AEG EE1000000M User Manual [nl]

Page 1
EE1000000
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
NL
Page 2
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg-electrolux.com/shop
Page 3
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie 7 Beschrijving van het product 8 Voor het eerste gebruik
9 Dagelijks gebruik 10 Gebruik van de accessoires 11 Extra functies 11 Nuttige aanwijzingen en tips 19 Onderhoud en reiniging 22 Problemen oplossen 23 Milieubescherming
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Page 4
Veiligheidsinformatie
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Uit respect voor het milieu
• Voor de correcte werking van het apparaat. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installa­tie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kin­deren mogen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
• Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem con­tact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen bescha­digd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on­geldig maken.
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie.
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
Page 5
Veiligheidsinformatie
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contac­topening hebben met een minimale breedte van 3mm.
• U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zeke­ringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschake­laars en contactgevers.
• Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie begint.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
• Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
• Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan­sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom­voorziening in uw woning.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker ­indien van toepassing.
5
Gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden.
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichame­lijk letsel of schade aan eigendommen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• De binnenkant van het apparaat en de accessoires worden heet tijdens gebruik. Er kun­nen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u toebehoren of pan­nen plaatst of verwijdert.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de emaille van de oven te voorkomen.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen: – plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet
met aluminiumfolie;
Page 6
Veiligheidsinformatie
6
– plaats heet water niet direct in het apparaat; – haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
• Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus geen defect in de zin van het recht op garantie.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds­handelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap per­manente vlekken maakt.
• Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het ap­paraat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra­per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplin­teren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
• Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc­ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat.
Ovenlampje
• De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt om een ruimte in het huis volledig of gedeeltelijk te verlichten.
Page 7
Beschrijving van het product
• Als de lamp moet worden vervangen, moet u een lamp gebruiken die hetzelfde vermo­gen heeft en uitsluitend is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico op een elektrische schok.
Service-afdeling
• Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met de service-afdeling.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen – Trek de stekker uit het stopcontact. – Snijd het netsnoer door en gooi het weg. – Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in
het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
2 2
3 4 5 6
7
1
12 5
4
3
2
1
1 Bedieningspaneel 2 Lampjes/symbolen van de kookzones
7
8
9
10
11
Page 8
Voor het eerste gebruik
8
3 Stroomlampje/symbool 4 Bedieningsknop voor ovenfuncties 5 Temperatuurregelknop 6 Temperatuurlamp/symbool/indicatielampje 7 Bedieningsknoppen voor de kookzones 8 Verwarmingselement
9 Ovenlampje 10 Onderwarmte 11 Geleiders van ovenrek, uitneembaar 12 Roosterstanden
Ovenaccessoires
Bakrooster
Voor servies, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
• Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Page 9
Dagelijks gebruik
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de thermostaatknop om een temperatuur te selecteren.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen de functieknop van de oven en de tempera­tuurknop op de uit stand.
Knopsymbool, indicatielampje of lampje (afhankelijk van het model - zie apparaatoverzicht):
• Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur
bedient.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Lampje Gebruik deze functie om de binnenkant van de oven te ver-
lichten.
Boven + onderwarmte Bakken en braden op één ovenniveau.
9
Bovenwarmte Voor het bruin laten worden van taarten, gebak, brood.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem
Grillen Voor het roosteren van plat voedsel in het midden van het
Snel grillen Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelheden
en het goedhouden van de vulling.
rooster en voor het maken van toast.
en voor het maken van toast.
Kookzones
De kookplaat is te bedienen met de bedieningsknoppen voor de kookzones. Zie de ge­bruikshandleiding van de kookplaat.
Kookzones van de kookplaat
De indicatielampjes voor de kookzone (ga naar "Algemeen overzicht") tonen welke zone u hebt ingesteld.
Page 10
Gebruik van de accessoires
10
Bedieningsknop Functie
Warmhoudstand
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
Gebruik van de kookplaat:
1. Draai aan de thermostaatknop om de temperatuur in te stellen.
2. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
Automatisch opwarmen
Deze informatie is alleen van toepassing als u de kookplaat installeert met de functie Au­tomatisch opwarmen!
De functie Automatisch opwarmen verwarmt de kookzone gedurende enige tijd op volle­dig vermogen.
Functie Snel opwarmen activeren:
1. Om deze functie in te schakelen draait u de knop zo ver mogelijk naar rechts (voorbij de hoogste kookstand).
2. Zet de bedieningsknop op de vereiste temperatuur om het kookproces te vervolgen.
3. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
(1 = laagste kookstand; negen = hoogste kookstand)
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Ovenaccessoires plaatsen
Het ovenrooster heeft zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen bieden kantelbe­veiliging voor de ovenaccessoires.
Page 11
Extra functies
EXTRA FUNCTIES
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Voorbeelden van kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Tem­pera-
tuurin-
stel-
ling
1 Bereide gerechten warmhouden naar be-
1-2 Hollandaisesaus, smelten: boter, choco-
lade, gelatine
1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren
2-3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds berei­de gerechten opwarmen
3-4 Stomen van groenten, vis en vlees 20-45
4-5 Aardappelen stomen 20-60
4-5 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen
6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoe­ken, donuts
7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken, steaks
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van
vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
Gebruik om: Tijdsin-
stelling
hoefte
5-25 min
10-40 min
25-50 min
min
min
60-150 min
naar be­hoefte
5-15 min
Tips
Afdekken
Tussendoor mengen
Met deksel bereiden
Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerech­ten tijdens het bereiden tussen­door roeren
Voeg een paar eetlepels vocht toe
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
Halverwege de bereidingstijd om­draaien
Halverwege de bereidingstijd om­draaien
11
Page 12
Nuttige aanwijzingen en tips
12
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat
u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tij­dens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten lan-
ger zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschil­len verminderen tijdens het bakproces.
Gebak in vormen
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Tulband of brio­che
Zandgebak/fruit­gebak
Cake, zacht
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem ­roerdeeg
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche lor­raine)
Kwarktaart
1) Oven voorverwarmen
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
1 160-180 0:50-1:10
1 150-170 1:10-1:30
2 160-180 0:30-0:45
2
2 170-190 0:20-0:25
1 180 1:10-1:30
1 180-200 0:40-1:00
1 160-180 1:00-1:30
190-210
1)
0:10-0:25
Page 13
Nuttige aanwijzingen en tips
Cakes/pasteitjes/gebak op bakblik
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Vlechtbrood/ broodkrans
Kerststol
Brood (rogge­brood):
1. Eerste deel van het bak­proces.
2. Tweede deel van het bak­proces.
Roomsoezen/ tompoezen
Koninginnen­brood (opgerolde cake met jam)
Kruimeltaart (droog)
Amandelcake/ suikertaart
Vruchtentaart (bereid met gist-
deeg/roerdeeg)
Vruchtencake met kruimeldeeg
Plaatkoek met kwetsbare garne­ring (bijv. kwark, room, pudding­vulling)
Pizza (met veel garnering)
2)
Pizza (dunne korst)
Ongedesemd brood
Vlaaien
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik de braadpan
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
2)
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
Boven + onder-
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
warmte
2 170-190 0:40-0:50
230
1)
1)
0:50-1:10
1. 00:25
2. 0:30-1:00
1)
1)
0:20-0:35
0:10-0:20
2
1
3
3
160-180
1.
2. 160-180
190-210
180-200
3 150-160 0:20-0:40
3
190-210
1)
0:15-0:30
3 170 0:35-0:50
3 170-190 0:40-1:00
3
1
1
160-180
180-200
220-250
1)
1)
1)
0:40-1:20
0:30-0:50
0:15-0:25
1 230-250 0:10-0:15
1 210-230 0:35-0:50
13
Page 14
Nuttige aanwijzingen en tips
14
Koekjes
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Zandkoekjes
Shortbread/ Dee­greepjes
Roerdeegkoekjes
Eiwitgebak, schuimgebak
Bitterkoekjes
Klein gerezen ge­bak
Bladerdeeg
Broodjes
Small cakes (20 per plaat)
1) Oven voorverwarmen
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
3 170-190 0:10-0:20
3
160
1)
3 170-190 0:20-0:30
3 80-100 2:00-2:30
3 120-130 0:30-0:60
3 170-190 0:20-0:40
170
1)
1)
1)
3
3
190-210
190-210
3
0:20-0:30
0:20-0:30
0:10-0:25
0:20-0:30
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
Verkeerde ovenniveau Plaats de cake lager
Te hoge oventemperatuur
Stel de oventemperatuur iets
lager in
Baktijd verlengen. Baktijden De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
Te korte baktijd
kunnen niet worden verkort door hogere baktemperatu-
ren
Minder vocht gebruiken. Let De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
Te veel vocht in het deeg.
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenmachi-
nes
De cake is te droog. Te lage oventemperatuur Oventemperatuur verhogen
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Te hoge oventemperatuur en
te korte baktijd.
Het deeg is niet gelijkmatig ver-
deeld
De oventemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlengen.
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat
Page 15
Nuttige aanwijzingen en tips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
Gebak wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd
Te lage temperatuur.
Oveninstelling iets hoger in-
stellen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd uren:min.
Pastaschotel
Lasagne
Groentegratin
Stokbrood bedekt met smeltkaas
Zoete ovenscho­tels
Visschotels
Gevulde groente
1) Oven voorverwarmen
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
1)
Circulatiegrill 1 160-170 0:15-0:30
Normaal hete
1)
lucht
Boven + onder-
warmte
Boven + onder-
warmte
Normaal hete
lucht
1 180-200 0:45-1:00
1 180-200 0:25-0:40
1 160-170 0:15-0:30
1 180-200 0:40-0:60
1 180-200 0:30-1:00
1 160-170 0:30-1:00
Braden
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
• Grote braadstukken kunt u direct aanbraden met de grill/braadpan of op een rooster boven de grill/braadpan (indien aanwezig).
• Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
• Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder dek­sel braden.
15
Braden met boven- en onderwarmte
Rundsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Stoofvlees
Rosbief of os­senhaas: rood
Rosbief of os­senhaas: me­dium
1-1.5 kg
per cm. dikte
per cm. dikte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
1 230 120-150
1
1
230-250
220-230
1)
1)
6-8
8-10
Page 16
Nuttige aanwijzingen en tips
16
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur°CTijd in min.
Rosbief of os­senhaas: doorbakken
1) Oven voorverwarmen
per cm. dikte
Boven + on-
derwarmte
1
200-220
1)
10-12
Pork
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Schouderstuk, nekstuk, ham­lap
Kotelet, ribbe­tje
Gehaktbrood
Varkensrib­stuk (voorge­kookt)
1-1.5 kg
1-1.5 kg
750 g-1 kg
750 g-1 kg
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
1 210-220 90-120
1 180-190 60-90
1 170-190 50-60
1 200-220 90-120
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Kalfsbraad­stuk
Kalfsbout
1 kg
1,5-2 kg
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
1 110-220 90-120
1 200-220 150-180
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Lamsbout, lamsgebraad
Lamsrug 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 210-220 40-60
1,5-2 kg Circulatiegrill 1 210-220 90-120
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Game
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Hazenrug, ha­zenbout
Reerug, her­tenrug
tot 1 kg
1,5-2 kg
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
1
1 210-220 60-90
Temperatuur
°C
220-240
1)
Tijd in min.
30-40
Page 17
Nuttige aanwijzingen en tips
17
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Reebout, her­tenbout
1) Oven voorverwarmen
1,5-2 kg
Boven + on-
derwarmte
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Stukken gevo­gelte
Halve kip
Kip, haantje
Eend
Gans
Kalkoen
Kalkoen
200-250g elk
400-500g elk
1-1.5 kg
1,5-2 kg
3,5-5 kg
2,5-3,5 kg
4-6 kg
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Boven + on-
derwarmte
Vis
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Hele vis
1-1.5 kg
Boven + on-
derwarmte
Temperatuur
°C
1 180-210 90-120
Temperatuur
°C
1 220-250 20-40
1 220-250 35-50
1 220-250 50-70
1 210-220 80-100
1 200-210 150-180
1 200-210 120-180
1 180-200 180-240
Temperatuur
°C
1 210-220 40-70
Tijd in min.
Tijd in min.
Tijd in min.
Grill
Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen.
• Rooster op inschuifhoogte plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
• Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste inschuifhoogte.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Page 18
Nuttige aanwijzingen en tips
18
Grill
Gerecht Temperatuur Gebruiksniveau
Rosbief 210-230 2 30-40 30-40
Runderfilet 230 3 20-30 20-30
Varkensrug 210-230 2 30-40 30-40
Kalfsrug 210-230 2 30-40 30-40
Lamsrug 210-230 3 25-35 20-25
Hele vissen (500-1000g)
210-230 3/4 15-30 15-30
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Grill intens
Gerecht Gebruiksniveau
Burgers 4 8-10 6-8
Varkenshaas 4 10-12 6-10
Worstjes 4 10-12 6-8
Runderfilet, kalfsbief­stukken
Geroosterd brood
Sandwiches 4 6-8 -
1) Oven voorverwarmen
1)
4 7-10 6-8
5 1-3 1-3
1e kant 2e kant
Grilltijd (min.)
Inmaken
Let op:
• Gebruik alleen weckflessen van dezelfde afmetingen.
• Gebruik geen wekglazen met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken.
• Gebruik het eerste rooster van de bodem van deze functie.
• Zet niet meer dan zes wekflessen van één liter op de bakplaat.
• Vul de flessen tot hetzelfde niveau en sluit ze af met een klem.
• De flessen mogen elkaar niet raken.
• Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
• Zodra de vloeistof in de eerste wekglazen begint te borrelen (na. ca. 35-60 minuten bij 1 liter glazen) de oven uitschakelen of de temperatuur verlagen tot 100°C (zie tabel).
Page 19
Onderhoud en reiniging
Bessen
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Aardbeien, bosbessen, frambozen, rijpe kruis­bessen
160-170 35-45 -
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Doorkoken bij 100 °C
in min.
Steenvruchten
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Peren, kweeperen, pruimen
160-170 35-45 10-15
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Doorkoken bij 100 °C
in min.
Groenten
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
1)
Wortels
Komkommers 160-170 50-60 -
Gemengde augurken 160-170 50-60 5-10
Koolrabi, erwten, as­perges
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
160-170 50-60 5-10
160-170 50-60 15-20
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Doorkoken bij 100 °C
in min.
19
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Opmerkingen over schoonmaken:
• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreiningen laten zich dan het makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
Page 20
Onderhoud en reiniging
20
• Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agres­sieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de anti-aanbaklaag beschadigen.
Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om de zijwanden te reinigen. Verwijderen van de inschuifrails
1. Trek de inschuifrails bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de inschuifrails van de achterkant
van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de inschuifrails te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde.
1
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wijzen!
2
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken. De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel het apparaat uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte.
Het ovenlampje vervangen:
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte.
Draai het afdekglas naar links om het te verwijderen.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang indien nodig de ovenlamp met een 300 °C hittebestendige ovenlamp.
Page 21
Onderhoud en reiniging
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
Plafond oven
Het verwarmingselement kan worden neergeklapt om het plafond van de oven gemakke­lijker te reinigen.
WAARSCHUWING!
Schakel de oven uit voor het neerklappen van het verwarmingselement. Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Gevaar voor brandwonden!
Neerklappen van het verwarmingselement
1. De inschuifrails verwijderen.
2. Houd het verwarmingselement aan de
voorzijde met beide handen vast.
3. Trek het naar voren tegen de drukveer
aan langs de steun aan beide zijden.
4. Het verwarmingselement klapt omlaag.
Het plafond in de oven kan nu worden schoongemaakt.
Verwarmingselement installeren
1. Installeer het verwarmingselement in om-
gekeerde volgorde.
Installeer het verwarmingselement correct aan beide zijden boven de steun aan de bin­nenwand van het apparaat.
2. De inschuifrails plaatsen.
21
Ovendeur en glasplaten
Verwijder de ovendeur om deze te reinigen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Uitnemen van de ovendeur
1. Zet de ovendeur helemaal open.
2. Til de hendels (A) op de twee scharnieren
volledig omhoog.
3. Sluit de ovendeur in de eerste openings-
stand (ca. 45°).
4. Pak de ovendeur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze onder een opwaartse hoek van de oven weg.
5. U kunt de binnenste ruiten nu verwijde-
ren om schoon te maken.
A
A
Page 22
Problemen oplossen
22
Om de deur te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde.
Het aantal glazen ruitjes is afhankelijk van het model.
LET OP!
Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om krassen te voorkomen.
Verwijderen en reinigen van de ruitjes
1. Verwijder de deur.
2. Deur t (B) aan de bovenkant van de deur
aan beide kanten vastpakken en naar bin­nen drukken om de klemsluiting te ont­grendelen.
3. Trek de deur t naar voor om deze te ver-
wijderen.
B
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding
5. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de proce­dure in omgekeerde volgorde. Plaats de klein­ste glasplaat eerst en vervolgens de grotere glasplaten.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzones functioneren niet
De oven wordt niet warm. De oven is niet ingeschakeld. Zet de oven aan (zie hoofd-
De oven wordt niet warm. De zekering in de zekeringkast
Raadpleeg de bedieningsinstructies voor het ingebouwde fornuis.
stuk "Dagelijks gebruik").
is doorgebrand
Controleer de zekering. Als de zekering meer dan een keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde elektricien.
Page 23
Milieubescherming
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de oven­ruimte.
Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei­den niet langer dan 15-20 mi­nuten in de oven staan.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de klantenservice. De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Het typepla­tje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonder­delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het ver­pakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
23
Page 24
www.aeg-electrolux.com/shop 892944986-C-322010
Loading...