Aeg L6FBNR1, 914 913 070 User Manual [nl]

USER MANUAL
L6FBNR1
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
www.aeg.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 7
4. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................8
5. MONTAGE ...........................................................................................................8
6. ACCESSOIRES.................................................................................................. 13
7. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................14
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.............................................................................. 15
9. PROGRAMMA’S ................................................................................................18
10. INSTELLINGEN................................................................................................ 23
11. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT......... 24
12. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................... 24
13. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................29
14. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................31
15. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................36
16. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................39
17. SNELSTARTGIDS............................................................................................42
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
NEDERLANDS 3
www.aeg.com4

1.2 Algemene veiligheid

De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als de droogtrommel bovenop de wasmachine wordt
geplaatst moet u ervoor zorgen de juiste door AEG goedgekeurde montagekit te gebruiken (zie meer details in hoofdstuk "Accessoires - Montagekit").

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

NEDERLANDS 5

2.1 Installatie

De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de transportbouten, inclusief de rubberen mof met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren.
• Als het apparaat op zijn permanente plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes hier dan op af.
• Installeer het apparaat niet direct boven de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en stel het niet bloot aan overmatige vochtigheid.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Wateraansluiting

• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden
www.aeg.com6
aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het mogelijk om water uit de afvoerslang te zien stromen. Dit komt door het testen met water van het apparaat in de fabriek.
• U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie bereikbaar is.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan rubberen onderdelen van de wasmachine beschadigen. Was dergelijke stoffen met de hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
• Raak de glazen deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd.

2.5 Binnenverlichting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.
• Neem contact op met het service­centrum om de binnenverlichting te vervangen.

2.6 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: motor- en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel, pompen, schokdempers en veren, wastrommel, trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware met inbegrip van resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen, andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage, plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
NEDERLANDS 7

2.7 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Speciale opties

Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag water-, energie- en wasmiddelverbruik en een milde behandeling van het wasgoed.
• De ProSense-technologie stemt automatisch de programmaduur af op

3.2 Apparaatoverzicht

het wasgoed in de trommel om in zo min mogelijk tijd perfecte wasresultaten te behalen.
• Dankzij de Soft Plus-optie wordt de wasverzachter meer gelijkmatig over het wasgoed verdeeld en worden de textielvezels diep gepenetreerd met een perfecte zachtheid als resultaat.
Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Filter afvoerpomp
6
Voetjes voor het waterpas zetten van
7
het apparaat Afvoerslang
8
Aansluiting van de watertoevoerslang
9
Netsnoer
10
Transportbouten
11
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A B C
Prod.No.
D
www.aeg.com8
Slangensteun
12

4. TECHNISCHE GEGEVENS

Het typeplaatje vermeldt de modelnaam
(A), het productnummer (B), de elektrische classificaties (C) en het serienummer (D).
Afmeting Breedte / hoogte / totale
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof‐ fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag‐ spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
Watertoevoerdruk Minimum
Watertoevoer
Maximale belasting Katoen 8 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel‐
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.

5. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Uitpakken

59,6 cm /84,7 cm /60,2 cm
diepte
230 V Totaal vermogen Zekering Frequentie
2200 W
10 A
50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa) Maximum
1)
8 bar (0,8 MPa)
Koud water
1551 rpm heid
1. Open de deur. Haal al het wasgoed uit de trommel.
Accessoires die bij het apparaat worden geleverd, kunnen per model verschillen.
1
2
A
B
x4
A
B
NEDERLANDS 9
2. Plaats het verpakkingselement op de vloer achter het apparaat en leg het voorzichtig op de achterzijde. Verwijder de polystyreenbescherming van de onderkant.
LET OP!
Leg de wasmachine niet op zijn voorzijde.
3. Maak de onderkant van het apparaat volledig schoon en droog.
A (VOORKANT) = Voorkant van het apparaat
B (ACHTERKANT) = Achterkant van het apparaat
5. Verwijder de plakstrip van de geluidsbarrières en bevestig de vier barrières aan de onderkant van het apparaat. Zorg dat de barrières goed zijn vastgemaakt.
Bevestig de geluidsbarrières op kamertemperatuur.
6. Zet het apparaat weer rechtop. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten.
4. Zorg dat de verschillende groottes en posities van de geluidsbarrières bij elkaar liggen. Raadpleeg de illustratie:
U kunt het water in de afvoerslang zien stromen. Dit komt door het testen met water van het apparaat in de fabriek.
7. Verwijder de drie transportbouten en trek de kunststof afstandhouders weg.
x4
www.aeg.com10
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u het apparaat gaat verplaatsen.
8. Plaats de plastic doppen, die u in de zak met de gebruiksaanwijzing aantreft, in de openingen.
5.2 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat het apparaat geen muren of andere apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om deze waterpas te stellen.
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan.
Een juiste afstelling van het apparaat voorkomt trillingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf is.
Als er een wasdroger op de wasmachine wordt gezet, maak dan gebruik van het accessoire dat in het hoofdstuk 'Accessoires' wordt beschreven. Lees de met de accessoires en het apparaat meegeleverde instructies zorgvuldig door.

5.3 De toevoerslang

1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links afhankelijk van de positie van de waterkraan.
20º20º
45º45º
Zorg ervoor dat de
A
toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4"­schroefdraad.
NEDERLANDS 11
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de erkende klantenservice om de slang te laten vervangen.

5.5 Waterafvoer

De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats hem rond de plastic slanggeleider.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.

5.4 Waterstop

De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing.
2. Aan de rand van een gootsteen ­Maak de geleider vast aan de waterkraan of aan de wand.
Zorg dat de plastic geleider niet kan bewegen als het apparaat water afvoert.
www.aeg.com12
Zorg ervoor dat het uiteinde van de afvoerslang niet in water is ondergedompeld. Er kan een vuil water teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een ventilatiegat - Steek de afvoerslang direct in een afvoerleiding. Zie de illustratie.
Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp (min. 38 mm ­min. 1.5") groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet (zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de standpijp plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan een gootsteenafvoer - Doe de afvoerslang in de gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem. Zie de illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de kamerwanden zet vast met een
klem.

5.6 Elektrische aansluiting

Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van het apparaat en het hoofdstuk 'Technische gegevens' geven de benodigde elektrische waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met de netvoeding.
NEDERLANDS 13
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.

6. ACCESSOIRES

6.1 Verkrijgbaar op www.aeg.com/shop of bij een erkende dealer

Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door.
Alleen geschikte accessoires die door AEG zijn goedgekeurd waarborgen de veiligheidsnormen van het apparaat. Als niet­goedgekeurde onderdelen worden gebruikt, worden alle claims ongeldig verklaard.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.

6.2 Set bevestigingsplaatjes

Als u het apparaat op een plint installeert die geen accessoire is meegeleverd bij AEG, zet het apparaat dan vast in de bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door.

6.3 Tussenstuk

De droogtrommel kan uitsluitend op de wasautomaat worden gezet met
gebruik van het juiste tussenstuk.
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet onder de wasautomaat. Controleer of het tussenstuk compatibel is door de diepte van uw apparaten op te meten.
2
3
6
12 11 10 8
1
4
5
7
9
MIX
www.aeg.com14

7. BEDIENINGSPANEEL

7.1 Beschrijving bedieningspaneel

1. Programmakeuzeknop
2. Display
3. Startuitstel aanraaktoets
4. Tijd Besparen aanraaktoets
5. Spoelen aanraaktoets overslaan
• Extra Spoelen -optie
• Alleen spoelen -optie
6. Start/Pauze aanraaktoets
7. Vlekken/Voorwas aanraaktoets overslaan

7.2 Display

Controlelampje maximum belading. Het controlelampje knippert tij‐ dens de ladingbepaling.
Controlelampje klep gesloten.
• Vlekken -optie
• Voorwas -optie
8. Anti-Allergie aanraaktoets
9. Soft Plus aanraaktoets
10. TPM aanraaktoets voor vermindering
11. Temp.°C aanraaktoets
12. Aan/Uit drukknop
NEDERLANDS 15
Controlelampje uitgestelde start.
Het controlelampje kan aangeven:
• Duur van het programma (bijv. ).
• Vertragingstijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
• Waarschuwingscode ( ).
Controlelampje van wasfase. Knippert tijdens de voorwas- en wasfase.
Controlelampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
De Extra Spoelen optie. Het controlelampje verschijnt boven de als de extra spoeling is ingesteld.
Controlelampje van centrifuge en afvoer. Knippert tijdens het centrifu‐ geren en afvoeren.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Controlelampje temperatuur. Het controlelampje gaat branden als koude was gekozen is.
Controlelampje toerental.
).
Controlelampje geen centrifugeertoerental. Centrifugefase is uit.
Controlelampje spoelstop.
Controlelampje extra stil.
Controlelampje tijdbesparing.

8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN

8.1 Aan/Uit

Druk een paar seconden op deze knop te drukken kunt u het apparaat in- of uitschakelen. Er klinken twee verschillende geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat automatisch uitschakelt om het energiegebruik in een aantal gevallen te beperken, moet u het apparaat wellicht weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer informatie.
www.aeg.com16

8.2 Inleiding

Niet alle opties en functies zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de verenigbaarheid van de opties en functies met de wasprogramma's in het 'Programmaoverzicht'. Een optie of functie kan een andere uitsluiten. In zo'n geval staat het apparaat niet toe dat u de onverenigbare opties of functies samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.

8.3 Temp.°C

Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch een standaard temperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat de gewenste temperatuur op het display verschijnt.
Als het display de volgende
aanduidingen verwarmt het apparaat het water niet.
en weergeeft,

8.4 TPM

Als u een programma instelt, stelt het apparaat automatisch de maximaal toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Het centrifugeersnelheid in te
stellen.
De display toont alleen de centrifugesnelheden die voor het ingestelde programma beschikbaar zijn.
Activeer de optie Spoelstop.
De laatste centrifugeerfase wordt niet uitgevoerd. Het laatste spoelwater wordt niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Het wasprogramma eindigt met water in de trommel. Op het display verschijnt het
indicatielampje . De deur blijft
vergrendeld en de trommels draait regelmatig om kreuken te vermijden. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Als u de knop Start/Pauze aanraakt, voert het apparaat de centrifugeerfase uit en pompt het water weg.
Het apparaat zal het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
Activeer de Extra stil-optie. Alle centrifugefasen tussendoor en de laatste centrifugeerfase worden overgeslagen en het programma eindigt met water in de trommel. Zo wordt voorkomen dat de was kreukt. Op het display verschijnt het
indicatielampje . De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te beperken. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Omdat dit programma heel stil is, is het geschikt voor nachtelijk gebruik als er goedkopere stroomtarieven beschikbaar zijn. Bij sommige programma's wordt voor de spoelingen meer water gebruikt. Als u de knop Start/Pauze aanraakt, voert het apparaat alleen de wegpompfase uit.
Het apparaat zal het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.

8.5 Vlekken/Voorwas

Druk meerdere malen op deze knop om een van de twee opties te activeren.
De overeenkomstige indicatie verschijnt op het display.
Vlekken Kies deze optie om een fase voor vlekken aan het programma toe te voegen en het zwaar vervuilde of bevlekte wasgoed met vlekkenverwijderaar te behandelen. Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in de geschikte fase van het wasprogramma toegevoegd.
NEDERLANDS 17
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
Voorwas Gebruik deze functie om een voorwasfase op 30°C toe te voegen voor de wasfase. Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed, met in het bijzonder zand, stof, modder en andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur van het programma verlengen.

8.6 Spoelen

Met deze knop kunt u één van deze volgende opties kiezen:
• Extra Spoelen -optie Deze optie voegt een paar koude spoelgangen toe aan het gekozen wasprogramma. Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelresten en in gebieden waar het water erg zacht is.
Deze optie verlengt de duur van het programma enigszins.
• Wasfase overslaan - optie Alleen
spoelen Het apparaat voert alleen de spoelgang, het centrifugeren en het wegpompen van het water van het gekozen programma uit.
De overeenkomstige aanduiding boven de aanraakknoppen brandt.

8.7 Anti-Allergie

Stel deze optie in met het programma voor witte Katoen items. Wanneer de optie is geselecteerd, kan noch de temperatuur, noch de cyclustijd worden
gewijzigd. Optie Tijd Besparen en
Extra stil zijn niet beschikbaar.
De overeenkomstige aanduiding boven de aanraakknoppen brandt.
Deze optie verwijdert micro-organismes dankzij een wasfase met een temperatuur die gedurende een aantal
minuten boven de 60°C wordt gehouden. Dit helpt in de verwijdering van ziektekiemen, bacteriën, micro­organismen en andere deeltjes. De toevoeging van stoom met een extra spoelbeurt zorgt voor een juiste verwijdering van wasmiddelresten en pollen/allergenen en maakt het geschikt voor de tere en gevoelige huid.

8.8 Tijd Besparen

Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
• Bij normaal of licht vervuild wasgoed wordt het aanbevolen het wasprogramma in te korten. Raak deze knop eenmaal aan om de tijdsduur te verminderen.
• Raak bij een kleinere lading deze knop tweemaal aan om een extra kort programma in te stellen.
Op het display verschijnt het
indicatielampje .

8.9 Soft Plus

Stel de optie Soft Plus in om de verdeling van de wasverzachter te optimaliseren en de zachtheid van de stoffen te verbeteren.
Deze optie verlengt de duur van het programma een beetje.

8.10 Startuitstel

Met deze optie kunt u het starten van een programma uitstellen naar een handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal 20 uur.
Na het aanraken van de toetsStart/ Pauze geeft het display de aanduiding
en de gekozen uitsteltijd weer en
begint het apparaat af te tellen.
www.aeg.com18

8.11 Start/Pauze

Raak toets Start/Pauze aan om het draaiende programma te starten, te pauzeren of te onderbreken.

9. PROGRAMMA’S

9.1 Programmatabel

Wasprogramma's
Programma Programmabeschrijving
Wasprogramma's
Eco 40-60 Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuilde was. Het
Katoen Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en licht bevuild
Synthetica Synthetische of gemengde stoffen. Normaal vervuilde was.
Fijne Was Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen
Wol/Zijde Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en
20 min. - 3 kg Katoen en synthetische items licht vervuild of slechts een‐
energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe, waardoor goede wasresultaten worden gegaran‐ deerd.
wasgoed.
hebben een milde wasbeurt nodig. Voor normaal en licht be‐ vuild wasgoed.
andere stoffen met «handwas»-symbool1).
maal gedragen.
Programma Programmabeschrijving
Outdoor
Gebruik geen wasverzachter en zorg ervoor dat er geen wasverzachter resten in de was‐ middeldoseerlade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sportkleding, waterbe‐ stendige en ademende jassen, jassen met een verwijder‐ bare fleecelaag of binnenvoering. De aanbevolen wasgoed‐
lading is 2,5 kg. Dit programma kan ook worden gebruikt als herstellende cy‐ clus voor waterafstootbaarheid, die bij uitstek geschikt is voor de behandeling van kleding met een waterafstotende laag. Ga voor deze herstelbehandeling van de waterafstootbaarheid als volgt te werk:
• Giet het wasmiddel in het vakje
• Schenk een speciaal herstellend middel voor waterafstoot‐
baarheid in het vakje voor de wasverzachter .
• Beperk de wasgoedlading tot 1 kg.
Om de waterafstotende behandeling verder te versterken dient u het wasgoed te drogen in een droger op het droogprogramma Outdoor (indien beschikbaar en indien het kledingstuk in de droger mag worden gedroogd).
NEDERLANDS 19
.
Jeans Denim kleding en jersey items. Normale vervuiling. Dit pro‐
gramma voert een behoedzame spoelfase uit die is ontwikkeld voor denim. Het vermindert vervaging en voorkomt dat was‐ poederresten op de vezels achterblijven.
Machine Clean Onderhoudscyclus met heet water om de trommel te reinigen
en op te frissen en resten te verwijderen die geuren kunnen veroorzaken. Gebruik deze cyclus voor de beste resultaten eenmaal per maand. Verwijder voordat u deze cyclus laat draaien alle voorwerpen uit de trommel. Zet in het wasfasevak van het wasmiddeldoseerbakje de flap van het vak recht omh‐ oog. Schenk in het wasfasevakje een kop bleekmiddel of was‐ machinereiniger. NIET beide tegelijkertijd gebruiken.
Na het reinigen van de trommel moet nog een spoelcyclus met een lege trommel zonder was‐ middel worden gedraaid om enige resten van bleekmiddel te verwijderen.
Pompen/Centrifugeren Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Om het
wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel te pom‐ pen.
1) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
www.aeg.com20
Programmatemperatuur, maximum centrifugetoerental en maximum belading
Programma Standaard tem‐
peratuur Temperatuurbe‐ reik
Referentie centrifu‐ geersnelheid Centrifugeersnel‐ heidsbereik
Maximale lading
Wasprogramma's
Eco 40-60
Katoen
1)
40 °C
60 °C - 30 °C
40 °C 95°C - Koud
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
2)
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
8 kg
8 kg
Synthetica
Fijne Was
Wol/Zijde
20 min. - 3 kg
Outdoor
Jeans
Machine Clean
40 °C 60 °C - Koud
30 °C 40 °C - Koud
40 °C 40 °C - Koud
30 °C 40 °C - 30 °C
30 °C 40 °C - Koud
40 °C 60 °C - Koud
60 °C
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
3 kg
2 kg
1,5 kg
3 kg
2,5 kg
1 kg
8 kg
-
3)
4)
NEDERLANDS 21
Programma Standaard tem‐
peratuur Temperatuurbe‐ reik
Pompen/Centrifugeren
1) Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild
katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐ gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'. De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐ meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de EU-regelgeving
1061/2010 is dit programma op 60 °C het «standaard 60°C katoenprogramma» en op 30 °C het «stan‐ daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver‐ bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangege‐ ven voor het geselecteerde programma.
3) Wasprogramma.
4) Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
-
Referentie centrifu‐ geersnelheid Centrifugeersnel‐ heidsbereik
1600 tpm
1600 tpm-
Maximale lading
8 kg
Compatibiliteit programma-opties
OPTIES
TPM
1)
Vlekken
Eco 40-60
PROGRAMMA
Katoen
Fijne Was
Synthetica
Wol/Zijde
Outdoor
20 min. - 3 kg
Jeans
Machine Clean
Pompen/Centrifugeren
www.aeg.com22
Eco 40-60
Katoen
PROGRAMMA
Fijne Was
Synthetica
Wol/Zijde
20 min. - 3 kg
Jeans
Outdoor
Machine Clean
OPTIES
Voorwas
Extra Spoelen
Alleen spoelen
Anti-Allergie
Tijd Besparen
2)
Startuitstel
Soft Plus
1) Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
2) Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is
mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma's
Programma Universeel
poeder
1)
Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐
Vloeistof voor ge‐ kleurde was
Fijne was en wol
Speciaal
sal)
Eco 40-60 -- --
Pompen/Centrifugeren
Katoen
Synthetica
Fijne Was
Wol/Zijde
20 min. - 3 kg
-- --
-- --
-- -- --
-- -- --
-- -- --
NEDERLANDS 23
Programma Universeel
1)
poeder
Outdoor
Jeans
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
-- -- --
-- --
▲ = Aanbevolen -- = Niet aanbevolen

9.2 Woolmark Apparel Care - Blauw

10. INSTELLINGEN

Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐ sal)
Vloeistof voor ge‐ kleurde was
De wolwascyclus van de machine is goedge‐ keurd door Woolmark voor het wassen van wollen kleding waarvan in het label staat dat het handwas is, op voorwaarde dat de kle‐ dingstukken worden gewassen volgens de in‐ structies op het label in het kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachine. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kle‐ ding. M1511 Het Woolmark-symbool is een certificerings‐ merk in vele landen.
Fijne was en wol
Speciaal

10.1 Veiligheid van kinderen

Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd TPM en Vlekken/Voorwas aan tot het
indicatielampje
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u toets Start/Pauze aanraakt:
alle knoppen en de programmaknop worden uitgeschakeld (behalve de toets Aan/Uit).
• Voordat u toets Start/Pauze aanraakt:
kan het apparaat niet starten. Het apparaat behoudt de keuze van deze optie nadat u het heeft uitgeschakeld.
aan/uit gaat.

10.2 Geluidssignalen

Voor het deactiveren van de geluidssignalen wanneer het programma voltooid is, raakt u gedurende 3 seconden tegelijkertijd toetsen Vlekken/ Voorwas en Anti-Allergie aan.
De geluidssignalen blijven werken als er een storing optreedt.

10.3 Permanent extra spoelen

Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie raakt u tegelijkertijd Temp. °C en TPM aan tot het relevante indicatielampje aan/uit gaat.
Het display toont boven de
www.aeg.com24

11. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT

1. Zorg ervoor dat alle transportbouten uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig is er dat de waterkraan openstaat.
3. Giet een kleine hoeveelheid wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .

12. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon (indien ingeschakeld). Het apparaat stelt automatisch een standaardprogramma voor. Het desbetreffende controlelampje gaat aan.
Het display geeft de maximale lading aan, de standaardtemperatuur, het standaard centrifugeertoerental, de faseaanduidingen die het programma heeft en de cyclusduur.
12.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de kleding goed, voordat u deze in het apparaat stopt.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
4. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed in de trommel en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken.
1
2
NEDERLANDS 25

12.3 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel) toevoegen

Vakje voor voorwasmiddel, weekprogramma of vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.

12.4 De stand van de klep controleren

1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te trekken.
3. Draai de klep omhoog om poederwasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op die u op de verpakking van het wasmiddel aantreft. We raden u wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid zal u echter de beste wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
www.aeg.com26
Met de klep in de stand OMLAAG:
• Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
• Giet niet meer vloeibaar wasmiddel in het vakje dan de limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase niet in.
• Stel de startuitstelfunctie niet in.
5. Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen blokkering veroorzaakt.

12.5 Een programma instellen

1. Draai de programmaknop op het gewenste wasprogramma. Het bijbehorende controlelampje gaat branden.
Het controlelampje van de knop Start/ Pauze knippert. Het display toont de maximaal bepaalde lading voor het programma, de standaardtemperatuur, het standaard centrifugeertoerental, de wasfaseaanduidingen (indien aanwezig) en een indicatieve programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de centrifugesnelheid te wijzigen, raakt u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in door de desbetreffende knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens aan in het display en de aangegeven informatie wijzigt.
Als een keuze niet mogelijk is, gaat het controlelampje niet aan en klinkt er een geluidssignaal.

12.6 Een programma starten met een uitgestelde start

1. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
indicatielampje
2. Druk op de knop Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start wordt op het display weergegeven. Als het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart.
De aanpassing door ProSense begint nadat het aftellen is beëindigd.
gaat aan.

Het annuleren van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel totdat het display
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om het programma onmiddellijk te starten.

Het wijzigen van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft.
NEDERLANDS 27
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om het aftellen opnieuw te laten beginnen.

12.7 Een programma starten

Raak toets Start/Pauze aan om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. Het programma start en de deur wordt vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in werking kort voordat het apparaat zich met water vult.
12.8 De ladingdetectie
ProSense
De programmaduur in het display is van toepassing op een middelmatige/grote lading.
Na aanraking van de toets Start/Pauze gaat de aanduiding voor de maximaal bepaalde lading uit, knippert de
aanduiding detectie van het wasgoed:
1. Het toestel detecteert de lading in de
eerste 30 seconden: de indicator en de tijdpuntjes flikkeren, de
trommel draait kort.
2. Aan het einde van de ladingdetectie
gaat de aanduiding uit en stoppen de tijdstippen met knipperen. De
programmaduur wordt overeenkomstig aangepast en kan worden verlengd of verkort. En na 30 seconden gaat de watertoevoer stromen.
In het geval er na de ladingdetectie een overladen trommel blijkt te zijn, zal het
lampje op het display knipperen:
In dit geval is het gedurende 30 seconden mogelijk het apparaat te pauzeren en de overtollige kledingstukken te verwijderen.
Raak na eenmaal de overtollige kleding te hebben verwijderd de toets Start/
en begint ProSense met
Pauze aan om het programma weer te starten. De fase ProSense kan tot driemaal toe worden herhaald (zie punt
1).
Belangrijk! Als het wasgoed niet wordt verminderd, gaat het wasprogramma ondanks teveel lading toch van start. In dit geval kunt u niet de beste wasresulaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start van het programma kan de programmaduur afhankelijk van de capaciteit van de wateropname van de stoffen weer worden aangepast.
De ProSense-detectie wordt alleen uitgevoerd met volledige wasprogramma´s (zonder gekozen overslafase).
12.9 Programmafase­indicatielampjes
Als het programma start, knippert de aanduiding van de draaiende fase en de andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de bijhorende aanduiding met knipperen en gaat continu branden. De volgende aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig:
.

12.10 Een programma onderbreken en de opties wijzigen

U kunt als een programma bezig is maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op toets Start/Pauze.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven informatie in het display wijzigt overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
www.aeg.com28

12.11 Een actief programma annuleren

1. Druk op de toets Aan/Uit om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Als de fase ProSense al is uitgevoerd en de toevoer van water al stroomt, begint het nieuwe programma
zonder de fase ProSense te herhalen. Het water en
het wasmiddel worden niet weggepompt om verspilling te voorkomen.
12.12 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en/of de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje van de deurvergrendeling uit.
Het programma of startuitstel gaat verder.
4. De deur kan worden geopend als het programma is voltooid of stel centrifugeren- of drainage­programma/optie en druk op de knop Start/Pauze .
12.13 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch. De geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
In het display gaat alle wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone .
Het lampje van de toets Start/Pauze gaat uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit-knop om het apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het programma schakelt energiebesparingsfuncie het apparaat automatisch uit.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste gekozen programma in het display weergegeven. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het wasmiddeldoseerbakje iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
2. Open de deur van het apparaat. Indien nodig kunt u items toevoegen of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de toets Start/Pauze .

12.14 Laat het water weglopen na afloop van de cyclus

Indien u een programma heeft gekozen of een optie die het water van de laatste spoelbeurt niet wegpompt, wordt het programma voltooid, maar:
NEDERLANDS 29
• Het display toont de aanduiding , de
optieaanduiding of en de aanduiding van vergrendelde deur
. Het indicatielampje van de
draaiende fase
• De trommel draait nog regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets TPM aan
om het centrifugeertoerental dat door het apparaat wordt voorgesteld te verlagen.
2. Druk op toets Start/Pauze:
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat het water weg en gaat centrifugeren.
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat alleen het water weg.
De optieaanduiding of gaat uit,
terwijl de aanduiding knippert en dan uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop voor Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
knippert.
Het apparaat zal hoe dan ook het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.

12.15 Stand-by-optie

De stand-by-functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
• Het apparaat is 5 minuten voordat u op de knop Start/Pauze drukt niet gebruikt. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het wasprogramma Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet door de stand-by-functie gedeactiveerd om u eraan te herinneren het water weg te pompen.

13. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet

• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren met de eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te wassen voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
www.aeg.com30
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters, linten en andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.

13.2 Hardnekkige vlekken

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
13.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere middelen die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur voor waspoeder met bleekmiddel voor witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max. 60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel of de andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( te overschrijden.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast, – het wasgoed licht vervuild is, – er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
• Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.

13.4 Milieutips

Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter harte te nemen
)
NEDERLANDS 31
Normaal vuile waskanzonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk programma is aangegeven, wordt het energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid voorgesteld door de producent van het wasmiddel en controleert u de waterhardheid van uw huishoudelijk systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het

13.5 Waterhardheid

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. In gebieden waar het water zacht is, is het gebruik van een waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
14.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de levensduur van uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de wasmiddeldispenser een beetje op een kier om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit de waterkraan en trek de stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas‐ beurt
Deurafdichting reini‐ gen
Eenmaal ter maand
Iedere twee maan‐ den
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
Wasmiddeldoseer‐ bakje reinigen
De filter van de af‐ voerpomp reinigen
De filter van de toe‐ voerslang en de klepfilter reinigen
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u elk onderdeel moet reinigen.

14.2 Vreemde voorwerpen verwijderen

Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen clip, knoppen, munten,
geselecteerde wasprogramma
voordat u uw was droogt in een wasdroger. Dit bespaart energie
tijdens het drogen!
den
Iedere twee maan‐ den
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en dat alle losse elementen zijn vastgebonden voordat u uw cyclus uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in 'Aanwijzingen en tips'.
www.aeg.com32
enz.) die u kunt vinden in de deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting met dubbele lip', 'De trommel reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem indien nodig contact op met een erkend servicecentrum.

14.3 Buitenkant reinigen

Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. Gebruik geen schuursponsjes of krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten.
LET OP!
Reinig de metalen oppervlakken niet met een reinigingsmiddel op chloorbasis.

14.4 Ontkalken

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al wateronthardende middelen, maar we raden aan af en toe een cyclus te draaien met een lege trommel en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14.5 Onderhoudswasbeurt

Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Selecteer het katoenprogramma met de hoogste temperatuur of gebruik, indien beschikbaar, het programma Machine Clean. Voeg een kleine hoeveelheid waspoeder toe aan de lege trommel om achtergebleven resten weg te spoelen.

14.6 Deurrubber

Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die van de kleding vallen met het water kunnen worden afgevoerd. Controleer regelmatig de afdichting. Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen kunnen aan het einde van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14.7 De trommel reinigen

Controleer de trommel regelmatig om roestdeeltjes te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
2. Laat een kort katoenprogramma op
hoge temperatuur draaien of gebruik, indien beschikbaar, programma Machine Clean. Voeg een kleine hoeveelheid waspoeder toe aan de lege trommel om achtergebleven resten weg te spoelen.
14.8 Het
1
2
wasmiddeldoseerbakje reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd wasmiddel of geklonterde wasverzachter en/of schimmelvorming in de wasmiddellade te voorkomen dient u af en toe de volgende reinigingsprocedure uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals aangegeven in de afbeelding naar beneden en trek de lade uit.
2. Verwijder het bovenste deel van het additievencompartiment om reiniging te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel volledig is verwijderd uit het bovenste en onderste gedeelte van de holte. Gebruik een klein borsteltje om de holte te reinigen.
NEDERLANDS 33
3. Spoel de wasmiddellade uit onder stromend warm water om eventuele sporen van opgehoopt wasmiddel te verwijderen. Plaats het bovenste gedeelte na reiniging terug op zijn plek.
4. Plaats de wasmiddellade in de geleiders en sluit de lade. Draai het spoelprogramma zonder kleding in de trommel.

14.9 Afvoerpomp reinigen

WAARSCHUWING!
Haal de netstekker uit het stopcontact.
1
2
1
2
www.aeg.com34
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
• Het water wordt niet afgepompt uit de machine.
• De trommel niet ronddraait.
• De machine maakt abnormale geluiden wegens blokkering van de afvoerpomp.
• Het display toont de alarmcode .
WAARSCHUWING!
• Verwijder het filter niet als de machine in werking is.
• Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot het water is afgekoeld
Voor reiniging van de pomp gaat u als volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
4. Draai het filter 180 graden naar links om het te openen, zonder verwijdering. Laat het water wegstromen.
5. Als de bak vol is met water, draait u het filter terug en leegt u de bak.
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er geen water meer uitloopt.
2. Plaats een geschikte bak onder de afvoerpompopening om het afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen als u het filter verwijdert.
7. Draai het filter naar links om het te verwijderen.
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen en andere voorwerpen uit de filterholte.
9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als
hij niet roteert: neem contact op met
2
1
2
1
1
2
3
een erkend servicecentrum.
NEDERLANDS 35
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal geleidingen door hem met de klok mee te draaien. Zorg ervoor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.

14.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen

Het wordt aanbevolen beide filters van de toevoerslang en -klep geregeld te reinigen ter verwijdering van aanslag dat met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de kraan en reinig het filter.
2. Verwijder de toevoerslang van het apparaat door de ringmoer los te draaien.
12. Sluit het pompdeksel.
3. Reinig het klepfilter aan de achterzijde van het apparaat met een tandenborstel.
45°
20°
www.aeg.com36
4. Draai de slang bij het weer aansluiten op het apparaat naar links of rechts (niet in verticale positie) afhankelijk van de positie van uw waterkraan.

14.11 Noodafvoer

Als het apparaat het water niet kan wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo nodig schoon.

14.12 Voorzorgsmaatregelen bij vorst

Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek waar de temperatuur 0°C of daaronder kan bereiken, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.

15. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

15.1 Alarmcodes en mogelijke storingen

Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de Start/Pauze -knop continu knipperen:
Probleem Mogelijke oplossing
• Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Het apparaat wordt niet goed gevuld met water.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐ selijke waterleidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers‐ lang aanwezig zijn.
• Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Het apparaat pompt geen water weg.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐ dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder af‐ voerfase instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen waarbij water in de kuip blijft.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
De deur is open of niet goed gesloten.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
Interne fout. Geen communicatie tussen elektronische elemen‐
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een erkend servicecentrum.
ten van de machine.
• Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
De stroomtoevoer is niet stabiel.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem
Het beschermingssys‐
contact op met een erkend servicecentrum.
teem tegen waterlek‐ kage is aan.
NEDERLANDS 37
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst. Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de wasmachine.
www.aeg.com38
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge‐
Het programma start
niet.
brand.
• Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
• Schakel het kinderslot uit.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
De machine vult zich met water en pompt dit
• Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
direct weg.
• Stel het centrifugeerprogramma in.
De centrifugeerfase werkt niet of de wasfa‐ se duurt langer dan normaal.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐ dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor‐ zaakt door problemen met de balans.
• Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zit‐ ten en dat er geen lekken zijn.
Er ligt water op de vloer.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be‐ schadigd zijn.
• Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid ge‐ bruikt.
• Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met water in de trommel.
• Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water
U kunt de deur van het apparaat niet openen.
in de trommel bevindt.
• Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
• Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecen‐ trum.
• Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-in‐
De machine maakt ab‐ normale geluiden en trilt.
structies'.
• Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur neemt toe of neemt af tijdens het draaien van het programma.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aan‐ passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐ dingsdetectie ProSense System' onder het hoofdstuk 'Dage‐ lijks gebruik'.
Probleem Mogelijke oplossing
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Het wasresultaat is niet bevredigend.
Te veel schuim in de trommel tijdens de wascyclus.
Na de wascyclus is er wat wasmiddel achter‐ gebleven in de was‐ middellade.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd servicecentrum. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
• U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed gehaald.
• Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de hoeveelheid wasgoed.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐ gens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.

16. VERBRUIKSWAARDEN

16.1 Inleiding

NEDERLANDS 39
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen om een geleidelijke overgang van een verordening naar de andere te bevorderen:
• Verordening EU 1061/2010, geldig tot 28 februari 2021, heeft betrekking op de energie­efficiëntieklassen van A+++ tot D,
• Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft betrekking op de energie­efficiëntieklassen van A tot G vastgesteld door Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
www.aeg.com40
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.

16.2 Legenda

kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifu‐
geersnelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u de standaardinstelling van een programma wijzigt.

16.3 Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie

Eco 40-60 pro‐ gramma
Volledige belading 8 0.965 60 3:30 50 44 1551
Halve belading 4 0.620 45 2:40 50 36 1551
Kwartbelading 2 0.260 35 2:40 54 24 1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
1)
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
0,30 0,30 4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.

16.4 In overeenstemming met Verordening 1061/2010

NEDERLANDS 41
Uitgestelde start
(W)
Standaard katoenprogram‐ ma's.
Voor standaard 60°C katoen: Stel Eco 40-60 in op 60°C
Voor standaard 60°C katoen: Stel Eco 40-60 in op 60°C
Voor standaard 40°C katoen: Stel Eco 40-60 in op 30°C
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0,30 0,30
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG.
Lading (kg)
Energie‐ verbruik (kWh)
8 0,75 52 280 44
4 0,51 40 250 44
4 0,50 40 250 44
Waterver‐ bruik (li‐ ter)
Gemid‐ delde pro‐ gramma‐ duur (mi‐ nuten)
Reste‐ rend vocht
(%)
16.5 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
1)
Programma
2)
Katoen 95°C
Katoen 60°C
kg kWh Liter u:mm % °C
8 2.45 80 4:05 44 85 1600
8 1.75 75 3:50 44 55 1600
tpm
1)
1
2
1
2
3
www.aeg.com42
Programma
Katoen 20°
3)
20°C
Synthetica 40°C
Fijne Was
4)
30°C
Wol/Zijde 30°C
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kg kWh Liter u:mm % °C
8 0.30 75 2:50 44 20 1600
3 0.60 55 2:15 35 40 1200
2 0.40 50 1:15 35 30 1200
1,5 0.30 60 1:05 30 30 1200

17. SNELSTARTGIDS

17.1 Dagelijks gebruik

tpm
1)
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de waterkraan open.
Doe het wasgoed in de machine.
Plaats het wasmiddel en andere behandelmiddelen in de juiste vakken van de wasmiddeldoseerbakje.
1. Druk op de Aan/Uit toets om het
apparaat aan te zetten. Draai de
2. Stel de gewenste opties (1) in met de corresponderende tiptoetsen. Om het programma te starten, drukt u op de
Start/Pauze -toets (2).
3. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma het wasgoed er uit.
Druk op de Aan/Uit -toets om het apparaat uit te zetten.
programmaknop om het gewenste wasprogramma in te stellen.

17.2 Reinigen van het afvoerpompfilter

1 32
180˚
2
1
Reinig het filter regelmatig en in het
bijzonder als de alarmcode op het display verschijnt.

17.3 Programma’s

Programma’s Lading Productbeschrijving
Eco 40-60 8 kg
Wit en bont katoen. Normaal vervuilde kleding‐ stukken.
NEDERLANDS 43
Katoen
Synthetica
Fijne Was
Wol/Zijde
20 min. - 3 kg
Outdoor
Jeans
Machine Clean
Pompen/Centrifugeren
1) Wasprogramma.
2) Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
8 kg Wit en bont katoen.
3 kg Synthetische of gemengde stoffen.
2 kg
1,5 kg
3 kg
2,5 kg
1 kg
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyes‐ ter.
Machinewasbare wol, handwasbare wol en fijne was.
Synthetische en gemengde weefsels. Licht ver‐ vuilde en op te frissen kleding.
1)
Moderne outdoorsportkleding.
2)
8 kg Jeanskleding en jersey items.
Onderhoudscyclus voor het schoonmaken van
­de trommel.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐
8 kg
fen. Programma voor centrifugeren en wegpom‐ pen van water.
www.aeg.com44
18. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
www.aeg.com/shop
192919361-A-292020
Loading...