AEG E3781-5-M User Manual [nl]

Page 1
E3781-5
Gebruiksaanwijzing Elektrisch
inbouwfornuis
Page 2
Inhoud2
1
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van opti­male en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
Inhoud
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3
Totaalaanzicht 4 Bedieningspaneel 6 Uitrusting oven 6 Accessoires oven 6
Voor het in gebruik nemen 7
Dagtijd instellen en wijzigen 7 Reinigen voor het in gebruik nemen 7
Bedienen van de kookzones 8
Kookstand instellen 9
Bedienen van de oven 10
Oven in- en uitschakelen 10 Snelopwarmen 13 Ovenfuncties 13 Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen 14 Vetfilter plaatsen/verwijderen 15 Klokfuncties 15 Overige functies 20
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
Toepassingen, tabellen en tips 22
Kooktabel 22 Bakken 23 Braden 29 Vlak-grilleren 31 Ontdooien 32 Drogen met hetelucht 32 Wecken 33
Reiniging en onderhoud 34
Buitenkant apparaat 34 Ovenruimte 34 Accessoires 34 Vetfilter 35 Pyrolytische reiniging 35 Inschuifroosters 36 Ovenverlichting 37 Bakovendeur 37 Het glas van deur van de bakoven 39
Wat is er aan de hand als … 43
Afvalverwerking 44
Service 47
2 Milieu-informatie
Page 3
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge- voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
Personen (waaronder begrepen kinderen) die op grond van hun fysieke, sensorische of verstandelijke vermogens, dan wel op grond van onervarenheid of onkunde niet in staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, dienen dit apparaat niet zonder het toe­zicht of zonder de instructies van een verantwoordelijke persoon te gebruiken.
Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmid­delen worden gebruikt.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet in aanraking komen of onder de hete ovendeur ingeklemd raken.
Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de ovenruimte heet.
Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht ontvlambaar al-
cohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in de buurt van de oven.
3Gebruiksaanwijzing
3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levens­middelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel moge­lijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen, enzo­voort op de bodem omdat daarmee het email van de oven door de ontstane hittecon­centratie wordt beschadigd.
Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die niet kunnen wor­den verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Page 4
Beschrijving van het apparaat4
Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het glas breken.
Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit ontbranden.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor beschadigd raken.
Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen te­recht kan komen.
3 Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik. Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
Page 5
Bedieningspaneel
5Beschrijving van het apparaat
Bedrijfscontrolelampje
Temperatuur-/tijdindicatie
Functietoetsen
Ovenfuncties Temperatuur-/tijdkeuze
Kookzoneschakelaar
Uitrusting oven
Inzetniveaus
Kookzoneschakelaar
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Vetfilter
Verwarmingselement in de achterwand
Onderwarmte
Uitneembaar inschuifrooster
Page 6
Beschrijving van het apparaat6
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het achterin de kookplaat liggende kanaal direct naar boven geleid.
Binnenkant deur
Aan de binnenkant van de ovendeur is de num­mering van de inzetniveaus van de oven­weergegeven. Bovendien treft u beknopte informatie aan over de ovenfuncties, aanbevolen inzetniveaus en temperaturen voor de bereiding van de meest gebruikelijke gerechten.
Accessoires oven
Rooster
Voor servies, bak- en braadvormen, braden en grillen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden resp. als opvangbak voor het vet.
Page 7
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3 De oven functioneert alleen als u de dagtijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert het functielampje Dag­tijd automatisch.
1. Voor het wijzigen van een reeds ingestelde tijd, de toets Selectie zo vaak indrukken tot het functielampje Dagtijd knippert.
2. Met de schakelaar / de actuele dagtijd in­stellen.
7Voor het in gebruik nemen
Na ca. 5 seconden dooft het knipperen en geeft de klok de ingestelde dagtijd aan
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3 De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als de
kinderbeveiliging is uitgeschakeld en geen van de klokfuncties Kookwekker, Duur of Einde en geen oven-functies zijn ingesteld.
Reinigen voor het in gebruik nemen
Voordat u de oven voor de eerste keer gebruikt, moet u deze eerst grondig reinigen.
1 Let op: gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen! U zou de oppervlakken
hiermee kunnen beschadigen.
3 Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijgbare onderhoudsmid-
delen.
Page 8
Bedienen van de kookzones8
1. Functiekiezer instellen op verlichting Licht .
2. Neem alle toebehoren en inschuifroosters uit de oven en reinig ze met een warm sopje.
3. Maak ook de oven schoon met een warm sopje en wrijf deze vervolgens droog.
4. Neem de voorzijde van het apparaat af met een vochtige doek.
Bedienen van de kookzones
3 Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt u belangrijke in-
formatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
Kookstanden
In de bereiken 1 - 9 kunt u de kookstanden instellen.
Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen.
1 = laagste vermogen 9 = hoogste vermogen
2 Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit om gebruik te
maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische energie.
3 Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt dan naar buiten.
links voor links achter rechts achter rechts voor
Kookzoneschakelaar
Page 9
Kookstand instellen
1. Kookstand kiezen.
2. Om te stoppen met koken
terugdraaien naar de uit-stand.
9Bedienen van de kookzones
Page 10
Bedienen van de oven10
Bedienen van de oven
3 De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en temperatuurkeuze uit-
gerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende schakelaar. De schakelaar komt dan naar buiten.
Oven in- en uitschakelen
Temperatuur-/tijdindicatie
Verwarmings-indicatieSnelverwarmen
Bedrijfscontrolelampje
Ovenfuncties
Indicatiewisseling
De oven inschakelen
De schakelaar Ovenfuncties op de gewenste functie draaien. Het bedrijfscontrolelampje licht op. De temperatuurindicatie toont de voorge­stelde temperatuur voor de gekozen ovenfunc­tie. De oven begint te verwarmen. Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, klinkt er een signaal.
Toets SelectieToets Snelverwarmen
Temperatuur-/tijdkeuze
Page 11
Oventemperatuur wijzigen
Met de schakelaar / de temperatuur naar boven of naar beneden wijzigen.
De instelling vindt plaats op stappen van 5 °C.
Temperatuur controleren
De toetsen Snelopwarmen en Selectie gelijktij­dig indrukken. De oventemperatuur van dat moment ver­schijnt in de temperatuurindicatie.
De oven uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven de schake­laar Ovenfuncties in de stand Uit draaien.
11Bedienen van de oven
3 Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa­tisch uitgeschakeld.
Page 12
Bedienen van de oven12
3 Verwarmings-indicatie
Indicatie opwarmen
Na het inschakelen van de ovenfunctie geven de langzaam na elkaar oplichtende balken aan, hoever de oven reeds opgewarmd is.
Indicatie snelverwarmen Na het inschakelen van de functie snelverwarmen geven de na elkaar knip-
perende balken aan dat de functie snelverwar­men in werking is. Bovendien brandt de balk naast het symbool .
Indicatie restwarmte
Na het uitschakelen van de oven geven de nog oplichtende balken de resterende restwarmte in de oven aan.
Page 13
13Bedienen van de oven
Snelopwarmen
Na het kiezen van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie Snelopwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1 Let op: Gerecht pas in de oven plaatsen, als Snelopwarmen beëindigd is en de oven in
de gewenste functie werkt.
1. Gewenste ovenfunctie instellen (bijv. Conventioneel ). Eventueel temperatuurvoorstel wijzigen.
2. Toets Snelopwarmen indrukken. De balk naast het symbool brandt. De na elkaar knipperende balken geven aan dat Snelopwarmen in werking is. Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur lichten de balken van de verwarmingsin­dicatie op en de balk naast het symbool gaat uit. Er klinkt een signaal. De oven verwarmt nu in de eerder ingestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt het gerecht nu in de oven plaatsen.
3 De functie Snelopwarmen kan bij de ovenfuncties Hete luchtmet ring , Pizza
hetelucht , Conventioneel en Infratherm tevens ingeschakeld worden.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie Toepassing
Licht Met deze functie kunt u de binnenzijde van de oven verlichten,
Hete luchtmet ring Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Pizza hetelucht Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
Conventioneel Voor het bakken en braden op één niveau.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
bijvoorbeeld om deze schoon te maken.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
niveau. Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
veelheden en om te roosteren.
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven wordt verhit tot circa 500 °C.
Page 14
Bedienen van de oven14
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen
3 Uittrek- en kantelbeveiliging
Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de linker kant een kleine bolling naar onderen. Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich achterin bevindt. Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Baakplaat resp. vetopvangbak plaatsen:
Schuif de bakplaat resp. de vetopvangbak tus­sen de geleidestangen van het gekozen niveau.
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de beide voetjes naar onder wijzen. Schuif het rooster tussen de geleidestangen van het gekozen niveau.
3 Door de verhoogde lijst die om het rooster
loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd te­gen afglijden.
Rooster en vetopvangbak plaatsen:
Plaats het rooster op de vetopvangbak. Schuif de vetopvangbak tussen de geleidestan-
gen van het gekozen niveau.
Page 15
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het bra­den, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de beide steuntjes van boven naar beneden in de opening tegen de achterwand van de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en naar boven uit de oven nemen.
Klokfuncties
Temperatuur-/tijdindicatie
15Bedienen van de oven
Functielampjes voor klok
Toets Selectie
Indicatiewisseling
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen (zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
Page 16
Bedienen van de oven16
3 Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
Na het kiezen van een klokfunctie knippert het betreffende functielampje gedurende
ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kan met de schakelaar / de gewenste tijd ingesteld of gewijzigd worden.
Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje opnieuw
ca. 5 seconden. Daarna brandt het functielampje. De ingestelde tijd begint op de ach­tergrond af te tellen.
Na afloop van de klokfunctie Duur en Einde moet de schakelaar ovenfuncties op
”0“ worden gezet.
Met de toets Indicatie kan tussen oventemperatuur en dagtijd worden gewis-
seld.
3 Opvragen van de ingestelde of resterende tijd
De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de reste­rende tijd wordt aangegeven.
Kookwekker
1. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Kookwekker knippert.
2. Met de schakelaar / de gewenste tijd in­stellen (max. 99.00minuten). Het functielampje Kookwekker brandt.
Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt een signaal.
Page 17
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt een sig­naal.
Het knipperen en het signaal uitschakelen: Willekeurige toets indrukken
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Duur knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste berei­dingstijd instellen.
17Bedienen van de oven
Het functielampje Duur brandt en de oven is direct aan.
Page 18
Bedienen van de oven18
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende 2 minuten een signaal. De oven schakelt auto­matisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen: De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het func-
tielampje Einde knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste uitscha­keltijd instellen.
Het functielampje Einde brandt en de oven is direct aan.
Page 19
19Bedienen van de oven
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende 2 minuten een signaal. De oven schakelt auto­matisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen: De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
Duur en Einde in combinatie
3 Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt als de oven op een later tijdstip au-
tomatisch in- en uitgeschakeld moet worden.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur de bereidingstijd instellen
die het gerecht nodig heeft. In dit geval 1 uur.
3. Met de functie Einde het tijdstip instellen, waarop het gerecht klaar moet zijn. In dit geval om 14:05 uur.
Page 20
Bedienen van de oven20
De functielampjes Duur en Einde branden en in de display wordt de temperatuur aangegeven. In dit geval 200°C.
De oven wordt op het berekende tijdstip auto­matisch ingeschakeld. In dit geval om 13:05 uur.
En na afloop van de ingevoerde duur wordt de oven weer uitgeschakeld. In dit geval om 14:05 uur.
Page 21
21Bedienen van de oven
Overige functies
Kinderbeveiliging van de oven
De oven heeft een kinderbeveiliging. Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de oven niet worden gebruikt.
3 Om de kinderbeveiliging in te kunnen schakelen mag er geen ovenfunctie geselecteerd
zijn.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vast-
houden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vasthouden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ dooft.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
Automatische uitschakeling van de oven
3 Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur
niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld. In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van.
30 - 120°C na 12,5 uur 120 - 200°C na 8,5 uur 200 - 250°C na 5,5 uur 250 - max°C na 3,0 uur
Ingebruikname na automatische uitschakeling
Schakel de oven helemaal uit. Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
3 De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of Einde inge-
steld is.
Page 22
Toepassingen, tabellen en tips22
Toepassingen, tabellen en tips
Kooktabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Kook-
Kookproces Geschikt voor Duur Aanwijzingen/tips
stand
0 Nawarmte, uit-stand
1
1-2
2-3 Wellen
3-4
4-5 Koken
6-7
7-8
9
Warm
houden
Smelten
Stollen
Stomen
Stoven
Zacht
braden
Sterk
braden
Aan de
kook bren-
gen Aan-
bra den
Frituren
Warm houden van gare ge-
rechten
Hollandaisesaus,
smelten van boter,
chocolade, gelatine
Schuimomelet, bouillon met
ei
Wellen van rijst en melkge-
rechten
Verhitten van kant-en-klaar-
gerechten
Stoven van groente, vis
Vlees sudderen
Koken van aardappels 20-60 min.
Koken van grotere hoeveel-
heden, eenpansgerechten en
soep
Schnitzel, cordon bleu, kar-
bonade, gehaktballen, braad-
worst, lever, roux, eieren,
omelets, oliebollen
Aardappel koekjes, lende-
stukken, steaks, pannenkoe-
ken
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
Naar behoef-
te
5-25 min. Tussendoor omroeren
10-40 min. Met deksel bereiden
25-50 min.
20-45 min.
60-150 min.
Voortdurend
bakken
5-15 min.
per pan
Afdekken
Minimaal dubbele hoe-
veelheid vloeistof aan de
rijst toevoegen, melkge­rechten tussendoor roe-
ren
Bij groente weinig vocht
toevoegen (een paar eet-
gebruiken, bijvoorbeeld:
lepels)
Weinig vloeistof
¼ l water per
max.
750 g aardappels
Tot 3 l vloeistof plus in-
grediënten
Tussendoor keren
Tussendoor keren
Page 23
23Toepassingen, tabellen en tips
3 Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de hoogste kookstand in
te stellen en vervolgens gerechten met een langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden.
1
Bakken
Oververhitte vetten en oliën vatten zeer snel vlam. Let op! Brandgevaar!
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring of Conventioneel Bakvormen
Voor Conventioneel zijn vormen van donker metaal en gecoate vormen geschikt.
Voor Hete luchtmet ring zijn ook vormen van licht metaal geschikt.
Inbrengsleuven
Bakken met Conventioneel is altijd slechts op één niveau mogelijk.
Met Hete luchtmet ring kunt u op maximaal 3 bakplaten tegelijk bakken:
1 bakplaat: bijvoorbeeld inzetniveau 3
1 bakvorm: bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten: bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
3 bakplaten: inzetniveau 1, 3 en 5
Page 24
Toepassingen, tabellen en tips24
Algemene aanwijzingen
Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen!
U kunt met Conventioneel of Hete luchtmet ring ook twee vormen tegelijk
naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces duurt nauwelijks langer.
3 Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diep­gevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoor­schriften, tijden en inzetniveaus.
De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
Wij adviseren om de eerste keer de laagste temperatuurwaarde in te stellen en pas in­dien gewenst, bijv. als een sterkere bruining is gewenst of als de baktijd te lang duurt, een hogere temperatuur te kiezen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk gebak.
Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de bak­tijd 10-15 minuten langer zijn.
Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op één niveau.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag vertonen als uw oude apparaat. Pas daarom de instellingen (temperatuur, baktijden) en inzetniveaus zoals u die gewend bent aan de aanbevelingen in de onderstaande tabel aan.
2 Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om de nawarmte te gebruiken. Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het plaatsen van een gerecht in de koude oven.
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
Soort
gebak
Gebak in vormen
Tulband Hete luchtmet ring 1 150-160 0:50-1:10
Zandgebak/koningstaart Hete luchtmet ring 1 140-160 1:10-1:30
Biscuittaart Hete luchtmet ring 1 140 0:25-0:40
Biscuittaart Conventioneel 1 160 0:25-0:40
Ovenfunctie
Inzet-ni-
veau
Tempe-ra-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Page 25
25Toepassingen, tabellen en tips
Soort
gebak
Taartbodem van zandtaart-
Ovenfunctie
Inzet-ni-
veau
Hete luchtmet ring 3 170-180
Tempe-ra-
tuur
°C
1)
Tijd
uur: min.
0:10-0:25
deeg
Taartbodem van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-170 0:20-0:25
Dichte appeltaart Conventioneel 1 170-190 0:50-1:00
Appeltaart (2 vormen
Hete luchtmet ring 1 160 1:10-1:30
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Appeltaart (2 vormen
Conventioneel 1 180 1:10-1:30
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche
Hete luchtmet ring 1 160-180 0:30-1:10
lorraine)
Kwarktaart Conventioneel 1 170-190 1:00-1:30
Gebak op het bakblik
Gistbroodje/-krans Conventioneel 3 170-190 0:30-0:40
1)
230
160-180
1)
1)
1)
0:40-1:00
0:25
0:30-1:00
0:15-0:30
0:10-0:20
Kerststol Conventioneel 3 160-180
Brood (roggebrood)
Conventioneel 1
-eerst
-dan
Roomsoezen/tompoezen Conventioneel 3 160-170
Biscuitrol Conventioneel 3 180-200
Kruimelgebak droog Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40
Boter-/suikerkoek Conventioneel 3 190-210
Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)
Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)
2)
2)
Vruchtentaart op zandtaart-
Hete luchtmet ring 3 150 0:35-0:50
Conventioneel 3 170 0:35-0:50
Hete luchtmet ring 3 160-170 0:40-1:20
1)
0:15-0:30
deeg
Plaatkoek met kwetsbaar be-
Conventioneel 3 160-180
1)
0:40-1:20 leg (bijv. kwark, room, ho­ning)
Pizza (met veel beleg)
2)
Hete luchtmet ring 1 180-200
Pizza (dun) Hete luchtmet ring 1 200-220
1)
1)
0:30-1:00
0:10-0:25
Turks brood Hete luchtmet ring 1 200-220 0:08-0:15
Zwitsers fruitpuddinkje Hete luchtmet ring 1 180-200 0:35-0:50
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:06-0:20
Sprits Hete luchtmet ring 3 140 0:20-0:30
Page 26
Toepassingen, tabellen en tips26
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-ni-
veau
Sprits Conventioneel 3 160
Tempe-ra-
tuur
°C
1)
Tijd
uur: min.
0:20-0:30
Koekjes van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:15-0:20
Schuimgebak, baiser Hete luchtmet ring 3 80-100 2:00-2:30
Bitterkoekjes Hete luchtmet ring 3 100-120 0:30-0:60
Koekjes van gistdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40
Koekjes van bladerdeeg Hete luchtmet ring 3 170-180
Broodjes Hete luchtmet ring 3 160
Broodjes Conventioneel 3 180
Kleine cakejes (20stuks/blik) Hete luchtmet ring 3 140
Kleine cakejes (20stuks/blik) Conventioneel 3 170
1)
0:20-0:30
1)
1)
1)
1)
0:20-0:35
0:20-0:35
0:20-0:30
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Bakken op meerdere niveaus
Hetelucht met
ring
Soort gebak
Niveau van onderen
2 niveaus 3 niveaus
Gebak op de bakplaat
Roomsoezen/tompoezen 1/4 --- 160-180
Droog kruimelgebak 1/3 --- 140-160 0:30-0:60
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg 1/3 1/3/5 150-160 0:15-0:35
Sprits 1/3 1/3/5 140 0:20-0:60
Koekjes van roerdeeg 1/3 --- 160-170 0:25-0:40
Schuimgebak, baiser 1/3 --- 80-100 2:10-2:50
Bitterkoekjes 1/3 --- 100-120 0:40-1:20
Met gist gebakken koekjes 1/3 --- 160-170 0:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg 1/3 --- 170-180
Broodjes 1/4 --- 160 0:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik) 1/4 --- 140
1) Oven voorverwarmen
Hete luchtmet
ring
Tempera-
tuur ºC
1)
1))
1)
Tijd
uur: min.
0:35-0:60
0:30-0:50
0:25-0:40
Page 27
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van het ge­bak is te licht van kleur
Het gebak zakt in (wordt klef, papperig, vochtig)
Gebak is te droog Te lage baktemperatuur Baktemperatuur hoger instellen
Gebak wordt ongelijkma­tig bruin
Gebak wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd
Verkeerde inschuifhoogte Gebak lager inschuiven
Te hoge baktemperatuur Baktemperatuur iets lager in-
stellen
Te korte baktijd Baktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden verkort door een hogere bak­temperatuur
Te veel vocht in het deeg Gebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bij­zonder bij het gebruik van keu­kenmachines
Te lange baktijd Baktijd verkorten
Te hoge baktemperatuur en te korte baktijd
Het deeg is ongelijkmatig ver­deeld
Baktemperatuur lager instellen en baktijd verlengen
Het deeg gelijkmatig over de bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Te lage temperatuur Baktemperatuur iets hoger in-
stellen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
27Toepassingen, tabellen en tips
Page 28
Toepassingen, tabellen en tips28
Tabel Pizza hetelucht
Soort gebak Inzetniveau
Temperatuur
°C
Pizza (dun) 1 180 - 200
1)
Tijd
uur: min.
20 - 30
Pizza (met veel beleg) 1 180 - 200 20 - 30
Swabische pizza 1 180 - 200 45 - 60
Spinazietaart 1 160 -180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 40 - 50
Kwarktaart, rond 1 140 - 160 60 - 90
Kwarktaart op bakplaat 1 140 - 160 50 - 60
Appeltaart, dicht 1 150 - 170 50 - 70
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Turks brood 1 250 - 270
Bladerdeegtaart 1 160 - 180
Flammekuchen (brood) 1 250 - 270
Piroggen (gevulde broodjes) 1 180 - 200
1)
1)
1)
1)
10 - 20
40 - 50
12 - 20
15 - 25
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Pastaschotel Conventioneel 1 180-200 0:45-1:00
Lasagne Conventioneel 1 180-200 0:25-0:40
Gegratineerde groente
Gegratineerd stokbrood
1)
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Zoete ovenschotels Conventioneel 1 180-200 0:40-0:60
Visschotels Conventioneel 1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente Infratherm 1 160-170 0:30-1:00
1) Oven voorverwarmen
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Page 29
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
29Toepassingen, tabellen en tips
Braden
Gerecht Ovenfunctie
Diepvriespizza Conventioneel 3
Patates frites (300-600 g)
Stokbrood Conventioneel 3
Vruchtentaart Conventioneel 3
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
1)
Infratherm 3 200-220
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Tijd
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Ovenfunctie: Conventioneel of Infratherm Braadservies
Om te braden is ieder hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
Grote braadstukken kunt u direct in de braadslede braden of op het rooster met
hieronder de braadslede.
Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op deze manier blijft het vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder deksel braden.
3 Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Wij raden u aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
een beetje vloeistof in het braadservies te doen.
Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) keren.
Grote braadstukken en gevogelte gedurende de braadtijd meerdere keren met braad-
vocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om te profiteren van de restwarmte.
Page 30
Toepassingen, tabellen en tips30
Braadtabel
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Rundvlees
Stoofvlees 1-1,5 kg
Rosbief of ossenhaas per cm dikte
- Van binnen rood (ra­re)
- van binnen roze (medium)
- doorbakken (well done)
Varkensvlees
Schouderstuk, nek­stuk, ham
Kotelet, casselerrib 1-1,5 kg Infratherm 1 170-180 1:00-1:30
Gehakt 750 g-1 kg Infratherm 1 160-170 0:45-1:00
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 1 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kalfsbout 1,5-2 kg Infratherm 1 160-180 2:00-2:30
Lamsvlees
Lamsbout, lamsgebraad
Lamsrug 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:00-1:30
Wild
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg
Ree-/hertenbout 1,5-2 kg
Gevogelte
Stukken gevogelte
Halve kip
Kip, poularde 1-1,5 kg Infratherm 1 190-210 0:45-1:15
Eend 1,5-2 kg Infratherm 1 180-200 1:15-1:45
per cm
dikte
per cm
dikte
per cm
dikte
1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
1-1,5 kg Infratherm 1 150-170 1:15-2:00
per 200-
250g
per 400-
500g
Conventio-
neel
Infratherm 1 190-2001)0:05-0:06
Infratherm 1 180-190 0:06-0:08
Infratherm 1 170-180 0:08-0:10
Conventio-
neel
Conventio-
neel
Conventio-
neel
Infratherm 1 200-220 0:35-0:50
Infratherm 1 190-210 0:35-0:50
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
1 200-250 2:00-2:30
3 220-2501)0:25-0:40
1 210-220 1:15-1:45
1 200-210 1:30-2:15
Tijd
uur: min.
Page 31
31Toepassingen, tabellen en tips
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Gans 3,5-5 kg Infratherm 1 160-180 2:30-3:30
Kalkoen 2,5-3,5 kg Infratherm 1 160-180 1:45-2:30
Kalkoen 4-6 kg Infratherm 1 140-160 2:30-4:00
Vis (stoven)
Hele vissen 1-1,5 kg
1) Oven voorverwarmen
Conventio-
neel
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
1 210-220 0:45-1:15
Vlak-grilleren
Ovenfunctie: Grill klein of Grill groot met maximale temperatuurinstelling
1 Let op: bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
3 De lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen!
Voor grillen het rooster op het aanbevolen gebruiksniveau plaatsen.
De opvangbak altijd op het 1e gebruiksniveau van onderaf plaatsen.
De grilltijden zijn richtwaarden.
Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Grilltabel
Gerecht Inzetniveau
Frikadellen 4 8-10 min. 6-8 min.
Varkenshaas 4 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 4 8-10 min. 6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet 4 6-7 min. 5-6 min.
Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg) 3 10-12 min. 10-12 min.
Geroosterd brood
Snacks op toast 3 6-8 min. ---
1) Niet voorverwarmen
1)
3 4-6 min. 3-5 min.
1e zijde 2e zijde
Tijd
Tijd
°C
uur: min.
Page 32
Toepassingen, tabellen en tips32
Ontdooien
Ovenfunctie: Ontdooien (zonder temperatuurinstelling)
Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aan-
Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen.
Ontdooitabel
zienlijk verlengen.
Gerecht
Kip, 1000 g 100-140 20-30
Vlees, 1000g 100-140 20-30 Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g 90-120 20-30 Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g 25-35 10-15 ---
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 ---
Boter, 250g 30-40 10-1 5 ---
Slagroom, 2 x 200g 80-100 10-15
Gebak, 1400g 60 60 ---
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring
Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en
gedurende de nacht laat afkoelen.
Daarna het gerecht verder laten drogen.
Gerecht
Groenten
Bonen 60-70 3 1 / 4 6-8
Paprika (reepjes) 60-70 3 1 / 4 5-6
Soepgroenten 60-70 3 1 / 4 5-6
Paddestoelen 50-60 3 1 / 4 6-8
Kruiden 40-50 3 1 / 4 2-3
Ontdooitijd
min.
Temperatuur in
°C
Nadooitijd
min.
Kip op een omgekeerd schoteltje in een groot bord leggen Na de helft van de tijd keren
Slagroom kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt
Inzetniveau
1 niveau 2 niveaus
Opmerking
Tijd in uren
(richtwaarde)
Page 33
33Toepassingen, tabellen en tips
Wecken
Gerecht
Fruit
Pruimen 60-70 3 1 / 4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1 / 4 8-10
Appelschijven 60-70 3 1 / 4 6-8
Peren 60-70 3 1 / 4 6-9
Temperatuur in
°C
Inzetniveau
1 niveau 2 niveaus
Tijd in uren
(richtwaarde)
Ovenfunctie: Onderwarmte
Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke glazen van het­zelfde formaat.
Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen blikken zijn on­geschikt.
Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes glazen met elk een
inhoud van één liter plaatsen.
De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn dichtgeklemd.
Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-liter-glazen na ca. 35-60
minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Product
Bessen
Aardbeien, bosbessen, frambozen, rijpe kruisbessen
Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15
Steenvruchten
Peren, kweeperen, pruimen 160-170 35-45 10-15
Groente
1)
Wortels
Paddestoelen
Komkommers 160-170 50-60 ---
Gemengd tafelzuur 160-170 50-60 15
1)
Temperatuur
in°C
160-170 35-45 ---
160-170 50-60 5-10
160-170 40-60 10-15
Wecken tot het pa-
relen begint
in min.
Doorkoken bij
100 °C
in min.
Page 34
Reiniging en onderhoud34
Product
Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20
Bonen 160-170 50-60 ---
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
Temperatuur
in°C
Wecken tot het pa-
relen begint
in min.
Doorkoken bij
100 °C
in min.
Reiniging en onderhoud
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet het apparaat zijn uitgeschakeld en zijn afge-
koeld.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet reingen met een stoom- of hogedrukreiniger.
Let op: geen schuurmiddelen, scherp reinigingsgereedschap of schuursponsjes gebruiken.
Geen bijtende schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers gebruiken om het glas van de ovendeur te reinigen. Hierdoor kan het oppervlak bekrast raken en kan het glas uiteindelijk breken.
Buitenkant apparaat
De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Ovenruimte
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
3 Reinig het apparaat elke keer na het gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te
verwijderen en kunnen niet inbranden. Door de Pyrolyse kan niet verwijderde aanslag verkleuring van de oppervlakte van het materiaal veroorzaken.
1. Voor het reinigen de ovenverlichting inschakelen.
2. De oven elke keer na het gebruik met een sopje afnemen en drogen.
3
Bij hardnekkige verontreiniging met Pyrolyse reinigen.
1 Attentie! Als u ovenspray gebruikt, beslist de aanwijzingen van de fabrikant opvolgen.
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na het gebruik af­wassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker schoonmaken.
Page 35
35Reiniging en onderhoud
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.
Pyrolytische reiniging
1 Waarschuwing: De bakoven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut
uit de buurt houden.
1 Let op! Alvorens de pyrolytische reiniging uit te voeren, moeten alle uitneembare delen
inclusief de inschuifroosters uit de bakoven worden verwijderd.
3 Als u gebruik maakt van de als speciale accessoires leverbare braadsleden, moeten deze
voorafgaand aan de pyrolytische reiniging worden verwijderd.
Als niet alle inschuifroosters of braadsleden zijn verwijderd, verschijnt in de tijdindicatie ’C1’. Het pyrolytische reinigingsproces kan in dit geval door een veiligheidsuitschakeling ter bescherming van de inschuifroosters/braadsleden niet worden gestart.
Pyrolytische reiniging
1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen.
2. Kies de ovenfunctie Pyrolyse .
Op het display verschijnt "3:15",Het symbool Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3 De Licht is buiten werking.
Bij het bereiken van de gespecificeerde temperatuur wordt de deur vergrendeld. De balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld.
Duur van de pyrolytische reiniging veranderen
1. Ga te werk zoals beschreven bij "Pyrolytische reiniging".
2. Zolang Duur knippert, met of de gewenste duur selecteren:
"2:15" of "3:15". Duur knippert ca. 5 seconden. Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3 Indien Duur niet meer knippert, wederom de toets Selectie indrukken en vervolgens de
instelling uitvoeren.
Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen
De uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen 2 min. na het instellen van de pyrolytische reiniging).
Wanneer wordt welke pyrolytische reiniging gebruikt:
P2 - 2:15 = Pyrolyse licht: voor licht vervuilde oven. P1 - 3:15 = Pyrolyse intensief: voor sterk vervuilde oven,
Page 36
Reiniging en onderhoud36
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en rechts in de oven worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
Roosters eerst voor van de ovenwand wegtrek­ken (1) en dan achter losnemen (2).
Inschuifroosters inzetten
3 Belangrijk! De afgeronde einden van de gelei-
dingsstangetjes moeten naar voren wijzen!
Bij het inzetten de roosters eerst achter weer inhangen (1) en dan voor inzetten en aandruk­ken (2).
Page 37
37Reiniging en onderhoud
Ovenverlichting
1 Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp:
oven uitschakelen!zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3 Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven
leggen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en
schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hit­tebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Bakovendeur
Om het binnenste van de bakoven gemakkelijker te kunnen kunt u de bakovendeur van uw apparaat eruit halen.
Bakovendeur eruit halen
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van
de deur volledig uitklappen.
Page 38
Reiniging en onderhoud38
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel­stand (circa 45°).
4. Pak met beide handen de zijkanten van de ba­kovendeur vast en trek de deur van de bakoven schuin naar boven er uit (Let op : Zwaar!).
3 Leg de bakovendeur met de buitenkant naar
boven op een zacht, vlak oppervlak neer, bij­voorbeeld op een deken, om krassen te vermij­den.
Bakovendeur erin schuiven
1. Pak met beide handen de bakovendeur aan de
kant van de greep vast en houd deze in een hoek van circa 45°. Plaats de uitsparingen aan de onderkant van de bakovendeur op de scharnieren van de bakoven. Laat de deur tot de aanslag naar onder glijden.
2. Bakovendeur volledig openen.
Page 39
39Reiniging en onderhoud
3. Zet de klemhendel (A) aan de beide deur­scharnieren terug in de oorspronkelijke positie.
4. Bakovendeur sluiten.
Het glas van deur van de bakoven
De bakovendeur is uitgerust met vier achter elkaar aangebrachte glasplaten. De binnen­ste glasplaten kunnen eraf gehaald worden, tijdens het reinigen.
1 Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral aan de zijkanten van de voorruit, kan het
glas breken.
De glasplaten van de deur demonteren
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van
de deur volledig uitklappen.
Page 40
Reiniging en onderhoud40
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel­stand (circa 45°).
4. Pak de deurafschermer (B) aan de bovenkant van de deuraan beide kanten vast en druk deze naar binnen om de klemvergrendeling los te maken. Trek vervolgens de deurafschermer van boven eraf.
5. Pak de glasplaten een voor een aan de rand vast en trek ze uit de geleiding vanaf boven eruit.
Reinig de glasplaten
Reinig grondig de glasplaten met spoelmiddel. Droog daarna de glasplaat goed af.
Glasplaten weer terug in de deur zetten
1. Schuif aan de onderkant van deur de glasplaten
een voor een schuin vanaf boven in het profiel van de deur en laat ze zakken.
3 De beide kleine glasplaten eerst en daarna de
grote glasplaat.
Page 41
2. Pak de deurafschermer (B) aan de zijkanten vast, breng deze aan de binnenkant van de rand van de deur aan en steek vervolgens de deuraf­schermer (B) op de bovenkant van de deur.
3 Aan de openzijde van de deurafschermer (B)
bevindt zich een geleiderail (C). Deze moet tus­sen de buitenste deurruit en de geleidehoek (D)
erin worden geschoven. De klemvergrendeling (E) moet vast gezet zijn.
41Reiniging en onderhoud
3. Bakovendeur volledig openen.
Page 42
Reiniging en onderhoud42
4. Zet de klemhendel (A) aan de beide deurschar­nieren terug in de oorspronkelijke positie.
5. Bakovendeur sluiten.
Page 43
43Wat is er aan de hand als …
Wat is er aan de hand als
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzones functioneren niet.
De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeld Schakel de oven in
De ovenverlichting valt uit De ovenlamp is defect Vervang de ovenlamp
De pyrolyse functioneert niet (in de tijdindicatie verschijnt C1)
In de tijdindicatie verschijnt F2De deur is niet goed gesloten of
In de tijdindicatie verschijnt een foutcode die hierboven niet is genoemd
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzin-
Gebruiksaanwijzing inbouwkookveld in acht nemen
De dagtijd is niet ingesteld Stel de dagtijd in
De noodzakelijke instellingen zijn niet uitgevoerd
De automatische uitschakeling heeft de oven uitgeschakeld
De zekering in de meterkast is doorgeslagen
Inschuifroosters/braadsleden zijn niet uit de oven verwijderd
de deurvergrendeling is defect
Fout in de elektronica Schakel het apparaat door
Controleer de instellingen
Zie Automatische uitschake­ling
Controleer de zekering. Als de zekering herhaaldelijk door­slaat, neem dan contact op met een erkend elektrotech­nisch installateur.
Verwijder de inschuifroosters/ braadsleden
Sluit de deur goed; schakel het apparaat door middel van de zekering of de aardlekschakelaar in de meterkast uit en weer aan. Verschijnt deze melding va­ker, neem dan contact op met onze serviceafdeling
middel van de zekering of de aardlekschakelaar in de meterkast uit en weer aan. Verschijnt deze melding va­ker, neem dan contact op met onze serviceafdeling
gen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling.
1 Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden.
3 Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de ga-
rantieperiode in rekening gebracht.
Page 44
Afvalverwerking44
3 Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de oven­deur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster.
Afvalverwerking
2 Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunst­stoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpak­kingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Het symbool huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden ge­bracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten
voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijde­ren.
Page 45
45Afvalverwerking
Page 46
Afvalverwerking46
Page 47
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afde­ling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de vol­gende gegevens nodig:
ModelaanduidingProductnummer (PNC)Serienummer (S-No.)
Soort storingEventuele foutmelding die het apparaat aan-
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde num­mers van uw apparaat bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
47Service
(u vindt deze nummers op het typeplaatje)
geeft
S-No: .....................................
Page 48
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl www.aeg-electrolux.be
387 996 414-A-030609-01 Wijzigingen voorbehouden
Loading...