een zwevende bodem, in het bijzonder een houten vloer
met flexibele vloerplanken, dient er een waterbestendige houten plaat
van minstens 15mm op minimaal 2 vloerliggers vastgeschroefd te worden. Stel de wasmachine zoveel mogelijk in een hoek van de ruimte op
omdat de houten vloer daar het best is ingespannen en zodoende het
minst aan resonantietrillingen blootgesteld is.
49
Page 50
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Oneffenheden van de bodem wegwerken
Dankzij de vier regelvoetjes kunnen oneffenheden van de bodem weggewerkt en kan de gepaste hoogte ingesteld worden. De hoogte kan ingesteld worden over een bereik van +10 ... tot -5mm.
Gebruik daartoe de bijgevoegde speciale sleutel voor het verwijderen
van de transportbeveiliging.
0 1. De speciale sleutel op de zeskant
van het voetje tot op het einde
schuiven.
2. De regelvoetjes zo instellen dat de
wasmachine horizontaal en stabiel is. De wasmachine mag niet
wiebelen onder belasting.
3. De opstelling indien nodig met
een waterpas controleren.
Opgelet! Kleine oneffenheden
van de bodem nooit met behulp
van hout, karton en dergelijke
wegwerken doch in principe door
het instellen van de regelvoetjes.
50
Page 51
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Elektrische aansluiting
Informatie omtrent de netspanning, de stroomsoort en de vereiste
stroomveiligheden dient u van het
typeplaatje af te lezen. Het typeplaatje bevindt zich bovenaan achter de deur.
Dit apparaat voldoet aan de
;
volgende EG-richtlijnen:
– de ”Laagspanningsrichtlijn" 73/23/EWG met wijzigingen
– de ”EMV-richtlijn" 89/336/EWG met wijzigingen
De wateraansluiting
De wasmachine is met veiligheidsvoorzieningen uitgerust die een te-
3
rugkerende vervuiling van het drinkwater voorkomen en aan de reglementaire voorschriften van de waterinstanties beantwoorden (voor
Duitsland b.v.: de DVGW-richtlijnen). Overige veiligheidsmaatregelen
tijdens de installatie zijn daarom niet nodig.
Opgelet!
– Toestellen bedoeld voor aansluiting aan koud water mogen niet aan
warm water aangesloten worden!
– Voor de aansluiting mag enkel een nieuwe set slangen gebruikt
worden!
Toegelaten waterdruk
De waterdruk moet minstens 1bar (= 10N/cm2 = 0,1MPa) en mag
maximaal 10 bar (= 100 N/cm
• Bij meer dan 10bar: De drukverminderingsklep voorschakelen.
• Bij minder dan 1bar: De toevoerslang aan de kant van de wasmachine
aan de magneetinlaatklep losschroeven en de regelaar voor de doorstromingshoeveelheid verwijderen (daartoe de zeef met een punttang
verwijderen en de zich daarachter bevindende rubberschijf verwijderen). De zeef terugplaatsen.
2
= 1MPa) bedragen.
51
Page 52
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Watertoevoer
Er is een drukslang van 1,5m lang meegeleverd.
Wanneer een langere toevoerslang nodig is, mag uitsluitend een door
onze klantenservice aangeboden, VDE-gekeurde complete slangenset
met gemonteerde schroefverbindingen gebruikt worden.
– Voor wasmachines zonder Aqua-Control zijn slangensets met een
lengte van 2,2m, 3,5m en 5m verkrijgbaar.
– Voor wasmachines met Aqua-Control zijn slangensets met een lengte
van 2,0m, 2,9m en 3,9m verkrijgbaar.
Opgelet! Deze in geen geval gebruiken voor het verlengen van de
slangen!
Sluitringen zijn ofwel in de plastic moeren van
3
de schroefverbinding ingelegd of zitten apart
verpakt. Geen andere dichtingen gebruiken!
0 1. De slang met de haaks gebogen aansluiting aan
de wasmachine aansluiten.
Opgelet!
– De toevoerslang niet loodrecht
naar beneden leggen, maar volgens de afbeelding naar rechts
of links draaien.
– De schroefverbinding enkel met
de hand aanspannen.
2. De slang met de rechte aansluiting aan een waterkraan met schroefdraad R 3/4
(duim) aansluiten.
