AEG E8871-5 User Manual [nl]

E8871-5
Gebruiksaanwijzing Elektrisch
inbouwfornuis
Inhoud2
1
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van opti­male en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
Inhoud
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3 Beschrijving van het apparaat 4
Totaalaanzicht 4 Bedieningspaneel 5 Uitrusting oven 5 Accessoires oven 6
Voor het in gebruik nemen 7
Dagtijd instellen 7 Eerste reiniging 7
Bedienen van de kookzones 8
Kookstand instellen 9 Bereiden met het automatische kooksysteem 9 Automatische uitschakeling van de kookzones 10
Bedienen van de oven 11
De elektronische ovenbesturing 11 Snelopwarmen 14 Ovenfuncties 14 Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen 15 Vetfilter plaatsen/verwijderen 16 Culisensor 17 Extra functies 19
Overige functies 2
Toepassingen, tabellen en tips 28
Kooktabel 28 Bakken 29 Braden 35 Op lage temperatuur bereiden 38 Vlak-grilleren 38 Ontdooien 39 Drogen met hetelucht 40 Wecken 40
Reiniging en onderhoud 41
Buitenkant apparaat 41 Ovenruimte 42 Accessoires 42 Vetfilter 42 Pyrolytische reiniging 42 Herinnering 43 Inschuifroosters 44 Ovenverlichting 45 Bakovendeur 46 Het glas van deur van de bakoven 48
Wat is er aan de hand als … 51 Afvalverwerking 53
Service 54
7
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
2 Milieu-informatie
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge- voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
Personen (waaronder begrepen kinderen) die op grond van hun fysieke, sensorische of verstandelijke vermogens, dan wel op grond van onervarenheid of onkunde niet in staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, dienen dit apparaat niet zonder het toe­zicht of zonder de instructies van een verantwoordelijke persoon te gebruiken.
Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmid­delen worden gebruikt.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet in aanraking komen of onder de hete ovendeur ingeklemd raken.
Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de ovenruimte heet.
Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht ontvlambaar al-
cohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in de buurt van de oven.
3Gebruiksaanwijzing
3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levens­middelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel moge­lijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen, enzo­voort op de bodem omdat daarmee het email van de oven door de ontstane hittecon­centratie wordt beschadigd.
Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die niet kunnen wor­den verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Beschrijving van het apparaat4
Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het glas breken.
Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit ontbranden.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor beschadigd raken.
Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen te­recht kan komen.
3 Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik. Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
Bedieningspaneel
Uitrusting oven
Oven - indicaties
Functietoetsen
Oven
Bovenwarmte en grillelement
5Beschrijving van het apparaat
KookzoneschakelaarKookzoneschakelaar
Inzetniveaus
Ovenverlichting Aansluitpunt voor vleesspit
Vetfilter Ovenverlichting
Verwarmingselement in de achterwand Ventilator
Onderwarmte
Uitneembaar inschuifrooster
Beschrijving van het apparaat6
Binnenkant deur
Aan de binnenkant van de ovendeur is de num­mering van de inzetniveaus van de oven­weergegeven. Bovendien treft u beknopte informatie aan over de ovenfuncties, aanbevolen inzetniveaus en temperaturen voor de bereiding van de meest gebruikelijke gerechten.
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het achterin de kookplaat liggende kanaal direct naar boven geleid.
Accessoires oven
Rooster
Voor servies, bak- en braadvormen, braden en grillen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden resp. als opvangbak voor het vet.
Vleesthermometer
Om precies te bepalen hoe gaar een stuk vlees is.
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen
3 De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert Dagtijd automatisch.
Met de toets of de actuele dagtijd instel­len.
7Voor het in gebruik nemen
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde dagtijd weer.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Eerste reiniging
Alvorens de oven in gebruik te nemen, moet u hem reinigen.
1 Let op: Gebruik geen scherpe schuurmiddelen! U zou de oppervlakken kunnen bescha-
digen.
3 Gebruik bij ovens met een metalen voorzijde de hiervoor in de handel verkrijgbare on-
derhoudsmiddelen.
Bedienen van de kookzones8
1. Open de ovendeur. De verlichting in de oven is nu ingeschakeld.
2. Neem alle accessoires en geleiderails uit de oven en reinig deze met een warm sopje.
3. Maak de oven ook schoon met een warm sopje en droog hem daarna.
4. Veeg de voorzijde van de oven af met een vochtige doek.
Bedienen van de kookzones
3 Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt u belangrijke in-
formatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud. De volgende beschrijving is niet van toepassing voor inductiekookzones.
Kookstanden
In de bereiken 1-9 kunt u de kookstanden instellen
Tussenstanden zijn mogelijk in de bereiken 2 t/m 7.
Bovendien is iedere kookzoneschakelaar nog uitgerust met een automatisch
kooksysteem.
u = Warmhoudstand 1 = Laagste vermogen 9 = Hoogste vermogen A= Automatisch kooksysteem
2 Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit om gebruik te
maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische energie.
3 Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt dan naar buiten.
Kookzone-indicatie
links voor links achter rechts achter rechts voor
Kookzoneschakelaar
Kookstand instellen
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Voor het aan de kook brengen of aanbraden
kookstand kiezen.
3. Als u het bereidingsproces wilt beëindigen dient u de schakelaar op de stand “Uit” te zetten.
3 Zolang de kookzone in werking is, blijft het
controlelampje van de desbetreffende kookzo­neschakelaar branden.
Bereiden met het automatische kooksysteem
Bij het bereiden met het automatische kooksysteem werkt de kookzone voor een bepaal­de tijd op vol vermogen en schakelt vervolgens weer terug naar de ingestelde kookstand.
1. Draai de kookzoneschakelaar naar rechts tot de eindaanslag, om de kookactivering in te schakelen.
2. Zet aansluitend de kookzoneschakelaar terug op de gewenste kookstand.
3. Als u het bereidingsproces wilt beëindigen dient u de schakelaar op de stand "0" te zet-
ten.
9Bedienen van de kookzones
3 Als u tijdens de opwarmtijd een hogere kookstand kiest, bijv. van "3" naar "6", wordt er
rekening gehouden met de reeds verstreken tijd voor de kookactivering. Kiest u een lage­re kookstand dan wordt de kookactivering onmiddellijk beëindigd.
3 U kunt het automatische kooksysteem ook beëindigen door de kookzoneschakelaar eerst
op de stand "0" te zetten en vervolgens weer op de gewenste kookstand.
Bedienen van de kookzones10
Opwarmtijden bij het bereiden met het automatisch kooksysteem
Schakelaarstand: Opwarmtijd van het automatisch kooksysteem
A en 9 zonder Automatisch kooksysteem A en 8 4,5 minuten A en 7 3,5 minuten
.
A en 6 A en 6 2 minuten
.
A en 5 A en 5 10 minuten
.
A en 4 A en 4 6,5 minuten
.
A en 3 A en 3 5 minuten
.
A en 2 A en 2 2 minuten A en 1 1 minuten A en u 0,5 minuten
3 minuten
12,5 minuten
8 minuten
5,5 minuten
3 minuten
3 Houd de eerste bereidingsprocessen in de gaten. Daarbij kunt u bepalen welke kookstand
bij “uw servies” voor “uw gerechten en hoeveelheden” optimaal is.
Automatische uitschakeling van de kookzones
Wordt een kookzone na een bepaalde tijd niet uitgeschakeld of verandert de kookzone niet, dan wordt deze automatisch uitgeschakeld. De verlichting van de kookzoneschakelaar wordt uitgeschakeld.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
Kookstand
Kookstand
Kookstand
Kookstand
Ingebuikname na de automatische uitschakeling
Voor het opnieuw in gebruik nemen na een automatische uitschakeling, dient u de inge­schakelde kookzoneschakelaar in de stand “uit” te zetten.
Daarna is de kookzone weer gereed voor gebruik.
.
1 - .2 tot 6 uur
.
3 - .4 tot 5 uur
.
4 - .5 tot 4 uur
.
6 - .9 tot 1,5 uur
Bedienen van de oven
De elektronische ovenbesturing
11Bedienen van de oven
Temperatuur/Dagtijd
Klokfuncties/bedrijfstijdOvenfuncties
Verwarmings-i
ndicatie
Aan/uit
Ovenfunctie - selectie
3 Algemene aanwijzingen
Schakel het apparaat altijd eerst met de toets Aan/Uit in.
Wanneer de gekozen functie brandt, gaat de oven opwarmen of begint de ingestelde
tijd te lopen.
De indicatie van de bedrijfstijd geeft aan hoe lang de oven reeds ingeschakeld is. De
indicatie is alleen zichtbaar als geen van de klokfuncties Kookwekker, Duur of Einde is ingesteld.
De ovenverlichting is ingeschakeld, zodra een ovenfunctie is geselecteerd.
Wanneer de gekozen temperatuur is bereikt, klinkt er een zoemer.
Schakel het apparaat met de toets Aan/Uit uit.
a
m
r
e
l
v
n
e
S
n
e
w
r
Insteltoetsen
Klokfuncties
Vleesspit
Bedienen van de oven12
Ovenfunctie selecteren
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Toets of zo vaak indrukken tot de ge-
wenste ovenfunctie verschijnt.
Op het temperatuurdisplay verschijnt een
voorstel voor de temperatuur.
Als de voorgestelde temperatuur niet binnen
ca. 5 seconden wordt gewijzigd, begint de oven op te warmen.
3 De ovenfunctie kan tijdens de werking worden
gewijzigd.
Oventemperatuur wijzigen
Met de toets of de temperatuur naar bo­ven of naar beneden wijzigen. De instelling vindt plaats in stappen van 5×C.
Temperatuur opvragen
De toetsen en tegelijk indrukken. De oventemperatuur van dat moment verschijnt in de temperatuurindicatie.
3 Het opvragen van de temperatuur werkt niet bij
ovenfuncties waarbij de voorgestelde tempera­tuur niet gewijzigd kan worden, zoals bijv. Op lage temperatuur bereiden.
Ovenfunctie uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven toets of zo vaak indrukken tot er geen ovenfunctie meer wordt weergegeven.
Oven uitschakelen
Apparaat met toets Aan/Uit uitschakelen.
3 Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa­tisch uitgeschakeld.
3 Graden-indicatie
Indicatie Opwarmen
Na het inschakelen geven de ovenfuncties de langzaam na elkaar oplichtende balken aan, tot hoever de oven reeds verwarmd is.
13Bedienen van de oven
Indicatie Snelverwarmen Na het inschakelen van de functie Snelop­warmen geven de na elkaar knipperende bal-
ken aan dat de functie Snelverwarmen in werking is.
Bedienen van de oven14
Indicatie Restwarmte
Na het uitschakelen van de oven geven de nog oplichtende balken de resterende restwarme van de oven aan.
Snelopwarmen
Na het selecteren van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie Snelopwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1 Let op: Te garen producten a.u.b. eerst in de ovenplaatsen, als Snelopwarmen beëin-
digd is en de oven in de gewenste functie werkt.
1. Ovenfunctie en temperatuur selecteren (bijv. Conventioneel ). Evt. temperatuurvoor-
stel wijzigen.
2. Toets Snelopwarmen indrukken. Het symbool brandt. De achtereenvolgend knipperende balken geven aan dat Snelopwarmen inwerking is. Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur branden de balken van de tempera­tuurindicatie. Er klinkt een zoemer. Het symbool gaat uit. De oven verwarmt nu in de vooringestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt de te garen producten nu in de oven plaatsen.
3 De functie Snelopwarmen kan bij de ovenfuncties Hete luchtmet ring , Pizza
hetelucht , Conventioneel en Infratherm tevens ingeschakeld worden.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie Toepassing
Hete luchtmet ring Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Pizza hetelucht Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
Op lage temperatuur bereiden
Conventioneel Voor het bakken en braden op één niveau.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
Voor het bereiden van bijzonder mals en sappig braadvlees.
Ovenfunctie Toepassing
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
niveau. Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
veelheden en om te roosteren.
Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren. Warmhouden Voor het warmhouden van gerechten. Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen. Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem. Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen
de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven
wordt verhit tot circa 500 °C.
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen
3 Uittrek- en kantelbeveiliging
Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de linker kant een kleine bolling naar onderen. Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich achterin bevindt. Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Baakplaat resp. vetopvangbak plaatsen:
Schuif de bakplaat resp. de vetopvangbak tus­sen de geleidestangen van het gekozen niveau.
15Bedienen van de oven
Bedienen van de oven16
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de beide voetjes naar onder wijzen. Schuif het rooster tussen de geleidestangen van het gekozen niveau.
3 Door de verhoogde lijst die om het rooster
loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd te­gen afglijden.
Rooster en vetopvangbak plaatsen:
Plaats het rooster op de vetopvangbak. Schuif de vetopvangbak tussen de geleidestan­gen van het gekozen niveau.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het bra­den, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de beide steuntjes van boven naar beneden in de opening tegen de achterwand van de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en naar boven uit de oven nemen.
17Bedienen van de oven
Culisensor
Voor het exact uitschakelen van de oven bij het bereiken van een ingestelde kerntempe­ratuur. Er dient met twee temperaturen rekening te worden gehouden:
De oventemperatuur: Zie braadtabelDe kerntemperatuur: Zie tabel Culisensor
1 Let op: Alleen de meegeleverde vleesthermometer mag worden gebruikt! Bij vervanging
alleen het originele vervangingsonderdeel gebruiken!
1. Apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen.
2. Uiteinde van de vleesthermometer zo in het ge-
recht steken dat het zich in het midden van het gerecht bevindt..
3. Stekker van de vleesthermometer zo ver moge­lijk in de contactdoos in de zijwand van de oven steken.
4. Met de toets of de gewenste kerntempe­ratuur instellen.
De indicatie schakelt over naar de actuele kern­temperatuur. Wordt de actuele kerntemperatuur al aangege­ven, voordat de gewenste kerntemperatuur is ingesteld, dient de toets Selectie zo vaak te worden ingedrukt tot de functie Culisensor be­gint te knipperen en moet vervolgens de instel­ling worden uitgevoerd..
3 De kerntemperatuur wordt vanaf 30×C aange-
geven.
5. Ovenfunctie en -temperatuur instellen.
Loading...
+ 39 hidden pages