gelieve deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te nemen.
Schenk in het bijzonder aandacht aan het hoofdstuk ”Veiligheid” op de
eerste bladzijden. Bewaar zorgvuldig deze gebruikersinformatie zodat u
ze later nog kan raadplegen. Geef deze gebruikersinformatie aan een
eventueel volgende koper van de wasmachine door.
Met de gevarendriehoek en/of de woorden (Waarschuwing!,
1
Opgepast!, Opgelet!) worden aanwijzingen benadrukt die belangrijk
zijn voor uw veiligheid of voor de functionaliteit van de wasmachine.
Deze dus absoluut naleven.
0 1. Dit teken begeleidt u stap voor stap bij de bediening van het toestel.
2. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Tips en aanwijzingen m.b.t. de rendabele en milieuvriendelijke toepas-
2
sing van het toestel zijn met een klaverblad gekenmerkt.
Deze gebruikersinformatie bevat aanwijzingen voor het zelf verhelpen
van eventueel opgetreden storingen, zie het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...”.
Indien u ondanks deze aanwijzingen nog problemen zou hebben, kan u
altijd terecht bij onze After-Sales-Service:
ELGROEP & AEG SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Tel.: 02/3630444
Hier krijgt u een antwoord op elke vraag inzake de uitrusting en het gebruik van uw toestel. Natuurlijk kan u er ook terecht met uw wensen,
suggesties en kritiek. Het is onze doelstelling om onze producten en
diensten in het belang van onze klanten verder te verbeteren.
Ingeval van technische problemen kan u altijd terecht bij onze serviceafdeling in uw buurt (de adressen en telefoonnummers vindt u in het
hoofdstuk ”Servicepunten”). Lees in dit verband ook het hoofdstuk
”Service”.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
De veiligheid van de elektrische apparaten van AEG voldoet aan de erkende regels van de techniek en aan de Duitse machineveiligheidswet.
Desondanks zien wij ons als fabrikant genoodzaakt om u met de onderstaande veiligheidsinstructies vertrouwd te maken.
Vóór de eerste inwerkingstelling
• Volg de ”Instructies voor plaatsing en aansluiting” verderop in deze
gebruikersinformatie.
• Ingeval de wasmachine tijdens de wintermaanden bij een tempera-
tuur onder nul geleverd wordt: De wasmachine vóór de inwerkingstelling gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten komen.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasmachine is enkel bedoeld om voor huishoudens gebruikelijk
wasgoed te wassen. Wanneer de wasmachine voor een ander doel gebruikt of op een verkeerde manier bediend wordt, kan de fabrikant
niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade.
• Het ombouwen of veranderen van de wasmachine is om veiligheids-
redenen niet toegelaten.
• Gebruik enkel wasmiddelen die voor de wasmachine geschikt zijn.
Leef de voorschriften van de wasmiddelenfabrikant na.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let
daar dus ook op tijdens het wassen van voorgewassen wasgoed.
• Gebruik de wasmachine niet voor chemische reiniging.
• Kleur-/ontkleuringsmiddelen mogen enkel in de wasmachine gebruikt
worden wanneer de fabrikant van deze producten dit uitdrukkelijk
toelaat. Voor eventuele schade kunnen wij niet aansprakelijk gesteld
worden.
• Gebruik enkel water van de waterleiding. Gebruik enkel regen- of ge-
bruikswater wanneer dit aan de vereisten volgens DIN1986 en
DIN1988 voldoet.
• Vorstschade valt niet onder de garantie! Wanneer de wasmachine
zich in een aan vorst blootstaande ruimte bevindt, moet er bij gevaar
voor vorst een noodaftap uitgevoerd worden (zie het hoofdstuk ”Een
noodaftap uitvoeren”).
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
De veiligheid van kinderen
• Verpakkingsonderdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen gevaarlijk
zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de
buurt van kinderen houden.
• Kinderen hebben vaak geen besef van de gevaren in verband met
elektrische toestellen. Voorzie daarom het noodzakelijke toezicht
tijdens de werking van de wasmachine en laat kinderen nooit met
de wasmachine spelen – het gevaar bestaat dat kinderen er zich in
opsluiten.
• Zorg ervoor dat kinderen of kleine dieren niet in de trommel van de
wasmachine klouteren.
• Voor het wegwerpen van de wasmachine: Maak de netstekker los,
vernietig het deurslot, snij de elektrische voeding door en verwijder
de stekker en de resterende kabel. Zo kunnen spelende kinderen zich
niet in de trommel opsluiten en niet in levensgevaar geraken.
Algemene veiligheid
• Een eventuele herstelling van de wasmachine mag enkel door een
vakman uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen
ernstige gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot onze klantendienst of uw vakhandel.
• De wasmachine nooit in werking stellen wanneer het netsnoer be-
schadigd is of het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel zodanig beschadigd zijn dat de binnenkant van het toestel vrij
toegankelijk is.
• Schakel de wasmachine uit vooraleer deze te reinigen of te onder-
houden. Haal ook de netstekker uit het stopcontact of – ingeval van
een vaste aansluiting – de stroomveiligheid in de zekeringkast opzetten of de schroefveiligheid volledig uitdraaien.
• Wanneer het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, moet het ap-
paraat worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
• De netstekker niet aan de kabel doch aan de stekker zelf uit het stop-
contact trekken.
• Veelvoudige contactstoppen, koppelingen en verlengsnoeren mogen
niet gebruikt worden. Brandgevaar door oververhitting!
• De wasmachine nooit met een waterstraal afspuiten. Elektrokutiege-
vaar!
• Bij wasprogramma' s met hoge temperaturen wordt het glas in de
vuldeur heet. Niet aanraken!
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
• Het loogwater vóór een noodaftap van het toestel of vóór de reini-
ging van de loogpomp laten afkoelen.
• Kleine dieren kunnen elektriciteitskabels en waterslangen aanvreten.
Elektrokutiegevaar en gevaar van waterschade! Kleine dieren buiten
de ruimte met de wasautomaat houden.
2 Weggooien
Het verpakkingsmateriaal verwijderen!
De verpakking van uw wasmachine naar behoren verwijderen. Alle materialen die het symbol dragen, kunnen hergebruikt worden. Geef
deze in een speciaal voor recycling ingerichte stortplaats af (inlichtingen bij uw gemeentediensten).
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte co-
dering:
>PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
>PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers
(volkomen CFK-vrij)
>POM< voor polyoxymethyleen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Een oud toestel afdanken!
Wanneer u uw toestel op een dag definitief buiten werking stelt, brengt
u het naar het dichtste recyclingcentrum of naar uw speciaalzaak.
8
Page 9
Gebruiksaanwijzing
2 Milieutips
• Voor doorsnee vervuild wasgoed is een voorwasgang niet nodig. Zo
spaart u wasmiddelen, water en tijd (en belast u minder het milieu!).
• De wasmachine werkt bijzonder zuinig wanneer u de aangegeven
vulgewichten gebruikt.
• In geval van kleine washoeveelheden enkel de helft tot twee derden
van de aanbevolen dosis aan wasmiddel gebruiken.
• Dankzij een gepaste voorbehandeling kunnen vlekken en matige ver-
vuilingen verwijderd worden. Dan kan u op een lagere temperatuur
wassen.
• Was licht tot normaal vervuilde witte was met het energiebesparend
programma.
• Vaak zijn ook wasverzachters niet nodig. Probeer het eens! Wanneer u
een droogautomaat gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter zacht en vlokkig.
• Ingeval van een gemiddelde tot een hoge waterhardheid (vanaf hard-
heidsgraad II, zie ”Was- en verzorgingsmiddelen”) dient u waterontharders te gebruiken.
Het wasmiddel kan dan altijd voor hardheidsgraad I (= zacht) gedoseerd worden.
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Beschrijving van het toestel
Vooraanzicht
Schuiflade
voor was- en
verzorgingsmiddelen
Regelvoetjes
(in de hoogte
regelbaar);
achteraan links:
Automatisch
regelvoetje
Bedieningspaneel
Typeplaatje
(achter de deur)
Deur
Klep voor
afvoerpomp
Schuiflade voor was- en verzorgingsmiddelen
Hoofdwasmiddelen
(poedervormig) en
eventueel ontharders
De programmakiezer bepaalt het
verloop van het wasproces (bijv.
waterniveau, trommelbeweging,
aantal spoelgangen, centrifugetoerental) aangepast aan de betreffende textielsoort, en de
soptemperatuur.
Aanduiding
programmaverloop
Programmakeuzeknop
Toets
START/
PAUZE
Aanduiding OVERDOS.
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op
alle andere standen is de wasautomaat ingeschakeld.
WITTE WAS/BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (katoen/linnen) op 30 °C tot 95 °C.
E-STAND Energiebesparend programma op ca. 67 °C voor licht tot nor-
2
maal verontreinigde witte was, verlengde wastijd (niet te combineren
met KORT en VLEKKEN).
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (mengweefsels) op 40 °C tot
60 °C.
STRIJKVRIJ: Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat m.b.v.
dit programma nog slechts licht of helemaal niet gestreken hoeft te
worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was op 30 °C of 40 °C.
WOL/P (handwas)
Hoofdwas (koud tot 40 °C) voor in de machine wasbare wol en voor
wasbare wol en zijde met het wasetiket ï (handwas).
FIJN SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand gewassen goed (2 spoelgangen, vloeibaar nabehandelingsmiddel uit inspoelvakje æ wordt ingespoeld, kort centrifugeren).
STIJVEN
Apart stijven, apart wasverzachten, apart impregneren van vochtig
wasgoed (1 spoelgang, vloeibaar nabehandelingsmiddel uit inspoelvakje æ wordt ingespoeld, centrifugeren).
POMPEN
Wegpompen van het water na een spoelstop (niet centrifugeren).
Spoelstop betekent: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen,
3
het wordt niet gecentrifugeerd.
12
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na een spoelstop en centrifugeren, resp.
apart centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
KORT CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na een spoelstop en voorzichtig centrifugeren, resp. apart voorzichtig centrifugeren van teer textiel (kreukherstellend goed, fijne was, wol).
Page 13
Gebruiksaanwijzing
Toetsen voor extra programma's
Met de toetsen voor extra programma’s kan het
wasprogramma aan de mate van verontreiniging
van het wasgoed worden aangepast. Voor normaal
verontreinigd goed zijn extra programma's niet nodig.
Afhankelijk van het programma kunnen verschillende functies met elkaar worden gecombineerd.
VOORWAS
Koud voorwassen voor het automatisch daaropvolgende hoofdwasprogramma; met tussentijds centrifugeren bij WITTE/BONTE WAS en
KREUKHERSTELLEND, zonder tussentijds centrifugeren bij FIJNE WAS.
INWEKEN
Ca. 1 uur op 30 °C of 40 °C, afhankelijk van het ingestelde programma.
Met toets STARTTIJDKEUZE max. 19 uur te verlengen. Daarna start automatisch het hoofdwasprogramma.
KORT
Verkort hoofdwasprogramma voor een licht verontreinigde was.
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd wasgoed of van wasgoed
met vlekken. (Vlekkenzout wordt op het meest gunstige moment, tijdens het programma ingespoeld.)
Bij instelling WOL/P (handwas) kunnen de extra programma’s niet
3
worden gekozen (eventueel ingedrukte toetsen werken niet).
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
Verbruikswaarden
De waarden voor de programma's in deze tabel zijn onder normomstandigheden bepaald. Voor gebruik in het huishouden vormen ze een handige richtlijn.
programmakiezer/ temperatuur
WITTE/BONTE WAS 956502,05
WITTE-/BONTE WAS 60
WITTE-/BONTE WAS 40 6580,66
KREUKHERSTELLEND 403520,55
FIJNE WAS 303560,36
WOL / P (handwas) 302420,18
1) Aanwijzing: programma-instelling voor een test volgens EN 60 456. Afhankelijk
van waterdruk, -hardheid, -temperatuur, omgevingstemperatuur, textielsoort en
-hoeveelheid, gebruikt wasmiddel, schommelingen in de netspanning en gekozen
extra functies wijken de verbruikswaarden van de aangegeven waarden af.
1)
vulgewicht in kgwater
in liter
6491,14
Aanduiding van de looptijd
De looptijd van de wasprogramma' s hangt af
3
van de gewoonten tijdens het wassen en van
de omstandigheden ter plaatse.
Zo kunnen b. v. het soort wasgoed en de hoeveelheid, het soort wasmiddel, de water- en de binnentemperatuur, enz.
de duur van het wasprogramma beïnvloeden.
De wasmachine slaat van elk programma de looptijd van de laatste
wasgangen op en berekent zo de gemiddelde looptijd van een wasgang.
Deze gemiddelde looptijd wordt bij de volgende wasbeurt op het
display aangegeven.
Na meerdere wasgangen wordt de looptijd die op het display
aangegeven wordt, zo aan de gewoonten tijdens het wassen en aan de
omstandigheden ter plaatse aangepast.
energie
in kWh
14
Page 15
Gebruiksaanwijzing
Wat betekent ”UPDATE”?
De wasprogramma' s van uw wasmachine worden door een software
gestuurd.
Nieuw textiel of nieuwe wasmiddelen kunnen in de toekomst nieuwe
wasprogramma' s vergen. De software kan meestal daaraan aangepast
worden.
Gelieve u tot de klantenservice te wenden voor meer informatie over
een ”update”. Ook voor de kosten van een ”update” kan u bij de klantenservice terecht.
Ingeval van schade aan de toevoerleiding wordt de verdere watertoevoer naar de wasmachine direct aan de waterkraan geblokkeerd door
het beveiligingssysteem.
Indien er op een andere plaats water wegloopt, pompt de afvoerpomp
automatisch de wasmachine leeg – zelfs wanneer deze uitgeschakeld is.
De wasmachine hoeft enkel aan het elektriciteitsnet aangesloten te
worden.
Vóór de eerste wasbeurt
0 Voer een wasgang zonder wasgoed uit (WITTE WAS 95 °C, met een halve
dosis aan wasmiddelen).
Zo worden eventuele productieresten aan de trommel en de detergentbak verwijderd.
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
De wasgang voorbereiden
Het wasgoed sorteren en voorbereiden
• Het wasgoed volgens het wasvoorschrift en de soort sorteren (zie
”Soorten wasgangen en wasvoorschriften”).
• Om beschadiging en in de war raken als gevolg van wassen te vermij-
den: Ritssluitingen sluiten, bedovertrekken en kussenslopen dichtknopen, losse linten - van schorten bijvoorbeeld - samenbinden.
• Kleding uit dubbelgelaagde stof omkeren (slaapzak, anorak enz.).
• Voor machinaal geweven gekleurd textiel alsook wol en textiel met
opgezette sieraden: de binnenzijde naar buiten draaien.
• Klein en gevoelig wasgoed (babysokjes, panty' s, bustehouders enz.) in
een wasnetje, een kussen met ritssluiting of in grotere sokken wassen.
• Gordijnen bijzonder voorzichtig behandelen. Metalen of gratige plastic manchetten verwijderen of deze in een netje of een buidel inbinden. Voor eventuele schade kunnen wij niet aansprakelijk gesteld
worden.
• Gekleurd en wit wasgoed mag niet samen in één wasgang gewassen
worden. Wit wasgoed zou anders verkleuren en/of grauw worden.
• Nieuw gekleurd wasgoed heeft vaak een kleuroverschot. Was dergelijk wasgoed de eerste keer beter apart.
• Klein en groot wasgoed mengen! Zo verbetert de waswerking en het
wasgoed wordt beter verdeeld tijdens het centrifugeren.
• Het wasgoed vóór het vullen van de wasmachine losser maken.
• Het wasgoed opengevouwen in de trommel steken.
• De wasinstructies ”afzonderlijk wassen” en ”meermaals afzonderlijk
wassen” opvolgen!
16
Page 17
Gebruiksaanwijzing
Soorten wasgangen en wasvoorschriften
De wasvoorschriften helpen bij de keuze van het correcte wasprogramma. Het wasgoed moet volgens de soort en de wasvoorschriften
gesorteerd worden. De temperatuuraanwijzingen in de wasvoorschriften zijn telkens maximale waarden.
Witte was ç
Textiel van katoen en linnen met dit wasvoorschrift is ongevoelig voor
mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor dit wasgoed is het
programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Bonte was èë
Textiel van katoen en linnen met deze wasvoorschriften is ongevoelig
voor mechanische belasting. Voor dit wasgoed is het programma WITTE/
BONTE WAS geschikt.
Kreukherstellend wasgoed êí
Textiel zoals geappreteerd katoen, katoenmixturen, viscose en synthetische stoffen met deze wasvoorschriften vergt een mechanisch gezien
zachtere behandeling. Voor dit wasgoed is het programma KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ geschikt.
Fijne was ì
Textiel zoals gelaagde vezel, microvezel, viscose, synthetische stoffen en
gordijnen met dit wasvoorschrift vergt een bijzonder voorzichtige behandeling. Voor dit wasgoed is het programma FIJNE WAS geschikt.
Wol en bijzonder gevoelig wasgoed 9ìï
Textiel zoals wol, wolmengsels en zijde met deze wasvoorschriften is
bijzonder gevoelig voor mechanische belasting. Voor dit soort textiel is
het programma WOL /P geschikt (handwas).
Opgelet! Textiel met het wasvoorschrift ñ (niet wassen!) mag niet in
een wasmachine gewassen worden!
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
Was- en verzorgingsmiddelen
Welk was- en verzorgingsmiddel?
Gebruik was- en verzorgingsmiddelen die voor een wasmachine geschikt zijn. In principe de aanwijzingen van de fabrikant naleven.
Hoeveel was- en verzorgingsmiddel?
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van:
• van de vervuilingsgraad van het wasgoed
• van de hardheidsgraad van het leidingwater
• de hoeveelheid wasgoed
Wanneer de wasmiddelenfabrikant geen doseringen voor kleinere was-
2
beurten opgeeft, voeg dan voor een halve belading één derde minder
en voor kleine beladingen evenals STRIJKVRIJ slechts de helft van de
dosis aan wasmiddel toe die voor een volle belading aangeraden wordt.
Let op de informatie vanwege de producent omtrent het gebruik en de
dosis van de was- en verzorgingsmiddelen.
Waterontharder
Ingeval van een gemiddelde tot een hoge waterhardheid (vanaf hardheidsgraad II) moeten er ontharders gebruikt worden. De aanwijzingen
van de fabrikant naleven! Het wasmiddel dan altijd volgens hardheidsgraad I (= zacht) doseren. Voor informatie over de plaatselijke waterhardheid kan u terecht bij het bevoegde waterleidingbedrijf.
Omdat de waterontharder vóór het hoofdwasmiddel wordt ingebracht
2
(voorafgaande waterontharding), volstaat tachtig procent van de op de
verpakking aangegeven hoeveelheid ontharder.
18
Aanwijzingen over de waterhardheid
Waterhardheid in °dH
Hardheidsbereik
I – zacht0 – 7tot 1,3
II – middelhard7 – 141,3 – 2,5
III – hard14 – 212,5 – 3,8
IV – zeer hardmeer dan 21meer dan 3,8
(graad van de Duitse wa-
terhardheid)
Waterhardheid in mmol/l
(millimol per liter)
Page 19
Gebruiksaanwijzing
Wassen
Beknopte gebruiksaanwijzing
Een wasproces verloopt als volgt:
0 1. Het juiste wasprogramma instellen:
– met de programmakiezer programma en temperatuur instellen
– eventueel extra programma('s) instellen
Eventueel het centrifugetoerental voor het
centrifugeren aan het einde van het programma
veranderen of GEEN CENTRIFUGEREN kiezen:
Centrifugetoerental veranderen
0 De toets Centrifugetoerental/GEEN CENTR. net zo
vaak indrukken tot de indicatie van het gewenste
centrifugetoerental brandt.
Als u het centrifugetoerental niet verandert, dan
3
wordt het centrifugeren automatisch aan het gekozen wasprogramma
aangepast:
– WITTE /BONTE WAS1600 rotaties per minuut
– KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ900 rotaties per minuut
– FIJNE WAS 700 rotaties per minuut
– WOL /P (handwas)900 rotaties per minuut
Het toerental voor het tussendoor centrifugeren is afhankelijk van het
gekozen programma en kan niet worden veranderd.
Niet centrifugeren kiezen
0 De toets Centrifugetoerental/GEEN CENTR. net zo vaak indrukken tot
de indicatie GEEN CENTR. brandt.
Wanneer u GEEN CENTR. kiest, blijft de was in het laatste spoelwater
3
liggen en wordt er niet gecentrifugeerd.
De starttijdkeuze instellen
0 Eventueel de starttijdkeuze instellen:
De toets STARTTIJDKEUZE blijven indrukken
tot de gewenste startvertraging op het multidisplay aangegeven wordt, bijvoorbeeld12h
voor een vertraging van de programmastart
van 12 uur.
Wanneer er19h aangegeven wordt en u nogmaals drukt, wordt de
looptijd van het ingestelde wasprogramma afgebeeld (aanduiding in
minuten, b. v.125). In deze stand is er geen starttijdkeuze ingesteld.
Is de toets INWEKEN ingedrukt, dan bepaalt de starttijdkeuze de weekduur. (Zonder starttijdkeuze bedraagt de weekduur ca. 1 uur.)
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Deur openen en sluiten
0 Openen: aan de deurgreep trekken.
0 Sluiten: deur stevig dichtdrukken.
De indicaties DEUR en START/PAUZE geven bij een
ingeschakeld apparaat aan of de deur kan worden geopend:
Indicatie DEURIndicatie START/PAUZE
licht groen opknippert roodja
licht rood oplicht rood op
1) Deur is vanwege hoog waterniveau resp. hoge watertemperatuur vergrendeld.
Als
3
– de foutcode Cd in het multidisplay wordt aangegeven,
Kan de deur worden geo-
– en de indicaties VOORWAS, SPOELEN en SPOELEN+ knipperen,
wordt geprobeerd een wasprogramma te starten zonder dat de deur
goed is gesloten. In dit geval de deur stevig dichtdrukken en het
wasprogramma opnieuw starten.
Wasgoed in de machine stoppen
Voor de maximale vulgewichten: zie de ”Programmatabellen”.
3
Voor aanwijzingen omtrent de correcte voorbereiding van het wasgoed:
zie ”Het wasgoed sorteren en voorbereiden”.
0 1. Wasgoed sorteren en voorbereiden.
2. De vuldeur openen: Aan het handvat van de deur trekken.
3. Wasgoed insteken.
Opgelet! Bij het sluiten van de deur geen
wasgoed inklemmen!
Het textiel en/of de wasmachine kunnen
beschadigd raken!
4. De vuldeur goed sluiten.
pend?
1)
nee
22
Page 23
Was-/verzorgingsmiddelen toevoegen
Voor aanwijzingen omtrent was- en verzorgingsmiddelen: zie het
3
hoofdstuk ”Was- en verzorgingsmiddelen”.
0 1. De wasmiddelschuiflade openen: in de
klep onderaan de schuiflade grijpen (1),
de schuiflade tot aan de aanslag uittrekken (2).
2. Waspoeder/verzorgingsmiddel ingieten.
Vak voor vlekkenzout
Vak voor poedervormig
hoofdwasmiddel
(Wanneer u waterontharder gebruikt en
het rechtervak voor voorwas/weekmiddelen gebruikt, doe de waterontharder
voor het hoofdwasmiddel dan in het
linkervak.)
Gebruiksaanwijzing
Vak voor vloeibare
verzorgingsmiddelen
(Wasverzachter, spoelmiddel, stijfsel)
Opgelet! Het vak maximaal tot aan het merkteken MAX
vullen. Dikvloeibaar wasmiddel eventueel tot aan het
merkteken MAX verdunnen, poedervormig stijfsel oplossen.
Aanwijzing: Een kleine hoeveelheid restwater in het vak
voor vloeibaar nabehandelingsmiddel is normaal en heeft
geen invloed op het spoelresultaat.
Vak voor voorwasmiddelen/ weekmiddelen
(enkel voor de extra programma' s VOORWAS en/of INWEKEN)
of voor waterontharders
3. Lade volledig in de machine schuiven.
Bij het gebruik van vloeibare wasmiddelen/ tabletten:
3
Vloeibare wasmiddelen en/of tabletten met behulp van het door de
wasmiddelfabrikant meegeleverde doseerbakje toevoegen. De aanwijzingen op de verpakking naleven.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma starten
0 1. Controleer of de waterkraan is geopend.
2. Wasprogramma starten: druk toets START/PAUZE in.
Het wasprogramma start direct of start na afloop van de
ingestelde starttijdkeuze.
De deur is niet goed gesloten als bij het indrukken van toets START/
3
PAUZE
– de foutcode Cd in het multidisplay wordt aangegeven,
– en de indicaties VOORWAS, SPOELEN en SPOELEN+ knipperen.
Druk in dit geval de deur goed dicht en druk nogmaals op toets START/
PAUZE.
Bij een ingestelde starttijdkeuze:
De ingestelde starttijdkeuze loopt af, in het multidisplay wordt de resttijd tot de start van het programma (telkens in hele uren, bijv. 5h) aangegeven. In deze periode kunt u extra was toevoegen of de
starttijdkeuze veranderen resp. afbreken.
• Wasgoed toevoegen: Toets START/PAUZE indrukken, de deur kan nu
worden geopend. De deur daarna weer sluiten en opnieuw toets
START/ PAUZE indrukken.
• Starttijdkeuze veranderen resp. opheffen: zo vaak op toets START-
TIJDKEUZE drukken totdat de gewenste tijd wordt aangegeven; bij indicatie van de programmalooptijd (indicatie in minuten bijv. 125)
start het wasprogramma direct.
24
Page 25
Gebruiksaanwijzing
Verloop van het wasprogramma
Het programmaverloopdisplay
Vóór de start worden de uit te voeren programmastappen aangegeven door het programmaverloopdisplay.
Tijdens het wasprogramma wordt de actuele programmastap aangegeven.
Multidisplay
De te verwachten resterende looptijd (in minuten) wordt tot aan het programma-einde
op het multidisplay aangegeven.
In geval van automatische aanpassing van het programma door de stu-
3
ring van de wasautomaat (hoeveelheid en soort wasgoed, detectie van
onbalans, bijzondere spoelgang, enz.) kan de telling van de resttijd gestopt of gecorrigeerd worden.
Het toerental van het centrifugeren wijzigen
Tijdens het wasprogramma kan het centrifugetoerental gewijzigd en
kan GEEN CENTR. ingesteld worden.
Andere instellingen kunnen niet worden gewijzigd.
Programma afbreken
0 Draai de programmakeuzeschakelaar in de stand UIT om het waspro-
gramma voortijdig te onderbreken.
Met behulp van de toets START/ PAUZE kan een wasprogramma op elk
3
moment onderbroken en door een volgende toetsdruk opnieuw verdergezet worden.
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Einde van het programma/wasgoed uit de machine nemen
Nadat een wasprogramma is beëindigd:
Als een wasprogramma is afgelopen, licht EINDE in de indicatie van het
programmaverloop op.
0 3. Deur openen.
Zodra de indicatie DEUR groen oplicht, kan de deur worden geopend.
4. Wasgoed uit de machine nemen.
5. Programmakiezer op UIT draaien.
6. Trek na het wassen de wasmiddellade iets naar buiten, zodat deze kan
drogen. De deur op een kier laten staan, zodat de wasautomaat kan
luchten.
Als u SPOELSTOP hebt gekozen:
Eindigt het programma met SPOELSTOP, dan knippert de indicatie naast
toets START/PAUZE.
0 1. Na een spoelstop moet eerst het water worden weggepompt:
– Druk toets START/ PAUZE in
(water wordt weggepompt en de was wordt volgens het gekozen programma gecentrifugeerd; met toets centrifugetoerental/SPOELSTOP
kan ook tijdens het centrifugeren het toerental nog worden veranderd),
of
– draai de programmakiezer op UIT en vervolgens op POMPEN en druk
toets START/PAUZE in
(water wordt zonder centrifugeren weggepompt),
of
– draai programmakiezer op UIT en vervolgens op CENTRIFUGEREN of
KORT CENTRIFUGEREN en druk toets START/PAUZE in
(het water wordt weggepompt en de was wordt gecentrifugeerd of
kort gecentrifugeerd).
Na afloop van deze programmafase licht de indicatie EINDE op. Het
wasprogramma is beëindigd.
2. De deur openen en de was uit de machine nemen.
3. Programmakiezer op UIT zetten.
26
Page 27
Gebruiksaanwijzing
Als programma STRIJKVRIJ is gekozen:
bij STRIJKVRIJ volgt na afloop van het wasprogramma een antikreukfase van ca. 30 minuten. Het multidisplay laat tevens de resterende
looptijd (bijv. 1 minuut) zien en de indicatie EINDE licht op.
Tijdens de antikreukfase kunt u op ieder moment de was uit de machine
nemen.
0 1. Druk daarvoor toets START/PAUZE in
U kunt nu de wasmachinedeur openen en de was uit de machine nemen.
2. Draai vervolgens de programmakiezer op UIT.
Het wasprogramma is beëindigd.
Wanneer de aanduiding OVERDOS. brandt, werd er in het
3
afgelopen wasprogramma teveel wasmiddel gebruikt.
Tijdens de volgende wasgang de door de wasmiddelenfabrikant aangegeven doseringen alsook het vulgewicht naleven!
Opgelet! Wanneer de wasmachine gedurende lange tijd niet wordt gebruikt:
De waterkraan sluiten en de stekker van de wasmachine uit het stopcontact halen. (Het beveiligingssysteem Aqua Control functioneert niet
ingeval van een onderbroken stroomtoevoer.)
OVERDOS.
SURDOSAGE
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Programmatabellen
Wassen
In de onderstaande lijst worden uitsluitend de meest gebruikte en tevens meest zinvolle instellingen vermeld.
Soort wasgoed,
wasetiket
Witte was
ç
Energiebesparend
programma:
Witte wasç
Bonte was
èë
Kreukherstellend
êí
Fijne was
ì
3)
Max.
vulgewicht
(drooggewicht)
6kg
6kg
6kg
3kg
1kg
3 kg
(resp.
2
15-20m
gordijnen)
1)
2)
Programmakiezer
WITTE/BONTE WAS
95
WITTE/BONTE WAS
E-STAND
WITTE/BONTE WAS
30 tot 60
KREUKHERSTELLEND
40 tot 60
STRIJKVRIJ
40
FIJNE WAS
30, 40
temperatuur
5)
Mogelijke
extra
programma’s
VOORWAS
INWEKEN
KORT
VLEKKEN
VOORWAS
INWEKEN
VOORWAS
INWEKEN
KORT
VLEKKEN
VOORWAS
INWEKEN
KORT
VLEKKEN
VOORWAS
INWEKEN
KORT
VLEKKEN
4)
4)
28
Wol/handwas
9ìï
1) De bepaling voor het vulgewicht is conform de norm EN 60456 Standard load.
2) Een 10-liter emmer kan ongeveer 2,5kg droge was bevatten (katoen).
3) Programmainstellingen voor controle volgens resp. EN 60 456 en IEC 60 456 zijn
beschreven in het hoofdstuk “Verbruikswaarden”.
4) Bij VLEKKEN is een temperatuur van minimaal 40°C noodzakelijk, opdat het vlekkenmiddel kan gaan werken.
5) Alleen als een vulgewicht van 1kg wordt aangehouden, wordt kreuken van het
wasgoed in ruime mate voorkomen.
5 tot 7 kreukvrije herenoverhemden vormen ongeveer 1kg droge was.
2kg
P
WOL
KOUD tot 40
Page 29
Apart wasverzachten/stijven/ impregneren
Gebruiksaanwijzing
Soort wasgoed
Witte/bonte was6kgSTIJVEN
Max. vulgewicht
(droog gewicht)
Apart spoelen
Soort wasgoed
Witte/bonte was6kg
Kreukherstellend3kg
Fijne was3kg
Wol/handwas2kg
Max. vulgewicht
(droog gewicht)
Apart centrifugeren
Soort wasgoed
Witte/bonte was6kgCENTRIFUGEREN
Kreukherstellend3kg
Max. vulgewicht
(droog gewicht)
Programmakiezer
Programmakiezer
SPOELEN
Programmakiezer
Wol/handwas2kg
KORT CENTRIFUG.Fijne was3kg
29
Page 30
Gebruiksaanwijzing
Reinigen en verzorgen
Bedieningspaneel
Opgelet! Gebruik geen verzorgingsmiddelen voor meubilair of aggres-
sieve reinigingsmiddelen om het bedieningspaneel en onderdelen ervan
te reinigen.
0 Bedieningspanelen met een natte doek afvegen. Gebruik daartoe ge-
woon warm water.
Lade wasmiddel
De wasmiddellade moet nu en dan worden schoongemaakt.
0 1. Trek de wasmiddellade uit tot aan de aanslag.
2. Trek dan even kort aan de lade zodat ze uit de machine loskomt.
3. Het vakje voor wasverzachter uit
het middelste vak verwijderen.
4. Het vakje voor wasverzachter onder
stromend water reinigen.
5. De spoelvakken met warm water
van aan de achterzijde reinigen.
Daartoe kan best een flessenwisser
gebruikt worden.
6. Het vakje voor wasverzachter tot
aan de aanslag insteken zodat dit
vastzit.
30
Page 31
Gebruiksaanwijzing
7. De volledige spoelzone van de wasmachine, in het bijzonder ook de
sproeiers bovenaan de spoelkamer,
met een borstel reinigen.
8. De wasmiddelschuiflade in de geleiderrails aanbrengen en inschuiven.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij staal. Roestende vreemde voorwerpen in
het wasgoed kunnen roestafzettingen in de trommel veroorzaken.
Opgelet! De trommel van roestvrij staal niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol
reinigen. Onze klantenservice kan u de geschikte reinigingsmiddelen
bezorgen.
0 Eventuele roestafzettingen in de trommel met een poetsmiddel voor
roestvrij staal verwijderen.
Laaddeur
0 Controleer regelmatig of er geen resten of vreemde voorwerpen zijn
achtergebleven in de rubberen ring achter de laaddeur. In voorkomend
geval moeten deze voorwerpen worden verwijderd.
31
Page 32
Gebruiksaanwijzing
Reinigen van de afvoerpomp
Paperclips, spijkers enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terecht zijn gekomen, blijven in de behuising van de afvoerpomp
liggen. Op zulke voorwerpen kunnen zich textielpluizen afzetten die
daardoor de afvoerpomp verstoppen.
Daarom minstens één maal per jaar de afvoerpomp reinigen.
Waarschuwing! De wasmachine vóór de reiniging van de afvoerpomp
1
uitschakelen en de netstekker losmaken!
0 1. Eerst een noodaftap uitvoeren (zie het hoofdstuk ”Een noodaftap uit-
voeren”).
2. Vóór het deksel van de afvoerpomp een dweil op de vloer leggen. Er kan
restwater weglopen.
3. Het deksel van de afvoerpomp tegen de
wijzers van de klok in losschroeven en
verwijderen.
4. Eventueel vreemde voorwerpen uit het
pomphuis verwijderen.
5. Het deksel terugplaatsen. Het lijf van
het deksel zijdelings in de geleidingssleuf inbrengen en het deksel met de
wijzers van de klok mee vastschroeven.
6. De noodaftapslang afsluiten en in de
houder hangen.
7. Sluit de klep.
32
Page 33
Gebruiksaanwijzing
Wat is er aan de hand als...
Hulp bij storingen
Probeer in geval van storing aan de hand van onderstaande aanwijzingen het probleem zelf op te lossen. Als u voor één van de hier vermelde
storingen of vanwege bedieningsfouten de service-afdeling inschakelt,
wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
• Als in het multidisplay de foutcode C1, C2
of Cd wordt aangegeven, kunt u de storing
eventueel zelf opheffen (zie storingstabel).
Na opheffen van de storing toets START/
PAUZE indrukken. Als de foutcode opnieuw
wordt aangegeven, neem dan contact op
met de service-afdeling.
• Bij alle andere foutcodes (C en cijfer of letter)
contact opnemen met de service-afdeling en
foutcode opgeven.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering in de huisinstallatie
Wasautomaat werkt
niet.
Deur gaat niet dicht.Kinderslot is ingesteld.
Foutcode Cd verschijnt
in het multidisplay. Indicaties VOORWAS,
SPOELEN en SPOELEN+
knipperen.
is niet in orde.
Deur is niet goed gesloten.
Toets START/PAUZE is niet
lang genoeg ingedrukt.
Deur is niet goed gesloten.
De stekker in het stopcontact
steken.
Zekering controleren en/of
vervangen.
Deur sluiten; het slot moet
hoorbaar dichtvallen.
De toets START/ PAUZE zolang indrukken totdat het
programma begint.
Kinderslot opheffen (zie het
hoofdstuk “Kinderslot”).
Deur goed sluiten.
Programma opnieuw starten.
33
Page 34
Gebruiksaanwijzing
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Waterkraan is dicht.Waterkraan opendraaien.
Er wordt geen water
toegevoerd.
Foutcode
schijnt in het multidisplay.
Wasautomaat trilt tijdens het wassen of
staat niet stil.
(1 ver-
Zeef in schroefkoppeling van
toevoerslang is verstopt.
Waterkraan zit vol met kalkaanslag of is defect.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
De in de hoogte verstelbare
stelvoeten zijn niet correct
afgesteld.
Er zit te weinig wasgoed in
de trommel (bijv. alleen een
badjas).
Water kon voor het centrifugeren niet volledig worden
weggepompt doordat de
afvoerslang geknikt is of
de afvoerpomp verstopt is.
Waterkraan dichtdraaien.
Slang van waterkraan losschroeven, zeef eruitnemen
en onder stromend water reinigen.
Waterkraan controleren, evt.
laten repareren.
Transportbeveiliging volgens
de aanwijzingen voor
opstelling en aansluiting
verwijderen.
Stelvoeten afstellen volgens
de aanwijzingen voor opstelling en aansluiting.
Dit heeft geen nadelige invloed op de werking van het
apparaat.
Ligging van afvoerslang controleren en evt. de knik eruithalen of de afvoerpomp
reinigen en evt. vreemde
voorwerpen uit het pomphuis verwijderen.
34
Sop van de hoofdwas
schuimt sterk.
Waarschijnlijk heeft u te veel
wasmiddel gebruikt.
Wasmiddel nauwkeurig volgens de aanwijzingen van de
fabrikant doseren.
Page 35
Gebruiksaanwijzing
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Er loopt water onder de
wasautomaat vandaan.
Wasverzachter wordt
niet ingespoeld, vak æ
voor nabehandelingsmiddel is met water
gevuld.
Was is erg gekreukt.
Schroefkoppeling op de toevoerslang lekt.
Afvoerslang lekt.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Er zit wasgoed tussen de
deur geklemd.
Aftapslang is niet goed aangesloten of lekt.
Het wasverzachterbakje is
niet goed in het vak voor het
nabehandelingsmiddel gezet
of is verstopt.
Waarschijnlijk hebt u te veel
wasgoed in de machine gedaan.
Toevoerslang goed vastdraaien.
Afvoerslang controleren en
eventueel vernieuwen.
Deksel goed sluiten.
Programma afbreken, wasgoed bij de deur verwijderen.
Programma opnieuw starten.
Aftapslang correct aansluiten (zie het hoofdstuk “Water aftappen”). Als de
aftapslang lekt contact opnemen met onze serviceafdeling.
Wasmiddellade reinigen,
wasverzachterbakje goed
vastzetten.
Houd u aan het maximale
vulgewicht (zie programmatabellen). Bij kreukherstellend textiel het programma
STRIJKVRIJ kiezen.
Wasgoed is niet goed
gecentrifugeerd, in de
trommel bevindt zich
nog water.
Foutcode
schijnt in het multidisplay
(2 ver-
.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Maximale pomphoogte (uitloophoogte 1m vanaf de onderkant van het apparaat) is
overschreden.
Afvoerpomp is verstopt.
Bij een sifonaansluiting: sifon is verstopt.
Knik uit de slang halen.
Neem contact op met onze
serviceafdeling, daar is voor
opvoerhoogten boven 1m
een opvoerset te verkrijgen.
Apparaat uitschakelen en
stekker uit het stopcontact
nemen, afvoerpomp reinigen.
Sifon reinigen.
35
Page 36
Gebruiksaanwijzing
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Wachten totdat de indicatie
DEUR groen oplicht.
Deur kan bij ingeschakeld apparaat niet worden geopend.
In de wasmiddellade
vormen zich wasmiddelresten.
Spoelwater is troebel.
Deur is vanwege hoog waterniveau resp. hoge watertemperatuur vergrendeld
(indicatie DEUR licht rood
op).
Stroomuitval! (Alle indicaties zijn uit).
Deur blijft uit veiligheidsredenen ca. 4 tot 10 minuten
vergrendeld.
Waterkraan staat niet helemaal open.
Zeef in de schroefkoppeling
van de toevoerslang naar de
kraan of naar het apparaat is
verstopt.
Oorzaak is waarschijnlijk een
wasmiddel met een hoog silicaatgehalte.
Als de deur toch moet worden geopend:
programmakiezer op UIT
draaien; programmakiezer op
POMPEN draaien. Toets
START/ PAUZE indrukken.
Nadat het water is afgepompt, kan de deur worden
geopend.
Als door het venster van de
deur water zichtbaar is, eerst
het water aftappen (zie het
hoofdstuk “Water aftappen”).
Na ca. 4 tot 10 minuten kan
de deur geopend worden
door aan de deurgreep te
trekken.
Waterkraan helemaal opendraaien.
Waterkraan dichtdraaien.
Toevoerslang losschroeven
van de waterkraan en van
het apparaat. Zeef reinigen.
Dit heeft geen nadelige invloed op het spoelresultaat,
eventueel een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
36
Als een toets voor een
extra programma
wordt ingedrukt, licht
de bijbehorende indicatie niet op.
Het gekozen extra programma kan niet met het ingestelde programma worden
gecombineerd.
Maak een andere keuze.
Page 37
Gebruiksaanwijzing
Het wasresultaat is niet bevredigend
Wanneer het wasgoed grauw is en er zich kalk in de trommel heeft
neergezet
• Er werd te weinig wasmiddel gebruikt.
• Er werd een verkeerd wasmiddel gebruikt.
• Sterk vervuilde was werd vooraf niet behandeld.
• Er werd een verkeerd programma of een verkeerde temperatuur ge-
kozen.
• Tijdens het gebruik van een zelf samen te stellen wasmiddel werden
de afzonderlijke componenten niet in de juiste verhouding gemengd.
Wanneer het wasgoed nog grauwe vlekken vertoont
• Er werd niet voldoende wasmiddel gebruikt voor het wassen van linnen waarop vlekken van zalf, vet of olie zaten.
• Er werd een te lage temperatuur geselecteerd.
• Een vaak voorkomende oorzaak is dat er wasverzachter – in het bij-
zonder deze in geconcentreerde vorm – op het wasgoed terechtgekomen is. Zulke vlekken zo snel mogelijk uitwassen en de wasverzachter
in kwestie omzichtig gebruiken.
Er blijft nog schuim achter na de laatste spoelbeurt
• Moderne wasmiddelen kunnen ook in de laatste spoelbeurt noch
schuim aanmaken. Het wasgoed is desondanks voldoende gespoeld.
• Er werd te veel wasmiddel gebruikt.
Er blijven witte resten op het wasgoed achter
• Het betreft onoplosbare substanties van moderne wasmiddelen.
Deze zijn niet het gevolg van een ontoereikende spoelwerking.
Het wasgoed uitschudden of uitborstelen. Misschien moet u het wasgoed in de toekomst vóór het wassen omkeren. Het gebruikte wasmiddel controleren, eventueel een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Maak de machine leeg overeenkomstig de voorschriften
voor noodgevallen
• Wanneer het waswater niet meer wordt weggepompt, moet de machine overeenkomstig de voorschriften voor noodgevallen worden
leeggemaakt.
37
Page 38
Gebruiksaanwijzing
• Wanneer de wasmachine zich in een aan vorst blootstaande ruimte
bevindt, dient er bij gevaar voor vorst een noodaftap uitgevoerd te
worden. Daarenboven: de toevoerslang van de waterkraan losschroeven en op de vloer leggen, de afvoerslang laten leeglopen.
Waarschuwing! De wasmachine vóór de noodaftap uitschakelen en de
1
netstekker losmaken!
Opgepast! Het water dat uit de noodaftapslang loopt, kan heet zijn.
Verbrandingsgevaar! Laat het water vóór een noodaftap eerst afkoelen!
0 1. Een vlak verzamelvat klaarzetten om het weglopende water op te van-
gen.
2. De klep die zich rechts op het sokkelpaneel bevindt, naar beneden openklappen en het water aftappen.
3. De noodaftapslang uit de houder verwijderen.
4. Plaats de opvangbak onder de opening.
5. De sluitdop van de noodaftapslang los-
maken door deze tegen de wijzers van
de klok in te draaien en verwijderen.
Het water loopt weg. Naargelang de
hoeveelheid water kan het nodig zijn
dat het verzamelvat meermaals geleegd
wordt. Daartoe de noodaftapslang tussentijds weer afsluiten met de sluitdop.
Wanneer het waswater volledig is weggelopen:
6. De sluitstop goed in de noodaftapslang schuiven en met de wijzers van
de klok mee vastdraaien.
7. De noodaftapslang weer in de houder hangen.
8. Plaats het klepje weer terug op het sokkelpaneel en sluit.
38
Page 39
Gebruiksaanwijzing
Aanvullende spoelgang (SPOELEN+)
De wasautomaat is op een uiterst zuinig waterverbruik ingesteld. Voor
mensen met een allergie kan het echter van nut zijn om het wasgoed
met meer water te spoelen.
Wanneer deze functie ingesteld is, volgt er een extra spoelbeurt tijdens
3
de programma' s WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ
en FIJNE WAS.
Bij de levering van het toestel is er geen extra spoelgang ingesteld.
Een extra spoelgang instellen:
0 1. De programmakeuzeschakelaar op KORT CENTRIFUG. draaien.
2. De toets INWEKEN gedurende minstens 5 seconden ingedrukt houden.
Nadat de toets 5 seconden ingedrukt werd, knippert SPOELEN
indicatie van het programmaverloop gedurende 5 seconden.
3. Wanneer SPOELEN
Wanneer het knipperen ophoudt, is de extra spoelbeurt ingesteld. De
extra spoelbeurt blijft ingesteld tot deze weer opgeheven wordt.
Wanneer de aanvullende spoelgang ingesteld is, brandt de indicatie
SPOELEN
gang op de indicatie van het programmaverloop.
4. Indien u wil controleren of de extra spoelbeurt ingesteld is:
– De programmakeuzeschakelaar op KORT CENTRIFUG. draaien.
– De toets INWEKEN kort indrukken.
Wanneer SPOELEN
pert, is de aanvullende spoelgang ingesteld.
+ vóór de programmastart en tijdens de aanvullende spoel-
+ knippert, de toets INWEKEN loslaten.
+ op de indicatie van het programmaverloop knip-
+ op de
Een extra spoelgang opheffen:
0 1. De programmakeuzeschakelaar op KORT CENTRIFUG. draaien.
2. De toets INWEKEN gedurende minstens 5 seconden ingedrukt houden.
Onmiddellijk bij het indrukken van de toets knippert SPOELEN
programmaverloopdisplay. Na 5 seconden houdt SPOELEN
knipperen en brandt constant gedurende nogmaals 5 seconden.
3. Wanneer SPOELEN
Nadat SPOELEN
heven.
Door een extra spoelbeurt in te stellen, neemt het waterverbruik en de
3
programmaduur toe.
+ constant brandt, de toets INWEKEN loslaten.
+ niet meer brandt, is de aanvullende spoelgang opge-
+ op met
+ op het
39
Page 40
Gebruiksaanwijzing
Afkoeling van het waswater
Het kan noodzakelijk zijn om het waswater vóór het wegpompen af te
koelen om thermische beschadiging van de plastic afvoerleidingen te
vermijden.
Het water wordt vóór het wegpompen aan het einde van de hoofdwas-
3
gang afgekoeld (door de toevoer van koud water).
(Deze instelling is enkel actief bij WITTE/BONTE WAS bij een temperatuur van meer dan 40 °C.)
Bij de levering van het toestel is waterafkoeling niet ingesteld.
De waterafkoeling instellen:
0 1. De programmakeuzeschakelaar op KORT CENTRIFUG. draaien.
2. De toets VOORWAS gedurende minstens 5 seconden ingedrukt houden.
Nadat de toets gedurende 5 seconden ingedrukt werd, knippert
HOOFDWAS op het programmaverloopdisplay gedurende 5 seconden.
3. Wanneer HOOFDWAS knippert, de toets VOORWAS loslaten.
Wanneer het knipperen ophoudt, is de afkoeling van het water ingesteld. De afkoeling van het water is zolang ingesteld tot deze weer opgeheven wordt.
4. Wanneer u wil nagaan of de afkoeling ingesteld is:
– De programmakeuzeschakelaar op KORT CENTRIFUG. draaien.
– De toets VOORWAS kort indrukken.
Wanneer HOOFDWAS knippert op de aanduiding van het programmaverloop, is de afkoeling ingesteld.
De afkoeling opheffen:
0 1. De programmakeuzeschakelaar op KORT CENTRIFUG. draaien.
2. De toets VOORWAS gedurende minstens 5 seconden ingedrukt houden.
Onmiddellijk bij het indrukken van de toets knippert HOOFDWAS op het
programmaverloopdisplay. Na 5 seconden houdt HOOFDWAS op met
knipperen en brandt constant gedurende 5 seconden.
3. Wanneer HOOFDWAS constant brandt, de toets VOORWAS loslaten. Nadat HOOFDWAS ophoudt met branden, is de afkoeling opgeheven.
Door afkoeling van het water in te stellen, neemt het waterverbruik en
3
de programmaduur toe.
Extra spoelgang en waterafkoeling
Extra spoelbeurt en afkoeling van het water kan u combineren. Instellen zoals bij ”Extra spoelbeurt” en ”Afkoeling van het water”.
40
Page 41
Kinderslot
Bij ingeschakeld kinderslot kan de
deur niet meer gesloten en kan er
geen wasprogramma meer gestart
worden.
Het kinderslot inschakelen:
0 De draaiknop (aan de binnenzijde
van de deur) met behulp van een
muntstuk met de wijzers van de
klok mee tot aan de aanslag
draaien.
Waarschuwing! De draaiknop
1
mag zich na het instellen niet in
een verzonken stand bevinden
omdat het kinderslot dan niet actief is. De draaiknop moet
uitspringen zoals in de afbeelding
te zien is.
Het kinderslot uitschakelen:
0 De draaiknop tegen de wijzers van
de klok in tot aan de aanslag draaien.
Gebruiksaanwijzing
41
Page 42
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Veiligheidsvoorschriften voor de installatie
• De wasmachine niet op de voorzijde noch op de rechterzijde (van
vooraan gezien) kantelen. Elektrische onderdelen zouden nat kunnen
worden!
• Controleer de wasmachine op transportschade. Een beschadigde was-
machine mag u in geen geval aansluiten. Wend u in geval van schade
tot uw leverancier.
• Zorg ervoor dat alle delen van de transportbeveiliging verwijderd zijn
en dat de spatwaterbeveiliging aan de wasmachine aangebracht is,
zie ”De transportbeveiliging verwijderen”. Anders kan de wasmachine
of meubilair in de nabijheid tijdens het centrifugeren beschadigd raken.
• De stekker altijd in een reglementair geïnstalleerde veiligheidswand-
contactdoos steken.
• Bij een vaste aansluiting: Een vaste aansluiting mag enkel door een
erkende vakman uitgevoerd worden.
• Controleer voor de inbedrijfstelling of de nominale spanning en de
stroomsoort die op het typeplaatje van het toestel zijn aangegeven
overeenkomen met de netspanning en stroomsoort op de plaats van
opstelling. De noodzakelijke elektrische beveiliging staat eveneens
vermeld op het typeplaatje.
• Wanneer voor de wateraansluiting van de wasautomaat werkzaam-
heden aan de waterinstallatie noodzakelijk zijn, moeten deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend installateur.
• Wanneer voor de elektrische aansluiting van de wasautomaat werk-
zaamheden aan het elektriciteitsnet noodzakelijk zijn, moeten deze
werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend elektro-installateur.
• De voedingsleiding mag enkel door de klantenservice of een erkende
vakman vervangen worden.
42
Page 43
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Plaatsing van de wasmachine
Wasmachines met een afgerond scherm mogen niet ingebouwd wor-
3
den.
De wasmachine transporteren
• Leg de wasmachine niet op de voorzijde noch op de rechterzijde neer
(van vooraan gezien). Anders kunnen bepaalde elektrische onderdelen
nat worden.
• De wasmachine nooit zonder transportbeveiliging verplaatsen. De
transportbeveiliging pas op de plaats van opstelling verwijderen!
Door de wasmachine zonder transportbeveiliging te verplaatsen, kan
deze beschadigd raken.
• De wasmachine nooit aan de geopende deur evenmin aan de sokkel
opheffen.
Ingeval van transport met behulp van een steekwagentje:
• Het steekwagentje enkel van aan de zijkant aanbrengen. De schop
van het steekwagentje mag niet langer dan 24cm zijn, zoniet kan de
vlotterschakelaar beschadigd raken.
De transportbeveiliging verwijderen
Opgelet! Vooraleer de wasma-
chine in werking te stellen, dient
de transportbeveiliging absoluut
verwijderd te worden! Berg alle
onderdelen van de transportbeveiliging zorgvuldig op voor
een eventueel later transport
(verhuis).
0 1. Beide slangklemmen aan de ach-
terzijde van de wasmachine openen en de slangen evenals het
netsnoer uitnemen.
43
Page 44
Instructies voor plaatsing en aansluiting
2. Beide slangklemmen in één ruk
van de wasmachine lostrekken.
Speciale sleutel A en de sluitdop-
3
pen B (2 stuks) en C (1 stuk) zijn bij de wasmachine gevoegd.
3. Schroef D incl. drukveer met behulp van de speciale sleutel A verwijderen.
4. Het gat door middel van de
sluitdop C afsluiten.
Opgelet! De sluitdop zo hard indrukken dat deze in de achterwand vastklikt (beveiliging van de
binnenkant van de wasmachine
tegen spatwater).
5. De twee schroeven E met behulp
van de speciale sleutel A losschroeven.
6. De vier schroeven F met behulp
van de speciale sleutel A losschroeven.
7. De transportrail G verwijderen.
8. De vier schroeven F opnieuw
vastschroeven.
9. De twee grote gaten met behulp
van de sluitdoppen B afsluiten.
Opgelet! Sluitdoppen zo hard
indrukken dat zij in de achterwand vastklikken (beveiliging
van de binnenkant van de wasmachine tegen spatwater).
44
Page 45
Instructies voor plaatsing en aansluiting
De plaats van opstelling voorbereiden
• De plaats van opstelling moet proper en droog zijn en mag geen res-
ten van boenwas of andere smerende bekledingen vertonen opdat de
wasmachine niet zou wegschuiven. Smeermiddelen mogen niet als
glijmiddel gebruikt worden.
• De plaatsing op een tapijt met een hoge pool of een vloerbedekking
met een schuimlaag is af te raden omdat de stabiliteit van de wasmachine daarbij niet gegarandeerd is.
• Ingeval van kleine vloertegels dient er een in de handel gebruikelijke
rubberen mat ondergelegd te worden.
• Kleine oneffenheden van de vloer nooit met behulp van hout, karton
en dergelijke wegwerken; daartoe in principe de regelvoetjes op de
gepaste hoogte instellen.
• Wanneer de wasmachine omwille van plaatsgebrek direct naast een
gas- of kolenfornuis dient geplaatst te worden: Tussen het fornuis en
de wasmachine een warmte-isolerende plaat (85 x 57cm) aanbrengen
die aan de kant van het fornuis met een aluminiumfolie bekleed is.
• De wasmachine mag niet in een aan vorst blootstaande ruimte opge-
steld worden. Vorstschade!
• De toevoer- en afvoerleiding mogen niet gebogen noch gekneld wor-
den.
Plaatsing op een betonnen sokkel
Ingeval van plaatsing op een betonnen
sokkel moeten er om veiligheidsredenen
absoluut voetplaten gemonteerd worden
waarin de wasmachine vastgezet wordt.
De voetplaten zijn bij de klantenservice
verkrijgbaar onder het ET-nr.
645 425 058.
Plaatsing op een zwevende bodem
Ingeval van een zwevende bodem, in het bijzonder een houten vloer
met flexibele vloerplanken, dient er een waterbestendige houten plaat
van minstens 15mm op minimaal 2 vloerliggers vastgeschroefd te worden. Stel de wasmachine zoveel mogelijk in een hoek van de ruimte op
omdat de houten vloer daar het best is ingespannen en zodoende het
minst aan resonantietrillingen blootgesteld is.
45
Page 46
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Oneffenheden van de bodem wegwerken
Automatisch regelvoetje: Het voetje links achteraan uw wasmachine
3
is als een veerpoot ontworpen. Zodoende is een goede stabiliteit van de
wasmachine gegarandeerd, ook ingeval van hoge toerentallen tijdens
centrifugeren.
Indien de wasautomaat tijdens het centrifugeren toch nog zou bewegen, moet u als volgt tewerk gaan:
0 1. Stel de drie regelvoetjes in op de
nominale maat van 10mm. Gebruik daartoe de bijbehorende
speciale sleutel om de transportbeveiliging te verwijderen.
Wanneer het automatische voetje
niet tot de bodem reikt:
2. Het automatische regelvoetje
(achteraan links) manueel met de
benodigde maat verlengen.
3. De opstelling indien nodig met
een waterpas controleren.
Opgelet! Kleine oneffenheden
van de vloer nooit met behulp van hout, karton en dergelijke wegwerken; daartoe in principe de regelvoetjes op de gepaste hoogte instellen.
46
Page 47
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Elektrische aansluiting
Informatie omtrent de netspanning, de stroomsoort en de vereiste
stroomveiligheden dient u van het
typeplaatje af te lezen. Het typeplaatje bevindt zich bovenaan achter de deur.
Dit apparaat voldoet aan de
;
volgende EG-richtlijnen:
– de ”Laagspanningsrichtlijn" 73/23/EWG met wijzigingen
– de ”EMV-richtlijn" 89/336/EWG met wijzigingen
De wateraansluiting
De wasmachine is met veiligheidsvoorzieningen uitgerust die een te-
3
rugkerende vervuiling van het drinkwater voorkomen en aan de reglementaire voorschriften van de waterinstanties beantwoorden (voor
Duitsland b.v.: de DVGW-richtlijnen). Overige veiligheidsmaatregelen
tijdens de installatie zijn daarom niet nodig.
Opgelet!
– Toestellen bedoeld voor aansluiting aan koud water mogen niet aan
warm water aangesloten worden!
– Voor de aansluiting mag enkel een nieuwe set slangen gebruikt
worden!
Toegelaten waterdruk
De waterdruk moet minstens 1bar (= 10N/cm2 = 0,1MPa) en mag
maximaal 10 bar (= 100 N/cm
• Bij meer dan 10bar: De drukverminderingsklep voorschakelen.
• Bij minder dan 1bar: De toevoerslang aan de kant van de wasmachine
aan de magneetinlaatklep losschroeven en de regelaar voor de doorstromingshoeveelheid verwijderen (daartoe de zeef met een punttang
verwijderen en de zich daarachter bevindende rubberschijf verwijderen). De zeef terugplaatsen.
2
= 1MPa) bedragen.
47
Page 48
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Watertoevoer
Er is een drukslang van 1,5m lang meegeleverd.
Wanneer een langere toevoerslang nodig is, mag uitsluitend een door
onze klantenservice aangeboden, VDE-gekeurde complete slangenset
met gemonteerde schroefverbindingen gebruikt worden.
– Voor wasmachines zonder Aqua-Control zijn slangensets met een
lengte van 2,2m, 3,5m en 5m verkrijgbaar.
– Voor wasmachines met Aqua-Control zijn slangensets met een lengte
van 2,0m, 2,9m en 3,9m verkrijgbaar.
Opgelet! Deze in geen geval gebruiken voor het verlengen van de
slangen!
Sluitringen zijn ofwel in de plastic moeren van
3
de schroefverbinding ingelegd of zitten apart
verpakt. Geen andere dichtingen gebruiken!
0 1. De slang met de haaks gebogen aansluiting aan
de wasmachine aansluiten.
Opgelet!
– De toevoerslang niet loodrecht
naar beneden leggen, maar volgens de afbeelding naar rechts
of links draaien.
– De schroefverbinding enkel met
de hand aanspannen.
2. De slang met de rechte aansluiting aan een waterkraan met schroefdraad R 3/4
(duim) aansluiten.
Opgelet! De schroefverbinding enkel met de
hand aanspannen.
3. Vóór de inwerkingstelling van de wasmachine
nagaan of de aansluiting niet lekt door de waterkraan langzaam te openen.
48
Page 49
Instructies voor plaatsing en aansluiting
De waterafvoer
De afvoerslang kan ofwel aan een sifon aangesloten of in een wasbekken of gootsteen en/of een badkuip gehangen worden.
Enkel originele slangen mogen als verlenging (max. 3m op de vloer gelegd en dan tot 80cm hoog) gebruikt worden. De klantenservice gebruikt afvoerslangen met een lengte van 2,7 en 4m.
Attentie! De afvoerslang mag beslist niet geknikt zijn.
Waterafvoer in een sifon
De mof aan het einde van de slang past
op alle gebruikelijke soorten sifons.
0 De verbinding tussen de mof en de sifon
met een slangklem beveiligen.
Waterafvoer in een wastafel,
gootsteen of badkuip
Attentie!
– Kleine gootstenen of wastafels zijn
niet geschikt voor de waterafvoer.
Het water zou kunnen overlopen!
– Het uiteinde van de afvoerslang mag
niet in het weggepompte water liggen.
Zo zou water in het apparaat teruggezogen kunnen worden!
– Om wegglijden van de slang in een
wastafel, gootsteen of badkuip te
voorkomen, moet de slang met het
meegeleverde bochtstuk worden vastgezet. De slang zou anders door de terugslagkracht van het uitstromende
water uit de wastafel kunnen worden
gedrukt.
0 Het bochtstuk m.b.v. een touw aan de
waterkraan of de muur bevestigen.
49
Page 50
Instructies voor plaatsing en aansluiting
Opvoerhoogtes van meer dan 1m
Om het was-/spoelwater te kunnen wegpompen, is elke wasmachine
uitgerust met een afvoerpomp die vloeistoffen via de afvoerslang tot
een hoogte van 1m oppompt, gerekend vanaf het standvlak van de machine.
Voor opvoerhoogtes van meer dan 1m dient u contact op te nemen
met de klantenservice.
50
Page 51
Technische gegevens
In hoogte verstelbaar ca. +10/-5mm
Vulgewicht (afhankelijk van het
programma)
Toepassingsgebied huishouden
Trommeltoerental centrifugeren zie typeplaatje
Waterdruk 1-10bar
max. 6kg
(=10-100N/cm
2
= 0,1-1,0MPa)
Afmetingen
(Afmetingen in mm)
51
Page 52
Garantiebepalingen
Garantiebepalingen
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het
toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of
vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leverings-
datum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die
voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
• chemische en elektrochemische inwerking van water,
• abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
• voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
• contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel
voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd
voor grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt,
dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
52
Page 53
Garantiebepalingen
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het
recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel
niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te
gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet
onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteenweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel.: 02.363.04.44
53
Page 54
Servicepunten
Servicepunten
België
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Province de Liège:
S.D.E.
Rue Gaucet 26
4020 Liege
TelefonTelefax
Consumer services 02/363.04.4402/363.04.00
02/363.04.60
04/343.11.6004/343.47.68
54
Page 55
555657
Page 56
Page 57
Page 58
Register
Register
A
Afkoeling van het waswater . . . . . . . . . . . 40
In het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...” worden enkele storingen beschreven die u zelf kan verhelpen. Raadpleeg in geval van een storing
eerst dit hoofdstuk. Wanneer u daar geen aanwijzingen kan vinden,
neem dan contact op met uw servicepunt. (De adressen en telefoonnummers vindt u in het hoofdstuk ”Servicepunten”.)
Bereid het gesprek in elk geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose alsook de beslissing of een bezoek door de klantenservice noodzakelijk is.
Noteer het PNC- en het S-nummer.
U vindt beide op het typeplaatje aan
de binnenzijde van de deur van uw
wasmachine.
• Onder welke omstandigheden doet de storing zich voor?
• Geeft het multidisplay een foutmelding aan?
Service
Wanneer moet u ook tijdens de garantieperiode kosten maken?
– wanneer u de storing zelf had kunnen verhelpen met behulp van de
storingstabel (zie het hoofdstuk ”Wat doen wanneer ...”),
– wanneer meer dan één bezoek van de technicus van de klantenser-
vice noodzakelijk is omdat hij vóór zijn bezoek niet over alle belangrijke informatie beschikte en nu b.v. wisselstukken moet halen. Deze
extra ritten kan u vermijden door uw telefoonoproep in de hierboven
beschreven wijze goed voor te bereiden.
59
Page 60
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg