AEG EWW 167443 User Manual [nl]

Page 1
gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
EWW 167443 W
Page 2
2 electrolux
Electrolux. Thinking of you.
Ga voor meer van onze ideeën naar www.electrolux.com
INHOUD
Veiligheidsinformatie 2 Beschrijving van het product 4 Bedieningspaneel 5 Het eerste gebruik 8 Aanpassing aan persoonlijke wensen 8 Dagelijks gebruik 9 Gebruik - Drogen 12 Gebruik - Wassen & Drogen 13 Nuttige aanwijzingen en tips 14
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Belangrijk! Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
• De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke ver­eisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de vol­gende veiligheidsaanwijzingen te geven.
• Het is erg belangrijk dat deze gebruiks­aanwijzing bij de machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij het appa­raat blijft zodat de nieuwe eigenaar ken­nis kan nemen van de werking van het apparaat en de bijbehorende waarschu­wingen.
• U MOET deze gebruiksaanwijzing aan­dachtig doorlezen voordat u de machine te installeert of in gebruik neemt.
• Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde ma­chine aan. Als er onderdelen zijn bescha­digd, neem dan contact op met uw leve­rancier.
• Als de machine in de winter wordt afgele­verd, als de temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in ge­bruik neemt.
Tips voor het drogen 16 Droogprogramma's 17 Onderhoud en reiniging 18 Problemen oplossen 22 Technische gegevens 24 Verbruikswaarden 25 Montage 25 Aansluiting aan het elektriciteitsnet 28 Milieubescherming 29
Wijzigingen voorbehouden
ALGEMENE VEILIGHEID
• Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te brengen aan dit apparaat.
• Tijdens wasprogramma's op hoge tem­peratuur kan het deurglas heet worden. Niet aanraken!
• Zorg ervoor dat kleine kinderen en huis­dieren niet in de trommel klimmen. Om dit te voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren.
• Voorwerpen als munten, veiligheidsspel­den, spijkers, schroeven, stenen of ande­re harde, scherpe materialen kunnen gro­te schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet in het apparaat terechtko­men.
• Gebruik alleen de aanbevolen hoeveel­heid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbe­velingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden.
• Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
• Gebruik uw wasautomaat niet om artike­len met baleinen, materialen zonder zoom of gescheurde materialen te was­sen.
• Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht.
Page 3
electrolux 3
• Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine ver­oorzaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag al­tijd om originele vervangingsonderdelen.
INSTALLATIE
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Controleer bij het uitpakken van het ap­paraat of dit niet is beschadigd. Gebruik het apparaat bij twijfel niet en neem con­tact op met de Klantenservice.
• Alle verpakkingsmaterialen en transport­bouten moeten vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
• Controleer na de installatie van het appa­raat of het niet op de toevoer- en af­voerslang staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
• Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stel­pootjes te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren.
• Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitin­gen.
• Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofdstuk "Bevriezingsgevaren.
• Eventuele voor de installatie van dit appa­raat noodzakelijke loodgieterswerkzaam­heden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
• Eventuele voor de installatie van het ap­paraat noodzakelijke elektrotechnische werkzaamheden, moeten worden uitge­voerd door een gekwalificeerde elektri­cien.
GEBRUIK
• Dit apparaat is bestemd voor huishoude­lijk gebruik. Het is niet toegestaan het ap­paraat te gebruiken voor andere doelein­den dan waarvoor het is bestemd.
• Was en droog uitsluitend textiel dat ge­schikt is voor machinaal wassen en dro­gen. Volg de instructies op het wasvoor­schrift in de kleding
• Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
• Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat al­le knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Be­handel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewas­sen.
• Kledingstukken die in aanraking zijn ge­weest met vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistof­fen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is ver­wijderd voordat u het in de machine doet.
• Daar sommige (dons)dekbedden vanwe­ge hun omvang gewassen/gedroogd moeten worden in grote commerciële machines, dient u bij de fabrikant van het artikel na te gaan of het geschikt is om gewassen te worden in een wasmachine voor huishoudelijk gebruik.
• Controleer altijd of er geen (weg­werp)aanstekers in de kleding zijn achter­gebleven.
• Droog nooit artikelen in de droger die in contact zijn geweest met chemicaliën zoals reinigingsvloeistof. Deze zijn vluch­tig en kunnen een explosie veroorzaken. Droog alleen artikelen in de droger die gewassen zijn in water of die gelucht moeten worden.
• Kunststof wasmiddeldoseerbolletjes mo­gen niet in de trommel achterblijven tij­dens de droogcyclus, omdat de kunst­stof niet bestand is tegen de hitte. Als u non-stop wilt wassen en drogen moet u de gewone wasmiddellade gebruiken.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
• Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasma­chine toegankelijk is.
Page 4
4 electrolux
VEILIGHEID VAN KINDEREN
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinde­ren) met beperkte lichamelijke of verstan­delijke vermogens of een gebrek aan er­varing en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid ver­antwoordelijke persoon of tenzij zij van
te voorkomen dat kinderen of huisdieren in de trommel vast komen te zitten, heeft deze machine een speciale functie. Om deze functie te activeren draait u de knop (zonder deze in te drukken) aan de bin­nenkant van de deur naar rechts tot de groef horizontaal staat. Gebruik zo nodig een muntstuk.
een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het ap­paraat
• Houd kinderen uit de buurt om te voorko­men dat ze met het apparaat spelen
• De verpakkingsmaterialen (zoals plastic folie en polystyreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen - verstikkingsge­vaar! Houd ze buiten het bereik van kin­deren.
• Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
• Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren
Om deze functie uit te schakelen en de mogelijkheid te herstellen om de deur te sluiten, draait u de knop naar links tot de groef verticaal staat.
niet in de trommel kunnen klimmen. Om
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel. Zijn nieuwe wassysteem maakt het volledige gebruik van wasmiddel mogelijk en vermindert het waterverbruik om energie te besparen.
1
2
Wasmiddellade
1
Bedieningspaneel
2
Deurhandgreep
3
3
4
5
6
Typeplaatje
4
Afvoerpomp
5
Verstelbare pootjes
6
Page 5
WASMIDDELLADE
Vakje voor wasmiddel voor de voorwas­en inweekfase of voor vlekkenverwijderaar die gebruikt wordt tijdens de vlekkenverwij­deringsfase (indien beschikbaar). Het voor­was- en inweekmiddel wordt aan het begin van het wasprogramma ingespoeld. De vlekkenverwijderaar wordt tijdens de vlek­kenverwijderingsfase ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar was­middel voor de hoofdwas. Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt, schenk dit dan in net voordat u het programma start.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (was­verzachter, stijfsel). Volg de aanbevelingen van de fabrikant van het product voor de gebruikte hoeveelheid en zorg dat u het merkteken «MAX» in de wasmiddellade niet overschrijdt. Wasver­zachter of stijfsel moet in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden gegoten voordat u het wasprogramma start.
BEDIENINGSPANEEL
electrolux 5
Hieronder is het bedieningspaneel afgebeeld. Het laat de programmakeuzeknop zien als ook de toetsen, controlelampje en het display. Deze onderdelen worden weerge­geven met bijbehorende nummers op de volgende pagina's.
1 2 3 4 5 6 87 9 10
Programmakeuzeknop
1
Toets TEMPERATUUR (Temp.)
2
Toets CENTRIFUGETOERENTAL RE-
3
DUCEREN (Centrifug.) Toets AUTODROGEN (Droogtegraad)
4
Toets DROOGTIJD (Droogtijd)
5
Toets UITGESTELDE START (Startuit-
6
stel) Display (weergave)
7
Toets START/PAUZE ( Start/Pauze)
8
Lampje EXTRA SPOELEN
9
Toetsen TIJDSINSTELLING
10
Page 6
6 electrolux
PROGRAMMAKEUZEKNOP
Hiermee kunt u het apparaat aan/uit scha­kelen en/of een programma selecteren.
HUISHOUDELIJK
Met deze toets kunt u de wastemperatuur verhogen of verlagen.
KORT CENTRIFUGEREN
Door deze toets in te drukken kunt u de maximaal toegestane centrifugesnelheid verlagen of de beschikbare optie(s) selecte­ren.
SPOELSTOP
Als u deze functie kiest, wordt het laatste spoelwater niet weggepompt om te voorko­men dat het wasgoed kreukelt. Voordat de deur wordt geopend, moet het water wor­den weggepompt. Om het water weg te pompen leest u paragraaf "Aan het einde van het programma".
AUTOMATISCH DROGEN
Door middel van deze toets kunt u de ge­wenste drooggraad voor katoen en synthe­tica kiezen:
• Extra droog (katoen)
• Kastdroog (katoen en synthetica)
• Strijkdroog (katoen) Het controlelampje dat correspondeert met de geselecteerde droogtegraad gaat bran­den.
DROOGTIJD
Als u een ingesteld droogprogramma wilt uitvoeren, drukt u op deze toets totdat de droogtijd die u wenst op het display ver-
schijnt. Dit moet in overeenstemming zijn met het textiel (katoen, synthetica of wol) dat u wilt drogen. Voor katoen kunt u een droogtijd selecteren van 10 minuten tot 250 minuten. Voor synthetische materialen kunt u een droogtijd selecteren van 10 minuten tot 130 minuten. Voor wol kunt u een droogtijd selecteren van 10 minuten tot 210 minuten. Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verhoogd.
STARTUITSTEL
De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en ver­volgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitge­steld.
EXTRA SPOELEN
Dit apparaat is ontworpen om energie te besparen. Als het noodzakelijk is het was­goed te spoelen met een extra hoeveelheid water (extra spoelgang), kiest u deze optie. De machine voert enkele extra spoelgangen uit. Deze optie wordt aanbevolen voor per­sonen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
START/PAUZE
Met deze toets kunt u het geselecteerde programma starten of onderbreken.
TIJD
Met deze toetsen kunt u de wastijd aanpas­sen die de wasmachine automatisch heeft voorgesteld.
Page 7
DISPLAY
electrolux 7
7.3 7.4 7.1
7.2
Het display toont de volgende informatie:
7.1: Duur van het gekozen programma
• Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld 2.05 ). De duur wordt automatisch berekend op ba­sis van de aanbevolen maximale belading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Gekozen droogtijd
• Nadat u een droogprogramma gekozen heeft, wordt de tijdsduur weergegeven in minuten of in uren en minuten (bv. 130 min. = 2.10 ). Na de start van het pro­gramma wordt de resterende tijd elke mi­nuut bijgewerkt.
Uitgestelde start Het gekozen uitstel, ingesteld met de be­treffende toets, wordt gedurende enkele seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt de duur van het eerder gekozen programma.
Alarmcodes In geval van problemen met de werking kunnen er alarmcodes weergegeven wor­den, bijvoorbeeld E20 (zie paragraaf «Wat te doen als...»).
Verkeerde optiekeuze Als een optie wordt gekozen die niet compatibel is met het ingestelde waspro­gramma, verschijnt de boodschap Err
enkele seconden onderaan op het dis­play en gaat het rode lampje in toets 8 knipperen.
Einde van het programma
• Als het programma is afgelopen, verschij­nen er drie knipperende nullen op het display en gaan het controlelampje 9 en het controlelampje van toets 8 uit. De deur kan nu worden geopend.
7.2: Symbolen fases wasprogramma
Hoofdwas
Spoelgangen
Waterafvoer
Centrifugeren
Drogen
Bij het selecteren van het wasprogramma, worden de pictogrammen die bij de ver­schillende wasfases van het programma horen, weergegeven in het onderste ge­deelte van het display. Nadat u op toets 8 heeft gedrukt, blijft het pictogram van de lo­pende fase aan.
7.3: Pictogrammen vervuilingsgraad
Intensief
Normaal
Dagelijks
Licht
Kort
Supersnel
Opfrissen
Supersnel opfrissen
Page 8
8 electrolux
Bij het kiezen van een programma ver­schijnt op het display een pictogram dat de vervuilingsgraad aangeeft, die automatisch door de machine bepaald wordt.
TABEL MET SYMBOLEN
Programmakeuzeknop
= Programma's Time Manager
= Spoelen
= Pompen
= Centrifugeren
Toetsen en lampjes
= Koud
= Spoelstop
= Extra droog
= Kastdroog
= Strijkdroog
= Kinderslot
= Extra spoelen
+ / -
= Time Manager-knoppen
HET EERSTE GEBRUIK
• Zorg ervoor dat de elektrische aan­sluiting en de wateraansluiting vol­doen aan de installatie-instructies.
• Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel.
• Laat, voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt, het katoenpro-
7.4: Kinderslot
(zie hoofdstuk "Kinder-
slot").
gramma op de hoogste temperatuur draaien zonder wasgoed in de ma­chine, zodat eventuele fabricageres­ten uit de trommel en de kuip wor­den verwijderd. Giet een halve maat­beker wasmiddel in het vakje voor de hoofdwas en start de machine.
AANPASSING AAN PERSOONLIJKE WENSEN
GELUIDSSIGNALEN
De wasmachine is voorzien van een ge­luidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen zal zijn
• aan het einde van een cyclus
• als er een storing is Door tegelijkertijd te drukken op de toetsen 4 en 5 gedurende ongeveer 6 seconden, wordt het geluidssignaal gedeactiveerd (be­halve als er een storing is). Door nogmaals op deze 2 toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer ingeschakeld
KINDERSLOT
Dankzij deze voorziening kunt u het appa­raat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen zorgen te maken dat kinderen gewond ra­ken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
1. Voor het drukken op knop 8: kan de machine niet worden gestart.
2. Na het drukken op knop 8: kan een an­der programma of andere optie niet worden gewijzigd.
Page 9
electrolux 9
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelij­kertijd gedurende ongeveer 6 seconden drukken op de toetsen 5 en 6 tot op het
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
Open de deur voorzichtig door de hand­greep naar buiten te trekken. Doe het was­goed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mogelijk uit. Sluit de vul­deur. Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten. Meet de vereiste hoeveelheid was­middel af, giet het vervolgens in het vak voor de hoofdwas als het geselecteerde programma/de optie dit vereist (zie voor meer informatie "Was­middeldoseervakje")
Giet indien gewenst wasverzachter in het vakje de markering "MAX" in de lade overschrij­den). Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig in.
(de gebruikte hoeveelheid mag niet
of in een ander vak
display het pictogram dwijnt.
KIES HET GEWENSTE PROGRAMMA MET DE PROGRAMMAKEUZEKNOP (1)
Draai de programmakeuzeknop op het ge­wenste programma. De wasmachine zal een temperatuur voorstellen en automatisch het voor het door u gekozen programma maximale centrifugetoerental selecteren. U kunt deze waarden veranderen met de bij­behorende toetsen. Het groene controle­lampje van toets 8 begint te knipperen. De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid.
Draai naar stand resetten/ De machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet u de programmakeuzeknop op stand
zetten om de machine uit te schake-
len.
Let op! Als u de
programmakeuzeknop op een ander programma zet als de machine in werking is, zal het rode controlelampje van toets 8 3 keer knipperen en verschijnt het bericht Err op het display, om aan te geven dat er een verkeerde keuze is gemaakt. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
PROGRAMMAKEUZETOETSEN
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd wor­den. Deze functies moeten gekozen wor-
verschijnt of ver-
om het programma te
Page 10
10 electrolux
den nadat u het gewenste programma ge­kozen heeft en voordat u op toets 8 drukt.
KIES DE TEMPERATUUR DOOR TOETS 2 IN TE DRUKKEN
Bij het kiezen van een programma stelt het apparaat automatisch een standaardtem­peratuur voor. Druk herhaaldelijk op deze toets om de temperatuur te verhogen of te verlagen, als u wilt dat uw wasgoed wordt gewassen op een andere temperatuur.
VERLAAG HET CENTRIFUGETOERENTAL DOOR OP TOETS 3 TE DRUKKEN
Wanneer het gewenste programma is ge­kozen, stelt uw machine automatisch het maximale centrifugetoerental voor dat pro­gramma voor. Druk herhaaldelijk op toets 3 om het centri­fugetoerental te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed op een ander centrifugetoe­rental gecentrifugeerd wordt. Het desbe­treffende lampje licht op.
KIES DE BESCHIKBARE OPTIE DOOR OP DE TOETSEN 3, 4 EN 5 TE DRUKKEN
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd wor­den voordat er op toets 8 gedrukt wordt. Bij het kiezen van een optie gaat het bijbeho­rende controlelampje branden. Als er een verkeerde optie is gekozen, knip­pert het geïntegreerde rode controlelampje van toets 8 3 keer en het bericht Err ver­schijnt gedurende enkele seconden op het display.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk «Wasprogramma's».
EEN EXTRA SPOELGANG KIEZEN
Dit apparaat is ontworpen om water te be­sparen. Voor mensen met een erg gevoeli­ge huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het was­goed met een extra hoeveelheid water te spoelen (extra spoelgang). Druk gedurende enkele seconden tegelijkertijd op de toetsen 4 en 6 om deze optie te activeren. Het controlelampje 9 brandt. Deze functie blijft
permanent actief. Om de functie te verwij­deren nogmaals op de toetsen 4 en 6 druk­ken tot het lampje 9 uit gaat.
KIES HET STARTUITSTEL DOOR OP TOETS 6 TE DRUKKEN
Als u de start wilt uitstellen, druk dan her­haaldelijk op toets 6, voordat u de machine start. Het desbetreffende controlelampje gaat aan. Het gekozen uitstel (max. 20 uur) verschijnt gedurende enkele seconden op het display, daarna verschijnt de duur van het program­ma weer. U moet deze optie kiezen nadat u het pro­gramma hebt ingesteld en voordat u de toets 8 indrukt. U kunt de vertragingstijd te allen tijde annu­leren, voordat u toets 8 indrukt. De uitgestelde start kiezen:
1. Kies het programma en de gewenste opties.
2. Kies het Startuitstel met toets 6.
3. Druk op toets 8: – de machine begint de tijd af te tellen
in uren.
– Het programma zal beginnen als het
gekozen uitstel is afgelopen. Annuleren van de uitgestelde start nadat op toets 8 is gedrukt:
1. Zet de wasmachine op PAUZE door op
toets 8 te drukken.
2. Druk eenmaal op toets 6 tot het sym-
bool 0' wordt weergegeven.
3. Druk nogmaals op toets 8 om het pro-
gramma te starten.
Belangrijk! Het gekozen uitstel kan alleen veranderd worden nadat u het wasprogramma opnieuw gekozen heeft. De optie Uitgestelde start kan niet geko­zen worden bij het programma POMPEN.
START HET PROGRAMMA DOOR OP TOETS 8 TE DRUKKEN
Druk op toets 8 om het gekozen program­ma te starten, het groene controlelampje van toets 8 stopt met knipperen. Om een lopend programma te onderbre­ken, drukt u op toets 8: het groene contro­lelampje begint te knipperen. Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbro­ken toets 8 nogmaals indrukken. Als u een
Page 11
electrolux 11
uitgestelde start gekozen heeft, begint de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het rode contro­lelampje van toets 8 3 maal en wordt het bericht Err gedurende een paar seconden weergegeven.
KIES DE OPTIE TIME MANAGER DOOR OP TOETS 10 TE DRUKKEN
Door herhaaldelijk op deze toetsen te druk­ken, kunt u de duur van de wascyclus ver­lengen of verkorten. Een symbool voor ver­vuilingsgraad verschijnt op het display om de gekozen vervuilingsgraad aan te geven. Deze optie is alleen beschikbaar bij de pro­gramma's Katoen, Synthetisch en Fijne
was.
Vervuilings-
graad
Intensief Voor sterk vervuild
Normaal Voor normaal ver-
Dagelijks Voor dagelijks ver-
Licht Voor licht vervuild
Snel Voor heel licht ver-
Supersnel
Opfrissen
Super opfris-
1)
sen
1) Wij adviseren u om een kleinere hoeveelheid wasgoed in de machine te doen (zie tabel Wasprogramma's).
2) Als u deze optie selecteert, wordt het betreffende symbool even weergegeven en daarna verdwijnt het meteen.
Picto-
gram
1)
1)
Soort weefsel
wasgoed
vuild wasgoed
vuild wasgoed
wasgoed
vuild wasgoed
Voor artikelen die slechts korte tijd ge­bruikt of gedragen zijn
2)
Alleen voor het op­frissen van wasgoed
2)
Voor het opfrissen van een zeer kleine hoeveelheid artike­len
EEN OPTIE OF LOPEND PROGRAMMA WIJZIGEN
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert . Voordat u iets kunt veranderen, moet u de machine op PAUZE zetten door op de toets 8 te drukken (als u de optie Time Manager
wilt veranderen, moet u het lopende pro­gramma annuleren en uw keuze opnieuw maken). U kunt een lopend programma alleen ver­anderen door het te resetten. Draai de pro-
grammakeuzeknop eerst op
en dan op de stand van het nieuwe programma. Start het nieuwe programma door nogmaals op toets 8te drukken. Het water in de kuip zal niet worden weggepompt.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN
Druk op toets 8 om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende groene controlelampje begint te knipperen. Druk nogmaals op de toets om het pro­gramma opnieuw te starten.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
Draai de keuzeknop op
om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
DE DEUR OPENEN
Nadat het programma gestart is en tijdens de uitgestelde start, is de deur vergrendeld. Als u om een bepaalde reden de deur wilt openen, moet u de wasmachine eerst op PAUZE zetten door op toets 8 te drukken. Na een paar minuten kan de deur geopend worden. Als de deur niet kan worden geopend, be­tekent dit dat de machine al aan het opwar­men was of dat het waterniveau te hoog is. Probeer in ieder geval de deur niet te force­ren! Als u de deur niet kunt openen maar als dit toch nodig is, dan moet u de machine uit­schakelen door de programmakeuzeknop op O te zetten. Na enkele minuten kan de deur worden geopend (let op het waterni- veau en de temperatuur!. Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma opnieuw selecteren en op de toets 8 drukken.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
De machine stopt automatisch; De machine stopt automatisch, het controlelampje van toets 8 gaat uit en er verschijnen drie knip-
Page 12
12 electrolux
perende 0.00 op het display. Er klinken en­kele geluidssignalen. Als er een programma of optie wordt geko­zen waarbij het water in de trommel niet wordt weggepompt, blijft de deur vergren­deld om aan te geven dat het water eerst moet worden weggepompt voordat de deur kan worden geopend. Voordat het water wordt afgepompt, blijft de trommel regelmatig draaien tot het water wordt afgepompt. Volg onderstaande instructies om het water af te pompen:
1. Draai de programmakeuzeknop op stand O.
Stand-by : zodra het programma is geëin­digd, wordt na enkele minuten het energie­besparingssysteem ingeschakeld. De hel­derheid van het display wordt verminderd.
GEBRUIK - DROGEN
ALLEEN DROGEN
Waarschuwing!
De aanbevolen lading bedraagt 3.5 kg voor katoen en linnen, 2 kg voor synthetica en
1.5 kg voor wol.
Belangrijk! Voor wollen kledingstukken is de ingestelde droogtijd de enige droogtijd die beschikbaar is (toets Droogtijd).
Door te drukken op de toets Droogtijd kan er max. 5 kg katoenen wasgoed worden gedroogd (zie de tabel «Droog­programma»).
Waarschuwing!
De waterkraan moet open staan en de afvoerslang moet in de gootsteen ge­plaatst zijn of op de afvoerpijp aange­sloten zijn.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Selecteer voor optimale droogresulta­ten een centrifugeercyclus op de maxi­maal toegestane centrifugeersnelheid voor het type wasgoed.
3. Selecteer het droogprogramma voor katoen, synthetica of wol in de sector Drogen van de programmakeuzeknop.
2. Kies programma POMPEN of CENTRI­FUGEREN.
3. Verlaag indien nodig het centrifugetoe­rental met de betreffende toets.
4. Druk op toets 8.
Aan het einde van het programma wordt de deur vrijgegeven en kan hij worden geo­pend. Draai de programmakeuzeknop op O om de machine uit te schakelen. Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer goed of de trommel leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur open staan om vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebespa­rende modus.
4. Als u automatisch drogen wilt selec­teren (alleen voor katoen en synthetica), drukt u op de toets 4 totdat het contro­lelampje dat correspondeert met de ge­wenste droogtegraad gaat branden.
5. Als u tijdgestuurd drogen wilt selec­teren, drukt u op de toets 5 totdat de gewenste tijd verschijnt op het display (zie de tabel «Droogprogramma»). Tel­kens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verhoogd.
Let op!
De programmeertijd zal automatisch met enkele minuten verlengd worden.
6. Druk op toets 8 om het programma te starten. De resterende tijd wordt elke minuut bijgewerkt.
Page 13
electrolux 13
7. Aan het einde van het programma klinkt er een zoemer. Er verschijnen drie knipperende «0.00» op het display. De laatste 10 minuten van de droogcy­clus voert het apparaat een anti-kreuk­fase uit. Gedurende deze periode is de deur vergrendeld. Het display toont drie knipperende nullen «0.00».
Als u de deur vóór of tijdens de anti­kreukfase toch wilt openen, of het pro­gramma wilt onderbreken, druk dan op een willekeurige toets of draai de pro­grammakeuzeknop op een willekeurig programma (behalve op «O»).
8. Draai de keuzeknop op stand O om de machine uit te schakelen.
9. Haal al het wasgoed uit de trommel.
GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
NON-STOP-PROGRAMMA - WASSEN EN AUTOMATISCH DROGEN
De maximale lading bedraagt 3.5 kg voor katoen en 2 kg voor synthetica.
Let op! Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een wasverzachter toe.
3. Schakel de machine in door de keuze­knop op het gekozen wasprogramma/ stof te zetten.
4. Selecteer de gewenste opties door middel van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centri­fugetoerental dat lager is dan de snelheid die de machine heeft voor­gesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo energie te be­sparen.
Het verlagen van het centrifugetoeren­tal is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u "drogen" gekozen heeft. Voor katoen en synthetica is de laagste waarde die u kunt instellen 900 t.p.m.
5. Stel de drooggraad in door te drukken op toets 4. Het display toont de hele duur van het wasprogramma en de ge­selecteerde droogcyclus.
Let op!
De verschillende soorten katoenen stof (handdoeken, lakens, shirts enz.) of was­goed dat wordt opgerold tijdens het centri­fugeren kan leiden tot gedeeltelijke droging. In het uitzonderlijke geval dat aan het einde van de cyclus het wasgoed nog een beetje nat is, raden we aan de opgerolde stukken open te vouwen, deze gelijkmatig te verde­len in de trommel en een extra droogcyclus van 20-30 minuten te selecteren.
Belangrijk!
Indien u slechts een droogfase van 10 mi­nuten instelt d.m.v. de droogtijdtoets (5), dan voert het apparaat enkel een afkoelfase uit.
6. Start het programma door te drukken op toets 8. De resterende tijd wordt elke minuut bijgewerkt op het display.
7. Draai aan het einde van het programma de programmakeuzeknop op O om de machine uit te schakelen. De trommel legen.
NON-STOP-PROGRAMMA - WASSEN EN TIJDGESTUURD DROGEN
De aanbevolen lading bedraagt 3.5 kg voor katoen, 2 kg voor synthetica en 1.5 kg voor wol.
Door te drukken op de knop met de droogtijd kan er max. 5 kg katoenen wasgoed worden gedroogd (zie de ta­bel «Droogprogramma»).
Let op! Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma uitvoert.
1. Doe het wasgoed in de machine en voeg wasmiddel en wasverzachter toe.
2. Schakel de machine in door de keuze­knop op het gekozen wasprogramma/ stof te zetten.
Page 14
14 electrolux
3. Selecteer de gewenste opties door middel van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centri­fugetoerental dat lager is dan de snelheid die de machine heeft voor­gesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo energie te be­sparen.
Het verlagen van het centrifugetoeren­tal is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u "drogen" gekozen heeft. De laagst mogelijke waarden die u kunt kiezen zijn: – 900 t.p.m. voor katoen en synthetica
en 700 t.p.m. voor delicate stoffen
– 900 t.p.m. ( of 1000 t.p.m. afhanke-
lijk van het model) voor wol.
PLUISJES IN DE KLEDING
Tijdens de WAS- EN/OF DROOGFASE la­ten bepaalde soorten stoffen, zoals fleece, wol, sweaterstof, pluisjes vrij. Deze vrijgegeven pluisjes kunnen aan de stoffen kleven tijdens de volgende cyclus. Dit nadeel verergert bij technische stoffen. Om dit fenomeen te verhinderen wordt aan­bevolen om:
• geen donkere stoffen te wassen na het
wassen en drogen van lichte stoffen (nieuwe fleece, wol en in het bijzonder sweaterstof) en vice versa.
4. Selecteer de droogtijd door te drukken op knop 5. Het display toont de hele duur van het wasprogramma en de ge­selecteerde droogcyclus.
Als u maar 10 minuten instelt voor de droogfase aan het eind van het was­programa, dan toont het display de to­tale duur van het programma inclusief de afwikkeling en de afkoelfase.
5. Start het programma door te drukken op toets 8. De resterende tijd wordt elke minuut bijgewerkt op het display.
6. Draai aan het einde van het programma de programmakeuzeknop op O om de machine uit te schakelen en verwijder het wasgoed.
• dit soort stoffen in openlucht te laten dro-
gen wanneer ze voor het eerst gewassen zijn.
• de filter te reinigen.
• Voer één of meer spoelcycli uit om de
trommel te reinigen tussen het wassen en drogen van stoffen met verschillende kleuren.
• Na de droogfase, reinig de lege trommel,
de pakking en de deur grondig met een natte doek.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
DE WAS SORTEREN
Houd u aan de wassymbolen op de etiket­ten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fabrikant. Sor­teer het wasgoed als volgt: wit, bont, syn­thetisch, fijne was, wol.
TEMPERATUREN
voor normaal vervuild wit ka-
95° of 90°
60°/50°
toen en linnen (bijv. theedoe­ken, handdoeken, tafelkleden, lakens...)
voor normaal vervuilde kleur­echte kleding (bijv. overhem­den, nachthemden, pyja­ma's...) van linnen, katoen of synthetische weefsels en voor licht vervuild wit katoen (bijv. ondergoed)
voor tere weefsels (bijv. vitra-
40°-30°­Koud
ge), gemengde was inclusief synthetische weefsels en wol­len kledingstukken met het la­bel «zuiver wol, wasbaar in de machine, krimpvrij»
VOORDAT U DE WAS IN DE MACHINE DOET
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen. Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste keer dan ook apart.
Zorg ervoor dat er geen metalen voor­werpen in het wasgoed achterblijven (bijv. haarspeldjes, veiligheidsspelden, spelden).
Page 15
electrolux 15
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange riemen vast. Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen. Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta. Behandel vitrage met speciale zorg. Verwij­der haken of stop ze in een zak of net.
MAXIMALE BELADING
De aanbevolen belading is te vinden in hoofdstuk "Wasprogramma's". Algemene regels:
Katoen, linnen: trommel vol maar niet volgepropt;
Synthetica: trommel niet meer dan half vol;
Fijne was en wol: trommel niet meer dan een derde gevuld.
Indien u wast met een maximale belading maakt u efficiënt gebruik van water en ener­gie. Als de kleding sterk vervuild is, verminder dan de belading.
HET GEWICHT VAN WASGOED
De volgende gewichten zijn een indicatie:
De volgende gewichten zijn een indicatie:
badjas 1200 g
dekbedovertrek 700 g
heren overhemd 600 g
laken, herenpyjama 500 g
tafelkleed 250 g
kussensloop, toilethanddoek, nachtjapon, herent-shirt
theedoek, damesondergoed, zakdoek, blouse, herenon­dergoed
200 g
100 g
VLEKKEN VERWIJDEREN
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvo­rens het kledingstuk te wassen. Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal wasmiddel
inweken; daarna de vlek met het sop uit­wassen. Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; herhaal de be­handeling enkele keren. Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek. Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt. Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Gras: licht inzepen en de vlek met bleek­middel behandelen (alleen witte en kleur­echte weefsels). Balpeninkt en lijm: bevochtig met ace-
1)
, leg het kledingstuk op een zachte
ton doek en dep de vlek. Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Rode wijn: laten inweken in water en was­middel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoe­len. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het
1)
type inkt eerst met aceton
en dan met azijnzuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daar­na grondig uitspoelen. Teervlekken: eerst behandelen met vlek­kenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzi­ne, vervolgens inwrijven met reinigingspas­ta.
WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het ge­bruik van de juiste hoeveelheden om ver­spilling te voorkomen en het milieu te spa­ren.
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
Page 16
16 electrolux
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn be­vatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze balans van de na­tuur kunnen verstoren. De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling. Alle in de handel verkrijgbare machinewas­middelen kunnen in deze machine worden gebruikt:
• waspoeder voor alle soorten weefsels;
• waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol;
• vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmidde­len moeten in het juiste vakje van de was­middellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recir­culatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe-
den en overschrijd het «MAX» teken in
de wasmiddellade niet.
GRADEN VAN WATERHARDHEID
De hardheid van water wordt geclassifi­ceerd in zogenaamde hardheidsgraden. In­formatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetreffende waterleidingbedrijf.
Een waterontharder moet worden toe­gevoegd als het water een gemiddeld­hoge hardheidsgraad heeft (vanaf hard­heidsgraad II). Volg de instructies van de fabrikant op. De hoeveelheid was­middel kan altijd worden aangepast aan de hardheidsgraad I (=zacht).
Graden van water-
Niveau Kenmerk
1 zacht 0-7 0-15
2 gemiddel-de8-14 16-25
3 hard 15-21 26-37
4 erg hard > 21 > 37
hardheid
Duits °dH Frans
°T.H
TIPS VOOR HET DROGEN
DE DROOGCYCLUS VOORBEREIDEN
De droger werkt op het principe van con­densatie.
Daarom moet de waterkraan open staan en moet de afvoerslang, ook ge­durende de droogcyclus, in een goot­steen of een afvoerpijp geplaatst zijn. Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet u de hoeveelheid gewassen artikelen ver­minderen, teneinde goede resultaten te ver­krijgen.
WASGOED DAT NIET GESCHIKT IS VOOR DE DROGER
• Bijzonder tere artikelen zoals syntheti­sche gordijnen, wol en zijde, kleding met metalen onderdelen, nylon kousen, om­vangrijke kledingstukken zoals anoraks, spreien, gewatteerde dekens, slaapzak-
ken en dekbedden mogen niet in de ma­chine gedroogd worden.
• Droog donkere kleding niet tegelijk met licht gekleurde pluizige voorwerpen als handdoeken, want donkere kleding kan dan pluis aantrekken.
• Verwijder het wasgoed wanneer het ap­paraat klaar is met drogen.
• Om statische lading na het drogen te voorkomen gebruikt u een wasverzachter in de wasmachine of een speciaal voor wasdrogers verkrijgbare wasverzachter.
• Kledingstukken gevoerd met schuimrub­ber of op schuimrubber lijkend materiaal mogen niet in de machine gedroogd wor­den; dit kan brandgevaar opleveren.
• Evenmin mogen stoffen die resten bevat­ten van haarversteviger of haarlak, nagel­lakremover en dergelijke gedroogd wor-
Page 17
electrolux 17
den in de machine om de vorming van
schadelijke dampen te voorkomen. De wasmiddelen en nabehandelingsmidde­len moeten in het juiste vakje van de was­middellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recir­culatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe­den en overschrijd het "MAX" teken in
de wasmiddellade niet.
WASVOORSCHRIFTEN IN DE KLEDING
Volg voor het drogen de aanwijzingen van de fabrikant op het label op:
= mag in de wasdroger
= Drogen op hoge temperatuur
= Drogen op lage temperatuur
= Niet geschikt voor de wasdroger.
DROOGPROGRAMMA'S
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van badstof
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor­den opgeborgen
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor­den opgeborgen
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden
DUUR DROOGCYCLUS
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
• toerental van de laatste centrifugegang
• gewenste droogtegraad (strijkdroog, kastdroog)
• soort wasgoed
• gewicht van de hoeveelheid wasgoed.
De gemiddelde droogtijd voor een tijdge­stuurd droogprogramma vindt u in het hoofdstuk "Droogprogramma's". De erva­ring zal u helpen uw wasgoed op de meest geschikte wijze te drogen, afhankelijk van de verschillende weefsels. Maak wat aante­keningen over de duur van het drogen van reeds uitgevoerde cycli.
EXTRA DROGEN
Als het wasgoed nog vochtig is na afloop van het droogprogramma, kies dan nog een korte droogcyclus.
Waarschuwing! Laat het wasgoed niet te droog worden om te voorkomen dat kledingstukken erg gekreukt raken of krimpen.
Katoen en linnen (badjas-
sen, badhanddoeken, enz.)
Katoen en linnen (badjas­sen, badhanddoeken, enz.)
Synthetische en gemeng-
de weefsels (truien, blouses,
ondergoed, huishoudlinnen)
Katoen en linnen (lakens,
tafelkleden, overhemden,
enz.)
3.5 kg
3.5 kg
2 kg
3.5 kg
TIJDGESTUURDE PROGRAMMA'S
Droogheidsgraad Soort weefsel Droge was
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van bad­stof
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
5 kg
3.5 kg
1.5 kg
Centrifuge-
snelheid
(tpm)
1600
Aangera-
den droog-
tijd (minu-
ten)
175-195
95-105
40-50
Page 18
18 electrolux
Centrifuge-
Droogheidsgraad Soort weefsel Droge was
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die on­gestreken worden opgeborgen
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die on­gestreken worden opgeborgen
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die ge­streken moeten worden
WOL DROOG
Aanwijzingen voor testinstituten
Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met een eerste drooglading van 4 kg (samenstelling: kussensloop en handdoeken) door selectie van het programma TIJDGESTUURD DROGEN voor katoen en een instelling van 100 minuten. De tweede drooglading van 3 kg (samenstelling: 3 lakens en handdoeken) door selectie van het programma TIJDGESTUURD DROGEN voor katoen en een instelling van 85 minuten.
1) Woolmark keurde zowel de was- als droogprogramma's voor wol goed.
1)
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
Synthetische en
gemengde weef-
sels (truien, blou-
ses, ondergoed,
huishoudlinnen)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden,
overhemden, enz.)
Wol (truien) 1.5 Kg 900 140-170
5 kg
3.5 kg
1.5 kg
2 kg 1 kg
5 kg
3.5 kg
1.5 kg
snelheid
(tpm)
1600
900
1600
Aangera-
den droog-
tijd (minu-
ten)
165-185
85-95 35-45
70-80 35-45
135-155
65-75 30-40
ONDERHOUD EN REINIGING
Waarschuwing! U moet het apparaat loskoppelen van de elektrische voeding, voordat u welke reinigings- of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren.
ONTKALKEN
Het water dat wij gebruiken bevat gewoon­lijk kalk. Het is aan te bevelen om regelma­tig een waterontharder in de machine te ge­bruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hier­mee voorkomt u de vorming van kalkaan­slag.
NA ELKE WASBEURT
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaange­name luchtjes in het apparaat te voorko­men. Door de deur een tijdje open te laten staan na een wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant van de trommel blijft zitten.
Wij raden u daarom aan regelmatig een on­derhoudswasbeurt uit te voeren. Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
• Moet de trommel leeg zijn.
• Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen.
• Gebruik een normale hoeveelheid was­middel, dit moet waspoeder zijn met bio­logische eigenschappen.
SCHOONMAKEN VAN DE BUITENKANT
Maak de buitenkant van het apparaat alleen schoon met water en zeep, droog het daar­na grondig af.
Belangrijk! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant van de machine te reinigen.
DE WASMIDDELLADE SCHOONMAKEN
De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt. De lade voor was- en nabehandelingsmid­delen moet regelmatig worden schoonge­maakt.
Page 19
electrolux 19
Verwijder de lade door de vergrendeling naar beneden te drukken en de lade naar buiten te trekken.
1
2
Spoel de lade af onder een kraan om even­tuele resten waspoeder te verwijderen. Om het schoonmaken te vergemakkelijken kan het bovenste gedeelte van het vakje voor nabehandelingsmiddelen verwijderd worden. Maak alle onderdelen schoon met water.
Maak de onderdelen van de wasmiddellade schoon met een borstel.
WASTROMMEL
Roestaanslag in de trommel kan voorko­men vanwege roestende vreemde voorwer­pen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Belangrijk! Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor bevatten of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trom-
mel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de
trommel om restanten van reinigings­middelen te verwijderen. Programma: Kort katoenprogramma op maximale temperatuur en voeg ong. een kwart maatbeker wasmiddel toe.
DEURRUBBER
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal evt. aanwezige voorwerpen weg die in de manchet terecht zijn gekomen.
AFVOERPOMP
Controleer de afvoerpomp regelmatig en zorg dat deze schoon is. Inspecteer de pomp regelmatig en/of in­dien:
• Het apparaat pompt geen water weg.
• De trommel niet kan draaien.
• Het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door een blokkade in de afvoer­pomp.
• Er een probleem is met de waterafvoer (zie hoofdstuk "Wat te doen als..." voor meer informatie).
Waarschuwing!
1. Trek de stekker uit het stopcon­tact.
2. Verwijder het filter niet als het ap­paraat in gebruik is. Reinig de af­voerpomp niet als het water in de machine heet is. Het water moet koud zijn voordat u de afvoerpomp kunt reinigen.
De afvoerpomp reinigen:
Page 20
20 electrolux
1. Open het pompdeurtje.
2. Plaats een bak onder de uitsparing van de afvoerpomp om het uitstromende water op te vangen.
3. Druk de twee hendels in en trek het af­voerkanaal naar voren om het water er­uit te laten stromen.
4. Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal terug en leegt u de bak. Herhaal stap 3 en 4 tot er geen water meer uit de afvoerpomp stroomt.
7. Verwijder stof en voorwerpen uit de pomp.
8. Zorg dat het schoepenrad op de juiste wijze kan draaien. Neem als dit niet lukt, contact op met de klantenservice.
9. Reinig het filter onder de waterkraan en plaats het terug in de speciale geleiders van de pomp.
10. Zorg ervoor dat het filter stevig vastzit om waterlekkage te voorkomen.
1
5. Duw het afvoerkanaal terug.
6. Schroef het filter los en verwijder het.
1
2
2
11. Sluit het afvoerpompdeurtje.
Waarschuwing!
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de machine de cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel hebt kunnen halen. Wanneer
Page 21
electrolux 21
u het deksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren of het stevig is vastge­zet om lekkages te voorkomen en te voor­komen dat jonge kinderen het kunnen ver­wijderen.
DE WATERTOEVOERFILTERS SCHOONMAKEN
Als u merkt dat het langer duurt om de ma­chine met water te vullen, controleer dan of het zeefje in de watertoevoerslang niet is verstopt.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de watertoevoerslang los.
3. Reinig het zeefje in de slang met een harde borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de kraan.
5. Schroef de slang los van de machine. Houd een oude doek bij de hand om eventueel gemorst water te kunnen op­vegen.
6. Maak het filter in de klep schoon met een stevige borstel of met een doek.
7. Schroef de slang terug op de machine en zorg dat de aansluiting stevig vast­zit.
8. Draai de waterkraan open.
MACHINE LEGEN IN GEVAL VAN NOOD
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te laten lopen:
1. trek de stekker uit het stopcontact
2. draai de waterkraan dicht.
3. wacht zo nodig totdat het water is af­gekoeld.
4. open het pompdeurtje;
5. Plaats een bak op de vloer onder de uitsparing van de afvoerpomp;
6. Druk de twee hendels in en trek het af­voerkanaal naar voren om het water er­uit te laten stromen;
7. Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal terug en leegt u de bak; Herhaal deze procedure totdat er geen water meer uit de slang komt;
8. reinig de pomp indien nodig (zie het ge­deelte ‘Pomp reinigen’ );
9. sluit het afvoerpompdeurtje.
Als u het water afvoert met de noodafvoer­procedure, dient u het afvoersysteem op­nieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldo­seerbakje.
2. Start het programma om water af te voeren.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als de machine is geïnstalleerd in een ge­bied waar de temperatuur lager is dan 0°C, dan dient u het resterende water uit de af­voerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. schroef de watertoevoerslang los van de kraan;
4. plaats de twee uiteinden van de toe­voerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
5. laat de afvoerpomp leeglopen zoals be­schreven in het gedeelte ‘Water afvoe­ren in een noodgeval’.
6. als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is ver­oorzaakt.
Page 22
22 electrolux
PROBLEMEN OPLOSSEN
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of van onoplettendheid; dergelijke problemen kunnen zonder de hulp van een monteur gemakkelijk worden opgelost. Controleer eerst de hieronder staande checklist, voor­dat u contact opneemt met onze Klanten­service. Als de machine is ingeschakeld, is het mo­gelijk dat het rode controlelampje van toets 8 knippert, een van de volgende alarmco­des op het display verschijnt en tegelijkertijd
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De deur is niet goed gesloten.
• Doe de deur stevig dicht. De stekker zit niet goed in het stopcontact.
• Steek de stekker in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact.
• Controleer de elektrische installatie in uw woning. De hoofdzekering is doorgebrand.
De wasautomaat start niet:
De machine wordt niet met water gevuld:
Er stroomt water in de ma­chine en dat loopt meteen weer weg:
De machine pompt het wa­ter niet weg en/of centrifu­geert niet:
• Vervang de zekering. De keuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet op toets 8 ge­drukt.
• Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 8. De uitgestelde start is gekozen.
• Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleer dan de uitgestelde start.
Het kinderslot is geactiveerd.
• Deactiveer het kinderslot.
De waterkraan is gesloten.
• Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
• Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatventielfilter is verstopt.
• Maak de watertoevoerfilters schoon (Zie 'De watertoevoerfilters schoonmaken' voor meer informatie).
De deur is niet goed gesloten.
• Doe de deur stevig dicht.
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag.
• Zie hoofdstuk "Waterafvoer".
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
• Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
De afvoerpomp is verstopt.
• Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij het water in de trommel niet wordt weggepompt of een programma dat alle spoelgangen onderdrukt.
• Kies programma POMPEN of CENTRIFUGEREN.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
iedere 20 seconden geluidssignalen te ho­ren zijn om aan te geven dat de machine niet werkt:
: probleem met de watertoevoer.
: probleem met de waterafvoer.
: deur open. Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 8 om het programma opnieuw te star­ten. Als het probleem, na alle controles, zich nog steeds voordoet, neem dan con­tact op met onze service-afedling.
Page 23
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
Er ligt water op de vloer:
Onbevredigende wasresul­taten:
De deur gaat niet open:
De machine staat te schud­den of maakt lawaai:
Centrifugeren begint traag of de machine centrifugeert niet:
De machine maakt een on­gebruikelijk geluid:
electrolux 23
Er is te veel of ongeschikt wasmiddel gebruikt (te veel schuimvor­ming).
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander mid­del.
Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekka­ge vertoont. Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang naar beneden loopt; controleer of de slang vochtig is.
• Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De watertoevoerslang is beschadigd.
• Vervang deze door een nieuwe.
De filter is na het reinigen niet goed vastgeschroefd.
• Schroef de filter weer helemaal vast.
Er is te weinig of ongeschikt wasmiddel gebruikt.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet vóór het wassen behandeld.
• Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hard­nekkige vlekken te behandelen.
De juiste temperatuur was niet gekozen.
• Controleer of u de juiste temperatuur heeft gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
• Verminder laadvolume.
Het programma loopt nog.
• Wacht tot de wascyclus is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
• Wacht tot de deur wordt vrijgegeven.
Er staat water in de trommel.
• Kies programma Pompen of Centrifugeren.
De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwij­derd.
• Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is.
De pootjes zijn niet afgesteld
• Controleer of het apparaat goed waterpas staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
Misschien zit er maar heel weinig wasgoed in de trommel.
• Doe meer wasgoed in de trommel.
De elektronische voorziening voor onbalans is ingeschakeld omdat het wasgoed niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het was­goed wordt herverdeeld doordat de machine de trommel in tegen­overgestelde richting ronddraait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat de onbalans verdwijnt en het normale centrifugeren kan worden hervat. Als na 10 minuten het wasgoed nog steeds niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal de machine niet cen­trifugeren. Verdeel het wasgoed in dat geval met de hand in de trommel en selecteer het programma centrifugeren.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
De lading is te klein.
• Voeg meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens het centrifugeprogramma.
De machine is uitgerust met een type motor die vergeleken met andere traditionele motoren een ongebruikelijk geluid maakt. Deze nieuwe motor zorgt voor een soepelere start en een betere verde­ling van het wasgoed in de trommel tijdens het centrifugeren, en voor een betere stabiliteit van de machine.
Page 24
24 electrolux
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
Er is geen water zichtbaar in de trommel:
De machine droogt niet of droogt niet goed:
Het wasgoed zit vol met pluisjes van verschillende kleuren:
Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie werken erg zuinig en verbruiken weinig water zonder dat dit van invloed is op de prestatie van de machine.
De droogtijd of de droogtegraad is niet gekozen.
• Kies de droogtijd of droogtegraad.
De waterkraan is dicht.
• Draai de waterkraan open.
De afvoerpomp is verstopt.
• Maak het afvoerfilter schoon.
Er zit teveel wasgoed in de machine.
• Doe minder wasgoed in de trommel.
Het gekozen droogprogramma, tijd of droogtegraad was niet ge­schikt voor het wasgoed.
• Kies het geschikte droogprogramma, tijd of droogtegraad voor het wasgoed.
De stoffen die in de vorige cyclus gewassen werden, hebben pluisjes van een andere kleur achtergelaten (raadpleeg "Pluisjes in kleding" in het hoofdstuk "Gebruik - Wassen en drogen").
• De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijderen.
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
In geval van een overmatige hoeveelheid pluisjes in de trommel, herhaal volgende procedure twee maal:
• Reinig de lege trommel, de pakking en de deur grondig met een natte doek.
• Voer een spoelcyclus uit.
• Plaats een wollen of fluwelen doek in de trommel.
• Voer een droogcyclus van 10 minuten uit.
• Verwijder het oude wollen doek.
Nu kunt u andere kledingstukken wassen.
Als u het probleem niet kunt vinden of op­lossen, neem dan contact op met onze Klantenservice. Noteer alvorens te bellen het model, serienummer en de aankoopda­tum van de machine: de Klantenservice zal om deze informatie vragen.
Mod. ... ... ...
Prod. No. ... ... ...
Ser. No. ...
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte
Aansluiting aan het elektrici­teitsnet Spanning - Totale vermogen ­Zekering
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximale belading Katoen 7 kg
Hoogte Diepte
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Maximaal
60 cm 85 cm 63 cm
0,05 MPa 0,8 MPa
Page 25
electrolux 25
Maximale belading (droge was) Katoen
Grote capaciteit katoenen was­goed Synthetica
Centrifugetoerental Maximaal 1600 Toeren per minuut
3.5 Kg 5 Kg 2 Kg
VERBRUIKSWAARDEN
Programma Energieverbruik
Witte katoen 90° 2.20 67
Katoen 60° 1.35 63
Katoen ECO 60°
Katoen 40° 0.80 63
Synthetische stoffen 40°
Fijne was 40° 0.55 63
Wol/Handwas 30° 0.25 58
1) "Katoen ECO" op 60°C met een belading van 7 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het energielabels staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
1)
(kWh)
1.05 45
0.55 51
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhanke­lijk van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de omgevingstemperatuur.
Waterverbruik (liter) Programmaduur (Mi-
nuten)
Raadpleeg voor de
duur van de pro-
gramma's, het dis-
play op het bedie-
ningspaneel.
MONTAGE
ONTPAKKEN
Alle transportbouten en verpakkingsmate­rialen moeten worden verwijderd alvorens de machine in gebruik te nemen. Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden ge­monteerd als de machine ooit nog eens moet worden vervoerd.
1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal verwijderd heeft, de machine voorzich­tig op zijn achterkant leggen om de ba­sis van piepschuim van de onderkant te kunnen verwijderen.
Page 26
26 electrolux
2. Verwijder het aansluitsnoer en de af- en toevoerslang van de slanghouders op de achterkant van het apparaat.
3. Schroef de drie bouten los d.m.v. de meegeleverde sleutel.
2
1
4. Schuif de betreffende kunststof af­standhouders naar buiten.
6. Maak het kleine gaatje aan de boven­kant en de twee grotere gaten dicht met de overeenkomstige plastic dop­pen die in het zakje bij de gebruiksaan­wijzing zitten.
OPSTELLEN
Installeer de machine op een vlakke harde vloer. Zorg er voor dat de luchtcirculatie rond de machine niet wordt belemmerd door tapijten, kleedjes enz. Controleer of de machine vrij staat van de muur of andere keukenmeubelen. Zet de wasmachine wa­terpas door de pootjes hoger of lager te zetten. Het kan enige moeite kosten om de pootjes te verstellen omdat ze voorzien zijn van een zelfborgende moer, maar de ma­chine MOET horizontaal en stabiel staan. Controleer de afstelling, indien nodig, met een luchtbelwaterpas. Alle noodzakelijke af­stellingen kunnen uitgevoerd worden met een moersleutel. Zorgvuldige horizontale af­stelling voorkomt trillingen, lawaai of ver­schuiving van de machine tijdens de werk­ing.
Let op! Leg nooit karton, hout of iets dergelijks onder de machine om oneffenheden van de vloer te compenseren.
5. Open de vuldeur en verwijder het poly­styreenblok dat op de afdichting van de deur zit.
Page 27
electrolux 27
2. Sluit de slang met de haakse aanslui­ting op de machine aan. Bevestig de toevoerslang niet naar beneden gericht. Bevestig de slang altijd onder een hoek naar links of naar rechts, afhankelijk van de plaats waar de waterkraan zich be­vindt.
RUBBEREN VOETENSET (4055126249)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkoop­punt. De rubberen voeten zijn vooral handig op zwevende, gladde en houten vloeren. Monteer de rubberen voeten om trillingen, lawaai of verschuiving van de machine tij­dens de werking te voorkomen. Lees de bij de kit geleverde gebruiksaanwij­zing zorgvuldig door.
WATERTOEVOER
Een waterslang is meegeleverd; deze is te vinden in de trommel van de machine. Ge­bruik voor aansluiting op de waterleiding niet de slang van uw vorige machine.
Belangrijk! Dit apparaat moet aange­sloten worden op een koud watertoe­voer.
1. Open de vuldeur en neem de toevoers­lang uit de trommel.
45°
35°
3. Breng de slang in de juiste positie door de ringmoer los te draaien. Als de toe­voerslang zich in de juiste positie be­vindt, draai de ringmoer dan weer vast om lekkage te voorkomen.
4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4"-schroefdraad. Gebruik altijd de bij de machine geleverde slang.
De toevoerslang mag niet worden verlengd. Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang moeten kopen die speciaal voor dit doel is gemaakt.
WATERSTOP
De toevoerslang is voorzien van een water­stop, een beveiligingsvoorziening tegen schade veroorzaakt door waterlekkage die kan ontstaan door natuurlijke slijtage van de
Page 28
28 electrolux
slang. Deze storing wordt aangegeven door een rood vlak in venster "A". Indien dit ge­beurt, de kraan dichtdraaien en contact op­nemen met de Klantenservice om de slang te laten vervangen.
A
WATERAFVOER
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden geplaatst.
Over de rand van een afvoer buigen met behulp van de plastic slanggeleider die bij de machine is meegeleverd. Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de rand kan losschieten als de was­automaat aan het leeglopen is. U kunt de
slang met een stuk touw aan de kraan vastbinden of aan de wand bevestigen.
In een aftakking van een gootsteen-
afvoer. De aftakking dient zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten minste 60 cm boven de grond be­vindt.
Direct in een afvoerpijp op een hoog-
te van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 90 cm. Het einde van de af­voerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de af­voerpijp groter moet zijn dan de buitendi­ameter van de afvoerslang. De afvoers­lang mag niet geknikt zijn.
De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra afvoers­lang en koppelstuk zijn verkrijgbaar bij de Klantenservice bij u in de buurt.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat. Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale ver­eiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of
letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van de machine toegankelijk zijn.
Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
Page 29
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
VERPAKKINGSMATERIALEN
Materialen met het symbool baar. >PE<=polyethyleen >PS<=polystyreen >PP<=polypropyleen
zijn recycle-
electrolux 29
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen wor­den als u ze netjes weggooit in de daarvoor bestemde containers.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter harte te nemen:
• Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!).
• De machine werkt economischer als hij volledig wordt gevuld.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan daarna bij een lagere tem­peratuur worden gewassen.
• Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhardheid, de mate van vervuiling van het wasgoed en de hoeveelheid was­goed.
Page 30
30 electrolux
Page 31
electrolux 31
Page 32
www.electrolux.com/shop
132932990-A-352011
Loading...