Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die
het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten
aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met een beperkt
lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een
gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij
met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open staat.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
NEDERLANDS3
www.aeg.com4
1.2 Algemene veiligheid
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
– keukenruimten van personeel in winkels, kantoren
en andere werkruimten;
– door gasten in hotels, motels, bed & breakfast en
andere woonomgevingen;
– ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
• De maximale lading van het apparaat is 7 kg.
Overschrijd de maximale belading van elk programma
niet (zie het hoofdstuk 'Programma's').
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
• De ventilatieopeningen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
• Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
met elektriciteit te voorkomen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen
verricht.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS5
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen
mof met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet
op plekken waar de temperatuur
onder de 0°C komt of waar het wordt
blootgesteld aan
weersomstandigheden.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
• Installeer het apparaat niet direct
boven de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en
stel het niet bloot aan overmatige
vochtigheid.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om
mogelijke waterlekkage op te vangen
onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum
om te raadplegen welke accessoires
gebruikt mogen worden.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is
ontworpen om te worden
geïnstalleerd/aangesloten op een
aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Wateraansluiting
• Het toevoerwater mag niet warmer
zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet je, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de erkende klantenservice
voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is
het mogelijk dat je water uit de
www.aeg.com6
afvoerslang ziet stromen. Dit komt
door het testen met water van het
apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het
verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild
zijn met olie, vet of andere vettige
substanties. Dit kan rubberen
onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen
met de hand voor, voordat u ze in de
wasmachine stopt.
• Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
• Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
2.5 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software
en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage,
plastic randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1
123
9
5
6
7
4
10
8
11 12
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
NEDERLANDS7
3.1 Bijzondere
eigenschappen
Je nieuwe wasautomaat voldoet aan alle
moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag
water-, energie- en wasmiddelverbruik en
een milde behandeling van het wasgoed.
3.2 Apparaatoverzicht
• De ProSense Technology stemt de
programmaduur automatisch af op het
wasgoed in de trommel om perfecte
wasresultaten te behalen in zo min
mogelijk tijd. Lees de paragraaf “De
ProSense Technology ladingdetectie”
voor meer informatie.
Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Filter afvoerpomp
6
Voetjes voor het waterpas zetten van
7
het apparaat
Afvoerslang
8
Aansluiting van de watertoevoerslang
9
Netsnoer
10
Transportbouten
11
Op het typeplaatje staan de modelnaam
(A), het productnummer (B), de elektrische
vermogens (C) en het serienummer (D).
Slangensteun
12
1
2
www.aeg.com8
4. TECHNISCHE GEGEVENS
AfmetingBreedte / hoogte / totale
Elektrische aansluitingSpanning (Voltage)
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof‐
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag‐
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
WatertoevoerdrukMinimum
Watertoevoer
Maximale belastingKatoen7 kg
CentrifugeersnelheidMaximale centrifugeersnel‐
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Uitpakken
59,6 cm /84,7 cm /57,7 cm
diepte
230 V
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
Maximum
1)
heid
2200 W
10 A
50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Koud water
1351 rpm
polystyreenbescherming van de
onderkant.
1. Open de deur. Haal al het wasgoed
uit de trommel.
Accessoires die bij het
apparaat worden
geleverd, kunnen per
model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de
vloer achter het apparaat en leg het
voorzichtig op de achterzijde.
Verwijder de
LET OP!
Leg de wasmachine niet op
zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop.
Verwijder het aansluitsnoer en de
x4
NEDERLANDS9
afvoerslang van de slanghouders.
WAARSCHUWING!
U kunt het water in de
afvoerslang zien
stromen. Dit komt
doordat de wasmachine
in de fabriek is getest.
4. Verwijder de drie bouten met de
sleutel die bij het apparaat geleverd
is. Trek de bouten met de plastic
tussenstukken eruit.
5.2 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de
vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het
apparaat niet stopt.
Zorg ervoor dat het apparaat
geen muren of andere
apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren
voor als u het apparaat
gaat verplaatsen.
5. Plaats de plastic doppen, die u in de
zak met de gebruiksaanwijzing
aantreft, in de openingen.
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
Een juiste afstelling van het
apparaat voorkomt trillingen
en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in
bedrijf is.
20º20º
45º45º
A
www.aeg.com10
Als het apparaat op een plint
wordt geïnstalleerd of als er
een wasdroger op de
wasmachine wordt gezet,
maak dan gebruik van de
accessoires die in het
hoofdstuk 'Accessoires'
worden beschreven. Lees de
met de accessoires en het
apparaat meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
5.3 De toevoerslang
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan.
WAARSCHUWING!
Het toevoerwater mag niet
warmer zijn dan 25 °C.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
5.4 Waterstop
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke
slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
Zorg ervoor dat de
3. Maak indien nodig de ringmoer los
4. Sluit de watertoevoerslang aan op
toevoerslang niet verticaal is
geplaatst.
om hem in de juiste stand te zetten.
een koudwaterkraan met 3/4'schroefdraad.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en
neemt u contact op met de erkende
klantenservice om de slang te laten
vervangen.
5.5 Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet minder
dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van
de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
maximaal 400 cm verlengen.
Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de
afvoerslang en plaats hem rond de
plastic slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
Zorg dat de plastic geleider
niet kan bewegen als het
apparaat water afvoert.
NEDERLANDS11
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie de afbeelding), dan
kunt u het direct in de standpijp
plaatsen.
Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
water is ondergedompeld. Er
kan een vuil water
teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met eenventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de
illustratie.
5. Zonder de plastic slanggeleideraan een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en
zet deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
www.aeg.com12
Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat
komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwanden zet vast met een
klem.
5.6 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van
de deur van het apparaat en het
hoofdstuk 'Technische gegevens' geven
de benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
6. ACCESSOIRES
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met
ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
6.1 Verkrijgbaar op
www.aeg.com/shop of bij een
erkende dealer
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
Alleen geschikte accessoires
die door AEG zijn
goedgekeurd waarborgen de
veiligheidsnormen van het
apparaat. Als nietgoedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden alle
claims ongeldig verklaard.
6.2 Set bevestigingsplaatjes
Als u het apparaat op een plint installeert
die geen accessoire is meegeleverd bij
AEG, zet het apparaat dan vast in de
bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
6.3 Tussenstuk
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met
gebruik van het juiste tussenstuk.
7. BEDIENINGSPANEEL
2
3
986
1
4
5
7
7.1 Beschrijving bedieningspaneel
NEDERLANDS13
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet
onder de wasautomaat.
Controleer of het tussenstuk
compatibel is door de diepte
van uw apparaten op te
meten.
Programmakeuzeknop
1
Display
2
3
Startuitstel aanraaktoets
4
Tijd besparen aanraaktoets
5
Start/Pauze aanraaktoets
6
Extra aanraaktoets
• Vlekken -optie
• Voorwas -optie
7
8
9
• Alleen spoelen -optie
Centrifugeren tiptoets voor
verminderopties
• Niet centrifugeren -optie
• Spoelstop-optie -optie
Temperatuur aanraaktoets
Aan/Uit drukknop
A
B
ED
C
www.aeg.com14
7.2 Display
ADe digitale aanduiding kan weergeven:
• Programmaduur (bijv. ).
• Uitsteltijd (bijv. of ).
• Cycluseinde (
• Waarschuwingscode ().
BAanduiding extra spoelen. Deze gaat branden als deze
optie wordt geselecteerd.
C
DAanduiding kinderslot.
De aanduiding knippert tijdens de waarneming van
de wasgoedlading.
).
EAanduiding vergrendelde deur.
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN
8.1 Aan/Uit
Druk een paar seconden op deze knop
te drukken kunt u het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat
in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht
weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
8.2 Inleiding
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's. Controleer
de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de
toetsen altijd schoon en
droog zijn.
NEDERLANDS15
8.3 Temperatuur
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch
een standaard temperatuur voor.
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
De aanduiding
ingestelde temperatuur gaat aan (het
apparaat verwarmt het water niet).
= koud water van de
8.4 Centrifugeren
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Activeer de optie Spoelstop-optie
• Stel deze optie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
• Als het programma afgerond is, zit er
water in de trommel.
• De deur blijft vergrendeld en de
trommels draait regelmatig om
kreuken te vermijden.
• U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
• Als u de knop Start/Pauze aanraakt,
voert het apparaat de centrifugeerfase
uit en pompt het water weg.
Het apparaat zal het water
na circa 18 uur automatisch
uit het apparaat
wegpompen.
Activeer de optie Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen uit te schakelen.
Alleen de afvoerfase is beschikbaar.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
• Stel deze optie in voor fijne was.
• De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
De centrifugesnelheid kan
verlaagd worden.
8.5 Extra
Druk meerdere malen op deze knop om
een van de beschikbare opties te
activeren.
• Vlekken
Kies deze optie om een fase voor
vlekken aan het programma toe te
voegen en het zwaar vervuilde of
bevlekte wasgoed met
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in
de geschikte fase van het
wasprogramma toegevoegd.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen.
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan
40 °C.
• Voorwas
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor
zwaar vervuild wasgoed, met in het
bijzonder zand, stof, modder en
andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen.
• Alleen spoelen
Het apparaat voert alleen de
spoelgang, het centrifugeren en het
wegpompen van het water van het
gekozen programma uit.
Het relevante indicatielampje gaat
branden.
8.6 Startuitstel
Met deze optie kunt u het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
wordt met stappen van 30 minuten
verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal
20 uur.
www.aeg.com16
Het lampje van de optie en het lampje
van de ingestelde waarde branden.
Nadat de knop
Start/Pauze wordt
aangeraakt, begint het apparaat met
aftellen.
8.7 Tijd besparen
Deze optie is raadzaam om het
wasprogramma in te korten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
normale of lichte vervuiling of om
wasgoed op te frissen.
Raak deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
9. PROGRAMMA’S
9.1 Programmatabel
Wasprogramma's
ProgrammaProgrammabeschrijving
Wasprogramma's
Eco 40-60Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuilde kleding‐
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol/Zijde
20 min. - 3 kg
Raak bij een kleinere lading deze knop
tweemaal aan om een extra kort
programma in te stellen.
Het lampje van de optie en het lampje
van de ingestelde waarde branden.
8.8 Start/Pauze
Raak toets Start/Pauze aan om het
draaiende programma te starten, te
pauzeren of te onderbreken.
stukken. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het was‐
programma neemt toe, waardoor goede wasresultaten worden
gegarandeerd.
Wit en bont katoen zwaar tot normaal vervuild.
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal vervuilde kle‐
dingstukken.
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen
hebben een milde wasbeurt nodig. Voor normaal en licht be‐
vuild wasgoed.
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en
andere stoffen met «handwas»-symbool1).
Katoen en synthetische items licht vervuild of slechts een‐
maal gedragen.
Katoen 20°
Dekbed
Gemengde was (katoenen en synthetische stoffen)2).
Enkele synthetische deken, gevoerde kleding, dekbedden,
donsjassen en soortgelijke items.
NEDERLANDS17
ProgrammaProgrammabeschrijving
Anti-allergie
Witte katoenen kleding. Dit hoogwaardige wasprogramma in
combinatie met stoomdamp, verwijdert meer dan 99,99% van
bacteriën en virussen3) de temperatuur gedurende de wasfase
boven de 60°C houden; met een extra actie op de vezels dank‐
zij een dampfase, een verbeterde spoelfase zorgt voor een
goede verwijdering van wasmiddel en resten van micro-orga‐
nismen. Dit programma zorgt ook voor een goede verminde‐
ring van pollen/allergene voorwerpen.
Centrifugeren/PompenAlle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Om het
wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel af te
voeren.
1)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
2)
Dit programma is voor dagelijks gebruik en heeft het laagste energie- en waterverbruik met behoud
van goede wasprestaties.
3)
Getest op Staphylococcus aureus, Gebruiksaanwijzing, Candida albicans, Pseudomonas aeruginosa
en MS2 Bacteriophage in externe test uitgevoerd door Swissatest Testmaterialien AG in 2021 (testrap‐
port nr. 202120117).
Programmatemperatuur, maximaal centrifugetoerental en maximale belading
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Com missie kan dit programma bij 40 °C normaal be‐
vuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐
gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐
meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat deze geschikt is voor het soort stof dat wordt gewas‐
sen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
2)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo‐
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma’s
Programma
Universeel
1)
poeder
Universele
vloeistof
(Liquid Uni‐
versal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde
was
Fijne was
en wol
Speciaal
Eco 40-60▲▲▲----
Katoen
Synthetica
Fijne was
▲▲▲----
▲▲▲----
------▲▲
Centrifugeren/Pompen
Wol/Zijde
20 min. - 3 kg
Katoen 20°
Dekbed
Anti-allergie
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
------▲▲
--▲▲----
▲▲▲----
------▲▲
▲▲▲----
▲ = Aanbevolen-- = Niet aanbevolen
www.aeg.com20
9.2 Woolmark Apparel Care - Blauw
10. INSTELLINGEN
De wolwascyclus van de machine is goedge‐
keurd door Woolmark voor het wassen van
wollen kleding waarvan in het label staat dat
het handwas is, op voorwaarde dat de kle‐
dingstukken worden gewassen volgens de in‐
structies op het label in het kledingstuk en die
van de fabrikant van deze wasmachine. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in de kle‐
ding. M1511
Het Woolmark-symbool is een certificerings‐
merk in vele landen.
10.1 Veiligheid van kinderen
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Centrifugeren en Extra aan tot het
indicatielampje
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u toets Start/Pauze aanraakt:
alle knoppen en de programmaknop
worden uitgeschakeld (behalve de
toets Aan/Uit).
• Voordat u toets Start/Pauze aanraakt:
kan het apparaat niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
aan/uit gaat.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen raakt u gedurende 6
seconden tegelijkertijd toets Tijd
besparen en Startuitstel aan.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
10.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Temperatuur en Centrifugeren aan tot
het relevante indicatielampje op het
display aan/uit gaat.
10.2 Geluidssignalen
Er klinkt een geluidssignaal als het
programma voltooid is (gedurende 2
minuten opeenvolgende geluiden).
11. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is er dat de waterkraan openstaat.
3. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
4. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
12. DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS21
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk een paar seconden op de toets
om het apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon (indien
ingeschakeld).
12.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de kleding goed, voordat u
deze in het apparaat stopt.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
12.3 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter,
vlekkenmiddel) toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare
toevoegingen (wasverzachter,
stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
(). Deze hoeveelheid
zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus
indien vereist
achtergebleven wasmiddel
uit het wasmiddelvakje.
2
1
www.aeg.com22
12.4 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
• Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
• Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase
niet in.
• Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
12.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het
bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Het lampje van de knop Start/Pauze
knippert.
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raakt
u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens aan in
het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
NEDERLANDS23
Als een keuze niet mogelijkis gaat de aanwijzing niet
aan en klinkt er en
geluidssignaal.
12.6 Een programma starten
met een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De aanpassing voor
PROSENSE begint nadat
het aftellen is beëindigd.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel tot het display toont.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk te
starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het aftellen opnieuw te laten
beginnen.
12.7 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
12.8 De ProSenseladingdetectie
De programmaduur in het
display is van toepassing op
een middelmatige/grotelading.
1. Het toestel detecteert de lading in de
eerste 30 seconden: de indicator
en de tijdpuntjes flikkeren, de
trommel draait kort.
2. Aan het einde van de ladingdetectie
gaat de aanduiding uit en stoppen
de tijdstippen met knipperen. De
programmaduur wordt
overeenkomstig aangepast en kan
worden verlengd of verkort. Na nog
eens 30 seconden gaat de
watertoevoer stromen.
In dit geval is het gedurende 30
seconden mogelijk om het apparaat te
pauzeren en de overtollige
kledingstukken te verwijderen.
Raak, na eenmaal de overtollige kleding
te hebben verwijderd, de toets Start/
Pauze aan om het programma weer te
starten. De fase ProSense kan tot
driemaal toe worden herhaald (zie punt
1).
Belangrijk! Als de hoeveelheid wasgoed
niet wordt verminderd, gaat het
wasprogramma ondanks teveel lading
toch van start. In dit geval kun je niet de
beste wasresultaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start
van het programma kan de
programmaduur afhankelijk
van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen
weer worden aangepast.
www.aeg.com24
De ProSense-detectie wordt
alleen uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
(zonder gekozen
overslafase).
De ProSense is niet
beschikbaar bij sommige
programma's, zoals
Zijde, programma's met
korte cycli en zonder
wasfase.
Wol/
12.9 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als een programma bezig is maar
een paar opties wijzigen:
Druk op toets Start/Pauze.
1.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
12.10 Een actief programma
annuleren
1. Druk op de toets Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
2.
het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Als de fase ProSense al is
uitgevoerd en de toevoer
van water al stroomt, begint
het nieuwe programma
zonder de fase ProSense
te herhalen. Het water en
het wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling
te voorkomen. Het display
toont de maximale
programmaduur en werkt
deze na circa 20 minuten
nadat het nieuwe
programma is gestart bij.
12.11 Openen van de deur kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de
wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en/of de trommel
nog draait, kunt u de deur
niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de toets
Start/Pauze .
Het programma of startuitstel gaat
verder.
4. De deur kan worden geopend als het
programma is voltooid of stel
centrifugeren- of drainageprogramma/optie en druk op de knop
Start/Pauze.
12.12 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaat alle
wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone
Het lampje van de toets
uit.
.
Start/Pauze gaat
NEDERLANDS25
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1.
Druk op de Aan/Uit-knop om het
apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste gekozen
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
12.13 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
Op het display verschijnt de
•
aanduiding voor gesloten deur
• De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
•
De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets
Centrifugeren aan om het
centrifugeertoerental dat door het
apparaat wordt voorgesteld te
verlagen.
2.
Druk op Start/Pauze om het
programma voort te zetten
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4.
Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Het apparaat zal hoe dan
ook het water na circa 18
uur automatisch uit het
apparaat wegpompen.
12.14 Stand-by-optie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
•
Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze drukt niet
gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de
stand-by-functie
gedeactiveerd
te herinneren het water weg
te pompen.
om u eraan
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Voor u het wasgoed in
de trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
•
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
www.aeg.com26
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt.
We raden je aan ze apart te wassen
voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Bind
riemen, koorden, veters, linten en
andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
13.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst
deze algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
NEDERLANDS27
aangegeven maximumniveau ()
te overschrijden.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
• Bij het gebruik van
wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u
ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
13.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen
• Normaal vuile waskanzondervoorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel
te gebruiken, raadpleegt u de
hoeveelheid voorgesteld door de
producent van het wasmiddel en
controleert u de waterhardheid van
uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijkecentrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma
voordat u uw was droogt in een
wasdroger. Dit bespaart energie
tijdens het drogen!
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar het water zacht is,
is het gebruik van een waterontharder
niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de
levensduur van uw apparaat te
verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
OntkalkenTwee keer per jaar
Onderhoudswas‐
beurt
Eenmaal ter maand
www.aeg.com28
Deurafdichting reini‐
gen
Trommel reinigenIedere twee maan‐
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
De filter van de af‐
voerpomp reinigen
De filter van de toe‐
voerslang en de
klepfilter reinigen
In de volgende paragrafen wordt
uitgelegd hoe u elk onderdeel moet
reinigen.
Iedere twee maan‐
den
den
Iedere twee maan‐
den
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
14.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn
vastgebonden voordat u uw
cyclus uitvoert. Raadpleeg
'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen
(zoals metalen clip, knoppen, munten,
enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen',
'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van
de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met een
erkend servicecentrum.
14.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog. Gebruik
geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
14.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld is,
raden we u het gebruik van
waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te
draaien met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.5 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswasbeurt uit.
Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Selecteer het katoenprogramma met
de hoogste temperatuur of gebruik,
indien beschikbaar, het programma
Machine clean. Voeg een kleine
hoeveelheid waspoeder toe aan de
lege trommel om achtergebleven
resten weg te spoelen.
14.6 Deurrubber
Dit apparaat is ontworpen met een
zelfreinigend afvoersysteem, waardoor
lichte pluisvezels die van de kleding
vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere
kleine voorwerpen kunnen aan het einde
van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
2
1
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestdeeltjes te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
2. Laat een kort katoenprogramma op
hoge temperatuur draaien of gebruik,
indien beschikbaar, programma
Machine clean. Voeg een kleine
hoeveelheid waspoeder toe aan de
lege trommel om achtergebleven
resten weg te spoelen.
14.8 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
NEDERLANDS29
2. Verwijder het bovenste gedeelte van
het vak voor toevoegingen om het
reinigen te vereenvoudigen en spoel
het af onder de kraan met warm
water om resten van opgehoopt
wasmiddel te verwijderen. Plaats het
bovenste gedeelte na reiniging terug
op zijn plek.
3. Zorg ervoor dat achtergebleven
wasmiddel volledig is verwijderd het
bovenste en onderste gedeelte van
de holte. Gebruik een klein borsteltje
om de holte te reinigen.
4. Plaats de wasmiddellade in de
geleiders en sluit de lade. Draai het
spoelprogramma zonder kleding in
1
2
www.aeg.com30
de trommel.
14.9 Maak de afvoerpomp schoon
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
• Het apparaat pompt geen water weg.
• De trommel niet ronddraait.
• Het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door een blokkade in de afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de alarmcode
WAARSCHUWING!
• Haal de netstekker uit het stopcontact.
• Verwijder het filter niet als het apparaat in gebruik is.
• Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot
het water is afgekoeld.
• Herhaal stap 3 verschillende keren door de klep te openen en te
sluiten totdat er geen water meer uitloopt.
Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen
opvegen als u het filter verwijdert.
Voor reiniging van de pomp gaat u als volgt te werk:
1.
2.
180˚
2
1
2
1
2
1
1
1
2
3
NEDERLANDS31
3.
5.6.
7.
WAARSCHUWING!
Verzeker u ervan dat de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als
hij niet roteert: neem contact op met een erkend servicecentrum. Zorg er
ook voor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.
4.
8.
14.10 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
reinigen
Het wordt aanbevolen beide filters van
de toevoerslang en -klep geregeld te
reinigen ter verwijdering van aanslag dat
met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de
kraan en reinig het filter.
45°
20°
www.aeg.com32
2. Verwijder de toevoerslang van het
apparaat door de ringmoer los te
draaien.
3. Reinig het klepfilter aan de
achterzijde van het apparaat met een
tandenborstel.
4. Draai de slang bij het weer
aansluiten op het apparaat naar links
of rechts (niet in verticale positie)
afhankelijk van de positie van uw
waterkraan.
14.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
14.12 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS33
15.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en
kan de Start/Pauze -knop continu knipperen:
ProbleemMogelijke oplossing
• Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
Het apparaat pompt
geen water weg.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
elektronische elemen‐
ten van de machine.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐
selijke waterleidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers‐
lang aanwezig zijn.
• Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep
niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten
heeft.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder af‐
voerfase instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen
waarbij water in de kuip blijft.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met
een erkend servicecentrum.
• Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat
dat uit en weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u
contact op met de Servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval
van een ander probleem met de wasmachine.
www.aeg.com34
ProbleemMogelijke oplossing
• Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge‐
Het programma start
niet.
brand.
• Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie
of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
• Schakel het kinderslot uit.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
De machine vult zich
met water en pompt dit
• Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
direct weg.
• Stel het centrifugeerprogramma in.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfa‐
se duurt langer dan
normaal.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de
centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor‐
zaakt door problemen met de balans.
• Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zit‐
ten en dat er geen lekken zijn.
Er ligt water op de
vloer.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be‐
schadigd zijn.
• Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid ge‐
bruikt.
• Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt
met water in de trommel.
• Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
in de trommel bevindt.
• Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
• Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van
het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecen‐
trum.
• Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-in‐
De machine maakt ab‐
normale geluiden en
trilt.
structies'.
• Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd
zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
• Het ProSense Technology kan de duur van het programma
aanpassen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Be‐
ladingsdetectie ProSense Technology' onder het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
ProbleemMogelijke oplossing
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het
geautoriseerd servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het
typeplaatje.
• U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het
wasgoed gehaald.
• Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de hoeveelheid wasgoed.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐
gens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
16. VERBRUIKSWAARDEN
16.1 Inleiding
NEDERLANDS35
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat
wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de
informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen
met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die je vindt op het typeplaatje van
het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
www.aeg.com36
16.2 Legenda
kgWasgoed.u:mmDuur programma.
kWhEnergieverbruik.°CTemperatuur in de was.
LiterWaterverbruik.rpmCentrifugeersnelheid.
%Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifu‐
geersnelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van
verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur
en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je
de standaardinstelling van een programma wijzigt.
16.3 In overeenstemming met
Verordening van de
Commissie (EU) 2019/2023
Eco 40-60 pro‐
gramma
Volledige lading70.780473:2053401351
Halve belading3,50.475382:4053321351
Kwartbelading20.185332:4054221351
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W)Stand-by (W)
0.500.504.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
kgkWhLiteru:mm%°C
Uitgestelde start
rpm
(W)
16.4 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
1)
1
2
1
2
3
NEDERLANDS37
Programma
2)
Katoen
95 °C
Katoen
60 °C
Katoen 20°
3)
20 °C
Synthetica
40 °C
Fijne was
4)
30 °C
Wol/Zijde
30 °C
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor licht vervuilde katoen, synthetische en gemengde stoffen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kgkWhLiteru:mm%°C
72.25804:0552851400
71.50753:5052551400
70.30702:4052201400
30.60552:1535401200
20.40501:1535301200
1,50.30601:0530301200
17. SNELSTARTGIDS
17.1 Dagelijks gebruik
rpm
1)
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de waterkraan open.
Doe het wasgoed in de machine.
Plaats het wasmiddel en andere
behandelmiddelen in de juiste vakken
van de wasmiddeldoseerbakje.
1. Druk op de Aan/Uit toets om het
apparaat aan te zetten. Draai de
2. Stel de gewenste opties (1) in met de
corresponderende tiptoetsen. Om het
programma te starten, drukt u op de
Start/Pauze -toets (2).
3. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma
het wasgoed er uit.
Druk op de Aan/Uit -toets om het
apparaat uit te zetten.
programmaknop om het gewenste
wasprogramma in te stellen.
132
180˚
2
1
www.aeg.com38
17.2 Reinigen van het afvoerpompfilter
Reinig het filter regelmatig en in het
bijzonder als de alarmcode op het
display verschijnt.
17.3 Programma’s
Programma’sBeladingProductbeschrijving
Eco 40-607 kg
Wit en bont katoen. Normaal vervuilde kleding‐
stukken.
russen1). Het zorgt ook voor een goede vermin‐
dering van allergenen.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐
7 kg
fen. Programma voor centrifugeren en wegpom‐
pen van water.
18. MILIEUBESCHERMING
NEDERLANDS39
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.aeg.com/shop
135989460-A-392021
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.