Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste
pagina’s van dit boekje! Bewaar het boekje goed, zodat u nog eens
iets kunt nalezen en geef het door aan een eventuele volgende eigenaar van het toestel.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
1
schuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de
machine. Let goed op deze aanwijzingen.
0 Dit symbool of genummerde aanwijzingen voeren u stap voor stap door
de bediening van het toestel.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
2
milieuvriendelijk gebruik van het toestel.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u onder "Wat is er aan de
hand, als..." aanwijzingen om kleine storingen zelf op te heffen.
Mochten deze aanwijzingen niet voldoende zijn, neem dan contact op
met onze service-afdeling.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling, zie hoofdstuk "Adres Klantenservice".
Zie ook hoofdstuk "Klantenservice" op de achterzijde van dit boekje.
3
2
Uwafwasautomaatheefthet nieuwespoelsysteem
"IMPULSSPOELEN".
Om een beter reinigingsresultaat te bereiken, worden bij dit spoelsysteem tijdens een programma het motortoerental en de
sproeidruk gevarieerd. Daarom varieert ook het geluidsniveau van
het lopende programma.
De veiligheid van elektrische toestellen van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u en uw eventuele medegebruikers op het volgende te wijzen:
Opstelling, aansluiting, in gebruik nemen
• De afwasautomaat mag alleen rechtop vervoerd worden.
• Controleer de afwasautomaat op transportschade. Een beschadigd
toestel in geen geval aansluiten. Wend u in geval van schade tot de
leverancier.
• Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje
vindt u ook de vereiste zekering.
• Hoe de afwasautomaat moet worden opgesteld en aangesloten, leest
u in het hoofdstuk "Installatie". Meerwegstekkers, koppelingen en
verlengsnoeren mogen niet gebruikt worden. Brandgevaar door oververhitting.
Veiligheid van kinderen
• Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige
omgang met elektrische toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met de machine spelen – ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten
(verstikkingsgevaar!).
• Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!
• Reinigingsmiddelen kunnen verwondingen aan ogen, mond en keelholte veroorzaken en zelfs tot verstikking leiden! Let op de aanwijzingen op de verpakking van reinigingsmiddelen.
• Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. Als zich nog resten van reinigingsmiddel in de machine bevinden, bestaat verwondingsgevaar!
• Als u de afwasautomaat afdankt: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Deurslot onbruikbaar maken,
zodat de deur niet meer dicht kan.
5
Page 6
Gebruiksaanwijzing
Algemene veiligheid
• Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot onze service-afdeling. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle
eisen!
• De afwasautomaat nooit in gebruik nemen, als aansluitsnoer of toeof afvoerslang beschadigd zijn of als bedieningspaneel, bovenblad of
sokkel zo beschadigd zijn, dat de binnenkant van het toestel toegankelijk is.
• Als het aansluitsnoer beschadigd of te kort is, moet dit door onze service-afdeling vervangen worden.
• Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het toestel zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en leeghalen, altijd
dicht is. Zo voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en
zich bezeert.
• Scherpe messen en ander scherp bestek in de besteklade of in de
bovenste korf leggen.
Gebruik volgens de voorschriften
• Gebruik de afwasautomaat alleen om huishoudservies af te wassen.
Als de machine voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief
wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
• Controleer vóór het gebruik van speciaal zout, reinigingsmiddel en
glansmiddel, of volgens de fabrikant van deze producten gebruik
ervan in huishoud-afwasautomaten toegestaan is.
• Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doen. Explosiegevaar!
• De beveiliging tegen wateroverlast is een betrouwbaar systeem. Aan
de volgende voorwaarden moet echter voldaan worden:
– Ook als het toestel uitgeschakeld is moet het aan het net aangeslo-
ten zijn.
– De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Waterkraan altijd dichtdraaien als de afwasautomaat langere tijd
niet gebruikt wordt, bijv. bij vakantie.
• Ga niet op de open deur staan of zitten, de machine zou dan kunnen
kantelen.
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
• In geval van storing eerst de waterkraan dichtdraaien, dan de
machine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Bij
vaste aansluiting: zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
2 Afvalverwerking fvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen van de afwasautomaat zijn niet
milieu-onvriendelijk en kunnen hergebruikt worden.
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte
codering:
– >PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
– >PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen
CFK-vrij)
– >POM< voor polyoxymetheen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oude machine
Als u de afwasautomaat afdankt, lever hem dan in bij uw vakhandelaar
of informer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
2 Economisch en milieubewust afwassen
• Sluit de afwasautomaat alleen aan warm water aan, als u een hiervoor geschikte warmwaterinstallatie hebt.
• Stel de waterontharder correct in.
• Spoel het servies niet onder stromend water af.
• Als u met geringe belading afwast, berekent de beladingsherkenning
de benodigde hoeveelheid water en wordt de programmaduur verkort. Het meest economisch wast u altijd af met volle belading.
• Kies een programma aan de hand van soort servies en mate van verontreiniging.
• Doseer niet meer reinigingsmiddel, speciaal zout en glansmiddel dan
door de fabrikant van deze middelen en in deze gebruiksaanwijzing
wordt aangegeven.
• De binnenverlichting van de afwasautomaat brandt, zo lang de
machine open is. Om energie te besparen daarom na vullenen leeghalen van de machine de deur altijd sluiten.
8
Page 9
Gebruiksaanwijzing
Vooraanzicht apparaat en bedieningspaneel
Bovenste
sproeiarm
Rubberen afdichting
voor aankoppeling
van de watertoevoer
naar de middelste
sproeiarm
Sproeiarmen
Voorraadbakje
voor speciaal zout
Voorraadbakje
voor glansmiddel
Bakje voor
afwasmiddel
Bedienings- en indicatieveld
Typeplaatje
Zeef
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Bedienings- en indicatieveld
functietoets
onthardertoets
bedieningsveld indicatie van de verschillende
indicatie van de
ingestelde starttijd
starttijd
instellen
programma-onderdelen
controleindicaties
Het bedieningsveld bestaat uit de aan/uit-schakelaar 9 en de programmatoetsen met LED-indicaties.
