AEG EWT136418W, EWT136410W User Manual

Page 1
WASAUTOMAAT
GEBRUIKSAANWIJZING
146 7349 01 - 05/05
EWT 1330
NL
Page 2
INHALTSVERZEICHNIS
VOOR DE GEBRUIKER ...................................... 3
Voorzorgsmaatregelen tegen vorst ...................... 3
Afdanken .............................................................. 3
Milieubescherming ............................................... 3
Beschrijving van het apparaat .............................. 4
Was- en nabehandelingsmiddelbox ..................... 4
Bedieningspaneel ................................................. 4
Wasgoed in de machine doen .............................. 5
Wasmiddel doseren ............................................. 5
Programma kiezen ............................................... 5
Extra functies kiezen ............................................ 5
Voorwas ............................................................... 5
Extra spoelen ....................................................... 5
Vlekken ................................................................ 5
Uitgestelde start ................................................... 5
Programma starten .............................................. 5
Lopend programma onderbreken ......................... 6
Extra wasgoed in de machine doen ..................... 6
Lopend programma wijzigen ................................ 6
Einde van het programma .................................... 6
Programmatabel ................................................... 7
Voordat u gaat wassen ........................................ 8
Wasgoed sorteren en voorbereiden ..................... 8
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen ......... 8
Internationale behandelingsetiketten ................... 9
Onderhoud en reiniging ...................................... 10
Machine ontkalken ............................................. 10
Buitenkant .......................................................... 10
Wasmiddelbakje ................................................. 10
Afvoerfilter .......................................................... 10
Hulp bij storingen ............................................... 11
Klantenservice .................................................... 12
Garantievoorwaarden ......................................... 12
VOOR DE INSTALLATEUR .............................. 14
Waarschuwingen ................................................ 14
Technische gegevens ........................................ 14
Installatie ........................................................... 15
Uitpakken ........................................................... 15
Opstellen ............................................................ 15
Machine verplaatsen .......................................... 15
Waterpas stellen ................................................ 15
Watertoevoer ...................................................... 15
Waterafvoer ........................................................ 16
Elektrische aansluiting ....................................... 16
2
Page 3
A. VOOR DE GEBRUIKER
U bent nu in het bezit van een Electrolux product. Vanzelfsprekend kunt u ook tijdens het gebruik van uw product op Electrolux rekenen. Daarom nodigen wij u van harte uit u te registreren op onze internetsite electrolux.nl. Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc. U vindt de Electrolux productregistratie onder 'Consumentenbelangen' op de homepage van www.electrolux.nl.
1. WAARSCHUWINGEN
Houd deze gebruiksaanwijzing bij uw wasautomaat. Als u het apparaat verkoopt of weggeeft, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij de machine zit. De nieuwe gebruiker beschikt dan over de aanwijzingen m.b.t. gebruik en de waarschuwingen.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. Lees de gebruiksaanwijzing aan­dachtig voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. Wij danken u voor uw aandacht.
1.1. Gebruik
De machine zo snel mogelijk na ontvangst uitpak­ken en op schade controleren. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten.
Dit apparaat is ontworpen voor het gebruik door volwassenen. Zorg ervoor dat kinderen het appa­raat niet aanraken of als speelgoed gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te verande­ren.
Deze wasautomaat is bedoeld voor normaal huis­houdelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden of voor andere doeleinden dan waarvoor het ontworpen is: wassen, spoelen en centrifugeren.
Na het gebruik altijd de stekker uit het stopcontact trekken en de waterkraan dichtdraaien.
Was alleen artikelen die voor machinaal wassen geschikt zijn. Raadpleeg het behandelingsetiket.
Was geen ondergoed met baleinen, kledingstukken zonder zoom of gescheurde kledingstukken in de machine.
Verwijder alle munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven enz. voordat u het wasgoed in de machine doet. Dergelijke voorwerpen kunnen aanzienlijke schade veroorzaken als ze in het was­goed achterblijven.
Het wasgoed mag geen oplosmiddelen, alcohol, vlekoplossers enz. bevatten. Wacht totdat het mid­del verdampt is voordat u het wasgoed in de trom­mel doet.
Doe kleine artikelen zoals sokken, stofceintuurs, enz. in een wasnetje of kussensloop.
Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die wordt aan­bevolen in "Wasmiddel doseren".
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken.
1.2. Voorzorgsmaatregelen tegen vorst
Als de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperatu­ren beneden 0°C, dient u de volgende maatregelen te nemen:
Waterkraan dichtdraaien en toevoerslang loskoppe­len.
Uiteinde van de toevoerslang en van de afvoer­slang in een bak op de vloer leggen.
Programma Pompen kiezen en helemaal laten afwerken.
Wasautomaat uitschakelen door de program­makiezer op de uit-stand
*
te draaien of door de
aan/uit-toets* in te drukken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Toevoerslang en afvoerslang weer aanbrengen. Restwater in de slangen wordt dan verwijderd. Zo wordt voorkomen dat zich ijs vormt waardoor de machi­ne kan worden beschadigd. De volgende keer dat u de wasautomaat wilt gebruiken, dient u te controleren of de temperatuur in de ruimte bo­ven 0°C is.
1.3. Afdanken
Alle materialen met het symbool zijn geschikt voor recycling. Informeer bij uw gemeente naar de moge­lijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Als u het apparaat afdankt, maak het dan onbruikbaar: trek de stekker uit het stopcontact, maak het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker en snoer weg.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeer­de afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opne­men met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
1.4. Milieubescherming
U wast zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk, als u de volgende tips opvolgt:
Was zo veel mogelijk met het maximale vulgewicht van het betreffende programma (doe de trommel echter niet te vol).
Voorwassen en inweken alleen bij erg vuil was­goed.
Doseer wasmiddel aan de hand van waterhardheid (zie paragraaf 4.2), mate van verontreiniging en hoeveelheid wasgoed.
*afhankelijk van model
3
Page 4
2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
1
2
1 - Bedieningspaneel
2 - Greep om het deksel te openen
3 - Stelvoeten
4 - Filterdeurtje
5 - Hendel voor de wielen
5
4
3
2.1. Was- en nabehandelingsmiddelbox
Symbolen
2
1
3
4
1 - vak voorwasmiddel of ontharder of vlekkenzout 2 - vak hoofdwasmiddel (poedervormig) en evt. ontharder 3 - vak vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel) 4 - overloop wasverzachter (in geval van overdosering)
2.2. Bedieningspaneel
1 - Programmakiezer 6 - Toets vlekken 2 - Toets centrifugerenl/spoelstop 7 - Toets uitgestelde start 3 - Toets voorwas 8 - Toets start/pauze 4 - Toets extra spoelen 9 - Multidisplay 5 - Toets kort 10 - Indicatie van het programmaverloop
9
1
2
4
3
6
5
8
7
10
4
Page 5
3. EEN WAS DOEN
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan een wasgang op 90°C zonder wasgoed uit te voeren om de kuip schoon te maken.
3.1. Wasgoed in de machine doen
Machinedeksel openen.
Trommel openen door grendeltoets A in te drukken; de twee kleppen gaan vanzelf uit elkaar.
Wasgoed in de machine doen, trommel sluiten en machinedeksel sluiten.
3.4. Centrifugetoerental kiezen
Tijdens de programmakeuze resp. in de pauze-stand wordt het maximale toerental (overeenkomstig het soort wasgoed) aangegeven. Met toets "centrifugeren" kunt u dit toerenal verlagen. resp. functie spoelstop* kiezen (het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen).
3.5. Extra functies kiezen
Waarschuwing: voordat u het machinedeksel sluit, dient u te controleren of de trommel goed gesloten is:
•de twee kleppen goed ge-
A
sloten,
•grendeltoets A niet inge­drukt.
3.2. Wasmiddel doseren
Deze wasautomaat is ontworpen om water- en was­middelverbruik zo laag mogelijk te houden, reduceer daarom de door de fabrikanten van wasmiddel aanbe­volen hoeveelheid. Doseer wasmiddel in vak en voorwasmiddel in vak
als u wilt voorwassen. Doseer indien gewenst was­verzachter in vak . Als u een ander type wasmiddel gebruikt lees dan "Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen".
3.3. Programma kiezen
In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt is voor uw wasgoed (hoofdstuk 4).
Draai de programmakiezer op het gewenste program­ma. De oplichtende lampjes van het programmaverloop laten zien uit welke onder­delen het gekozen pro­gramma bestaat.
Het indicatievenster geeft de duur van het gekozen programma aan (bijv. 1 uur en 10 minuten).
De aangegeven duur wordt tijdens het programma au­tomatisch aangepast
.
De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u het program­ma hebt gekozen en voordat u toets "start/ pauze" indrukt.
Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes gaan branden. Als u een toets nogmaals indrukt, gaat het lampje uit. Als een functie niet kan worden gecom­bineerd met het gekozen programma, gaat het betref­fende lampje knipperen (zie programmatabel).
3.5.1. Voorwas
De machine doet een voorwas op maximaal 30°C. De voorwas eindigt met kort centrifugeren voor katoen en synthetica of met pompen voor fijne was.
3.5.2. Extra spoelen
Deze functie voegt bij katoen, synthetica en fijne was twee extra spoelgangen toe.
3.5.3. Kort
Deze functie wast kleine hoeveelheden licht verontrei­nigd wasgoed in minder tijd.
3.5.4. Vlekken
Deze functie versterkt de waswerking. U kunt boven­dien vlekkenzout doseren in het voorwasvak van de wasautomaat.
3.5.5. Uitgestelde start
Deze functie stelt de start van het programma maxi­maal 23 uur uit. Kies het aantal uren dat u de start wilt uitstellen door de toets een of meerdere malen in te drukken.
3.6. Programma starten
Nadat u een programma hebt gekozen toets "start/pauze" indrukken om het programma te starten; het betreffende lampje brandt constant. Het is normaal dat de programmakiezer tijdens het programma stil bijft staan.
5
Page 6
Als het wasprogramma begint, brandt lampje HOOFDWAS.
3.7. Lopend programma onderbreken
3.7.1. Extra wasgoed in de machine doen
Tijdens een lopend programma kunt u het deksel openen als lampje "einde" brandt. Druk op toets "start/ pauze". U hoort een dubbele klik in het slot als het deksel open gaat.
Toets "start/pauze" nogmaals indrukken om het programma voort te zetten.
3.7.2. Lopend programma wijzigen
Voordat u een lopend programma gaat wijzigen, moet u de wasautomaat op pauze zetten door toets "start/ pauze" in te drukken. Als de wijziging niet mogelijk is, knippert het betreffende lampje een paar seconden. Als u besluit het programma te wijzigen, moet u het lopen­de programma annuleren (zie hieronder).
3.7.3. Programma annuleren
Als u een programma wilt annuleren, draait u de pro­grammakiezer op de stop-stand. U kunt dan een nieuw programma kiezen.
3.8. Einde van het programma
De wasautomaat stopt automatisch. In het indicatievenster knippert indicatie "0". U hoort een dubbele klik in het slot als het deksel open gaat. Bij de functies nachtstand* resp. spoelstop* knippert indicatie "0" in het indicatievenster om u eraan te herinneren dat het water moet worden weggepompt voordat u het deksel kunt openen: draai de programmakiezer op UIT, kies programma POMPEN of CENTRIFUGEREN en druk toets "start/pauze" in.
Draai de programmakiezer op "UIT". Neem het wasgoed uit de machine.
Trek de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
NB: na het wassen het deksel en de trommel open laten, zodat de trommel kan luchten.
*afhankelijk van model
6
Page 7
4. Programmatabel
Zie indicatievenster
(Deze gegevens zijn bedoeld als richtlijn en kunnen in de praktijk afwijken)
Afhankelijk van
textielsoort.
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in het dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Soort
wasgoed
WITTE/ BONTE WAS
Wit of gekleurd, bijv. nor­maal verontreinigde werkkleding, bedden­goed, tafellakens, onder­goed, handdoeken.
SYNTHETICA
Synthetische stoffen of kreukherstellende na­tuurvezels.
FIJNWAS
Voor alle tere materia­len, bijv. vitrages.
WOL
In de machine wasbare wol met het etiket "wol, in de machine wasbaar, krimpt niet".
Was-
goed in
kg
5,0 kg
2,5 kg 60
2,5 kg voorwas
1,0 kg centrifugeren
Mogelijke
extra
programma’s
voorwas of
vlekken(****)
centrifugeren
kort(***)
extra spoelen
uitgestelde start
centrifugeren
kort
extra spoelen
uitgestelde start
uitgestelde start
Tempera-
40-60 MIX
Verbruikswaarden (**)
tuur
°C liter kWh Tijd
95
E(*)
60
40 30
40
40 30
40 30
59 42 55 58 55 55
52 52
53 53
50 50
2,00 0,95 1,20 0,90 0,70 0,50
1,10 0,60
0,55 0,35
0,40 0,30
ANTI-KREUK
Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend textiel dat nog slechts licht of helemaal niet hoeft te worden gestreken.
SPORT 30
Voor licht verontreinigd textiel m.u.v. katoen.
Spoelen
Met de hand gewassen goed kan in dit program­ma gespoeld worden.
(*) Programma "witte was E" is het referentieprogramma volgens IEC 456 (60°C katoen). (**) Deze gegevens zijn bedoeld als richtlijn en kunnen in de praktijk afwijken. (***) Niet mogelijk met «40-60 mix» en «E» programma's (****) Niet mogelijk met «30» programma
1,0 kg
2,5 kg centrifugeren
voorwas of
vlekken
centrifugeren
kort
extra spoelen
uitgestelde start
uitgestelde start
3 spoelgangen met wasverzachter. Centrifugeren.
40 60 0,60
30 40 0,30
45 0,15
7
Page 8
5. VOORDAT U GAAT WASSEN
5.1. Wasgoed sorteren en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en behandelingsetiket sor-
teren (zie paragraaf 5.4): normale was voor sterk wasgoed dat krachtig wassen en centrifugeren kan verdragen; fijne was voor teer wasgoed dat voor­zichtiger moet worden behandeld. Kies voor gemengde ladingen programma en temperatuur passend bij het teerste textiel.
Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Anders
kan het witte goed verkleuren resp. vergrauwen.
Nieuw wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken daar-
om de eerste keer liever apart wassen. Houd u aan de aanwijzingen "apart wassen" en "enkele keren apart wassen" op het behandelingsetiket.
Zakken leegmaken en het wasgoed uit elkaar
vouwen.
Alle losse knopen, haken en ogen verwijderen. Rit-
sen sluiten, een knoop leggen in veters en riempjes.
Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzakken,
anoraks enz.), gebreid gekleurd textiel en wol en textiel met applicaties binnenste buiten keren.
Kleine en tere stukken wasgoed (sokken, panty's,
beha's enz.) in een wasnetje wassen.
Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Haken
verwijderen en de vitrages in een net of zak binden
5.3. Wasmiddelen en nabehande­lingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsmidde­len die geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat. Lees de aanwijzingen van de fabrikant en lees ook pa­ragraaf 2.1 en 3.2.
Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder beperkin­gen worden gebruikt. Vloeibaar wasmiddel doseert u in de doseerbol direct in de trommel of in het wasmiddel­bakje; in dat geval moet u direct een programma star­ten. Wasmiddelen in tabletvorm legt u in het vakje voor hoofdwasmiddel. De hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveel­heid wasgoed, de waterhardheid en de mate van ver­ontreiniging van het wasgoed. Als het water zacht is, kunt u wat minder doseren. Doseer wat meer als het water hard is (of gebruik liever een waterontharder) of als het wasgoed erg vuil of ge­vlekt is. Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.
5.2. Hoeveelheid wasgoed
De hoeveelheid wasgoed die u in de trommel doet mag het maximale vulgewicht van de wasautomaat niet overschrijden. Dit vulgewicht hangt af van het soort wasgoed. Doe minder wasgoed in de machine als het erg vuil is.
Niet alle textielsoorten hebben hetzelfde volume en hetzelfde opnemend vermogen. Daarom moet de trom­mel in het algemeen als volgt gevuld worden:
vol, maar niet overvol voor katoen en linnen,
halfvol voor weefsels gemengd met katoen en syn-
thetische weefsels,
voor een derde gevuld voor tere artikelen zoals
vitrages en wol.
Bij een gemengde was het vulgewicht van het teerste materiaal aanhouden.
8
Page 9
5.4. Internationale behandelingsetiketten
NORMAAL
WASGOED
wassen op
95°C
TEER
WASGOED
BLEKEN koud bleken met bleekwater of chloorbleek-
middel in verdunde oplossing mogelijk
STRIJKEN hoge temperatuur
(max. 200°C)
wassen op
60°C
matige temperatuur
wassen op
40°C
(max. 150°C)
wassen op
30°C teer goed
met de hand
wassen
niet bleken
lage temperatuur
(max. 100°C)
niet wassen
niet strijken
CHEMISCH
REINIGEN
DROGEN wasgoed uitge-
chemisch reinigen
(alle gebruikelijke
oplosmiddelen)
spreid drogen
chemisch reinigen (alle oplosmiddelen
m.u.v. trichlooretheen)
wasgoed han-
gend drogen
chemisch reinigen
(alleen olieoplosmid-
delen en R113)
wasgoed op han-
gertje drogen
hoge temperatuur
matige temperatuur
drogen in droog-
trommel mogelijk
niet chemisch
reinigen
niet in de droog-
trommel drogen
9
Page 10
6. ONDERHOUD EN REINIGING
6.4. Afvoerfilter
Voordat u de machine gaat reinigen altijd eerst de stek­ker uit het stopcontact trekken.
6.1. Machine ontkalken
Als u op de juiste wijze wasmiddel doseert, is ontkalken niet nodig. Als ontkalken toch noodzakelijk is, gebruik dan een in de handel verkrijgbaar niet-bijtend product dat speciaal voor wasautomaten is bedoeld. Volg de aanwijzingen m.b.t. dosering op de verpakking op.
6.2. Buitenkant
Maak de buitenkant van de machine schoon met lauw water en een mild schoonmaakmiddel. Nooit alcohol, oplosmiddelen of dergelijke producten gebruiken.
6.3. Wasmiddelbakje
Demonteren:
Druk op de lipjes aan weers­kanten van het wasmiddelbakje en trek het omhoog.
Maak het filter aan de onderzijde van de machine regelmatig schoon. Lampje FILTER* gaat branden als het filter verstopt is. In dit geval het filter onmiddellijk schoonmaken. Als u erg pluizig wasgoed wast, het filter in elk geval schoonmaken.
Open het deurtje met bijvoorbeeld een schroe-
vendraaier :
Restwater weg laten lopen:
Zet een bak onder de afvoer. Draai de dop tegen de wijzers van de klok in tot hij verticaal staat en het restwater weg­loopt.
Monteren:
Maak het bakje onder stro­mend water schoon en gebruik een borstel of doekje. Controleer of de hevels aan de achterkant van het bakje niet geblokkeerd worden.
Zet het wasmiddelbakje in de openingen en klik het vast.
Filter verwijderen:
Dop helemaal losdraaien. Goed onder stromend water schoonmaken. Dop weer aan­brengen en met de wijzers van de klok mee vastdraaien.
Als u het filter hebt schoongemaakt, sluit dan het pomp­deurtje. Het pompdeurtje moet altijd dicht zijn als de machine ingeschakeld is.
10
* afhankelijk van model
Page 11
7. HULP BIJ STORINGEN
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt, lees dan eerst onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze service-afdeling.
Probleem Oorzaak
De machine start niet of er wordt geen water toegevoerd: de machine is niet correct aangesloten, de elektrische installatie werkt niet,
Er wordt water toegevoerd, maar meteen weer weggepompt: de afvoerslang hangt te laag (zie hoofdstuk Installatie).
De machine centrifugeert niet of pompt niet: de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
Er ligt water op de vloer rond de wasautomaat: te veel wasmiddel heeft te veel schuim gevormd en dat is overstroomd,
Wasresultaten zijn niet tevredenstellend: het wasmiddel is niet geschikt voor machinaal wassen,
De machine vibreert of staat onrustig: niet alle verpakking is verwijderd (zie paragraaf 3.1),
Het programma duurt te lang: de watertoevoer is geblokkeerd,
het machinedeksel en de trommelkleppen zijn niet goed gesloten,
u hebt het programma niet goed gestart,
er is een stroomstoring,
de watertoevoer is afgesloten,
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer is geblokkeerd.
het afvoerfilter is verstopt,
de onbalansherkenning is in werking getreden; slechte verdeling van het wasgoed in de trommel,
u hebt programma pompen of functie "nachtstand"
de afvoerslang hangt niet op de juiste hoogte.
het wasmiddel is niet geschikt voor machinaal wassen,
de afvoerslang hangt niet goed,
het afvoerfilter is niet op z'n plek gezet,
de watertoevoerslang lekt.
er zit te veel wasgoed in de trommel,
u hebt niet het juiste programma gekozen,
u hebt niet voldoende wasmiddel gedoseerd.
de machine staat niet waterpas of is niet goed gevuld,
de machine staat te dicht tegen de muur of meubilair,
het wasgoed is niet goed in de trommel verdeeld,
er zit erg weinig wasgoed in de trommel.
er is een stroomstoring geweest of het water is afgesloten,
de oververhittingsbeveiliging van de motor is in werking getreden,
de temperatuur van het leidingwater is lager dan normaal,
het schuimherkenningssysteem is in werking getreden (te veel wasmiddel) en de machine heeft het schuim verwijderd,
de onbalansherkenning is in werking getreden, een extra fase is toegevoegd om het wasgoed beter in de trommel te verdelen.
*
gekozen,
De machine stopt tijdens een programma: er is een water- of stroomstoring,
Het machinedeksel kan tijdens een programma niet geopend worden: lampje "
Lampje " wasprogramma:
Foutcode E40 verschijnt in het display en lampje EINDE keer
Foutcode E20 verschijnt in het display en lampje EINDE** knippert 2 keer***:
Foutcode E10 verschijnt in het display en lampje EINDE** knippert 1 keer***:
Foutcode EA0 verschijnt in het display en lampje EINDE** knippert 10 keer***:
Wasverzachter komt tijdens het doseren uit de overloop: u hebt niet de juiste hoeveelheid gedoseerd,
** Afhankelijk van het model kunnen akoestische signalen klinken. *** Probleem indien mogelijk oplossen en dan toets "start/pauze" indrukken om het onderbroken programma opnieuw te starten.
TROMMELSTAND" brandt niet na afloop van een
***
:
*Afhankelijk van model
**
knippert 4
u hebt spoelstop ingesteld.
DEKSEL" is uit.
de trommel kon de juiste positie niet bereiken door een voortdurende onbalans; draai de trommel met de hand.
het machinedeksel is niet goed gesloten
het afvoerfilter is verstopt,
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
de afvoerslang ligt te hoog (zie hoofdstuk Installatie),
de afvoerpomp is verstopt,
de installatiesifon is verstopt.
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer in de woning is afgesloten.
de kleppen van de trommel zijn open.
de hevels aan de achterkant van het wasmiddelbakje zijn verstopt.
11
Page 12
8. KLANTENSERVICE
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangen (voor algemene, product- of gebruiksinformatie) tel. (0172) 468 172 E-mail consumenten.belangen@electrolux.nl Service-informatielijn (voor bezoek servicetechnicus en onderdelen) tel. (0172) 468 300 E-mail service.nl@electrolux.nl
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het E/PNC- en F/S-nummer van uw apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje van het apparaat en kunt u het beste hieronder noteren.
Modelaanduiding ............................................
E/PNC-Nr........................................................
F/S-Nr. ............................................................
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is. Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
- Hoe doet de storing zich voor?
- Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
- Wordt in het display een foutmelding aangegeven?
Aan de hand van deze informatie kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat het apparaat bij het eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening onze service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt. Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland) zijn overeengekomen.
9. GARANTIEVOORWAARDEN
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst: Electrolux Service
Service-informatielijntel. (0172) 468 300 (voor bezoek servicetechnicus en onderdelen) Consumentenbelangentel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct,
doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Vennootsweg 1 2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door: a. chemische en elektrochemische inwerking van water, b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen, c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden, d. contact met agressieve stoffen.
Art. 2 a)Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd. b)Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
12
Page 13
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat: a)de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of b)ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt. In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal: a)direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service­organisatie of door de technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken, b)een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden, c)voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven,
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
13
Page 14
B. VOOR DE INSTALLATEUR
1. WAARSCHUWINGEN
Deze wasautomaat is zwaar. Voorzichtig bij het verplaatsen ervan.
Voor het in gebruik nemen moet de verpakking van de wasautomaat worden verwijderd. Als niet de gehele transportbeveiliging wordt verwijderd, kan dat tot schade aan de wasautomaat of omringende meubelen leiden. De stekker mag tijdens het uit­pakken niet in het stopcontact zitten.
De wateraansluiting mag alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd.
De machine moet aan een stopcontact met rand­aarde worden aangesloten.
Een eventuele wijziging in de elektrische huisinstal­latie mag alleen door een erkend elektro-installa­teur worden uitgevoerd.
2. TECHNISCHE GEGEVENS
AFMETINGEN hoogte
breedte diepte
NETSPANNING / FREQUENTIE AANSLUITWAARDE
Lees de aanwijzingen in paragraaf 3.7 aandachtig, voordat u de machine gaat aansluiten.
Controleer na het installeren of de machine niet op het aansluitsnoer staat.
Als de machine op vaste vloerbedekking wordt geïnstalleerd, mogen de ventilatie-openingen aan de onderkant van de machine niet door het tapijt worden afgedekt.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service­afdeling vervangen worden.
Als de machine niet volgens de voorschriften is geïnstalleerd, wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
850 mm 400 mm 600 mm
230 V / 50 Hz 2300 W
WATERDRUK
Aansluiting aan waternet
Dit apparaat voldoet aan EG-richtlijn 89-336 (EMC-richtlijn) en EG-richtlijn 73-23 EG (laagspanningsrichtlijn).
minimaal maximaal
0,05 MPa (0,5 bar) 0,8 MPa (8 bar) type 20x27
14
Page 15
3. INSTALLATIE
3.1. Uitpakken
Verpakkingsmateriaal dat is gebruikt om interne onderdelen van de machine tij­dens het transport te beschermen moet verwijderd worden voordat de machine voor de eerste keer in gebruik wordt ge­nomen.
Als u wilt dat de wasautomaat op één lijn staat met de keuken­meubelen ernaast, kunt u de slanghouder achterop de was­automaat afsnijden. Laat de twee plaatjes op hun plek.
3.2. Opstellen
Verwijder al het verpakkingsma­teriaal van de machine. Kantel de machine naar opzij, verwij­der dan de verpakking onder de motor en zet de machine weer rechtop.
Kantel de machine naar achte­ren en draai hem een kwart slag op één van de hoeken om de transportbodem te verwijderen.
Open het machinedeksel en ver­wijder de transportbeveiliging en het plastic. Sluit het deksel.
Gebruik een 10 mm moersleutel om de twee schroeven en af­standhouders achterop te ver­wijderen.
Zet de wasautomaat op een vlakke harde vloer in een goed geventileerde ruimte. Zorg ervoor dat de machine niet in aanraking komt met de muur of meubelen.
3.3. Machine verplaatsen
Als u de machine wilt verplaatsen, tilt u hem op z'n rollers door de hendel onderaan de machine helemaal naar links te trekken. Als de machine op de gewenste plek staat, zet u de hendel weer in z'n oorspronkelijke stand terug.
3.4. Waterpas stellen
Als de machine waterpas staat voorkomt dat trillen, ge­luid en beweging tijdens het gebruik.
Zet de machine waterpas door de stelschroef die te kort is aan te passen. Draai de ring los (til de machine indien nodig op).
Als de machine stabiel staat, draai dan de ring zo ver moge­lijk vast.
U kunt nu de openingen zien die moeten worden afgesloten met de meegeleverde dopjes; ver­geet niet de dopjes te sluiten.
Controleer of u al deze onder­delen uit de machine hebt ver­wijderd en bewaar ze zodat u ze indien nodig in de toekomst weer kunt gebruiken.
3.5. Watertoevoer
Het aqua-controlsysteem be­schermt tegen waterschade. De watertoevoerslang kan door na­tuurlijke veroudering bescha­digd raken: als dat gebeurt, blokkeert het systeem de water­toevoer naar het apparaat.
15
Page 16
In geval van storing verschijnt een rode markering in venster "A". Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-afdeling.
Installeer de watertoevoerslang op de achterkant van de wasautomaat:
- Schroef de onderste fitting van de watertoevoerslang vast zoals aangegeven in afb. 1 en 2.
3.7. Elektrische aansluiting
Vaste aansluiting aan het elektriciteitsnet mag alleen door een erkend elektro-installateur worden uitge­voerd.
Bij het aansluiten moet aan de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden gehouden.
Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het type­plaatje aangegeven netspanning en stroomsoort over­eenkomen met netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje vindt u ook de vereiste waarde van de installatieautomaat of smeltvei­ligheid in uw groepenkast.
- Sluit het koppelstuk aan de wa­terkraan aan.
- Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang mag niet verlengd worden. Als de slang te kort is, neem dan contact op met onze ser­vice-afdeling.
3.6. Waterafvoer
- Monteer de slanghouder op de afvoerslang.
- Plaats de slang in een afvoer­pijp (of in een gootsteen) op een hoogte tussen 70 en 100 cm. Zorg ervoor dat de slang niet kan wegglijden.
De machine mag niet d.m.v. een verlengsnoer worden aangesloten.
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd belucht zijn om te voorkomen dat er water wordt overgeheveld. Belangrijk: de afvoerslang mag in geen geval verlengd worden.Als de slang te kort is, neem dan contact op met een erkend installateur.
16
Page 17
The Electrolux Group. The world’s No.1 Choice.
150 countries around the world.
The Electrolux Group is the world largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vaccum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than
Loading...