|
................................................ ............................................. |
||
EWT 1362 EDW |
NL WASAUTOMAAT |
GEBRUIKSAANWIJZING |
2 |
|
FR LAVE-LINGE |
NOTICE D'UTILISATION |
20 |
|
DE WASCHMASCHINE |
BENUTZERINFORMATION |
39 |
2 www.electrolux.com
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 4. AFWASPROGRAMMA'S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 5. VERBRUIKSWAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 6. OPTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 7. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 8. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 9. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
10. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 11. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 12. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 13. MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
•Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
•Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
•Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
•Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
•Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is.
•Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
1.2 Montage
•Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
•Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
•Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt.
•Gebruik of installeer het apparaat niet als de temperatuur lager is dan 0 °C of als het is blootgesteld aan het weer.
•Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
•Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
•Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren.
•Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren.
•Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
•Dit apparaat moet worden geaard.
•Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
•Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
•Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
•Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan MOET dit gebeuren door onze Klantenservice.
•Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
•Trek niet aan het aansluitnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
•Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
•Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlij- nen.
Aansluiting aan de waterleiding
•Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
•Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt.
4www.electrolux.com
•Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
•Laat het water stromen tot het schoon is voordat u het apparaat aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt.
•Zorg dat er geen lekkages zijn als u het apparaat de eerste keer gebruikt.
1.3 Gebruik van het apparaat
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
•Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
•De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
•Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het vaatwasmiddel op.
•Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
•Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
•Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed verwijdert.
•Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat.
Neem contact op met de servicedienst om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
•Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
•Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
•Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
1.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
•Haal de stekker uit het stopcontact.
•Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
•Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
NEDERLANDS |
5 |
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 |
2 |
|
1 |
Bedieningspaneel |
|
|
|
2 |
Deksel |
|
|
|
3 |
Handgreep deksel |
|
|
3 |
4 |
Filterdeurtje |
|
|
5 |
Hendel voor het verplaatsen van het |
|
|
|
|
||
7 |
|
|
|
apparaat |
|
|
6 |
Stelvoetjes |
|
|
|
|
||
|
|
|
7 |
Typeplaatje |
|
|
4 |
|
|
|
|
5 |
|
|
|
|
6 |
|
|
3. BEDIENINGSPANEEL
1 |
|
2 |
|
3 |
90°
60°
40°
3h 6h 9h
30°
20°
1200
1000
800
400
4
5
6
7
9 8
1Programmaknop
2De toets Kort centrifugeren (Centrifugeren / Essorage) en functielampjes:
Aanduiding Spoelstop
Aanduiding Nachtcyclus
3Tiptoets Temperatuur (Temperatuur / Température)
4Tiptoets Voorwas (Voorwas / Prélavage)
5Tiptoets Startuitstel (Startuitstel / Dép. différé)
6Tiptoets Extra spoelen (Extra spoelen / Rinçage plus)
7Tiptoets Snel (Kort / Rapide)
8Tiptoets Start/Pauze (Start/Pauze / Départ/Pause)
9Aanduidingen programmastatus: Aanduiding deur vergrendeld
Aanduiding Einde cyclus
Aanduiding kinderslot
6 www.electrolux.com
4. AFWASPROGRAMMA'S
Programma- |
|
Type lading en vervuiling |
|
Temperatuurbereik |
Maximale lading, maximale centrifugering |
||
Katoen |
|
Wit en bont katoen. Normaal en licht bevuild. |
|
|
6 kg, 1300 tpm |
||
90 °C — Koud ( |
) |
||
|
|||
Katoen Eco |
1) |
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervui- |
|
ling. |
|||
60 °C – 40 °C |
|
||
|
6 kg, 1300 tpm |
||
|
|
||
Synthetica |
|
Synthetische of gemengde stoffen. Normale ver- |
|
|
vuiling. |
||
60 °C - Koud ( |
) |
||
2.5 kg, 1000 tpm |
|||
|
|
||
Delicates (Fijne Was) |
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester. |
||
Normale vervuiling. |
|||
40 °C - Koud ( |
) |
||
2.5 kg, 1000 tpm |
|||
|
|
||
Wol/ Handwas |
In de machine wasbare wol, met de hand wasba- |
||
re wol en fijn wasgoed met het symbool "hand- |
|||
40 °C - Koud ( |
) |
|
was". |
|
|
1 kg, 1000 tpm |
|
|
|
|
Zijde |
Speciaal programma voor zijde en gemengde |
|
synthetische weefsels. |
||
30 °C |
||
1 kg, 800 tpm |
||
|
||
Duvet (Dekbed) |
Speciaal programma voor één synthetische de- |
|
ken, dekbed, sprei enz. |
||
60 °C – 30 °C |
||
2,5 kg, 800 tpm |
||
|
||
|
|
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren. Spoeling Alle stoffen.
6 kg, 1300 tpm
Pompen |
Om het water in de trommel af te voeren. Alle |
|
stoffen. |
||
|
||
|
6 kg |
|
|
|
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit Centrifugeren de trommel af te voeren. Alle stoffen.
6 kg, 1300 tpm
Kledij in jeans en tricot. Ook voor donkere kledij. Jeans 3 kg, 1000 tpm
60 °C - Koud ( )
Gordijnen |
|
Speciaal programma voor gordijnen. De voor- |
|
|
wasfase wordt automatisch geactiveerd.2) |
||
40 °C - Koud ( |
) |
||
2.5 kg, 800 tpm |
|||
|
|
||
Outdoor |
|
Synthetische en delicate stoffen. Lichte vervuiling |
|
|
of op te frissen kledij. |
||
30 °C |
|
||
|
2.5 kg, 800 tpm |
||
|
|
||
|
|
|
|
NEDERLANDS |
7 |
|
|
|
Programma- |
Type lading en vervuiling |
|
Temperatuurbereik |
Maximale lading, maximale centrifugering |
|
|
|
|
5 overhemden |
Synthetische en gemengde stoffen. Lichte vervui- |
|
ling en op te frissen kledij. |
||
30 °C |
||
Voor 5 - 6 shirts. |
||
|
800tpm
1)Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden
Volgens de regulering 1061/2010 zijn de “Katoen Eco 60 °C” en “Katoen Eco 40 °C” respectievelijk het “standaard 60°C katoenprogramma” en het “standaard 40°C katoenprogramma”. Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteitsen waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma.
2) Gebruik geen afwasmiddel voor de voorwasfase om alleen met water te spoelen.
Combineerbaarheid programma-op- ties
Programma- |
|
|
|
|
|
|
1) |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Eco |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1) Als u gebruik maakt van de Snel-optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen lading: katoen: 3 kg, synthetische en delicate stoffen: 1,5 kg.
8 www.electrolux.com
5. VERBRUIKSWAARDEN
De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omgevingstemperatuur.
Program- |
La- |
Energiever- |
Waterver- |
Gemiddel- |
Resterend |
|
ma’s |
ding |
bruik (kWh) |
bruik (liter) |
de pro- |
vocht |
|
|
(kg) |
|
|
gramma- |
(%)1) |
|
|
|
|
|
duur (minu- |
|
|
|
|
|
|
ten) |
|
|
Katoen 60 °C |
6 |
1.10 |
56 |
180 |
52 |
|
Katoen 40 °C |
6 |
0.65 |
54 |
150 |
52 |
|
Synthetische |
2.5 |
0.45 |
46 |
105 |
35 |
|
stoffen 40 °C |
||||||
|
|
|
|
|
||
Fijne was 40 |
2.5 |
0.55 |
46 |
90 |
35 |
|
°C |
||||||
|
|
|
|
|
||
Wol 30 °C |
1 |
0.35 |
50 |
70 |
30 |
|
Standaard katoenprogramma's |
|
|
|
|||
Standaard 60 |
6 |
0.96 |
45 |
240 |
52 |
|
°C katoen |
||||||
|
|
|
|
|
||
Standaard 60 |
3 |
0.62 |
37 |
149 |
52 |
|
°C katoen |
||||||
|
|
|
|
|
||
Standaard 40 |
3 |
0.50 |
37 |
136 |
52 |
|
°C katoen |
||||||
|
|
|
|
|
||
Uit-modus (W) |
Modus aan laten (W) |
|||||
|
0.50 |
|
|
0.50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
De gegevens in de bovenstaande grafiek zijn in overeenstemming met de EU verordening 2015/2010 die richtlijn 2009/125/EC implementeert.
1)Aan het einde van de centrifugeerfase.
6.OPTIES
6.1 Temperatuur |
6.2 Centrifugeren |
|
Stel deze optie in om de standaardtempe- |
Met deze optie kunt u de standaard cen- |
|
ratuur te wijzigen. |
trifugeersnelheid wijzigen. |
|
Aanduiding |
= koud water. |
Het controlelampje van de ingestelde |
Het controlelampje van de ingestelde |
snelheid gaat branden. |
temperatuur gaat branden.
Extra centrifugeeropties:
Spoelstop
•Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen.
•Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
•Als het programma afgerond is, zit er water in de trommel.
•De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
•De deur blijft vergrendeld.
•U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen ‘Aan het einde van het programma’.
Nachtcyclus
•Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te verwijderen en een stil wasprogramma uit te voeren.
•De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's.
•Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
•Het wasprogramma stopt met water in de trommel. De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
•De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen ‘Aan het einde van het programma’.
6.3 Voorwas
Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde kleding.
Als u deze optie instelt neemt de programmaduur toe.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
6.4 Startuitstel
Met deze optie kunt u de start van een programma 9, 6 of 3 uur uitstellen.
NEDERLANDS 9
Het lampje van de optie en het lampje van de ingestelde waarde branden.
6.5 Extra spoelen
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
6.6 Snel
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
6.7 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
•Voor het inschakelen/uitschakelen van de optie, drukt u tegelijkertijd op
en
tot het indicatielampje
aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
•Nadat u op heeft gedrukt, worden de opties en de programmaknop vergrendeld.
•Voordat u op heeft gedrukt: kan het apparaat niet starten.
6.8 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen.
•Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd op
en
tot het indicatielampje
aan/uit gaat.
6.9 Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
•Het programma is voltooid
•Er een storing in het apparaat optreedt
10 www.electrolux.com
Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op en
gedurende 6 seconden.
7.VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1.Doe een klein beetje wasmiddel in het doseervakje voor de wasfase.
2.Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder was-
Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt.
goed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
8.DAGELIJKS GEBRUIK
8.1Wasgoed in de machine doen
A |
1.Open het deksel.
2.Druk op knop A. De trommel wordt automatisch geopend.
3.Plaats het wasgoed een voor een in de trommel. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
4.Sluit de trommel en het deksel.
LET OP!
Voordat u de deur van de machine sluit, dient u erop te letten dat de trommel goed is gesloten.
8.2 Wasmiddel en toevoegingen gebruiken
• Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
Het vakje voor het wasmiddel van de voorwasfase.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel).
Het teken M is het maximale niveau voor vloeibare wasmiddelen.
8.3 Een programma instellen
1.Draai de programmaschakelaar om het programma in te stellen:
–Het indicatielampje van knippert.
2.Indien nodig, wijzig de temperatuur en de centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden.
Als u iets incorrect instelt, begint het lampje rood te knipperen.
8.4 Een programma starten zonder een uitgestelde start
Druk op :
•Het indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden.
•Het programma start, de deur wordt vergrendeld, het lampje brandt
•De afvoerpomp kan even werken als het apparaat gevuld wordt met water.
8.5 Een programma starten met een uitgestelde start
•Druk op om de gewenste uitsteltijd in te stellen. Het lampje van de ingestelde vertragingstijd brandt. Het lampje brandt.
•Druk op :
–De machine begint de tijd af te tellen.
–Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van het startuitstel annuleren of wijzigen voordat u op drukt.
De uitgestelde start annuleren:
1.Druk op om het apparaat op pauze te zetten.
2.Druk op totdat het lampje van de ingestelde vertraging dooft.
Druk weer op om het programma direct te starten.
NEDERLANDS 11
8.6 Een programma onderbreken en de opties wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1.Druk op . Het indicatielampje knippert.
2.Wijzig de opties.
3.Druk weer op . Het wasprogramma gaat verder.
8.7 Een programma annuleren
1.Druk op de toets om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2.Druk opnieuw op de programmatoets om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat pompt geen water af.
8.8 Het deksel openen
Als een programma of de startuitstel in werking is, is de deksel vergrendeld. Het
-lampje brandt.
LET OP!
Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn, kunt u het deksel niet openen.
Op het deksel en wanneer de uitgestelde start in werking is:
1.Druk op om het apparaat te pauzeren.
2.Wacht tot het indicatielampje van de dekselvergrendeling dooft.
3.U kunt het deksel openen.
4.Sluit het deksel en druk opnieuw op
. Het programma (of startuitstel) gaat verder.
Open het deksel van het apparaat als het programma in werking is:
1.Draai de programmaknop op om het apparaat uit te schakelen.
2.Wacht een paar minuten met het openen van het deksel.
3.Sluit het deksel en stel het programma opnieuw in .
12www.electrolux.com
8.9Aan het einde van het programma
•Stopt het apparaat automatisch.
•Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het signaal.
•Het lampje van gaat uit.
•Het dekselergrendelingssymbool gaat uit.
•Het -lampje brandt.
•U kunt het deksel openen.
•Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
•Draai de waterkraan dicht.
•Draai de programmaknop op om het apparaat uit te schakelen.
•Laat het deksel iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
–De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
–Het indicatielampje van het deksel brandt. Het indicatielampje
knippert. Het deksel blijft vergrendeld.
–U moet het water afvoeren om het deksel te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1.Kies het programma Pompen of Centrifugeren.
2.De centrifugeersnelheid zo nodig verlagen.
3.Druk op . Het apparaat voert het water af en centrifugeert.
4.Als het programma is voltooid, gaat het dekselvergrendelingssymbool
uit en kunt u het deksel openen.
5.Draai de programmaknop op om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren (behalve bij het wolprogramma).
8.10 Stand-by
Enkele minuten na het einde van het wasprogramma wordt de energiezuinige modus geactiveerd, wanneer u het apparaat niet uitschakelt.
Hierdoor wordt het energieverbruik beperkt wanneer het apparaat in de stand- by-stand staat.
•Alle indicatielampjes gaan uit.
•Het indicatielampje van knippert langzaam
•Druk op een van de opties om de energiezuinige modus te deactiveren.
9. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
9.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet
•Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
•Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
•Was witte en bonte artikelen niet samen.
•Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
•Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op.
•Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open.
•Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten.
•Verwijder hardnekkige vlekken.
•Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel.
•Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een zak of kussensloop.
•Niet in de machine wassen:
–Wasgoed zonder zomen of met scheuren
–Beugelbeha's.
–Gebruik een waszakje om kleine stuks wasgoed te wassen.
•Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten.
9.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te verwijderen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
9.3 Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
•Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat.
•Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
•Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
•Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
•Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling.
NEDERLANDS 13
•Als uw machine geen afwasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol.
•Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt mag u geen wasprogramma met uitgestelde start of voorwas selecteren.
9.4 Milieutips
•Stel een programma in zonder de voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
•Start een wasprogramma altijd met de maximum hoeveelheid wasgoed.
•Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt.
•Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
9.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
10. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact alvorens onderhoudswerkzaamheden te verrichten.
10.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten.
14www.electrolux.com
10.2Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
10.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
•Haal al het wasgoed uit de trommel.
•Stel het katoenprogramma in met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.
10.4 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1. |
2. |
3. |
|
10.5 Het afvoerfilter schoonmaken
WAARSCHUWING!
Reinig het afvoerfilter niet als er water in de trommel is.
NEDERLANDS 15
1.
3.
5.
2. |
4. |
16www.electrolux.com
10.6Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
1
2
3
3. |
2. |
4. |
90˚ |
10.7 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (5) uit van 'Het afvoerfilter reinigen'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
10.8 Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1.Trek de stekker uit het stopcontact.
2.Draai de waterkraan dicht.
3.Verwijder de watertoevoerslang.
4.Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
5.Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
6.Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.
11. PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem als dit niet lukt contact op met de service-afdeling.
NEDERLANDS 17
Voor sommige problemen zal een geluids- |
• |
||
ignaal worden weergegeven. Het rode in- |
|
||
dicatielampje |
|
knippert en een van de |
|
indicatielampjes gaat branden en vermeld een alarmcode:
• - Het apparaat wordt niet gevuld met water.
• - Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur!
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Storing |
Mogelijke oplossing |
Het programma start |
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit. |
niet. |
|
|
Zorg dat het deksel van het apparaat is gesloten. |
|
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is door- |
|
gebrand. |
|
Zorg ervoor dat de toets Start/Pause is ingedrukt. |
|
Als de starttijdkeuze start is ingesteld, annuleert u deze |
|
functie of wacht u tot het einde van het aftellen. |
|
Schakel het kinderslot uit. |
Het apparaat wordt |
Controleer of de waterkraan is geopend. |
niet met water gevuld. |
|
|
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo |
|
nodig contact op met uw lokale waterleidingbedrijf. |
|
Controleer of de waterkraan niet verstopt is. |
|
Zorg ervoor dat de filter van de toevoerslang en de filter |
|
van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onder- |
|
houd en reiniging". |
|
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe- |
|
voerslang aanwezig zijn. |
|
Zorg ervoor dat de positie van de watertoevoerslang cor- |
|
rect is. |
Het apparaat pompt |
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is. |
geen water af. |
|
|
Controleer of er geen knikken of bochten in de wateraf- |
|
voerslang aanwezig zijn. |
|
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien |
|
nodig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reini- |
|
ging". |
|
Zorg ervoor dat de aansluiting van de waterafvoerslang |
|
correct is. |
|
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zon- |
|
der afvoerfase instelt. |
|
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waar- |
|
bij water in de kuip blijft. |
|
|
18 www.electrolux.com
Storing |
Mogelijke oplossing |
De centrifugeerfase |
Stel het centrifugeprogramma in. |
werkt niet of de was- |
|
cyclus duurt langer |
|
dan normaal. |
|
|
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien |
|
nodig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reini- |
|
ging". |
|
Verdeel de artikelen handmatig in de trommel en start de |
|
centrifugefase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk |
|
veroorzaakt door problemen met de balans. |
Er ligt water op de |
Zorg ervoor dat de aansluitingen van de waterslangen |
vloer. |
goed vast zitten er dat er geen lekken zijn. |
|
Controleer of de waterafvoerslang niet is beschadigd. |
|
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoe- |
|
veelheid gebruikt. |
U kunt het deksel van |
Zorg ervoor dat het wasprogramma voltooid is. |
het apparaat niet ope- |
|
nen. |
|
|
Stel het afvoerof centrifugeerprogramma in als er zich |
|
water in de trommel bevindt. |
Het apparaat maakt |
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Mon- |
een abnormaal geluid. |
tageinstructies'. |
|
Zorg ervoor dat de verpakking en/of de transportbouten |
|
verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montageinstructies'. |
|
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te |
|
klein. |
Het apparaat vult zich |
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. |
met water en pompt |
De slang kan te laag hangen. |
dit direct weg. |
|
Het wasresultaat is |
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel. |
niet bevredigend. |
|
|
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit |
|
het wasgoed gehaald. |
|
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt. |
|
Verminder de hoeveelheid wasgoed. |
U kunt geen optie in- |
Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt. |
stellen. |
|
|
|
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met onze service-af- deling.