Ontharder- en functietoets: naast het vermelde spoelprogramma kan
door de combinatie van deze toetsen de waterontharder van de afwasmachine ingesteld worden.
Controle-indicaties:
Brandende controle-indicaties betekenen dat u moet:
J
H
speciaal zout bijvullen
glansmiddel bijvullen
^
Vóór het in gebruik nemen
Voordat u de afwasautomaat in gebruik neemt, moeten alle klemmen
waarmee de korven voor het transport zijn vastgezet verwijderd worden.
Daarna gaat u als volgt te werk:
1. Waterontharder instellen
2. Speciaal zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
10
waterkraan openen
Page 11
Gebruiksaanwijzing
Waterontharder instellen
Om kalkafzetting op het servies en in de afwasautomaat te vermijden,
moet het servies met zacht, d.w.z. kalkarm water worden afgewassen.
Daarom heeft de afwasautomaat een waterontharder, waarin leidingwater vanaf een hardheid van 4°d met behulp van speciaal zout onthard wordt.
Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u opvragen
3
bij het waterleidingbedrijf.
0 Waterontharder volgens de tabel instellen op de stand, die overeen-
komt met de waterhardheid in uw woonplaats. De waterontharder kan
op 10 standen worden ingesteld.
waterhardheid
1
in °d
)in mmol/l2)hardheids-
bereik
41-50
35-40
31-34
27-30
23-26
19-22
15-18
11 - 141,9-2,5II22
4-100,7-1,8I/II11
beneden 4
1)(°d) Duitse graden, maat voor de waterhardheid
2)(mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid van waterhardheid
*in de fabriek ingestelde stand
7,3-9,0
6,3-7,2
5,5-6,2
4,8-5,4
4,1-4,7
3,3-4,0
2,6-3,2
beneden
0,7
IV
III
I
instelling
op stand
9
8
7
6
5
4
3*
0
geen zout nodig
aantal
lichtsignalen
0 1. Afwasmachine moet uitgeschakeld zijn.
2. Functietoets en onthardingstoets tegelijkertijd indrukken en ingedrukt
houden.
3. Naast AAN/UIT-schakelaar indrukken.
De LED-lampjes van de functietoets en onthardingstoets knipperen.
4. Onthardingstoets nog een keer indrukken.
Signaalindicatie van de onthardertoets begint te knipperen.
– Het aantal lichtsignalen komt overeen met de ingestelde hardheids-
stand. (Uitzondering: hardheidsstand 0 wordt door 10 lichtsignalen
aangegeven.)
9
8
7
6
5
4
3
10
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
– Deze serie lichtsignalen wordt na 5 seconden pauze verschillende
malen herhaald.
5. Elke keer dat u de onthardertoets indrukt, gaat de hardheidsstand 1
stap omhoog.
(Uitzondering: na hardheidsstand 9 komt hardheidsstand 0).
6. Als de hardheidsstand correct is ingesteld, AAN/UIT-schakelaar indrukken. De hardheidsstand is dan opgeslagen.
Speciaal zout voor de waterontharder doseren
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasautomaten. Doseer nooit andere
1
zoutsoorten (bijv. kookzout) of reinigingsmiddel in het zoutreservoir.
Dat zou de waterontharder onbruikbaar maken.
Controleer voordat u zout gaat doseren of u ook werkelijk het pak speciaal zout in de hand hebt.
Doseer speciaal zout:
– Voordat u de machine in gebruik neemt.
– Als op het bedieningspaneel de controle-indicatie zout
Als de waterhardheid in uw woonplaats onder 4°d ligt, hoeft u geen
3
speciaal zout te doseren.
0 1. Deur openen, onderste korf uit de
machine nemen.
2. Dop van het zoutreservoir linksom
losdraaien.
3. Alleen de eerste keer dat u de
machine in gebruik neemt:
zoutreservoir met water vullen.
4. Meegeleverde trechter op de opening
van het zoutreservoir zetten.
Speciaal zout via de trechter in het
zoutreservoir gieten. Inhoud afhankelijk van de korrelgrootte 1,0-1,5 kg.
Doe niet te veel speciaal zout in het reservoir.
J brandt.
SALE
SALT
SALZ
SEL
Het bij het vullen verplaatste water loopt uit het zoutreservoir naar de
3
bodem van de kuip. Dit kan geen kwaad, omdat het water bij de start
van het volgende programma weggepompt wordt.
5. Zoutresten van de opening van het zoutreservoir wegvegen.
12
Page 13
Gebruiksaanwijzing
6. Dop rechtsom zo ver mogelijk vastdraaien, omdat er anders zout in het
spoelwater terechtkomt. Glaswerk kan daardoor dof worden. Daarom
na het doseren van zout een programma laten lopen. Daardoor worden
overgelopen zout water en zoutkorreltjes weggespoeld.
Afhankelijk van de korrelgrootte van het zout kan het enkele uren
3
duren, voordat het zout in het water is opgelost en de controle-indicatie zout
mee het zoutverbruik zijn afhankelijk van de plaatselijke
waterhardheid.
J weer uitgaat. De instelling van de waterontharder en daar-
Glansmiddel doseren
Dankzij het glansmiddel krijgt u glanzend servies zonder vlekken en
heldere glazen.
Gebruik alleen speciaal glansmiddel voor huishoud-afwasmachines.
