Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar de gebruiksaanwijzing zodat deze later kan worden geraadpleegd.
Geef deze gebruiksaanwijzing door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Aanwijzingen ten behoeve van uw persoonlijke veiligheid.
Let op! Aanwijzingen om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen:
5
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richt-
lijn 92/31/EEG
– 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn
Elektrische veiligheid
• Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden
aangesloten.
• In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen
in de huisinstallatie uitschakelen.
• Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen
worden uitgevoerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze serviceafdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmiddelen worden gebruikt.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet in
aanraking komen of onder de hete ovendeur ingeklemd raken.
• Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de oven-
ruimte heet.
• Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in de buurt van de
oven.
5
3Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten,
een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die
reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het
apparaat
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten,
pannen, enzovoort op de bodem omdat daarmee het email van de
oven door de ontstane hitteconcentratie wordt beschadigd.
• Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die
niet kunnen worden verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
• Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
• Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email
worden beschadigd en kunnen verkleuringen ontstaan.
• Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste
glasplaat, kan het glas breken.
• Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van
de oven kan dit ontbranden.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor beschadigd raken.
3Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het
gebruik zijn niet van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat
voor regulier of contractueel gebruik. Dit zijn derhalve geen gebreken
in de zin van het recht op garantie.
6
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
2
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten af-
gedankt apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
7
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
Bedieningspaneel
Kookzoneschakelaar
8
Bedrijfscontrolelampje
Tijdsindicatie
Klokfunctietoetsen
Ovenfuncties
Temperatuurcontrolelampje
Temperatuurkeuze
Kookzoneschakelaar
Uitrusting oven
Inzetniveaus
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het
achterin de kookplaat liggende kanaal direct naar boven geleid.
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Vetfilter
Verwarmingselement in
de achterwand
Ventilator
Onderwarmte
Uitneembaar inschuifrooster
9
Accessoires oven
Rooster
Voor servies, bak- en braadvormen,
braden en grillen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden resp. als opvangbak
voor het vet.
10
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert het functielampje Dagtijd
automatisch.
1. Om een reeds ingestelde dagtijd te
veranderen drukt u de toets
Selectie zo vaak in, tot het functielampje Dagtijd knippert.
2. Met de toets of de juiste tijd
instellen.
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd aan.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3De dagtijd kan alleen worden gewij-
zigd als er geen automatische functie (Duur of Einde) is
ingesteld.
11
Reinigen voor het in gebruik nemen
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet u hem grondig reinigen.
1Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De op-
pervlakte kan beschadigd worden.
3Bij metalen fronten in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen ge-
bruiken.
1. Schakelaar ovenfunctie op ovenverlichtingzetten.
2. Alle accessoires en inschuifroosters uit de oven nemen en met een
warm sopje schoonmaken.
3. Oven ook met een warm sopje afnemen en drogen.
4. Front van het apparaat alleen met een vochtige doek afnemen.
12
Bedienen van de kookzones
Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt
3
u belangrijke informatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
Kookstanden
• In de bereiken 1 - 9 kunt u de kookstanden instellen.
• Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen.
1 = laagste vermogen
9 = hoogste vermogen
2Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd
uit om gebruik te maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische
energie.
3Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt
dan naar buiten.
links voorlinks achterrechts achterrechts voor
Kookzoneschakelaar
13
Kookstand instellen
1. Kookstand kiezen.
2. Om te stoppen met koken
terugdraaien naar de uit-stand.
3Het bijbehorende kookzone-
bedrijfscontrolelampje brandt zolang
de kookzone in gebruik is.
14
Bedienen van de oven
De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en tempe-
3
ratuurkeuze uitgerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende
schakelaar. De schakelaar komt dan naar buiten.
Oven in- en uitschakelen
Bedrijfscontrolelampje
OvenfunctiesTemperatuurkeuze
1. Zet de functiekiezer van de oven in de gewenste stand.
2. Zet de temperatuurkiezer op de gewenste temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de verwarming van de
oven aan staat.
3. Om de oven uit te schakelen moet u de functiekiezer en de temperatuurkiezer van de oven beide in de Uit stand zetten.
Temperatuurcontrolelampje
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder
lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
15
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
OvenfunctieToepassing
Ovenverlichting Met deze functie kunt u de bin-
nenzijde van de oven verlichten,
bijvoorbeeld om deze schoon te
maken.
HeteluchtVoor het bakken op maximaal
Multi Hetelucht Voor het bakken op maximaal
Boven- en onderwarmte
OnderwarmteVoor het afbakken van gebak met
OntdooienVoor het gedeeltelijk of geheel
Grill Voor het grilleren van vlakke le-
Grote grill Voor het grilleren van vlakke le-
InfrathermVoor het braden van grotere stuk-
twee niveaus.
Stel de temperatuur van de oven
20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven
20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
Voor het bakken en braden op
één niveau.
een brosse bodem.
ontdooien van bijvoorbeeld gebak, boter, brood, fruit of andere
bevroren levensmiddelen.
vensmiddelen, die in het midden van het rooster worden geplaatst
en om te roosteren.
vensmiddelen in grotere hoeveel-heden en om te roosteren.
ken vlees of gevogelte op één niveau.
Deze functie is ook geschikt voor
gratineren.
Verwarmingsele-
ment/ventilator
---
Bovenwarmte,
onderwarmte,
ventilator
Verwarmingselement achterwand,
ventilator
Bovenwarmte,
onderwarmte
Onderwarmte
Ventilator
Grill
Grill, bovenwarmte
Grill, bovenwarmte,
ventilator
16
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen
3Uittrek- en kantelbeveiliging
Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de
linker kant een kleine bolling naar onderen.
Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich
achterin bevindt. Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Baakplaat resp. vetopvangbak
plaatsen:
Schuif de bakplaat resp. de vetopvangbak tussen de geleidestangen
van het gekozen niveau.
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de
beide voetjes naar onder wijzen.
Schuif het rooster tussen de gelei-
destangen van het gekozen niveau.
3Door de verhoogde lijst die om het
rooster loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd tegen afglijden.
Rooster en vetopvangbak plaatsen:
Plaats het rooster op de vetopvangbak.
Schuif de vetopvangbak tussen de
geleidestangen van het gekozen
niveau.
17
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij
het braden, om het verwarmingse-
lement in de achterwand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken
en de beide steuntjes van boven
naar beneden in de opening tegen de achterwand van de oven
(ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en naar boven uit de
oven nemen.
18
Klokfuncties
TijdsindicatieFunctielampjesFunctielampjes
Toets
Toets Selectie
Toets
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
19
3Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
• Na het selecteren van een functie knippert het bijbehorende functie-
lampje ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kunnen met de toetsen
of de gewenste tijden worden ingesteld.
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje op-
nieuw ca. 5 seconden. Daarna blijft het functielampje branden. De ingestelde tijd begint te lopen.
• De signaaltoon kan worden uitgeschakeld door op een willekeurige
toets te drukken.
• De gewenste ovenfunctie en oventemperatuur kunnen voor of na het
instellen van de klokfuncties Duur en Einde worden gekozen.
• Na afloop van het bereidingsproces draait u de schakelaars voor de
ovenfunctie en de temperatuurkeuze weer op de positie UIT.
2Uitschakelen van de tijdsaanduiding
Door het uitschakelen van de tijdsaanduiding kunt u energie besparen.
Tijdsaanduiding uitschakelen
Druk twee willekeurige toetsen net zo lang in tot de aanduiding donker
wordt (ca. 10 seconden).
Tijdsaanduiding inschakelen
Druk een willekeurige toets zo lang in tot de dagtijd weer in het display
verschijnt (ca. 10 seconden).
3Het display kan alleen worden uitgeschakeld wanneer niet een van de
klokfuncties Duur, Einde of Kookwekker in gebruik is.
20
Kookwekker
1. Toets Selectie zo vaak indrukken,
tot het functielampje
Kookwekker knippert.
2. Met de toets of de gewenste
Kookwekker instellen (max. 2 uur 30
minuten).
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie
de resterende tijd aan.
Het functielampje Kookwekker
brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje en klinkt er
gedurende 2 minuten een signaal.
De signaaltoon kan worden uitgeschakeld door op een willekeurige
toets te drukken.
21
Duur
1. Toets Selectie zo vaak indrukken,
tot het functielampje Duur knippert.
2. Met de toets of de gewenste
bereidingstijd instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie terug naar de dagtijd. Het
functielampje Duur brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje, klinkt er gedurende 2 minuten een signaal en
wordt de oven uitgeschakeld.
3. De signaaltoon en het programma
kunnen worden uitgeschakeld door
op een willekeurige toets te drukken.
22
Einde
1. Toets Selectie zo vaak indrukken,
tot het functielampje Einde knippert.
2. Met de toets of de gewenste
uitschakeltijd instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie terug naar de dagtijd.
Het functielampje Einde brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje, klinkt er gedurende 2 minuten een signaal en
wordt de oven uitgeschakeld.
3. De signaaltoon en het programma
kunnen worden uitgeschakeld door
op een willekeurige toets te drukken.
23
Duur en Einde gecombineerd
3Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt wanneer de
oven op een later tijdstip automatisch moet worden in- en uitgescha-
keld.
1. Met de functie Duur de tijd in-
stellen, die het gerecht nodig heeft.
In dit geval 1 uur.
2. Met de functie Einde het tijdstip
instellen, waarop het gerecht klaar
moet zijn.
In dit geval 14:05.
24
De functielampjes Duur en
Einde branden en in het display
wordt de tijd aangegeven.
In dit geval 12:05.
De oven wordt op het berekende
tijdstip automatisch ingeschakeld.
In dit geval 13:05.
En na afloop van de ingevoerde
duur wordt de oven weer uitgeschakeld.
In dit geval 14:05.
Toepassingen, tabellen en tips
Kooktabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Kook-
stand
1-2
2-3Wellen
3-4
4-5Koken
6-7
7-8
Kook-
proces
0Nawarmte, uit-stand
Warm
1
houden
Smelten
Stollen
Stomen
Stoven
Zacht
braden
Sterk
braden
Aan de
kook bren-
9
gen Aan-
bra den
Frituren
Geschikt voorDuurAanwijzingen/tips
Warm houden van gare
gerechten
Hollandaisesaus,
smelten van boter,
chocolade, gelatine
Schuimomelet, bouillon
met ei
Wellen van rijst en melk-
gerechten
Verhitten van kant-en-
klaargerechten
Stoven van groente, vis
Vlees sudderen
Koken van aardappels
Koken van grotere hoe-
veelheden, eenpansge-
rechten en soep
Schnitzel, cordon bleu,
karbonade, gehaktballen,
braadworst, lever, roux,
eieren, omelets, oliebollen
Aardappel koekjes, lende-
stukken, steaks, pannen-
koeken
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta
koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van
Naar be-
hoefte
5-25 min.Tussendoor omroeren
10-40 min.Met deksel bereiden
25-50
min.
20-45
min.
20-60
min.
60-150
min.
Voortdu-
rend
bakken
5-15 min.
per pan
patates frites
Afdekken
Minimaal dubbele
hoeveelheid vloeistof
aan de rijst toevoegen,
melkgerechten tussen-
door roeren
Bij groente weinig
vocht toevoegen (een
paar eetlepels)
Weinig vloeistof
gebruiken, bijvoor-
beeld: max.
per 750 g aardappels
Tot 3 l vloeistof plus
Tussendoor keren
Tussendoor keren
¼ l water
ingrediënten
25
3Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de
hoogste kookstand in te stellen en vervolgens gerechten met een
langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden.
1Oververhit vet en olie is licht ontbrandbaar. Wanneer u levensmiddelen
in vet of olie (bijvoorbeeld patates frites) bereidt, dient u in de buurt te blijven.
26
Bakken
Ovenfunctie: Hetelucht, Multi Hetelucht of Boven- en
onderwarmte.
Bakvormen
• Voor Boven- en onderwarmte zijn vormen van donker metaal en
gecoate vormen geschikt.
• Voor Hetelucht resp. Multi Hetelucht zijn ook vormen van licht
metaal geschikt.
Gebruiksniveaus
• Bakken met Boven- en onderwarmte en Hetelucht is op één ni-
veau mogelijk.
• Met Multi Hetelucht kunt u op maximaal 3 bakplaten tegelijk bak-
ken:
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 3
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
3 bakplaten:
inzetniveau 1, 3 en 5
27
Algemene aanwijzingen
• Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen!
• U kunt met Boven- en onderwarmte of Hetelucht ook twee
vormen tegelijk naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces
duurt nauwelijks langer.
3Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het
gaarproces kromtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur.
Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
Aanwijzigen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende
temperatuurvoorschriften, baktijden en inzetniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid
en de bakvorm.
• Als u voor de eerste keer gaat bakken, raden wij aan de laagste temperatuurwaarde in te stellen en pas als het nodig is een hogere temperatuur te kiezen (bijvoorbeeld wanneer het gebak niet bruin
genoeg is of wanneer de baktijd te lang is).
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept,
kijkt u dan bij een soortgelijk gebak.
• Bij het bakken van gebak op bakplaten of in vormen op meerdere niveaus kan de baktijd zo’n 10-15 minuten langer zijn.
• Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op
één niveau.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de tempera-tuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het gebak
overal even bruin.
2Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van
de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het
plaatsen van een gerecht in de koude oven.
• Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
• Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de
ontdooitijd aanzienlijk verlengen.
• Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van on-
deren.
Ontdooitabel
Ontdooi-
Gerecht
Kip, 1000 g100-14020-30
Vlees, 1000g100-14020-30Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g90-12020-30Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g25-3510-15---
Aardbeien, 300g30-4010-20---
Boter, 250g30-4010-15---
Slagroom, 2 x
200g
Gebak, 1400g6060---
tijd
min.
80-10010-15
Nadooitijd
min.
Opmerking
Kip op een omgekeerd schoteltje in
een groot bord leggen
Na de helft van de tijd keren
Slagroom kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt
38
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Multi Hetelucht
• Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
• U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven
uitschakelt, opent en gedurende de nacht laat afkoelen.
• Daarna het gerecht verder laten drogen.
Gerecht
Groenten
Bonen60-7031 / 46-8
Paprika (reepjes)60-7031 / 45-6
Soepgroenten60-7031 / 45-6
Paddestoelen50-6031 / 46-8
Kruiden40-5031 / 42-3
Fruit
Pruimen60-7031 / 48-10
Abrikozen60-7031 / 48-10
Appelschijven60-7031 / 46-8
Peren60-7031 / 46-9
Temperatuur
in °C
Inzetniveau
1 niveau2 niveaus
Tijd in uren
(richtwaarde)
39
Wecken
Ovenfunctie: Onderwarmte
• Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke
glazen van hetzelfde formaat.
• Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen
blikken zijn ongeschikt.
• Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
• Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes
glazen met elk een inhoud van één liter plaatsen.
• De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn
dichtgeklemd.
• Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
• Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de
oven ontstaat.
• Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-literglazen na ca. 35-60 minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de
temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Waarschuwing: voor het schoonmaken moet het apparaat zijn uitge-
1
schakeld en afgekoeld.
Waarschuwing: uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan
het apparaat met een stoom- of een hogedrukreiniger schoon te maken.
Let op: gebruik geen schuurmiddelen, agressieve schoonmaakmiddelen of schurende voorwerpen.
Buitenzijde van het apparaat
• Neem de voorzijde van het apparaat af met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen.
Binnenkant oven
Reinig het apparaat na elk gebruik. Op deze manier brandt het vuil namelijk niet in en kunt u het makkelijk verwijderen.
1. Schakel de ovenverlichting in om de oven goed schoon te kunnen maken.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog de oven na.
3Hardnekkig vuil kan worden verwijderd met een speciale ovenreiniger.
1Let op: neem bij gebruik van ovenspray altijd de aanwijzingen van de
fabrikant in acht!
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na
het gebruik afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor
makkelijker schoonmaken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel
voor afwasautomaten uitkoken.
41
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en
rechts in de oven worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
Roosters eerst voor van de ovenwand wegtrekken (1) en dan achter
losnemen (2).
Inschuifroosters inzetten
3Belangrijk! De afgeronde einden
van de geleidingsstangetjes moeten
naar voren wijzen!
42
Bij het inzetten de roosters eerst
achter weer inhangen (1) en dan
voor inzetten en aandrukken (2).
Ovenverlichting
1Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de oven-
lamp:
– oven uitschakelen!
– zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bo-
dem van de oven leggen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losne-
men en schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V
300 °C hittebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
43
Bovenwand van de oven
Om het reinigen van de bovenwand van de oven te vereenvoudigen kan
het bovenste verwarmingselement worden neergeklapt.
Verwarmingselement neerklappen
1Waarschuwing: Verwarmingsele-
ment alleen neerklappen als de oven
is uitgeschakeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat!
1. Inschuifroosters aan de zijkant losnemen.
2. Het verwarmingselement van voren
vastpakken en over het nokje aan de
binnenkant van de oven naar voren
trekken.
3. Het verwarmingselement klapt nu
naar beneden.
1Attentie: Druk het verwarmingsele-
ment niet met geweld naar beneden! Het verwarmingselement kan
afbreken.
Bovenwand van de oven reinigen
Verwarmingselement bevestigen
1. Verwarmingselement tegen de bo-
venwand van de oven drukken.
