Aeg L6FBNAUTO, 914 915 130 User Manual [nl]

Page 1
USER MANUAL
L6FBNAUTO
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
Page 2
My AEG Care app
www.aeg.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 8
5. MONTAGE ...........................................................................................................9
6. ACCESSOIRES.................................................................................................. 13
7. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................14
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.........................................................................22
9. DE AUTODOSE TECHNOLOGIE (AUTOMATISCH DOSEREN)...................... 22
10. PROGRAMMA’S...............................................................................................29
WIFI - CONNECTIVITEITSINSTELLING.....................................................34
12. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................... 36
13. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................41
14. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................43
15. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................51
16. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................55
17. SNELSTARTGIDS............................................................................................57
18. MILIEUBESCHERMING................................................................................... 58
Page 3
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
NEDERLANDS 3
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
Page 4
www.aeg.com4
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
keukenruimten van personeel in winkels, kantoren
en andere werkruimten;
door gasten in hotels, motels, bed & breakfast en
andere woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
De maximale lading van het apparaat is 9 kg.
Overschrijd de maximale belading van elk programma niet (zie het hoofdstuk 'Programma's').
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
Page 5
NEDERLANDS 5
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
met elektriciteit te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de transportbouten, inclusief de rubberen mof met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren.
• Als het apparaat op zijn permanente plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes hier dan op af.
• Installeer het apparaat niet direct boven de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en stel het niet bloot aan overmatige vochtigheid.
Page 6
www.aeg.com6
• Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is ontworpen om te worden geïnstalleerd/aangesloten op een aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Wateraansluiting

• Het toevoerwater mag niet warmer zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet je, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het mogelijk dat je water uit de afvoerslang ziet stromen. Dit komt door het testen met water van het apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie bereikbaar is.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan rubberen onderdelen van de wasmachine beschadigen. Was dergelijke stoffen met de hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
• Raak de glazen deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd.

2.5 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
Page 7
NEDERLANDS 7
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: motor- en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel, pompen, schokdempers en veren, wastrommel, trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware met inbegrip van resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen, andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage, plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).

3. TECHNISCHE GEGEVENS

Afmetingen Breedte / hoogte / totale
diepte
Elektrische aansluiting Spanning
Totaal vermogen Zekering Frequentie
Beschermingsniveau tegen binnendringen van vaste deel‐ tjes en vocht door het beschermende deksel, behalve waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming te‐ gen vocht heeft
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
Watertoevoer
Maximale belasting Katoen 9 kg
1)
59.7 cm /84.7 cm /66.0 cm
230 V 2200 W 10 A 50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa) 10 bar (1,0 MPa)
Koud water
Page 8
1
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
www.aeg.com8
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel‐
heid
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' schroefdraad.
1351 tpm

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

4.1 Speciale functies

Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag water-, energie- en wasmiddelverbruik en een milde behandeling van het wasgoed.
• De AutoDose-technologie geeft
automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel af afhankelijk van de lading; de lade heeft twee geïntegreerde tanks (wasmiddel + wasverzachter) en twee extra compartimenten voor handmatige lading van wasmiddel en additieven. Ze geeft de hoogste gebruiksflexibiliteit.
• Met de Wi-Fi-verbinding en Starten
op afstand-functie kunt u een cyclus

4.2 Apparaatoverzicht

starten, met uw wasmachine communiceren en de status van de wascyclus controleren via afstandsbediening.
• De ProSense-technologie detecteert binnen 30 seconden de hoeveelheid wasgoed die bepalend is voor de duur van het programma. Het wasprogramma wordt nauwkeurig afgestemd op de wasbelasting en het type wasgoed zonder meer tijd-, energie- en water te verbruiken dan strikt noodzakelijk is.
• De Intensief-optie voorbehandelt hardnekkige vlekken en optimaliseert zo de effectiviteit van de wasprestaties.
Bovenblad
1
Wasmiddellade met AutoDose-tanks
2
en handmatige compartimenten
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Page 9
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A B C
Prod.No.
D
1
2
NEDERLANDS 9
Filter afvoerpomp
6
Voetjes voor het waterpas zetten van
7
het apparaat Afvoerslang
8
Aansluiting van de watertoevoerslang
9

5. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Uitpakken

1. Open de deur. Haal al het wasgoed uit de trommel.
Netsnoer
10
Transportbouten
11
Slangensteun
12
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A), het productnummer (B), de elektrische classificaties (C) en het serienummer (D).
LET OP!
Leg de wasmachine niet op zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders.
Accessoires die bij het apparaat worden geleverd, kunnen per model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de vloer achter het apparaat en leg het voorzichtig op de achterzijde. Verwijder de polystyreenbescherming van de onderkant.
WAARSCHUWING!
U kunt het water in de afvoerslang zien stromen. Dit komt doordat de wasmachine in de fabriek is getest.
4. Verwijder de drie bouten met de sleutel die bij het apparaat geleverd
Page 10
x4
www.aeg.com10
is. Trek de bouten met de plastic tussenstukken eruit.
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u het apparaat gaat verplaatsen.
5. Plaats de plastic doppen, die u in de zak met de gebruiksaanwijzing aantreft, in de openingen.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om deze waterpas te stellen.
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan.
Een juiste afstelling van het apparaat voorkomt trillingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf is.
5.2 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de vloerbedekking de luchtcirculatie onder het apparaat niet stopt. Zorg ervoor dat het apparaat geen muren of andere apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas te zetten.
Als het apparaat op een plint wordt geïnstalleerd of als er een wasdroger op de wasmachine wordt gezet, maak dan gebruik van de accessoires die in het hoofdstuk 'Accessoires' worden beschreven. Lees de met de accessoires en het apparaat meegeleverde instructies zorgvuldig door.
Page 11
20º20º
45º45º
A
NEDERLANDS 11

5.3 De toevoerslang

1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links afhankelijk van de positie van de waterkraan.
Zorg ervoor dat de toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4'­schroefdraad.
WAARSCHUWING!
Het toevoerwater mag niet warmer zijn dan 25 °C.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.

5.4 Waterstop

De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de erkende klantenservice om de slang te laten vervangen.

5.5 Waterafvoer

De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats hem rond de plastic slanggeleider.
Page 12
www.aeg.com12
2. Aan de rand van een gootsteen ­Maak de geleider vast aan de waterkraan of aan de wand.
Zorg dat de plastic geleider niet kan bewegen als het apparaat water afvoert.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de afvoerslang niet in water is ondergedompeld. Er kan een vuil water teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een ventilatiegat - Steek de afvoerslang direct in een afvoerleiding. Zie de illustratie.
Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp (min. 38 mm ­min. 1.5") groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet (zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de standpijp plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan een gootsteenafvoer - Doe de afvoerslang in de gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem. Zie de illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de kamerwanden zet vast met een
klem.
Page 13

5.6 Elektrische aansluiting

Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van het apparaat en het hoofdstuk 'Technische gegevens' geven de benodigde elektrische waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.

6. ACCESSOIRES

NEDERLANDS 13
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.

6.1 Verkrijgbaar op www.aeg.com/shop of bij een erkende dealer

Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door.
Alleen geschikte accessoires die door AEG zijn goedgekeurd waarborgen de veiligheidsnormen van het apparaat. Als niet­goedgekeurde onderdelen worden gebruikt, worden alle claims ongeldig verklaard.

6.2 Set bevestigingsplaatjes

Als u het apparaat op een plint installeert die geen accessoire is meegeleverd bij AEG, zet het apparaat dan vast in de bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door.

6.3 Tussenstuk

De droogtrommel kan uitsluitend op de wasautomaat worden gezet met gebruik van het juiste tussenstuk.
Page 14
2
3
6
12 11 10 8
1
4
5
7
9
1
2
3
www.aeg.com14
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet onder de wasautomaat. Controleer of het tussenstuk compatibel is door de diepte van uw apparaten op te meten.

7. BEDIENINGSPANEEL

7.1 Beschrijving bedieningspaneel

Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de compatibiliteit tussen opties en wasprogramma's in de paragraaf “AutoDose en opties inzake compatibiliteit met programma's” in het hoofdstuk “Programma's”. Een optie kan een andere uitsluiten. In zo'n geval staat het apparaat niet toe dat u de onverenigbare opties samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.
Programma‐ keuzeknop
Display
AutoDose Tip‐ toets vloeibaar wasmiddel
Voor het selecteren van het gewenste wasprogramma. Raad‐ pleeg het hoofdstuk “Programma's” voor meer informatie.
Het verstrekt informatie over het instellingsprogramma. Raad‐ pleeg het hoofdstuk “Display” voor meer informatie.
Voor het activeren en deactiveren van de automatische lading van wasmiddel. Raadpleeg het hoofdstuk "The AutoDose Technology (Automatisch doseren)" voor meer informatie.
Page 15
4
AutoDose Tip‐
5
6
toets wasver‐ zachter
Extra aanraak‐ toets
NEDERLANDS 15
Voor het activeren en deactiveren van de automatische lading van wasmiddel. Raadpleeg het hoofdstuk "The AutoDose Technology (Automatisch doseren)" voor meer informatie.
Druk meerdere malen op deze knop om een van de volgende twee opties te activeren:
• Extra Spoelen -optie Deze optie voegt een paar koude spoelgangen toe aan het ge‐ kozen wasprogramma. Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor was‐ middelresten en in gebieden waar het water erg zacht is.
Deze optie verlengt de duur van het program‐ ma enigszins.
• Wasfase overslaan - Alleen spoelen optie Het apparaat voert alleen de spoelgang, het centrifugeren en het wegpompen van het water van het gekozen programma uit.
De overeenkomstige aanduiding boven de aanraakknoppen brandt.
Start/Pauze aanraaktoets
Raak deze toets aan om het apparaat te starten, te pauzeren of het draaiende programma te onderbreken.
Page 16
7
www.aeg.com16
Druk meerdere malen op deze knop om een van de twee of beide opties te activeren. Het relevante controlelampje gaat branden.
Intensief
Door deze optie in te stellen, verschijnt de indicator dicht bij het wasmiddelsymbool en zal het apparaat automatisch een extra hoeveelheid wasmiddel doseren wanneer de automati‐ sche wasmiddeltank is ingeschakeld.
Als de automatische wasmiddeltank is uitgeschakeld, is het mogelijk om deze optie uit te voeren zoals in de traditionele
Intensief/Voor‐ was aanraak‐ toets
wasmachine door het vullen van wasmiddel of additief in het handmatige compartiment.
Als u op de knop van de wasmiddeltank drukt terwijl de optie Intensief actief is, wordt de Au‐ toDose-functie uitgeschakeld, maar de optie Intensief blijft actief in de handmatige modus.
Voorwas Gebruik deze functie om een voorwasfase op 30°C toe te voe‐ gen voor de wasfase. Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed, met in het bijzonder zand, stof, modder en andere vaste deel‐ tjes.
Bij het selecteren van een voorwasfase en als AutoDose actief is, zal het apparaat het was‐ middel automatisch doseren. Als AutoDose uitgeschakeld is, doet u het wasmiddel/additief in een wasbolletje in de trommel.
Deze optie kan de duur van het programma ver‐ lengen.
Page 17
8
Op afstand/
9
Startuitstel tip‐ toets
Tijd besparen aanraaktoets
NEDERLANDS 17
Druk meerdere malen op deze knop om een van de twee of beide opties te activeren. Het overeenkomstige controlelampje gaat branden op het display.
Op afstand Selecteer deze optie om het apparaat met de app te verbin‐ den. Raak deze knop aan, op het display gaat het controlelampje
een paar seconden knipperen.
Na het aanraken van de toets Start/Pauze , verschijnt op het
display het controlelampje
en is de Op afstand bevestigd.
Wanneer u de toets Start/Pauze aanraakt na‐
dat het controlelampje stopt met knippe‐ ren, wordt de Starten op afstand-functie niet geactiveerd, maar start het ingestelde pro‐ gramma.
Startuitstel Met deze optie kunt u het starten van een programma uitstel‐ len naar een handiger tijdstip. Druk herhaaldelijk op de knop om de gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal 20 uur. Na het aanraken van de toets Start/Pauze verschijnt op het
display het controlelampje en de gekozen uitsteltijd en be‐ gint het apparaat af te tellen.
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten:
Dagelijks Bij normaal of licht vervuild wasgoed wordt het aanbevolen het wasprogramma in te korten. Raak deze knop eenmaal aan om de tijdsduur te verminderen.
Supersnel Raak bij een kleinere lading deze knoptweemaal aan om een extra kort programma in te stellen.
Page 18
10
www.aeg.com18
Als u een programma instelt, kiest het apparaat automatisch het maximale centrifugeersnelheid. Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Verlaag de centrifugeersnelheid.
Het display toont alleen de centrifugeersnelhe‐ den die voor het ingestelde programma be‐ schikbaar zijn.
Activeer de optie Spoelstop. Het laatste spoelwater wordt niet weggepompt, om te voorko‐ men dat het wasgoed kreukt. Het wasprogramma eindigt met water in de trommel en de laatste centrifugeerfase wordt niet uitgevoerd.
Op het display verschijnt het controlelampje . De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te be‐ perken. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen ope‐ nen.
Centrifugeren aanraaktoets
Tik op de toets Start/Pauze: het apparaat voert de centrifu‐ geerfase uit en pompt het water weg.
Activeer de Extra stil-optie. Alle centrifugefasen (tussendoor en de laatste centrifugeerfa‐ se) worden overgeslagen en het programma eindigt met water in de trommel. Zo wordt voorkomen dat de was kreukt. Omdat dit programma heel stil is, is het geschikt voor nachte‐ lijk gebruik als er goedkopere stroomtarieven beschikbaar zijn. Bij sommige programma's wordt voor de spoelingen meer wa‐ ter gebruikt.
Op het display verschijnt het controlelampje . De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te be‐ perken. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen ope‐ nen. Tik op de toets Start/Pauze -toets :het apparaat voert alleen de wegpompfase uit.
Het apparaat zal het water na circa 18 uur au‐ tomatisch uit het apparaat wegpompen.
Page 19
11
12
Temperatuur aanraaktoets
Aan/Uit druk‐ knop
NEDERLANDS 19
Met de tiptoets Centrifugeren kunt u ook het volgende instellen:
Alleen waterafvoer
Activeer de optie alleen drogen (overslaan van de was-, spoel- en centrifugeerfasen):
Het apparaat voert alleen de pompfase van het gekozen was‐ programma uit.
Het display toont de aanduiding (koud), en de aanduiding
(niet centrifugeren) en de aanduiding .
Alleen centrifugeren
Activeer de optie alleen centrifugeren (overslaan van de was- en spoelfasen):
Kies voordat u deze optie instelt een geschikt wasprogramma voor de kledingstukken. Het apparaat voert de meest geschikte centrifu‐ geercyclus uit om uw kleding te verzorgen (bijv. voor synthetische items, kies eerst het wasprogramma Synthetica en daarna de optie Alleen centrifugeren).
Het apparaat voert alleen de centrifugeerfase van het gekozen wasprogramma uit.
Het display toont de aanduiding
duiding en de centrifugeersnelheid.
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch een standaard temperatuur voor. Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat de gewenste tempera‐ tuur op het display verschijnt.
Als het display de volgende aanduidingen en weergeeft, verwarmt het apparaat het water niet.
Druk een paar seconden op deze knop te drukken kunt u het ap‐ paraat in- of uitschakelen. Er klinken twee verschillende geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
(koud), en de faseaan‐
Omdat de stand-by-functie het apparaat automa‐ tisch uitschakelt om het energiegebruik in een aantal gevallen te beperken, moet u het apparaat wellicht weer inschakelen. Raadpleeg de paragraaf "Stand-by-optie" in het hoofdstuk "Dagelijks gebruik" voor meer informa‐ tie.
Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt u permanent een extra spoelbeurt instellen. Om deze optie te activeren/deactiveren raakt u de knop Centri‐ fugeren en de knop Intensief/Voorwas tegelijkertijd aan, waarna
het desbetreffende controlelampje aan/uit gaat over het spoelfasesymbool. Deze optie voegt twee spoelingen toe.
Page 20
www.aeg.com20
Kinderslot
Geluidssignalen
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedie‐ ningspaneel spelen. Om deze optie te activeren/deactiveren raakt u de knop Inten‐ sief/Voorwas en de knop Extra tegelijkertijd aan, totdat het contro‐
lelampje aan/uit gaat op het display. U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u op de knop Start/Pauze hebt gedrukt, worden alle knoppen en het programmakeuzewiel gedeactiveerd (behalve de knop Aan/Uit ).
• Voordat u drukt op de knop Start/Pauze : het apparaat kan niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van deze optie nadat u het heeft uitgeschakeld.
Dit apparaat is uitgevoerd met verschillende geluidssignalen, die werken als:
• u het apparaat activeert (speciale korte toon).
• u het apparaat deactiveert (speciale korte toon).
• u een toets aanraakt (klikgeluid).
• u een foutieve keuze maakt (3 korte tonen).
• Het programma voltooid is (gedurende 2 minuten opeenvol‐ gende geluiden).
• Het apparaat een storing ondergaat (gedurende 5 minuten op‐ eenvolgende geluiden).
Voor het activeren/deactiveren van de geluidssignalen wanneer het programma voltooid is, raakt u gedurende 6 seconden tegelij‐ kertijd toets Intensief/Voorwas en Startuitstel aan.
Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt.

7.2 Display

Lampje maximum belading. De aanduiding knippert tijdens de la‐ dingbepaling van het wasgoed (raadpleeg paragraaf ProSense-lading‐ detectie) .
Page 21
ml
NEDERLANDS 21
Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Het knippert als de hoe‐ veelheid wasgoed de aangegeven lading overschrijdt.
Controlelampje verbinding op afstand.
Controlelampje Wi-Fi-verbinding.
Controlelampje klep gesloten.
Controlelampje uitgestelde start.
Het controlelampje kan aangeven:
• Duur van het programma (bijv. ).
• Vertragingstijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
).
• Waarschuwingscode (bijv. ).
Indicator van wasfase. Deze knippert tijdens de voorwas en de wasfa‐ se.
Controlelampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
De aanduiding verschijnt als de Extra spoelen-optie geactiveerd wordt
Centrifuge en afvoer indicator. Knippert tijdens het centrifugeren en af‐ voeren.
Controlelampje trommelreiniging. Dit is een aanbeveling om de trom‐ melreiniging uit te voeren.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Controlelampje toerental.
Controlelampje spoelstop.
Controlelampje Extra stil.
Controlelampje temperatuur. Het controlelampje gaat branden als koude was gekozen is.
Hoeveelheidsindicator vloeistofadditieven (zie paragraaf "De AutoDo‐ sis").
AutoDose reservoir vloeibaar wasmiddel. Wanneer het oplicht, doseert het apparaat automatisch de hoeveelheid wasmiddel.
AutoDose controlelampje reservoir wasverzachter. Wanneer het oplicht, doseert het apparaat automatisch de hoeveelheid wasverzachter.
AutoDose -status controlelampje. Het licht op wanneer de AutoDose­functie voor toevoegingsmiddelen is uitgeschakeld.
Page 22
www.aeg.com22
Controlelampje van gekoppelde modus. Het licht op wanneer beide compartimenten zijn gekoppeld en met hetzelfde wasmiddel zijn gevuld. AutoDose-functie voor verzachter is uitgeschakeld.
Deze controlelampjes verschijnen naast controlelampjes van de was‐
middeltank de automatische dosering van het wasmiddel of de wasverzachter.
en verzachtertank bij het verhogen of verlagen van

8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK

Tijdens de installatie of voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u wat water in het apparaat waarnemen. Dit is restwater dat in het apparaat is achtergebleven nadat in de fabriek een volledige functietest werd uitgevoerd om te garanderen dat het apparaat in perfect functionerende staat aan de klant wordt geleverd en is geen reden voor ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig is er dat de waterkraan openstaat.
3. Zorg ervoor dat u de AutoDose-tanks
vult met vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter . Raadpleeg de paragraaf "AutoDose basisinstellingen" in het hoofdstuk "De AutoDose technologie".
4. Giet 2 liter water in de trommel.
Deze handeling activeert het afvoersysteem.
5. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed in de trommel en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.

9. DE AUTODOSE TECHNOLOGIE (AUTOMATISCH DOSEREN)

Lees dit hoofdstuk aandachtig.

9.1 Inleiding

De juiste dosering wasmiddel en wasverzachter zorgt voor een betere verzorging van de was en zorgt voor goede wasprestaties.
Te veel wasmiddel beschadigt uw kleding en te weinig zorgt niet voor goede wasprestaties.
Dit apparaat is uitgerust met een automatisch doseersysteem dat automatisch de juiste dosering wasmiddel en wasverzachter kan leveren
om de integriteit van de stof en de kleurhelderheid te behouden.
AutoDose -wasmiddeltank.
AutoDose reservoir wasverzachter.
Page 23
Manual
Aut oDose
(Manual)
NEDERLANDS 23
Het apparaat is door de fabriek vooraf ingesteld zodat het geschikt is voor de meeste gebruikersgewoonten.
Zodra het programma is gestart, zal het apparaat automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel en verzachter vrijgeven, afhankelijk van de werkelijke wasgoedlading, als de controlelampjes
en/of op het display branden.
In sommige programma is AutoDose UIT (OFF is aan
en de controlelampjes
en/of zijn uit in het display) omdat er kledingstukken zijn die speciale wasmiddelen of behandelingen vereisen. Wanneer OFF aan is, giet u het wasmiddel en andere behandelingen in het juiste handmatige vulcompartiment. Raadpleeg “AutoDose en opties compatibiliteit met programma's” in het hoofdstuk “Programma's”.
Verdere uitleg over AutoDose en activering van geavanceerde instellingen is beschikbaar bij het downloaden van de APP.
Als een van de AutoDose-tanks of beide tanks uitgeschakeld zijn (OFF )
in het ingestelde programma, worden het vloeibare wasmiddel en wasverzachter automatisch geladen.
WAARSCHUWING! Plaats geen waspoeder in het AutoDose­compartment.
AutoDose tanks voor
vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter
.
Handmatig compartiment voor wasfase. waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.

9.2 Wasmiddellade met AutoDose-tanks en handmatige compartimenten

Volg bij het gebruik van wasmiddelen en andere behandelingen altijd de aanwijzingen op de verpakking van de wasproducten. Hoe dan ook adviseren we om het aangegeven maximumniveau in elk vakje
niet ( ) te overschrijden.
Als beide AutoDose-tanks zijn ingeschakeld in het ingestelde
programma, worden het vloeibare wasmiddel en de wasverzachter automatisch geladen.
Page 24
Manual
www.aeg.com24
Zorg er bij gebruik van vloeibare wasmiddelen voor dat het speciale
bakje voor vloeibare wasmiddelen is
geplaatst. Zie de paragraaf “Wasmiddel en additieven handmatig vullen” in dit hoofdstuk. De container voor vloeibaar wasmiddel wordt in de trommel geleverd.
Handmatig compartiment voor vloeibare additieven (wasverzachter, wasconditioner, stijfsel).
Maximumniveau voor
hoeveelheid wasmiddelen/additieven.

9.3 AutoDose basisinstellingen

De vooraf ingestelde fabrieksdoseringen voor een grote lading zijn 90 ml voor wasmiddeltank en 25 ml voor wasverzachtertank: de optimale configuratie om aan de meeste gebruiksomstandigheden te voldoen. Op basis van deze instelling berekent het apparaat de exacte dosering voor elke wasbeurt.
Echter, onder extreme omstandigheden (zeer zacht of zeer hard water) en met een bepaald type wasmiddel (zoals supercompact), raden we aan om de vooraf ingestelde dosering aan te passen door de aanduiding op de wasmiddel- en wasverzachtercontainer te volgen: bij
gebruik van supercompact wasmiddel kan het nodig zijn om de vooraf ingestelde dosering aanzienlijk te verlagen.
Als de wasresultaten niet bevredigend zijn of er te veel schuim is tijdens het wassen, moet u deze fabrieksinstelling mogelijk wijzigen. Lees in de paragraaf ‘AutoDose configuratiemodus’ hoe u de basisinstelling wijzigt, maar doe eerst de volgende zaken:
1. Identificeer het
waterhardheidsniveau.
Controleer de waterhardheid in uw omgeving. De niveaus worden over het algemeen aangeduid als: zacht, medium en hard. Neem indien vereist contact op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf voor info over de hardheid in uw regio.
2. Identificeer de aangepaste
dosering van het wasmiddel.
Controleer het etiket in de wasmiddel-/wasverzachter­containers met de suggestie van de te gebruiken hoeveelheid. Deze suggestie wordt gemeten door drie verschillende factoren te combineren:
• Waterhardheidsniveau (zie onderstaande tabel);
• Normaal vervuilingsniveau;
• Nominale capaciteit van het apparaat (bv. maximaal laadvermogen 9 kg). Als de nominale capaciteit op de productcontainer verwijst naar apparaten met een lagere capaciteit, moet de aangepaste dosering worden verhoogd.
Waterhardheidsniveaus
Niveaus Waterhardheidsklasse
1)
°f
Zacht <15 <8 <10 <1,4 <140
Medium
4)
15 - 25 8 - 14 0 - 17 1,5 - 2,5 150 - 250
2)
°d
3)
°e
mmol/l ppm
Page 25
Niveaus Waterhardheidsklasse
NEDERLANDS 25
1)
°f
Hard >25 >14 >17 >2,5 >250
1) Franse graden
2) Duitse graden
3) Engelse graden
4) Fabrieksinstelling geschikt voor de meeste gebruiksomstandigheden.
9.4 AutoDose
configuratiemodus
2)
°d
3)
°e
mmol/l ppm
tank is uitgeschakeld of toont het tanklampje wanneer deze is ingeschakeld.
Ga naar de AutoDose­configuratiemodus voordat u verder gaat met het instellen van een programma. De configuratiemodus kan mogelijk tijdelijke instellingen annuleren.
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
2. Wacht circa 10 seconden voor een
interne controle van het apparaat.
3. Om in de configuratiemodus te
komen, houdt u de Temperatuur en de Centrifugeren-knoppen gedurende een paar seconden tegelijkertijd ingedrukt totdat op het
display de links in het display
5. Om de basisdosering in te stellen, raakt u de bijbehorende tankknoppen aan totdat de standaarddosering van wasproduct en twee pijlen onderaan het scherm verschijnen. Tik herhaaldelijk op de knop Temperatuur om de dosering naar boven aan te passen en op de knop Centrifugeren om deze naar beneden aan te passen. Minimale stap is 1 ml.
wordt weergegeven en de controlelampjes van de
wasmiddeltank en de
wasverzachtertank rechts in het display knipperen.
4. Raak gerelateerde tankknoppen aan om de functie uit en aan te zetten. Het display toont UIT wanneer een
6. Na ongeveer 10 seconden keert het display terug naar het programma­informatiescherm of houd de Temperatuur en de Centrifugeren­knoppen opnieuw ingedrukt om onmiddellijk af te sluiten.
Page 26
www.aeg.com26
9.5 Vullen van het wasmiddel en additieven in AutoDose­systeem
Gelieve “Wasmiddelen en andere behandelingen” te lezen in het hoofdstuk "Praktische tips".
We adviseren om het aangegeven maximumniveau niet te
overschrijden ( ).
1. Open de wasmiddellade.
2. Til het deksel van AutoDose op.
4. Giet voorzichtig alleen vloeibare wasverzachter in de AutoDose-
wasverzachtertank . Vul tot het maximaal aangegeven niveau
.
3. Giet voorzichtig alleen vloeibaar wasmiddel in de AutoDose-
wasmiddeltank . Vul tot het maximaal aangegeven niveau
.
5. Doe het deksel van AutoDose omlaag.
6. Sluit de wasmiddellade voorzichtig, totdat u die hoort klikken.
Page 27