1
Nooit andere middelen (bijv. azijnessence) of reinigingsmiddel in het
glansmiddelreservoir doseren. Dat kan de machine beschadigen.
Glansmiddel doseren:
– Voordat u de machine in gebruik neemt.
– Als op het bedieningspaneel de controle-indicatie glansmiddel
gaat branden.
H
Het reservoir voor glansmiddel bevindt zich aan de binnenzijde van de
machinedeur.
0 1. Deur openen.
2. Met uw vinger de ontgrendelingsknop van het voorraadreservoir
indrukken.
3. Deksel van het voorraadreservoir
helemaal openklappen.
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
4. Glansmiddel precies tot aan de stippellijn “max” doseren; dat komt overeen met ca. 140 ml.
5. Deksel terugklappen en dichtdrukken,
tot het dichtklikt.
6. Eventueel gemorst glansmiddel met
een doekje wegvegen. Anders wordt
tijdens het afwassen te veel schuim
gevormd.
Glansmiddeldosering instellen
Bij het afwassen wordt uit het voorraadreservoir glansmiddel in het
3
spoelwater gespoeld. De dosering kunt u van 1-6 instellen. In de fabriek
is de dosering op “4” ingesteld. Dosering alleen veranderen als op glazen en servies vegen, melkachtige vlekken of opgedroogde waterdruppels te zien zijn.
(zie onder “Wat is er aan de hand als ...”).
0 1. Machinedeur openen.
2. Met uw vinger de ontgrendelingsknop van het voorraadreservoir
indrukken.
3. Deksel van het voorraadreservoir
helemaal openklappen.
4. Dosering instellen.
5. Deksel terugklappen en dichtdrukken,
tot het dichtklikt.
6. Eventueel gemorst glansmiddel met
een doekje wegvegen.
14
Page 15
Gebruiksaanwijzing
In het dagelijks gebruik
• Moet speciaal zout of glansmiddel worden bijgevuld?
• Bestek en servies in de machine zetten
• Reinigingsmiddel doseren
• Geschikt programma kiezen
• Afwasprogramma starten
Bestek en servies in de machine zetten
Sponzen, vaatdoekjes en alle voorwerpen die zich met water kunnen
1
volzuigen, mogen niet in de afwasautomaat gereinigd worden
Voor machinaal afwassen is het volgende bestek/servies
niet geschikt: beperkt geschikt:
.
• bestek met heften van hout, hoorn,
porselein of parelmoer
• niet hittebestendige kunststof
• ouder bestek met temperatuurgevoelige lijm
• gelijmd servies of bestek
• tin en koper
•kristal
• metaal dat kan roesten
•houten planken
• kunstnijverheidsartikelen
• Aardewerk alleen in de machine afwassen,
als het van de aanduiding "geschikt voor de
afwasautomaat" voorzien is.
• Versieringen die op het glazuur zijn aangebracht kunnen door zeer vaak machinaal
afwassen verbleken.
• Zilver en aluminium kunnen bij machinaal
afwassen verkleuren. Etensresten als eiwit,
eigeel en mosterd veroorzaken vaak verkleuringen of vlekken op zilver. Zilver
daarom altijd goed schoon spoelen, als het
niet direct na gebruik wordt afgewassen.
• Sommige glassoorten kunnen na vele malen
machinaal afwassen dof worden.
• Voordat u het servies in de machine zet, moet u:
– grove etensresten verwijderen.
– pannen met ingebrande etensresten weken.
• Let bij het in de machine zetten van servies en bestek op het volgende:
– servies en bestek mogen de sproeiarmen niet blokkeren.
– hol serviesgoed zoals kopjes, glazen, pannen enz. met de opening
naar beneden neerzetten, zodat zich in de openingen geen water
kan verzamelen
– servies en bestek mogen niet in elkaar liggen of elkaar afdekken
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
– om beschadiging te voorkomen mogen glazen elkaar niet raken
– kleine voorwerpen (bijv. deksels) in de bestekkorf leggen
Bestek rangschikken
Lange, scherpe bestekdelen die in de bestekkorf staan, kunnen vooral
1
voor kinderen gevaarlijk zijn (zie Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid). Ze
moeten daarom in de bovenste korf gelegd worden.
0 Messen, kleine lepels en kleine vor-
ken in de besteklade leggen.
Vorken en lepels die niet in de
besteklade passen, in de bestekkorf
zetten.
Om ervoor te zorgen dat het water
alle bestekdelen bereikt, moet u
0 1. het inzetrooster op de bestekkorf te
steken
2. korte messen, vorken en lepels met
het heft naar beneden in het roostertje van de bestekkorf zetten.
3. voor grotere bestekdelen, bijv. een
garde, één helft van het roostertje
weglaten.
16
Page 17
Om de bestekkorf makkelijk te
kunnen leeghalen, kunt u bij sommige modellen de bestekkorf
openklappen.
Om ervoor te zorgen dat de
1
bestekkorf bij het uit de machine
nemen niet kan openklappen,
moet u hem bij de tweedelige
greep pakken.
0 1. Bestekkorf op tafel of aanrecht-
blad zetten.
2. De twee delen van de greep openklappen.
3. Bestek eruitnemen.
4. De twee delen van de greep weer dichtklappen
Gebruiksaanwijzing
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
Pannen, schalen en grote
borden in de machine zetten
Groot en sterk verontreinigd servies
in de onderste korf zetten.
Om groter servies makkelijk neer te
3
zetten, kan bij sommige modellen
het rechter bordenrek worden neergeklapt:
0 1. Rechter bordenrek aan de achterkant
iets optillen.
2. Bordenrek naar links neerklappen.
18
Page 19
Kopjes, schoteltjes en glaswerk in de machine zetten
Klein, teer serviesgoed en lange,
scherpe bestekdelen in de bovenste
korf plaatsen.