Opgelet! De schroefverbinding enkel met de
hand aanspannen.
3. Vóór de inwerkingstelling van de wasmachine
nagaan of de aansluiting niet lekt door de waterkraan langzaam te openen.
52
Page 53
Instructies voor plaatsing en aansluiting
De waterafvoer
De afvoerslang kan ofwel aan een sifon aangesloten of in een wasbekken of gootsteen en/of een badkuip gehangen worden.
Enkel originele slangen mogen als verlenging (max. 3m op de vloer gelegd en dan tot 80cm hoog) gebruikt worden. De klantenservice gebruikt afvoerslangen met een lengte van 2,7 en 4m.
Attentie! De afvoerslang mag beslist niet geknikt zijn.
Waterafvoer in een sifon
De mof aan het einde van de slang past
op alle gebruikelijke soorten sifons.
0 De verbinding tussen de mof en de sifon
met een slangklem beveiligen.
Waterafvoer in een wastafel,
gootsteen of badkuip
Attentie!
– Kleine gootstenen of wastafels zijn
niet geschikt voor de waterafvoer.
Het water zou kunnen overlopen!
– Het uiteinde van de afvoerslang mag
niet in het weggepompte water liggen.
Zo zou water in het apparaat teruggezogen kunnen worden!
– Om wegglijden van de slang in een
wastafel, gootsteen of badkuip te
voorkomen, moet de slang met het
meegeleverde bochtstuk worden vastgezet. De slang zou anders door de terugslagkracht van het uitstromende
water uit de wastafel kunnen worden
gedrukt.
0 Het bochtstuk m.b.v. een touw aan de
waterkraan of de muur bevestigen.
53
Page 54
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Opvoerhoogtes van meer dan 1m
Om het was-/spoelwater te kunnen wegpompen, is elke wasmachine
uitgerust met een afvoerpomp die vloeistoffen via de afvoerslang tot
een hoogte van 1m oppompt, gerekend vanaf het standvlak van de machine.
Voor opvoerhoogtes van meer dan 1m dient u contact op te nemen
met de klantenservice.
Technische gegevens
HoogteregelingCa. +10/-5mm
Vulgewicht (afhankelijk
van het programma)
ToepassingenHuishoudelijk
Het trommeltoerental
tijdens centrifugeren
Waterdruk1-10bar
max. 5kg
Zie het typeplaatje
2
(=10–100N/cm
= 0,1–1,0MPa)
Afmetingen
(Afmetingen in mm)
54
Page 55
Garantiebepalingen
Garantiebepalingen
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het
toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of
vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leverings-
datum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die
voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
• chemische en elektrochemische inwerking van water,
• abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
• voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
• contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel
voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd
voor grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt,
dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
55
Page 56
Garantiebepalingen
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het
recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel
niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te
gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet
onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteenweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel.: 02.363.04.44
56
Page 57
Servicepunten
België
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Province de Liège:
S.D.E.
Rue Gaucet 26
4020 Liege
In het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...” worden enkele storingen beschreven die u zelf kan verhelpen. Raadpleeg in geval van een storing
eerst dit hoofdstuk. Wanneer u daar geen aanwijzingen kan vinden,
neem dan contact op met uw servicepunt. (De adressen en telefoonnummers vindt u in het hoofdstuk ”Servicepunten”.)
Bereid het gesprek in elk geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose alsook de beslissing of een bezoek door de klantenservice noodzakelijk is.
Noteer het PNC- en het S-nummer.
U vindt beide op het typeplaatje aan
de binnenzijde van de deur van uw
wasmachine.
• Onder welke omstandigheden doet de storing zich voor?
• Geeft het multidisplay een foutmelding aan?
Service
Wanneer moet u ook tijdens de garantieperiode kosten maken?
– wanneer u de storing zelf had kunnen verhelpen met behulp van de
storingstabel (zie het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...”),
– wanneer meer dan één bezoek van de technicus van de klantenser-
vice noodzakelijk is omdat hij vóór zijn bezoek niet over alle belangrijke informatie beschikte en nu b.v. wisselstukken moet halen. Deze
extra ritten kan u vermijden door uw telefoonoproep in de hierboven
beschreven wijze goed voor te bereiden.
59
Page 60
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg