Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar de gebruiksaanwijzing zodat deze later kan worden geraadpleegd.
Geef deze gebruiksaanwijzing door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1 Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Aanwijzingen ten behoeve van uw persoonlijke veiligheid.
Let op! Aanwijzingen om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen:
5
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richt-
lijn 92/31/EEG
– 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn
Elektrische veiligheid
• Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden
aangesloten.
• Bij storingen aan het apparaat of beschadiging van het glaskeramiek
(breuken, sprongen resp. scheuren) moet het apparaat worden uitgeschakeld en worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
• Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen
worden uitgevoerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze serviceafdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden worden gebruikt voor het
koken, braden en bakken van levensmiddelen.
• Gebruik de kookplaat niet om de ruimte te verwarmen.
• Oververhit vet en olie zijn licht ontbrandbaar. Wanneer u levensmid-
delen in vet of olie (bijvoorbeeld patat) bereidt, moet u tijdens de bereiding in de buurt blijven en opletten.
• Wanneer u pannen met met een lange steel gebruikt, dient u de steel
zodanig te draaien dat deze niet buiten de kookplaat uitsteekt. Let
daarbij tevens op dat de steel zich niet boven een hete of warme
kookzone bevindt.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Aansluitsnoeren mogen
niet in de buurt komen van hete kookplaten of onder de hete ovendeur beklemd raken.
• Schakel de kookzones na ieder gebruik uit.
5
• Waarschuwing: Gevaar voor verbranding! Tijdens het gebruik
wordt de binnenzijde van de oven heet.
• Wanneer u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan er
eventueel een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Doe
de deur in dit geval voorzichtig open. Werk daarbij niet met gloeiende voorwerpen, vonken of vuur.
3Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten,
een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die
reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het
apparaat
• Gebruik de kookplaat niet als werkblad of aanrecht.
• Gebruik de kookzones niet met lege pannen of zonder pan.
• Let op dat geen zuurhoudende vloeistoffen, bijvoorbeeld azijn, ci-
troensap of kalkoplossende middelen, op de kookplaat terecht komen,
omdat hierdoor doffe plekken ontstaan.
• Scherpe en harde voorwerpen die op de kookplaat vallen, kunnen
deze beschadigen.
• Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten uit de buurt
van het glaskeramische vlak, bijvoorbeeld kunststof, aluminiumfolie
of huishoudfolie. Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat smelten, dan moet dit direct met de glasschraper worden verwijderd.
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten,
pannen, enzovoort op de bodem omdat daarmee het email van de
oven door de ontstane hitteconcentratie wordt beschadigd.
• Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die
niet kunnen worden verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
• Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
• Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email
worden beschadigd en kunnen verkleuringen ontstaan.
• Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste
glasplaat, kan het glas breken.
• Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van
de oven kan dit ontbranden.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor worden beschadigd.
6
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
2
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten af-
gedankt apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
7
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
Servieslade
8
Bedieningspaneel
Bedrijfscontrolelampje
Kookzoneschakelaar
Kookplaat
Eénkringskookzone
1200W
Klokfunctietoetsen
Ovenfuncties
Tijdsindicatie
Temperatuurkeuze
Dampafvoer oven
Temperatuurcontrolelampje
Kookzoneschakelaar
Braadzone
2400W
Tweekrings-kookzone
2200W
Restwarmte-
indicaties
Eénkringskookzone
1200W
9
Uitrusting oven
Bovenwarmte en grillelement
Inzetniveaus
Accessoires oven
Combi-rooster
Voor servies, bakvormen, braden en
grilleren.
Ovenverlichting
Vetfilter
Verwarmingselement in
de achterwand
Ventilator
Onderwarmte
Uitneembaar inschuifrooster
10
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Braadslede
Om te braden resp. als opvangblik
voor vet
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert het functielampje Dagtijd
automatisch.
1. Om een reeds ingestelde dagtijd te
veranderen drukt u de toets
Selectie zo vaak in, tot het functielampje Dagtijd knippert.
2. Met de toets of de juiste tijd
instellen.
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd aan.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3De dagtijd kan alleen worden gewij-
zigd als er geen automatische functie (Duur of Einde) is
ingesteld.
11
Reinigen voor het in gebruik nemen
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u het grondig reinigen.
De glaskeramische kookplaat afnemen met een vochtige doek.
1 Let op: gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen! U zou
de oppervlakken hiermee kunnen beschadigen.
3Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijgbare
onderhoudsmiddelen.
1. Functiekiezer instellen op verlichting .
2. Neem alle toebehoren en inschuifroosters uit de oven en reinig ze met
een warm sopje.
3. Maak ook de oven schoon met een warm sopje en wrijf deze vervolgens
droog.
4. Neem de voorzijde van het apparaat af met een vochtige doek.
12
Bediening van de kookplaat
Bij het inschakelen van een kookzone kan deze kort zoemen. Dat is een
3
eigenschap van alle glaskeramische kookzones en heeft geen negatieve
invloed op het functioneren of de levensduur van het apparaat.
Kookstanden
• U kunt de kookstanden instellen in de bereiken 1 - 9.
• Tussenstanden zijn mogelijk in de bereiken 2 - 7.
1 = laagste vermogen
9 = hoogste vermogen
= inschakeling tweekrings-kookzone
2Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd
uit om gebruik te maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische
energie.
links voorlinks achterrechts achterrechts voor
Kookzoneschakelaar
3Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt
dan naar buiten.
13
Kookstand instellen
1. Kookstand kiezen.
2. Om te stoppen met koken
terugdraaien naar de uit-stand.
3Het bijbehorende kookzone-
bedrijfscontrolelampje brandt zolang
de kookzone in gebruik is.
14
Tweekrings-kookzone en braadzone inschakelen
1 De schakelaar voor de tweekrings-kookzone of braadzone wordt
rechtsom ingeschakeld en mag niet voorbij de aanslag worden gedraaid!
1. Draai de schakelaar voor de tweekrings-/braadzone rechtsom. Verder
draaien voorbij stand 9 en voorbij een
lichte weerstand tot op het
symbool, tot een duidelijk voelbare
aanslag.
2. Vervolgens terugdraaien naar de gewenste kookstand.
3. Om te stoppen met koken terugdraaien naar de uit-stand.
3Bij het opnieuw inschakelen van de tweekrings-/braadzone moet de
grootste verwarmingskring weer worden ingeschakeld.
Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie gaat branden, zodra de betreffende kookzone
heet is.
1 Waarschuwing! Verbrandingsgevaar door restwarmte. Na het uitscha-
kelen duurt het nog enige tijd voordat de kookzones zijn afgekoeld.
Houd rekening met de restwarmte.
2Restwarmte kan worden gebruikt voor het smelten en warm houden
van gerechten.
15
Bedienen van de oven
De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en tempe-
3
ratuurkeuze uitgerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende
schakelaar. De schakelaar komt dan naar buiten.
Oven in- en uitschakelen
Bedrijfscontrolelampje
OvenfunctiesTemperatuurkeuze
1. Zet de functiekiezer van de oven in de gewenste stand.
2. Zet de temperatuurkiezer op de gewenste
temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de verwarming van de
oven aan staat.
3. Om de oven uit te schakelen moet u de functiekiezer en de temperatuurkiezer van de oven beide in de UIT stand zetten.
Temperatuurcontrolelampje
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder
lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
16
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
OvenfunctieToepassing
Ovenverlichting Met deze functie kunt u de bin-
HeteluchtVoor het bakken op maximaal
Multi Hetelucht Voor het bakken op maximaal
Boven- en onderwarmte
OnderwarmteVoor het afbakken van gebak met
OntdooienVoor het gedeeltelijk of geheel
Grill Voor het grilleren van vlakke le-
Grote grill Voor het grilleren van vlakke le-
InfrathermVoor het braden van grotere stuk-
nenzijde van de oven verlichten,
bijvoorbeeld om deze schoon te
maken.
twee niveaus.
Stel de temperatuur van de oven
20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven
20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
Voor het bakken en braden op één niveau.
een brosse bodem.
ontdooien van bijvoorbeeld gebak, boter, brood, fruit of andere
bevroren levensmiddelen.
vensmiddelen, die in het midden van het rooster worden geplaatst
en om te roosteren.
vensmiddelen in grotere hoeveel-heden en om te roosteren.
ken vlees of gevogelte op één niveau.
Deze functie is ook geschikt voor
gratineren.
Verwarmingsele-
ment/ventilator
---
Bovenwarmte,
onderwarmte,
ventilator
Verwarmingselement achterwand,
ventilator
Bovenwarmte,
onderwarmte
Onderwarmte
Ventilator
Grill
Grill, bovenwarmte
Grill, bovenwarmte,
ventilator
17
Rooster, bakplaat en braadslede plaatsen
3Kantelbeveiliging
Alle inschuifdelen hebben links en rechts een kleine uitholling. Deze
uitholling dient als kantelbeveiliging en moet altijd naar achteren wijzen.
Bakplaat resp. braadslede plaatsen:
De kantelbeveiliging moet naar achteren wijzen.
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de
beide geleiders naar boven wijzen.
De kantelbeveiliging moet naar onderen wijzen en moet zich achter in
de oven bevinden.
18
Rooster en bakplaat resp. braadslede plaatsen:
Bij het gelijktijdig gebruiken van het
rooster en de bakplaat resp. braadslede moet de kantelbeveiliging van
het rooster precies in de welvingen
van de bakplaat resp. de braadslede
worden geplaatst.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij
het braden, om het verwarmingse-
lement in de achterwand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken
en de beide steuntjes van boven
naar beneden in de opening tegen de achterwand van de oven
(ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en naar boven uit de
oven nemen.
19
Klokfuncties
TijdsindicatieFunctielampjesFunctielampjes
Toets
Toets Selectie
Toets
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
20
3Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
• Na het selecteren van een functie knippert het bijbehorende functie-
lampje ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kunnen met de toetsen
of de gewenste tijden worden ingesteld.
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje op-
nieuw ca. 5 seconden. Daarna blijft het functielampje branden. De ingestelde tijd begint te lopen.
• De signaaltoon kan worden uitgeschakeld door op een willekeurige
toets te drukken.
• De gewenste ovenfunctie en oventemperatuur kunnen voor of na het
instellen van de klokfuncties Duur en Einde worden gekozen.
• Na afloop van het bereidingsproces draait u de schakelaars voor de
ovenfunctie en de temperatuurkeuze weer op de positie UIT.
2Uitschakelen van de tijdsaanduiding
Door het uitschakelen van de tijdsaanduiding kunt u energie besparen.
Tijdsaanduiding uitschakelen
Druk twee willekeurige toetsen net zo lang in tot de aanduiding donker
wordt (ca. 10 seconden).
Tijdsaanduiding inschakelen
Druk twee willekeurige toetsen zo lang in tot de dagtijd weer in het
display verschijnt (ca. 10 seconden).
3Het display kan alleen worden uitgeschakeld wanneer niet een van de
klokfuncties Duur, Einde of Kookwekker in gebruik is.
21
Kookwekker
1. Toets Selectie zo vaak indrukken,
tot het functielampje
Kookwekker knippert.
2. Met de toets of de gewenste
Kookwekker instellen (max. 2 uur 30
minuten).
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie
de resterende tijd aan.
Het functielampje Kookwekker
brandt.
22
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje en klinkt er
gedurende 2 minuten een signaal.
De signaaltoon kan worden uitgeschakeld door op een willekeurige
toets te drukken.
Duur
1. Toets Selectie zo vaak indrukken,
tot het functielampje Duur knippert.
2. Met de toets of de gewenste
bereidingstijd instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie terug naar de dagtijd. Het
functielampje Duur brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje, klinkt er gedurende 2 minuten een signaal en
wordt de oven uitgeschakeld.
3. De signaaltoon en het programma
kunnen worden uitgeschakeld door
op een willekeurige toets te drukken.
23
Einde
1. Toets Selectie zo vaak indrukken,
tot het functielampje Einde knippert.
2. Met de toets of de gewenste
uitschakeltijd instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie terug naar de dagtijd.
Het functielampje Einde brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje, klinkt er gedurende 2 minuten een signaal en
wordt de oven uitgeschakeld.
3. De signaaltoon en het programma
kunnen worden uitgeschakeld door
op een willekeurige toets te drukken.
24
Duur en Einde gecombineerd
3Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt wanneer de
oven op een later tijdstip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
1. Met de functie Duur de tijd in-
stellen, die het gerecht nodig heeft.
In dit geval 1 uur.
2. Met de functie Einde het tijdstip
instellen, waarop het gerecht klaar
moet zijn.
In dit geval 14:05.
De functielampjes Duur en
Einde branden en in het display
wordt de tijd aangegeven.
In dit geval 12:05.
De oven wordt op het berekende
tijdstip automatisch ingeschakeld.
In dit geval 13:05.
En na afloop van de ingevoerde
duur wordt de oven weer uitgeschakeld.
In dit geval 14:05.
25
Toepassingen, tabellen, tips
Pannen
• Goede pannen herkent u aan de bodem. De bodem moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
• Let bij het kopen van pannen op de diameter van de bodem. Fabri-
kanten geven vaak de diameter van de bovenste rand van de pan aan.
• Pannen met een aluminium of koperen bodem kunnen metaalachtige
verkleuringen op de glaskeramische plaat achterlaten die moeilijk of
helemaal niet meer te verwijderen zijn.
• Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met een beschadigde
bodem met ruwe plekken en bramen. Bij het verschuiven kunnen blijvende krassen ontstaan.
• In koude toestand is de panbodem
normaliter iets naar binnen gewelfd (hol). De panbodem mag in
geen geval naar buiten gewelfd
(bol) zijn.
• Let op de aanwijzingen van de fa-
brikant, als u speciale pannen gebruikt (bijv. snelkookpan wok, enz.).
2Tips voor het besparen van energie
• De kookzone pas inschakelen als er een pan op staat.
• Pannen indien mogelijk altijd met
een deksel afsluiten.
• Kookzones vóór het einde van de
kooktijd uitschakelen om gebruik
te maken van de restwarmte, bijv.
om gerechten warm te houden of
om levensmiddelen te smelten.
• Panbodem en kookzone moeten
even groot zijn.
26
Kooktabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van pata-
Naar be-
hoefte
5-25 min.Tussendoor omroeren
10-40 min.Met deksel bereiden
25-50 min.
20-45 min.
60-150
min.
Voortdu-
rend bakken
5-15 min.
per pan
tes frites
Afdekken
Minimaal dubbele
hoeveelheid vloeistof
aan de rijst toevoegen,
melkgerechten tussen-
door roeren
Bij groente weinig
vocht toevoegen (een
paar eetlepels)
Weinig vloeistof
gebruiken, bijvoor-
beeld: max.
per 750 g aardappels
Tot 3 l vloeistof plus
Tussendoor keren
Tussendoor keren
¼ l water
ingrediënten
27
3Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de
hoogste kookstand in te stellen en vervolgens gerechten met een
langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden.
1 Oververhit vet en olie is licht ontbrandbaar. Wanneer u levensmiddelen
in vet of olie (bijvoorbeeld patates frites) bereidt, dient u in de buurt te blijven.
28
Bakken
Ovenfunctie: Hetelucht, Multi Hetelucht of Boven- en
onderwarmte.
Bakvormen
• Voor Boven- en onderwarmte zijn vormen van donker metaal en
gecoate vormen geschikt.
• Voor Hetelucht resp. Multi Hetelucht zijn ook vormen van licht
metaal geschikt.
Gebruiksniveaus
• Bakken met Boven- en onderwarmte en Hetelucht is op één ni-
veau mogelijk.
• Met Multi Hetelucht kunt u op maximaal 3 bakplaten tegelijk bak-
ken:
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 3
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
3 bakplaten:
inzetniveau 1, 3 en 5
29
Algemene aanwijzingen
• Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen!
• U kunt met Boven- en onderwarmte of Hetelucht ook twee
vormen tegelijk naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces
duurt nauwelijks langer.
3Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het
gaarproces kromtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur.
Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
Aanwijzigen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende
temperatuurvoorschriften, baktijden en inzetniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid
en de bakvorm.
• Als u voor de eerste keer gaat bakken, raden wij aan de laagste temperatuurwaarde in te stellen en pas als het nodig is een hogere temperatuur te kiezen (bijvoorbeeld wanneer het gebak niet bruin
genoeg is of wanneer de baktijd te lang is).
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept,
kijkt u dan bij een soortgelijk gebak.
• Bij het bakken van gebak op bakplaten of in vormen op meerdere niveaus kan de baktijd zo’n 10-15 minuten langer zijn.
• Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op
één niveau.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de tempera-tuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het gebak
overal even bruin.
2Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van
de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het
plaatsen van een gerecht in de koude oven.
30
Baktabel
Soort
gebak
Gebak in vormen
TulbandHetelucht1150-1600:50-1:10
Zandgebak/
driekoningenkoek
BiscuittaartHetelucht11400:25-0:40
BiscuittaartBoven- en
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem van roerdeegHetelucht3150-1700:20-0:25
Dichte appeltaartBoven- en
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche
lorraine)
KwarktaartBoven- en
Gebak op de bakplaat
Gistbroodje/-kransBoven- en
KerststolBoven- en
Brood (roggebrood)
-eerst
-dan
Roomsoezen/tompoezenHetelucht3160-1701)0:15-0:30
BiscuitrolBoven- en
Kruimelgebak droogHetelucht3150-1600:20-0:40
Boter-/suikerkoekBoven- en
Ovenfunctie
Hetelucht1140-1601:10-1:30
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
onderwarmte
Hetelucht11601:10-1:30
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
onderwarmte
onderwarmte
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
onderwarmte
onderwarmte
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur °C
21600:25-0:40
3180-2000:10-0:25
1170-1900:50-1:00
11801:10-1:30
1180-2000:30-1:10
1170-1901:00-1:30
3170-1900:30-0:40
3160-1801)0:40-1:00
2
250
160-180
3180-2001)0:10-0:20
3190-2101)0:15-0:30
uur: min.
1)
0:30-1:00
Tijd
0:20
31
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur °C
Tijd
uur: min.
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
2)
Vruchtentaart op zandtaartdeeg
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijv. kwark, room,
Hetelucht31500:35-0:50
Boven- en
31700:35-0:50
onderwarmte
Boven- en
3170-1900:40-1:20
onderwarmte
Boven- en
3160-1800:40-1:20
onderwarmte
puddingvulling)
Pizza (met veel beleg)
2
Boven- en
1190-2101)0:30-1:00
onderwarmte
Pizza (dun)Boven- en
1230-2501)0:10-0:25
onderwarmte
Turks broodBoven- en
1250-2700:08-0:15
onderwarmte
Zwitsers fruitpuddinkjeBoven- en
1200-2200:35-0:50
onderwarmte
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeegHetelucht3150-1600:06-0:20
Koekjes van zandtaartdeegHetelucht1 / 3150-1600:06-0:20
SpritsHetelucht31400:20-0:30
SpritsHetelucht1 / 31400:25-0:40
SpritsBoven- en
3160
1)
0:20-0:30
onderwarmte
Koekjes van roerdeegHetelucht3150-1600:15-0:20
Koekjes van roerdeegHetelucht1 / 3150-1600:15-0:20
Schuimgebak, baiserHetelucht380-1002:00-2:30
BitterkoekjesHetelucht3100-1200:30-0:60
Met gist gebakken koekjesHetelucht3150-1600:20-0:40
Koekjes van bladerdeegHetelucht3170-1801)0:20-0:30
BroodjesHetelucht3160
BroodjesBoven- en
3180
1)
1)
0:20-0:35
0:20-0:35
onderwarmte
Kleine cakejes (20stuks/blik)Hetelucht3140
1)
0:20-0:30
32
Soort
gebak
Kleine cakejes (20stuks/blik)Hetelucht1 / 4140
Kleine cakejes (20stuks/blik)Boven- en
Koekjes van zandtaartdeeg1/31/3/5150-1600:15-0:35
Sprits1/31/3/51400:20-0:60
Koekjes van roerdeeg1/3---160-1700:25-0:40
Schuimgebak, baiser1/3---80-1002:10-2:50
Bitterkoekjes1/3---100-1200:40-1:20
Met gist gebakken koekjes1/3---160-1700:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg1/3---170-1801)0:30-0:50
Broodjes1/4---1600:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik)1/4---140
1) Oven voorverwarmen
Soort gebak
Hetelucht
Multi
Hetelucht
Niveau van onderen
2 niveaus3 niveaus
Tempera-
tuur ºC
1)
1))
Tijd
uur: min.
0:35-0:60
0:25-0:40
33
Baktips
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van het
Verkeerde inschuifhoogteGebak lager inschuiven
gebak is te licht van
kleur
Het gebak zakt in
(wordt klef, papperig,
vochtig)
Te hoge baktemperatuurBaktemperatuur iets lager
instellen
Te korte baktijdBaktijd verlengen
Baktijden kunnen niet
worden verkort door een
hogere baktemperatuur
Te veel vocht in het deegGebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het
bijzonder bij het gebruik van
keukenmachines
Gebak is te droogTe lage baktemperatuurBaktemperatuur hoger in-
stellen
Te lange baktijdBaktijd verkorten
Gebak wordt ongelijk-
matig bruin
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Het deeg is ongelijkmatig ver-
deeld
Baktemperatuur lager instellen en baktijd verlengen
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatstVetfilter verwijderen
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangegeven baktijd
Te lage temperatuurBaktemperatuur iets hoger
instellen
Vetfilter is geplaatstVetfilter verwijderen
34
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Ovenfunctie: Grill of Grote grill met maximale temperatuurinstelling
1 Let op: bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
3De lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen!
• Voor het grilleren moeten zowel het rooster als de braadslede worden
gebruikt.
• De grilltijden zijn richtwaarden.
• Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Grilltabel
GerechtInzetniveauTijd
1e zijde2e zijde
Frikadellen48-10 min.6-8 min.
Varkenshaas410-12 min.6-10 min.
Braadworst48-10 min.6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet46-7 min.5-6 min.
Runderfilet, rosbief
(ca. 1 kg)
Geroosterd brood
Snacks op toast36-8 min.---
• Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
• Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de
ontdooitijd aanzienlijk verlengen.
• Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van on-
deren.
Ontdooitabel
Gerecht
Kip, 1000 g100-14020-30
Vlees, 1000g100-14020-30Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g90-12020-30Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g25-3510-15--Aardbeien, 300g30-4010-20--Boter, 250g30-4010-15--Slagroom, 2 x
200g
Gebak, 1400g6060---
Ontdooi-
tijd
min.
80-10010-15
Nadooitijd
min.
Opmerking
Kip op een omgekeerd schoteltje in
een groot bord leggen
Na de helft van de tijd keren
Slagroom kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt
40
Wecken
Ovenfunctie: Onderwarmte
• Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke
glazen van hetzelfde formaat.
• Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen
blikken zijn ongeschikt.
• Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
• Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes
glazen met elk een inhoud van één liter plaatsen.
• De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn
dichtgeklemd.
• Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
• Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de
oven ontstaat.
• Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-literglazen na ca. 35-60 minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de
temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
41
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Waarschuwing: voor het schoonmaken moet het apparaat zijn uitge-
1
schakeld en afgekoeld.
Waarschuwing: uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan
het apparaat met een stoom- of een hogedrukreiniger schoon te maken.
Let op: gebruik geen schuurmiddelen, agressieve schoonmaakmiddelen of schurende voorwerpen.
Buitenzijde van het apparaat
• Neem de voorzijde van het apparaat af met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen.
Kookplaat
1 Let op: Schoonmaakmiddelen mogen niet op de hete glaskeramische
plaat terecht komen! Alle schoonmaakmiddelen moeten na het schoonmaken met voldoende schoon water worden verwijderd, omdat ze bij
het weer verwarmen bijtend werken. De kookplaat mag alleen worden
schoongemaakt wanneer deze koud is!
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, zoals bijvoorbeeld grillof ovensprays, grove schuurmiddelen resp. krassende pannensponzen.
3Maak de glaskeramische kookplaat na ieder gebruik schoon, wanneer
deze nog slechts handwarm of koud is. Zo voorkomt u het inbranden
van vuil.
Kalk- en watersporen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen kunnen met een in de handel verkrijgbaar schoonmaakmiddel
voor glaskeramiek of roestvrij staal worden verwijderd. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant.
Lichte verontreinigingen
1. Maak de glaskeramische plaat schoon met een vochtige doek en een
klein beetje handafwasmiddel.
2. Wrijf de plaat vervolgens droog met een schone doek. Er mogen geen
restanten van schoonmaakmiddelen achterblijven op het oppervlak.
43
Vastzittend vuil
1. Voor het verwijderen van overgekookte etenswaren of vastzittende
spatten gebruikt u een glasschraper.
2. Plaats de glasschraper schuin op de glaskeramische plaat.
3. Verwijder verontreinigingen door de schraper over het oppervlak te la-
ten glijden.
3Glasschrapers en speciaal schoonmaakmiddel voor glaskeramiek zijn
verkrijgbaar in de vakhandel.
1 Speciale verontreinigingen
1. Ingebrande suiker, gesmolten kunststof, aluminiumfolie of andere materialen die kunnen smelten direct, nog in hete toestand verwijderen
met een glasschraper.
1 Let op: bij het gebruiken van de glasschraper op de hete kookzone be-
staat er gevaar voor verbranding!
2. Maak de afgekoelde kookplaat vervolgens normaal schoon.
3Wanneer de kookzone met daarop gesmolten materiaal reeds is afge-
koeld, dient u de kookplaat opnieuw te verwarmen voordat u deze
schoonmaakt.
Krassen of donkere vlekken op de glaskeramische plaat, die bijvoorbeeld
zijn veroorzaakt door scherpkantige pannenbodems, kunnen niet worden verwijderd. Deze hebben echter geen invloed op het functioneren
van de kookplaat.
44
Raam van de kookplaat
1 Attentie! Geen azijn, citroen of kalkoplossende middelen op het raam
aanbrengen omdat anders matte plekken ontstaan.
1. Raam met een vochtige doek en wat afwasmiddel afnemen.
2. Ingedroogde verontreinigingen met een natte doek inweken. Daarna
wegvegen en droogwrijven.
Binnenkant oven
Reinig het apparaat na elk gebruik. Op deze manier brandt het vuil namelijk niet in en kunt u het makkelijk verwijderen.
1. Schakel de ovenverlichting in om de oven goed schoon te kunnen maken.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog de oven
na.
3Hardnekkig vuil kan worden verwijderd met een speciale ovenreiniger.
1 Let op: neem bij gebruik van ovenspray altijd de aanwijzingen van de
fabrikant in acht!
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na
het gebruik afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor
makkelijker schoonmaken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel
voor afwasautomaten uitkoken.
45
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en
rechts in de oven worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
Roosters eerst voor van de ovenwand wegtrekken (1) en dan achter
losnemen (2).
Inschuifroosters inzetten
3Belangrijk! De afgeronde einden
van de geleidingsstangetjes moeten
naar voren wijzen!
46
Bij het inzetten de roosters eerst
achter weer inhangen (1) en dan
voor inzetten en aandrukken (2).
Ovenverlichting
1 Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de oven-
lamp:
– oven uitschakelen!
– zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bo-
dem van de oven leggen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losne-
men en schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V
300 °C hittebestendig
vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
47
Bovenwand van de oven
Om het reinigen van de bovenwand van de oven te vereenvoudigen kan
het bovenste verwarmingselement worden neergeklapt.
Verwarmingselement neerklappen
1 Waarschuwing: Verwarmingsele-
ment alleen neerklappen als de oven
is uitgeschakeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat!
1. Inschuifroosters aan de zijkant losnemen.
2. Het verwarmingselement van voren
vastpakken en over het nokje aan de
binnenkant van de oven naar voren
trekken.
3. Het verwarmingselement klapt nu
naar beneden.
1 Attentie: Druk het verwarmingsele-
ment niet met geweld naar beneden! Het verwarmingselement kan
afbreken.
Bovenwand van de oven reinigen
Verwarmingselement bevestigen
1. Verwarmingselement tegen de bo-
venwand van de oven drukken.
2. Het verwarmingselement tegen de
veerkracht naar voren trekken en
over het nokje geleiden.
3. In de klemmen laten vallen.
4. Inschuifroosters inzetten.
1 Attentie: Het verwarmingselement
moet aan beide kanten boven het
nokje in de binnenwand van de
oven liggen en goed op z'n plek
zitten.
48
Ovendeur
Voor het reinigen kan de ovendeur van uw apparaat open blijven staan.
Ovendeur uitnemen
1. Ovendeur volledig openen.
2. Klemhendels aan beide deurschar-nieren helemaal openklappen.
3. De ovendeur met beide handen aan de zijkant vastnemen en over de
blokkering heen ca. 3/4 deel slui-
ten.
4. De ovendeur wegtrekken (Voorzichtig: zwaar!).
5. De deur met de buitenzijde naar on-
deren op een zachte, vlakke ondergrond plaatsen, bijv. op een doek
om krassen te voorkomen.
Ovendeur inhangen
1. De deur, gezien vanaf de greepzijde,
met beide handen aan de zijkant
vastnemen.
2. De deur in een hoek van ca. 60°
vasthouden.
3. De deurscharnieren gelijktijdig in
de beide uitsparingen rechts en links
aan de onderkant van de oven zover
mogelijk inschuiven.
4. De deur naar boven schuiven en
vervolgens helemaal openen.
5. Klemhendels aan beide deurscharnieren in de oorspronkelijke stand
terugklappen.
6. Ovendeur sluiten.
49
Deurruit van de oven
De ovendeur is voorzien van twee achter elkaar aangebrachte ruiten.
De binnenste ruit is uitneembaar, zodat deze kan worden schoongemaakt.
1 Waarschuwing: voer de volgende stappen alleen uit wanneer de oven-
deur uit de scharnieren is genomen! Als de deur nog in de scharnieren
van de oven hangt, kan de deur bij het verwijderen van de ruit door de
gewichtsvermindering omhoogklappen en u in gevaar brengen.
1 Let op: als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de bui-
tenste glasplaat, kan het glas breken.
Deurruit verwijderen
1. Til de ovendeur uit de scharnieren
en leg de deur met de handgreep
naar beneden op een zachte, vlakke
ondergrond .
2. Pak de bovenste glasplaat bij de onderste rand vast en schuif de glasplaat in de richting van de
handgreep van de oven. U voelt wat
weerstand. Schuif de glasplaat door
totdat deze onder vrij ligt (
3. Til de glasplaat aan de onderkant licht op en trek deze naar buiten (
á ).
à ).
Deurruit schoonmaken
Deurruit terugplaatsen
1. Schuif de bovenste glasplaat schuin
van boven in het deurprofiel aan de
kant van de greep(
2. Laat de glasplaat zakken. Schuif de
glasplaat aan de kant van de handgreep door de weerstand heen naar
het houderprofiel aan de onderkant
van de deur en schuif de glasplaat
onder het houderprofiel (
De glasplaat moet goed vastzitten!
Hang de ovendeur weer in de oven.
50
á ).
à ).
Servieslade
De servieslade onder de oven is uitneembaar, zodat deze makkelijk kan
worden schoongemaakt.
Servieslade verwijderen / weer terugplaatsen.
1. Trek de servieslade zo ver mogelijk
uit het fornuis naar buiten.
2. Til de servieslade iets op, zodat deze
schuin omhoog uit de ladegeleiders
kan worden getild.
3. Let bij het terugplaatsen op dat de
middelste geleider van de servieslade in de middelste geleidingsrails
valt.
4. De servieslade horizontaal laten
zakken en naar binnen schuiven.
1 Waarschuwing: bij gebruik van de
oven kan in de servieslade een
warmteophoping ontstaan. Bewaar
in de lade daarom geen brandbare
materialen zoals bijvoorbeeld
schoonmaakmiddelen, plastic zakken, pannenlappen, papier, enzovoort.
In geen geval ovenreinigingsspray in de servieslade bewaren!
51
Wat is er aan de hand als …
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De kookzones functioneren niet.
De oven wordt niet
warm.
De ovenverlichting valt
uit.
De betreffende kookzone is
niet ingeschakeld.
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is uitgeschakeld.
De oven is niet ingeschakeld. Oven inschakelen.
De dagtijd is niet ingesteld.Dagtijd instellen.
De noodzakelijke instellin-
gen hebben niet plaatsgevonden.
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is uitgeschakeld.
De ovenlamp is kapot.Ovenlamp vervangen.
Kookzone inschakelen.
Zekering controleren.
Instellingen controleren.
Zekering controleren.
Mochten de zekeringen vaker uitschakelen, neem dan
contact op met een erkend
elektro-installateur.
Als u de storing niet met behulp van deze storingstabel kunt opheffen, neem dan contact op met uw vakhandelaar of onze service-afdeling.
1 Waarschuwing: Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vak-
mensen worden uitgevoerd! Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Bij bedieningsfouten wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
3Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster.
52
Montageaanwijzing
Attentie! Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen al-
1
leen door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij schade de aanspraak op garantie vervalt.
Plaatsen
• Bij aangrenzende meubels moeten fineer of kunststof bekledingen
zijn aangebracht met hittebestendige lijm (100°C). Wanneer de
kunststof bekledingen of lijm onvoldoende hittebestendig zijn, kan de
bekleding vervormen of loslaten.
• Het apparaat mag aan één kant worden ingebouwd naast hoge kas-
ten of tegen wanden.
• De afstand tussen de kookplaat en afzuigkap moet minimaal zo groot
zijn, als is aangegeven in de montage-instructies van de afzuigkap.
• Wanneer het apparaat op een voetstuk wordt geplaatst, moeten
maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat het apparaat
van het voetstuk glijdt.
Apparaat waterpas stellen
Onder het apparaat bevinden zich
4 stelvoeten waarmee kleine oneffenheden in de vloer kunnen worden opgeheven.
1. Servieslade verwijderen.
2. Stelvoeten naar behoefte hoger of
lager draaien, tot het fornuis horizontaal staat.
3. Servieslade weer terugplaatsen.
3De stelvoeten kunnen gemakkelijker
worden gedraaid wanneer het fornuis wordt ontlast door dit iets te
kantelen.
53
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een voorziening worden aange-
bracht, waardoor het mogelijk is het apparaat met een contactopeningsafstand van minimaal 3 mm meerpolig van het stroomnet te
scheiden.
Als geschikte scheidingsinrichtingen gelden bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de fitting worden genomen), aardlekschakelaars en -beveiligingen.
• Vermijd situaties waarin het apparaat direct naast deuren of onder
vensters wordt gemonteerd. Openslaande deuren en openvallende ramen kunnen anders hete pannen van de kookplaat slaan.
• De elektrische aansluiting van het apparaat moet worden uitgevoerd
volgens het aansluitschema op de buitenzijde van het aansluitdeksel.
• De aansluiting op het elektriciteitsnet moet minimaal voldoen aan de
isolatiekwaliteit H05VV-F (=227 IEC 53).
54
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem
zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met
onze service-afdeling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben
wij de volgende gegevens nodig:
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
The Electrolux Group is the world´s largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor
use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines,
vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more
than 150 countries around the world.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg