Aeg L6WBN86JW, 914 600 133 User Manual [nl]

Page 1
USER MANUAL
L6WBN86JW
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
Page 2
www.aeg.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 9
4. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................9
5. MONTAGE .........................................................................................................10
6. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................13
7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.............................................................................. 14
8. PROGRAMMA’S.................................................................................................17
9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.........................................................................23
10. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................... 24
11. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN.............................................. 27
12. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN................................................... 29
13. PLUIS IN DE STOFFEN................................................................................... 30
14. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................30
15. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................33
16. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................38
17. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................42
18. MILIEUBESCHERMING................................................................................... 44
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
Page 3

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor u het apparaat gaat installeren en gebruiken. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeien uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij
met het apparaat gaan spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open staat.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
NEDERLANDS 3
Page 4
www.aeg.com4
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is alleen bedoeld voor het wassen en
drogen van was- en droogwasgoed van het huishoudelijke type.
De droogfunctie niet gebruiken als het wasgoed met
industriële chemicaliën vervuild is.
Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis
huishoudelijk gebruik.
Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren,
hotelkamers, bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de (gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet overschrijdt.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de stekker toegankelijk is na de installatie.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van
stroom worden voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
Page 5
NEDERLANDS 5
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
De maximale lading van het apparaat is8 kg.
Overschrijd de maximale lading van elk programma niet (zie het hoofdstuk "Programma's").
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine, vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/ droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te worden gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de
artikelen vervuild zijn met industriële chemische reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen voorwerpen in de
wasdroger.
Page 6
www.aeg.com6
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, en artikelen met een rubberen binnenkant en kleding of kussens met een vulling van schuimrubber dienen niet in de was/ droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies van de fabrikant van het product.
Verwijder alle voorwerpen van artikelen die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of lucifers.
WAARSCHUWING: Stop een was/droogcombinatie
nooit voor het einde van een droogcyclus, tenzij alle artikelen snel uit de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen verricht.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden.
• Houd het apparaat tijdens het verplaatsen altijd verticaal.
Page 7
NEDERLANDS 7
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes hier dan op af.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is ontworpen om te worden geïnstalleerd/aangesloten op een aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.

2.3 Wateraansluiting

• Het toevoerwater mag niet warmer zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet je, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het mogelijk dat je water uit de afvoerslang ziet stromen. Dit komt door het testen met water van het apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie bereikbaar is.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de glazen deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Droog geen beschadigde (gescheurde, gerafelde) kleding met vulling of voering.
• Indien wasgoed is gewassen met een vlekkenverwijderaar, dient er een extra spoelcyclus te worden uitgevoerd voordat u gaat drogen.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd.
• Droog uitsluitend textiel dat in het apparaat mag worden gedroogd. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding.
Page 8
www.aeg.com8
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
• Droog geen druipnatte kleding in het apparaat.
• Laat geen hete voorwerpen de kunststof onderdelen van het apparaat aanraken.
• Verwijder een wasbol (indien gebruikt) voor het starten van het droogprogramma.
• Gebruik geen wasbol wanneer je een non-stopprogramma instelt.

2.5 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: motor- en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel, pompen, schokdempers en veren, wastrommel, trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen, andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage, plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.6 Verwijdering

• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Page 9

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

1 2 3
5
6
7
4
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A B C
Prod.No.
D

3.1 Appliance overview

Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Filter afvoerpomp
6
Voetjes voor het waterpas zetten van
7
het apparaat
Het typeplaatje vermeldt de elektrische waarden (C) en apparaatidentificatoren, zoals modelnaam (A), productnummer (B) en serienummer (D).
NEDERLANDS 9

4. TECHNISCHE GEGEVENS

Afmeting Breedte / hoogte / totale
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming te‐ gen vocht biedt
Watertoevoer
1)
Watertoevoerdruk Minimum
Maximale waslading Katoen 8 kg
Maximale droge lading Katoen
diepte
Totaal vermogen Zekering Frequentie
Maximum
Synthetisch
59.7 cm /84.7 cm /55.7 cm
230 V 2200 W 10 A 50 Hz
IPX4
Koud water
0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0,8 MPa)
4 kg 3 kg
Page 10
1
2
www.aeg.com10
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeer‐
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.

5. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Uitpakken

1. Open de deur. Haal al het wasgoed
uit de trommel.
Accessoires die bij het apparaat worden geleverd, kunnen per model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de
vloer achter het apparaat en leg het voorzichtig op de achterzijde. Verwijder de polystyreenbescherming van de onderkant.
1551 tpm
snelheid
voedingskabel en de afvoerslang uit de slanghouders.
Je ziet mogelijk water dat uit de afvoerslang loopt. Dit komt doordat de wasmachine in de fabriek is getest.
4. Verwijder de drie transportbouten en trek de kunststof afstandhouders weg.
LET OP!
Leg de wasmachine niet op zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop. Verwijder de elektrische
Wij raden je aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als je het apparaat gaat verplaatsen.
5. Plaats de plastic doppen, die je in de zak met de gebruiksaanwijzing aantreft, in de openingen.
Page 11

5.2 Informatie voor installatie

20º20º
45º45º
Positionering en waterpas zetten
Stel het apparaat correct af om trillingen, lawaai en beweging van het apparaat te voorkomen als het in werking is.
1. Monteer het apparaat op een vlakke, harde vloer. Het apparaat moet waterpas en stabiel zijn. Zorg ervoor dat het apparaat de muur of andere apparaten niet aanraakt en dat er luchtcirculatie onder het apparaat is.
2. Draai de voeten los of vast om het niveau aan te passen. Alle voeten moeten stevig op de vloer rusten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of gelijkwaardige materialen onder de voeten van het apparaat om het niveau aan te passen.
NEDERLANDS 11
2. Plaats het naar links of rechts, afhankelijk van de positie van de waterkraan. Zorg ervoor dat de toevoerslang niet verticaal staat.
3. Draai indien nodig de ringmoer los om deze in de juiste positie te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op de koudwaterkraan met 3/4'' schroefdraad.
De toevoerslang
LET OP!
Zorg ervoor dat de slangen niet beschadigd zijn en dat de koppelingen niet lekken. Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met het servicecentrum voor een vervangende toevoerslang.
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant van het apparaat.
WAARSCHUWING!
Het inlaatwater mag niet hoger zijn dan 25 °C.
Waterafvoer
De afvoerslang moet op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm blijven.
U kunt de afvoerslang verlengen tot maximaal 400 cm. Neem contact op met het erkende servicecentrum voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
Het is mogelijk om de afvoerslang op verschillende manieren aan te sluiten:
Page 12
ø16
1
W011
2
www.aeg.com12
1. De afvoerslang kan in U-vorm worden gebogen en rond de plastic geleider worden geplaatst.
Koop accessoires bij een officiële leverancier.
Aan de rand van een gootsteen ­Bevestig de geleider aan de waterkraan of aan de muur.
3. Naar een standaardleiding met
ventilatiegat - Steek de afvoerslang rechtstreeks in een afvoerleiding. Zie de afbeelding.
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. de binnendiameter van de afvoerleiding (min. 38 mm ­min. 1,5") moet groter zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
4. Zonder de plastic slanggeleider, naar
een gootsteentapkraan- Plaats de afvoerslang in de tapkraan en draai deze vast met een klem. Zie de afbeelding.
Zorg ervoor dat de plastic geleider niet kan bewegen wanneer het apparaat leegloopt en het uiteinde van de afvoerslang niet in het water is ondergedompeld. Er kan vuil water in het apparaat terechtkomen.
2. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet (zie afbeelding), kunt u deze rechtstreeks in de standaardpijp duwen.
Zorg ervoor dat de afvoerslang een lus maakt om te voorkomen dat er deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
Page 13
A
an/Uit
Eco 40 -60
Katoen
S
y
ntheti ca
Fi
jne wa
s
Wol
20 min . -
3 kg
Centri fugeren/P
ompen
Wol
NonStop
1u/1kg
Stoom
Katoen
Synthe tica
Fijne was
Spoelen
Centr
i
fugeren
Droogtegr
aad
Droogtij d
Startuits tel
Ex
tra d
r
o
og
Kastdroog
Strijk
d
roog
S
poelstop
Temperatuur
Star
t
/Pau
ze
2
3
9 8 7
1
4
5
6
NEDERLANDS 13
Sluit de afvoerslang aan op de tapkraan en draai deze vast met een klem. Zorg ervoor dat de afvoerslang een lus maakt om te voorkomen dat er deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
5. Plaats de slang rechtstreeks op een ingebouwde afvoerleiding in de kamerwand en draai deze vast met een klem.

5.3 Elektrische aansluiting

Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk 'Technische gegevens' geven de benodigde elektrische waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met de netvoeding.

6. BEDIENINGSPANEEL

Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.

6.1 Beschrijving bedieningspaneel

Programmakeuzeknop
1
Display
2
Startuitstel tiptoets (Startuitstel)
3
Droogtijd tiptoets (Droogtijd)
4
Aanraaktoets start/pauze (Start/
5
Pauze)
Page 14
www.aeg.com14
Droogniveau aanraaktoets
6
(Droogtegraad) :
• Extra droog optie
• Kastdroog optie
• Strijkdroog optie Aanraaktoets beperkt centrifugeren
7
(Centrifugeren)

6.2 Display

Het controlelampje kan aangeven:
• Programmaduur (bijv. , was- en/of droogfase).
• Uitsteltijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
• Waarschuwingscode (bijv. ).
Controlelampje voorwas.
• Niet centrifugeren
• Spoelstop Aanraaktoets temperatuur
8
(Temperatuur) Aan-/uittoets (Aan/Uit)
9
).
Controlelampje vlekken.
Controlelampje droogfase. Het knippert tijdens de droogfase.
Controlelampje klep gesloten.

7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN

7.1 Aan/Uit

Druk een paar seconden op deze toets te drukken kun je het apparaat in- of uitschakelen. Er klinken twee verschillende geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat automatisch uitschakelt om het energiegebruik in een aantal gevallen te beperken, moet u het apparaat wellicht weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer informatie.
Page 15
NEDERLANDS 15

7.2 Inleiding

Niet alle opties en functies zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de verenigbaarheid van de opties en functies met de wasprogramma's in het 'Programmaoverzicht'. Een optie of functie kan een andere uitsluiten. In zo'n geval staat het apparaat niet toe dat u de onverenigbare opties of functies samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.

7.3 Temperatuur

Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt je machine automatisch een standaardtemperatuur voor.
Met deze optie kun je de standaardtemperatuur wijzigen en de gewenste temperatuur instellen, het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als je het programma instelt Katoen bij 20°C, verwarmt het apparaat het water niet.

7.4 Centrifugeren

Als je een programma instelt, kiest het apparaat automatisch de standaard centrifugeersnelheid.
Tik herhaaldelijk op deze toets om de centrifugeersnelheid te wijzigen of om in te stellen:
Activeer de optieSpoelstop
• Stel deze optie in om te voorkomen dat het wasgoed kreukt.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
• Er is water in de trommel nadat het programma is voltooid.
• De deur blijft vergrendeld en de trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen.
• U moet het water afvoeren om de deur te ontgrendelen.
• Als je de toets Start/Pauze aanraakt, voert het apparaat de centrifugeerfase uit en pompt het water weg.
Het apparaat zal het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
Activeer de optie Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit te schakelen. Alleen de afvoerfase is beschikbaar.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
• Stel deze optie in voor zeer fijne stoffen.
• De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma’s.
De centrifugeersnelheid kan worden verlaagd.

7.5 Voorwas

Gebruik deze functie om een voorwasfase toe te voegen voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed, met name als dit zand, stof, modder en andere vaste deeltjes bevat.
Om deze optie te activeren/deactiveren raak je de knop Temperatuur en de knop Centrifugeren tegelijkertijd aan totdat het
controlelampje aan-/uitgaat op het display.
Deze optie kan de duur van het programma verlengen.

7.6 Droogtegraad

Met deze toets kun je een van de 3 automatische droogniveaus instellen die door het apparaat worden voorgesteld, in de programma's waar u selecteerbaar bent.
Het bijbehorende droogniveau­indicatielampje gaat branden:
• Strijkdroog: wasgoed dat wordt gestreken.
• Kastdroog: wasgoed dat wordt opgeborgen.
Page 16
www.aeg.com16
• Extra droog: wasgoed wordt volledig gedroogd.
Je kunt niet alle automatische niveaus voor alle stofsoorten instellen.

7.7 Vlekken

Selecteer deze optie om een voorwasfase aan een programma toe te voegen om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken met een vlekkenverwijderaar te behandelen.
Giet de vlekkenverwijderaar in
compartiment . De vlekkenverwijderaar wordt in de juiste fase van het wasprogramma toegevoegd.
Om deze optie te activeren/deactiveren raak je de knop Centrifugeren en de knop Droogtegraad tegelijkertijd aan
totdat het controlelampje uitgaat op het display.
Door deze optie kan het programma langer duren.
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
aan-/

7.8 Startuitstel

Met deze optie kun je het starten van een programma uitstellen naar een handiger tijdstip.
Tik herhaaldelijk op de toets om de gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal 20 uur.
Na het starten van de cyclus met de toets Start/Pauze geeft het display de gekozen uitsteltijd weer en begint het apparaat met aftellen.

7.9 Droogtijd

Raak in het programma waar het selecteerbaar is deze toets aan om de tijd in te stellen die past bij de stoffen die Je moet drogen (zie tabel 'Tijddrogen'). Het display toont de ingestelde waarde.
Telkens als je op deze toets drukt, wordt de tijdswaarde met 5 minuten verlengd.
Je kunt niet alle tijdwaarden instellen voor verschillende soorten stoffen.

7.10 Kinderslot

Met deze optie kun je voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Om deze optie te activeren/ deactiveren, raak je de knop Startuitstel en de knop Droogtijd tegelijkertijd aan totdat het controlelampje LOC aangaat op het display.
• Om deze optie te activeren/ deactiveren, raak je de knop Startuitstel en de knop Droogtijd tegelijkertijd aan totdat het controlelampje UnL aangaat op het display.
Je kunt deze optie activeren:
• Nadat je op de toets Start/Pauze hebt gedrukt, worden alle toetspen en het programmakeuzewiel gedeactiveerd (behalve de toets Aan/Uit ).
• Voordat je drukt op de toets Start/ Pauze : het apparaat kan niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van deze optie nadat je het hebt uitgeschakeld.

7.11 Start/Pauze

Raak de toets Start/Pauze aan om het apparaat te starten, te pauzeren of het draaiende programma te onderbreken.
Page 17

8. PROGRAMMA’S

8.1 Programmatabel

NEDERLANDS 17
Programma Standaardtemperatuur Temperatuurbereik
Eco 40-60 (Alleen was‐ sen-modus)
1)
40 °C
Eco 40-60 + Kastdroog‐ niveau (modus Wassen en drogen)
2)
40 °C
Eco 40-60 + Kastdroog‐ niveau (Alleen drogen­modus)
Katoen 40 °C 95°C - 20°C
Synthetica 40 °C 60°C - 20°C
Fijne was 30 °C 40°C - 20°C
Maximale lading Referentie cen‐ trifugeersnel‐ heid
8 kg 1600 tpm
4 kg 1600 tpm
4 kg
8 kg 1600 tpm
3 kg 1200 tpm
2 kg 1200 tpm
Programmabeschrijving (Soort lading en mate van vervuiling)
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal
vervuilde kledingstukken.
Wit katoen en kleurvast katoen.
Wit katoen en bont katoen. Voor normaal,
zwaar en licht bevuild wasgoed.
Synthetische of gemengde stoffen. Nor‐ maal vervuilde kledingstukken.
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge‐ mengde stoffen hebben een milde was‐ beurt nodig. Voor normaal en licht bevuild
wasgoed.
Page 18
®
www.aeg.com18
Programma Standaardtemperatuur Temperatuurbereik
Wol 40 °C 40°C - 20°C
20 min. - 3 kg 30 °C 40 °C - 30 °C
Centrifugeren/Pompen
4)
Spoelen Koud
Wol
Maximale lading Referentie cen‐
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling) trifugeersnel‐ heid
1.5 kg 1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbe‐
stendige wol en andere stoffen met
«handwas»-symbool3).
De wolwascyclus van deze machine is
goedgekeurd door The Woolmark Company
voor het wassen van wollen kleding met
een wasetiket voor handwas, mits de kle‐
dingstukken worden gewassen volgens de
instructies op het etiket in het kledingstuk
en die van de fabrikant van deze wasma‐
chine. M1380
Het symbool 'Woolmark' is een certificatie‐
teken in verschillende landen.
3 kg 1200 tpm
8 kg 1600 tpm
Katoen en synthetische stoffen . Licht
vervuild of slechts eenmaal gedragen.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren
en het water uit de trommel af te voeren.
8 kg 1600 tpm
Het wasgoed spoelen en centrifugeren. Al‐
le stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid af‐
hankelijk van het type wasgoed.
1 kg Droogprogramma voor wol. Voorzichtig
drogen voor wol die met de hand gewassen
moet worden. Het wasgoed onmiddellijk na
het voltooien van het programma uit het ap‐
paraat halen.
De droogcyclus voor wol van deze machine
is getest en goedgekeurd door de Wool‐
mark Company. De cyclus is geschikt voor
het drogen van wollen kleding met een
wasetiket voor handwas mits de kleding
wordt gewassen met een wascyclus die is
goedgekeurd door Woolmark en gedroogd
volgens de instructies van de fabrikant.
M1381
Het symbool 'Woolmark' is een certificatie‐
teken in verschillende landen.
Page 19
NEDERLANDS 19
Programma Standaardtemperatuur Temperatuurbereik
Maximale lading Referentie cen‐ trifugeersnel‐
Programmabeschrijving (Soort lading en mate van vervuiling)
heid
2 kg Droogprogramma voor fijne was.
Fijne was
3 kg Droogprogramma voor synthetische arti‐
kelen en gemengde stoffen.
Synthetica
4 kg Droogprogramma voor katoenen kleding‐
stukken.
Katoen
NonStop 1h/1kg 30 °C
1 kg 1200 tpm
Compleet programma samengesteld uit een wasfase en een droogfase voor een kleine belading van gemengde overhemden.
40 °C - 30 °C
1 kg Katoen, synthetische en gemengde arti‐
Stoom
kelen. Speciale stoomcyclus zonder was‐ sen, die gebruikt kan worden om uw ge‐ droogde was te bereiden voor het strijken of opfrissen van kleding die eenmaal gedra‐ gen is. Dit programma vermindert kreuken, geurtjes en ontspant de vezels. Gebruik geen wasmiddel.
1) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 8 kg, is in staat om normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in de‐ zelfde cyclus te reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐ gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'. De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐ meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daardtemperatuur en centrifugeersnelheid, in was- en droogmodus, met nominaal vermogen van 4 kg en Kastdroog-niveau voert de was- en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen.
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat deze geschikt is voor het soort stof dat wordt gewas‐
sen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
Page 20
®
www.aeg.com20
Compatibiliteit van programmaopties
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
20 min. - 3 kg
Centrifugeren/
Pompen
4)
Spoelen
Centrifugeren
Spoelstop
1)
Droogtegraad
2)
Startuitstel
Niet centrifugeren
3)
Droogtijd
Wol
Fijne was
Synthetica
Page 21
NEDERLANDS 21
Centrifugeren
Spoelstop
1)
Droogtegraad
2)
Startuitstel
Niet centrifugeren
Katoen
NonStop 1h/1kg
Stoom
1) Voorwas en vlekken optie zijn niet samen te selecteren.
2) De functie Vlekken is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
3) Strijkdroog optie is niet beschikbaar.
4) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat deze geschikt is voor het soort stof dat wordt gewas‐
sen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
■ = Selecteerbaar. ▲ = Alleen Kastdroog optie is
beschikbaar.
Geschikte wasmiddelen voor elk programma
Programma Universeel
poeder
1)
Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐
Vloeistof voor ge‐ kleurde was
Fijne was en wol
Speciaal
sal)
Eco 40-60 -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
Fijne was -- -- --
Wol -- -- --
20 min. - 3 kg -- -- --
NonStop 1h/1kg
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
-- -- --
Droogtijd
▲ = Aanbevolen. -- = Niet aanbevolen.
Page 22
www.aeg.com22

8.2 Automatisch drogen

Initiële cyclustijden voor programma's met optie Droogtegraad zijn slechts schattingen; de werkelij‐ ke droogtijd kan enigszins afwijken van de weerge‐ geven tijd.
Droogtegraad Soort stof Belading
Extra droog
Voor kledingstukken van badstof.
Kastdroog
Voor spullen die opgeruimd worden
Synthetische en gemengde
Wollen kledingstukken
Strijkdroog Geschikt voor kledingstukken die gestreken moeten worden.
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
stoffen.
(truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen en bedde‐ ngoed)
Fijne was
(acryl, viscose en fijne ge‐ mengde stoffen)
(wollen truien)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden, over‐ hemden, enz.)
tot 4 kg
tot 4 kg
tot 3 kg
tot 2 kg
tot 1 kg
tot 4 kg

8.3 Tijdgestuurd drogen

Droogtegraad Soort stof Lading
(kg)
Extra droog
Voor kledingstukken van badstof.
2 1600 90 - 100
1 1600 60 - 70
Kastdroog
Voor spullen die opge‐ ruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
Centri‐ fugeer‐ snelheid (tpm)
1600 165 - 180
4
4 1600 155 - 170
Voorgestel‐ de duur (min)
Page 23
NEDERLANDS 23
Droogtegraad Soort stof Lading
(kg)
2 1600 80 - 90
1 1600 50 - 60
Synthetische en gemengde
stoffen.
(truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen en bedde‐ ngoed)
1 1200 40 - 50
Fijne was
(acryl, viscose en fijne ge‐ mengde stoffen)
1 1200 65 - 85
Wol
(wollen truien)
Strijkdroog
Geschikt voor kleding‐ stukken die gestreken moeten worden.
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden, over‐ hemden, enz.)
2 1600 65 - 75
1 1600 40 - 50
Centri‐ fugeer‐ snelheid (tpm)
3 1200 90 - 105
2 1200 120 - 140
1 1200 80 - 100
4 1600 110 - 125
Voorgestel‐ de duur (min)

9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK

Tijdens de installatie of voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u wat water in het apparaat waarnemen. Dit is restwater dat in het apparaat is achtergebleven nadat in de fabriek een volledige functietest werd uitgevoerd om te garanderen dat het apparaat in perfect functionerende staat aan de klant wordt geleverd, en is geen reden voor ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
3. Giet 2 liter water in het vakje voor het
Deze handeling activeert het afvoersysteem.
4. Giet een kleine hoeveelheid
5. Stel het programma voor katoen in
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
is en dat de waterkraan openstaat.
hoofdwasmiddel dat wordt
aangegeven met .
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
op de hoogste temperatuur zonder wasgoed in de trommel en start het programma.
Page 24
A
www.aeg.com24

10. DAGELIJKS GEBRUIK

10.1 Wasgoed in de machine doen

1. Open de deur van het apparaat.
2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen het rubber en de deur terechtkomt. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel). Dit is het maximale niveau voor vloeibare toevoegingen. Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
Gebruik wasmiddelen altijd volgens de aanwijzingen op de verpakking.

10.3 De stand van de klep controleren

1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te trekken.

10.2 Vullen met wasmiddel en toevoegingen

Vakje voor voorwasmiddel, weekprogramma of vlekkenverwijderaar.
3. Draai de klep omhoog om poederwasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Page 25
B
NEDERLANDS 25
centrifugeersnelheid en de programmaduur.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als je een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden.
Als een keuze niet mogelijk is, gaat het controlelampje niet aan en klinkt er een geluidssignaal.
Met de klep in de stand OMLAAG:
• Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
• Giet niet meer vloeibaar wasmiddel in het vakje dan de limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase niet in.
• Stel de startuitstelfunctie niet in.
5. Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen blokkering veroorzaakt.
10.4 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk opnieuw op de Aan/Uit-toets om het apparaat aan te zetten.
Er klinkt een korte toon.

10.5 Een programma kiezen

1. Draai de programmatoets en stel het programma in:
• Het bijbehorende controlelampje
• Het indicatielampje van Start/
• Het display toont: de
gaat branden.
Pauze knippert.
standaardtemperatuur, de

10.6 Een programma starten zonder uitgestelde start

Druk op de toets Start/Pauze om het programma te starten.
Het desbetreffende indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. Het programma start, de deur is vergrendeld. De display toont het
indicatielampje .
De afvoerpomp kan een korte tijd werken als het apparaat water vult.

10.7 De ProSense System ladingdetectie

Na op de toets Start/Pauze te hebben gedrukt:
1. Het ProSense System begint het gewicht van de lading te schatten om de werkelijke programmaduur te berekenen. Tijdens deze fase knipperen de twee punten die uren van minuten scheiden.
2. Na ongeveer 15-20 minuten wordt een nieuwe cyclusduur weergegeven. Het apparaat past de programmaduur automatisch aan de lading aan om in de kortst mogelijke tijd zo perfect mogelijke wasresultaten te krijgen.
De ProSense System is niet beschikbaar bij alle programma's, bijvoorbeeld: Wol en bij programma's met korte cycli.
Page 26
www.aeg.com26

10.8 Een programma starten met Uitgestelde start

1. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel tot het display het aantal minuten of de uitgestelde uren weergeeft.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
2. Druk op de -toets Start/Pauze .
De deur van het apparaat wordt vergrendeld en het aftellen voor de uitgestelde start begint. Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het programma automatisch gestart.
Voordat je op de toets Start/ Pauze drukt om het apparaat te starten, kun je de instelling van de uitgestelde start annuleren of wijzigen.
10.9 De uitgestelde start
annuleren
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de toets Start/Pauze om het apparaat op PAUZE te zetten.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk op de toets Startuitstel totdat op
het display verschijnt.
3. Druk op de toets Start/Pauze om het programma onmiddellijk te starten.
10.10 Onderbreken van een
programma en een optie wijzigen
Je kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1. Druk op de -toets Start/Pauze .
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de ingestelde optie.
3. Druk opnieuw op de toets Start/ Pauze .
Het programma gaat verder.

10.11 Een actief programma stoppen

1. Druk op de toets Aan/Uit om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat aan te zetten.
Je kunt nu een nieuw wasprogramma instellen.
Voordat je het nieuwe programma start, kan het apparaat het water afvoeren. Zorg er in dat geval voor dat het wasmiddel nog in het wasmiddelbakje zit, als je het wasmiddel niet opnieuw bijvult.

10.12 De deur openen

Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en/of de trommel nog draait, kun je de deur niet openen.
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van het apparaat vergrendeld.
1. Druk op de toetsStart/Pauze .
Op het display gaat het bijbehorende deurvergrendelingssymbool uit.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Sluit de deur en druk op de toets Start/Pauze .
Het programma (of startuitstel) gaat verder.

10.13 Einde programma

Als het programma is afgelopen, stopt het apparaat automatisch. Het geluidssignaal werkt.
Op het display gaat branden en de
aanduiding deur vergrendeld uit.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat uit.
1. Druk op de toets Aan/Uit om het apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het programma schakelt
gaat
Page 27
NEDERLANDS 27
energiebesparingsfunctie het apparaat automatisch uit.
Als je het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste gekozen programma in het display weergegeven. Draai aan de programmatoets om een nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen
10.14 Water afvoeren na het
einde van de cyclus
Het afwasprogramma is voltooid, maar er bevindt zich water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreuken in het wasgoed te voorkomen.
Het deurvergrendelingssymbool brandt. De deur blijft vergrendeld.
Je moet het water afvoeren om de deur te openen:
1. Verlaag indien nodig de centrifugeersnelheid.
2. Druk op de -toets Start/Pauze .
Het apparaat pompt het water weg en centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool uit waarna je de deur kunt openen.
4. Druk een paar seconden lang op de toets Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat pompt en centrifugeert automatisch na ongeveer 18 uur.

10.15 AUTO Stand-by optie

De functie AUTO Stand-by schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
• Het apparaat is 5 minuten voordat je
op de toets Start/Pauze drukt niet gebruikt. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na beëindiging van het
wasprogramma. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatste programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmatoets om een nieuwe cyclus in te stellen.
Als je een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet door de functie AUTO Stand­bygedeactiveerd om je eraan te herinneren het water weg te pompen.

11. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie.
11.1 Gecombineerd
programma wassen en drogen
1. Houd de Aan/Uit-toets enkele seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
2. Plaats de te drogen items een voor een in de trommel.
Page 28
www.aeg.com28
Voor goede droogprestaties niet de maximale droogladingen overschrijden die in de gebruikershandleiding worden aanbevolen. Stel geen centrifugeersnelheid in die lager is dan de automatische snelheid van het ingestelde programma.
3. Doe het wasmiddel en de aanvullende middelen in het juiste vakje.
4. Draai de programmaknop naar het wasprogramma.
Het display toont de indicatielampjes van de verschillende wasfases.
5. Stel de beschikbare opties in.
Het NonStopprogramma is al een compleet was- en droogprogramma en het is niet nodig om de Droogtegraad of de Droogtijd .
11.2 Wassen en automatisch
drogen
1. Druk herhaaldelijk op de toets Droogtegraad totdat op het display een van de droogtegraadindicatoren wordt weergegeven:
• Strijkdroog;
• optie Kastdroog;
• optie Extra droog.
Op het display verschijnt het
indicatielampje . De tijdswaarde op het display is de duur van de was- en droogcycli, berekend op een standaardlading.
Om een goed droogresultaat te krijgen, is het niet mogelijk om een te lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de kledingstukken die moeten worden gewassen en gedroogd.
2. Druk op de toets Start/Pauze om het programma te starten.
Op het display blijft het indicatielampje van het ingestelde droogniveau branden.
De aanduiding deur vergrendeld gaat branden. Het display toont regelmatig een nieuwe tijdswaarde.
De laatste minuten van de droogcyclus voert het apparaat de anti­kreukbeveiliging en de koelfasen uit.

11.3 Wassen en tijdgestuurd drogen

Voor een goede droging laat het apparaat jou niet een te lage centrifugeersnelheid instellen voor de te wassen en te drogen kledingstukken.
1. Druk op de toets Droogtijd om de droogtijdwaarde in te stellen. Het display toont 10 minuten.
Op het display verschijnt het lampje Het display toont de ingestelde
droogwaarde. Bijvoorbeeld: .Na enkele seconden toont het display de
definitieve tijdwaarde , d.w.z. de totale duurtijd van de was- en droogcycli (wassen + drogen + anti-kreuk + koelfasen).
Als je na het wassen slechts 10 minuten droogtijd instelt, berekent het apparaat ook de duur van de anti­kreukbeveiliging en de koelfasen.
2. Druk op de toets Start/Pauze om het programma te starten.
Op het display verschijnt het lampje De deur wordt vergrendeld. Het display toont regelmatig een nieuwe tijdswaarde.
11.4 Einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch. De geluidssignalen werken. Voor meer informatie, raadpleeg "Aan het einde van het droogprogramma" van het vorige hoofdstuk.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
2. Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en
.
.
Page 29
NEDERLANDS 29
onaangename luchtjes te voorkomen.

12. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie.

12.1 Instelling drogen

WAARSCHUWING! Controleer of de waterkraan geopend is.
1. Houd de toets Aan/Uit enkele seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
2. Plaats de te drogen items een voor een in de trommel.
3. Draai de programmakeuzetoets op
het gewenste droogprogramma . Het display toont de droogindicatie
.
Voor goede droogprestaties niet de maximale droogladingen overschrijden die in de gebruikershandleiding worden aanbevolen. Stel geen centrifugeersnelheid in die lager is dan de automatische snelheid van het ingestelde programma.
12.2 Drogen bij automatische
niveaus
Het wasgoed kan worden gedroogd op vooraf ingestelde droogniveaus:
1. Druk herhaaldelijk op de toets Droogtegraad totdat op het display een van de droogtegraadindicatoren wordt weergegeven:
• Strijkdroog;
• optie Kastdroog;
• optie Extra droog.
Het display toont een tijdswaarde, berekend op de standaardlading. Als de
hoeveelheid wasgoed meer of minder is dan de standaardafmetingen, past het apparaat automatisch de tijdswaarde tijdens de cyclus aan.
2. Druk op de toets Start/Pauze om het programma te starten.
Het display toont de aanduiding deur
vergrendeld . De droogindicator gaat knipperen.
Je kunt niet alle droogniveaus gebruiken voor ieder type wasgoed.

12.3 Tijdgestuurd drogen

Het wasgoed kan ook worden gedroogd met een handmatig tijdgestuurd droogprogramma:
1. Druk nogmaals op de toets Droogtijd om de droogtijdwaarde in te stellen. Het display toont 10 minuten.
• Het display toont de ingestelde
tijdwaarde: bijv. . Telkens als je op deze toets drukt, wordt de tijdswaarde met 5 minuten verlengd.
• Na een paar seconden toont het
display een nieuwe tijdswaarde:
bijv. . Het apparaat berekent ook de duur van de anti­kreukbeveiliging en de koelfasen.
2. Druk op de toets Start/Pauze om het programma te starten.
• Het display toont regelmatig een
nieuwe tijdswaarde.
• Het drooglampje gaat
knipperen.
• Op het display verschijnt de
aanduiding voor deur vergrendeld
.
Als je slechts 10 minuten droogt, voert het apparaat alleen een afkoelfase uit. Als het wasgoed niet voldoende droog is, stel dan een korte droogtijd in.
Page 30
www.aeg.com30

12.4 Einde van het droogprogramma

Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen werken.
• Op het display gaat
• Het indicatielampje Start/Pauze gaat uit.
• Tijdens de laatste minuten van de droogcyclus voert het apparaat een afkoel- en anti-kreukfase uit. De deur is nog steeds vergrendeld.
Als de deur vergrendeld is en gaat uit op het display, kun je de deur openen.
branden.

13. PLUIS IN DE STOFFEN

Tijdens de was- en/of droogfase geven bepaalde soorten stoffen (spons, wol, sweaterstof) pluisjes af.
De vrijgekomen pluisjes kunnen tijdens de volgende cyclus aan de stoffen blijven kleven.
Dit ongemak is nog groter bij technische stoffen.
Om het pluisjes in uw wasgoed te voorkomen:
• Was geen donkere stoffen na het wassen en drogen van lichtgekleurde stoffen (handdoeken, wol en sweaterstof) en vice versa.
• Laat dit soort stoffen in de open lucht drogen wanneer ze voor het eerst zijn gewassen.
• Reinig het afvoerfilter.
• Na de droogfase reinigt u de lege trommel, de pakking en de deur met een natte doek.
1. Druk een paar seconden op de toets Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
Een paar minuten na het einde van het programma schakelt de energiebesparende functie het apparaat automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Ga als volgt te werk om pluisjes uit de trommel te verwijderen:
• Maak de trommel leeg.
• Reinig de trommel, de pakking en de
deur met een natte doek.
• Stel het spoelprogramma in.
• Druk tegelijkertijd op de toetsen
Temperatuur en Droogtegraad totdat het display CLE weergeeft om de reinigingsfunctie te activeren.
• Raak de toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Gebruik, als het apparaat veelvuldig wordt gebruikt, regelmatig het programma
CLE.

14. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

14.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet

• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren met de eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te wassen voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met opdrukken binnenstebuiten.
Page 31
NEDERLANDS 31
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters, linten en andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.

14.2 Hardnekkige vlekken

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op kledingstukken in de buurt van het apparaat, omdat het corrosief is voor de plastic onderdelen.

14.3 Type en hoeveelheid wasmiddel

De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere middelen die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeders (ook tabletten en
wasmiddelen voor eenmalig gebruik) voor alle soorten stoffen, met uitzondering van delicate stoffen. Kies bij voorkeur voor waspoeder met bleekmiddel voor witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen (ook
wasmiddelen voor eenmalig gebruik), bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (max. 60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur en hardheid van het gebruikte water.
Page 32
www.aeg.com32
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel of de andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( ) te overschrijden.
• Meng geen verschillende soorten wasmiddelen.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– je een kleine lading wast, – het wasgoed licht vervuild is, – er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
• Wanneer je wasmiddeltabs of -pods gebruikt, plaats deze dan altijd in de trommel, niet in het wasmiddeldoseerbakje en volg de aanbevelingen van de fabrikant op.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.

14.4 Ecologische tips

Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan om de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk programma is aangegeven, wordt het energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en beperkte vervuiling worden verwijderd; het wasgoed kan vervolgens op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid voorgesteld door de producent van het wasmiddel en controleert u de waterhardheid van
uw huishoudelijk systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke centrifugeersnelheid in voor het geselecteerde programma om energie te besparen tijdens de droogfase!

14.5 Waterhardheid

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
14.6 De droogfase
voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is aangesloten. Zie het hoofdstuk over de installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de maximale wasgoedlading bij droogprogramma's de droogprogrammatabel.
14.7 Items die niet geschikt
zijn voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen droogprogramma in:
• Synthetische gordijnen.
• Kledingstukken met metalen invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Anoraks.
• Slaapzakken.
• Stoffen met restjes haarspray, nagellakremover of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of met materialen die hierop lijken.
Page 33
NEDERLANDS 33

14.8 Wasvoorschriften in de kleding

Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich houden aan de voorschriften van de fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
• droogtrommel
= Droogprogramma op hoge temperatuur
= Droogprogramma op lage temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor de droogtrommel.
14.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
• snelheid van de laatste keer centrifugeren
• droogheidsniveau
• soort wasgoed
• het gewicht van het wasgoed

14.10 Extra drogen

Als het wasgoed aan het einde van het droogprogramma nog steeds vochtig is, stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING! Om kreuken en krimpen te voorkomen dient u het wasgoed niet te lang te drogen.

14.11 Algemene tips

Raadpleeg de tabel "Droogprogramma's" om de gemiddelde droogtijden op te zoeken. Het drogen van wasgoed zal beter gaan naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma dient u het wasgoed meteen uit de trommel te halen.

15. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

15.1 Schema periodieke reiniging

Periodiek reinigen helpt de levensduur van je apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en het wasmiddeldoseerbakje een beetje op een kier om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit de waterkraan en trek de stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema voor periodiek reinigen:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini‐ gen
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
Pluis in de trommel verwijderen
Wasmiddeldoseer‐ bakje reinigen
Iedere twee maan‐ den
den
Twee keer per
1)
maand
Iedere twee maan‐ den
Page 34
www.aeg.com34
De filter van de af‐ voerpomp reinigen
De filter van de toe‐ voerslang en de klepfilter reinigen
1) Raadpleeg het hoofdstuk ''Pluis in de stoffen''.
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u elk onderdeel moet reinigen.
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
15.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en dat alle losse elementen zijn vastgebonden voordat u uw cyclus uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in 'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting met dubbele lip', 'De trommel reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem indien nodig contact op met een erkend servicecentrum.

15.3 Buitenkant reinigen

Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. Gebruik geen schuursponsjes of krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten.

15.4 Ontkalken

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

15.5 Onderhoudswas

Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.
15.6 Deurafdichting met val
met dubbele lip
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die van de kleding vallen met het water kunnen worden afgevoerd. Controleer de afdichting regelmatig. Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen kunnen aan het einde van de cyclus worden teruggevonden.
LET OP!
Gebruik de metalen oppervlakken niet met een reinigingsmiddel op chloorbasis.
Maak schoon indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen.
Page 35
NEDERLANDS 35
Volg altijd de instructies die je op de verpakking van het product vindt.
Controleer en verwijder voorwerpen (indien aanwezig) die in de vouw vast kunnen komen te zitten.

15.7 Het wasmiddelbakje reinigen

1. 2.
3. 4.
Controleer of er geen wasgoed tussen het deurrubber en de deur blijft zitten.
Gebruik een vochtige doek om vuil of waterresten die na afloop van de programmacyclus in de deurafdichting achterblijven, weg te vegen.

15.8 Het afvoerfilter reinigen

Reinig het afvoerfilter niet als het water in het apparaat heet is.
• Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
• Houd altijd een doek bij de hand om eventueel morsen van water op te nemen.
Page 36
180°
2
1
1
2
2
1
www.aeg.com36
1. 2.
3.
5. 6.
7.
4.
8.
Page 37
1
2
3
45°
20°
NEDERLANDS 37
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Controleer of de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als deze niet roteert, neem dan contact op met onze servicedienst. Zorg er ook voor dat je het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.

15.9 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen

1.
3. 4.

15.10 Noodafvoer

Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van "Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afpompt met gebruikmaking van de noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van de wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af te pompen.
2.

15.11 Voorzorgsmaatregelen bij vorst

Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
Page 38
www.aeg.com38
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.

16. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

16.1 Alarmcodes en mogelijke storingen

Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode weergegeven en kan de Start/Pauze -knop continue knipperen:
Als de machine te vol geladen is, moet je een aantal items uit de trommel verwijderen en/of tegen de deur duwen en tegelijkertijd op de toets Start/Pauze
drukken totdat het controlelampje stopt met knipperen (zie de onderstaande afbeelding).
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.
Probleem Mogelijke oplossing
Page 39
Het apparaat wordt niet goed gevuld met water.
De machine pompt geen water weg.
De deur is open of niet goed gesloten.
Interne fout. Geen communicatie tussen de elektronische ele‐ menten van het appa‐ raat.
De stroomtoevoer is niet stabiel.
De anti-overstromings‐ beveiliging is inge‐ schakeld.
NEDERLANDS 39
• Controleer of de waterkraan geopend is.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contact op met je plaatselijke wa‐ terleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang cor‐ rect is.
• Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van de klep niet verstopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zon‐ der afvoerfase.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met water in de kuip.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met een erkende servicedienst.
• Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de erkende servicedienst. Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de wasmachine.
Page 40
www.aeg.com40
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekerin‐
Het programma start
niet.
genkastje is.
• Verzeker je ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
Het apparaat wordt met water gevuld, maar dat wordt onmid‐
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie be‐ vindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-in‐ structies'.
dellijk afgetapt.
• Stel het centrifugeprogramma in.
De centrifugeerfase werkt niet of de wasfa‐ se duurt langer dan normaal.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifu‐ geerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door problemen met de balans.
• Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
Er is water op de vloer.
• Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang niet beschadigd zijn.
• Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoe‐ veelheid gebruikt.
• Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met water in de trommel.
• Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
Je kunt de deur van het apparaat niet ope‐ nen.
• Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als er water in de trommel zit.
• Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het apparaat. Neem contact op met de erkende servicedienst. Als je de deur moet openen, lees je zorgvuldig 'Nooddeurope‐ ning'.
• Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Mon‐
De machine maakt ab‐ normale geluiden en trilt.
tage-instructies'.
• Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is moge‐ lijk te klein.
De programmaduur neemt toe of af tijdens het draaien van het programma.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aan‐ passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐ dingsdetectie ProSense System' onder het hoofdstuk 'Dage‐ lijks gebruik'.
Page 41
Probleem Mogelijke oplossing
• Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
De wasresultaten zijn niet bevredigend.
Te veel schuim in de trommel tijdens de wascyclus.
Na de wascyclus is er wat wasmiddel achter‐ gebleven in de was‐ middellade.
Het apparaat droogt niet of droogt niet goed.
Het wasgoed zit vol met verschillende kleu‐ ren.
• Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwij‐ deren voordat je het wasgoed wast.
• Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of het aantal tabletten of wasmiddelen voor eenmalig gebruik.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt vol‐ gens de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
• Draai de waterkraan aan.
• Verzeker je ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verzeker je ervan dat je de juiste cyclus hebt ingesteld. Stel zo nodig een korte droogtijd opnieuw in.
De stoffen die zijn gewassen in de vorige cyclus hebben pluisjes van een andere kleur afgegeven:
• De droogfase helpt bij het verwijderen van pluisjes.
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Als er veel pluis in de trommel zit, moet je het speciale program‐ ma gebruiken om deze te reinigen (zie 'Pluisjes in de stoffen' voor meer informatie).
NEDERLANDS 41
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een erkende servicedienst. De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.

16.2 Nooddeuropening

In het geval van een stroomstoring of apparaatstoring blijft de deur van het apparaat vergrendeld. Het wasprogramma gaat verder als er weer stroom is. Als de deur door een storing vergrendeld blijft, is het mogelijk om de deur te openen met een noodontgrendeling.
Voordat je de deur opent:
LET OP! Zorg ervoor dat de watertemperatuur niet te hoog is en dat het wasgoed niet heet is. Wacht indien nodig tot de watertemperatuur en het wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP! Zorg ervoor dat de trommel niet draait. Wacht indien nodig tot de trommel stopt met draaien.
Page 42
www.aeg.com42
Zorg ervoor dat het waterpeil in de trommel niet te hoog is. Voer indien nodig een noodafvoerprocedure uit (zie 'Water afvoeren in een noodgeval' in het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging').
Ga als volgt te werk om de deur te openen:
1. Druk op de toets Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker eenmaal naar beneden. Trek die nogmaals naar beneden, houd hem

17. VERBRUIKSWAARDEN

17.1 Inleiding

Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
gespannen en open in de tussentijd de deur van het apparaat.
5. Verwijder het wasgoed en sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit de filterklep.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die je vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.

17.2 Legenda

kg Wasgoed. u:mm Duur programma.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
Page 43
NEDERLANDS 43
% Resterend vocht aan het einde van de cyclus. Hoe hoger de centrifugeersnel‐
heid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht aan het einde van de wascyclus.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de standaardinstelling van een programma wijzigt.

17.3 In overeenstemming met Verordening van de Commissie (EU) 2019/2023

Alleen wassen
Eco 40-60 pro‐ gramma
Volledige belading 8 1.065 57 3:30 52 46 1551
Halve belading 4 0.655 45 2:45 52 37 1551
Kwartbelading 2 0.410 33 2:40 54 33 1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
Was- en droogcyclus
Eco 40-60pro‐ gramma en kast‐ droogniveau
Volledige belading 4 3.215 68 6:15 0 41 1551
Halve belading 2 1.825 48 4:35 0 37 1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
0.50 0.50 4.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
kg kWh Liter u:mm % °C
kg kWh Liter u:mm % °C
Uitgestelde start
tpm
tpm
(W)
1)
1)
17.4 Veelvoorkomende
programma's - Alleen wassen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Page 44
www.aeg.com44
Programma
2)
Katoen 95 °C
Katoen 60 °C
3)
Katoen 20 °C
Synthetica 40 °C
Fijne was
4)
30 °C
Wol 30 °C
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor het wassen van licht vervuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kg kWh Liter u:mm % °C
8 2.15 90 3:25 44 85 1600
8 1.25 85 3:00 44 55 1600
8 0.35 85 2:45 44 20 1600
3 0.65 50 1:45 35 40 1200
2 0.30 40 1:25 35 30 1200
1.5 0.25 60 1:05 30 30 1200
17.5 Veelvoorkomende
programma's - Wassen en drogen
tpm
1)
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
Synthetica 40°C
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
kg kWh Liter u:mm % °C
3 2.00 75 4:00 1 40 1200
18. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
tpm
1)
Page 45
Page 46
Page 47
Page 48
www.aeg.com/shop
157049131-A-202023
Loading...