|
.................................................. ............................................... |
||
EHL9530FOK |
NL KOOKPLAAT |
GEBRUIKSAANWIJZING |
2 |
|
EN HOB |
USER MANUAL |
17 |
|
DE KOCHFELD |
BENUTZERINFORMATION |
31 |
2 www.electrolux.com
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 4. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 5. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 6. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 7. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 8. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 9. MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
•Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet bedienen. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
•Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
•Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
•Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
•Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
1.2 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
•Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
•Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
•Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
•Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
•Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
•Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
•Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
•Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat hete pannen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend.
•Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie.
•Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 5 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte.
•De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
•Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
•Zorg er voordat er bedrading wordt aangelegd voor dat de hoofdterminal van het apparaat niet onder stroom staat.
•Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Loszittende en onvakkundig aangebrachte stekkerverbindingen kunnen oververhitting van de aansluiting veroorzaken.
•Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd.
•Laat de elektrische verbindingen het apparaat of de pannen niet aanraken als u het apparaat aansluit op het stopcontact.
•Voorkom dat elektrische verbindingen verstrikt raken.
•Belast het snoer niet extra door eraan te trekken.
•Gebruik de juiste stroomkabel.
4www.electrolux.com
•Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
•De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
•Gebruik alleen de juiste isolatie-appara- ten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
1.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken
•Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
•De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
•Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.
•Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
•Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
•Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Deze kunnen heet worden.
•Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. Vertrouw niet alleen op de pandetector.
•Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
•Als er een scheur in het oppervlak zit, trek dan de stekker uit het stopcontact om elektrische schokken te voorkomen.
•Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brandof explosiegevaar.
•Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
•De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
•Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
•Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
•Probeer niet om een brand te blussen met water. Haal het apparaat uit het stopcontact en dek de vlammen af met een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
•Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
•Laat kookgerei niet droogkoken.
•Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
•Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
•Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
•Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
1.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
•Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
•Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
•Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
1.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
NEDERLANDS 5
•Haal de stekker uit het stopcontact.
•Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
2.1 Algemeen overzicht
|
1 |
|
2 |
|
3 |
|
|
1 |
Inductiekookzone |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Inductiekookzone |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Inductiekookzone |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Bedieningspaneel |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4
2.2 Indeling bedieningspaneel
1 |
|
2 |
|
3 |
|
4 |
|
5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
|
|
6 |
|
|||||||||||||
|
10 |
9 |
|
8 |
|
|
|
|
|
|
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
|
tiptoets |
functie |
|
|
schakelt het apparaat in en uit. |
1 |
|
|
|
|
vergrendelt en ontgrendelt het bedienings- |
2 |
|
|
|
|
paneel. |
|
kookzoneweergave van de ti- |
Geeft aan voor welke zones u de tijd in- |
3 |
||
|
mer |
stelt. |
|
Het timerdisplay |
geeft de tijd in minuten weer. |
4 |
||
|
|
Het activeert de powerfunctie. |
5 |
|
|
|
Een kookstanddisplay |
geeft de kookstand weer. |
6 |
||
|
een bedieningsstrip |
voor het instellen van de kookstand. |
7 |
||
|
|
|
8 |
/ |
|
De tijdsinstellingen verhogen of verlagen. |
|
|||
|
|
|
|
6 www.electrolux.com
|
tiptoets |
functie |
|
|
Kookzone instellen. |
9 |
|
|
|
|
schakelt de functie STOP+GO in en uit. |
10 |
|
|
|
|
|
2.3 Kookstanddisplays
Display |
Beschrijving |
|
De kookzone is uitgeschakeld. |
|
|
- |
De kookzone wordt gebruikt |
|
|
De -functie is in werking.
|
|
De automatische opwarmfunctie is in werking. |
|
|
|
|
|
De Powerfunctie is in werking. |
|
|
|
+ cijfer |
Er is een storing. |
|
/ |
/ |
OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie): doorko- |
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Vergrendeling/kinderbeveiligingfuncties zijn ingeschakeld.
Het kookgerei is niet juist of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
De functie automatische uitschakeling is in werking getreden.
2.4 OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
\
\
Verbrandingsgevaar door restwarmte!
OptiHeat Control toont het niveau van de restwarmte. De inductiekookzones creëren de voor het koken benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek is heet door de warmte van de pannen.
3. DAGELIJKS GEBRUIK
3.1 Inen uitschakeling
Raak 1 seconde aan om het apparaat in– of uit te schakelen.
3.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt het apparaat automatisch uit als:
•Alle kookzones uitgeschakeld zijn ( ).
•U de kookstand niet instelt nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
•U iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt
zes keer een geluidssignaal en het apparaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
•Het apparaat wordt te heet (b.v. als een pan droogkookt). Wacht totdat de kookzone is afgekoeld voordat u het apparaat weer kunt gebruiken.
•U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
•U een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt het apparaat uitgeschakeld. Zie hieronder.
•De verhouding tussen warmte-instelling en tijden van de automatische uitschakelingsfunctie:
• ,
-
— 6 uur
• -
— 5 uur
• -
— 4 uur
• -
— 1,5 uur
3.3 De kookstand
Raak de bedieningsstrip aan bij de gewenste kookstand. Corrigeer naar links of rechts, indien nodig. Laat niet los voordat de juiste kookstand is bereikt. Het display toont de kookstand.
NEDERLANDS 7
3.5 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De Powerfunctie wordt maximaal 10 minuten geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Raak voor het inschakelen, aan,
gaat branden. Voor uitschakelen, raakt u een kookstand aan
-
.
3.6 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het vermogen tussen twee kookzones die een paar vormen (zie afbeelding). De powerfunctie verhoogt het vermogen naar het maximale niveau voor één kookzone per paar. De kracht in de tweede kookzone neemt automatisch af. Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.
3.4 Automatisch opwarmen
U kunt een gewenste kookstand sneller verkrijgen als u de functie Automatisch opwarmen inschakelt. Deze functie schakelt even de hoogste kookstand in (zie diagram) en verlaagt dan naar de gewenste kookstand.
De functie Automatisch opwarmen starten voor een kookzone:
1.Raak aan (
verschijnt dan in het display).
2.Selecteer meteen de benodigde kook-
stand. Na 3 seconden verschijnt op het display.
Verander de kookstand om de functie te stoppen.
12 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 11 12 13 14 |
|
3.7 Timer
Timer met aftelfunctie
Gebruik de timer met aftelfunctie om in te stellen hoe lang de kookzone wordt gebruikt voor slechts deze ene keer.
Stel de timer met aftelfunctie in nadat de kookzone is geselecteerd.
U kunt de kookstand vóór of na het instellen van de timer selecteren.
•Voor het afstellen van de kookzo-
ne:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
•De timer met aftelfunctie activeren:
Raak van de timer aan om de tijd in te stellen ( 00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd afgeteld.
•Resterende tijd weergeven: selecteer de kookzone met . Het indicatielamp-
8 www.electrolux.com
je van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
• De timer met aftelfunctie wijzingen:selecteer de kookzone met . Raak
of aan.
• De timer uitschakelen: stel de kookzo-
ne in met |
. Raak |
|
aan. De resteren- |
|
de tijd telt terug tot 00 . Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Om de kookzone uit te schakelen kunt u ook
en |
|
gelijktijdig aanraken. |
|
Als de afteltijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00 . De kookzone wordt uitgeschakeld.
• Het geluid stoppen: aanraken
streken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00 .
• Het geluid stoppen: aanraken
3.8 STOP+GO
De -functie stelt alle kookzones in op de
laagste instelling ( |
). |
Als in werking is, kunt u de warmte-in- stelling niet wijzigen.
stopt de timerfunctie niet.
•Voor het inschakelen van deze functie,
raakt u aan. Het symbool
gaat branden.
•Raak voor het uitschakelen van deze
functie aan. De kookstand die u eerder hebt ingesteld, wordt weergegeven.
CountUp Timer (De timer met optelfunctie)
Gebruik CountUp Timer om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt.
•Voor het afstellen van de kookzone
(als meer dan één kookzone
werkt):raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
•Voor het inschakelen van CountUp
Timer:raak van de timer gaat branden. Als het lampje van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De display schakelt tussen
en getelde tijd (minuten).
•Om in de gaten te houden hoelang
de kookzone werkt: stel de kookzone
in met . Het indicatielampje van de kookzone gaat snel knipperen. Het display geeft de tijd aan die de kookzone werkt.
•Voor het uitschakelen van CountUp
Timer: stel de kookzone in met en raak
of aan voor het inschakelen van de timer. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt de timer als Kookwekker gebruiken als de kookzones uitgeschakeld zijn. Raak aan. Raak
of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd ver-
3.9 Slot
Wanneer de kookzones in gebruik zijn, kunt u het bedieningspaneel vergrendelen, maar niet . Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Raak om deze functie te starten aan. Het symbool
verschijnt gedurende vier seconden.
De timer blijft aan.
Raak om deze functie te stoppen aan. De kookstand die u eerder hebt ingesteld, wordt weergegeven.
Als u het apparaat stopt, stopt deze functie ook.
3.10 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het apparaat onbedoeld wordt gebruikt.
De kinderbeveiliging inschakelen
•Schakel het apparaat in met . Stel geen kookstand in.
•Raak 4 seconden aan. Het symbool
gaat branden.
•Schakel het apparaat uit met .
De kinderbeveiliging uitschakelen
•Schakel het apparaat in met . Stel geen kookstand in. Raak
4 seconden aan. Het symbool
gaat branden.
•Schakel het apparaat uit met .
De kinderbeveiliging gedurende een kooksessie onderdrukken
•Schakel het apparaat in met . Het symbool
gaat branden.
•Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het apparaat bedienen.
•Als u het apparaat uitschakelt met , treedt de kinderbeveiliging weer in werking.
3.11 OffSound Control (Inen uitschakelen van de geluiden)
Uitschakelen van de geluiden
Schakel het apparaat uit.
Raak 3 seconden aan. De displays
gaan aan en uit. Raak |
3 seconden aan. |
NEDERLANDS 9
gaat aan, het geluid is aan. Raak
aan,
gaat aan, het geluid is uit.
Als deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen de geluiden horen als:
•u aanraakt
•de kookwekker af gaat
•de Timer met aftelfunctie gaat af
•als u iets op het bedieningspaneel plaatst.
Inschakelen van de geluiden
Schakel het apparaat uit.
Raak 3 seconden aan. De displays
gaan aan en uit. Raak |
3 seconden aan. |
gaat aan, omdat het geluid uit staat.
Raak |
aan, |
gaat aan. Het geluid is |
aan. |
|
|
4. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
INDUCTIEKOOKZONES
Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektro-magnetisch veld ervoor dat de pan erg snel heet wordt.
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
4.2 Gebruik van de kookzones
LET OP
4.1 Kookgerei voor inductiekookzones
Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
•correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
•incorrect: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als…
•...een beetje water zeer snel kookt op een zone die is ingesteld op de hoogste kookstand.
•...een magneet blijft plakken aan de bodem van de pan.
Plaats de pannen op het kruis dat op het oppervlak staat waarop u kookt. Dek het kruis volledig af. Het magnetische gedeelte van de bodem van de pan dient minimaal 125 mm te zijn. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. U kunt met grote pannen op twee kookzones tegelijkertijd koken.
4.3 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
•krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-con- structie).
•fluitend geluid: bij gebruik van één of meer kookzones met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-con- structie)
10 www.electrolux.com
•Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
•Klikken: er treedt elektrische schakeling op.
•Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken.
4.4 Energie besparen
Energie besparen
•Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei.
•Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt.
•Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten.
De efficiëntie van de kookzone
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Zie het hoofdstuk
Technische gegevens voor de minimale diameters.
4.5 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de lengte van de bereiding.
4.6 De voorbeelden van kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is niet lineair.
Wanneer u de warmte-instelling verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone.
Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Te |
Te gebruiken voor: |
Tijd |
Tips |
Nominaal |
mp |
|
|
|
stroomver- |
era |
|
|
|
bruik |
tuu |
|
|
|
|
rin- |
|
|
|
|
stel- |
|
|
|
|
ling |
|
|
|
|
|
Het door u gekookte |
naar behoef- |
Leg een deksel op de |
3 % |
1 |
eten warm te houden |
te |
pan. |
|
1 - |
Hollandaise saus, boter |
5 - 25 min |
Meng het geheel van |
3 – 8 % |
3 |
smelten, chocolade, ge- |
|
tijd tot tijd. |
|
|
latine |
|
|
|
1 - |
Stollen: luchtige omelet- |
10 - 40 min |
Met deksel bereiden |
3 – 8 % |
3 |
ten, gebakken eieren |
|
|
|
3 - |
Zachtjes aan de kook |
25 - 50 min |
Voeg minstens twee- |
8 – 13 % |
5 |
brengen van rijst en ge- |
|
maal zoveel vloeistof |
|
|
rechten op melkbasis, |
|
toe als rijst, melkge- |
|
|
reeds bereide gerech- |
|
rechten tijdens het be- |
|
|
ten opwarmen |
|
reiden tussendoor |
|
|
|
|
roeren. |
|
5 - |
Stomen van groenten, |
20 - 45 min |
Enkele eetlepels vloei- |
13 – 18 % |
7 |
vis en vlees |
|
stof toevoegen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NEDERLANDS 11 |
|
|
|
|
|
|
Te |
Te gebruiken voor: |
Tijd |
Tips |
Nominaal |
mp |
|
|
|
stroomver- |
era |
|
|
|
bruik |
tuu |
|
|
|
|
rin- |
|
|
|
|
stel- |
|
|
|
|
ling |
|
|
|
|
7 - |
Aardappelen stomen |
20 - 60 min |
Gebruik max. ¼ l wa- |
18 – 25 % |
9 |
|
|
ter voor 750 g aardap- |
|
|
|
|
pelen |
|
7 - |
Bereiden van grotere |
60 - 150 |
Tot 3 l vloeistof plus |
18 – 25 % |
9 |
hoeveelheden voedsel, |
min |
ingrediënten |
|
|
stoofschotels en soe- |
|
|
|
|
pen |
|
|
|
|
|
|
|
|
9 - Lichtjes braden: kalfs-
12oester, kalfs cordon bleu, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts
zoals nodig Halverwege de berei25 – 45 % dingstijd omdraaien
12 |
Door-en-door gebra- |
5 - 15 min |
Halverwege de berei45 – 64 % |
- |
den, opgebakken aard- |
|
dingstijd omdraaien |
13appelen, lendenbiefstukken, steaks
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van 100 % vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Het vermogensbeheer is ingeschakeld.
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten),
een gezondheidsrisico vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
5. ONDERHOUD EN REINIGING
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
Vuil verwijderen:
1.– Verwijder direct:gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een
speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
–Verwijder nadat het apparaat voldoende is afgekoeld:kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken, glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal.
12www.electrolux.com
2.Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
3.Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
6. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem |
Mogelijke |
oplossing |
|
|
|
U kunt het apparaat niet inschakelen of bedienen.
Schakel het apparaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in.
U hebt 2 of meer tiptoet- |
Raak slechts één tiptoets |
sen tegelijk aangeraakt. |
tegelijk aan. |
De Stop+Go-functie is in |
Raadpleeg het hoofdstuk |
werking. |
"Bedieningsinstructies". |
|
|
Er staat water op het bedieningspaneel of het paneel is met vetspatten bedekt.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssignaal en het apparaat wordt uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluidssignaal als het apparaat wordt uitgeschakeld.
U hebt een of meer tip- |
Verwijder het voorwerp |
toetsen afgedekt. |
van de tiptoetsen. |
Het apparaat wordt uitge- |
U hebt iets op de tiptoets |
Verwijder het object van |
schakeld. |
geplaatst. |
de tiptoets. |
De restwarmte-indicator |
De kookzone is niet heet, |
Als de kookzone lang ge- |
gaat niet aan. |
omdat hij slechts kortston- |
noeg in werking is ge- |
|
dig is gebruikt. |
weest om heet te zijn, |
|
|
neemt u contact op met |
|
|
de klantenservice. |
De functie automatisch |
De kookzone is heet |
Laat de kookzone vol- |
opwarmen werkt niet. |
|
doende afkoelen. |
|
De hoogste kookstand is |
De hoogste kookstand |
|
ingesteld. |
heeft hetzelfde vermogen |
|
|
als de functie automatisch |
|
|
opwarmen. |
De kookstand schakelt |
Het vermogensbeheer is |
Zie "Vermogensbeheer". |
tussen twee kookstanden. |
ingeschakeld. |
|
De tiptoetsen worden |
De pan is te groot of staat |
Plaats groter kookgerei op |
warm. |
te dicht bij de bediening. |
de achterste kookzones |
|
|
indien nodig. |
Er klinkt geen signaal wan- |
De signalen zijn uitgescha- |
Activeer de signalen (zie |
neer u de tiptoetsen van |
keld. |
"Inen uitschakelen van |
het bedieningspaneel aan- |
|
de geluiden"). |
raakt. |
|
|
|
|
|
|
|
NEDERLANDS 13 |
|
|
|
Probleem |
Mogelijke |
oplossing |
gaat branden. |
De automatische uitscha- |
Schakel het apparaat uit |
|
keling is in werking getre- |
en weer in. |
|
den. |
|
gaat branden. |
Het kinderslot of de toets- |
Raadpleeg het hoofdstuk |
|
blokkering is actief. |
"Bedieningsinstructies". |
gaat branden. |
Geen kookgerei op de |
Zet kookgerei op de kook- |
|
kookzone |
zone. |
|
Incorrect kookgerei. |
Gebruik het correcte |
|
|
kookgerei. |
|
De diameter aan de bo- |
Gebruik pannen met de |
|
dem van de pan is te klein |
juiste afmetingen. |
|
voor de kookzone. |
|
|
De pan bedekt het kruis |
Dek het kruis volledig af. |
|
niet. |
|
|
|
|
en een getal gaan branden.
Er is een fout in het apparaat opgetreden.
Ontkoppel het apparaat enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit het apparaat opnieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice.
gaat branden.
Er is een storing opgetreden in het apparaat, omdat een pan is drooggekookt. De oververhittingsbeveiliging voor de kookzones en de automatische uitschakeling treden in werking.
Schakel het apparaat uit. Verwijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 seconden de kookzone opnieuw in. Als het probleem werd veroorzaakt door het kookgerei, verdwijnt het foutbericht uit het display, maar blijft de restwarmte-indicatie wel aan. Laat het kookgerei voldoende afkoelen en lees "Kookgerei voor de inductiekookzone" om na te gaan of uw kookgerei compatibel is met het apparaat.
Als u door het volgen van de bovenstaande suggesties het probleem niet kunt oplossen, dient u contact op te nemen met uw vakhandelaar of de klantenservice. Geef de gegevens door van het typeplaatje, een driecijferige code voor de glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven.
Controleer of u het apparaat op de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de technicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over de klantenservice en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje.
14 www.electrolux.com
7. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Voor montage
Noteer voor montage van het apparaat de onderstaande informatie van het typeplatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van de behuizing van het apparaat.
•Model ...........................
•Productnummer
(PNC) ........................................
•Serienummer (S.N.)..............
7.1 Inbouwapparatuur
•Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen.
•Vervang de beschadigde voedingskabel door een speciale kabel (type H05BB-F Tmax 90°C of hoger). Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt.
7.3 Het bevestigen van de afdichtstrip.
•Het werkblad op de plaats van de uitsnijding reinigen.
•Trek de afdichtstrip rondom de onderrand van het apparaat langs de buitenrand van de glazen keramische plaat.
Rek het afdichtband daarbij niet uit. De plaats van het punt waar de strip samenkomt dient in het midden van één van de zijden te liggen. Duw de twee uiteinden tegen elkaar als u de strip op lengte knipt (houd een marge van een paar mm aan).
7.2 Aansluitkabel
•Het apparaat is voorzien van een aansluitsnoer.
7.4 Montage
|
min. |
|
500mm |
min. |
min. |
50mm |
50mm |
|
min. |
|
5mm |
|
|
NEDERLANDS |
15 |
|
R 5 mm |
|
|
55 mm |
|
880+1 mm |
|
= |
380+1 mm |
|
|
|
= |
55 mm |
|
|
|
|
min. 25 mm
min. min. 5 mm
20 mm
min. 38 mm
min. 5 mm
8. TECHNISCHE INFORMATIE
Modell EHL9530FOK |
Prod.Nr. 949 596 022 00 |
Typ 58 GCD E2 AU |
220-240 V 50-60 Hz |
Induction 6.9 kW |
Made in Germany |
Ser.Nr. .......... |
6.9 kW |
ELECTROLUX |
|
|
|