AEG LAV41280 User Manual [nl]

ÖKO_LAVAMAT 41280 UPDATE
De wasautomaat die het milieu ontziet
Informatie voor de gebruiker
Geachte klant,
Lees deze informatie aandachtig door. Lees vooral het hoofdstuk "Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid" op de
eerste pagina's. Bewaar dit boekje goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef het door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aanwijzingen.
Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u onder "Wat is er aan de hand als..." aanwijzingen om kleine storingen zelf op te heffen.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met de AEG
fabrieksservice, zie hoofdstuk "Klantenservice".
Gedrukt op chloorvrij papier -
2
wie milieubewust denkt, handelt ook zo...
INHOUD
Gebruiksaanwijzing................................................................................... 6
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid ...................................................................6
Afvalverwerking .................................................................................................. 9
ÖKO-tips voor zuinig wassen ..........................................................................9
Uitrusting ........................................................................................................... 11
Frontaanzicht ..............................................................................................................11
Lade voor was- en nabehandelingsmiddel.....................................................11
Bedieningspaneel......................................................................................................12
Programmakiezer ......................................................................................................1 2
Toetsen voor extra programma's.........................................................................14
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen programma's............... 18
? ?
Wat betekent "UPDATE"
Vóór het in gebruik nemen ........................................................................... 19
....................................................................................................................................................
?
.......................................................................... 18
? ?
....................................................................................................................................................
Voordat u gaat wassen ................................................................................... 19
Wasgoed sorteren en voorbereiden ..................................................................19
Textielsoorten en wasetiketten............................................................................20
Was- en nabehandelingsmiddelen.....................................................................21
Welk was- en nabehandelingsmiddel ? .....................................................21
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel ?...............................................21
Waterontharder gebruiken ...................................................................................21
3
Inhoud
Wassen................................................................................................................ 22
Beknopte gebruiksaanwijzing..............................................................................22
Wasprogramma instellen........................................................................................23
Centrifugetoerental wijzigen / spoelstop kiezen .........................................23
Extra spoelgang (SPOELEN +) ...............................................................................24
Starttijdkeuze / inweekduur instellen ..............................................................25
Machinedeksel openen en sluiten......................................................................26
Trommeldeksel openen ...........................................................................................26
Wasgoed in de machine doen..............................................................................26
Was- / nabehandelingsmiddel doseren............................................................27
Wasprogramma starten ...........................................................................................28
Afloop van het wasprogramma ...........................................................................29
Wasprogramma wijzigen ........................................................................................29
Einde van het programma / wasgoed uit de machine nemen ................30
Programmatabellen ........................................................................................ 31
Wassen ...........................................................................................................................31
Apart wasverzachten / stijven ..............................................................................32
Apart spoelen .............................................................................................................32
Apart centrifugeren .................................................................................................32
Reiniging en onderhoud ................................................................................ 33
In het dagelijks gebruik .........................................................................................33
Bedieningspaneel......................................................................................................33
Wasmiddelbakje.........................................................................................................33
Wastrommel .................................................................................................................34
Kans op vorst ..............................................................................................................34
Pluizenfilter reinigen ..............................................................................................35
Wat is er aan de hand als... ........................................................................... 36
Hulp bij storingen.....................................................................................................36
Als het wasresultaat niet bevredigend is ........................................................39
4
Opstel- en aansluitaanwijzing ....................................... 40
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid voor de installateur ......................... 40
Transportbeveiliging verwijderen ............................................................... 41
Opstelling van het apparaat .................................................................................42
Opstelling van verrijdbare machines ................................................................43
Elektrische aansluiting ................................................................................... 44
Wateraansluiting ............................................................................................. 45
Waterdruk.....................................................................................................................45
Watertoevoer ..............................................................................................................45
Waterafvoer .................................................................................................................46
Pomphoogten van meer dan 1 meter...............................................................46
Technische gegevens ...................................................................................... 47
Afmetingen van het apparaat ...................................................................... 47
Inhoud
Garantiebepalingen ......................................................... 48
Klantenservice................................................................... 51
5
GEBRUIKSAANWIJZING
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u en uw eventuele medegebruikers op het volgende te wijzen:
Vóór het in gebruik nemen
De wasautomaat moet volgens de voorschriften worden opgesteld en aangesloten. Alles daarover leest u achter in dit boekje. Gebruik de wasautomaat alleen voor het wassen en centrifugeren van wasgoed. Als de machine voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventueel ontstane schade niet door
de garantiebepalingen gedekt. Controleer of de machine geen transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten. Controleert u vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje
aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en stroomsoort bij u thuis. Op het typeplaatje kunt u ook
zien welke zekering nodig is. Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en
styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!
In het dagelijks gebruik
De wasautomaat nooit in gebruik nemen, als aansluitsnoer, toevoer­resp. afvoerslang, bedieningspaneel, bovenblad of sokkel beschadigd
zijn. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot onze service-afdeling. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen!
Als u het apparaat gaat schoonmaken, moet het altijd uitgeschakeld zijn: stekker uit het stopcontact trekken of bij vaste aansluiting de groepenhoofdschakelaar uitschakelen of de zekering uitdraaien.
In geval van storing eerst de waterkraan dichtdraaien, dan de stekker uit het stopcontact trekken. Bij vaste aansluiting: zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
6
Gebruiksaanwijzing
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de stekker.
Het apparaat in geen geval met een waterstraal afsproeien. Kans op kortsluiting!
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang met elektrische apparaten. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen.
Huisdieren, vooral kleine dieren, kunnen in snoeren en slangen bijten, kans op kortsluiting resp. overstroming! Houd daarom huisdieren uit de
buurt van de wasautomaat. Bij het openen van het pluizenfilter bestaat verbrandingsgevaar door
heet sop. Laat het sop eerst in de machine afkoelen. Zorg ervoor dat de afvoerslang niet kan wegglijden, als hij in een
gootsteen of badkuip hangt. Verbrandings- en overstromingsgevaar! Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het kan gaan vriezen,
moet bij kans op vorst het water worden afgetapt (zie «Hulp bij storingen/water aftappen»).
Vlekkenreinigers die oplosmiddel bevatten zijn brand- en explosiegevaarlijk. Voorbehandeld wasgoed pas in de wasautomaat wassen, als de oplosmiddelen volledig verdampt zijn.
De wasautomaat mag niet voor chemische reiniging gebruikt worden. Vergewis u er vóór het gebruik van wateronthardings-, ontkalkings-,
kleur- en ontkleuringsmiddelen van, dat de fabrikant van deze middelen duidelijk aangeeft dat gebruik in de wasautomaat mogelijk is.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Informeer bij de gemeente naar de afvalverwerkingsmogelijkheden in uw woonplaats.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor ongevallen die ontstaan door niet opvolgen van deze veiligheidsvoorschriften.
7
Gebruiksaanwijzing
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de wasautomaat spelen.
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Zorg ervoor dat kleine huisdieren niet in de trommel van de wasautomaat klimmen.
Als u de wasautomaat afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker en snoer weg. Zo kunnen spelende kinderen zichzelf of andere kinderen niet in het apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico‘s leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer beschadigd is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo beschadigd zijn, dat de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken. Bovendien de stekker uit het stopcontact trekken of -bij vaste aansluiting ­automatische zekering in de huisinstallatie uitschakelen of zekering geheel uitdraaien.
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de stekker.
Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op kortsluiting!
Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp gaat
reinigen of noodontgrendeling van de deur gaat toepassen. Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
8
Gebruiksaanwijzing
Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de wasautomaat houden.
Afvalverwerking
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk. Ze kunnen zonder gevaren bij het afval worden gezet en in een vuilverbrandingsinstallatie worden verbrand ! Over de materialen : de kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de doorzichtige folieverpakking en de
plastic zakjes.
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen cfk-vrij. Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in een container voor oud papier te deponeren.
ÖKO-tips voor zuinig wassen
Deze tips helpen u, zich milieubewust te gedragen.
Voor normaal verontreinigd wasgoed zijn de programma’s zonder voorwas bedoeld. In vergelijking met een programma met voorwas besparen ze wasmiddel en water.
Gebruik totaalwasmiddelen met bleekmiddel alleen als zich bleekbare vlekken op het wasgoed bevinden.Bleekmiddel wordt pas werkzaam bij hogere temperaturen.
Het zuinigst wast u met een volle trommel. Voor licht tot normaal verontreinigd wasgoed is vaak het energie-
spaarprogramma met lagere temperatuur en verlengde wastijd voldoende.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant - te veel wasmiddel is geldverspilling, belast het milieu en leidt tot verminderde was- en spoelwerking. En let ook op de doseeraanwijzingen bij licht verontreinigd wasgoed.
9
Gebruiksaanwijzing
Wasmiddelbesparing en milieuvriendelijk gedrag bereikt u ook als u bij hogere waterhardheden (boven 10°dH) de laagste door de fabrikant aangegeven dosering aanhoudt en apart een ontharder toevoegt. Er komt dan minder wasmiddel in het oppervlaktewater terecht.
Gebruik wasverzachter alleen als het noodzakelijk is, bijv. bij synthetische mengweefsels, om statische oplading te voorkomen. Als u een wasdroger gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter zacht en wollig.
10
Uitrusting
Frontaanzicht
Deksel
Greep om het deksel te openen
Gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel
Deurtje voor het pluizenfilter
Stelvoeten
Lade voor was- en nabehandelingsmiddel
voorwasmiddel / inweekmiddel of ontharder of
vlekkenzout
hoofdwasmiddel (poedervormig) en evt. ontharder
Hefboompje voor wielen
vloeibare nabehandelings-
middelen
overloop­beveiliging wasverzachter
11
Gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel
Toets
centrifugetoerental/SPOELSTOP
Toetsen
Multidisplay
Indicatie DEKSEL
Toets STARTTIJDKEUZE
Indicatie van het
programmaverloop
Toets
START/PAUZE
Indicatie OVERDOSERING
Programmakiezer
De programmakiezer bepaalt hoe het wasproces gaat verlopen (bijv. waterniveau, trommelbeweging, aantal spoelgangen, centrifugetoerental) aangepast aan de betreffende textielsoort, en de soptemperatuur. De verschillende instellingen werken als volgt :
Programmakiezer
12
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere standen is de wasautomaat ingeschakeld.
WITTE WAS/BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (wassen 60°-95°C - spoelen/wasverzachten
- centrifugeren).
E-STAND: energiebesparend programma op ca. 67°C voor licht tot normaal verontreinigde witte was, verlengde wastijd (niet te combineren met KORT).
Gebruiksaanwijzing
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (wassen 40°-60°C - spoelen/ wasverzachten - centrifugeren).
Stand STRIJKVRIJ: Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat m.b.v. dit programma nog slechts licht of helemaal niet gestreken hoeft te worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was (wassen 30°/40°C - spoelen/wasverzachten­centrifugeren, hoog waterniveau en verminderde trommelbeweging).
WOL /
HANDWAS
Hoofdwas voor in de machine wasbare wol en voor wasbare wol en zijde met het wasetiket "
" (handwas) (wassen koud-40°C - spoelen/ wasverzachten - centrifugeren, hoog waterniveau en sterk verminderde trommelbeweging).
SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand gewassen goed (2 spoelgangen en centrifugeren).
STIJVEN
Apart stijven, apart wasverzachten (na 1 spoelgang wordt vloeibaar nabehandelingsmiddel uit doseervakje
ingespoeld).
POMPEN
Wegpompen van het water na spoelstop zonder centrifugeren.
Spoelstop betekent: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en centrifugeren, resp. apart centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
KORT CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en voorzichtig centrifugeren, resp. apart voorzichtig centrifugeren van met de hand gewassen teer textiel (kreukherstellend goed, fijne was, wol).
13
Gebruiksaanwijzing
Toetsen voor extra programma's
Met deze toetsen kunt u het wasprogramma aanpassen aan de mate van verontreiniging van het wasgoed. Voor normaal verontreinigd goed zijn extra programma's niet nodig. Afhankelijk van het programma kunnen de verschillende functies met elkaar gecombineerd worden. De programma’s kunt u kiezen na het instellen van het programma en vóór het indrukken van toets START/PAUZE. Als u een toets indrukt, gaat het betreffende lampje branden. Als u de toets nogmaals indrukt, gaat het lampje uit.
VOORWAS
Ca. 15 minuten bij 30°C. Warm voorwassen voor de automatisch volgende hoofdwas (kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in combinatie met INWEKEN en VLEKKEN); met tussendoor centrifugeren bij WITTE/BONTE WAS, zonder tussendoor centrifugeren bij KREUKHERSTELLEND en FIJNE WAS.
INWEKEN
Ca. 45 minuten bij 30°C. Met toets STARTTIJDKEUZE te verlengen tot max. 10 uur. Daarna volgt automatisch de hoofdwas. Kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in combinatie met VOORWAS en VLEKKEN. Het inweken eindigt met een korte centrifugegang bij de programma’s WITTE/BONTE WAS en KREUKHERSTELLEND en met alleen pompen bij FIJNE WAS.
14
KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen worden bij instelling WOL, E-STAND en in combinatie met VLEKKEN).
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd wasgoed of van wasgoed met vlekken (verlengde hoofdwas, waarbij vlekkenzout op het juiste moment wordt ingespoeld, kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in combinatie met KORT, INWEKEN en VOORWAS en bij temperaturen beneden 40°C).
Bij instelling WOL/
(handwas) kunnen de extra programma’s niet worden
gekozen (eventueel ingedrukte toetsen hebben geen effect).
Gebruiksaanwijzing
Toets "START/PAUZE"
Deze toets heeft drie functies:
a) Start
Door indrukken van de toets wordt het ingestelde programma gestart.
b) Pauze
Om een lopend programma te onderbreken, toets START/PAUZE in­drukken: de indicatie in het multidisplay knippert U zet het programma voort door de toets opnieuw in te drukken.
c) Wegpompen van het water
Door indrukken van de toets wordt:
• bij programma’s met spoelstop het water weggepompt en gecentrifugeerd.
Toets STARTTIJDKEUZE
Met deze toets kunt u de start van een wasprogramma 1 tot maximaal 19 uur uitstellen. Zo kunt u bijv. in de voordeeluren wassen.
Deze toets moet vóór het inschakelen van toets START/PAUZE worden ingedrukt.
In het display verschijnt 5 seconden lang de gekozen tijd, dan wordt de duur van het gekozen programma weer aangegeven. Na inschakelen van toets START/PAUZE begint de machine de resterende tijd in uren terug te tellen.
Om de gekozen starttijd te wijzigen of te annuleren, toets START/PAUZE indrukken en dan toets STARTTIJDKEUZE indrukken, tot in het multidisplay de gewenste tijd verschijnt resp.h wordt aangegeven (als u de starttijdkeuze wilt annuleren).
Nu toets START / PAUZE nogmaals indrukken. Als u de starttijd hebt geannuleerd, wordt in het display weer de duur van
het eerder gekozen wasprogramma aangegeven. Attentie! Als u functie "starttijdkeuze" kiest, liever geen vloeibaar
wasmiddel gebruiken. Het vloeibare wasmiddel zou al voordat het programma begint op het wasgoed terecht kunnen komen en vlekken kunnen veroorzaken. Gebruik daarom de door de wasmiddelindustrie aangeboden doseerhulpjes of poedervormig wasmiddel.
"
15
Gebruiksaanwijzing
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP
Door indrukken van deze toets kunt u het maximale centrifugetoerental voor het inge­stelde programma reduceren of SPOELSTOP instellen. De maximale centrifugetoerentallen zijn aange­past aan de betreffende soort wasgoed.
Multidisplay
In dit display wordt de volgende informatie aangegeven:
• Duur van het gekozen programma (in minuten)
• Een oplichtende nul aan het einde van het programma.
• Starttijdkeuze die met de betreffende toets is gekozen. De tijd tot aan de start (max. 19 uur) wordt in uren teruggeteld.
"
16
• Foutcode. Treden storingen aan het apparaat op, dan worden deze m.b.v. een speciale foutcode in het display aangegeven.
Gebruiksaanwijzing
Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start van het programma aan welke programma-onderdelen zijn gekozen. Tijdens het programma brandt de indicatie van het onderdeel waarmee de machine bezig is. Als OVERDOSERING brandt, hebt u in het afgelo­pen programma te veel wasmiddel gebruikt. Bij de volgende was op de doseeraanwijzingen van de wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht letten!
Programma annuleren
Als u een reeds lopend programma wilt annuleren, draait u de programmakiezer op UIT. Attentie! Na een programma met SPOELSTOP-functie programmakiezer eerst op UIT zetten en dan programma POMPEN kiezen.
Wijzigen van een lopend programma
Om een functie te wijzigen, eerst door indrukken van toets START/ PAUZE de machine op PAUZE zetten.
Alle functies kunnen, voordat het programma ze doorvoert, worden gewijzigd. Na inschakelen van de gewenste functie(s) toets START/ PAUZE nogmaals indrukken.
Om een programma te wijzigen, eerst de programmakiezer op UIT draaien en dan op een ander programma zetten.
Het water blijft in de trommel en na opnieuw indrukken van toets START/PAUZE loopt het programma verder.
17
Gebruiksaanwijzing
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen programma's (richtlijnen)
De waarden in deze tabel zijn onder normomstandigheden met normwasgoed bepaald. Tijden voor opwarmen en onbalansherkenning zijn niet meegerekend. Afwijkingen naar boven of beneden zijn in de praktijk mogelijk.
C°niruutarepmeT/ammargorP
59SAWETNOB/SAWETTIW 5,4 24 9,1 231
)1
06SAWETNOB/SAWETTIW
04SAWETNOB/SAWETTIW 5,4 93 45,0 921
04DNELLETSREHKUERK 0,2 84 24,0 08
04JIRVKJIRTS 0,1 25 74,0 08
04SAWENJIF 0,2 54 64,0 55
04)sawdnah(/LOW 0,1 44 03,0 55
deogsaW
gkni
5,4 93 58,0 721
retaW
retilni
(1) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op het energielabel, volgens richtlijn 92/75/EG.
Wat betekent "UPDATE" ?
De wasprogrammas van uw wasautomaat worden door software bestuurd. Door nieuwe textielsoorten of nieuwe wasmiddelen kunnen in de toekomst nieuwe wasprogrammas nodig zijn. De software kan meestal daaraan worden aangepast. Voor meer informatie over update kunt u contact opnemen met onze service-afdeling. De service-afdeling kan u ook meer vertellen over de kosten van een update”.
moortS
hWkni
nidjiT
netunim
18
Vóór het in gebruik nemen
1. Voer een wasgang zonder wasgoed uit (WITTE WAS 95°C, met een
.
halve maatbeker wasmiddel).
2. Daardoor worden vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrommel en de kuip verwijderd.
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en wasetiket sorteren (zie "Textielsoorten en wasetiketten"). Zakken leegmaken. Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden e.d.) verwijderen. Als onze servicetechnicus voorwerpen moet verwijderen die niet in het apparaat thuis horen, wordt dat niet door onze garantiebepalingen gedekt. Om te voorkomen dat het wasgoed beschadigt en in een kluwen raakt: ritssluitingen sluiten, slopen en dekbedovertrekken dichtknopen, losse stofceintuurs en lange schortbanden samenbinden. Wasgoed dat uit meer lagen bestaat (slaapzak e.d.) binnenste buiten wassen. Gebreid gekleurd textiel, wol en textiel met applicaties binnenste buiten wassen. Kleine en tere stukken wasgoed (bijv. babysokjes, panty's) in een wasnetje, een kussensloop met ritssluiting of in een grote sok stoppen. Beugelbeha's altijd in een wasnetje (verkrijgbaar bij lingeriezaken) op het programma WOL/HANDWAS wassen. Een losgeraakte beugel kan zeer grote schade veroorzaken aan wasgoed en wasautomaat, waarvoor AEG niet aansprakelijk kan worden gesteld. Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Ze kunnen al door openstaande ramen of bij het afnemen zijn beschadigd. Metalen of kunststof rolletjes of haken uit de vitrages verwijderen of de vitrages in een net of een zak binden. Bij eventuele beschadigingen van vitrages kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld. Gekleurd en wit wasgoed niet samen wassen. Wit wasgoed wordt dan grauw. Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. Was zulke stukken daarom de eerste keer apart.
Gebruiksaanwijzing
19
Gebruiksaanwijzing
Grote en kleine stukken tegelijk wassen! Daardoor verbetert de waswerking en het wasgoed wordt bij het centrifugeren gunstiger verdeeld. Wasgoed niet in elkaar gevouwen in de machine doen.
Textielsoorten en wasetiketten
De wasetiketten helpen u bij de keuze van het juiste wasprogramma. Het wasgoed moet volgens textielsoort en wasetiket gesorteerd worden. De aangegeven temperaturen in de wasetiketten zijn maximale temperaturen.
Witte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor deze textielsoort is het programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Bonte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textielsoort is het programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
20
Kreukherstellend goed
Textiel van kreukherstellend gemaakte katoen, weefsels gemengd met katoen, synthetische weefels met dit wasetiket vereisen een mechanisch voorzichtiger behandeling. Voor deze textielsoort is het programma KREUKHERSTELLEND geschikt.
Fijne was
Textiel dat uit verschillende lagen bestaat, textiel van microvezels, synthetische weefsels en vitrages met dit wasetiket vereisen een bijzonder voorzichtige behandeling. Voor deze textielsoort is het programma FIJNE WAS geschikt.
Wol en bijzonder teer wasgoed
Textiel van wol, weefsels gemengd met wol en zijde met dit wasetiket zijn bijzonder gevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textielsoorten is het programma WOL/HANDWAS geschikt. Attentie! Textiel met het wasetiket
(niet wassen!) mag niet in de
wasautomaat gewassen worden.
Was- en nabehandelingsmiddelen
Welk was- en nabehandelingsmiddel?
Gebruik alleen was- en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor huishoud-wasautomaten. Let altijd op de aanwijzingen van de fabrikant van de middelen.
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel?
De hoeveelheid is afhankelijk
van het vulgewicht: Als de wasmiddelfabrikant geen doseeraanwijzingen voor kleine hoeveelheden wasgoed geeft, doseert u bij halve belading 1/3 minder en bij nog kleinere belading 1/2 minder dan normaal. van de mate van verontreiniging van het wasgoed: Bij licht verontreinigd wasgoed minder doseren. Let op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht. van de hardheidsgraad van het water: Hoe harder het water, des te hoger de dosering! Let op de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Gebruiksaanwijzing
Vloeibare wasmiddelen
Gebruik voor het doseren van vloeibaar wasmiddel de door de wasmidddelindustrie aangeboden doseerhulpjes. Doseer deze middelen volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Waterontharder gebruiken
Gebruik bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II) een speciale ontharder. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. Wasmiddel dan altijd voor hardheid I (= zacht) doseren. Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.
Waterhardheid
kierebsdiehdraH
gaal-I 01redno 8,1redno
dleddimeg-II 61-01 9,2-8,1
gooh-III 61nevob 9,2nevob
H°dnidiehdrahretaW
)diehdrahestiuDnedarg(
l/lommnidiehdrahretaW
)retilreplomillim(
21
Gebruiksaanwijzing
Wassen
Beknopte gebruiksaanwijzing
Een wasproces verloopt als volgt:
1. Wasgoed voorbereiden.
.
2. Machine- en trommeldeksel openen.
3. Wasgoed in de machine doen.
4. Was-/nabehandelingsmiddel doseren.
5. Trommel- en machinedeksel sluiten.
6. Het juiste wasprogramma instellen:
- met de programmakiezer programma en temperatuur instellen,
- eventueel toets(en) voor extra programma's indrukken,
- eventueel centrifugetoerental wijzigen of SPOELSTOP kiezen,
- eventueel STARTTIJDKEUZE instellen.
22
7. Wasprogramma starten (toets START/PAUZE indrukken).
Na afloop van het wasprogramma: Attentie! Als het wasprogramma in een spoelstop geëindigd is, vóór
het openen van het deksel POMPEN, CENTRIFUGEREN, of KORT CENTRIFUGEREN kiezen.
8. Wasautomaat uitschakelen: programmakiezer op UIT draaien.
9. Machine- en trommeldeksel openen, wasgoed uit de machine
nemen.
Wasprogramma instellen
Geschikt programma, juiste temperatuur en eventueel extra programma's voor het wasgoed: zie "Programmatabellen".
1. Programmakiezer op het gewenste
.
wasprogramma met de gewenste
temperatuur draaien. De brandende lampjes van de indicatie van het programmaverloop geven de programma-onderdelen van het gekozen programma aan. In het mutidisplay wordt de vermoedelijke duur van het ingestelde programma in minuten aangegeven.
2. Eventueel extra programma('s) kiezen: de indicaties van
de gekozen extra programma'sgaan branden.
Om een ander programma te kiezen de betreffende
toets indrukken.
Om een programma uit te schakelen de toets
nogmaals indrukken.
Gebruiksaanwijzing
Centrifugetoerental wijzigen/spoelstop kiezen
Eventueel centrifugetoerental voor de laatste centrifugegang wijzi-
.
gen/SPOELSTOP kiezen: Toets centrifugetoerental/SPOELSTOP zo vaak indruk­ken, tot de indicatie van het gewenste centrifugetoerental (resp. van SPOELSTOP) brandt. Als u SPOELSTOP kiest, blijft het wasgoed in het laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het centrifugetoerental niet wijzigt, wordt het automatisch aan het wasprogramma aangepast:
- WITTE/BONTE WAS 1200 tpm
- KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ 900 tpm
- FIJNE WAS 700 tpm
- WOL/ (handwas) 900 tpm Het toerental voor de centrifugegangen tussendoor is afhankelijk van
het gekozen programma en kan niet worden gewijzigd.
23
Gebruiksaanwijzing
Extra spoelgang (SPOELEN +)
De wasautomaat is ingesteld op een uiterst zuinig waterverbruik. Voor mensen die aan een allergie lijden, kan het echter van belang zijn om met meer water te spoelen.
Als SPOELEN+ is ingesteld, wordt een extra spoelgang uitgevoerd bij de programmas WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/STRIJK­VRIJ en FIJNE WAS. Bij levering van het apparaat is geen extra spoelgang ingesteld.
Extra spoelgang instellen:
.
1. Programmakiezer op WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/ STRIJKVRIJ of FIJNE WAS (met willekeurige temperatuur) draaien.
2. Toets VOORWAS en toets KORT tegelijk minstens 2 seconden ingedrukt houden. In de indicatie van het programmaverloop brandt SPOELEN+. De extra spoelgang is ingesteld. Dat blijft zo, tot u de extra spoelgang weer opheft.
24
Door de extra spoelgang wordt het waterverbruik hoger en de programmalooptijd langer.
Extra spoelgang opheffen:
.
1. Programmakiezer opnieuw op WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ of FIJNE WAS draaien.
2. Toets VOORWAS en toets KORT tegelijk minstens 2 seconden ingedrukt houden. In de indicatie van het programmaverloop gaat SPOELEN+ uit. De extra spoelgang is opgeheven.
Starttijdkeuze / inweekduur instellen
Starttijdkeuze
Met toets STARTTIJDKEUZE kunt u de start van een programma 1 tot max. 19 uur uitstellen. Toets STARTTIJDKEUZE zo vaak indrukken, tot
.
de tijd tot de gewenste programmastart in het multidisplay wordt aangegeven, bijv.   voor 12 uur uitstellen van de programmastart. Als ' wordt aangegeven en u drukt de toets nog een keer in, verschijnt en daarna de looptijd van het ingestelde wasprogramma (indicatie in minuten, bijv. ' ). In dit geval is geen starttijdkeuze ingesteld.
"
"
"
Inweekduur
Als u toets INWEKEN hebt ingedrukt, kunt u met toets STARTTIJDKEUZE de inweekduur verlengen (max. 10 uur en ca. 45 minuten).
Zonder starttijdkeuze bedraagt de inweekduur ca. 30 minuten, plus een voorwastijd van ca. 20 minuten.
Gebruiksaanwijzing
"
Om in te stellen toets STARTTIJDKEUZE zo vaak indrukken, tot de
.
gewenste inweekduur in het multidisplay wordt aangegeven, bijv. (=1 uur).
Na ca. 2 seconden geeft het multidisplay de looptijd in minuten aan.
Terwijl INWEKEN loopt, brandt VOORWAS in de indicatie van het programmaverloop.
'
"
25
Gebruiksaanwijzing
Machinedeksel openen en sluiten
Openen: aan de greep van het machinedeksel trekken.
.
Sluiten: machinedeksel stevig dichtdrukken.
.
De indicaties DEKSEL en START/PAUZE geven, als het apparaat is ingeschakeld, aan of het machinedeksel kan worden geopend:
LESKEDeitacidni EZUAP/TRATSeitacidni ?kjilegomnenepoleskedenihcam
neorgtdnarb doortreppink aj
neorgtdnarb doortdnarb EZUAP/TRATSsteotnavnekkurdnian,aj
tiusi doortdnarbfotreppink een
1) Machinedeksel is vanwege hoog waterniveau resp. hoge temperatuur
vergrendeld.
Als
- de indicatie DEKSEL rood knippert,
- -
- daarna de foutcode E40 in het multidisplay knippert,
- -
- en de indicatie HOOFDWAS knippert, hebt u geprobeerd een programma te starten, zonder dat het machinedeksel goed gesloten was. In dat geval machinedeksel stevig dichtdrukken en wasprogramma nogmaals starten.
Trommeldeksel openen
Om de trommel te openen met één vinger op de dekselopening drukken. Dankzij de soft-opening gaat het deksel langzaam en veilig voor uw vingers open.
Wasgoed in de machine doen
Maximale vulgewichten, zie Programmatabellen”. Aanwijzingen m.b.t. de juiste voorbereiding van het wasgoed, zie Wasgoed sorteren en voorbereiden”.
1. Wasgoed sorteren en voorbereiden.
.
2. Machine- en trommeldeksel openen.
3. Wasgoed in de machine doen.
Attentie! Let erop dat er geen wasgoed tussen het deksel wordt
geklemd! Wasgoed en apparaat zouden kunnen beschadigen!
4. Trommel- en machinedeksel goed sluiten.
)1
26
Was-/nabehandelingsmiddel doseren
Aanwijzingen m.b.t. was- en nabehandelingsmiddelen, zie hoofd­stuk Was- en nabehandelingsmiddelen”.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren:
vak voor vloeibaar nabehandelingsmiddel
(wasverzachter, stijfsel) Attentie! Vak niet verder dan markering MAX vullen. Dikvloeibare middelen eventueel tot markering MAX met water verdunnen, poedervormig stijfsel eerst oplossen.
vak voor vlekkenzout
vak voor voorwasmiddel/ inweekmiddel
(alleen voor extra programmas VOORWAS/INWEKEN) of voor ontharder
Gebruiksaanwijzing
vak voor poedervormig hoofdwasmiddel
(Als u waterontharder gebruikt en het rechter vak voor voorwas-/ inweekmiddel nodig hebt, de waterontharder op het hoofd­wasmiddel in het linker vak doseren.)
Bij gebruik van vloeibare wasmiddelen/tabletten:
Vloeibare wasmiddelen resp. tabletten met door de wasmiddel­industrie aangeboden doseerhulpjes doseren. Let op de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
27
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma starten
1. Controleren of de waterkraan open is.
.
2. Wasprogramma starten: toets START/PAUZE indrukken.
Het programma wordt gestart.
Het machinedeksel is niet goed gesloten als bij indrukken van toets START/PAUZE
- de indicatie DEKSEL rood knippert
daarna de foutcode E40 in het multidisplay knippert,
- en de indicatie HOOFDWAS knippert. In dat geval deksel stevig dichtdrukken en toets START/PAUZE nogmaals indrukken.
Bij ingestelde starttijdkeuze:
De ingestelde tijd loopt af, in het multidisplay wordt de resterende tijd tot de programmastart (in volle uren, bijv. #) aangegeven. Tijdens deze periode kunt u nog wasgoed in de machine doen of de starttijdkeuze wijzigen resp. afbreken.
"
28
Wasgoed in de machine doen: toets START/PAUZE indrukken, het deksel kan worden geopend. Dan machinedeksel sluiten en toets START/PAUZE weer indrukken.
Starttijdkeuze wijzigen resp. afbreken: toets STARTTIJDKEUZE zo vaak indrukken, tot de gewenste tijd wordt aangegeven; als de programmalooptijd wordt aangegeven (indicatie in minuten, bijv. ') start het wasprogramma direct.
Gebruiksaanwijzing
Afloop van het wasprogramma
Indicatie van het programmaverloop
Vóór de start worden de verschillende pro- gramma-onderdelen op de indicatie van het programmaverloop aangegeven. Tijdens het wasprogramma wordt aangegeven met welk onderdeel de machine bezig is.
Multidisplay
De te verwachten resterende looptijd (in minuten) wordt tot het einde van het pro­gramma in het multidisplay aangegeven. Bij automatische programma-aanpassing door de sturing van de wasautomaat (hoeveelheid wasgoed, soort wasgoed, onbalansherkenning, extra spoelgang enz.) kan de telling van de resterende looptijd stilgezet of gecorrigeerd worden.
 '
Wasprogramma wijzigen
Programma wijzigen resp. afbreken
.
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Programmakiezer op UIT draaien. Het programma wordt afgebroken
3. Indien gewenst, nieuw wasprogramma instellen. Anders program-
makiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE indrukken.
Wasprogramma onderbreken
.
Met toets START/PAUZE kan het wasprogramma te allen tijde worden onderbroken. Als u deze toets nogmaals indrukt wordt het programma weer voortgezet. Wijzigen van het programma is alleen mogelijk als de programakiezer op UIT staat.
Extra programmas kiezen
.
De extra programmas KORT resp. VLEKKEN kunnen nog gekozen worden nadat het programma is gestart.
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Toets KORT resp. VLEKKEN indrukken.
3. Toets START/PAUZE opnieuw indrukken. Het wasprogramma wordt voortgezet. Centrifugetoerental wijzigen
.
Tijdens het wasprogramma kan het centrifugetoerental nog gewijzigd of SPOELSTOP gekozen worden.
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Met toets centrifugetoerental/SPOELSTOP het toerental wijzigen.
3. Toets START/PAUZE opnieuw indrukken. Het wasprogramma wordt voortgezet.
29
Gebruiksaanwijzing
Einde van het programma/wasgoed uit de machine nemen
Als een wasprogramma is beëindigd, gaat EINDE in de indicatie van het programmaverloop branden.
1. Als u spoelstop hebt gekozen, moet eerst het water worden
.
weggepompt:
– Toets START/PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en
het wasgoed wordt aangepast aan het afgelopen programma gecentrifugeerd; als u toets START/PAUZE opnieuw indrukt, kan het centrifugetoerental ook tijdens het centrifugeren nog worden gewijzigd), of
– Programmakiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt), of
– Programmakiezer op CENTRIFUGEREN of KORT CENTRIFUGEREN
draaien en toets START/PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en het wasgoed wordt gecentrifugeerd of
voorzichtig gecentrifugeerd). Na beëindiging van dit programma-onderdeel brandt de indicatie EINDE.
2. Deksel openen.
Zodra de indicatie DEKSEL groen brandt, kan het machinedeksel worden geopend. De indicatie PARKEERSTAND in de indicatie van het programma­verloop wijst erop, dat de trommel vastgezet is en direct kan wor­den geopend.
3. Wasgoed uit de machine nemen.
4. Programmakiezer op UIT draaien.
5. Na het wassen het machinedeksel een tijd open laten staat zodat de
wasautomaat kan luchten. Als de indicatie OVERDOSERING brandt, hebt u in
het afgelopen wasprogramma te veel wasmiddel gebruikt. Bij de volgende was op de doseeraanwijzingen van de wasmiddel­fabrikant en op het vulgewicht letten!
Attentie! Als de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt: waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
30
Programmatabellen
Wassen
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in het dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Gebruiksaanwijzing
.xaM
,deogsawtrooS
tekitesaw
sawettiW
)(sawetnoB
dnelletsrehkuerK
sawenjiF
thciwegluv
goord(
1
)deogsaw
59-06
gk5,4
DNATS-E
gk5,4
gk0,2
gk0,1
gk0,2
02-51.pser(
)segartiv²m
06-03
06-04
JIRVKJIRTS
04
SAWENJIF
04/03
rezeikammargorP
ruutarepmeT
SAWETNOB/SAWETTIW
TROK
:ammargorpraapseigrenE SAWETNOB/SAWETTIW
SAWETNOB/SAWETTIW
TROK
DNELLETSREHKUERK
TROK
TROK
ekjilegoM
artxe
s'ammargorp
NEKKELV
NEKEWNI SAWROV
POTSLEOPS/.GUFIRTNEC
SAWROV
POTSLEOPS/.GUFIRTNEC
NEKKELV
SAWROV NEKEWNI
POTSLEOPS/.GUFIRTNEC
NEKKELV
SAWROV NEKEWNI
POTSLEOPS/.GUFIRTNEC
NEKKELV
SAWROV NEKEWNI
POTSLEOPS/.GUFIRTNEC
sawdnah/loW
gk0,2 LOW
04-duok
POTSLEOPS/.GUFIRTNEC
( ) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op het energielabel,
volgens richtlijn 92/75/EG.
31
Gebruiksaanwijzing
Apart wasverzachten / stijven
deogsawtrooS
sawetnob/sawettiW gk5,4 NEVJITS
Apart spoelen
deogsawtrooS
sawetnob/sawettiW gk5,4
dnelletsrehkuerK gk0,2
sawenjiF gk0,2
sawdnah/loW gk0,1
Apart centrifugeren
deogsawtrooS
thciwegluv.xaM
)deogsawgoord(
thciwegluv.xaM )deogsawgoord(
rezeikammargorP
rezeikammargorP
NELEOPS
thciwegluv.xaM
)deogsawgoord(
rezeikammargorP
32
sawetnob/sawettiW gk5,4 NEREGUFIRTNEC
dnelletsrehkuerK gk0,2
sawenjiF gk0,2
sawdnah/loW gk0,1
NEREGUFIRTNECTROK
Reiniging en onderhoud
In het dagelijks gebruik
Deksel na het wassen open laten staan, opdat de wasautomaat kan
.
drogen.
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt:
.
Waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Bedieningselementen reinigen
Bedieningspaneel
Attentie! Het paneel en de bedieningselementen in geen geval met
.
middelen voor het onderhoud van meubelen of agressieve reinigingsmiddelen schoonmaken.
Het bedieningspaneel en de bedieningselementen met een vochtig doekje reinigen. Alleen warm water gebruiken.
Gebruiksaanwijzing
Wasmiddelbakje
Van tijd tot tijd moeten resten van wasmiddel uit het wasmiddelbakje verwijderd worden. U kunt het bakje makkelijk losnemen.
Losnemen:
Druk op de lipjes aan weerskanten van het wasmiddelbakje en trek het naar boven.
Maak het bakje onder stromend water schoon. Gebruik een borstel of doekje.
Controleer of de hevels aan de achterkant van het bakje niet geblokkeerd worden.
33
Gebruiksaanwijzing
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij edelstaal. Door roestende vreemde voorwerpen in het wasgoed kunnen roestvlekken op de trommel ontstaan.
Attentie! De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol reinigen. Geschikte ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij drogist en supermarkt.
Roestvlekken op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij
.
staal verwijderen.
Kans op vorst
Weer inzetten:
Plaats het wasmiddelbakje weer in de openingen.
34
Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water worden afgetapt (zie "Pluizenfilter reinigen"). Bovendien: de toevoerslang van de waterkraan losschroeven en op de vloer leggen.
Pluizenfilter reinigen
Waarschuwing! Wasautomaat uitschakelen voordat u het pluizenfilter gaat reinigen!
Het is belangrijk dat het pluizenfilter regelmatig gereinigd wordt.
.
Het pluizenfilter bevindt zich achter het klepje in de sokkel van de
.
machine. Wij adviseren u het filter regelmatig te controleren en, zo nodig, schoon te maken. Een verstopt filter veroorzaakt machinestoring. Controleer het filter in elk geval na het wassen van pluizig goed, zoals molton.
Open het deurtje
.
Om het water te laten weglopen:
.
Zet een platte bak op de grond. Draai de dop van het filter in de verticale stand en laat het water weglopen.
Gebruiksaanwijzing
Om het filter te reinigen:
.
Draai het pluizenfilter linksom los en neem het uit de machine. Maak het onder stromend water schoon. Zet het filter terug en draai het rechtsom vast. Sluit het deurtje.
35
Gebruiksaanwijzing
Wat is er aan de hand als ...
Hulp bij storingen
Probeer in geval van storing aan de hand van onderstaande aanwijzingen het probleem zelf op te lossen. Als u voor één van de hier vermelde storingen of vanwege bedieningsfouten de service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
Als in het multidisplay de foutcode-,-  of
-"wordt aangegeven, kunt u de storing eventueel
zelf opheffen (zie storingstabel). Na opheffen van de storing toets START/PAUZE indrukken. Als de foutcode opnieuw wordt aangegeven, neem dan contact op met de service-afdeling.
Bij alle andere foutcodes (E en cijfer of letter) contact opnemen met de service-afdeling en foutcode opgeven.
gnirotS kaazrooekjilegoM gnissolpO
- 
36
tehniteintizrekketseD
.tcatnocpots
ednignirekezeD
tkrewtaamotuasaweD
.teinlaameleh
.netolseg
.tnjihcsrev04EedoctuoF
.treppinkSAWDFOOHeitacidnI
retawneegtdrowsE
.dreovegeot
.tnjihcsrev01EedoctuoF
.treppink+NELEOPSeitacidnI
.tkurdegnigeoneg
)04E(.netolseg
.edroniteinsieitallatsnisiuh
deogteinsileskedteH
gnalteinsiEZUAP/TRATSsteoT
.nezokegezuekdjittratseitcnuF
.thcidsinaarkretaweD .neiaardneponaarkretaW
ednavgnileppokednifeezeD
.tpotsrevsignalsreoveot
.tkinkegsignalsreoveoteD negnalselehedreelortnoC
deogteinsileskedteH
.nekets
nelekahcsni
.tnigeb
.yalpsid
.neginier
.netiulsleskeD
tcatnocpotstehnirekketS
.psernegnavrevgnirekeZ
gnitiulsed;netiulsleskeD
nellavthcidraabroohteom
gnalozEZUAP/TRATSsteoT
ammargorptehtot,nekkurdni
tehpodjitedreelortnoC
naarkretawednavgnalS
nementiufeez,neveorhcssol
retawdnemortsrednone
.kinkedredjiwrev
gnirotS kaazrooekjilegoM gnissolpO
Gebruiksaanwijzing
erabletsrevetgoohnieD
deogteinnjizneteovfeorhcs
.dletsegni
nideogsawginiewgretizrE néésthcels.vjib(lemmorted
snedjittreerbivtaarappateH
.gitsurnotaatsfokiurbegteh
sawdfoohedniposteH
.kretsettmiuhcs
tmoktaamotuasawedrednO
.njihcsroovetretaw
gresideogsawteH
.dlekuerkeg
.)sajdab
tehróóvnokretawteH
leehegteinneregufirtnec
tadmo,nedrowtpmopeggew
sitkinkeggnalsreovfaed-
fo
sitpotsrevpmopreovfaed-
leevetkjilnjihcsraawsirE
.dreesodegleddimsaw
ednavgnileppokgnalseD
.kelsignalsreoveot
.kelsignalsreovfaeD nenerelortnocgnalsreovfA
tehnavleskedteH
deogteinsiretlifneziulp
.netolseg
leskedtehnideogsawtizrE
.dmelkeg
leevetutbehkjilnjihcsraaW
enihcamednideogsaw
.naadeg
foneggelthcer.tve
.neredjiwrevpmop
eiz(thciwegluv
ne-letspoedsneglovneteoV
.nelletsfagnizjiwnaatiulsnaa
edpodeolvnineegtfeehtiD
.enihcamednavgnikrew
nenerelortnocgnalsreovfA
neneginierpmopreovfa
edtiuneprewroovedmeerv.tve
edsneglovseicerpleddimsaW
ednavnegnizjiwnaa
.neresodtnakirbafleddimsaw
.neveorhcstsavgnalsreoveoT
.negnavrevleeutneve
.netiulsdeogleskeD
deogsaw,nekerbfaammargorP ,neredjiwrevleskedtehtiu .netratsammargorpwuein
elamixamtehpoteL
jiB.)nellebatammargorp
tehdeogdnelletsrehkuerk
.nezeikJIRVKJIRTSammargorp
leehegteinsinaarkretaweD
nepo
ejkableddimsawtehnI
netserleddimsawhciznedniveb
navgnileppokednifeezeD
.tpotsrevsignalsreoveoted
navgnileppokednifeezeD
tehnaagnalsreoveoted
.tpotsrevsitaarappa
leehegnaarkretaW
.neiaardnepo
.neginierfeeZ
.neginierfeeZ
37
Gebruiksaanwijzing
gnirotS kaazrooekjilegoM gnissolpO
ednikinkneetizrE
.gnalsreovfa
etgoohpmopelamixameD
deogteinsideogsawteH
edni,dreegufirtneceg
retawtsergonsilemmort
.raabthciz
.tnjihcsrev02EedoctuoF
.treppink+NELEOPSeitacidnI
.lebeortsiretawleopsteH
neenavnekkurdnitehjiB
artxeneeroovsteot
edtaagammargorp
teineitacidniednefferteb
.nednarb
.nederhcsrevosi
.tpotsrev
utbehkilnjihcsraaW
goohtemleddimsaw
.nedrow
fanavretem1etgoohpooltiu(
)enihcamednavtnakrednoed
.tpotsrevsipmopreovfaeD
sinofised:gnitiulsnaanofisjiB
.tkiurbegetlahegtaacilis
ammargorpartxenezokegteH
edletsegnitehtemteinnak
dreenibmocegammargorp
.neredjiwrevkinK
eznotempotcatnocmeeN
neesiraad,gniledfa-ecivres
netgoohreovporoovtesreovpo
.negjirkrevetretem1nevob
rekkets,nelekahcstiutaarappA
,nekkerttcatnocpotstehtiu
.nekamnoohcspmopreovfa
.nekamnoohcsnofiS
podeolvnieveitagenneerG
.tve,taatluserleopsteh
leddimsawraabieolv
.nekiurbeg
.ezuekerednaneekaaM
38
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Als het wasgoed grauw is en zich in de trommel kalkaanslag bevindt
U hebt niet genoeg wasmiddel gedoseerd. U hebt niet het juiste wasmiddel gebruikt. U hebt speciale verontreinigingen niet voorbehandeld. U hebt niet het juiste programma of de juiste temperatuur gekozen.
Als op het wasgoed nog grijze vlekken zitten
U hebt door zalf, crème of olie verontreinigd wasgoed met te weinig wasmiddel gewassen. U hebt een te lage temperatuur gekozen. In zulke gevallen is vaak wasverzachter (vooral in geconcentreerde vorm) buiten de machine direct op het wasgoed terechtgekomen. Dergelijke vlekken zo snel mogelijk uitwassen.
Als na de laatste spoelgang nog schuim zichtbaar is
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste spoelwater nog schuim veroorzaken. Het wasgoed is dan echter voldoende gespoeld.
Gebruiksaanwijzing
Als op het wasgoed witte resten zitten
Hierbij gaat het om onoplosbare bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect. Wasgoed uitborstelen of uitschudden. Evt. ook het wasgoed binnenste buiten wassen. Evt. vloeibaar wasmiddel gebruiken.
39
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid voor de installateur
Controleer de wasautomaat op transportschade. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier.
Verwijder de transportbeveiliging geheel. Een niet verwijderde transportbeveiliging kan tijdens het centrifugeren leiden tot beschadiging van het apparaat en meubelen die ernaast staan.
Stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde steken. Geen verlengsnoeren, meervoudige stopcontacten of adapters gebruiken.
Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of iets dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van het net gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Let er vóór het in gebruik nemen op dat de op het typeplaatje aangegeven stroomsoort en netspanning overeenkomen met stroomsoort en netspanning op de plek van opstelling. Op het typeplaatje is ook te zien welke zekering nodig is.
40
Vóór eventuele werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact trekken.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling vervangen worden.
Opstel- en aansluitaanwijzing
Transportbeveiliging verwijderen
Attentie Voordat het apparaat wordt opgesteld en aangesloten, moeten beslist de transportbeveiligingen verwijderd worden.
De gedemonteerde transportbeveiligingen goed bewaren. Bij evt. transport (verhuizing) zijn ze weer nodig!
1.Apparaat uitpakken en van de grondplaat tillen.
2.Styropor-deel verwijderen door de machine iets op te
tillen.
3.Deksel van de machine openen en de polystyreen
en rode kunststof wiggen die de trommel blokkeren verwijderen. Deksel sluiten.
A
B
C
4.M.b.v. de meegeleverde sleutel (A) de twee schroeven
(B) uitdraaien en de kunststof busjes (C) verwijderen.
5.De gaten afsluiten met de stopjes uit het meegeleverde
plastic zakje.
6.Overtuig u ervan, dat deze onderdelen uit het apparaat
verwijderd zijn.
Het apparaat is nu ontgrendeld en kan in gebruik genomen worden.
41
Opstel- en aansluitaanwijzing
Opstelling van het apparaat
Apparaat vervoeren
Apparaat nooit zonder transportbeveiliging vervoeren. Transportbeveiliging pas op de plaats van opstelling verwijderen! Vervoer zonder transportbeveiliging kan tot beschadiging van het apparaat leiden. Het apparaat weegt ongeveer 75 kg.
Plaats van opstelling voorbereiden
De vloer moet schoon en droog zijn, vrij van bijv. resten van zeep, boenwas of andere vettige aanslag, zodat de machine niet kan wegglijden. Geen vettige stoffen of zeep als glijmiddel gebruiken !
Opstelling op hoogpolig tapijt en op tapijt met een rug van zacht schuim is niet aan te bevelen, omdat daardoor de stabiliteit van de machine niet meer gewaarborgd is.
42
Als de machine op kleine tegels wordt opgesteld, een rubber mat onder de machine leggen.
Kleine oneffenheden in de vloer nooit compenseren d.m.v. hout, karton of iets dergelijks, maar altijd door verstellen van de stelvoeten.
Als vanwege ruimtegebrek opstelling van de wasautomaat direct naast een fornuis of andere warmtebron onvermijdelijk is, moet tussen warmtebron en wasautomaat een warmte-isolerende plaat worden geplaatst, die aan de kant van de warmtebron van aluminiumfolie voorzien moet zijn.
De wasautomaat niet plaatsen in een ruimte waar het kan gaan vriezen. Kans op beschadiging!
Toevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt of platgedrukt worden.
Opstel- en aansluitaanwijzing
Opstelling van verrijdbare machines
Attentie!
Door een centrale rol, die bediend wordt d.m.v. een hefboommechanisme, kan de machine verplaatst worden. Het apparaat alleen in gebruik nemen, als de hefboom in de gebruiksstand staat.
Hefboom voor rol gebruiksstand
Afb.1
Afb.3
Hefboom voor rol rijdstand
Afb.2
stelvoeten in hoogte verstelbaar
Afb.4
Met de in hoogte verstelbare voeten (afb.4) kan het apparaat zodanig worden opgesteld, dat het met de rol in de gebruiksstand veilig staat en niet vankelt.
43
Opstel- en aansluitaanwijzing
Elektrische aansluiting
Aanwijzingen m.b.t. netspanning, stroom­soort en benodigde zekering staan op het typeplaatje. Het typeplaatje vindt u aan de achterzijde van het apparaat. Bovendien vindt u op de binnenkant van het klepje voor het pluizenfilter een sticker met productnummer en serienummer.
Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of iets dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van het net gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Het stopcontact moet na opstelling van het apparaat makkelijk te bereiken zijn.
44
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- "laagspanningsrichtlijn" 73/23/EG van 19.2.1973, incl. wijzigingsrichtlijn 93/68/EG
- "EMC-richtlijn" 89/336/EG van 3.5.1989, incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EG.
Opstel- en aansluitaanwijzing
Wateraansluiting
De wasautomaat bezit veiligheidsinrichtingen die ervoor zorgen dat het drinkwater niet door terugstromen verontreinigd kan worden en die voldoen aan de voorschriften van de waterleidingbedrijven. Verdere beschermende maatregelen in de installatie zijn daarom niet nodig. Attentie! Apparaten voor aansluiting aan koud water mogen niet aan warm water worden aangesloten!
Waterdruk
De waterdruk moet minimaal 1 bar ( 0,1 MPa) en maximaal 10 bar (= 1 MPa) zijn.
Bij meer dan 10 bar: reduceerventiel installeren Bij minder dan 1 bar: toevoerslang aan de kant van het apparaat bij de magneetinlaatklep losschroeven en de doorstroomregelaar eruit nemen (de zeef m.b.v. een spitse tang verwijderen en de rubber schijf daarachter uitnemen). Zeef weer inzetten.
Watertoevoer
Meegeleverd wordt een aqua-control-slang van 1,5 meter lang.
Deze biedt optimale bescherming tegen waterschade. In geval van een storing blokkeert het systeem de watertoevoer naar het apparaat. De storing wordt aangegeven doordat een rode markering in het venstertje verschijnt. Neem dan contact op met onze service-afdeling.
Als u een langere toevoerslang nodig hebt, gebruikt u dan uitsluitend een bij onze service-afdeling verkrijgbare, VDE-goedgekeurde complete slangenset met gemonteerde slangkoppeling.
In geen geval de slang verlengen!
.
45
Opstel- en aansluitaanwijzing
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten op een afvoerpijp of sifon of in een wastafel, gootsteen of badkuip worden gehangen.
Waterafvoer op een afvoerpijp of sifon
.
U hangt de afvoerslang zodanig in het meegeleverde kunststof bochtstuk, dat alleen de rubber tuit er uitsteekt. Dit uiteinde hangt u in de afvoerpijp of sifon. Het bochtstuk kunt u m.b.v. de gaten eventueel aan bijv. de muur vastmaken. De afvoerslang mag niet ingekort worden! Als de afvoerslang te lang is, laat hem dan in een ruime bocht achter de machine hangen; de slang mag niet knikken! Als de afvoerslang iets te kort is, verplaats dan de afvoerpijp. De hoogte van de afvoerpijp moet zich tussen 70 en 100 cm vanaf de onderzijde van de machine bevinden.
Waterafvoer in een wastafel, gootsteen of badkuip
.
Om wegglijden van de slang in een wastafel, gootsteen of badkuip te voorkomen, moet de afvoerslang met het meegeleverde bochtstuk worden vastgezet. De slang zou anders door de terugslagkracht van het uitstromende water uit de wastafel kunnen worden gedrukt. Een kleine gootsteen is niet geschikt! Het bochtstuk m.b.v. de gaten aan de waterkraan of de muur vastmaken.
Pomphoogten van meer dan 1 meter
Voor het wegpompen van het sop bezit de wasautomaat een afvoerpomp die via de afvoerslang vloeistof transporteert tot een hoogte van 1 m, gerekend vanaf de standplaats van de machine. Neem bij een pomphoogte van meer dan 1 meter contact op met onze service-afdeling.
Houd een minimale afvoerhoogte van 70 cm aan.
46
Opstel- en aansluitaanwijzing
Technische gegevens
Hoogte x breedte x diepte 85 x 40 x 60 In hoogte verstelbaar ca. + 10/-5 mm Nettogewicht ca 73 kg Vulgewicht (afhankelijk van het programma) max. 4,5 kg Toepassingsgebied huishouden Trommeltoerentallen wassen max. 55 omw./min. Trommeltoerentallen centrifugeren max. 1200 omw./min. Waterdruk 1-10 bar
( = 0,1-1,0MPa)
Afmetingen van het apparaat
(afmetingen in mm)
47
GARANTIEBEPALINGEN
Garantiebepalingen.
1. Indien AEG Huishoudelijke Apparaten binnen 12 (twaalf) maanden na aflevering, onder overlegging van de aankoopfacturen, in kennis wordt gesteld van gebreken aan de geleverde toestellen die hun oorzaak vinden in materiaal- of constructiefouten, verbindt AEG zich genoemde gebreken te herstellen en wel onder de volgende voorwaarden:
- Arbeids-, voorrij- en materiaalkosten zullen de cliënt niet in rekening worden gebracht; de kosten van een volgens AEG noodzakelijke verzending komen voor rekening van AEG, mits deze verzending geschiedt in overleg met en met instemming van AEG.
- De garantietijd is beperkt tot 6 maanden, indien het toestel industrieel of in gemeenschappelijke ruimten wordt gebruikt.
2. Voor hermetisch gesloten koelsystemen (motorcompressor, koellichaam,
koelleiding en condensor) gelden de volgende garantiebepalingen:
- Gedurende de eerste 12 maanden na aankoop, volledige garantie, conform artikel 1.
- Gedurende het tweede tot en met het vijfde jaar na aankoop, wordt naast het arbeidsloon en voorrijkosten resp. 20%, 40%, 60% en 80% van de materiaalkosten berekend.
- Na het vijfde jaar volgt volledige berekening.
3. Indien een binnen de garantietermijn opgetreden defect niet binnen 2
maanden kan worden hersteld, volgt kosteloze omruiling van het toestel.
4. Alle garantieverplichtingen vervallen:
- Indien het toestel niet volgens de gebruiksaanwijzing en voor andere dan gewone huishoudelijke doeleinden is gebruikt.
- Indien aan het toestel door anderen dan AEG op ondeskundige wijze reparaties zijn verricht of veranderingen zijn aangebracht.
- Indien de nummers van het toestel zijn verminkt of verwijderd.
- Indien geen fabrieksoriginele onderdelen zijn gemonteerd.
- Indien beschadigingen of defecten zijn opgetreden ten gevolge van niet
volgens de voorschriften uitgevoerde aansluiting, niet deskundig gebruik, niet opvolgen van de inbouwvoorschriften en gebruiksaanwijzingen.
5. Indien binnen de garantietermijn door AEG reparaties worden verricht,
wordt de oorspronkelijke garantietermijn niet verlengd.
- Op reparaties buiten de garantietermijn, door AEG verricht, en op de hierbij geleverde, betaalde en gemonteerde onderdelen verleent AEG Huishoudelijke Apparaten 1 jaar garantie.
48
Garantiebepalingen
- Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en geen afdoend resultaat van het opnieuw uitvoeren van een reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel worden aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
6. Voor reparaties, zowel binnen als buiten de garantietermijn, kunt u zich
rechtstreeks wenden tot: AEG fabrieksservice, tel. 0172-468 300. Voor reparaties uitgevoerd door anderen, kan AEG geen productaansprakelijkheid aanvaarden.
AEG fabrieksservice Vennootsweg 1 2404 CG Alphen aan den Rijn
Reparatievoorwaarden Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*. Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct,
doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd. b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief. Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat: a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt. In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
49
Garantiebepalingen
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal: a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service­organisatie of door de technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken. b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden. c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven. Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden. Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen. Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per produkt te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage. Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen. Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
50
KLANTENSERVICE
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u contact opnemen met AEG: zie "Adres Klantenservice".
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het E/PNC- en F/S-nummer van uw apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje (op het deurtje voor het pluizenfilter.) en kunt u het beste hieronder en voorop deze gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding .........................................
E/PNC-Nr. .........................................
F/S-Nr .........................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
Hoe doet de storing zich voor? Onder welke omstandigheden treedt de storing op? Geeft het multidisplay een foutcode aan?
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u slechts één maal thuis te blijven. Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening de AEG service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt. Elektrische apparaten van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen! Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland) zijn overeengekomen.
51
Adres klantenservice
AEG fabrieksservice Postbus 120 2400 AC Alphen aan den Rijn
Consumentenbelangen tel. (0172)-468 172 (voor algemene, product- fax (0172)-468 470 of gebruiksinformatie)
Storingen/reparaties tel. (0172)-468 300 (voor bezoek servicetechnicus) fax (0172)-468 255
Onderdelen tel. (0172)-468 400
fax (0172)-468 376
52
146 2488 03
55
AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg
http: //www.aeg.hausgeraete.de
Copyright by AEG
146 2488 03 - 09/01
Loading...