9.6 AutoDose indicatie laag niveau

Vul de AutoDose-tanks niet bij, tenzij apparaten aangeven dat één of beide tanks leeg zijn.
Wanneer de geactiveerde tank een laag niveau van wasmiddel bereikt, knippert het bijbehorende controlelampje langzaam en continu op het display.
Het knippert niet meer wanneer het compartiment is bijgevuld.
Als de tank niet wordt bijgevuld, stopt het controlelampje zodra een programma is gestart met knipperen en blijft het constant branden. Zodra het programma klaar is, begint het opnieuw te knipperen.
Tenzij AutoDose is uitgeschakeld (OFF), wordt de ingestelde dosering voor dat compartiment, als een compartiment een laag niveau heeft bereikt, door het display gedurende een paar seconden weergegeven telkens wanneer de lade wordt geopend, om te herinneren dat navulling nodig is.
Als in beide tanks het wasmiddelniveau laag is, knipperen beide controlelampjes, maar wordt alleen de ingestelde dosering voor het wasmiddel weergegeven.
Als de tanks worden gevuld voordat het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, zal het AutoDose-controlelampje niet knipperen.
NEDERLANDS 27
LET OP!
De navulling van de tanks moet worden uitgevoerd met hetzelfde merk en type wasmiddel/wasverzachter/ additieven die eerder zijn gebruikt, anders moeten de tanks worden gereinigd voordat ze worden bijgevuld.

9.7 Overschakelen van AutoDose naar handmatige dosering

Het is mogelijk om de AutoDose-functie voor één of beide tanks uit te schakelen door op het bijbehorende knopsymbool te drukken.
Voorbeeld:
• Om de wasverzachtertank uit te
schakelen, drukt u op de -knop totdat het display OFF toont.
• Als u een ander wasmiddel moet gebruiken dan de wasmiddelen die in AutoDose-tanks aanwezig zijn, kunt u de reinigingstank uitschakelen door
op de -knop te drukken totdat het display OFF toont.
9.8 Uitschakelen van
AutoDose
Als u de compartimenten liever gebruikt voor handmatig vullen als
Page 28
Manual
www.aeg.com28
standaardkeuze, kunt u de AutoDose­tanks volledig deactiveren. Zodra u naar de AutoDose­configuratiemodus bent gegaan door te drukken op de knoppen Temperatuur en Centrifugeren:
1. Tik op de -knop of op de -knop
totdat het display toont: de AutoDose is volledig uitgesloten voor gerelateerde tank of beide.
2. Na ongeveer 10 seconden keert het display terug naar het programma­informatiescherm.
9.9 Wasmiddel en additieven
handmatig vullen
Het kan nodig zijn om een ander wasmiddel of andere wasverzachter te gebruiken dan die die in de AutoDose­tanks gebruikt worden. Zorg er eerst voor dat de AutoDose-tanks uitgeschakeld zijn en giet vervolgens het wasmiddel en/of andere behandelingen in de handmatige compartimenten.
Overschrijd het aangegeven maximumniveau niet
( ).
wasmiddel “Vloeibaar wasmiddel handmatig vullen”.
3. Doe desgewenst een wasverzachter
in het vakje
4. Sluit de wasmiddellade voorzichtig, totdat u die hoort klikken.
.
1. Open de wasmiddellade.

Vloeibaar wasmiddel handmatig vullen

1. Plaats de container voor vloeibaar wasmiddel.
2. Doe het waspoeder in het vakje . Zie bij gebruik van vloeibaar
Page 29
2. Giet het vloeibare wasmiddel in het
vakje
3. Sluit de wasmiddellade voorzichtig, totdat u die hoort klikken.
.
Als de machine langer dan 4 weken niet wordt gebruikt met gevulde tanks, kan het wasmiddel of de verzachter kleverig worden of uitdrogen. Het is nodig om de lade te reinigen zoals aangegeven in het hoofdstuk 'Verzorging en reiniging'.
NEDERLANDS 29

9.10 Aanduiding open lade

Wanneer er een programma bezig is, moet de wasmiddellade altijd gesloten zijn.
Een sensor in de lade detecteert of de lade open is (of niet goed gesloten) terwijl het programma bezig is. In dat geval wordt het apparaat onmiddellijk gepauzeerd.
Als u op de Start/Pauze -knop drukt, hoort u een foutgeluid en wordt alles op het scherm uitgeschakeld, behalve de AutoDose-lampjes die enkele seconden blijven branden. Vervolgens keert het display terug naar de vorige gepauzeerde status.
Dat gebeurt zelfs als de gebruiker AutoDose heeft uitgeschakeld.
Om het programma opnieuw op te starten, moet u ervoor zorgen dat de lade goed gesloten is en drukt u op de knop Start/Pauze .

10. PROGRAMMA’S

10.1 Programmatabel

Wasprogramma's
Programma Programmabeschrijving
Wasprogramma's
Eco 40-60 Wit katoen en kleurvast katoen.. Normaal vervuilde kledingstukken.
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe, waardoor goede wasresultaten worden gegarandeerd.
Katoen
Wit en bont katoen, zwaar en normaal vervuild katoen.
Page 30
Manual
www.aeg.com30
Programma Programmabeschrijving
Synthetica
Fijne was
Wol/Zijde
Synthetische of gemengde stoffen.. Normaal vervuilde kledingstuk‐ ken.
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Voor normaal en licht bevuild wasgoed.
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en andere
stoffen met «handwas»-symbool1).
Anti-allergie
Witte katoenen kleding. Dit hoogwaardige wasprogramma in combi‐ natie met stoomdamp, verwijdert meer dan 99,99% van bacteriën en
virussen2) de temperatuur gedurende de wasfase boven de 60°C houden; met een extra actie op de vezels dankzij een dampfase, een verbeterde spoelfase zorgt voor een goede verwijdering van wasmid‐ del en resten van micro-organismen. Dit programma zorgt ook voor een goede vermindering van pollen/allergene voorwerpen.
20 min. - 3 kg
Katoen en synthetische items licht vervuild of eenmaal gedragen.
Outdoor
Strijkvrij
Gebruik geen wasverzachter en zorg ervoor dat er geen wasverzachter resten in de wasmiddeldoseer‐ lade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sportkleding, waterbestendi‐ ge en ademende jassen, jassen met een verwijderbare fleecelaag of binnenvoering. De aanbevolen wasgoedlading is 2,5 kg.
Dit programma kan ook worden gebruikt als herstellende cyclus voor waterafstootbaarheid, die bij uitstek geschikt is voor de behandeling van kleding met een waterafstotende laag. Ga voor deze herstelbe‐ handeling van de waterafstootbaarheid als volgt te werk:
• Giet het wasmiddel in het vakje .
• Schenk een speciaal herstellend middel voor waterafstootbaar‐
heid in het vakje voor de wasverzachter
.
• Beperk de wasgoedlading tot 1 kg.
Om de waterafstotende behandeling verder te ver‐ sterken dient u het wasgoed te drogen in een droger op het droogprogramma Outdoor (indien beschikbaar en indien het kledingstuk in de droger mag worden gedroogd).
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten worden.
Normaal en licht bevuild wasgoed.
3)
Page 31
NEDERLANDS 31
Programma Programmabeschrijving
Centrifugeren/
Pompen
1)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
2)
Getest op Staphylococcus aureus, Gebruiksaanwijzing, Candida albicans, Pseudomonas aeruginosa en MS2 Bacteriophage in externe test uitgevoerd door Swissatest Testmaterialien AG in 2021 (testrap‐ port nr. 202120117).
3)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifugeerfase uit. Het apparaat voegt enkele spoelgangen toe.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Om het was‐ goed te centrifugeren en het water uit de trommel af te voeren.
Programmatemperatuur, maximaal centrifugetoerental en maximale belading
Programma Standaardtempera‐
tuur Temperatuurbereik
Referentie centrifu‐ geersnelheid Centrifugeersnel‐
Maximale lading
heidsbereik
Wasprogramma's
Eco 40-60
Katoen
1)
40 ºC
40ºC 95ºC - koud
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
9 kg
9 kg
Synthetica
Fijne was
Wol/Zijde
Anti-allergie
20 min. - 3 kg
Outdoor
Strijkvrij
40 °C 60 °C - Koud
30 °C 40 °C - Koud
40 °C 40 °C - Koud
60°C
30 °C 40 °C - 30 °C
30 °C 40 °C - Koud
40 °C 60 °C - Koud
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
800 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1400 tpm 1400 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
800 tpm 800 tpm - 400 tpm
4 kg
2 kg
1,5 kg
9 kg
3 kg
2,5 kg
1 kg
4 kg
2)
3)
Page 32
www.aeg.com32
Programma Standaardtempera‐
tuur Temperatuurbereik
Referentie centrifu‐ geersnelheid Centrifugeersnel‐
Maximale lading
heidsbereik
-
Centrifugeren/Pompen
1) Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Com missie kan dit programma bij 40 °C normaal be‐
vuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐ gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'. De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐ meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) Wasprogramma.
3) Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
4) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat deze geschikt is voor het soort stof dat wordt gewas‐
sen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
4)
1400 tpm
1400 tpm -
9 kg
AutoDose Overig
2)
Extra Spoelen
Tijd besparen
AutoDose Wasmiddel
Centrifugeren
AutoDose Wasverzachter
1)
Intensief
Voorwas
Alleen spoelen
Programma
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol/Zijde
Anti-allergie
20 min. - 3 kg
Outdoor
Strijkvrij
Startuitstel
Page 33
AutoDose Overig
NEDERLANDS 33
2)
Extra Spoelen
Tijd besparen
AutoDose Wasmiddel
Centrifugeren
AutoDose Wasverzachter
1)
Intensief
Voorwas
Alleen spoelen
Programma
Centrifugeren/
Pompen
1) Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
2) Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo‐
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma’s
Programma Universeel
poeder
1)
Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐
Vloeistof voor gekleurde was
Fijne was en wol
Speciaal
sal)
Eco 40-60 -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
Fijne was -- -- --
Wol/Zijde
-- -- --
Startuitstel
Anti-allergie
20 min. - 3 kg
Outdoor
Strijkvrij
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
-- --
-- -- --
-- -- --
-- --
▲ = Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
Page 34
www.aeg.com34

10.2 Woolmark Wool Care - Blauw

De wolwascyclus van de machine is goedge‐ keurd door Woolmark voor het wassen van wollen kleding met een wasetiket voor de handwas, mits de kledingstukken worden ge‐ wassen volgens de instructies op het etiket in het kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachine. M1512 Het symbool 'Woolmark' is een certificatiete‐ ken in verschillende landen.

11. WIFI - CONNECTIVITEITSINSTELLING

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe je het smartapparaat kunt verbinden met een wifi-netwerk en kunt koppelen met mobiele apparaten.
Met behulp van deze functionaliteit kunt u meldingen ontvangen en uw apparaat bedienen en controleren vanaf uw mobiele apparaten.
Om het apparaat aan te sluiten om alle functies en diensten te kunnen gebruiken hebt u het volgende nodig:
• Draadloos thuisnetwerk met ingeschakelde internetverbinding.
• Mobiel apparaat dat is verbonden met het draadloze netwerk.
Frequentie 2.412 - 2.472 GHz
voor de Europese markt
Protocol IEEE 802.11b/g/n
twee stream radio
Maximaal vermo‐ gen
<20 dBm

11.1 Installeren en configureren "My AEG"

"My AEG" hiermee kunt u uw wasgoed besturen via een mobiel apparaat. Het bevat een groot aantal programma's, handige functies en productinformatie die perfect op het apparaat zijn afgestemd. Via de app kunt u de programma's selecteren die al beschikbaar zijn via het bedieningspaneel van het apparaat, plus extra programma's ontgrendelen die alleen beschikbaar zijn vanaf een mobiel apparaat Extra programma's kunnen in de loop van de tijd veranderen, samen met nieuwe versies van de app. Het is gepersonaliseerde wasservice - allemaal vanaf uw mobiele apparaat.
Om het apparaat te verbinden met de toepassing, gaat u er naast staan met uw smartapparaat.
Zorg ervoor dat uw smartapparaat is verbonden met het draadloze netwerk.
1. Ga naar de App Store op uw smartapparaat.
2. Download en installeer de app "My AEG" .
3. Zorg ervoor dat u een Wi-Fi­verbinding met het apparaat heeft.
Page 35
NEDERLANDS 35
Als dit niet het geval is, leest u de volgende paragraaf 'Configureren van de draadloze verbinding met het apparaat'.
4. Start de toepassing. Selecteer het land en de taal en meld u aan met uw e-mailadres en wachtwoord. Als u nog geen account hebt, maakt u een nieuw account aan waarbij u de instructies volgt in "My AEG" .
5. Volg de instructies op die de App aangeeft voor het registreren en configureren van het apparaat.
11.2 De draadloze verbinding
van de wasmachine configureren
1. Houd de knop Aan/Uit een paar seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen. Wacht ongeveer 10 seconden voordat u verder gaat met de draadloze configuratie.
2. Houd de en -knoppen een paar seconden tegelijkertijd ingedrukt totdat er een 'klik' klinkt. Laat de
knoppen los. verschijnt 5 seconden op het display en het controlelampje begint te knipperen.
De draadloze module start op.
Zorg ervoor dat uw APP klaar is voor verbinding.
3. Na ongeveer 45 seconden verschijnt
(Access Point) op het display.
Het toegangspunt zal gedurende ongeveer 3 minuten open staan.
Zolang het apparaat is geactiveerd, blijft het proberen verbinding te maken met opgeslagen toegangsgegevens totdat de Wi-Fi is gedeactiveerd of de toegangsgegevens opnieuw worden ingesteld.
4. Configureer de "My AEG" -app op uw smartphone of tablet en volg de instructies om het apparaat aan te sluiten op uw Wi-Fi-netwerk.
5. Als de connectiviteit is geconfigureerd, staat de indicator op het display wanneer het programmainformatiescherm terugkeert.
Telkens als u het apparaat inschakelt, duurt het 45 seconden voordat het apparaat automatisch op het netwerk wordt aangesloten. Wanneer het controlelampje
stopt met knipperen, is
de verbinding gereed.
Om de draadloze verbinding uit te
schakelen, houdt u de en de -
knoppen gedurende een paar seconden tegelijkertijd ingedrukt tot het eerste
akoestische signaal: verschijnt 5 seconden op het display.
Als u het apparaat uit- en weer inschakelt, wordt de draadloze verbinding automatisch uitgeschakeld.
Om de draadloze toegangsgegevens
te verwijderen, houdt u de en de
-knoppen gedurende minstens 10
seconden tegelijkertijd ingedrukt tot het
Page 36
www.aeg.com36
tweede akoestische signaal: verschijnt op het display.

11.3 Starten op afstand

Met de Starten op afstand-functie kunt u een cyclus starten via de afstandsbediening.
De afstandsbediening wordt automatisch geactiveerd wanneer u op de Start/ Pauze -knop drukt om het programma te starten, maar het is ook mogelijk om op afstand een wasprogramma te starten. Deze functie wordt gedeactiveerd wanneer de deur open is.
Wanneer de app is geïnstalleerd en de draadloze verbinding is voltooid, kunt u de Starten op afstand-functie activeren:
1. Tik op de Op afstand
controlelampje knippert een paar seconden op het display.
2. Tik op de knop Start/Pauze om de functie “Starten op afstand” te activeren voordat het controlelampje
stopt met knipperen.
De controlelampjes verschijnen op het
-knop en het
en
programmaoverzichtsscherm en de deur wordt vergrendeld. Nu is het mogelijk om het programma op afstand te starten.
Wanneer u de toets Start/ Pauze aanraakt nadat het
controlelampje stopt met knipperen, wordt de Starten op afstand-functie niet geactiveerd, maar start het ingestelde programma.
Om de Starten op afstand-functie te
verwijderen, tikt u op de Op afstand -
toets en bevestigt u dit door op de Start/ Pauze -toets te drukken.

11.4 Over-the-air-update

De app kan een update voorstellen voor uw apparaat.
De update wordt alleen via de app geaccepteerd.
Als er een programma loopt, meldt de app dat de update aan het einde van het programma start.
Tijdens de update verschijnt op het
apparaat op het display.
Schakel het apparaat niet uit of trek de stekker niet uit het stopcontact tijdens het bijwerken.
Het apparaat zal weer bruikbaar zijn aan het einde van de update, zonder enige kennisgeving over een succesvolle update.
Als er een fout optreedt, verschijnt op het
apparaat een willekeurige knop of draai aan de knop om terug te keren naar normaal gebruik.
op het display: druk op

12. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon (indien ingeschakeld). De programmaknop stelt automatisch in op het Eco 40-60­programma.
Het display toont de programmaduur, de maximale lading (slechts enkele
Page 37
NEDERLANDS 37
seconden), de standaardtemperatuur, de standaardcentrifugeersnelheid en de aanduidingen van de fasen waaruit het programma bestaat.

12.2 Wasgoed in de machine doen

1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de kleding goed, voordat u deze in het apparaat stopt.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken.

12.3 Een programma instellen

Als u de automatische dosering van het wasmiddel of de wasverzachter wilt wijzigen, gaat u naar de AutoDose­configuratiemodus voordat u verder gaat met het instellen van een programma. De configuratiemodus kan mogelijk tijdelijke instellingen annuleren. Raadpleeg de paragraaf "AutoDose configuratiemodus" in het hoofdstuk "De AutoDose Technologie (Automatisch doseren)".
1. Draai de programmaknop op het gewenste wasprogramma. Het bijbehorende controlelampje gaat branden.
Het controlelampje van de knop Start/ Pauze knippert. Het display toont een indicatieve programmaduur, de maximale aangegeven lading voor het ingestelde programma (slechts voor een paar seconden), de standaardtemperatuur, de standaardcentrifugeersnelheid en de wasfaseaanduidingen (indien beschikbaar).
2. Om de temperatuur en/of de centrifugesnelheid te wijzigen, raakt u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in door de desbetreffende knoppen aan te raken. De bijhorende aanduidingen gaan vervolgens aan in het display en de aangegeven informatie wijzigt.
Als een keuze niet mogelijk is, gaat het controlelampje niet aan en klinkt er een geluidssignaal.
12.4 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
indicatielampje
2. Raak de Start/Pauze-knop aan.
gaat uit.
Page 38
www.aeg.com38
Het aftellen van de uitgestelde start wordt op het display weergegeven. Als het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart.
De schatting voor PROSENSE begint nadat het aftellen is beëindigd.

Het annuleren van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel tot het display
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om het programma onmiddellijk te starten.
toont.

Het wijzigen van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om het aftellen opnieuw te laten beginnen.

12.5 Een programma starten

WAARSCHUWING!
Controleer of het afwasmiddeldoseerbakje goed gesloten is. Anders begint het programma niet.
Raak de Start/Pauze toets aan om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. Op het display begint het indicatielampje van de werkingsfase te knipperen. Het programma start en de deur wordt vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in werking kort voordat het apparaat zich met water vult.
12.6 De ProSense­ladingdetectie
De programmaduur in het display is van toepassing op een middelmatige/grote lading.
Nadat u de toets Start/Pauze aangeraakt hebt, gaat de aanduiding voor de maximaal bepaalde lading uit, knippert
het controlelampje en begint ProSense met de detectie van de lading van het wasgoed:
1. Het toestel detecteert de lading in de eerste 30 seconden: het
controlelampje gaat aan en
het controlelampje knippert, de trommel draait kort.
2. Het apparaat past de programmaduur automatisch aan de lading aan, om in de kortst mogelijke tijd perfecte wasresultaten te krijgen. De programmaduur kan langer of korter worden. Aan het einde van de ladingdetectie, als de wasgoedlading lager is dan het aangegeven maximumgewicht voor het geselecteerde programma, toont het display de nieuwe programmaduur. Na nog eens 30 seconden gaat de watertoevoer stromen.
In het geval er na de ladingdetectie een overladen trommel blijkt te zijn, is het
controlelampje permanent aan en is
het controlelampje op het display aan het knipperen.
In dit geval is het gedurende 30 seconden mogelijk om het apparaat te pauzeren en de overtollige kledingstukken te verwijderen.
Raak, na eenmaal de overtollige kleding te hebben verwijderd, de toets Start/ Pauze aan om het programma weer te starten. De fase ProSense kan tot driemaal toe worden herhaald (zie punt
1).
Page 39
NEDERLANDS 39
Belangrijk! Als de hoeveelheid wasgoed niet wordt verminderd, gaat het wasprogramma ondanks teveel lading toch van start. In dit geval kun je niet de beste wasresultaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start van het programma kan de programmaduur afhankelijk van de capaciteit van de wateropname van de stoffen weer worden aangepast.
De ProSense-detectie wordt alleen uitgevoerd met volledige wasprogramma´s (zonder gekozen overslafase).
De ProSense is niet bij sommige programma's beschikbaar, zoals Wol/ Zijde, Spoelen, Centrifugeren en programma's met korte cycli.
12.7 Programmafase­indicatielampjes
Als het programma start, knippert de aanduiding van de draaiende fase en de andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de bijhorende aanduiding met knipperen en gaat continu branden. De volgende aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig:
.

12.8 Een programma onderbreken en de opties wijzigen

U kunt als een programma bezig is maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op toets Start/Pauze.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven informatie in het display wijzigt overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
12.9 Een actief programma
annuleren
1. Druk op de toets Aan/Uit om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Als de fase ProSense al is uitgevoerd en de toevoer van water al stroomt, begint het nieuwe programma
zonder de fase ProSense te herhalen. Het water en
het wasmiddel worden niet weggepompt om verspilling te voorkomen. Het display toont de maximale programmaduur en werkt deze na circa 20 minuten nadat het nieuwe programma is gestart bij.
12.10 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en/of de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen.
1. Druk op toets Start/Pauze.
Op het display gaat het indicatielampje van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat. Indien nodig kunt u items toevoegen of uitnemen.
3. Sluit de deur van de machine en druk op de toets Start/Pauze.
Het programma of startuitstel gaat verder.
Page 40
www.aeg.com40
4. De deur kan worden geopend als het programma is voltooid of stel programma Centrifugeren/Pompen in en druk op de knop Start/Pauze.
12.11 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch. De geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
In het display gaat alle wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone .
Het lampje van de toets Start/Pauze gaat uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit-knop om het apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het programma schakelt energiebesparingsfuncie het apparaat automatisch uit.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste gekozen programma in het display weergegeven. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het wasmiddeldoseerbakje iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
12.12 Laat het water
weglopen na afloop van de cyclus
Indien u een programma heeft gekozen of een optie die het water van de laatste spoelbeurt niet wegpompt, wordt het programma voltooid, maar:
• Het display toont de aanduiding , de
optieaanduiding of en de
aanduiding van vergrendelde deur
. Het indicatielampje van de
draaiende fase knippert.
• De trommel draait nog regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets
Centrifugeren aan om het centrifugeertoerental dat door het apparaat wordt voorgesteld te verlagen.
2. Druk op toets Start/Pauze:
• Indien u pompt het apparaat het water weg en gaat centrifugeren.
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat alleen het water weg.
De optieaanduiding of gaat uit,
terwijl de aanduiding knippert en dan uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop voor Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat zal hoe dan ook het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
heeft ingesteld,

12.13 Stand-by-optie

De stand-by-functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
• Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze drukt niet gebruikt. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het
wasprogramma Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display.
Page 41
NEDERLANDS 41
Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.

13. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

13.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet

• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren met de eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te wassen voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters, linten en andere losse elementen vast.
Als u een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet door de stand-by-functie gedeactiveerd om u eraan te herinneren het water weg te pompen.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.

13.2 Hardnekkige vlekken

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
Page 42
www.aeg.com42

13.3 Type en hoeveelheid wasmiddel

De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere middelen die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur voor waspoeder met bleekmiddel voor witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max. 60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel of de andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( ) te overschrijden.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast, – het wasgoed licht vervuild is, – er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
• Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.

13.4 Milieutips

Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile waskanzonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk programma is aangegeven, wordt het energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid voorgesteld door de producent van het wasmiddel en controleert u de waterhardheid van uw huishoudelijk systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke centrifugeersnelheidin voor het geselecteerde wasprogramma
voordat u uw was droogt in een wasdroger. Dit bespaart energie
tijdens het drogen!

13.5 Waterhardheid

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. In gebieden waar het water zacht is, is het gebruik van een waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
Page 43

14. ONDERHOUD EN REINIGING

NEDERLANDS 43
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

14.1 Schema periodieke reiniging

Periodieke reiniging helpt de levensduur van uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de wasmiddeldispenser een beetje op een kier om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit de waterkraan en trek de stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas‐ beurt
Deurafdichting reini‐ gen
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
Het wasmiddeldo‐ seerbakje en de Au‐ toDose-tanks reini‐ gen
De filter van de af‐ voerpomp reinigen
De filter van de toe‐ voerslang en de klepfilter reinigen
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u elk onderdeel moet reinigen.
Eenmaal ter maand
Iedere twee maan‐ den
den
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar

14.2 Vreemde voorwerpen verwijderen

Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en dat alle losse elementen zijn vastgebonden voordat u uw cyclus uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in 'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting met dubbele lip', 'De trommel reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem indien nodig contact op met een erkend servicecentrum.

14.3 Buitenkant reinigen

Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten.
LET OP!
Reinig de metalen oppervlakken niet met een reinigingsmiddel op chloorbasis.

14.4 Ontkalken

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al wateronthardende middelen, maar we
Page 44
www.aeg.com44
raden aan af en toe een cyclus te draaien met een lege trommel en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14.5 Onderhoudswasbeurt

Bij herhaald en langdurig gebruik op lage temperatuur en korte programma's kunnen er afzettingen en pluisjes worden afgezet en kunnen bacteriële groei en biofilm in de trommel en het inwendige compartiment van de machine ontstaan. Dit kan slechte geurtjes en meeldauw veroorzaken.
Om deze afzettingen te verwijderen en de hygiëne in de machine te bevorderen dient u minstens éénmaal per maand een onderhoudswas uit te voeren.
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Deactiveer AutoDose-functie voor wasmiddel en verzachter.
3. Voeg handmatig een kleine hoeveelheid waspoeder of een specifiek product toe en voer een katoenprogramma met de hoogste temperatuur uit.

14.6 Deurrubber

Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die van de kleding vallen met het water kunnen worden afgevoerd. Controleer regelmatig de afdichting. Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen kunnen aan het einde van de cyclus worden teruggevonden.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

14.7 De trommel reinigen

Controleer de trommel regelmatig om ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor of ijzer of staalwol bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Deactiveer AutoDose -functie voor wasmiddel en verzachter.
3. Voer een Katoen-programma uit op de hoogste temperatuur.
4. Voeg handmatig een kleine hoeveelheid waspoeder of een specifiek product toe aan de lege trommel om achtergebleven resten weg te spoelen.
Het display kan soms aan het einde van een cyclus het
pictogram weergeven: dit is een aanbeveling om de “reiniging van de trommel” uit te voeren. Zodra de trommelreiniging is uitgevoerd, verdwijnt het pictogram.
Maak schoon indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen.
Page 45

14.8 De wasmiddellade en de AutoDose-tanks reinigen

LET OP! Verander niet van merk of type wasmiddel, wasverzachter of additieven in de tanks zonder beide tanks vooraf te reinigen.
Zorg er vóór het reinigen voor dat alle vakken leeg zijn.
Om mogelijke afzetting van opgedroogde wasmiddelen, aangekoekte wasverzachter, vorming van schimmel in de wasmiddellade en/of geklonterde vloeistofadditieven in de AutoDose­tanks, te voorkomen, dient de
volgende reinigingsprocedure regelmatig te worden gevolgd:
1. Open de wasmiddellade. Druk de pal in volgens de afbeelding en trek de wasmiddellade uit.
NEDERLANDS 45
3. Open de aftappluggen van elke tank en maak ze leeg in een gootsteen.
2. Verwijder het inzetstuk van de ontharder en, indien geplaatst, het vakje voor vloeibaar wasmiddel.
4. Druk de pal aan de achterkant in zoals aangegeven in de afbeelding en til het bovenste deksel op om deze te verwijderen.
Page 46
www.aeg.com46
5. Reinig de lade en alle inzetstukken onder stromend water.
LET OP! Gebruik geen scherpe of metalen borstels en sponzen.
6. Draai de dispenser zijwaarts naar beneden en open het onderste deksel zoals aangegeven in de afbeelding.
aangegeven in de afbeelding. Sluit het tot u "klik" hoort.
LET OP! Druk op het onderste deksel zoals aangegeven op de afbeelding. Zorg ervoor dat dit volledig gesloten is.
7. Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel volledig is verwijderd uit het transporttraject. Gebruik alleen zachte vochtige kleding.
8. Plaats het onderste deksel terug in zijn positie door de gaten op de ladehaken uit te lijnen zoals
WAARSCHUWING! Reinig pompen of sensoren die aan de achterkant van de wasmiddellade gelegen zijn, niet met scherpe en metalen borstels of gereedschap. Gebruik indien nodig alleen zachte vochtige kleding.
Page 47
WAARSCHUWING!
Als er resten achterblijven op de achterzijde van tanks, moet u de wasmiddellade in warm water weken. Gebruik geen gereedschap om het schoon te maken. Verwijder voor het weken de handgreep door op de rode knop te drukken en schuif de handgreep zoals aangegeven in de afbeelding.
9. Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel volledig is verwijderd uit het bovenste en onderste gedeelte van de holte. Gebruik een klein borsteltje om de holte te reinigen.
NEDERLANDS 47
10. Hermonteer de lade als volgt:
a. Plaats de handgreep indien die
gedemonteerd werd.
b. Plaats het onderste deksel en
druk tot u "klik" hoort.
c. Plaats het bovenste deksel op
het tankcompartiment en druk totdat u "klik" hoort.
d. Vervang onderdelen in het
handmatige compartiment.
11. Plaats de wasmiddellade in de geleiders en sluit deze voorzichtig totdat u "klik" hoort. Draai het spoelprogramma zonder kleding in de trommel.
Om de functionaliteit te herstellen, vult u de tanks met wasmiddel en verzachter. Als u verkeerde additieven in de tanks plaatst, kunt u deze gemakkelijk verzamelen met behulp van de aftapplug aan beide zijden van de lade. Voordat u aftappluggen opent, moet u onder de lade een kom of geschikte containers plaatsen om de vloeistof op te vangen. Zorg ervoor dat u de pluggen goed sluit voordat u bijvult.
Page 48
1
2
180˚
www.aeg.com48

14.9 De afvoerpomp reinigen

WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp als:
• de machine geen water wegpompt,
• de trommel niet ronddraait,
• het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door de blokkering van de afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de
alarmcode .
WAARSCHUWING!
• Verwijder het filter niet als het apparaat in werking is.
• Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot het water is afgekoeld
2. Plaats een geschikte bak onder de afvoerpompopening om het afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen als je het filter verwijdert.
4. Draai het filter 180 graden naar links om het te openen, zonder verwijdering. Laat het water wegstromen.
Voor reiniging van de pomp ga je als volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
5. Als de bak vol is met water, draait u het filter terug en leegt u de bak.
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er geen water meer uitloopt.
7. Draai het filter naar links om het te verwijderen.
Page 49
2
1
2
1
2
1
1
NEDERLANDS 49
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen en andere voorwerpen uit de filterholte.
9. Controleer of de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als deze niet roteert, neem dan contact op met onze servicedienst.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal geleidingen door hem met de klok mee te draaien. Zorg ervoor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.
12. Sluit het pompdeksel.
Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, moet u het afvoersysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
b. Start het programma om het
water af te voeren.

14.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen

Het wordt aanbevolen beide filters van de toevoerslang en -klep geregeld te reinigen ter verwijdering van aanslag dat met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de kraan en reinig het filter.
Page 50
1
2
3
45°
20°
www.aeg.com50
2. Verwijder de toevoerslang van het apparaat door de ringmoer los te draaien.
3. Reinig het klepfilter aan de achterzijde van het apparaat met een tandenborstel.
4. Draai de slang bij het weer aansluiten op het apparaat naar links of rechts (niet in verticale positie) afhankelijk van de positie van uw waterkraan.

14.11 Noodafvoer

Als het apparaat het water niet kan wegpompen, voert u dezelfde procedure uit zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water met de noodafvoerprocedure afvoert, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om het water weg te pompen.
14.12 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek waar de temperatuur 0°C of daaronder kan bereiken, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
Page 51
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.

15. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

15.1 Alarmcodes en mogelijke storingen

Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de Start/Pauze -knop continu knipperen:
NEDERLANDS 51
Probleem Mogelijke oplossing
• Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Het apparaat wordt niet goed gevuld met water.
Het apparaat pompt geen water weg.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐ selijke waterleidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers‐ lang aanwezig zijn.
• Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐ dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder af‐ voerfase instelt. Als het afvoerprogramma niet beschikbaar is in het programmakeuzewiel, kan het worden ingesteld via App.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen waarbij water in de kuip blijft.
Page 52
www.aeg.com52
• Controleer of de deur goed gesloten is.
De deur is open of niet goed gesloten.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
Interne fout. Geen communicatie tussen elektronische elemen‐
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een erkend servicecentrum.
ten van de machine.
: Frequentie van de voedingsbron is buiten bereik.
: Voedingsspanning is te hoog.
: Voedingsspanning is te laag.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem
Het beschermingssys‐
contact op met een erkend servicecentrum.
teem tegen waterlek‐ kage is aan.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst. Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de wasmachine.
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge‐ brand.
Het programma start
niet.
• Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
• Controleer of het afwasmiddeldoseerbakje goed gesloten is.
• Schakel het kinderslot uit.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
De machine vult zich met water en pompt dit
• Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
direct weg.
• Stel het centrifugeerprogramma in. Als het afvoerprogramma niet beschikbaar is in het programmakeuzewiel, kan het wor‐
De centrifugeerfase werkt niet of de wasfa‐ se duurt langer dan normaal.
den ingesteld via App’.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐ dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor‐ zaakt door problemen met de balans.
Page 53
Probleem Mogelijke oplossing
• Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zit‐ ten en dat er geen lekken zijn.
Er ligt water op de vloer.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be‐ schadigd zijn.
• Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid ge‐ bruikt.
• Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met water in de trommel.
• Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt. Als de centrifugeer- en afvoerprogram‐
U kunt de deur van het apparaat niet openen.
ma's niet beschikbaar zijn in de programmakeuzeknop, kun‐ nen ze worden ingesteld via App.
• Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
• Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecen‐ trum.
• Zorg ervoor dat x niet is ingeschakeld. Schakel het uit.
• Controleer het draadloze signaal.
• Zorg dat de draadloze verbinding aanstaat. Raadpleeg para‐ graaf 'Configureren van de draadloze verbinding van de was‐
Het display geeft de draadloze aanduiding niet weer .
machine' in hoofdstuk 'Wifi - instelling connectiviteit'.
• Controleer uw thuisnetwerk en router.
• Herstart de router.
• Neem contact op met uw aanbieder van uw draadloze service als u verdere problemen met het draadloze netwerk onder‐ vindt.
• Controleer het draadloze signaal.
• Controleer dat uw smartapparaat is verbonden met het draad‐ loze netwerk.
De App kan niet met het apparaat verbin‐ den.
• Controleer uw thuisnetwerk en router.
• Herstart de router.
• Neem contact op met uw aanbieder van uw draadloze service als u problemen met het draadloze netwerk heeft.
• Het apparaat, het smart toestel of beide dienen nogmaals te worden geconfigureerd, omdat er een nieuwe router is geïn‐ stalleerd of de routerconfiguratie is gewijzigd.
• Zorg ervoor dat het draadloze signaal het apparaat bereikt. Probeer de thuisrouter zo dicht als mogelijk naar het apparaat
De App kan niet fre‐ quent met het appa‐ raat verbinden.
te verplaatsen of overweeg een versterker van het draadloze bereik aan te schaffen.
• Zorg ervoor dat het draadloze signaal niet wordt onderbroken door een magnetron. Schakel de magnetron uit. Vermijd het gelijktijdige gebruik van de magnetron en de afstandsbedie‐ ning.
NEDERLANDS 53
Page 54
www.aeg.com54
Probleem Mogelijke oplossing
Op het display ver‐
schijnt . Alle knoppen zijn inactief, behalve de Aan/Uit .
• Het apparaat downloadt beschikbare updates. Wacht tot het updateproces is voltooid. Als u het apparaat tijdens de update deactiveert, wordt deze hervat wanneer u het apparaat op‐ nieuw activeert.
• Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-in‐
De machine maakt ab‐ normale geluiden en trilt.
structies'.
• Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur neemt toe of neemt af tijdens het draaien van het programma.
• Het ProSense Technology kan de duur van het programma aanpassen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Be‐ ladingsdetectie ProSense Technology' onder het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
• U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed gehaald.
• Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de hoeveelheid wasgoed.
• Zorg er bij het gebruik van AutoDose-tanks voor dat ze niet
Het wasresultaat is niet bevredigend.
leeg zijn.
• Verifieer bij gebruik van AutoDose-tanks de vooraf ingestelde dosering wasmiddel/wasverzachter. Raadpleeg de paragraaf "Basisinstellingen" in het hoofdstuk "De AutoDose-technolo‐ gie".
• Zorg ervoor dat u de AutoDose-tanks hebt gereinigd voordat u een ander merk en type reinigingsmiddel, wasverzachter of andere additieven gebruikt.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Te veel schuim in de trommel tijdens de wascyclus.
• Verifieer bij gebruik van AutoDose-tanks de vooraf ingestelde dosering wasmiddel/wasverzachter. Raadpleeg de paragraaf "Basisinstellingen" in het hoofdstuk "De AutoDose-technolo‐ gie".
Het wasmiddel/ wasverzachter-niveau
• Dit is normaal: tanks zijn vrij groot en het verbruik van was‐ middelen is mogelijk niet zo duidelijk.
daalt niet in de Auto‐ Dose-tanks na het wassen.
Na de wascyclus is er wat wasmiddel achter‐ gebleven in de was‐ middellade.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐ gens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
Page 55
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd servicecentrum. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.

16. VERBRUIKSWAARDEN

16.1 Inleiding

Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die je vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.
NEDERLANDS 55

16.2 Legenda

kg Wasgoed. u:mm Duur programma.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifu‐
geersnelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de standaardinstelling van een programma wijzigt.
Page 56
www.aeg.com56

16.3 In overeenstemming met Verordening van de Commissie (EU) 2019/2023

Eco 40-60 pro‐ gramma
Volledige lading 9 0.760 64 3:40 53 33 1351
Halve belading 4,5 0.440 47 2:45 53 27 1351
Kwartbelading 2,5 0.300 39 2:35 54 26 1351
1) Maximale centrifugesnelheid.
kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
0.50 0.50 4.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
1) Het energieverbruik van de aangesloten functie is ongeveer 17,5 kWh per jaar. Raadpleeg het hoofd‐
stuk 'Wifi - Connectiviteitsinstellingen' om deze functie los te koppelen.
Uitgestelde
start (W)
Netwerkge‐
bonden stand-
by (W)
1)
2.00
16.4 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
1)
1)
2)
Katoen 95 °C
Katoen 60 °C
Katoen 20° 20 °C
Synthetica 40 °C
Fijne was 30 °C
9 2.75 85 4:00 52 85 1400
9 1.65 80 3:30 52 55 1400
3)
4)
9 0.35 80 3:00 52 20 1400
4 0.85 75 2:30 35 40 1200
2 0.35 60 1:25 35 30 1200
Page 57
1
2
1
2
3
1 32
180˚
2
1
NEDERLANDS 57
Programma
Wol/Zijde 30 °C
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor licht vervuilde katoen, synthetische en gemengde stoffen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kg kWh Liter u:mm % °C
1,5 0.30 70 1:05 30 30 1200

17. SNELSTARTGIDS

17.1 Dagelijks gebruik

Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de waterkraan open.
Doe het wasgoed in de machine.
Plaats het wasmiddel en andere behandelmiddelen in de juiste vakken van de wasmiddeldoseerbakje.
1. Druk op de Aan/Uit toets om het
apparaat aan te zetten. Draai de programmaknop om het gewenste wasprogramma in te stellen.
1)
tpm
2. Stel de gewenste opties (1) in met de corresponderende tiptoetsen. Om het programma te starten, drukt u op de
Start/Pauze -toets (2).
3. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma het wasgoed er uit.
Druk op de Aan/Uit -toets om het apparaat uit te zetten.

17.2 Reinigen van het filter van de afvoerpomp

Reinig het filter regelmatig en in het
bijzonder als de alarmcode op het display verschijnt.
Page 58
www.aeg.com58

17.3 Programma’s

Programma’s Belading Productbeschrijving
Eco 40-60 9 kg
Katoen
Wit en bont katoen. Normaal vervuilde kleding‐ stukken.
9 kg Wit katoen en bont katoen.
Synthetica
Fijne was
Wol/Zijde
4 kg Synthetische of gemengde stoffen..
2 kg
1,5 kg
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyes‐ ter.
Machinewasbare wol, handwasbare wol en fijne was.
Witte katoenen kleding. Dit programma verwij‐
Anti-allergie
9 kg
dert meer dan 99,99% van alle bacteriën en vi‐
russen1). Het zorgt ook voor een goede vermin‐ dering van allergenen.
20 min. - 3 kg
Outdoor
Strijkvrij
Centrifugeren/Pompen
3 kg
2,5 kg
1 kg
4 kg
9 kg
Katoenen en synthetische kledingstukken, licht vervuild of slechts eenmaal gedragen.
2)
Moderne outdoorsportkleding.
3)
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten worden.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐ fen. Programma voor centrifugeren en wegpom‐ pen van water.
1) * Getest op Staphylococcus aureus, Enterococcus faecium, Candida albicans, Pseudomonas aerugi‐
nosa en MS2 Bacteriofaag in externe test uitgevoerd door Swissatest Testmaterialien AG in 2021 (test‐ rapport nr. 202120117).
2) Wasprogramma.
3) Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
18. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
Page 59
Page 60
My AEG Care app
The software in this product contains components that are based on free and open source software. AEG gratefully acknowledges the contributions of the open software and robotics communities to the development project.
To access the source code of these free and open source software components whose license conditions require publishing, and to see their full copyright information and applicable license terms, please visit: http://aeg.opensoftwarerepository.com (folder NIU5)
www.aeg.com/shop
135989831-A-512021
Loading...