• Servies op en onder de uitklapbare
kopjesrekken versprongen neerzetten, zodat het water overal goed
kan komen.
• U kunt de kopjesrekken omhoog-
klappen om hoog servies neer te
zetten.
• Wijn-, champagne- en cognacgla-
zen kunt u in de uitsparingen van
de kopjesrekken zetten resp. hangen.
• Glazen, bekers enz. kunnen ook op
de twee rijen spijltjes links in de
bovenste korf worden gezet.
Gebruiksaanwijzing
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
Bovenste korf in hoogte verstellen
Maximale hoogte van het servies in de
bovenste korfonderste korf
als de bovenste korf op de
hoogste standstaat
als de bovenste korf op de
laagste stand staat
De hoogte kan ook versteld worden als de korven gevuld zijn.
3
22 cm 31 cm
24 cm 29 cm
Afhankelijk van het model is het apparaat met bovenkorf "variant 1" of
"variant 2" uitgerust:
Lager plaatsen van de bovenste
korf: Variant 1
0 1. Bovenste korf helemaal naar buiten
trekken.
2. Bovenste korf achter optillen en laten
zakken.
Hoger plaatsen van de bovenste
korf:
0 1. Bovenste korf helemaal naar buiten
trekken.
2. Bovenste korf rechts achter optillen,
licht naar voren trekken en in de
bovenste stand laten vastklikken.
20
Page 21
Lager plaatsen van de bovenste
korf: Variant 2
0 1. Bovenste korf helemaal naar buiten
trekken.
2. Bovenste korf zo ver mogelijk optillen
en loodrecht laten zakken. De bovenste korf valt nu in de laagste stand.
Hoger plaatsen van de bovenste
korf:
0 1. Bovenste korf helemaal naar buiten
trekken.
2. Bovenste korf zo ver mogelijk optillen
en loodrecht laten zakken. De bovenste korf valt nu in de hoogste stand.
Gebruiksaanwijzing
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Reinigingsmiddel doseren
Gebruik alleen reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
1
Doseer reinigingsmiddel:
– Vóór het begin van een programma (niet bij het programma voor-
spoelen). Reinigingsmiddel wordt tijdens het programma automatisch
ingespoeld.
Let op de aanwijzingen m.b.t. doseren en bewaren op de verpakking van
2
het reinigingsmiddel.
Het reservoir voor reinigingsmiddel
bevindt zich aan de binnenzijde van
de deur.
0 1. Als het deksel gesloten is: ontgrende-
lingsknop (1) indrukken.
Het deksel springt open.
2. Reinigingsmiddel in het reservoir
voor reinigingsmiddel doen. Als
doseerhulpje dienen de markeringslijnen:
“20” komt overeen met ca. 20 ml
reinigingsmiddel,
“30” komt overeen met ca. 30 ml
reinigingsmiddel.
3. Deksel terugklappen en dichtdrukken,
tot het dichtklikt.
Bij zeer sterk verontreinigd servies
3
bovendien reinigingsmiddel in het
extra vakje (2) doseren. Dit reinigingsmiddel werkt al tijdens het
voorspoelen.
22
Page 23
Gebruiksaanwijzing
BIO-programma’s en compacte reinigingsmiddelen
Reinigingsmiddelen voor afwasmachines kunnen aan de hand van hun
chemische samenstelling in twee types verdeeld worden:
– traditionele, alkalische reinigingsmiddelen met bijtende bestanddelen
– laag-alkalische compacte reinigingsmiddelen met natuurlijke enzy-
men.
BIO-programma’s in combinatie met compacte reinigingsmiddelen ont-
2
zien het milieu en uw servies, want BIO-programma’s zijn speciaal
afgestemd op de vuil oplossende eigenschappen van de enzymen in
compacte reinigingsmiddelen. Daarom bereiken BIO-programma’s in
combinatie met compacte reinigingsmiddelen al bij 50°C dezelfde reinigingsresultaten die anders alleen met 65°C-programma’s bereikt worden.
Bij BIO-programma’s wordt het water korte tijd over 50°C verhit, opdat
de actieve zuurstof kan werken.
Sommige fabrikaten reinigingstabletten lossen zo langzaam op, dat ze
3
in korte programma’s niet hun volle reinigingswerking bereiken.
Gebruik reinigingstabletten daarom liever bij normale programma’s met
voorspoelen.
Automatische Programma's
Bij de AUTOMATISCHE programma's wordt aan de hand van het spoelwater vastgesteld, hoe vuil het servies is.
Bij geringe belading en lichte verontreiniging van het servies duren de
programmadelen ”voorspoelen”, ”reinigen” en ”spoelen” korter en het
waterverbruik is lager.
Bij volle belading en sterke verontreiniging van het servies duren de
programmadelen ”voorspoelen”, ”reinigen” en ”spoelen” langer en het
waterverbruik is hoger.
Daarom kunnen programmaduur, water- en energieverbruik bij AUTOMATISCHE programma's in de genoemde programmadelen variëren (zie
programmatabel).
Daardoor wordt altijd een optimale reiniging van het ser-vies en laag
water- en energieverbruik bereikt.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Programma kiezen (programmatabel)
Kies aan de hand van deze tabel het geschikte programma:
1)
Soort servies
bovendien
Soort verontreiniging
Geschikt
programma:
Programmaverloop
3)
Verbruikswaarden:
4)
duur
energie
Groot servies en pannen Klein servies
met tempera-
--
•sterk
verontreinigd
•aangekoekte
etensresten,
vooral eiwit
en zetmeel
• normaal
verontreinigd
• aangekoekte
etensresten
tuurgevoelig
servies
•normaal
verontreinigd
bij gebruik van compacte reinigingsmiddelen
met teer glaswerk
• normaal tot
licht
verontreinigd
bijzonder geschikt
•licht
verontreinigd
òòòòò
bno
voorspoelen
reinigen
2 x tussenspoelen
naspoelen
drogen
Naast de in de tabel genoemde programma’s is er het speciale programma voorspoelen A. Dit pro-
gramma is bedoeld voor gebruikt servies, dat in de machine wordt verzameld en pas later afgewassen. Het programma voorspoelen
0,1 kWh energie.
2)
Bij BIO-programma’s wordt het water korte tijd over 50°C verhit, opdat de actieve zuurstof kan werken.
3)
De verschillende programma-onderdelen klinken niet allemaal hetzelfde, omdat bij sommige onderdelen voor een beter reinigingsresultaat korte tijd krachtiger wordt afgewassen.
4)
De verbruikswaarden zijn onder normomstandigheden bepaald. Ze zijn afhankelijk van de belading
van de servieskorven. Afwijkingen zijn daarom in de praktijk mogelijk.
5)
Testprogrammavoor testinstituten.
17 - 19 liter11,5 - 19 liter11,5 - 19 liter12 - 14 liter11 li t e r
A duurt 12 minuten en verbruikt 4 liter water en minder dan
24
Page 25
Gebruiksaanwijzing
Afwasprogramma starten
0 1. Machinedeur openen.
2. Controleer of servies en bestek zodanig zijn opgesteld, dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
3. Waterkraan geheel opendraaien.
4. AAN/UIT-schakelaar indrukken. De indicatie in de schakelaar gaat bran-
den.
5. Programmatoets van het gewenste programma indrukken (zie "Programmatabel"). De programma-indicatie gaat branden.
Per ongeluk het verkeerde programma gekozen?
• Als u binnen 6 seconden na kiezen van het programma het pro-
gramma wilt wijzigen, drukt u even de toets van het gewenste programma in.
• Als u op een later tijdstip het programma wilt wijzigen, gaat u als
volgt te werk:
– Toets van het nieuwe programma indrukken en ingedrukt houden.
Nu knipperen de indicaties van beide programma’s.
– Na enkele seconden knippert alleen nog de indicatie van het
nieuwe programma. Programmatoets loslaten, het nieuwe programma is opgeslagen.
6. Deur sluiten. Na ongeveer 6 seconden begint het gekozen programma.
Als na de programmastart akoestische foutmeldingen klinken, moet u
3
hoofdstuk "Wat is er aan de hand, als..." lezen.
Programma wissen
Een gekozen programma kan alleen worden gewist als de machinedeur
open is, maar niet binnen 6 seconden na kiezen van het programma.
Na 6 seconden kan het programma als volgt gewist worden:
0 1. Toets van het lopende programma indrukken en ingedrukt houden. De
programma-indicatie van het lopende programma knippert enkele
seconden en gaat dan uit.
2. Programmatoets loslaten, het programma is gewist.
Door uitschakelen van de machine wordt een gekozen programma niet
3
gewist.
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Programma onderbreken (alleen in noodgevallen)
Onderbreek een lopend programma alleen, als dat beslist noodzake-
3
lijk is. Na het weer sluiten van de machinedeur wordt de binnengestroomde lucht sterk verhit en verspreid. Daardoor kan water in de kuip
terechtkomen en kan eventueel de beveiliging tegen wateroverlast in
werking treden.
Bij het openen van de deur kan hete stoom naar buiten komen. Ver-
1
brandingsgevaar! Deur voorzichtig openen.
0 1. Machinedeur openen.
2. Oorzaak waarom u de deur moest openen opheffen.
3. Deur sluiten. Het gekozen programma loopt dan verder.
Starttijdkeuze instellen of wijzigen
Met de starttijdkeuze kunt u instellen, of het programma na 3, 6 of
12 uur moet beginnen.
0 1. Toets AAN/UIT indrukken.
2. Toets voor het gewenste programma indrukken.
3. Starttijdkeuze instellen:
Toets
b zo vaak indrukken, tot de indicatie naast het gewenste aantal
uren gaat branden.
Starttijdkeuze wijzigen:
Zoalng het programma nog niet begonnen is, kunt u door indrukken
van toets
Starttijdkeuze annuleren:
Zolang het programma nog niet begonnen is, kunt u de ingestelde
starttijdkeuze annuleren. Druk toets
urenindicaties meer brandt. Het gekozen programma begint zodra u
de machinedeur hebt gesloten.
b de ingestelde starttijdkeuze nog wijzigen.
b zo vaak in, tot geen van de drie
3
4. Deur sluiten.
26
Als u een starttijd kiest, gaan de indicaties van het programmaverloop
niet branden.
Page 27
Gebruiksaanwijzing
Beladingsherkenning – sensorlogic
Als u een programma start, terwijl er in de bovenste en/of onderste korf
maar weinig servies staat, past een intelligente elektronica de hoeveelheid water en de duur van het programma aan de hoeveelheid servies
aan. Daardoor kunt u ook weinig servies snel en economisch afwassen.
Bij halve belading (6 standaardcouverts) bespaart u zo’n 2 liter water
en 0,2 kWh stroom.
Afwasautomaat uitschakelen
Afwasautomaat pas uitschakelen, als in de indicatie van het programmaverloop
0 1. Toets aan/uit M indrukken. De indicatie van de toets gaat uit.
Bij het openen van de deur, direct na beëindiging van het programma,
1
kan hete stoom naar buiten komen. Daarom:
2. Deur voorzichtig openen.
L gaat branden.
Machine leeghalen
• Heet servies is zeer gevoelig. Daarom vóór het leeghalen laten afkoe-
3
len.
• Laat na beëindiging van het programma het servies nog ca.
15 minuten in de machine staan. Het droogt dan beter.
• Eerst de onderste korf leeghalen, dan de bovenste korf. Zo voorkomt
u dat restwater van de bovenste korf op het servies in de onderste
korf druppelt en watervlekken achterlaat.
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Onderhoud en reiniging
In geen geval onderhoudsmiddelen voor meubels of agressieve reini-
1
gingsmiddelen gebruiken.
• Bedieningselementen van de afwasautomaat alleen met een zachte
doek en schoon warm water schoonmaken.
• De sproeiarmen hoeven niet gereinigd te worden.
• Kuip, deurafdichting en watertoevoer regelmatig controleren en
eventueel schoonmaken.
Schoonmaken van de zeven
De zeven in de kuipbodem zijn in hoge mate zelfreinigend.
3
Toch moet u de zeven af en toe controleren en eventueel schoonmaken.
Verontreinigde zeven hebben een
nadelige invloed op het afwasresultaat.
0 1. Deur openen, onderste korf uit de
machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasautomaat bestaat uit een grove/fijne zeef,
microfilter en vlakke zeef. M.b.v. de
greep van het microfilter het zeefsysteem ontgrendelen en uit de machine
nemen.
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en uitnemen.
4. Grove/fijne zeef (1/2) aan het oogje
pakken en uit het microfilter (3) trekken.
5. Alle zeven onder stromend water
grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (4) uit de kuipbodem
nemen en aan beide kanten grondig
schoonmaken.
28
Page 29
Gebruiksaanwijzing
7. Vlakke zeef weer in de kuipbodem
zetten.
8. Grove/fijne zeef in het microfilter
zetten en in elkaar drukken.
9. Zeefcombinatie weer inzetten en
door rechtsom draaien van de greep
vergrendelen. Let erop dat de vlakke
zeef niet boven de kuipbodem uitsteekt.
Zonder zeven mag de machine in
1
geen geval gebruikt worden.
Wat is er aan de hand, als...
Aan de hand van onderstaande aanwijzingen kunt u kleine storingen
aan het toestel zelf opheffen. Als u toch voor één van de hier vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening onze service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze
garantiebepalingen gedekt.
29
Page 30
Gebruiksaanwijzing
...waarschuwingssignalen aangeven dat er een storing is.
• Klinken na de programmastart 1 of 2 waarschuwingssignalen, die
steeds herhaald worden, dan is er sprake van een storing aan de
machine die u eventueel zelf kunt opheffen.
Na opheffen van de storing de toets van het begonnen programma
indrukken en de machinedeur sluiten. Het programma loopt verder.
Klinken dezelfde waarschuwingssignalen opnieuw, neem dan contact
op met onze service-afdeling.
• Als na de programmastart meer dan 2 waarschuwingssignalen klin-
ken, die steeds herhaald worden, neem dan contact op met onze service-afdeling en geef op hoeveel signalen er klinken en welke
controle-indicaties er in het bedienings- en indicatieveld knipperen.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Er klinkt 1 waarschuwingssignaal, dat steeds wordt
herhaald,
in het bedienings- en indicatieveld knippert de programma-indicatie en de
controle-indicatie
brandt constant: er wordt
geen water toegevoerd.
Er klinken 2 waarschu-wingssignalen die steeds
worden herhaald,
in het bedienings- en indicatieveld knippert de programma-indicatie en de
controle-indicatie
Er klinken 3 waarschu-wingssignalen, die steeds
worden herhaald en in het
bedienings- en indicatieveld knipperen de controle-
indicaties
^
I .
I en L .
Waterkraan is verstopt
of verkalkt.
Zeef (indien aanwezig)
in de slangkoppeling
aan de waterkraan is
ver-stopt.
Watertoevoerslang ligt
niet goed.
De sifon is verstopt. Sifon schoonmaken.
Waterafvoerslang ligt
niet goed.
De beveiliging tegen
wateroverlast is in werking getreden.
Waterkraan schoonmaken.
Zeef in de slangkoppeling
schoonmaken.
Slang controleren en evt.
goed leggen.
Slang controleren en evt.
goed leggen.
Waterkraan dichtdraaien en
contact opnemen met onze
service-afdeling.
30
Page 31
Gebruiksaanwijzing
...er problemen zijn bij het gebruik van de afwasautomaat.
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Het programma begint
niet.
In de kuip zijn roestvlekken zichtbaar.
Fluitend geluid bij het
afwassen.
De binnenverlichting
van de afwasautomaat
brandt niet.
De machinedeur is niet goed
gesloten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering in de huisinstallatie
is niet in orde.
Bij modellen met starttijdkeuze:
U hebt een starttijd gekozen.
De kuip is van roestvrij staal.
Roestvlekken zijn een gevolg
van vreemd roest (roestdeeltjes uit de waterleiding, van
pannen, bestek enz.). Verwijder zulke vlekken met een
speciaal reinigingsmiddel.
Het fluiten kan geen kwaad.
Stekker zit niet in het stopcontact.
De lamp van de binnenverlichting is defect.
Deur sluiten.
Stekker in het stopcontact
steken.
Zekering vervangen.
Als servies direct moet worden afgewassen, bij apparaten
- met multidisplay de starttijd op 0 uur instellen.
- zonder multidisplay de
starttijdkeuze wissen.
Alleen geschikt bestek en
servies afwassen.
Deksel van het zoutreservoir
stevig vastdraaien.
Ander merk reinigingsmiddel
gebruiken.
Stekker in het stopcontact
steken.
Contact opnemen met de
service-afdeling.
...het afwasresultaat niet bevredigend is.
Het servies wordt niet schoon.
– U hebt niet het juiste programma gekozen.
– Het servies is zodanig neergezet, dat het water niet overal kon
komen. De servieskorven mogen niet overbeladen zijn.
31
Page 32
Gebruiksaanwijzing
– De zeven in de kuipbodem zijn niet schoon of verkeerd in de machine
geplaatst.
– U hebt geen goed reinigingsmiddel gebruikt of te weinig gedoseerd.
– Bij kalkaanslag op het servies: het zoutreservoir is leeg of de water-
onthardingsinstallatie is verkeerd ingesteld.
– De afvoerslang ligt niet goed.
Het servies is niet droog en glanst niet.
– U hebt geen goed glansmiddel gebruikt.
– Het glansmiddelreservoir is leeg.
Op glazen en servies zijn vegen, strepen, melkachtige vlekken of
blauwachtige aanslag te zien.
– Glansmiddeldosering lager instellen.
Op glazen en servies zijn opgedroogde waterdruppels te zien.
– Glansmiddeldosering hoger instellen.
– Het reinigingsmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de
De test volgens EN 60704 moet bij volle belading met het testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd.
De tests volgens EN 50242 moeten met vol zoutreservoir van de
waterontharder, met vol voorraadreservoir voor glansmiddel en met
het testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd.
Volle belading:
12 standaardcouverts
incl. dienbestek
Dosering reinigingsmiddel:
Glansmiddelinstelling: 4 (type III)4 (type III)
5 g + 25 g (type B)20 g (type B)
Halve belading:
6 standaardcouverts incl. dienbestek,
elke tweede plek vrijlaten
Beladingsvoorbeelden:
bovenste korf zonder besteklade bovenste korf met besteklade
onderste korf met bestekkorf bestekkorf
34
Page 35
Opstel- en aansluitaanwijzing
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING N AANSLUITAANWIJZING
Opstellen van de afwasautomaat
• De afwasautomaat moet stevig en waterpas op een vlakke vloer wor-
den opgesteld.
• Schroefvoeten met de schroefsleutel
uitdraaien om oneffenheden in de
vloer te compenseren en de hoogte
van het apparaat aan andere
meubelen aan te passen :
– met een schroevendraaier
• Bij onderbouw- en integreerbare en volledig integreerbare afwasau-
tomaten moeten de voeten met een schroevendraaier vooraan aan
het toestel afgesteld worden.
• Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de sokke-
luitsparing achter vrij beweeglijk liggen, opdat ze niet geknikt of
platgedrukt worden.
• De afwasautomaat moet bovendien vast aan het doorlopende werk-
blad of aan de meubelen ernaast geschroefd worden. Deze maatregel
is absoluut noodzakelijk, opdat de volgens de voorschriften vereiste
kiepveiligheid gewaarborgd is.
35
Page 36
Opstel- en aansluitaanwijzing
Montage van de decorplaat
(zie meegeleverd montagesjabloon)
De toesteldeur kan worden voorzien van een decorplaat met de vol-
3
gende afmetingen:
breedte: 591 mm – 594 mm
dikte: 16 mm – 24 mm
hoogte: max. 715 mm
gewicht: max. 10 kg
36
Page 37
Opstel- en aansluitaanwijzing
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die verhinderen
dat spoelwater in het drinkwaternet kan terugstromen en voldoen aan
de betreffende watertechnische veiligheidsvoorschriften.
• De afwasautomaat kan aan koud water en aan warm water tot
max. 60 °C worden aangesloten.
•De afwasautomaat mag niet aan open heetwatertoestellen en door-
stroomtoestellen worden aangesloten.
Toelaatbare waterdruk
Minimaal toelaatbare waterdruk:
1 bar (=10 N/cm
Maximaal toelaatbare waterdruk:
10 bar (=100 N/cm
2
=100 kPa)
2
=1 MPa)
Als de waterdruk lager dan 1 bar is, dient
u uw installateur te raadplegen.
Bij meer dan 10 bar waterdruk moet een
reduceerventiel worden geïnstalleerd
(verkrijgbaar bij de vakhandel)
Toevoerslang aansluiten
De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of
1
ineengestrengeld zijn.
0 Toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 228-1:2000) aan een water-
kraan met buitenschroefdraad (3/4") aansluiten. De moer van de slangkoppeling alleen met de hand aandraaien.
• Om de mogelijkheden om in de keuken water te tappen niet te beper-
3
ken, adviseren wij u een extra waterkraan te installeren of aan de
aanwezige kraan een aftakking te bouwen.
• Als u een langere toevoerslang nodig hebt, moet u één van de vol-
gende in de handel verkrijgbare VDE-goedgekeurde complete slang-
sets gebruiken:
– slangset “WRflex 100” (E-nr.: 911 239 034)
– slangset “WRflex 200” (E-nr.: 911 239 035)
37
Page 38
Opstel- en aansluitaanwijzing
Waterafvoer
Afvoerslang
De afvoerslang mag niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld zijn.
1
• Aansluiting van de afvoerslang:
– maximaal toelaatbare hoogte: 1 meter.
– minimaal vereiste hoogte 30 cm boven de onderkant van de machine.
Verlengslangen
• Verlengslangen zijn verkrijgbaar bij
de vakhandel of onze service-afde-
ling. De binnendiameter van de
verlengslangen moet 19 mm bedra-
gen, opdat het functioneren van de
machine niet gestoord wordt.
• Verlengslangen mogen maximaal 3
meter horizontaal liggen en de
maximaal toelaatbare hoogte voor
de aansluiting van de afvoerslang
bedraagt dan 85 cm.
Sifonaansluiting
• De tuit van de afvoerslang (Ø 19 mm) past op alle gangbare types
sifons. De buitendiameter van de sifonaansluiting moet minimaal
15 mm zijn.
