AEG EN3613AOX User Manual [nl]

EN3613AOX
................................................ .............................................
NL KOEL-VRIESCOMBINATIE GEBRUIKSAANWIJZING
www.electrolux.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
8.
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
9. GELUIDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
10.
TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het appa­raat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzienin­gen. Bewaar deze instructies en zorg er­voor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat ieder­een die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïn­formeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigen­dommen dient u zich aan de voorzorgs­maatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door het niet opvol­gen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge­bruik door personen (waaronder begre­pen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun vei­ligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon in­structie hebben ontvangen over het ge­bruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voor­komen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voe­dingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektri­sche schok krijgen of zichzelf in het ap­paraat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder
apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen ra­ken.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaan­de als ingebouwde modellen.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewa­ren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden en gelijkaar­dig gebruik zoals:
– personeelskeukens in winkels, kanto-
ren of andere werkomgevingen;
– door gasten in hotels, motels en an-
dere residentiële omgevingen; – bed-and-breakfast-accommodatie; – catering en gelijkaardige niet-com-
mercieel gebruik.
• Gebruik geen mechanische hulpmidde­len of kunstgrepen om het ontdooipro­ces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische appa­raten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koel­kasten, tenzij ze voor dit doel goedge­keurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet bescha­digt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) be­vindt zich in het koelcircuit van het ap­paraat, dit is een natuurlijk gas dat wel­iswaar milieuvriendelijk is, maar ook ui­terst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich be-
vindt grondig ventileren
www.electrolux.com
4
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en
• Stel het apparaat niet langdurig bloot
• De eventuele gloeilampen in dit appa-
1.3 Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof
• Bewaar geen brandbare gassen of
brengen in de specificaties of dit pro­duct op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortslui­ting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (net­snoer, stekker, compressor) mo­gen om gevaar te voorkomen uit­sluitend worden vervangen door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudsperso­neel.
1.
Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2.
Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of be­schadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3.
Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4.
Trek niet aan het snoer.
5.
Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elektri­sche schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder het afdekkapje (indien van toepassing) van het lampje.
als u het apparaat verplaatst.
raak ze niet aan als uw handen vochtig/ nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
aan direct zonlicht.
raat zijn speciaal geselecteerd en uit­sluitend bedoeld voor gebruik in huis­houdelijke apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
onderdelen in het apparaat.
vloeistoffen in het apparaat, deze kun­nen ontploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. (Als het apparaat rijpvrij is)
• Diepgevroren voedsel mag niet op­nieuw worden ingevroren als het een­maal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproduc­ten volgens de aanwijzingen van de fa­brikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewa­ren van voedsel. Raadpleeg de betref­fende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mous­serende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daar­door kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorza­ken als ze rechtstreeks vanuit het appa­raat geconsumeerd worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Ge­bruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast re­gelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer ver­stopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
1.5 Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbe­treffende paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat ge­kocht heeft. Gooi in dat geval de ver­pakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan
kan de olie terugvloeien in de compres­sor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden ver­oorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereik­baar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Aansluiten op de drinkwatervoorziening (indien voorzien van een wateraanslui­ting).
1.6 Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, die­nen uitgevoerd te worden door een ge-
NEDERLANDS 5
kwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onder­houden door een erkend onderhouds­centrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reser­veonderdelen.
1.7 Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadi­gen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huis­houdelijke afval. Het isolatie­schuim bevat ontvlambare gas­sen: het apparaat moet wegge­gooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisse­laar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voor-
zien zijn van het symbool recyclebaar.
zijn
www.electrolux.com
6
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Crispfresh lade
1
Freshzone lade
2
Glazen plateau
3
Flessenrek
4
Glazen plateau
5
Dynamic Air-koelen
6
Bedieningspaneel
7
11121314
Boterschap
8
Deurplateau
9
Flessenrek
10
Vrieskorf
11
Vrieskorf
12
Vrieskorf
13
Typeplaatje
14
3. BEDIENINGSPANEEL
NEDERLANDS 7
1
234567
Display (weergave)
1
Drink Chill-knop en apparaat ON/
2
OFF-knop Toets om de temperatuur lager te zet-
3
ten Toets om de temperatuur hoger te
4
zetten Knop koelvak
5
Knop vriesvak
6
Mode-toets
7
Het is mogelijk om het vooraf ingestelde geluid van toetsen te wijzigen in een hard geluid door de Mode-toets en de toets om de temperatuur kouder te zetten, te­gelijkertijd gedurende enkele seconden in te drukken. U kunt deze wijziging onge­daan maken.
3.1 Display
A DCB E F G H I
J
• A. Temperatuurlampje koelkast
• B. Lampje koelkast UIT
•C. Vakantiemodus
• D. Koelkast Ecomodus
• E. ShoppingMode
• F. Alarmindicator
• G. Vriezer Ecomodus
• H. FastFreeze modus
• I. Vriezertemperatuur-indicator
• J. DrinksChill-modus
Na selectie van het koel- of vries­vak start de animatie
Na selectie van de temperatuur knippert de animatie een paar mi­nuten.
.
3.2 Inschakelen
Ga als volgt te werk om het apparaat in te schakelen:
1.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.
Druk op de ON/OFF-knop als het dis­play uit is.
3.
Als DEMO verschijnt op het display, staat het apparaat in de demonstra­tiestand. Raadpleeg de paragraaf 'Probleemoplossing'.
4.
Het temperatuurlampje toont de inge-
stelde standaardtemperatuur. Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen.
www.electrolux.com
8
3.3 De koelkast uitschakelen
Voor uitschakeling van de koelkast:
1.
2.
3.4 De koelkast inschakelen
Voor inschakeling van de koelkast:
1.
Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen.
3.5 Uitschakelen
Ga als volgt te werk om het apparaat uit te schakelen:
1.
2.
3.
3.6 Temperatuurregeling
Selecteer het koel- of vriesvak. Druk op de temperatuurtoets om de tem­peratuur in te stellen. Standaard ingestelde temperatuur:
• +4°C voor de koelkast
• -18 °C voor de vriezer De temperatuurweergave toont de inge­stelde temperatuur. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt.
3.7 Modus Vakantie
Met deze functie kunt u de koelkast ge­sloten en leeg houden tijdens een lange vakantieperiode zonder dat u vieze lucht­jes krijgt.
Om de functie aan te zetten:
Druk de Fridge Compartment -toets gedurende een paar seconden in.
Het koelkast OFF-lampje wordt ge­toond.
Druk op de toets Fridge Compart­ment.
Het koelkast OFF-lampje gaat uit.
Druk de ON/OFF-toets van het appa­raat gedurende 3 seconden in.
Het display wordt uitgeschakeld. Trek de stekker uit het stopcontact
om de stroomtoevoer naar het appa­raat af te sluiten.
Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opge­slagen.
Als de vakantiefunctie actief is, moet het koelvak leeg zijn.
1.
Druk op de Mode-toets tot het bijbe-
horende pictogram verschijnt.
Het temperatuurlampje van de koel-
kast toont de ingestelde temperatuur. Om de functie uit te zetten:
1.
Druk op de knop Mode om een ande-
re functie te selecteren of druk op de
knop Mode tot u geen speciale picto-
grammen ziet
De functie gaat uit door een ande­re ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren.
3.8 EcoMode voor het koel- en vriesvak
Kies voor het optimaal bewaren van voed­sel de EcoMode . Om de functie aan te zetten:
1.
Selecteer het koel- of vriesvak.
2.
Druk op de Mode-toets tot het bijbe-
horende pictogram verschijnt.
Het temperatuurlampje toont de inge-
stelde temperatuur:
– voor de koelkast: +4°C
– voor de vriezer: -18°C Om de functie uit te zetten:
1.
Selecteer het koel- of vriesvak.
2.
Druk op de knop Mode om een ande-
re functie te selecteren of druk op de
knop Mode tot u geen speciale picto-
grammen ziet
De functie wordt uitgeschakeld door een andere ingestelde tem­peratuur te selecteren.
3.9 ShoppingMode
Als u een grote hoeveelheid warm voed­sel, bijvoorbeeld na het doen van de boodschappen, in de koelkast wilt plaat­sen, adviseren wij u de ShoppingMode­functie in te schakelen om deze produc­ten sneller te koelen en om te voorkomen dat voedsel dat al in de koelkast ligt warm wordt. Om de functie aan te zetten:
1.
Druk op de Mode-toets tot het bijbe-
horende pictogram verschijnt. De ShoppingMode-functie wordt automa­tisch na ongeveer 6 uur uitgeschakeld. Om de functie uit te schakelen voor deze automatisch afloopt:
1.
Druk op de knop Mode om een ande­re functie te selecteren of druk op de knop Mode tot u geen speciale picto­grammen ziet
De functie gaat uit door een ande­re ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren.
3.10 DrinksChill modus
DeDrinksChill-modus wordt gebruikt om een akoestisch alarm in te stellen op een gekozen tijd. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer een recept gedurende een be­paalde tijd moet afkoelen of wanneer u niet wilt vergeten dat u flessen in de vrie­zer hebt geplaatst om ze snel te laten af­koelen. Om de functie aan te zetten:
1.
Druk op de knop DrinkChill . Het lampje DrinksChill verschijnt. De timer toont de ingestelde waarde
(30 minuten).
2.
Druk op de knop Temperatuur kouder of de knop Temperatuur warmer om de waarde van de timer te wijzigen van 1 tot 90 minuten.
3.
De timer begint te knipperen (min). Op het einde van de aftelling knippert het DrinksChill-lampje en klinkt een alarm:
1.
Verwijder alle drankjes uit het vries-
vak.
2.
Druk op de DrinkChill-toets om de
klank uit te schakelen en de functie te
beëindigen. De functie kan op elk moment worden uit­geschakeld tijdens het aftellen:
1.
Druk op de knop DrinkChill.
2.
Het DrinksChill-lampje gaat uit. U kunt de tijd tijdens het aftellen en na af­loop altijd wijzigen door de drukken op de toets om de temperatuur kouder te zetten en de toets om de temperatuur warmer te zetten.
3.11 FastFreeze modus
Om de functie aan te zetten:
1.
Selecteer het vriesvak.
2.
Druk op de Mode-toets tot het bijbe-
horende pictogram verschijnt.
NEDERLANDS 9
Deze functie stopt automatisch na 52 uur. Om de functie uit te schakelen voor deze automatisch afloopt:
1.
Selecteer het vriesvak.
2.
Druk op de knop Mode om een ande­re functie te selecteren of druk op de knop Mode tot u geen speciale picto­grammen ziet
De functie gaat uit door een ande­re ingestelde vriezertemperatuur te selecteren.
3.12 Alarm hoge temperatuur
Een toename van de temperatuur in de vriesruimte (bijvoorbeeld door een eerdere stroomuitval) wordt aangegeven door:
• knipperende indicatielampjes van het alarm en de vriezertemperatuur
• het geluid van de zoemer.
Om het alarm te resetten:
1.
Druk op een willekeurige toets.
2.
De zoemer gaat uit.
3.
De temperatuurweergave van de vrie­zer toont de hoogste temperatuur ge­durende een aantal seconden. En toont dan weer de ingestelde tempe­ratuur.
4.
Het indicatielampje alarm blijft knippe­ren totdat de normale omstandighe-
den zijn hersteld. Als het alarm is teruggekeerd, gaat het in­dicatielampje alarm uit.
3.13 Alarm bij open deur
Als de deur enkele minuten heeft openge­staan, klinkt er een geluidsalarm. De alarmtoestand bij geopende deur wordt aangegeven door:
• Knipperende alarmindicator
•Zoemer Als de normale omstandigheden zijn her­steld (deur gesloten), wordt het geluids­alarm uitgeschakeld. Tijdens het alarm kan de zoemer worden uitgeschakeld door op een willekeurige knop te drukken.
www.electrolux.com
10
4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is in­schakelt, het apparaat minstens 2 uur la­ten werken voordat u er producten in plaatst. De vriesladen zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en mak­kelijk kan vinden. Indien grote hoeveelhe­den voedsel moeten worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve de onder­ste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Het voedsel kan op alle schappen tot 15 mm ver naar de deur uit­steken.
In het geval van onbedoelde ont­dooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met tech­nische kenmerken onder 'tijds­duur' is vermeld, moet het ont­dooide voedsel snel geconsu­meerd worden of onmiddellijk be­reid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
4.2 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak
of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de be­reiding iets langer duren.
4.3 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Schakel om vers voedsel in te vriezen de functie Snelvriezen in, minstens 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. Plaats het verse voedsel dat moet worden ingevroren in het onderste compartiment. De maximale hoeveelheid levensmiddelen die in 24 uur kunnen worden ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje; een label dat zich aan de binnenkant van de koelkast bevindt. Het invriesproces duurt 24 uur. Vries tij­dens deze periode geen ander voedsel in. Na 24 uur, wanneer het invriesproces is voltooid, de functie Snelvriezen weer uit­zetten (zie "functie Snelvriezen").
4.4 Temperatuurweergave
NEDERLANDS 11
Thermostaat moet bijgesteld worden
Juiste temperatuur
OK
4.5 DYNAMICAIR
Om u te helpen uw apparaat correct te bedienen, hebben we uw koelkast uitge­rust met een temperatuurlampje. Het symbool aan de zijkant duidt het koudste deel van de koelkast aan. Het koudste deel is het deel van de gla­zen legplank van de fruit- en groentenlade tot aan het symbool of tot de legplank ter hoogte van het symbool. Om ervoor te zorgen dat het voedsel op de juiste manier bewaard wordt, zorg er­voor dat het temperatuurlampje het be­richt "OK" weergeeft. Indien "OK" niet wordt weergegeven, stel dan de temperatuur in op een lagere tem­peratuur en wacht 12 uur alvorens de temperatuur nogmaals te controleren. Het is normaal dat het bericht "OK" ver­dwijnt nadat u voedsel in het apparaat ge­plaatst hebt of na herhaaldelijk openen van de deur.
Het koelvak is voorzien van een apparaat dat snelle koeling van voedsel mogelijk maakt en een gelijkmatigere temperatuur in het vak. Het apparaat activeert zichzelf indien no­dig, bijvoorbeeld voor een snel tempera­tuurherstel nadat de deur is geopend of als de omgevingstemperatuur hoog is. Stelt u in staat om het apparaat handma­tig in te schakelen indien nodig (zie 'DY­NAMICAIR -functie').
Het DYNAMICAIR -apparaat stopt als de deur open is en start onmiddellijk opnieuw nadat de deur is gesloten.
www.electrolux.com
12
4.6 Verplaatsbare schappen
4.7 Flessenrek
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de le­grekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Plaats de flessen (met de openingen naar voren gericht) in het voorgeplaatste schap.
Als het schap horizontaal geplaatst is, mogen alleen afgesloten flessen worden neergezet. Dit schap voor een flessenhouder kan worden gekanteld om vooraf geopende flessen te bewaren. Trek hiervoor de hou­der omhoog zodat deze omhoog draait en op het niveau erboven kan worden ge­plaatst.
4.8 Het plaatsen van de deurplateaus
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de plateaus op verschil­lende hoogtes worden geplaatst. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk: Trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en instal­leer het plateau dan op een andere ge­wenste hoogte.
Verwijder het grote onderste deur­plateau niet om een goede lucht­circulatie te garanderen.
4.9 Freshzone lade
4.10 Vochtigheidsregeling
NEDERLANDS 13
De FreshZone lade is geschikt voor het bewaren van vers voedsel zoals vis, vlees, schelp- en schaaldieren, omdat de tem­peratuur in dit vak lager is dan in de rest van de koelkast.
Wij bevelen aan groenten en fruit in de la­de voor verse producten te plaatsen. De koelkast zorgt dat de temperatuur in deze laden laag blijft, zodat veroudering wordt vertraagd. Onder normale omstandighe­den, wanneer de groentelade niet hele­maal vol is en een combinatie van groen­ten en fruit bevat, zet u de vochtigheids­controle in de hoogste stand, te herken­nen aan de grote druppel. Het bovenste rooster wordt dan gesloten, zodat de luchtvochtigheid in de lade blijft gehou­den. Dit moet de standaardinstelling zijn. Soms, als de lade erg vol is en er risico bestaat dat de verse producten minder effectief worden gekoeld, is het een goed gewoonte om de luchtopeningen van het rooster in de richting van de kleine drup­pel open te zetten. Groenten worden nor­maal gesproken vanzelf gekoeld door wa­ter dat verdampt en als de luchtopenin­gen gesloten zijn, bestaat het risico dat er waterdruppels en -plassen in de lade ont­staan. Producten die veel water bevatten, zijn bijvoorbeeld sla, champignons, broc­coli en wortels. Als er appels en ander fruit in de lade zijn geplaatst, kan het een goed idee zijn om de luchtopeningen een klein beetje te openen, voor het geval er zich ethyleen ophoopt. Ethyleen is een groeihormoon dat door sommige soorten fruit en groente wordt afgegeven en dat voor sommigen schadelijk kan zijn of dat het verouderingsproces kan versnellen.
www.electrolux.com
14
4.11 CrispFresh lade
4.12 Vriesmandjes uit de vriezer verwijderen
De lade is geschikt voor het opbergen van fruit en groente.
De vriesmandjes hebben een limietstop om te voorkomen dat ze per ongeluk ver­schuiven of vallen. Trek de korf naar u toe om het uit de vriezer te halen, tot het niet
2
1
verder kan, verwijder de korf door de voorkant naar boven te kantelen. Bij het terugzetten tilt u de voorkant van de korf een beetje op en schuift u hem gekanteld in de vriezer. Zodra het mandje over de eindpunten heen is, kunt u hem terug op zijn plaats schuiven.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
5.1 Normale bedrijfsgeluiden
• U kunt een zwak gorgelend en borre­lend geluid horen wanneer het koelmid­del door leidingen wordt gepompt. Dit is normaal.
• Als de compressor aan staat, wordt het koelmiddel rondgepompt en dan zult u een zoemend en kloppend geluid van de compressor horen. Dit is normaal.
• De thermische uitzetting kan een plot­seling krakend geluid veroorzaken. Dit is een natuurlijk, niet gevaarlijk fysisch verschijnsel. Dit is normaal.
5.2 Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open la­ten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage tem-
peratuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de ver­damper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteits­verbruik te besparen.
5.3 Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampen­de vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
5.4 Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken ver­pakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze ma­nier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst wor­den. Boter en kaas: dit moet in speciale lucht­dichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het fles­senrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koel­kast bewaard worden.
5.5 Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het in­vriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is ver­meld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoonge­maakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig wor­den ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
NEDERLANDS 15
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te ber­gen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
5.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
De vriesmanden zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en mak­kelijk kan vinden. Indien grote hoeveelhe­den voedsel moeten worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve de onder­ste mand die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschik­te wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levens­middelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, be­derft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaar­periode.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
6.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de
interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typi­sche geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
www.electrolux.com
16
6.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires
• controleer de afdichtingen regelmatig
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. Deze beschadi­gen de lak.
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshan­deling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onder­houd en herladen mag alleen uit­gevoerd worden door bevoegde technici.
schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
en wrijf ze schoon om u ervan te verze­keren dat ze schoon zijn en vrij van res­tjes zijn.
Trek niet aan leidingen en/of ka­bels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmidde­len, schuurpoeders, erg geparfu­meerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnen­kant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het ap­paraat schoon met een borstel of stofzui­ger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektrici­teitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de buitenkant van dit ap­paraat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het ap­paraat, de stekker weer in het stopcon­tact.
6.3 Het ontdooien van de koelkast
6.4 De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
• trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit
• verwijder al het ingevroren voedsel, wik­kel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats
• verwijder de vriesladen
• breng isolatiemateriaal aan rond de la­des, bijv. dikke doeken of kranten.
Het ontdooien kan versneld worden door kommen met heet water (niet kokend) in de vriezer te zetten
NEDERLANDS 17
Rijp wordt elke keer als de compressor­motor tijdens normale werking stopt, au­tomatisch van de verdamper van het koel­vak verwijderd. Het dooiwater loopt via een afvoergaatje in een speciale opvang­bak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koel­vak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppe­len. Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die al in het afvoergaatje zit.
• Maak het afvoerkanaal aan de onder­kant van het apparaat uit de ruststand los, duw het volgens de afbeelding en plaats het in de onderste vrieslade zo­dat u het water kunt opvangen
• schraap het ijs voorzichtig los als dit be­gint te dooien. Gebruik een houten of kunststof schraper
• als al het ijs is gesmolten, maak het vak droog en schoon en plaats het afvoer­kanaal weer terug op zijn plek.
• zet de koelkast aan en leg de ingevro­ren levensmiddelen terug.
Wij adviseren u het apparaat enkele uren op de hoogste stand van de thermostaat te laten werken zodat de bewaartemperatuur zo snel mogelijk bereikt wordt.
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Ge­bruik geen mechanische of ande­re middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die midde­len die door de fabrikant zijn aan­bevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de inge­vroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
www.electrolux.com
18
7. PROBLEEMOPLOSSING
LET OP!
Voordat u problemen oplost, trekt u eerst de stekker uit het stopcon­tact. Alleen een gekwalificeerd elektri­cien of een bevoegde persoon mag problemen oplossen die niet in deze handleiding beschreven zijn.
Tijdens een normale gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmid­delcirculatie).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt lawaai.
Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat stabiel staat (alle vier de voetjes moeten op de vloer staan).
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed ge-
De thermostaatknop staat misschien niet goed.
Stel een hogere tempera­tuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
De deur is te vaak geo-
pend.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat de deur niet langer dan noodzakelijk open.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voor­dat u het opbergt.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
De functie Snelvriezen is
Verlaag de omgevingstem­peratuur.
Zie "functie Snelvriezen"
ingeschakeld.
Er loopt water over de achterkant van de koelkast.
Er loopt water in de
Tijdens het automatische
Dit is juist ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achterwand.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
koelkast.
Producten verhinderen dat
water in de wateropvang­bak kan stromen.
Er loopt water over de vloer.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak
Zorg ervoor dat de produc-
ten de achterwand niet ra-
ken.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak. boven de compressor.
Er is te veel rijp en ijs.
De deur is niet goed ge-
De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
Zie 'De deur sluiten'. sloten.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
NEDERLANDS 19
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur in het apparaat is te
De deur is niet goed ge­sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
hoog.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen
tot kamertemperatuur voor-
dat u het opbergt.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
De temperatuur in de koelkast is te hoog.
De temperatuur in de vriezer is te
Er is geen koude luchtcir­culatie in het apparaat aanwezig.
Producten zijn te dicht op elkaar geplaatst.
hoog.
Bewaar minder producten
tegelijk.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa-
raat aanwezig is.
Bewaar de producten op
een manier die een koude
luchtcirculatie mogelijk
maakt.
Het apparaat werkt niet.
De stekker zit niet goed in
Het apparaat krijgt geen
Het apparaat is uitgescha­keld
het stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcon­tact.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcon-
tact aan. Neem contact op
met een gekwalificeerd
elektricien.
Het lampje werkt niet.
"dEMo" verschijnt op het display.
Het lampje staat in de stand-by stand.
Het apparaat staat in de demonstratiemodus.
Sluit en open de deur.
Houd de OK-toets onge-
veer 10 seconden ingedrukt
tot een lange zoemer te ho-
ren is en de display kort uit-
gaat; het apparaat gaat
weer werken.
De zoemer klinkt.
De deur is niet goed ge-
Zie 'Alarm deur open'. sloten.
Er wordt een vier­kantje boven- of on­derin het tempera­tuurdisplay weerge­geven.
Er is een fout opgetreden in de temperatuurmeting.
Neem contact op met de
klantenservice (het koelsys-
teem blijft werken om uw
levensmiddelen koud te
houden, maar de tempera-
tuur kan niet aangepast
worden).
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.
www.electrolux.com
20
7.1 De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad­pleeg "Montage".
8. MONTAGE
3.
Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice.
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsinformatie" aandachtig door, alvorens het ap­paraat te installeren.
8.1 Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Kli­maat­klasse
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Omgevingstemperatuur
8.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typepla­tje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoer­stekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een af­zonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hier­voor een gekwalificeerd electrotechnicus. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoor­schriften niet opgevolgd worden. Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
8.3 Locatie
100 mm
min
A
20 mm
B
8.4 Onderhoud en reiniging
NEDERLANDS 21
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat de lucht vrij kan circuleren aan de achterkant van de kast. Als het appa­raat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bo­venkant van de kast en de wandkast ten minste 100 mm bedragen om optimale prestaties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het apparaat echter beter niet onder een wandkast zetten. De af­stelbare voetjes aan de onderkant van het apparaat garanderen een nauwkeurig ho­rizontale uitlijning.
WAARSCHUWING!
De stroomtoevoer aan het appa­raat moet verbroken kunnen wor­den; de stekker moet daarom na de installatie gemakkelijk toegan­kelijk zijn.
4
8.5 Nivellering
2
1
3
U vindt de twee afstandhouders in de zak van de gebruikershandleiding. Volg deze stappen om de afstandhouders te installeren:
1.
Draai de schroef los.
2.
Plaats de afstandhouder onder de schroef.
3.
Draai de afstandshouder in de juiste positie.
4.
Draai de schroeven opnieuw aan.
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat wanneer u het plaatst. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstelba­re voetjes die aan de voorkant en onder­kant van het apparaat bevestigd zijn
www.electrolux.com
22
8.6 Omkeerbaarheid van de deur
A
B
E
F
DC
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan ver­zekeren dat de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Om de volgende handelingen uit te voeren, raden we aan dit te doen met de hulp van iemand an­ders die de deuren van het appa­raat tijdens de werkzaamheden stevig vasthoudt.
Om de draairichting van de deur te veran­deren, gaat u als volgt te werk:
• Open de deur. Schroef het middelste scharnier (B) los. Verwijder het kunst­stof afstandsstuk (A).
• Verwijder de afstandsstukken (F) en verplaats ze naar de andere kant van het scharnier (E).
• Verwijder de deuren.
• Verwijder de linkerpen van het deksel van het middelste scharnier (C, D) en verplaats deze naar de andere kant.
• Monteer de pen van het middelste scharnier (E) in het linkergat van de on­derste deur.
• Schroef het onderste scharnier los en monteer het aan de andere kant.
NEDERLANDS 23
• Verwijder de afdekking m.b.v. het ge-
A
paste gereedschap. (A).
• Schroef het onderste scharnier (B) en het afstandsstuk (C) los en monteer ze aan de andere kant.
• Plaats de afdekking (A) aan de andere kant.
B
C
• Verwijder de afdekkingen (B). Verwijder
C
B
A
C
A
B
de afdekpennen (A).
• Schroef de handgrepen (C) los en be­vestig ze aan de tegenovergestelde zij­de. Plaats de onderste hendel op de bovenste deur en de bovenste hendel op de onderste deur.
• Zet de pennen (A) terug aan de andere zijde.
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De magnetische afdichtstrip vast zit aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat het deurrub­ber niet precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de deurrubber zich op een natuurlijke wijze zet. Als u bovenstaande handelingen liever niet zelf uitvoert, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice. Een vakman van de klantenservice zal de draairichting van de deuren op uw kosten veranderen.
9. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
www.electrolux.com
24
SSSRRR!
HISSS!
CLICK!
BRRR!
OK
CLICK!
BRRR!
CRACK!
BLUBB!
CLICK!
BRRR!
BLUBB!
BLUBB!
HISSS!
NEDERLANDS 25
HISSS!
SSSRRR!
CRACK!
SSSRRR!
CRACK!
www.electrolux.com
26
10. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting
Hoogte 1859 mm
Breedte 595 mm
Diepte 668 mm
maximale bewaartijd bij
20 h
stroomuitval
Voltage 230-240 V
Frequentie 50 Hz
De technische gegevens staan op het ty­peplaatje aan de linker binnenkant van het apparaat en op het energielabel.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
niet weg
NEDERLANDS 27
www.electrolux.com/shop
280151568-A-102013
Loading...