AEG L77685WD User Manual [nl]

Page 1
L 77685 WD NL Gebruiksaanwijzing
Page 2
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. PROGRAMMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
7. VERBRUIKSWAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
9. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN WASSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
10. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN DROGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
11. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - WASSEN EN DROGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
12. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
13. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
14. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
15. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
Page 3
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in­stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva­liditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha­melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin­deren.
• Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinde­ren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap­paraat als de deur open is.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili­ging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen ver­richt.
Page 4
www.aeg.com
4
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Respecteer het maximale laadvermogen van 8 kg (raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabri­kant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situ­aties te voorkomen.
• De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
• De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt
• Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
2.1 Montage
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Bewaar de transportbouten. Als u het
apparaat gaat verplaatsen, moet de trommel worden geblokkeerd.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager is dan 0 °C of als het is blootgesteld aan het weer.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische informatie
• Gebruik altijd een correct geïnstal-
• Gebruik geen meerwegstekkers en
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromon­teur.
leerd, schokbestendig stopcontact.
verlengsnoeren.
niet beschadigt. Indien de voedings­kabel moet worden vervangen, dan MOET dit gebeuren door onze Klan­tenservice.
Page 5
• Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het aansluitnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
• Dit apparaat voldoet aan de EU-richt-
lijnen.
Aansluiting aan de waterleiding
• Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
• Het apparaat moet met de nieuwe
slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet op­nieuw worden gebruikt.
• Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt.
• Zorg dat er geen lekkages zijn als u
het apparaat de eerste keer gebruikt.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Gebruik dit apparaat uitsluitend in een
huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba­re producten in, bij of op het appa­raat.
• Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Zorg dat u alle metalen onderdelen uit
het wasgoed verwijdert.
• Het laatste deel van het droogpro-
gramma vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen dat het wasgoed niet beschadigd raakt.
Als u het apparaat voor het einde van de droogcyclus stopzet, dient u het
NEDERLANDS 5
wasgoed te verwijderen en uit te han­gen, zodat de warmte zich kan ver­spreiden.
• Als u wasmiddel, wasverzachter of ge­lijksoortige producten gebruikt, dient u de instructies op de verpakking te volgen.
• Veeg eventuele pluisjes die zich rond­om het apparaat hebben opgehoopt, weg.
• Droog geen beschadigde kleding met vulling of voering.
• Artikelen van schuimrubber (latex­schuim), douchemutsjes, waterdichte kleding en artikelen met een rubberen binnenkant mogen niet worden ge­droogd.
• Artikelen die in contact zijn geweest met stoffen als spijsolie, aceton, alco­hol, benzine, petroleum, vlekkenver­wijderaars, terpentine, boenwas en boenwasverwijderaars dienen vooraf­gaande aan het drogen eerst te wor­den gewassen in heet water met een extra hoeveelheid wasmiddel.
• Droog geen artikelen in het apparaat als er industriële chemische reinigings­middelen zijn gebruikt.
• Zorg dat er geen aanstekers of lucifers in zakken van kleding zijn achtergeble­ven.
• Droog uitsluitend textiel dat in de droogautomaat mag worden ge­droogd. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding.
• Droog geen ongewassen artikelen in het apparaat.
• Als u het wasgoed heeft gewassen met een vlekverwijderaar, voer dan een extra spoelcyclus uit voordat u het apparaat start.
• Voorwerpen van kunststof die niet hit­tebestendig zijn.
– Als u gebruik maakt van een was-
middelbal, verwijdert u de bal voor­dat u het droogprogramma instelt.
– Gebruik geen wasmiddelbal wan-
neer u een non-stopprogramma in­stelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
Page 6
www.aeg.com
6
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
• Houd u aan de maximale belading.
• Droog geen druipnatte kledingstuk­ken in het apparaat.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
3. TECHNISCHE INFORMATIE
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge­bruik geen schuurmiddelen, schuur­sponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorko­men dat kinderen en huisdieren opge­sloten raken in het apparaat.
Afmetingen Breedte / hoogte / diep-
600 / 850 / 605 mm
te
Totale diepte 640 mm
Aansluiting aan het elek­triciteitsnet:
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste
Spanning Totale stroom Zekering Frequentie
230-240 V
2200 W
13 A
50 Hz
IPX4
stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming te­gen vocht biedt.
Waterleidingdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Maximale belading was-
Koud water
Katoen 8 kg
goed
Maximale belading droog wasgoed
Katoen 6 kg
Synthetica 3 kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1600 Toeren per minuut
1)
Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
Page 7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
NEDERLANDS 7
1 2 3 8
4
5
6
7
Bovenblad
1
Afwasmiddeldoseerbakje
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
4.1 Accessoires
1 2
34
4.2 Kinderbeveiliging
• Als u deze beveiliging activeert, kunt u de deur niet sluiten. Dit voorkomt dat u kinderen of huisdieren in de trom­mel opsluit. Voor het inschakelen van de kinderbeveiliging verplaatst u het draaigedeelte met een muntstuk
9
Stelvoetjes
7
Afvoerslang
8
Watertoevoerklep
9
Hoofdkabel
10
Transportbouten
11
Stelvoetjes
12
Moersleutel
1
Om de transportbouten te verwijde­ren.
Plastic dopjes
2
Voor het afdichten van de gaten aan de achterzijde van het apparaat na­dat u de transportbouten hebt ver­wijderd.
Toevoerslang met geïntegreerd
3
beschermingssysteem tegen wa­teroverlast
Om mogelijke wateroverlast te voor­komen.
Plastic slanggeleider
4
Om een afvoerslang op de rand van een gootsteen te bevestigen.
rechtsom totdat de groef horizontaal staat. Voor het uitschakelen van de kinderbeveiliging verplaatst u het draaigedeelte met een muntstuk links­om totdat de groef weer verticaal staat.
0
1
2
Page 8
www.aeg.com
8
5. BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
Katoen Eco
Super Eco
Non Stop
60 Min.
Katoen
Synthetica
Wol
Centr./
Pompen
Spoelen
Aan/Uit-toets (Aan/Uit)
1
Programmaknop
2
Display
3
Toets start pauze (Start/Pauze)
4
Toets uitgestelde start (Startuitstel)
5
Toets tijdsbesparing (Tijd Besparen)
6
Toets drogen (Droogtijd)
7
Automatische droogtoets (Droogte-
8
grad) Toets centrifugesnelheid (TPM)
9
Temperatuurtoets (Temp.°C)
10
Aan/Uit
5.1 Aan/uit-toets
Katoen + Voorwas
Synthetica + Voorwas
Strijkvrij Fijne Was Wol/Zijde
20 Min. - 3 kg
1
Druk op deze toets om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld. De AUTO Stand-by functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
Temp. °C
Droogte-
grad
TPM
Droogtijd
Tijd
Besparen
Startuitstel
• Er een programma is geselecteerd, maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt. – Alle instellingen worden geannu-
leerd
Druk op de knop raat weer in te schakelen.
– Stel het wasprogramma en alle mo-
gelijke opties
• 5 minuten na afloop van het waspro­gramma. Raadpleeg 'Aan het einde van het programma'.
5.2 Programmaschakelaar
Draai deze knop om een programma in te stellen. Het bijbehorende program­ma-indicatielampje gaat branden.
Start/Pauze
45678910
1
om het appa-
4
.
2
Page 9
NEDERLANDS 9
5.3 Display
3
BA DC
Op de display verschijnt:
A • De maximum temperatuur van het programma.
B • De standaard centrifugeersnelheid van het programma.
"Niet centrifugeren"
C
Symbolen droogtegraad:
1)
en "Spoelstop"-symbolen.
2)
Strijkdroog
Kastdroog
Extra Droog
De displaysymbolen:
3)
Wasfase
Droogfase
Extra spoelen
Kinderslot
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool brandt. U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
• Er staat water in de trommel.
• De functie "Spoelstop" is aan.
Uitgestelde start
Page 10
www.aeg.com
10
D • De programmatijd (was- en/of droogfase)
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
• Startuitstel Als u op de toets startuitstel drukt, toont de display de uitgestelde
starttijd.
•Alarmcodes Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes op
het display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplos­sing".
•Err De display toont dit bericht enkele seconden als: – U een functie instelt die niet van toepassing is op het programma. – U het programma wijzigt als het in werking is.
4
Het lampje van de toets Start/Pauze
knippert.
Als het programma is voltooid.
1)
Alleen beschikbaar voor het programma Centrifugeren/Afpompen
2)
Gaan branden als u een automatisch droogprogramma instelt.
3)
De symbolen verschijnen op de display als de bijbehorende fase of functie is ingesteld.
5.4 Toets Start/Pauze
Druk op toets 4 om het programma te starten of te onderbreken.
5.5 Toets startuitstel
Druk op toets 5 om de start van een programma vanaf 30 minuten tot 20 uur uit te stellen.
5.6 Toets tijdbesparing
Druk op de toets 6 om de programma­tijd te verminderen.
• Druk een keer om een verkort pro­gramma in te stellen voor wasgoed met dagelijks vuil.
• Druk twee keer voor het instellen van een extra snel programma voor was­goed dat bijna niet vuil is.
Sommige programma's accepte­ren uitsluitend een van de twee functies.
5.7 Droogtijdtoets
Druk op deze toets om op basis van de stofsoort in te stellen hoe lang de was
4
5
6
7
moet drogen. De ingestelde waarde wordt in het display weergegeven. Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden voor de verschillende stofsoorten in­stellen.
5.8 Toets droogtegraad 8
Druk op deze toets om automatisch het droogniveau van uw wasgoed in te stel­len. Het symbool van het ingestelde ni­veau wordt op het display weergegeven.
• Extra Droog
• Kastdroog
• Strijkdroog
U kunt niet alle niveaus voor alle stofsoorten automatisch instel­len.
5.9 Permanente extra spoelfunctie
Met deze functie kunt u de extra spoel­functie permanent aan laten als u een nieuw programma instelt.
Page 11
• Druk om de functie te activeren, tege-
6
lijkertijd op toets dat het lampje van toets
• Druk om de functie uit te schakelen, tegelijkertijd op toets totdat het lampje van toets 7 uit
gaat.
5.10 Toets centrifugeren
Druk op deze toets om:
• De maximale snelheid van de centrifu­gefase te verlagen als u een program­ma instelt.
De display toont alleen de centri­fugesnelheden die voor het inge­stelde programma beschikbaar zijn.
• Schakel de centrifugefase uit.
• Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel deze functie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. Het apparaat pompt geen water af als het program­ma is voltooid.
en toets 5 tot-
7
brandt.
6
en toets
9
5
Centrifugefase is uit.
De functie 'Spoelstop' is aan.
5.11 Temperatuurtoets
Druk op knop 10 om de standaard tem­peratuur te wijzigen.
10
- - = koud water
NEDERLANDS 11
5.12 Geluidssignalenfunctie
U hoort geluidssignalen als:
• U het apparaat inschakelt.
• U het apparaat uitschakelt.
• U op een toets drukt.
• Het programma is voltooid.
• Het apparaat ondervindt een storing. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op toets seconden.
8
en toets 7 gedurende 6
Als u de geluidssignalen uitscha­kelt, blijven ze alleen werken als u op de toetsen drukt en er een storing optreedt.
5.13 Functie kinderslot
Deze functie voorkomt dat kinderen spe­len met het bedieningspaneel.
• Druk om de functie te activeren, tege-
10
lijkertijd op toets dat de display het symbool
• Druk om de functie te deactiveren, te­gelijkertijd op toets totdat het symbool uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
• Voordat u drukt op de toets Start/Pau-
4
: kan het apparaat niet starten.
ze
• Nadat u drukt op de toets Start/Pauze
4
, worden alle toetsen en de pro-
grammaschakelaar uitgeschakeld.
en toets 9 tot-
toont.
10
en toets
9
6. PROGRAMMA’S
Programma Temperatuur
WASPROGRAMMA'S
Type lading max. gewicht van belading
Cyclus­beschrijving
Functies
Page 12
www.aeg.com
12
Programma Temperatuur
Katoen
95° - Koud
Katoen + Voor­was
95° - Koud
Synthetica
60° - Koud
Synthetica + Voorwas
60° - Koud
Strijkvrij
2)
60° - Koud
Fijne Was
40° - Koud
Type lading max. gewicht van belading
Wit en bont katoen, normaal vervuild. max. 8 kg
Wit en bont katoen, zwaar vervuild. max. 8 kg
Synthetische of ge­mengde stoffen, nor­maal vervuild. max. 4 kg
Synthetische of ge­mengde stoffen, zwaar vervuild. max. 4 kg
Synthetica, normaal vervuild. De was- en centrifu­gefase is zacht om te voorkomen dat het wasgoed gaat kreu­ken. De wasautomaat voegt extra spoelin­gen toe. max. 4 kg
Fijn wasgoed zoals acryl, viscose, polyes­ter stoffen, normaal vervuild. max. 4 kg
Cyclus­beschrijving
Wassen Spoelingen Lang centrifuge­ren
Voorwas Wassen Spoelingen Lang centrifuge­ren
Wassen Spoelingen Kort centrifuge­ren
Voorwas Wassen Spoelingen Kort centrifuge­ren
Wassen Spoelingen Kort centrifuge­ren
Wassen Spoelingen Kort centrifuge­ren
Functies
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE­LING TIJD BESPA-
1)
REN
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE­LING TIJD BESPA-
1)
REN
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE­LING TIJD BESPA-
1)
REN
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE­LING TIJD BESPA-
1)
REN
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE­LING TIJD BESPA-
1)
REN
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE­LING TIJD BESPA-
1)
REN
Page 13
NEDERLANDS 13
Programma Temperatuur
Type lading max. gewicht van
Cyclus­beschrijving
belading
Wol / Zijde
40° - Koud
In de machine was­bare wol. Met de hand wasbare wol en fijn wasgoed met het
Wassen Spoelingen Kort centrifuge-
ren symbool 'handwas'. max. 2 kg
20 Min. - 3 kg
40° - 30°
Snelle was voor sportkleding, of ka­toenen en syntheti­sche licht vervuilde
Wassen
Spoelingen
Kort centrifuge-
ren of slechts eenmaal gedragen kleding, max. lading. 3 kg
Spoelen Alle stoffen. Eén keer spoelen
met extra centri-
fugeerfase
Centr./Pompen4)Alle stoffen
De maximale bela­ding van wasgoed is afhankelijk van het type wasgoed.
Afvoer van het
water
Centrifugefase
op de maximale
snelheid.
DROOGPROGRAMMA'S
Wol
Wollen artikelen max. 1 kg
Synthetica Synthetische stoffen
Alleen tijdgestuurde droogprogram-
ma's
Automatisch of tijdgestuurd drogen max. 3 kg
Functies
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP
AANPASSEN TOERENTAL
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE-
3)
LING
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN
Katoen Katoenen stoffen
max. 6 kg
Non stop 60 Min.
40°
Compleet program­ma samengesteld uit wasfase + droogfase voor een kleine la­ding met gemengde stoffen (katoenen en synthetische artike­len). max. 1 kg
WASPROGRAMMA'S
Automatisch of tijdgestuurd drogen
Wassen
Spoelingen
Kort centrifugeren
Automatisch drogen
Page 14
www.aeg.com
14
Programma Temperatuur
Type lading max. gewicht van
Cyclus-
beschrijving
Functies
belading
Super Eco
Koud
Gemengde stoffen (katoen en syntheti­sche stoffen). max. 3 kg
Wassen
Spoelingen
Kort centrifuge-
ren
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE-
5)
LING
6)
Katoen Eco
60° - 40°
Wit en bont katoen, normaal vervuild. Voor Economy ka­toenprogramma's kunt u alleen de functie Extra kort in­stellen. max. 8 kg
1)
Als u twee keer op de toets 6 drukt (duur Extra snel), raden wij u aan om de hoeveelheid wasgoed te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een optimaal wasresultaat kan dan niet gegarandeerd worden.
2)
Dit programma is niet compatibel met drogen.
3)
Druk op de toets EXTRA SPOELING om spoelingen toe te voegen. Met een lage centrifugeersnelheid voert het apparaat delicate spoelingen uit met kort centrifugeren.
4)
De standaardfase van de centrifugeersnelheid is gebaseerd op katoenen wasgoed. Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed. Voor het uitsluitend selecteren van het programma AFPOMPEN, stelt u de functie NIET CENTRIFUGEREN in.
5)
Stel dit programma in om de tijd en het water- en energieverbruik te verlagen.
6)
Katoenen energiebesparend programma » op 60°C met een belading van 8 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
Wassen Spoelingen Lang centrifuge­ren
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOE­LING TIJD BESPA-
1)
REN
6.1 Programma’s voor automatisch drogen
Droogniveau Soort weefsel Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
KASTDROOG
Voor op te bergen kleding­stukken
Strijkdroog
Voor strijken
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe­ken, etc.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe­ken, etc.)
Synthetische en gemeng­de stoffen
(truien, blouses, onder­goed, huishoudlinnen)
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over­hemden, etc.)
tot 6 kg
tot 6 kg
tot 3 kg
tot 6 kg
Page 15
NEDERLANDS 15
6.2 Programma’s voor tijdgestuurd drogen
Centri-
Droogheidsgraad Soort weefsel
Lading (kg)
fugeer­snel­heid (tpm)
Extra droog
Artikelen van bad­stof
Kastdroog
1)
Voor op te bergen kledingstukken
Kastdroog
Voor op te bergen kledingstukken
Strijkdroog
Geschikt voor arti­kelen die gestreken moeten worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe­ken, etc.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe­ken, etc.)
Synthetische en ge­mengde stoffen
(truien, blouses, onder­goed, huishoudlinnen)
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over­hemden, etc.)
6 1600 225 - 245
4 1600 135 - 155
2 1600 95 - 105
6 1600 215 - 235
4 1600 125 - 145
2 1600 85 - 95
3 1200 135 - 145
1 1200 40 - 50
6 1600 185 - 205
4 1600 95 - 115
2 1600 75 - 85
Wol droog Wol (truien) 1 1200 110 - 130
1)
Aanwijzingen voor testinstituten
Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met de EERSTE drooglading van 5 kg (samenstelling: kussensloop en handdoeken) door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor katoen. De TWEEDE drooglading van 3 kg (samenstelling: 3 lakens en handdoeken) moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor katoen.
6.3 Woolmark-certificaat
• De wolwascyclus van de machine is getest en goedgekeurd door Wool­mark voor het wassen van wollen kle­ding waarvan in het label staat dat het handwas is, op voorwaarde dat de kle­dingstukken worden gewassen vol­gens de instructies op het label in het
kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachine. M1230
• De droogcyclus voor wol van deze ma­chine is getest en goedgekeurd door de Woolmark Company. De cyclus is geschikt voor wollen kleding die vol­gens het etiket op de hand moet wor­den gewassen op voorwaarde dat de kleding op een door Woolmark aan­geraden manier gewassen en ge­droogd wordt volgens de instructies van de fabrikant. M1224
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is het Woolmark-symbool is een certifice­ringshandelsmerk.
Aanbevo­len tijden (min)
Page 16
www.aeg.com
16
7. VERBRUIKSWAARDEN
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laadcapaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en de­ze kan flink worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maxima­le laadcapaciteit (bijv. katoen 60°C, maximale laadcapaciteit 0 kg, de pro­grammaduur is langer dan 2 uur, lading 1 kg, de programmaduur is nog geen uur). Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
Programma Energiever-
bruik (KWh)
Wit katoen 95° 2.5 76
Katoen 60° 1.60 72
Katoen ECO 60°
1)
1.04 59
Katoen 40° 1.0 72
Synthetische stoffen 40° 0.60 50
Fijne was 40° 0.70 60
Wol/Handwas 30° 0.35 57
1)
«Katoen ECO» op 60°C met een belading van 8 kg is het referentieprogramma voor de
gegevens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
De verbruiksgegevens in deze ta­bel zijn slechts richtlijnen. Ze kun­nen variëren afhankelijk van de hoeveelheid en het soort was­goed, de temperatuur van het aangevoerde water en de omge­vingstemperatuur
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmid­dellade om het afvoersysteem te ac­tiveren.
2.
Giet een klein beetje wasmiddel in het vakje van het hoofdwasmiddel
Waterverbruik (liter)
Programma­duur (minuten)
Raadpleeg
voor de duur
van de pro-
gramma's,
het display
op het be-
dieningspa-
neel
van de wasmiddellade. Stel het pro­gramma voor katoen in op de hoog­ste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
9. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN WASSEN
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Steek de stekker in het stopcontact.
3.
Druk op toets 1 om het apparaat in te schakelen.
Page 17
4.
Plaats het wasgoed in de machine.
5.
Gebruik de juiste hoeveelheid was­middelen en toevoegingen.
6.
U dient het juiste programma in te stellen en te starten voor het type la­ding en de mate van vervuiling.
9.1 Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur van het apparaat.
9.2 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel)
NEDERLANDS 17
2.
Plaats het wasgoed een voor een in de trommel. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
3.
Sluit de deur.
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlek­kage of beschadigd wasgoed ontstaan.
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma en voor de vlekkenfunctie. Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel). Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Page 18
www.aeg.com
18
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmid­delen.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel. Draai het klepje (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poe­der of vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
De stand van de klep controleren
1.
Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze stopt.
2.
Druk de hendel in om de lade uit te trekken.
3.
Draai de klep omhoog om poeder­wasmiddel te gebruiken.
4.
Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM­LAAG:
– Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde­len.
– Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep. – Stel de voorwasfase niet in. – Stel de startuitstelfunctie niet
in.
Page 19
5.
Meet het wasmiddel en wasverzach­ter af.
6.
Sluit de wasmiddeldoseerlade voor­zichtig. Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen blokkering veroorzaakt.
9.3 Een programma instellen en starten
1.
Draai de programmaschakelaar. Het bijbehorende programma-indicatie­lampje gaat branden.
2.
Het lampje van toets 4 knippert in het rood.
3.
Op het display verschijnt de stan­daard temperatuur en centrifuge­snelheid. Om de temperatuur en/of de centrifugesnelheid te wijzigen, drukt u op de bijbehorende toetsen.
4.
Stel de beschikbare functies in. Het lampje van de ingestelde functie gaat aan, of de display toont het bij­behorende symbool.
5.
Druk op toets 4 om het program­ma te starten. Het lampje van toets
4
is aan.
De afvoerpomp kan even werken als het apparaat gevuld wordt met water.
De wasmachine past de cy­clustijd automatisch aan op het wasgoed dat u in de trommel hebt gedaan, voor perfecte wasresultaten bin­nen een minimaal benodigde tijd. Na ongeveer 15 minuten vanaf de start van het pro­gramma geeft de display de nieuwe tijdwaarde weer.
9.4 Een programma onderbreken
1.
Als u op de toets 4 drukt: Het indi­catielampje knippert.
2.
Als u opnieuw op toets 4 drukt. Het wasprogramma gaat verder.
NEDERLANDS 19
9.5 Een programma annuleren
1.
Druk op toets 1 om het program­ma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2.
Druk opnieuw op toets 1 om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat pompt geen water weg.
9.6 Een functie wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets 4 drukt: Het indi­catielampje knippert.
2.
De ingestelde functie wijzigen.
9.7 Het startuitstel instellen
1.
Druk herhaaldelijk op toets 5 tot het aantal minuten of uren op de display verschijnt. De bijbehorende symbolen gaan branden.
2.
Druk op toets 4 , het apparaat be­gint met aftellen van de uitgestelde start.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automa­tisch gestart.
Voordat u op toets 4 drukt om het apparaat te starten, kunt u de instelling van de uitgestelde start annuleren of wijzigen. U kunt de uitgestelde start niet instellen bij het Stoom program­ma.
9.8 De uitgestelde start annuleren
1.
Als u op de toets 4 drukt: Het bij­behorende indicatielampje knippert.
2.
Druk herhaaldelijk op toets 5 tot de display 0’ toont.
Page 20
www.aeg.com
20
3.
Als u op de toets 4 drukt: Het pro­gramma wordt gestart.
9.9 Deur openen
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachi­ne vergrendeld.
De deur van het apparaat openen:
1.
Druk op toets 4 . Het deurvergren­delingssymbool in de display gaat uit.
2.
Open de deur van het apparaat.
3.
Sluit de deur van de machine en
4
druk op toets of startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het water­peil in de trommel te hoog zijn, blijft het symbool voor de deur­vergrendeling aan en kunt u de deur niet openen. U opent in dat geval de deur als volgt:
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Wacht enkele minuten.
3.
Zorg ervoor dat er zich geen water in de trommel bevindt.
Als u het apparaat uit zet, dient u het programma opnieuw in te stellen.
. Het programma
9.10 Aan het einde van het programma.
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen klinken.
In de display gaat het symbool
• Het indicatielampje van de toets Start/
4
Pauze
• Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
gaat uit.
aan.
Druk op toets te schakelen. Vijf minuten na het einde van het programma wordt het appa­raat door de energiebesparende func­tie automatisch uitgeschakeld.
Als u het apparaat weer inscha­kelt, wordt het einde van het als laatste ingestelde programma in de display weergegeven. Draai de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
• Haal het wasgoed uit de wasmachine. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangena­me luchtjes te voorkomen.
• Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
– De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
– De deur blijft vergrendeld. – U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Het water wegpompen:
1.
Verlaag zo nodig de centrifugesnel­heid.
2.
Druk op de toets Start/Pauze 4 . Het apparaat voert het water af en centrifugeert.
3.
Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen
4.
Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het af­voeren van water en centrifuge­ren.
1
om het apparaat uit
10. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Draai de waterkraan open. Plaats de afvoerslang in de gootsteen of sluit de slang aan op de afvoerleiding.
• Plaats het wasgoed in het apparaat.
• Draai de programmaknop naar het programma dat geschikt is voor het drogen van het wasgoed.
Page 21
Het droogsymbool gaat branden.
Voor de beste droogprestaties stelt u bij het wassen de maxi­maal voor uw wasgoed toegesta­ne centrifugeersnelheid in.
U kunt uw wasgoed op twee manieren drogen:
Met automatisch drogen:
Blijf op de toets een zwarte lijn onder een van de droogniveausymbolen verschijnt.
8
drukken totdat er
Symbool Extra droog
NEDERLANDS 21
• Na een paar seconden wijzigt de tijd­waarde op het display: het apparaat berekent ook de duur van de anti­kreuk en de koelfase.
Definitieve tijdswaarde
Druk op toets te starten. Elke minuut wordt de nieu­we tijdswaarde op het display weerge­geven.
4
om het programma
Het droogsymbool be­gint te knipperen.
Het deursymbool voor de vergrendeling gaat bran­den.
Symbool Kastdroog
Symbool Strijkdroog
• Op het display verschijnt een tijds­waarde, berekend aan de hand van een standaard wasgoedlading. Als er meer of minder wasgoed in de trom­mel zit, past het apparaat de tijds­waarde tijdens de cyclus automatisch aan.
Druk op de toets ma te starten.
4
om het program-
Het deursymbool voor de vergrendeling gaat branden.
Het droogsymbool begint te knipperen.
U kunt niet alle niveaus voor alle soorten wasgoed instellen.
Met tijdgestuurd drogen:
Blijf op de toets tijdswaarde in te stellen (zie de tabel «Programma voor ingestelde droog­tijd»). Op het display verschijnt een minimale tijdswaarde.
7
drukken om de
Tijdswaarde instellen
• Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd.
Als u een tijdswaarde van slechts 10 minuten instelt, voert het ap­paraat alleen een afkoelfase uit.
Aan het einde van het programma.
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen klinken.
• In het scherm gaat het symbool
aan.
• Het indicatielampje van de toets Start/
4
Pauze
Druk op toets te schakelen. Een paar minuten na af­loop van het programma schakelt de energiebesparende functie het appa­raat automatisch uit.
• Wanneer het deursymbool voor de
vergrendeling de deur openen.
• Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangena­me luchtjes te voorkomen.
• Draai de waterkraan dicht.
gaat uit.
De laatste minuten van de droogcyclus voert het apparaat een anti-kreukfase en de afkoel­fasen uit.
1
om het apparaat uit
uit gaat, kunt u
Page 22
www.aeg.com
22
11. GEBRUIK VAN HET APPARAAT - WASSEN EN
DROGEN
11.1 NON-STOP-programma ­wassen en automatisch drogen
LET OP! Plaats geen plastic voorwerp/ bal met wasmiddel in de trom­mel.
Druk op toets te schakelen.
• Plaats het wasgoed in het apparaat.
• Meet het wasmiddel en de wasver­zachter af.
• Draai de programmaknop op het was­programma. Op het display verschij­nen de wassymbolen.
LET OP! De ingestelde centrifugeersnel­heid mag niet lager zijn dan de automatische snelheid van het ingestelde programma.
• Stel de beschikbare opties in.
Blijf op de toets een zwarte lijn onder een van de droogniveausymbolen verschijnt.
De tijdswaarde op het display is de duur van de was- en droogfasen, bere­kend aan de hand van een standaard wasgoedlading.
Druk op toets te starten.
1
om het apparaat in
7
drukken totdat er
Het strijkdroge ni­veau gaat aan.
Het kastdroge niveau gaat aan.
Het extra droge ni­veau gaat aan.
Het droogsymbool gaat branden.
4
om het programma
Het ingestelde droogni­veausymbool blijft aan. De andere niveausymbo­len gaan uit.
Het deursymbool voor de vergrendeling gaat bran­den.
Elke minuut wordt de nieuwe tijds­waarde op het display weergegeven.
De laatste minuten van de droogcyclus voert het apparaat een anti-kreukfase en de afkoel­fasen uit.
• Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch.
• De geluidssignalen klinken.
• Wanneer het symbool
kunt u de deur openen.
• Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Draai de waterkraan dicht.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangena­me luchtjes te voorkomen.
uit gaat,
11.2 NON-STOP-programma -
wassen en tijdgestuurd drogen
LET OP! Plaats geen plastic voorwerp/ bal met wasmiddel in de trom­mel.
Druk op toets te schakelen.
• Plaats het wasgoed in het apparaat.
• Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
• Draai de programmaknop op het was­programma. Op het display verschij­nen de wassymbolen.
De ingestelde centrifugeersnelheid mag niet lager zijn dan de automati­sche snelheid van het ingestelde programma.
• Stel de beschikbare opties in.
Druk op toets de droogtijd in te stellen. Op het dis­play verschijnt een minimale tijdswaar­de.
1
om het apparaat in
7
om de waarde van
Page 23
NEDERLANDS 23
Het droogsymbool gaat branden.
Droogtijdwaarde instel­len
• Na een paar seconden wordt de totale duur van de cycli weergegeven.
Definitieve tijdswaarde (wassen + drogen + anti­kreukbeveiliging + af­koelfase)
Als u een droogtijd van slechts 10 minuten instelt, zijn de anti­kreukbeveiligings- en afkoelfasen ook in de definitieve tijdswaarde opgenomen.
• Druk op toets 4 om het programma te starten.
De deur blijft vergren­deld.
Elke minuut wordt de nieuwe tijds­waarde op het display weergegeven.
• Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch.
• De geluidssignalen klinken.
• Wanneer het deursymbool voor de
vergrendeling de deur openen.
• Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Draai de waterkraan dicht.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangena­me luchtjes te voorkomen.
uit gaat, kunt u
11.3 Pluisjes op kleding
Tijdens de was- en/of droogfase geven bepaalde soorten stoffen (spons, wol, sweaterstof) pluisjes af. Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens de volgende cyclus aan de stoffen kle­ven. Dit nadeel verergert bij technische stof­fen. Ter voorkoming van pluisjes in uw was­goed, bevelen wij u het volgende aan:
• Was geen donkere stoffen na het was­sen en drogen van lichte stoffen (nieu­we spons, wol en sweaterstof) en vice versa.
• Laat dit soort stoffen in de openlucht drogen wanneer ze voor het eerst ge­wassen zijn.
• Reinig het afvoerfilter.
• Na de droogfase reinigt u de lege trommel, de pakking en de deur gron­dig met een natte doek.
Voor het verwijderen van pluisjes in de trommel, stelt u een speciaal pro­gramma in:
• Maak de trommel leeg.
• Maak de trommel, pakking en deur grondig schoon met een natte doek.
• Stel het spoelprogramma in.
• Druk om de reinigingsfunctie in te
9
schakelen, tegelijkertijd toets
7
in totdat CLE op het display ver-
schijnt.
Druk op toets te starten.
4
om het programma
en
12. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
12.1 Wasgoed sorteren
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet sa­men.
• Sommige bonte weefsels kunnen uit­lopen als zij de eerste keer worden ge­wassen. We raden daarom aan om dit
soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Maak riemen vast.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle ar­tikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken bin­nenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
Page 24
www.aeg.com
24
• Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met de gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordij­nen in een zak of kussensloop.
• Niet in de machine wassen: – Wasgoed zonder zomen of met
scheuren – Beugelbeha's. – Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen hand­matig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten.
12.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en was­middel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te ver­wijderen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekverwijderaars ver­krijgbaar. Gebruik een speciale vlekver­wijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
12.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
• Gebruik alleen wasmiddelen en nabe­handelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programma­temperatuur en de mate van vervui­ling.
• Stel geen voorwasfase in als u vloeiba­re wasmiddelen gebruikt.
• Als uw machine geen wasmiddellade heeft met klepje, voeg dan het vloei­bare wasmiddel toe met een doseer­bal.
12.4 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterver­zachter niet nodig. Neem contact op met de plaatselijke waterautoriteit voor de waterhardheid in uw gebied. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producten. Gelijkwaardige eenheden meten de wa­terhardheid:
• Duitse graden (°dH).
• Franse graden (°TH)
• mmol/l (millimol per liter - een interna­tionale eenheid voor de hardheid van water).
• Clarke-graden.
Waterhardheidstabel
Niveau Type
°dH °TH mmol/l Clarke
Waterhardheid
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
12.5 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is aangesloten. Zie het hoofdstuk over de installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de maximale wasgoedlading bij droog-
Page 25
programma's de droogprogrammata­bel.
Voor het volgende wasgoed mag geen droogprogramma worden inge­steld:
– Zeer fijne was – Synthetische gordijnen – Wol en zijde – Kledingstukken met metalen invoeg-
stukken – Nylon stockings – Dekbedden –Bedspreien – Dekbedovertrekken –Anoraks – Slaapzakken – Stoffen met restjes haarspray, nagel-
remover of iets dergelijks – Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken
NEDERLANDS 25
• Snelheid van de laatste keer centrifu­geren
• Standaard droogtegraad
• Soort wasgoed
• Gewicht van de hoeveelheid wasgoed
ALGEMENE TIPS Raadpleeg de tabel «Droogprogram­ma's» om de gemiddelde droogtijden op te zoeken. U zult uit ervaring merken wat de beste manier is om uw wasgoed goed droog te krijgen. Houd bij hoe lang uw droog­programma's duren. Statische lading na het drogen voorko­men:
• Gebruik wasverzachter tijdens de was­fase.
• Gebruik speciale wasverzachter voor droogautomaten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde van het droogprogramma zo snel moge­lijk uit het apparaat haalt.
12.6 Wasvoorschriften in de kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich houden aan de voorschriften van de fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
wasdroger
= Droogprogramma op hoge tem-
peratuur
= Droogprogramma op lage tem-
peratuur
= Het artikel is niet geschikt voor
de wasdroger
12.7 Duur van het droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
13. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voor­dat u het apparaat reinigt.
12.8 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het droogprogramma nog steeds vochtig is, stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING! Om kreuken in stof of krimpen van kleding te voorkomen, moet u de was niet té droog maken.
13.1 Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk. Als het nodig is dient u waterverzachter
Page 26
www.aeg.com
26
te gebruiken om deze kalk te verwijde­ren. Gebruik een speciaal product voor was­automaten. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de produ­cent. Doe dit apart van het wassen van was­goed.
13.2 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle opper­vlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op­losmiddelen of chemische pro­ducten.
13.4 Deurrubber
13.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelma­tig een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Stel het heetste wasprogramma in voor katoen
• Gebruik de juiste hoeveelheid poe­derwasmiddel met biologische eigen­schappen.
Houd de deur enige tijd open na elke wasbeurt, om schimmels te voorkomen en onprettige geurtjes te verwijderen.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnen­kant.
13.5 Trommel
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten om roestdeeltjes uit de trommel te verwijde­ren.
13.6 Wasmiddeldoseerlade
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
1
2
Ga als volgt te werk:
• Reinig de trommel met een speciaal product voor roestvrij staal.
• Start een kort programma voor katoen op de maximale temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.
1.
Druk op de hendel.
2.
Trek de doseerlade naar buiten.
Page 27
NEDERLANDS 27
3.
Verwijder het bovenste gedeelte van het vakje voor vloeibare nabe­handelingsmiddelen.
4.
Maak alle onderdelen schoon met water.
5.
Maak de ruimte van de wasmiddel­doseerlade schoon met een borstel.
6.
Plaats de wasmiddeldoseerlade te­rug in de ruimte.
13.7 Afvoerpomp
Controleer de afvoerpomp regel­matig en zorg dat deze schoon is.
De pomp schoonmaken als:
• Het apparaat geen water wegpompt.
• De trommel niet kan draaien.
• Het apparaat een ongebruikelijk ge­luid maakt door een blokkade in de af­voerpomp.
• De display een alarmcode weergeeft door een probleem met de wateraf­voer.
De afvoerpomp reinigen:
WAARSCHUWING!
1.
Trek de stekker uit het stop­contact.
2.
Verwijder het filter niet als het apparaat in gebruik is. Reinig de afvoerpomp niet als het water in de machine heet is. Het water moet koud zijn voordat u de afvoer­pomp kunt reinigen.
1.
Open het afvoerpompdeurtje.
2.
Trek de klep naar voren om hem te verwijderen.
Page 28
www.aeg.com
28
3.
Plaats een bak onder de uitsparing van de afvoerpomp om het uitstro­mende water op te vangen.
4.
Druk de twee hendels in en trek het afvoerkanaal naar voren om het wa­ter eruit te laten stromen.
5.
1
Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal terug en leegt u de bak. Herhaal stap 4 en 5 tot er geen water meer uit de afvoerpomp stroomt.
6.
Duw het afvoerkanaal terug en draai het filter om het te verwijderen.
2
7.
Verwijder stof en voorwerpen uit de pomp.
2
1
13.8 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• Het apparaat niet met water wordt ge­vuld.
• De machine langdurig water vult.
8.
Zorg dat het schoepenrad op de juiste wijze kan draaien. Neem als dit niet lukt, contact op met de klan­tenservice.
9.
Reinig het filter onder de water­kraan en plaats het terug in de spe­ciale geleiders van de pomp.
10.
Zorg ervoor dat het filter stevig vast­zit om waterlekkage te voorkomen.
11.
Plaats de klep terug en sluit het af­voerpompdeurtje.
Het lampje van toets
4
knippert en de display het bijbehorende alarm weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop­lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon­tact.
Page 29
De watertoevoerfilters schoonmaken:
45°
20°
NEDERLANDS 29
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Verwijder de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het filter in de toevoerslang met een harde borstel.
4.
Verwijder de toevoerslang achter de machine.
5.
Reinig het filter in de klep met een harde borstel of een handdoek.
6.
Installeer de watertoevoerslang op­nieuw. Zorg ervoor dat de koppelin­gen stevig vast zitten om lekkage te voorkomen.
7.
Draai de waterkraan open.
13.9 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing. Als dit optreedt, voert u stap (1) tot en met (6) van "De afvoerpomp reinigen" uit. Maak de pomp zo nodig schoon. Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de afvoerpompklep. Als u het water afvoert met de noodaf­voerprocedure, dient u het afvoersys­teem opnieuw te activeren:
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmid­deldoseerlade.
2.
Start het programma om water af te voeren.
13.10 Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0 °C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Verwijder de watertoevoerslang.
4.
Plaats de twee uiteinden van de toe­voerslang in een bak en laat het wa­ter uit de slang stromen.
5.
Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
6.
Als de afvoerpomp leeg is, instal­leert u de toevoerslang opnieuw.
Page 30
www.aeg.com
30
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.
14. PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start niet of stopt tijdens het programma. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Indien dit niet lukt, neem contact op met de service afde­ling.
Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten.
- Anti-overstromingsbeveiliging
is aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet met
De waterkraan is geslo­ten.
Draai de waterkraan open.
water gevuld.
De watertoevoerslang is
beschadigd.
De filters in de water-
toevoerslang zijn ver-
Controleer of de watertoevoers­lang niet is beschadigd.
Reinig de filters Zie het hoofd­stuk "Onderhoud en reiniging".
stopt.
De waterkraan is ver-
Maak de waterkraan schoon. stopt of aangezet met kalkaanslag.
De aansluiting van de
watertoevoerslang is
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is. niet correct.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het wa-
terleidingbedrijf.
Het apparaat pompt geen water
De waterafvoerslang is beschadigd.
Controleer of de waterafvoers-
lang niet is beschadigd.
weg.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
Page 31
NEDERLANDS 31
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De aansluiting van de
waterafvoerslang is niet
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is. correct.
Er is een wasprogram-
Stel het afvoerprogramma in. ma zonder afvoerfase ingesteld.
De functie 'Spoelstop' is
Stel het afvoerprogramma in. aan.
De deur is open of
Sluit de deur goed.
niet goed geslo­ten.
Het bescher­mingssysteem te­gen lekkage is aan.
• Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het stop­contact.
• Draai de waterkraan dicht.
• Neem contact op met de klantenservice.
De centrifugefase werkt niet.
Het filter in de afvoer-
De centrifugefase staat uit.
pomp is geblokkeerd.
Stel het centrifugeprogramma in.
Reinig het filter of maak de af­voerpomp schoon. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reini­ging".
Balansproblemen met
de waslading.
Verdeel de artikelen handmatig in de trommel en start de centri­fugefase opnieuw.
Het programma start niet.
De zekering in de me-
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcon­tact.
Vervang de zekering.
terkast is doorgebrand.
U hebt niet op toets
4
Druk op toets 4 .
gedrukt.
Startuitstel is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start
om het programma direct te starten.
Het kinderslot is geacti-
Het kinderslot uitschakelen.
veerd.
Er ligt water op de vloer.
Lekkage bij de koppe­lingen van de waterslan-
Zorg dat de koppelingen goed zijn aangedraaid.
gen.
Lekkage van de afvoer-
pomp.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Zorg dat het filter van de afvoer­pomp goed is bevestigd.
Controleer of de watertoevoers­lang niet is beschadigd.
Page 32
www.aeg.com
32
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
U kunt de deur van het apparaat
Het wasprogramma is bezig.
Laat het wasprogramma beëin­digen.
niet openen.
Er staat water in de
trommel.
Het apparaat maakt een abnor-
Het apparaat staat niet waterpas.
Kies het programma pompen of centrifugeren.
Het apparaat waterpas afstellen. Raadpleeg "Montage".
maal geluid.
U hebt de verpakking
en/of de transportbou­ten niet verwijderd.
Verwijder de verpakking en/of de transportbouten. Raadpleeg "Montage".
De lading is erg klein. Voeg meer wasgoed aan de
trommel toe.
Het apparaat vult zich met water en
Het uiteinde van de af­voerslang hangt te laag.
Zorg dat de afvoerslang zich op
de juiste hoogte bevindt. pompt dit direct weg.
Het wasresultaat is niet bevredigend.
Het door u gebruikte wasmiddel was niet cor-
Gebruik meer wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
rect of onvoldoende.
U hebt de hardnekkige
vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed
Gebruik speciale producten om
hardnekkige vlekken te verwij-
deren.
gehaald.
Onjuiste temperatuur
ingesteld.
Te veel wasgoed gela-
den.
Het apparaat
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
Zorg dat u de juiste tempera-
tuur instelt.
Verminder de hoeveelheid was-
goed.
droogt niet of droogt niet goed.
Het afvoerfilter is ver-
Maak het afvoerfilter schoon.
stopt.
Er zit te veel wasgoed in
de trommel.
U hebt een verkeerd
Haal wat wasgoed uit de trom-
mel.
Stel een langere droogtijd in.
droogniveau of de ver­keerde droogtijd inge­steld.
Het wasgoed zit vol met pluisjes van verschillende kleuren.
De stoffen die tijdens de vorige wasbeurt zijn gewassen, hebben pluisjes met een andere kleur afgegeven.
• De droogfase helpt bij het verwijderen van (een deel van) de pluizen.
• Maak het wasgoed schoon met een pluisverwijdermid­del.
Page 33
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Als er veel pluisjes in de
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met onze klanten­service.
15. MONTAGE
trommel aanwezig zijn, herhaalt u deze proce­dure nogmaals.
NEDERLANDS 33
• Maak de trommel, pakking en deur grondig schoon met een natte doek.
• Voer een spoelgang uit.
• Plaats een wollen of donzige doek in de trommel.
• Voer een droogprogramma van 10 minuten uit.
• Verwijder de oude wollen doek.
Als het display andere alarmcodes aan­geeft, neemt u contact op met onze klantenservice.
15.1 Set bevestigingsplaatjes (405517114)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde ver­kooppunt.
15.2 Uitpakken
Zet het apparaat goed vast met de be­vestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint plaatst. Volg de instructies die bij de set zijn meegeleverd.
1.
Gebruik de handschoenen. De ex­terne folie eraf trekken. Gebruik zo nodig een mes.
Page 34
www.aeg.com
34
2.
Verwijder de kartonnen deksel.
3.
Verwijder de piepschuim verpak­kingsmaterialen.
4.
De interne folie eraf trekken.
5.
Open de deur. Verwijder het piep­schuim blok van de deur en alle an­dere onderdelen uit de trommel.
6.
Plaats het piepschuim verpakkings­materiaal op de vloer achter het ap­paraat. Plaats het apparaat met de achterzijde voorzichtig op het kar­tonnen deksel. Zorg dat u de slan­gen niet beschadigt.
Page 35
NEDERLANDS 35
7.
Verwijder de piepschuim bescher­ming van de onderkant.
8.
Zet het apparaat weer rechtop.
1
2
9.
Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders.
10.
Draai de drie transportbouten los. Gebruik de bij het apparaat gelever­de moersleutel.
11.
Trek de bouten met de plastic tus­senstukken eruit.
12.
Doe de plastic dopjes in de gaatjes. U vindt deze doppen in de zak van de gebruikershandleiding.
Page 36
www.aeg.com
36
WAARSCHUWING!
Verwijder alle transportbouten en verpakking voordat u het ap­paraat installeert.
15.3 Plaatsing en waterpas zetten
x4
Wij raden u aan om alle trans­portbouten en verpakking te be­waren voor als u het apparaat gaat verplaatsen.
• Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
• Zorg ervoor dat de vloerbedekking de luchtcirculatie onder het apparaat niet stopt.
• Zorg ervoor dat het apparaat geen muren of andere apparaten raakt.
• Gebruik de stelvoetjes om het appa­raat waterpas te zetten. Een juiste af­stelling van het apparaat voorkomt tril­lingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf is.
• Het apparaat moet waterpas en sta­biel staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of ver­gelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om de­ze waterpas te stellen.
Zorg ervoor dat er na de installa­tie voldoende ruimte is voor een monteur om reparaties uit te voeren.
Installatie op zwevende vloeren
Zwevende houten vloeren zijn in het bij­zonder vatbaar voor trillingen. Om trillin-
gen te helpen voorkomen raden wij u aan om een waterdicht houten paneel onder het apparaat te plaatsen van mini­maal 15 mm dik, vastgezet met minimaal 2 vloerbouten met schroeven, het hou­ten paneel moet verder uitsteken dan de voorste voetjes. Installeer het apparaat indien mogelijk in de hoeken van een ruimte waar de vloer stabieler is
Page 37
15.4 De toevoerslang
20
O
45
O
O
O
20
20
• Sluit de slang aan op het apparaat. Draai de toevoerslang alleen naar links of rechts. Maak de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten.
O
O
45
45
• Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4-schroef­draad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken.
NEDERLANDS 37
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoers­lang.
Waterstop
A
15.5 Waterafvoer
Er zijn verschillende procedures om de afvoerslang aan te sluiten:
De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lek­kage in de slang door natuurlijke slijta­ge. Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing. Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de klanten­service om de slang te laten vervangen.
Page 38
www.aeg.com
38
Met de plastic slanggeleider.
• Op de rand van een gootsteen.
• Zorg dat de plastic geleider niet kan bewegen als het apparaat water af­voert. Bevestig de geleider op de wa­terkraan of wand.
• Op een standpijp met ventilatieope­ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60cm (23.6”) en niet meer dan 100 cm (39.3”). Het einde van de afvoerslang moet altijd geven­tileerd zijn, d.w.z. dat de binnendia­meter van de afvoerpijp (min. 38 mm — min. 1.5”) groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
• Als het uiteinde van de afvoerslang dit is (zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de standpijp plaatsen.
Page 39
Zonder de plastic slanggeleider.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
NEDERLANDS 39
• Op een gootsteenafvoer. Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en draai deze vast met een clip. Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te voorkomen dat resterende deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
• Direct op een ingebouwde afvoer­pomp in de kamerwand en zet vast met een klem.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en
. Gooi de verpakking in
elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
niet weg met het
Page 40
www.aeg.com/shop
132919690-A-392012
Loading...