• De afvoerslang moet met de meegeleverde slangklem aan de sifon-
aansluiting worden bevestigd.
Waterafvoer bij hoog ingebouwde afwasautomaat
Wanneer bij een hoog ingebouwde afwasautomaat de aansluiting van
de afvoerslang zich minder dan 30 cm boven de onderkant van de
machine bevindt, moet montageset ET 111099520 door de klantenservice worden gemonteerd.
Waterafvoer in een gootsteen (alleen mogelijk bij vrijstaande toestellen)
Als u de afvoerslang in een gootsteen wilt hangen, moet u een slanghouder gebruiken. Deze is te bestellen bij onze service-afdeling onder
ET-nr. 646 069 190.
0 1. Slanghouder op de afvoerslang steken.
2. Zorg ervoor dat de afvoerslang niet van de gootsteenrand kan wegglijden.
Als u een koord door het gat trekt, kunt u de houder aan de muur of aan de
waterkraan bevestigen.
38
Page 39
Opstel- en aansluitaanwijzing
Beveiliging tegen wateroverlast
De afwasautomaat is uitgerust met het AQUA CONTROL SYSTEM, een
beveiliging tegen wateroverlast.
In geval van storing onderbreekt het veiligheidsventiel in de machine
direct de watertoevoer en de afvoerpomp wordt ingeschakeld. Daardoor kan er geen water uit- of overlopen. Restwater dat zich nog in het
toestel bevindt wordt automatisch weggepompt.
Het AQUA CONTROL SYSTEM functioneert ook, als het toestel uitge-
1
schakeld is – het mag echter niet van het stroomnet gescheiden zijn.
Als het toestel is ingeschakeld, klinkt in geval van storing bovendien
een zoemtoon.
Elektrische aansluiting
Volgens de voorwaarden van de elektriciteitsbedrijven mag een vaste
1
aansluiting aan het elektriciteitsnet alleen door een erkend elektroinstallateur worden uitgevoerd.
Bij de aansluiting moet aan de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden gehouden.
Na de inbouw mogen volgens EN 60335/DIN VDE 0700 spanning voerende onderdelen en geïsoleerde leidingen niet aanraakbaar zijn.
Gegevens voor de elektrische aansluiting vindt u op het typeplaatje op
de rechter binnenrand van de deur. Als het toestel omschakelbaar is
uitgevoerd, dient u zich bovendien aan de aanwijzingen op het
omschakelschema te houden dat zich in de snoeraansluitdoos bevindt.
Controleer vóór het aansluiten, of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en
stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje vindt u ook
de vereiste zekering.
Om de afwasautomaat van het net te scheiden, stekker uit het stopcontact trekken.
Attentie: de stekker moet na opstelling van het apparaat bereikbaar
blijven.
Is het toestel d.m.v. een vaste aansluiting met het net ver-bonden, dan
moet het door maatregelen in de installatie met een inrichting die alle polen (N, L1) onderbreekt (bijv. aardlekschakelaar) met een contactopening van > 3 mm van het net worden gescheiden.
39
Page 40
Opstel- en aansluitaanwijzing
Aansluittechniek
Toevoer- en afvoerslang en aansluitsnoer moeten aan de zijkant van de
machine worden aangesloten, omdat daarvoor achter het toestel geen
plaats is.
Het hier gegeven voorbeeld van water- en elektrische installatie is
slechts een richtlijn, omdat de situatie ter plaatse van opstelling (aanwezige aansluitingen, plaatselijke en algemeen geldende aansluitvoorschriften) maatgevend is.
watertoevoer
2 aansluitstukken 45° of recht,
uitwendig Ø 19 mm, lengte 30 mm
aansluitsnoer
waterafvoer
elektrische aansluiting
dubbele
waterkraan
waterafvoer watertoevoer
aansluitsnoer
40
Page 41
ADRES KLANTENSERVICERES KLANTENSERVICE
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
tel.
fax.
Adres klantenservice
0172-468 172
0172-468 470
Storingen/reparaties
(voor bezoek servicetechnicus)
Onderdelenverkooptel.
Belgium
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg, 719
1502 Lembeek
Province de Liège:
S.D.E.
Rue Gaucet, 26
4020 Liège
tel.
0172-468 300
fax.
0172-468 255
0172-468 400
fax.
0172-468 376
TelefonTelefax
Consumer services 02/363.04.4402/363.04.00
02/363.04.60
04/343.11.6004/343.47.68
41
Page 42
Garantiebepalingen
GARANTIEBEPALINGEN
Nederland
Garantievoorwaarden voor Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het
product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen
gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt
eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of
vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen.
De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die
voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product
voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan
of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden
gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt,
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
42
Page 43
Garantiebepalingen
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het
recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang
van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde
gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten
het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product
niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde
producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker
na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende
land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen
niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
TEL: 0172-468300
43
Page 44
Garantiebepalingen
Belgium
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het
toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of
vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leverings-
datum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die
voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
• chemische en elektrochemische inwerking van water,
• abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
• voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
• contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel
voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd
voor grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt,
dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het
recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
44
Page 45
Garantiebepalingen
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde
gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel
niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te
gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet
onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteenweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel.: 02.363.04.44
45
Page 46
Klantenservice
KLANTENSERVICE
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u contact opnemen met AEG.
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het PNC- en S-nummer van
uw toestel bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje (op de
rechter binnenrand van de deur) en kunt u het beste hieronder en
voorop deze gebruiksaanwijzing noteren.
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening de service-afdeling inschakelt,
wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot
Page 47
Klantenservice
onze service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan
AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging
Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland)
zijn overeengekomen.
47
Page 48
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg