Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Let vooral op hoofdstuk ”Veiligheid” op de eerste pagina's. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing goed zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
1
schuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het
apparaat. Let goed op deze aanwijzingen.
0 1. Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
2
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in deze gebruiksaanwijzing
tips om storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk ”Wat is er aan de
hand als...”.
• Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze
service-afdeling (adres en telefoonnummer vindt u in het boekje
”Garantiebepalingen en Klantenservice”).
Zie ook hoofdstuk ”Service”.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
• Montage en aansluiting van het nieuwe toestel mogen alleen door
een erkend installateur uitgevoerd worden.
Houd u aan deze aanwijzing, omdat anders bij schaden de garantie
vervalt.
• Reparaties aan het toestel mogen alleen door vakmensen uitgevoerd
worden. Door ondeskundige reparaties kunnen ernstige gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot onze klantendienst of uw vakhandel.
• Als storingen aan het toestel, breuken, storingen of scheuren optreden:
– schakel alle kookzones uit,
– schakel de zekering voor de kookpllat uit of haal deze eruit.
Veiligheid voor kinderen
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet. Houd daarom kleine
kinderen op afstand.
Zo wordt schade aan het apparaat voorkomen
• Gebruik de kookplaat niet als werkplek of aanrecht.
• Schakel de kookzones nooit in als er een lege pan op staat.
• Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer sterk,
echter niet onbreekbaar. Bijzonder scherpe en harde voorwerpen die
op de kookplaat vallen, kunnen tot beschadiging leiden.
• Gebruik geen pannen met een beschadigde, ruwe of oneffen bodem.
Bij het verschuiven kunnen krassen ontstaan.
• Zet geen potten of pannen op het raam van de kookplaat. Er kunnen
krassen en lakschade ontstaan.
• Let erop dat er geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv. azijn, citroen of
kalkoplossende middelen op het raam van de kookplaat terechtkomen, omdat anders matte plekken ontstaan.
5
Page 6
Gebruiksaanwijzing
• Als suiker of suikerhoudende stoffen op de hete kookplaat terechtkomen en smelten, verwijder de plekken dan direct, nog in hete toestand, met een glasschraper. Als de massa afkoelt, kan bij het
verwijderen schade aan de oppervlakte ontstaan.
• Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten weg van de
glaskeramische plaat, bijv. kunststoffen, aluminiumfolie of ovenfolies.
Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat smelten dan moet dit,
eveneens direct, met een glasschraper verwijderd worden.
• Lees de aanwijzingen van de fabrikant, als u speciale pannen gebruikt
(bijv. stoomkoker, sudderpan, wok, etc.).
• Voorkom dat pannen droogkoken. De bodem kan daarbij kapot gaan
en de keramische plaat beschadigd worden.
Speciale aanwijzingen voor de inductie-kookzones
• Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat normaliter niet te
verwachten is dat patiënten met geïmplanteerde pacemakers door
onze inductie-kookzone worden beïnvloed of in gevaar gebracht.
De afstand tussen bovenlichaam en kookzone mag echter niet kleiner
zijn dan 30 cm!
• Elektromagnetische velden kunnen elektronische circuits beïnvloeden
en draagbare radio's storen.
• Leg tijdens het gebruik van de inductie-kookzone(s) geen magnetisch
oplaadbare voorwerpen (bijv. creditcards, cassettebandjes enz.) op de
glaskeramische plaat!
• Leg geen metalen voorwerpen (bijv. lepel, pandeksel enz.) op de
inductie-kookplaat, omdat deze tijdens het gebruik warm kunnen
worden.
6
Bepaalde pannen kunnen tijdens het gebruik op inductie-kookzones
3
geluid veroorzaken. Dat is geen defect van de kookplaat en heeft geen
enkele invloed op het functioneren.
Veiligheid bij het reinigen
Het schoonmaken van het toestel met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is uit veiligheidsoverwegingen verboden.
Zo wordt schade aan het apparaat voorkomen
• Gebruik de kookplaat niet als werkplek of aanrecht.
• Schakel de kookzones nooit in als er een lege pan op staat.
Page 7
Gebruiksaanwijzing
• Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer sterk,
echter niet onbreekbaar. Bijzonder scherpe en harde voorwerpen die
op de kookplaat vallen, kunnen tot beschadiging leiden.
• Gebruik geen pannen met een beschadigde, ruwe of oneffen bodem.
Bij het verschuiven kunnen krassen ontstaan.
• Zet geen potten of pannen op het raam van de kookplaat. Er kunnen
krassen en lakschade ontstaan.
• Let erop dat er geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv. azijn, citroen of
kalkoplossende middelen op het raam van de kookplaat terechtkomen, omdat anders matte plekken ontstaan.
• Als suiker of suikerhoudende stoffen op de hete kookplaat terechtkomen en smelten, verwijder de plekken dan direct, nog in hete toestand, met een glasschraper. Als de massa afkoelt, kan bij het
verwijderen schade aan de oppervlakte ontstaan.
• Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten weg van de
glaskeramische plaat, bijv. kunststoffen, aluminiumfolie of ovenfolies.
Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat smelten dan moet dit,
eveneens direct, met een glasschraper verwijderd worden.
• Lees de aanwijzingen van de fabrikant, als u speciale pannen gebruikt
(bijv. stoomkoker, sudderpan, wok, etc.).
• Voorkom dat pannen droogkoken. De bodem kan daarbij kapot gaan
en de keramische plaat beschadigd worden.
2 Weggooien
Verpakkingsmateriaal weggooien
• Alle verpakkingsdelen zijn recyclebaar, folies en piepschuim onderdelen zijn overeenkomstig gecodeerd. Verpakkingsmateriaal en eventuele oude toestellen moeten op deze juiste manier weggegooid
worden.
• Houd de nationale en regionale voorschriften en de materiaalcodering aan (materiaalscheiding, afvalinzameling, verzamelpunten).
Aanwijzingen bij het weggooien
• Het toestel mag niet met het huisvuil meegegeven worden.
• Inlichtingen over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de pla-
atselijke stadsreiniging of op het gemeentehuis.
• Waarschuwing! Afgedankte apparaten moeten voor het weggooien
onbruikbaar gemaakt worden. Haal het elektriciteitssnoer eraf.
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
Beschrijving toestel
Functie en werking van de inductie-kookzone
Onder de glaskeramische plaat bevindt zich een inductiespoel van
koperdraad. Deze wekt elektromagnetische velden op, die direct op de
panbodem werken en niet, zoals andere verwarmingssystemen, eerst
het glaskeramiek verhitten. Dat betekent, dat de bodem van de pan direct heet wordt, zodat tijd en energie bespaard worden.
Omdat de voor het koken benodigde warmte direct in de panbodem
geproduceerd wordt, wordt de kookzone zelf nauwelijks warm. De
kookzone neemt alleen warmte van de panbodem over.
Aanwijzing:
Als er geen pan op de kookzone staat, volgt er geen overdracht van
energie (verhitten), en daarmee een absolute veiligheid tegen per
ongeluk inschakelen.
In deze kookplaat is een koelventilator geïntegreerd die afhankelijk van
3
de temperatuur van de inductie-kookzone automatisch wordt ingeschakeld. Na het uitschakelen van de kookzone loopt de koelventilator
nog enige tijd verder.
8
Page 9
Uitrusting kookplaat
kookzone 2:
inductie-kookzone 1800 W
kookzone 1:
inductie-kookzone 2200 W;
met Power-functie 3000 W
Gebruiksaanwijzing
kookzone 3:
inductie-kookzone 1400 W
warmhoudzone:
120 W
kookzone 4:
inductie-kookzone 1800 W met
Power-functie 2300 W
touch-control-bedieningsveld
Bedieningsveld
kookstandindicaties
keuze kookzone
inschakelen Powerzones
kookzone-indicaties timergebruik
timer
”aan/uit”
keuze kookstand ”+” en ”-”
indicatie timer
warmhoudzone
”voorbereiding”
met controlelampje
vergrendeling met
controlelampje
warmhoudzone
”aan” met
controlelampje
warmhoudzone ”uit”
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
De digitale indicaties
In deindicatie kunnen de cijfers 1 tot 9 en vier verschillende letters
verschijnen.
• De cijfers geven aan welke kookstand is ingesteld:
1 = kleinste vermogen
9 = hoogste vermogen
• Bij de kookzones worden de volgende letters en functies aangegeven:
H = Restwarmte-indicatie
1
1
Attentie! Kookzone nog heet; gaat uit als de kookzone is afgekoeld. Indicatie alleen als de kookzone uitgeschakeld is.
a = Kookautomatiek (bij alle kookzones mogelijk)
brandt, als kookzone op kookautomatiek is ingesteld; (brandt zo
lang,tot de automatiek op de ingestelde doorkookstand omschakelt).
- = brandt, als de automatische uitschakeling geactiveerd is.
(zie ook ”Wat is er aan de hand als...?”)
f = Fout-indicatie
knippert, als de kookzoneingeschakeld is en
F = – er geen pan op de kookzone staat of
F = – er een ongeschikte pan op de kookzone staat
P = Power-functie
brandt, als de Power-functie geactiveerd is.
De Power-functie levert extra hoog verwarmingsvermogen. Deze
functie kan bij de twee voorste kookzones worden ingeschakeld.
10
Page 11
Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
1
Als één van de kookzones na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld
of de kookstand niet wordt veranderd, wordt de betreffende kookzone
automatisch uitgeschakeld.
In de indicatie van de betreffende kookzone verschijnt j.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
• kookstand 1 - 2 na 6 uur
• kookstand 3 - 4 na 5 uur
• kookstand 4 - 5na 4 uur
• kookstand 5 - 9 na 1,5 uur
Veiligheidsuitschakeling opheffen
0Om de actieve veiligheidsuitschakeling van de betreffende kookzones
op te heffen, schakelt u het apparaat d.m.v. sensorveld ”aan/uit” n uit
en daarna weer in. Daarna zijn de kookzones weer klaar voor het
gebruik.
In de indicatie van de kookzone verschijnt h, als nog restwarmte aan-
3
wezig is.
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
Geschikte pannen voor inductie-kookzones
Materiaal van de pan
• In principe zijn alle pannen met een magnetische bodem geschikt.
Dat zijn pannen van staal, geëmailleerd staal en gietijzer.
• Edelstalen pannen met een gemengde metalen bodem (sandwichbodem bijv. Tefal met aluminium/koperbodem) zijn alleen dan voor
inductie geschikt, als dat uitdrukkelijk door de fabrikant is aangegeven. Ze hebben dan een ferromagnetisch aandeel in de bodem.
• Pannen van aluminium, koper, messing, edelstaal (indien niet speciaal
als geschikt voor inductie gekenmerkt), glas, aardewerk of porselein
zijn niet geschikt voor inductie-kookzones. De kookzone reageert
alsof er geen pan op staat:
Foutindicatie f.
Let op de woorden: Geschikt voor inductie!
Geschiktheidstest
Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor gebruik op de inductie-kookzone, kunt u dat als volgt controleren:
• Zet een pan met een kleine hoeveelheid water (3-5 mm vulhoogte) op
de kookzone.
Schakel de kookzone op volle capaciteit (schakelaarstand 9).
Let op: Als de pan geschikt is, wordt de bodem binnen een paar
seconden warm!
• U kunt dit ook met een magneet controleren. Als die aan de bodem
blijft hangen, is de pan geschikt voor inductie-kookzones.
12
Page 13
Gebruiksaanwijzing
Pangrootte
De inductie-kookzone past zich tot een bepaalde grens automatisch
aan de diameter van de panbodem aan. Toch moet de diameter van de
panbodem een bepaalde maat hebben, afhankelijk van de maat van de
kookzone.
Bijvoorbeeld: Diameter van de kookzone 21 cm
Bijvoorbeeld: Diameter van de panbodem minimaal 18 cm
Bijvoorbeeld: Diameter van de kookzone 14,5 cm
Bijvoorbeeld: Diameter van de panbodem minimaal 12 cm
Aanwijzing:
Let bij het kopen van pannen op de diameter van de bodem; fabrikanten geven meestal de diameter van de bovenste rand van de pan aan.
Automatische panherkenning
Bij gebruik van ongeschikte pannen functioneert de inductie-kookzone
niet.
Als de kookzone wordt ingeschakeld zonder dat er een geschikte
pan op staat, knippert in de digitale indicatie van de kookplaat f.
Na ca. 10 minuten schakelt de kookplaat automatisch uit. In de digitale
indicatie verschijnt j.
Ook bij oververhitting (bijv. verwarmen van drooggekookte pan) of
fouten in de elektronica brandt de indicatie j. De kookzone schakelt
automatisch uit.
Om opnieuw in te schakelen de kookzone eerst uitschakelen en dan op
de gewenste stand instellen.
Voor het in gebruik nemen
Reinigen
De glaskeramische kookplaat met een vochtige doek afnemen.
Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De
1
oppervlakte kan beschadigd worden.
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
Bediening van de kookzones
TOUCH-CONTROL-sensorvelden
Om de TOUCH-CONTROL-sensorvelden te bedienen legt u uw vinger
plat op het gewenste veld, tot het betreffende controlelampje aan of
uit gaat, resp. de gewenste functie wordt uitgevoerd.
Om sneller in te stellen laat u uw vinger zo lang op het sensorveld
rusten, tot de gewenste waarde is bereikt.
Alle ingevoerde gegevens worden door een akoestisch signaal bevestigd.
Apparaat inschakelen
Het complete apparaat wordt met het sensorveld ”aan/uit” n inge-
schakeld.
0 Het sensorveld ”aan/uit” ca. twee seconden lang aanraken.
De digitale indicaties geven j aan en de punt knippert.
14
Nadat u d.m.v. sensorveld ”aan/uit” het apparaat hebt ingeschakeld,
3
moet binnen ca. 10 seconden met de kookzonekeuzetoetsen één van de
kookzones worden geselecteerd. Anders wordt het apparaat om veiligheidsredenen weer uitgeschakeld.
Page 15
Gebruiksaanwijzing
Apparaat uitschakelen
Om het apparaat compleet uit te schakelen sensorveld ”aan/uit” n
aanraken.
0 Sensorveld ”aan/uit” ca. een seconde lang aanraken.
Na het uitschakelen van een kookzone of van de gehele kookplaat
3
wordt nog aanwezige restwarmte met h (van ”heet”) in de digitale
indicaties van de betreffende kookzones aangegeven.
Als alle kookzones uitgeschakeld zijn, wordt het apparaat na enige tijd
3
automatisch uitgeschakeld.
Keuze kookzone
Om de gewenste kookzone te selecteren
0 het bijbehorende sensorveld ca. een seconde lang aanraken.
In het indicatieveld van de kookzone gaat de nul met punt branden =.
De punt geeft aan dat alleen deze kookzone kan worden ingesteld. Als
u het kookzone-sensorveld opnieuw aanraakt, gaat de punt uit en kunt
u verder niets instellen.
Om uit te schakelen de sensorvelden + en - tegelijk aanraken.
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
Keuze kookstand + en -
Voor instellen resp. wijzigen van de kookstand (! tot )) voor de
gekozen kookzone.
0 Met sensorveld + de kookstand verhogen.
Met sensorveld - de kookstand verlagen.
Als verschillende kookzones tegelijk in gebruik zijn, moet voor wijzigen
3
van de kookstand de gewenste kookzone worden gekozen door aanraken van het betreffende sensorveld. Een punt in het display geeft aan
welke kookzone geselecteerd is.
Koken zonder kookautomatiek
0 1. Kies voor het aankoken/aanbraden een hoge capaciteit.
2. Zodra zich stoom vormt resp. het vet heet is, op de gewenste doorkookstand terugschakelen.
3. Om het kookproces te beëindigen op nul terugschakelen.
Aanwijzing:
2
Bij het werken met de inductie-kookzone moet u erom denken dat
– de opwarmtijden korter worden doordat de energie direct op de pan-
nen wordt overgedragen!
– het koken direct wordt beëindigd als de kookzone wordt uitgescha-
keld (geen overkoken!).
16
Page 17
Gebruiksaanwijzing
Koken met de kookautomatiek
Alle vier kookzones van de kookplaat kunnen op negen standen worden
ingesteld en zijn uitgerust met een kookautomatiek:
Met de kookautomatiek (a) werkt de kookzone een bepaalde tijd met
vol vermogen en schakelt dan automatisch op de ingestelde doorkookstand terug.
De duur van de automatische aankookstoot is afhankelijk van de gekozen doorkookstand.
0 1. Met de kookzone-sensorvelden de gewenste kookzone kiezen. De punt
in het betreffende display gaat branden.
2. Met de + of --sensorvelden kookstand 9 instellen. Even loslaten en
het +-sensorveld opnieuw aanraken.
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
In de kookstandindicatie gaat nu A branden.
3. Dan sensorveld - aanraken en op de gewenste doorkookstand ! tot
( instellen. De ingestelde doorkookstand wordt eerst aangegeven.
18
Na 5 seconden verschijnt i.p.v. de doorkookstand weer a in de indicatie. Na afloop van de aankooktijd wordt weer de doorkookstand aangegeven.
Als u tijdens de automatische functie een hogere stand kiest, bijv. van
3
§ naar %, wordt rekening gehouden met de reeds verlopen aankook-
tijd. Als u een lagere stand kiest, wordt de automatische functie direct
beëindigd. Ook bij opnieuw koken op een nog warme kookzone maakt
de kookautomatiek gebruik van de restwarmte. Dat bespaart tijd en
energie.
Page 19
Gebruiksaanwijzing
Power-functie activeren
Met de Power-functie ”P” kunt u het vermogen van de twee voorste
kookzones 10 minuten lang verhogen.
Met deze functie kunt u bijvoorbeeld een grote hoeveelheid water snel
aan de kook brengen of vlees snel aanbraden.
0 Om de Power-functie in te schakelen moet de kookzone geselecteerd
zijn (punt in de indicatie). Raak het sensorveld ”Power-functie”
In de indicatie verschijnt P en de Power-functie is nu actief.
De Power-functie wordt voor max. 10 minuten geactiveerd. Dan
3
schakelt de kookzone automatisch op stand 9 om.
0 De Power-functie kan als volgt worden afgebroken:
• Sensorveld ”Power-functie”
• Sensorveld
Zodra de Power-functie bij één van de voorste kookzones geactiveerd
1
is, is voor de achterste kookzones minder verwarmingsvermogen
aanwezig.
Als de Power-functie van de kookzone rechts voor is geactiveerd, kan
voor de kookzone links achter maximaal stand ”8” worden bereikt.
Als de Power-functie van de kookzone links voor is geactiveerd, kan
voor de kookzone rechts achter maximaal stand ”7” worden bereikt.
Wordt in dit geval bij de achterste kookzones een hogere stand dan 7
resp. 8 ingesteld, dan geeft de indicatie van de betreffende achterste
kookzone afwisselend de verschillende standen aan (bijv. 7 en 9).
Zodra de Power-functie beëindigd is (max. na 10 minuten), gaan de
achterste kookzones automatisch op de eerder ingestelde stand over.
- aanraken.
r aanraken.
r aan.
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
Warmhoudzone activeren
0 1. Het sensorveld ”activeren” ca. 2 seconden aanraken. Onder het sensor-
veld gaat een controlelampje branden.
2. Raak binnen 10 seconden het sensorveld ”inschakelen”
aan. Het controlelampje onder het sensorveld ”active-
ren” gaat uit en onder het sensorveld ”inschakelen” gaat
het betreffende controlelampje branden. De warmhoudzone is nu ingeschakeld.
3. Om uit te schakelen het sensorveld ”uitschakelen” aan-
raken. Het controlelampje onder het sensorveld ”inscha-
kelen” gaat uit.
De warmhoudzone kan onafhankelijk van het gebruik
3
van de kookzones worden gebruikt.
De warmhoudzone is bedoeld om gerechten warm te
houden.
Bedieningsveld vergrendelen/ontgrendelen
Tijdens het gehele kookproces kan het bedieningsveld met uitzondering
van het sensorveld ”aan/uit” worden vergrendeld om te voorkomen dat
instellingen worden gewijzigd, bijv. doordat u er met een doek over
veegt. Deze functie is ook geschikt als kinderbeveiliging.
0 1. Toets o zo lang aanraken tot het controlelampje gaat branden.
2. Om de vergrendeling weer op te heffen de vergrendelingstoets zo lang
aanraken tot het controlelampje uitgaat.
Kinderbeveiliging! Als u de kookplaat compleet uitschakelt d.m.v. sensorveld ”aan/uit” , terwijl de vergrendelingstoets is ingeschakeld, dan is
bij het weer inschakelen de vergrendelingstoets actief, d.w.z. eerst moet
de vergrendelingstoets worden aangeraakt, opdat de kookzones weer
kunnen worden ingeschakeld.
20
Page 21
Gebruiksaanwijzing
Timer
Met de geïntegreerde timer kan bij alle vier kookzones een kooktijd
worden ingesteld. Als het einde van de kooktijd is bereikt, wordt de
kookzone automatisch uitgeschakeld.
0 1. Met het sensorveld kookzone de gewenste kookzone selecteren en
gewenste kookstand instellen.
2. Sensorveld TIMER
zone te activeren. In de indicatie verschijnt
3. Met de sensorvelden + of - de gewenste tijd tot het automatisch uit-
schakelen instellen of veranderen (bijv. 15 minuten).
W aanraken om de timerfunctie voor deze kook-
00.
Na enkele seconden begint de timer automatisch en geeft de resterende tijd tot het uitschakelen aan.
Bovendien brandt de indicatie ”timer actief” van de betreffende kookzone, bijv. controlelampje links boven komt overeen met kookzone links
achter.
Na afloop van de ingestelde kookduur wordt de kookzone automatisch
uitgeschakeld en klinkt een akoestisch signaal.
4. Sensorveld TIMER
uit te schakelen.
W aanraken om het signaal en het controlelampje
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Om sneller in te stellen laat u uw vinger zo lang op het sensorveld + of
3
- rusten, tot de gewenste waarde is bereikt.
Als eerst sensorveld - wordt aangeraakt, begint de tijdsinstelling bij
99 minuten, als eerst sensorveld + wordt aangeraakt, begint de
tijdsinstelling bij 1 minuut.
Resterende kooktijd aangeven
0 Als u een kookzone kiest die op de timer werkt, verschijnt in het timer-
indicatieveld de resterende kookduur.
Timer als kookwekker (”eierwekker”) gebruiken
De timer-functie kan zonder de uitschakelautomatiek ook als kookwek-
3
ker worden gebruikt, als hij tenminste niet reeds voor één of meer
kookzones wordt gebruikt. Hierbij mag er geen kookzone geselecteerd
zijn. Het sensorveld kookzone met de punt in de indicatie moet dus
opnieuw worden aangeraakt, opdat de punt uitgaat.
De tijdsinstelling geschiedt zoals hierboven beschreven.
Timer-functie voortijdig beëindigen
Er zijn twee mogelijkheden om de timer voortijdig uit te schakelen:
Kookzone en timer tegelijk uitschakelen
0 1. Met de kookzonekeuzetoetsen de gewenste kookzone selecteren.
2. Toets + en - tegelijk aanraken: Kookzone en timer worden uitge-
schakeld.
Timer uitschakelen - kookzone blijft actief
0 1. Met de kookzonekeuzetoetsen de gewenste kookzone selecteren.
2. Toets ”timer” opnieuw aanraken
3. Toets + en - tegelijk aanraken:
– alleen timer wordt uitgeschakeld.
– kookzone blijft in werking.
22
Page 23
Gebruiksaanwijzing
Gebruik, tabellen, tips
Tips voor het koken zonder of met automatiek
De kookautomatiek bevelen wij aan:
• bij gerechten die koud opgezet worden, bij hoge capaciteit verhit
worden en op de doorkookstand niet steeds in de gaten gehouden
behoeven te worden.
• bij gerechten die in de hete pan gedaan worden.
De kookautomatiek is niet geschikt voor:
• goulash, rollades en soortgelijke suddergerechten, die tot het berei-
ken van de juiste bruinering onder voortdurend omdraaien aangebraden, overgoten en gaar gesmoord moeten worden.
• knoedels, macaronigerechten met veel vocht
• koken in stoompannen
• grote hoeveelheden soep/éénpansgerechten met meer dan 2 l vloei-
stof.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Tabellen
Aanwijzing:
De gegevens in de volgende tabel zijn richtlijnen. Welke instelling nodig
is, hangt af van de kwaliteit van de pan en van soort en hoeveelheid
van de levensmiddelen.
Richtlijnen voor het instellen van de kookzones
Schakelstandgeschikt voor
9 resp. Paan de kook
brengen
7-9sterk aanbradenfrituren van patates frites,
6-7zacht bradenbraden van vlees, schnitzel,
4-5kokenkoken van grotere hoeveelheden,
3-4stoven
smoren
2-3wekenwellen van rijst en melkgerechten,
1-2smeltenschuimomelet, bouillon met ei,
aan de kook brengen van grote hoeveelheden water, meelballetjes koken
aanbraden van vlees, bijv. goulash,
uitbakken, bijv. aardappelkoekjes,
braden van lendenstukken, steaks
hoeveelheid vloeistof bij de rijst doen.
tussendoor omroeren
kant-en-klare
gerechten,
éénpansmaaltijden
schuimomelet, bouillon
met ei
chocolade/
boter/
gelatine
opwarmenA2 tot
A3½
inkokenA1 tot
A2
smeltenA1 tot
A2
10-30 min.afhankelijk van de
hoeveelheid
instelling aanpassen
10-20 min.
5-25 min.niet au bain-marie!
tussendoor omroeren!
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Reiniging en onderhoud
Voordelen bij reiniging en onderhoud van de inductiekookzone
Bij glaskeramische inductie-kookplaten kost het reinigen minder
2
moeite dan bij kookplaten met stralingsverwarming:
– De inductie-kookzone reageert sneller op terug- of uitschakelen.
Overkoken en inbranden van gerechten wordt in hoge mate voorkomen.
– De temperaturen op de glaskeramische oppervlakte zijn bij inductief
koken duidelijk lager dan bij traditionele stralingsverwarmingen.
Omdat de warmte in de pan wordt opgewekt, branden eventuele
gerechten of levensmiddelen op de glaskeramische plaat niet zo sterk
in.
Glaskeramische kookplaat
Het is belangrijk de kookplaat na elk gebruik schoon te maken!
1
Attentie! Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, zoals bijv. grove
schuurmiddelen resp. krassende pannenreinigers.
0 Reinig de kookplaat altijd als hij licht verontreinigd is. Gebruik daarvoor
een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Wrijf dan de kookplaat
met een schone doek droog. Er mogen geen resten reinigingsmiddel op
de oppervlakte achterblijven.
0 Reinig de gehele kookplaat eenmaal per week grondig. Gebruik daar-
voor een „speciaal reinigingsmiddel“.
Dan de gehele kookplaat met ruim schoon water schoonmaken en met
een schone doek droogmaken.
Let erop dat er geen resten (reinigingsmiddel) op de kookplaat ach-
terblijven! De kookplaat kan anders beschadigd raken!
26
Page 27
Speciaal vuil
Overgekookte gerechten
0 Week deze eerst met een natte doek en ver-
wijder daarna de vuilresten met een glas- of
scheermeskrabber.
Voorzichtig! Verwondingsgevaar!
Daarna de kookplaat schoonmaken met een
geschikt schoonmaakmiddel.
Ingebrande suiker, gesmolten kunststof
verwijdert u direct – nog in warme (niet
hete) toestand – met een glasschraper,
anders kan schade ontstaan.
Daarna de kookplaat nog een keer normaal
schoonmaken.
Beschadiging door suiker of suikerhoudende
levensmiddelen kunt u voorkomen, door de
kookplaat met „een speciaal onderhoudsmiddel“ te behandelen.
Gebruiksaanwijzing
Vlekken
0 Kalkvlekken, parelmoerachtig glanzende
vlekken, metaalachtig glinsterende verkleuringen, slijtage van pannen, die zich tijdens
het koken gevormd hebben, kunt u het
beste verwijderen als de kookzones nog warm zijn. Gebruik daartoe een geschikt
reinigingsmiddel. Eventueel de kookplaat
nog een keer schoonmaken.
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Let op!
1
Geen azijn, citroen of kalkoplossende middelen op het raam aanbrengen omdat
anders matte plekken ontstaan.
Zandkorrels die op de kookplaat zijn gevallen kunnen bij het verschuiven van pannen
krassen veroorzaken. Let er daarom op dat
er geen zandkorrels op de kookplaat achterblijven.
Afgeschilferd decor
Door het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en door schurende panbodems
schilfert het decor in de loop der tijd af en
er ontstaan donkere vlekken.
Geschikte reinigings- en onderhoudsmidde-
3
len en glasschrapers zijn verkrijgbaar bij de service-afdeling van AEG.
Wat is er aan de hand als ...
... de letter f in de digitale indicatie van de inductie-kookzones knippert?
Controleer of:
– de pan op de juiste kookzone staat.
– de diameter van de panbodem misschien te klein voor de kookzone is!
– de pan geschikt is voor inductie!
... j in de digitale indicatie verschijnt?
– Controleer of de kookzone misschien oververhit is.
Kookzone daartoe uitschakelen en laten afkoelen.
Probeer na een paar minuten opnieuw de kookzone met een
geschikte pan in te schakelen.
– De automatische uitschakeling van de kookzone is in werking getre-
den. U activeert de kookzone opnieuw door hem kort uit en weer in
te schakelen.
28
Page 29
Montage-aanwijzing
MONTAGE-AANWIJZING
1 Attentie!
• Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
Volg deze aanwijzingen op, omdat anders bij schade de aanspraak op
3
garantie vervalt.
• Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat ze zijn inge-
bouwd in passende inbouwkasten en werkbladen die aan de normen
voldoen. Daarmee wordt de vereiste aanrakingsbescherming van
elektrische apparaten veiliggesteld.
• Als zich storingen aan het apparaat, breuken, barsten of scheuren
voordoen:
– alle kookzones uitschakelen,
– de zekering voor de kookplaat in de huisinstallatie uitschakelen.
29
Page 30
Montage-aanwijzing
Technische gegevens
Afmetingen apparaat
breedte780 mm
diepte520 mm
hoogte55 mm
hoogte binnen52 mm
Uitsnijmaten
breedte750+2mm
diepte490
hoekradiusR5
Nominaal vermogen
inductie-kookzone > 145 mm1400 W
inductie-kookzone > 180 mm1800 W
inductie-kookzone > 180 mm (Power-functie)2300 W
inductie-kookzone > 210 mm 2200 W
inductie-kookzone > 210 mm (Power-functie)3000 W
warmhoudzone120 W
+2
mm
30
spanning van het verwarmingselement230 V ~
totale aansluitwaarde max.7,32 kW
Page 31
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
• EN 60 335-1 en EN 60 335.2-6
betreffende de veiligheid van elektrische apparaten voor huishoudelijk gebruik en gelijksoortige doeleinden en
• DIN 44546 / 44547 / 44548
betreffende de gebruikseigenschappen van elektrische fornuizen voor
huishoudelijk gebruik.
• EN 55014-2 / VDE 0875 Deel 14-2
• EN 55014 / VDE 0875 Deel 14/12.93
• EN 61000-3-2 / VDE 0838 Deel 2
• EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3
betreffende de principiële veiligheidseisen voor elektro-magnetische
compatibiliteit (EMC).
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
4
• 73/23/EWG van 19.02.1973 (Laagspanningsrichtlijn)
• 89/336/EEG van 03.05.1989 (EMC-Richtlijn met inbegrip van
Wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG).
Montage-aanwijzing
31
Page 32
Montage-aanwijzing
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een inrichting worden aangebracht,
die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte
van min. 3 mm met alle polen van het net te scheiden.
Geschikte scheidingsinrichtingen zijn bijv. automatische zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de fitting geschroefd worden), aardlekschakelaar en veiligheidsschakelaars.
• Dit apparaat voldoet wat betreft de bescherming tegen brandgevaar
aan type Y (EN 60 335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan
één zijde tegen hoge kasten of wanden ingebouwd worden.
• Er mogen geen laden onder de kookplaat gemonteerd worden.
• Bescherming tegen aanraken moet door de inbouw gegarandeerd
zijn.
• De stabiliteit van de inbouwkast moet aan DIN 68930 voldoen.
• Als bescherming tegen vocht moeten alle uitgezaagde snijvlakken
met geschikt afdichtmateriaal worden beschermd.
• Bij betegelde werkbladen moeten de voegen bij het kookgedeelte
geheel met voegenmateriaal opgevuld zijn.
• Bij natuurstenen, kunststenen of keramische platen moeten de
springveren met geschikte kunsthars- of tweecomponentenlijm
verlijmd worden.
• Afdichting bij het raam controleren op correcte positie en op eventu-
ele gaten. Er mag geen extra siliconenafdichting aangebracht
worden, omdat dit het uitbouwen bij service bemoeilijkt.
• Voor demontage moet de kookplaat er van onderen uitgedrukt
worden.
32
Page 33
Montage-aanwijzing
Elektrische aansluiting
Als aansluitleiding moet er een leiding van het type H05SS-F of van
hogere kwaliteit worden gebruikt.
In de elektrische installatie moet een inrichting worden aangebracht
die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte
van min. 3 mm met alle polen van het net te scheiden. Geschikte scheidingsinrichtingen zijn bijv. automatische zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de fitting geschroefd worden), aardlekschakelaar en
veiligheidsschakelaars.
Attentie! Elektrische aansluiting volgens aansluitschema uitvoeren.
1
33
Page 34
Montage-aanwijzing
34
Page 35
SERVICE
In het hoofdstuk ”Wat is er aan de hand als” vindt u enkele storingen
die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk.
Gaat het om een technische storing?
Neem dan contact op met onze service-afdeling. (Adres en telefoonnummers vindt u in hoofdstuk ”adres klantenservice”.)
Bereid het gesprek in ieder geval goed voor. Dat vereenvoudigt de diagnose en de vaststelling of bezoek van een servicetechnicus nodig is:
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
• Hoe uit de storing zich?
• Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek beslist de
volgende gegevens van uw apparaat op het typeplaatje:
• PNC-nr. (9 cijfers),
• S-nr. (9 cijfers).
Wij raden aan de nummers hier te noteren zodat u ze altijd bij de hand
hebt.
Service
PNC . . . . . . . . .
S-nr. . . . . . . . .
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode
kosten?
• als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk
”Wat is er aan de hand als ...”) zelf had kunnen opheffen,
• als de service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij vóór zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
daarom bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
35
Page 36
Montage
MONTAGE
Voordat de kookplaat wordt gemonteerd moet het afdichtingsband op
de bovenzijde van het werkblad langs de uitsnijding worden geplakt.
Niet uitrekken. Hoeken niet snijden.
36
Page 37
Montage
37
Page 38
Montage
38
Page 39
39
Page 40
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 10 36
D-90327 Nürnberg