2. Het verwarmingselement tegen de
veerkracht naar voren trekken en
over het nokje geleiden.
3. In de klemmen laten vallen.
4. Inschuifroosters inzetten.
1Attentie: Het verwarmingselement
moet aan beide kanten boven het
nokje in de binnenwand van de
oven liggen en goed op z'n plek
zitten.
44
Bakovendeur
Om het binnenste van de bakoven gemakkelijker te kunnen kunt u de
bakovendeur van uw apparaat eruit halen.
Bakovendeur eruit halen
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide schar-
nieren van de deur volledig uitklappen.
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste
vergrendelstand (circa 45°).
4. Pak met beide handen de zijkanten
van de bakovendeur vast en trek de
deur van de bakoven schuin naar
boven er uit (Let op : Zwaar!).
3Leg de bakovendeur met de buiten-
kant naar boven op een zacht, vlak
oppervlak neer, bijvoorbeeld op een
deken, om krassen te vermijden.
45
Bakovendeur erin schuiven
1. Pak met beide handen de bakoven-
deur aan de kant van de greep vast
en houd deze in een hoek van circa
45°.
Plaats de uitsparingen aan de onderkant van de bakovendeur op de
scharnieren van de bakoven.
Laat de deur tot de aanslag naar onder glijden.
2. Bakovendeur volledig openen.
3. Zet de klemhendel (A) aan de beide
deurscharnieren terug in de oorspronkelijke positie.
4. Bakovendeur sluiten.
46
Het glas van deur van de bakoven
De bakovendeur is uitgerust met drie achter elkaar aangebrachte glasplaten. De binnenste glasplaten kunnen eraf gehaald worden, tijdens
het reinigen.
1Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral aan de zijkanten van de
voorruit, kan het glas breken.
De glasplaten van de deur demonteren
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide schar-
nieren van de deur volledig uitklappen.
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste
vergrendelstand (circa 45°).
4. Pak de deurafschermer (B) aan de
bovenkant van de deuraan beide
kanten vast en druk deze naar binnen om de klemvergrendeling los te
maken. Trek vervolgens de deurafschermer van boven eraf.
47
5. Pak de glasplaten een voor een aan
de rand vast en trek ze uit de geleiding vanaf boven eruit.
Reinig de glasplaten
Reinig grondig de glasplaten met spoelmiddel. Droog daarna de glasplaten goed af.
Glasplaten weer terug in de deur zetten
1. Schuif aan de onderkant van deur
de glasplaten een voor een schuin
vanaf boven in het profiel van de
deur en laat ze zakken.
3Zet eerst de kleine glasplaat erin en
daarna de grote.
2. Pak de deurafschermer (B) aan de
zijkanten vast, breng deze aan de
binnenkant van de rand van de deur
aan en steek vervolgens de deurafschermer (B) op de bovenkant van
de deur.
48
3Aan de openzijde van de deuraf-
schermer (B) bevindt zich een geleiderail (C). Deze moet tussen de
buitenste deurruit en de geleidehoek (D) erin worden geschoven.
De klemvergrendeling (E) moet vast
gezet zijn.
3. Bakovendeur volledig openen.
4. Zet de klemhendel (A) aan de beide
deurscharnieren terug in de oorspronkelijke positie.
5. Bakovendeur sluiten.
49
Wat is er aan de hand als …
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De kookzones functioneren niet.
De oven wordt niet warmDe oven is niet ingescha-
De ovenverlichting valt uit De lamp van de ovenver-
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gege-
Zie de gebruiksaanwijzing van de inbouwkookplaat
Oven inschakelen
keld
De dagtijd is niet ingesteld Dagtijd instellen
De vereiste instellingen zijn
niet uitgevoerd
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is
gesprongen
lichting is defect
Instellingen controleren
Zekering controleren.
Als de zekeringen meerdere
malen doorbranden, neem
dan contact op met een erkend elektricien.
Lamp van de ovenverlichting vervangen
ven aanwijzingen, neem dan contact op met uw vakhandel of met
onze service-afdeling.
1Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vak-
mensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden.
3Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus
ook tijdens de garantieperiode in rekening gebracht.
3Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster.
50
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk ”Wat u moet doen als…“) het probleem
zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met
onze klantenservice of met een van onze servicepartners.
Om u snel te kunnen helpen, hebben
wij de volgende gegevens nodig: