Het omschakelbare elektrische fornuis
La cuisinière électrique autonome commutable
Gebruiksaanwijzing
Mode d'emploi
Geachte klant,
lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door.
Lees in ieder geval hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina’s. Bewaar
deze gebruikersinformatie om later te kunnen naslaan. Geef deze aan
eventuele volgende eigenaren van het apparaat door.
Met de gevarendriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
1
Voorzichtig!, Attentie!) worden aanwijzingen geaccentueerd die voor
Uw veiligheid of het functioneren van het apparaat belangrijk zijn.
Deze absoluut in acht nemen.
0 1. Dit teken begeleidt u stap voor stap bij de bediening van het toestel.
2. ...
3. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Tips en aanwijzingen m.b.t. de rendabele en milieuvriendelijke toepass-
2
ing van het toestel zijn met een klaverblad gekenmerkt.
Voor eventuele storingen bevat deze gebruikersinformatie aanwijzin-
gen voor het zelfstandig opheffen, zie hoofdstuk “Wat te doen als ...”.
Bij technische problemen staat onze TECHNISCHE DIENST bij u in de
buurt u te allen tijde ter beschikking (adressen en telefoonnummers
vindt u in hoofdstuk “Servicepunten”).
Lees daartoe ook hoofdstuk “Service”.
Gedrukt op milieuvriendelijk geproduceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een erkend installateur uitgevoerd worden.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij eventuele schaden de garantie vervalt.
De veiligheid van AEG elektro-apparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoopt u met de
volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken.
Algemene veiligheid
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Aansluitingsleidingen
mogen geen hete kookzones aanraken of onder de hete ovendeur
geklemd raken.
• Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Deze kunnen bij het
inschakelen in brand vliegen.
• Om veiligheidsredenen is het verboden het apparaat met een damp-
straal- of hogedrukreiniger schoon te maken.
• Bij gebruik van geweld, speciaal aan de glaskanten van de voorruit,
kan het glas breken.
• Als breuken, barsten of scheuren in de kookplaat optreden:
– alle kookzones uitschakelen,
– de zekering voor de kookplaat uitschakelen,
– direct contact opnemen met de klantendienst.
• Als u kookt, braadt of grilt, wordt de ovendeur heet.
Houd daarom kleine kinderen altijd weg.
• Oververhit vet en olie kunnen snel in brand vliegen. Als u gerechten
in vet of olie (bijv. patat frites) bereidt, blijf dan in de buurt.
• Als alcohol bij de gerechten in de oven gebruikt wordt, kan eventueel
een lichte alcoholdamp ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Vermijd vonken of vuur. Wij raden aan het gerecht bij gesloten
ovendeur ca. 10-15 minuten te laten afkoelen.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door geschoold person-
eeluitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote
gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot onzeafdeling Klantenservice.
• Bij storingen aan het apparaat: draai de zekeringen eruit c.q. schakel
ze uit.
5
Gebruiksaanwijzing
Gebruik volgens de voorschriften
• Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor het
bestemd is, d.w.z. het normaal koken, braden, bakken van spijzen.
• Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van spijzen.
• Gebruik de oven niet om het vertrek te verwarmen.
Zo worden schaden aan het toestel voorkomen
• Gebruik de kookplaat niet om dingen op neer te zetten. Zo voorkomt
u schaden aan de keramische plaat.
• Als suiker of kunststof op de hete plaat is terecht gekomen en smelt,
verwijder de massa dan direct als ze nog warm is! Als de massa
afkoelt, kan de keramische plaat scheuren.
• De keramische plaat is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer
sterk, echter niet onbreekbaar. Bijzonder scherpe en harde voorwerpen die op de kookplaat vallen, kunnen deze beschadigen.
• Gebruik uitsluitend pannen met een egale gladde bodem die niet ruw
is of bramen heeft. Bij het verschuiven kunnen anders permanente
krassen ontstaan.
• Zet geen hete pannen op de rand van de kookplaat en dek de kookplaat niet af met ovenbeschermfolie.
• Zet geen pannen of potten of andere voorwerpen op het ventilatierooster van de oven in de kookplaat.
• Leg geen aluminiumfolie of plastic bakjes op de hete kookzone en
bereid geen gerechten in aluminiumfolie of plastic bakjes op het hete
kookveld.
• Leg geen aluminiumfolie in de oven en zet geen bakblik, pan etc. op
de bodem, omdat anders het email van de oven door de ontstane
warmteophoping beschadigd wordt.
• Maak het apparaat na elk gebruik schoon. Vuil kan dan het
gemakkelijkst verwijderd worden en kan niet inbranden.
• Fruitsap dat van de bakplaat afdruppelt, veroorzaakt vlekken die niet
meer verwijderd kunnen worden. Gebruik voor zeer vochtige taarten
de universele plaat.
• Giet nooit direct water in de hete oven. Er kunnen schaden aan het
email ontstaan.
• Zet niets op de open ovendeur/de open ovenwagen.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven.
6
Gebruiksaanwijzing
Milieuvriendelijke isolatie
De oven is op de fabriek van een milieuvriendelijke isolatie voorzien.
Deze isolatie is door onafhankelijke testinstituten gecontroleerd op
schadelijke stoffen en als “zonder bezwaar” ingeschaald.
2 Weggooien
Verpakkingsmateriaal weggooien
Alle gebruikte materialen zijn onbeperkt recyclebaar en kunnen
opnieuw gebruikt worden.
De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen:
• >PE< voor poyethyleen, bijv. bij het buitenomhulsel en de zakken in
het interieur.
• >PS< voor hard-schuim polystyreen, bijv. bij de bekledingsonderdelen, in principe FCKW-vrij.
De kartonnen onderdelen worden voor 80% van oud papier gemaakt.
Oude machine
Om milieuredenen moeten alle afgedankte apparaten op de juiste
manier weggegooid worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en als
het t.z.t. niet meer gebruikt wordt, voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Maak afgedankte apparaten voor het weggooien
1
onbruikbaar. Trek de stekker uit het stopcontact, knip het elektriciteitssnoer door, verwijder eventuele aanwezige snap- of grendelsloten
of maak deze onbruikbaar. Daardoor voorkomt u dat spelende kinderen
in het apparaat opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
Aanwijzingen voor het weggooien
2
• Het apparaat mag niet bij het huisvuil gezet worden.
• Informatie over afhaaltijden of verzamelplaatsen krijgt u bij de
gemeentelijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
7
Gebruiksaanwijzing
Opbouw van het toestel
Bedieningspaneel
Ovenfuncties
Draaischakelaar voor het instellen van de gewenste ovenfunctie. De
geselecteerde ovenfunctie kan boven op de schakelaar afgelezen
worden.
Temperatuurkeuze
Draaischakelaar voor het instellen van de gewenste oventemperatuur.
De geselecteerde ovenfunctie kan boven op de schakelaar afgelezen
worden.
Klokfuncties en tijdindicatie
Toetsen voor het instellen van de klokfuncties. De tijd c.q. wekkertijd
wordt in de tijdindicatie ingesteld.
Bedrijfscontrolelampje
Het bedrijfscontrolelampje brandt, zodra de oven of de kookzones ingeschakeld zijn.
Temperatuurcontrolelampje
Het temperatuurcontrolelampje brandt, zolang de oven opwarmt en
gaat uit, als de ingestelde temperatuur bereikt is.
Kookzoneschakelaar
Draaischakelaar voor het inschakelen van de kookzones. De geselecteerde kookstand kan op de schakelaar van boven afgelezen worden.
8
Gebruiksaanwijzing
Uitvoering kookveld
Ovenventilatie
De damp uit de oven wordt via het achter de kookplaat liggende kanaal
direct naar boven naar de afzuigkap geleid.
Eénkringskookzone
Het inschakelen en de regeling
verloopt via de betreffende schakelaar op het bedieningspaneel.
Restwarmte-indicatie
De keramische kookplaat heeft
een lichtsignaal dat gaat branden
als één van de kookzones heet is.
Als alle kookzones zijn afgekoeld,
gaat het lampje uit.
Zolang het lampje brandt, kan de
restwarmte gebruikt worden.
9
Gebruiksaanwijzing
Uitrusting oven
Inzetniveaus
Aan beide zijden van de oven bevindt zich een inschuifrooster met 6
inzetniveaus voor het inschuiven
van de accessoires.
Let op: de niveaus worden van
boven naar beneden geteld.
Kiepbeveiliging
Alle inschuifdelen hebben een
kiepbeveiliging zodat ze er niet per
ongeluk helemaal uitgetrokken
kunnen worden.
Bij het inzetten van de inschuifdelen moet deze kiepbeveiliging achterin zitten.
10
✘
Toebehoren
De volgende onderdelen behoren tot de leveringsomvang:
Bakplaat
Voor taarten en koekjes
Combirooster
Voor potten, pannen, taartvormen, braden en grilleren
Universele plaat
Voor vochtige taarten, vlees/vis of
als
bakplaat c.q. vetopvangplaat
Opberglade
Gebruiksaanwijzing
Onder de ovendeur bevindt zich
een uittrekbare opberglade. Hier
kunnen pannen en toebehoren
neergezet worden.
Waarschuwing: In de opberglade
1
kan bij gebruik van de oven
warmte opgestuwd worden. Leg er
daarom geen brandbare voorwerpen in zoals bijv.:
- reinigingsmiddelen,
- plastic zakken,
- pannenlappen,
-papier, etc.
- Leg er in geen geval ovenreinigingsspray in!
11
Gebruiksaanwijzing
Ovenfuncties
Voor de oven heeft u de beschikking over de volgende functies:
H Hetelucht
Hetelucht is bijzonder geschikt voor het bakken van klein gebak op
2 niveaus tegelijkertijd.
De oventemperaturen zijn in het algemeen 20-40 °C lager dan bij
boven-/onderwarmte.
Bovenwarmte en een deel van de onderwarmte zijn in gebruik. Bovendien zorgt een ventilator in de achterwand van de oven voor een voortdurende circulatie van de warme lucht in de oven. De warmte komt van
alle kanten op het gerecht.
O Boven-/onderwarmte
Boven-/onderwarmte is geschikt voor het bakken en braden op één
niveau.
De warmte komt gelijkmatig van boven en onderen.
I Infratherm
Infratherm is bijzonder geschikt voor het grillen of braden van grotere
stukken vlees of gevogelte op één niveau. De functie is ook geschikt
voor het gratineren.
Grillelement en ventilator zijn gelijktijdig in bedrijf.
12
F Grill
Grillen is bijzonder geschikt voor grillen of roosteren van platte stuk-
ken, zoals biefstuk, schnitzel, vis of toost.
De hitte komt van het grillelement aan de bovenkant van de oven.
Gebruiksaanwijzing
Voor het eerste gebruik
Dagtijd instellen/wijzigen
Na de elektrische aansluiting knippert de tijdindicatie.
Als eerste moet de dagtijd ingesteld worden.
Als de dagtijd niet is ingesteld, kan de oven niet in gebruik genomen
worden.
Dagtijd instellen
0 1. Druk toets M in.
2. Stel binnen 5 seconden met de
toetsen + of - de actuele tijd in.
De dagtijd verschijnt op het display. Nu is de oven gebruiksgereed.
Als de toetsen + of - gedurende
3
meer dan 2 seconden ingedrukt
worden, gaan de minuten zolang
voorwaarts c.q. achterwaarts lopen
tot de toets weer wordt losgelaten.
Zo kunt u de gewenste waarde
sneller bereiken.
Als de stroomtoevoer naar het
3
apparaat wordt onderbroken, bijv.
door een kapotte zekering, knippert de tijdindicatie opnieuw.
Stel in dat geval de dagtijd opnieuw in zoals beschreven.
Dagtijd wijzigen
Als u de dagtijdinstelling wilt wijzigen, bijv. bij omzetting van zomerop wintertijd, herhaalt u de onder “Dagtijd instellen” beschreven procedure.
13
Gebruiksaanwijzing
Eerste keer reinigen
Kookplaat
0 De keramische plaat vochtig afnemen en daarna droogwrijven om
mogelijke fabricagesporen te verwijderen.
Oven
Voordat u de oven voor de eerste keer gebruikt moet hij grondig gereinigd worden. Om de oven gemakkelijker te kunnen reinigen kan hij verlicht worden.
0 1. Schakelaar ovenfunctie op ovenverlichting L zetten.
2. Alle accessoires en inschuifrooster er uithalen en met warm sop
schoonmaken.
3. Oven ook met warm sop uitnemen en drogen.
4. Voorkant toestel alleen vochtig afvegen.
Let op: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen!
1
De oppervlakte kan beschadigd worden.
Geschikte pannen
14
Met de juiste pannen voorkomt u schaden aan het toestel.
• De bodem moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Een ruwe bodem krast bij
het verschuiven de kookplaat.
• Potten en pannen van gietijzer of met randen en bramen kunnen blij-
vende krassen achterlaten.
Let op: Voorkom dat potten en pannen leegkoken. De bodem kan daar-
1
bij kapot gaan en de keramische plaat beschadigd worden.
Gebruiksaanwijzing
Bedienen van de kookplaatsen
Bij het inschakelen van een kookzone kan deze kort zoemen. Dat is een
3
eigenschap van alle keramische kookzones en heeft geen invloed op het
functioneren of de levensduur van het toestel.
Kookstanden
• Tussen 1-9 kunt u 14 kookstanden (inclusief tussenstanden) instellen.
• Tussenstanden kunt u tussen 2 tot 7 kiezen. Deze hebben een punt
tussen de verwarmingsstanden.
1 = kleinste capaciteit
9 = hoogste capaciteit
Koken met de kookplaats
0 1. Kies voor het aankoken/aanbraden een hoge capaci-
teit.
2. Schakel terug op de vereiste doorkooktrede, zodra
er damp afkomt of het vet heet is.
3. Terudraaien op de Uit-stand om het koken te beëin-
digen.
Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het kookeinde uit om de
2
restwarmte te gebruiken. Zo spaart u elektrische energie.
15
Gebruiksaanwijzing
Bediening van de oven
Rooster en plaat plaatsen
Alle inschuifdelen hebben een
kleine uitstulping rechts en links.
Deze uitstulping dient als kiepbeveiliging en moet altijd naar
beneden wijzen.
Rooster plaatsen
0 Plaats het rooster zo, dat de twee
geleidingsrails naar boven wijzen.
De kiepbeveiliging moet naar
beneden wijzen en achter in de
ovenruimte liggen.
Rooster en plaat plaatsen
0 Als het rooster en de universele
plaat samen gebruikt worden,
moet de kiepbeveiliging van het
rooster exact in de uitstulpingen
van de plaat gezet worden.
16
Gebruiksaanwijzing
Oven in- en uitschakelen
0 1. Stel de gewenste functie in door de schakelaar “Ovenfuncties” te
draaien.
2. Stel de gewenste temperatuur in door de schakelaar “Temperat-
uurkeuze” te draaien.
Het bedrijfscontrolelampje brandt, zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje brandt, zolang de oven opgewarmd
wordt. Zodra de ingestelde temperatuur bereikt is, gaat het temperatuurcontrolelampje uit.
3. Draai de schakelaar “Ovenfuncties” en de schakelaar “Temperat-
uurkeuze” op de nulstand om de oven uit te schakelen.
17
Gebruiksaanwijzing
Werken met de automatische functie
U heeft twee mogelijkheden om de automatische functie te gebruiken:
• Automatisch inschakelen: Als u de oven ingeschakeld heeft en niet
vergeten wilt de oven tijdig uit te schakelen, kunt u met de klok of de duurof het einde van de kooktijd vastleggen. De oven schakelt zich
dan automatisch uit.
• Automatisch in- en uitschakelen: Als U bijvoorbeeld ‘s morgens of ‘s
middag een gerecht voor ‘s avonds wilt voorbereiden, kunt u de duur en bovendien het einde van de kooktijd vastleggen. De oven schakelt
zich dan automatisch op de bereikte tijd in en automatisch weer uit
bij het einde van de kooktijd.
– Voorbeeld: Het gerecht heeft 1 uur nodig om gaar te worden: DUUR
= 1.00.
Het braadstuk moet om 18.00 uur gaar zijn: EINDE = 18.00.
De ovenfunctie kan voor of na het instellen van de automatische functie geselecteerd worden.
Automatisch uitschakelen
0 1. Gewenste ovenfunctie selecteren.
2. Gewenste temperatuur kiezen.
3. Druk de toets “DUUR” < in.
4. Stel binnen 5 seconden met de toetsen + en - de gewenste gaartijd
in.
Het symbool “AUTO” gaat branden en signaleert daarmee dat de oven
nu op automatische werking is omgezet.
Zodra de gaartijd is afgelopen, schakelt de oven zich automatisch uit.
Het symbool “AUTO” knippert en er klinkt gedurende ca. twee minuten
een akoestische signaal.
5. Druk de toets “DUUR” < in om het signaal uit te zetten.
6. Druk de toets “HAND” M in.
Het symbool “AUTO” gaat uit. De oven is van automatische stand weer
op handmatige stand omgezet.
7. Draai voor het uitschakelen van de oven de schakelaar Ovenfuncties en Temperatuurkeuze op de nulstand.
18
Gebruiksaanwijzing
Automatisch in- en uitschakelen
Voor het automatisch in- en uitschakelen moeten zowel de duur als
ook het einde van de kooktijd ingegeven worden.
0 1. Ovenfunctie kiezen.
2. Temperatuur kiezen.
3. Druk op de toets “DUUR” < en stel binnen 5 seconden met de toetsen
+ en - de gewenste tijd in.
4. Druk op de toets “EINDE” > en stel binnen 5 seconden met de toetsen
+ en - de gewenste tijd in waarop het gerecht klaar moet zijn.
Na het ingeven verschijnt op het display weer de actuele dagtijd. Het
symbool “AUTO” gaat branden en signaleert daarmee dat de oven nu op
automatische werking is omgesteld.
De oven schakelt op de berekende tijd automatisch in. Bij het bereiken
van het einde van de kooktijd schakelt de oven zich automatisch uit.
Het symbool “AUTO” knippert en er klinkt ca. twee minuten een akoes-
tisch signaal.
5. Druk de toets “DUUR” < in om het signaal uit te zetten.
6. Druk de toets “HAND” M in.
Het symbool “AUTO” gaat uit. De oven is van automatische stand weer
op handmatige stand omgezet.
7. Draai voor het uitschakelen van de oven de schakelaar Ovenfuncties en Temperatuurkeuze op de nulstand.
Automatische ingaven opvragen
0 Druk de toets “DUUR”< of “EINDE”> in.
Nu wordt de ingestelde duur c.q. de ingestelde eindtijd van het koken
aangegeven.
19
Gebruiksaanwijzing
Automatische ingaven naderhand veranderen
U kunt de vastgelegde kooktijd c.q. het eind daarvan ook tijdens het
koken veranderen.
0 1. Roep met de toets “DUUR”< de duur van de kooktijd c.q. met de toets
“EINDE” > opnieuw het einde van de kooktijd op.
2. Druk binnen 5 seconden de toets + of - zo lang in tot de gewenste
kooktijd c.q. het einde van de kooktijd ingesteld is.
Automatische ingaven wissen
0 1. Roep met de toets “DUUR” < opnieuw de kooktijd op.
2. Zet binnen 5 seconden met de toets - alle ingaven op “0”.
3. Draai de schakelaar Ovenfunctie en Temperatuurkeuze op de nulstand.
Informaties over de automatische functie
3
De maximaal instelbare DUUR bedraagt 10 uur.
20
Gebruiksaanwijzing
Kookwekker
De kookwekker kan zowel bij ingeschakelde als ook bij uitgeschakelde
oven ingesteld worden.
Kookwekker instellen
0 1. Toets “KLOK” C indrukken.
2. Binnen 5 seconden met de toetsen
+ en - de gewenste tijd
instellen.
Na afloop van de ingestelde tijd
klinkt ca. twee minuten een akoestisch signaal.
3. Druk de toets “KLOK” C in om het
signaal uit te zetten.
Instelling kookwekker wijzigen
0 1. Kies met de toets “KLOK” C opnieuw de ingestelde wekkertijd.
2. Stel binnen 5 seconden met de toetsen + of - de gewenste wek-
kertijd in.
Kookwekker voortijdig uitzetten
0 1. Kies met de toets “KLOK” C opnieuw de ingestelde wekkertijd.
2. Zet binnen 5 seconden met de toets - de wekkertijd op “0”.
Instelling kookwekker opvragen
Een paar seconden na de instelling van de kookwekker geeft de
tijdsindicatie weer de actuele dagtijd aan. U kunt de resterende wekkertijd te allen tijde oproepen.
0 1. Kies met de toets “KLOK”C opnieuw de ingestelde wekkertijd.
De resterende wekkertijd wordt aangegeven.
Signaaltoon wijzigen
De frequentie voor de signaaltoon kan op 3 verschillende toonhoogtes
ingesteld worden.
0 1. Druk toets - zo lang in tot de veranderde signaaltoon klinkt en laat
hem dan los.
De frequentie is op het volgende bereik ingesteld.
2. Druk toets - zo lang in tot de veranderde signaaltoon klinkt en laat
hem dan los.
De frequentie is op het volgende bereik ingesteld.
21
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen, tabellen en tips
Kookgerei
Hoe beter de pan, des te beter het kookresultaat.
• Goede pannen herkent u aan de bodem. De bodem moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
• Pannen met een aluminium of koperen bodem kunnen metaalachtige
verkleuringen op de keramische plaat achterlaten die moeilijk of
helemaal niet meer te verwijderen zijn.
• Gebruik geen pannen van gietijzer of met een
beschadigde bodem die ruw is of bramen heeft.
Bij het verschuiven kunnen blijvende krassen
ontstaan.
• In koude toestand is de bodem van de pan nor-
maal licht naar binnen gewelfd (concaaf). Hij
mag in geen geval naar buiten gewelfd (convex) zijn.
Tips voor energiebesparing
2
Waardevolle energie wordt bespaard als op de volgende punten gelet
wordt:
• Potten en pannen altijd al voor het inschakelen van de kookzone
neerzetten.
• Vuile kookzones en bodems van pannen verhogen het stroomgebruik.
• Potten en pannen, indien mogelijk, altijd met de
deksel afsluiten.
• Kookzones voor het einde van de gaartijd uit-
schakelen om de restwarmte te gebruiken, bijv.
voor het warm houden van gerechten of voor het
smelten.
• De bodem van de pan moet dezelfde grootte heb-
ben als de kookzone. Let bij het kopen van potten
en pannen op de doorsnede van de bodem. Fabrikanten geven vaak de bovenste doorsnede van de
rand van de pan aan.
• Bij gebruik van een snelkookpan wordt de kook-
tijd met max. 50% verkort.
22
Gebruiksaanwijzing
Koken
De gegevens in de volgende tabellen zijn richtwaarden. Welke schakelstand voor het koken nodig is, hangt af van de kwaliteit van de pannen
en van de soort en hoeveelheid levensmiddelen.
Aan te houden waarden bij het koken met de kookzone
Schakel-
stand
9
7-8Aanbraden
6-7Braden
4-5Koken
3-4
2-3Verwarmen
1-2Smelten
0Nawarmte, uit-stand
Kook/
doorkookstand
Aan de kook
brengen
Stomen,
stoven
Geschikt voor
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden
water, macaroni koken
Frituren van patates frites,
aanbraden van vlees, bijv. goulash,
braden van lsteaks e.d.
Braden van vlees, schnitzel, cordon bleu
karbonade, gehaktballen, braadworst, lever,
eieren, beignets frituren
Koken van grotere hoeveelheden,
eenpansgerechten en soepen,
koken van aardappels,
vleesbouillon trekken
Stoven van groente,
smoren van vlees,
rijstepap koken
Koken van rijst en melkgerechten
(tussendoor roeren),
koken van kleinere hoeveelheden aardappels of
groente,
verhitten van kant-en-klare gerechten
Schuimomelet, bouillon met ei, sauce hollandaise,
warmhouden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
Wij raden aan bij het aan de kook brengen stand „9“ te gebruiken en
3
gerechten met een langere kooktijd aansluitend op de betreffende
doorkookstand gaar te laten koken.
23
Gebruiksaanwijzing
Bakken
Gebruik voor het bakken de ovenfunctie Hetelucht H of
Boven-/onderwarmte
Bakvormen
• Voor boven-/onderwarmte
coating geschikt.
• Voor hete lucht
Inzetniveaus
• Bakken met boven-/onderwarmte
mogelijk.
• Met hetelucht
tegelijkertijd bakken.
O.
O zijn vormen van donker metaal zonder
H zijn ook lichte metalen vormen geschikt.
O is steeds slechts op één niveau
H kunt u droog gebak en klein gebak op 2 bakniveaus
1 Bakplaat:
Inzetniveau 3
2 Bakplaten:
Inzetniveaus 3 en 5
1 Bakvorm:
Inzetniveau 5
24
Gebruiksaanwijzing
Algemene aanwijzingen
• Let op: de inzetniveaus worden van boven naar beneden geteld.
• Bakplaat helemaal tot aan de achterwand schuiven
• Taarten in vormen steeds in het midden van het rooster neerzetten.
U kunt met de boven-/onderwarmte
ertijd bakken. Zet de vormen in dat geval naast elkaar op het rooster.
De baktijd wordt hierdoor maar heel weinig langer.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen staan voor een keur aan gerechten de daarvoor benodigde temperatuurgegevens, gaartijden en inzetniveaus.
• Temperatuur en baktijden zijn globaal aangegeven, omdat deze
afhangen van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de
bakvorm.
• Bij het bakken op 2 bakplaten moet de onderste bakplaat eventueel
5-10 minuten langer bakken.
• Nat gebak (bijv. Pizza’s, fruittaarten etc.) moeten maximaal op één
niveau bereid worden.
• Wij raden aan de eerste keer de laagste temperatuurwaarde in te
stellen en pas indien nodig, bijv. als een sterkere bruinering gewenst
is of de baktijd te lang duurt, een hogere temperatuur te kiezen.
• Als u voor uw eigen recept geen concrete gegevens kunt vinden,
oriënteert u zich dan aan gelijksoortig gebak.
• Verschil in hoogte van het gebak kan aan het begin van de baktijd tot
verschillende bruineringen leiden. Verander in dat geval niet de temperatuurinstelling. Verschil in bruinering wordt tijdens het
bakken gecompenseerd.
O ook twee vormen tegelijk-
Schakel de oven 10-15 minuten voor het einde van de baktijd uit om de
2
nawarmte te gebruiken.
Als niets anders vermeld staat, gelden de tabellen voor het plaatsen in
Plaatkoek met tere vulling
(bijv. kwark, slagroom etc.)
Pizza (met veel vulling)
2
Tempera-
tuur
°C
– – 3. 170-190 0:40-1:20
5. 180-200 5.
Boven-/onder-
Inzet-
niveau
van
boven af
Pizza (dun) – – 5.
Koek – – 3.
Wähen (Zwitsers gebak) 5.
180-200
1
5.
Klein gebak
Zandtaartkoekjes
Spritsgebak
Roerdeegkoekjes
3
3
3
Eiwitgebak, schuimgebak
Bitterkoekjes
Klein gistgebak
3
3
Klein bladerdeeggebak 3.
Broodjes 5.
3. 150-160 3.
3. 140-150 3.
3. 150-160 3. 170-190 0:15-0:20
3
3. 80-100 3. 100-120 2:00-2:30
3. 100-120 3. 120-140 0:30-0:60
3. 150-160 3. 170-190 0:20-0:40
1
170-180
170-190
3.
1
5.
warmte O
Tempera-
tuur
°C
190-210
230-300
275-300
210-230
170-190
160-180
190-210
180-220
voor beide
functies
uur:min.
1
0:30-1:00
1
0:10-0:25
1
0:08-0:15
1
0:35-0:50
1
0:06-0:20
1
0:10-0:40
1
0:20-0:30
1
0:20-0:35
Tijd
1) Oven voorverwarmen
2) Combi-/opvangplaat c.q. opvangplaat gebruiken!
3) Bakken op 2 niveaus mogelijk
De vetgedrukte gegevens geven steeds de gunstigste ovenfunctie, c.q. -temperat-
uur
27
Gebruiksaanwijzing
Tips voor het bakken
Tip
Zo stelt u vast of de taart
gaar is
De taart val in elkaar (wordt
klef, sponzig, waterstrepen)
De taart is aan de onderkant
te licht
Taart met vochtige vulling/
kaastaart is niet gaar
Steek een houten stokje boven in de taart. Als er geen
deeg meer aan het hout kleeft, kunt u de oven
uitschakelen en de nawarmte gebruiken.
Controleer het recept. Gebruik de volgende keer
minder vocht. Let op de roertijden, zeker bij het
gebruik van keukenmachines.
Neem de volgende keer een donkere bakvorm of zet
de taart een niveau lager.
Bak deze de volgende keer op een lagere temperatuur
en een langere baktijd.
28
Tabel soufflé’s en gratineren
Boven-/onderwarmte O Infratherm I Tijd
Gebruiksaanwijzing
Inzet-
niveaus
van boven
Macaronisoufflé
Lasagna 3. 180-200 3. 160-170 0:25-0:40
Gratineren 3. 220-230 3. 160-170 0:15-0:30
Baguettes
knapperig
bakken
Zoete
soufflé’s
Vissoufflé’s 3. 210-220 3. 160-170 0:30-1:00
Gevulde
groente
4. 200-220 3. 160-170 0:45-1:00
3. 230-240 3. 160-170 0:15-0:30
4. 200-220 – – 0:40-0:60
3. 220-250 3. 160-170 0:30-1:00
Tempera-
tuur
°C
Inzet-
niveaus
van boven
Tempera-
tuur
°C
Uur:min.
Tabel kant-en-klare diepvriesproducten
Gerechten
Diepvriespizza 3.
Patates frites
(300-600 g)
Baguettes 2./3.
Fruittaart 2./3.
Inzetniveau
1
van boven
2. Infratherm I 200-220 °C 15-25 min.
Ovenfunctie Temperatuur Tijd
Boven-/onder-
warmte O
Boven-/onder-
warmte O
Boven-/onder-
warmte O
volgens
opgaven fabri-
kant
volgens
opgaven fabri-
kant
volgens
opgaven fabri-
kant
volgens opgaven
volgens opgaven
volgens opgaven
fabrikant
fabrikant
fabrikant
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2-3 x draaien.
29
Gebruiksaanwijzing
Braden
Voor het braden de ovenfunctie boven-/onderwarmte O gebruiken.
Servies
• Voor het braden is elke hittebestendige pan/schaal geschikt.
• Let er bij pannen/schalen met kunststof grepen op, dat deze hit-
tebestendig zijn.
• Grote stukken vlees kunnen direct in de braadslede of op het
rooster met daaronder geplaatste braadslede gebraden worden
(bijv. kalkoen, gans, 3-4 kippenpoten).
• Alle magere vleessoorten kunt u het beste in de braadpan met dek-
sel braden (bijv. kalfs- en rundstoofvlees, diepgevroren vlees). Zo blijft
het vlees sappig.
• Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen, kunnen in de
braadpan zonder deksel gebraden worden (bijv. varkensvlees,
gehakt, lams- en schapenvlees, eend, 1-2 kippenpoten, klein gevogelte, rosbief, filet, wild).
• Tip: Als u in een pan/schaal braadt (in het bijzonder kleinere hoeveel-
heden), wordt de oven minder vuil!
Inzetniveaus
• De inzetniveaus staan in de volgende tabel.
30
Aanwijzingen bij de braadtabellen
In de tabel vindt u voor diverse vleessoorten informatie over de temperatuurinstelling, gaartijd en inzetniveau. De gaartijdgegevens zijn
richtwaarden.
• Wij raden aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
• In het algemeen is voor zeer mager vlees, zoals vis of wild, de functie
Boven-/Onderwarmte
vleessoorten (in het bijzonder gevogelte) raden wij de functie
Infratherm
• De noodzakelijke gaartijd hangt af van het soort en de kwaliteit van
het vlees.
• Om het inbranden van vrijgekomen vleessap of vet te voorkomen,
raden wij u aan wat vocht in de braadpan te doen.
• Draai het vlees na ca. 2/3 van de gaartijd om.
Schakel de oven 10-15 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 4. 210-225 4. 150-170 2:00-2:30
Lam
Lamspoot,
lamsbraadstuk
1-1,5 kg 4. 210-220 4. 150-170 1:15-2:00
Lamsrug 1-1,5 kg 4. 210-220 4. 160-180 1:00-1:30
31
Gebruiksaanwijzing
Soort vlees
Hoeveel
heid
Gewicht
Boven-/onder-
warmte O
Inzetni-
veau van
boven
Tempera-
tuur
°C
Infratherm I Tijd
Inzetni-
veau van
boven
Tempera-
tuur
°C
Uur:min.
Wild
Hazenrug,
hazenbout
tot 1 kg 3.
220-250
1
3. 160-170 0:25-0:40
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg 4. 210-220 4. 160-170 1:00-1:30
Ree-/hertenbout 1,5-2 kg 4. 200-210 4. 150-160 1:15-1:50
Gevogelte
Gevogelte in
stukken
4-6 stuk
Halve kip
2-4 stuk
Kip,
poularde
Eend
Gans
Kalkoen
per
200-
250 kg
per
400-500 g
1-1,5 kg
1,5-2 kg
3,5-5 kg
2,5-3,5 kg
4-6 kg
3. 220-250 3. 180-200 0:35-0:50
3. 220-250 3. 180-200 0:35-0:50
4. 220-250 4. 170-180 0:45-1:15
4. 210-220 4. 160-180 1:00-1:30
5. 200-210 5. 150-160 2:30-3:00
5.
5.
200-210
180-200
5.
5.
150-160
140-150
1:30-2:00
2:30-4:00
Vis (stoven)
Hele vis
1-1,5 kg
4. 210-220 4. 160-170 0:45-1:15
32
1) Oven voorverwarmen.
De vetgedrukte gegevens geven de voor het gerecht steeds gunstigste ovenfunc-
tie aan.
Gebruiksaanwijzing
Grillen van platte stukken vlees/vis
Zet voor het grillen de temperatuurschakelaar op Grill F met als temperatuur 275 °C.
Let op: De lege oven op de grillstand altijd 5 minuten voorverwar-
1
men!
Grilltoebehoren
• Gebruik voor het grillen het rooster en de universele plaat.
Inzetniveaus
• Gebruik voor het grillen van platte levensmiddelen altijd het
2e inzetniveau van boven.
Aanwijzingen bij de grilltabel
De grilltijden zijn slechts richtwaarden en hangen af van het soort en
de kwaliteit van het vlees c.q. de vis.
• Grillen is bijzonder geschikt voor platte vlees- en visstukken
• Draai het vlees c.q. de vis na de helft van de grilltijd om.
Waarschuwing: Altijd grillen met gesloten ovendeur.
1
Verbrandingsgevaar!
Tabel grillen
Gerecht
Frikadellen 2. 8-20 min. 6-8 min.
Varkensfilet 2. 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 2. 8-20 min. 6-8 min.
Runderbiefstuk,
kalfsbiefstuk
Runderfilet, rosbief
(ca. 1 kg)
Brood 2. 2-3 min. 2-3 min.
Belegde toast 2. 6-8 min. –
Inzetniveau
van boven
1e kant 2e kant
2. 6-7 min. 5-6 min.
2. 10-12 min. 10-12 min.
Grilltijd
33
Gebruiksaanwijzing
Reiniging en onderhoud
Kookveld
Let op: Reinigingsmiddelen mogen niet op de hete keramische plaat
1
komen! Alle reinigingsmiddelen moeten na het schoonmaken met voldoende schoon water verwijderd worden, omdat ze bij het weer opwarmen etsend kunnen werken!
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals bijv. grill- of ovensprays, grove schuurmiddelen of krassende pannenreinigers.
Reinig de keramische kookplaat na elk gebruik als hij nog handwarm of
3
koud is. Zo voorkomt u het inbranden van vuil.
Kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig schitterende verkleuringen met een normale keramische of edelstaalreiniger verwijderen, bijv. met „Sidol-Edelstahlglanz“, „Stahl-Fix“, „WK-Top“ of „Cillit“.
Licht vuil
0 1. Keramische plaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel
afvegen.
2. Daarna met een schone doek droogwrijven. Er mogen geen resten reinigingsmiddel op de oppervlakte achterblijven.
3. Maak de hele keramische plaat eenmaal per week schoon met een normaal reinigingsmiddel voor keramische of roestvrijstalen kookplaten.
4. Dan de keramische plaat met voldoende schoon water afvegen en met
een schone, pluisvrije doek droogwrijven.
Vastklevend vuil
0 1. Gebruik voor het verwijderen van over-
gekookte gerechten of vastgekleefde
spatten een glaskrabber.
2. Zet de glaskrabber schuin op de keramische plaat.
3. Haal vuil weg met een glijdende beweging van de krabber.
Glaskrabbers en reinigingsmiddelen voor
3
keramische kookplaten zijn in de vakhandel verkrijgbaar.
34
Gebruiksaanwijzing
1 Speciaal vuil
0 1. Ingebrande suiker, gesmolten kunststof,
aluminiumfolie of andere smeltbare
materialen direct, als ze nog heetzijn,
met een glaskrabber verwijderen.
Let op: bij het gebruik van de glaskrab-
1
ber op de hete kookplaat bestaat verbrandingsgevaar!
2. Maak daarna de afgekoelde kookplaat op
de normale wijze schoon.
Verwarm de kookzone met daarop
3
gesmolten materiaal nog een keer voor het schoonmaken, als deze
reeds afgekoeld mocht zijn.
Krassen of donkere vlekken op de keramische plaat die bijv. door
scherpe pannenbodems ontstaan zijn, kunnen niet verwijderd worden.
Ze hebben echter geen nadelige invloed op het functioneren van de
kookplaat.
Raam van het kookveld
Let op! Geen azijn, citroen of kalkoplossende middelen op de kookplaat
1
laten vallen, omdat anders matte plekken ontstaan.
0 1. Veeg de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel
af.
2. Ingedroogd vuil met een natte doek verwijderen. Daarna wegvegen en
droogwrijven.
Toestel van buiten
0 De voorkant van het toestel met een zachte doek en warm sop afne-
men.
Gebruik geen schuurmiddelen, scherpe reinigingsmiddelen of schurende voorwerpen.
35
Gebruiksaanwijzing
Oveninterieur
Ovenverlichting
Voor het gemakkelijker reinigen kunt u de ovenlamp inschakelen.
Reiniging
0 1. Neem de oven na elk gebruik af met een sopje waaraan u een paar
lepels azijn heeft toegevoegd.
2. Wrijf daarna de oven met een doek droog.
3. Hardnekkig vuil met speciale ovenreinigers verwijderen.
Waarschuwing: Het schoonmaken van het apparaat met een stoom-
1
straal- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden!
Let op: Bij gebruik van een ovenspray absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant opvolgen!
Accessoires
0 Was alle inschuifdelen (rooster, bakplaat etc.) na elk gebruik af en
droog ze goed af. Laat ze kort weken om ze gemakkelijker te kunnen
schoonmaken.
36
Gebruiksaanwijzing
Inschuifroosters
Voor het schoonmaken van de zijwanden kunnen de inschuifroosters
aan de linker en rechter zijde in de oven er afgehaald worden.
Inschuifrooster er afhalen en er inzetten.
0 1. Maak de schroef (eventueel met een munt) los.
2. Trek het inschuifrooster aan de onderkant naar voren en haal het er uit.
3. Hang voor het weer inbouwen het inschuifrooster er weer bovenaan in
en duw het aan.
4. Maak de schroef weer vast.
37
Gebruiksaanwijzing
Ovenlamp
Waarschuwing: Gevaar op elektrische schok! Voor het vervangen van
1
het ovenlampje:
– Oven uitschakelen!
– Draai c.q. schakel de zekeringen in de zekeringenkast uit.
Ovenlampje vervangen/Glas reinigen
0 1. Leg een doek op de ovenbodem.
2. Haal de glasafdekking er af door
hem naar links te draaien en maak
hem schoon.
3. Vervang de ovenverlichting
40 Watt, 230 V, 300 °C
hittebestendig.
4. Zet het afdekglas er weer op.
5. Haal de doek uit de oven.
38
Gebruiksaanwijzing
Grillelement
Om het plafond van de oven gemakkelijker te kunnen reinigen, kan
grillelement weggeklapt worden.
Waarschuwing: Grill alleen wegklappen, als de oven uitgeschakeld is
1
en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat!
Grillelement wegklappen
0 Draai de twee vasthoudhaken 90° (kwartslag) naar het midden.
Het verwarmingselement draait naar beneden.
Let op: Druk het verwarmingselement niet met geweld naar beneden!
1
Door geweld te gebruiken kan het verwarmingselement afbreken.
2 x 90˚
Grillelement bevestigen
0 Druk het verwarmingselement licht naar boven en draai de
vastzethaken 90° naar achteren, zodat de houder met de verwarmingsstaven tussen de vasthoudhaken komt te liggen.
Let op: Schuif de vastzethaken nooit op het verwarmingselement. Gev-
1
aar op breken!
39
Gebruiksaanwijzing
Ovendeur
Voor het reinigen kan de ovendeur uit het apparaat gehaald worden.
De ovendeur losnemer
0 1. Open de ovendeur geheel.
2. Met kleur gemarkeerde klemhendel op beide deurscharnieren geheel
openklappen (1).
3. Sluit de ovendeur over de weerstand heen voor ongeveer 3/4 (2).
4. Pak de ovendeur met beide handen aan beide zijden vast. Til de deur
naar boven toe op (voorzichtig: zwaar!) en trek hem van de oven weg
(3).
5. Leg de deur met de buitenkant naar beneden op een zachte, egale
ondergrond neer, bijv. op een deken, om krassen te voorkomen.
40
Gebruiksaanwijzing
Ovendeur inhangen
0 1. Pak de deur aan de greepzijde met beide handen aan de zijkanten vast.
2. Houd de deur onder een hoek van ca. 60°.
3. Schuif de deurscharnieren in de twee uitsparingen rechts en links onder
aan de oven zover mogelijk naar binnen (1).
4. Til de deur tot aan de weerstand naar boven op en open hem geheel (2).
5. Klap de klemhendel aan beide deurscharnieren in de oorspronkelijke
stand terug (3), zodat de gekleurde markering weer naar boven wijst.
6. Sluit de ovendeur weer.
41
Gebruiksaanwijzing
Ovenruit
De ovendeur heeft twee achter elkaar aangebrachte glazen ruiten. De
binnenste ruit kan er voor het schoonmaken afgehaald worden.
Waarschuwing: Voer de volgende stappen in principe alleen uit als de
1
ovendeur er uitgehaald is! Als hij in zijn scharnieren hangt, kan de deur
bij het weghalen van de ruit omhoogvliegen door het verminderde
gewicht en u in gevaar brengen.
Binnenste deurruit losnemen
0 1. Neem de ovendeur eruit en leg
hem met de greep naar onderen op
een zachte, egale ondergrond.
2. Pak de bovenste glasruit aan de
onderrand vast en schuif hem
tegen de veerdruk in de richting
van de ovendeurgreep tot hij aan
de onderkant vrij ligt (1).
3. Til de ruit aan de onderkant licht
op en trek hem eruit (2).
Binnenste deurruit weer inzetten
0 1. Voer de bovenste glasruit dwars
van boven in het deurprofiel aan
de greepzijde (1).
2. Laat de glasruit zakken (2). Leg de
ruit tegen de veerkracht in aan de
greepzijde voor het vasthoudprofiel aan de onderkant van de
deur en schuif hem onder het vasthoudprofiel.
De glasruit moet stevig vastzitten!
3. Ovendeur weer inzetten.
42
Gebruiksaanwijzing
Opberglade
De opberlade onder de oven kan er uitgehaald worden om hem gemakkelijker te reinigen.
Opberglade er uithalen / weer plaatsen
0 1. Opberglade zo ver mogelijk uit het fornuis trekken.
2. Opberglade iets optillen zodat hij dwars naar boven uit de wagengeleiding getild kan worden.
3. Bij het weer plaatsen erop letten dat de middelste geleiding van de
opberglade in de middelste geledingsrails vastklikt.
4. Opberglade verticaal laten zakken en naar binnen schuiven.
43
Gebruiksaanwijzing
Wat te doen als ...
.... de kookzones niet functioneren?
0 Controleer of
- de betreffende kookzone is ingeschakeld,
- de zekering in de huisinstallatie (zekeringkast) geactiveerd is.
.... de oven niet warm wordt?
0 Controleer of
- het apparaat ingeschakeld is,
- alle noodzakelijke instellingen hebben plaatsgevonden,
- de zekering in de huisinstallatie (zekeringkast) geactiveerd is.
Als de zekeringen vaker kapot gaan, neem dan contact op met een
gecertificeerd elektroïnstallateur.
.... de ovenverlichting uitvalt?
0 Ovenlampje vervangen (zie Reiniging en Onderhoud).
Als u voor één van de genoemde aanwijzingen of op grond van defecten de klantendienst nodig heeft, kan het bezoek van de technicus van
de klantendienst ook tijdens de garantietijd niet gratis plaatsvinden.
Wend u tot een vakman als deze informatie u niet verder helpt.
44
Waarschuwing: Reparaties aan het toestel mogen alleen door opgeleid
1
personeel uitgevoerd worden! Door ondeskundige reparaties kunnen
aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Wend u bij reparaties
tot uw vakhandel of de klantendienst.
Gebruiksaanwijzing
Extra accessoires
Voor uw toestel kunnen de volgende extra accessoires in de vakhandel
aangeschaft worden:
Braadslede
E-nr. 611 898 624
Bakplaat
E-nr. 611 898 620
Ovenwagen BAZ2 met combirooster
E-nr. 944 189 014
Universele plaat
E-nr. 611 898 626
Combirooster
(niet voor ovenwagens geschikt)
E-nr. 944 189 010
Ovenwagen BAZ2 met combirooster
E-nr. 944 189 015
45
Gebruiksaanwijzing
Pizzasteen:
h 1,2 x b 34,5 x d 34,5cm
E-nr. 944 189 008
Keramische braadslede:
h H6,5 x b 32,0 x d 27,0cm
E-nr. 611 899 660
46
Opstellen en aansluiten
+
_
OPSTELLEN EN AANSLUITEN
Let op! Montage en aansluiting van het nieuwe toestel mogen alleen
1
door een gecertificeerd vakman uitgevoerd worden.
Let op deze aanwijzing omdat anders bij schaden het recht op garantie
vervalt.
Opstellen
Belangrijke aanwijzingen
• Bij de zich rond het toestel bevindende meubels moeten fineer of
kunststof bekleding met hittebestendige lijm (100 °C) verwerkt zijn.
Als kunststof bekleding of lijm niet voldoende temperatuurbestendig
zijn, kan de bekleding vervormen of loslaten.
• Het apparaat voldoet wat betreft de bescherming tegen brandgevaar
aan type Y (EN 60335-2-6). Alleen toestellen van dit type mogen met
één zijde tegen daarnaast staande hoge kasten of wanden gebouwd
worden.
• De afstand tussen kookplaat en afzuigkap moet minimaal zo groot
zijn als in de montagehandleiding van de afzuigkap staat aangegeven.
Apparaat uitlijnen
Onder het apparaat bevinden zich
4 stelvoetjes waarmee kleine
oneffenheden in de bodem
gecompenseerd kunnen worden.
0 1. Opberglade er uithalen
2. Stelvoetjes naar behoefte hoger
of lager draaien tot het fornuis
waterpas staat.
3. Opberglade er weer inplaatsen.
De stelvoetjes kunnen gemakke-
3
lijker gedraaid worden als het
fornuis iets gekiept wordt.
_
+
47
Opstellen en aansluiten
Technische gegevens
Buitenmaten oven
hoogte x breedte x diepte85 cm x 60 cm x 60 cm
Diepte bij geopende deur105 cm
betreffende de veiligheid van elektrische apparaten voor
huishoudelijk gebruik en gelijksoortige doeleinden en
• DIN 44546 / 44547 / 44548
betreffende de gebruikseigenschappen van elektrische fornuizen voor
huishoudelijk gebruik.
• EN 55014-2 / VDE 0875 Deel 14-2
• EN 55014 / VDE 0875 Deel 14/12.93
• EN 61000-3-2 / VDE 0838 Deel 2
• EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3
betreffende de principiële veiligheidseisen voor elektro-magnetische
compatibiliteit (EMC).
48
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
4
• 73/23/EWG van 19.02.1973 (Laagspanningsrichtlijn)
• 89/336/EEG van 03.05.1989 (EMC-Richtlijn met inbegrip van
Wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG).
Opstellen en aansluiten
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie is een mogelijkheid voorzien waardoor u
het toestel met een contactopeningsbreedte van min. 3 mm geheel
van het elektriciteitsnet kunt afkoppelen. Als geschikte afkoppelinrichting gelden bijv. aardlekschakelaar, zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de fittinggehaald worden) en veiligheidsschakelaar.
• De elektrische aansluiting van
het apparaat volgens aansluitingsschema op de buitenkant
van de aansluitdeksel uitvoeren.
Let op: snoer niet door de gaten
1
voeren!
49
KLANTENSERVICE
In het hoofdstuk “Wat te doen, als ...” staan een aantal storingen die u
zelf kunt oplossen. Kijk daar eerst in geval van een storing.
Gaat het om een technische storing?
Wend u dan tot de klantenservice. (Adressen en telefoonnummers vindt
u onder “Servicepunten”.)
Bereidt het gesprek in ieder geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de
diagnose en de beslissing of een servicebezoek nodig is:
Leg zo exact mogelijk vast:
• Hoe uit de storing zich?
• Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek absoluut
de volgende gegevens van uw
apparaat op het typeplaatje:
• PCN-cijfer (9 cijfers),
• S-No-cijfer (8 cijfers).
Wij raden aan de nummers hier te
noteren zodat u ze steeds bij de
hand heeft.
Klantenservice
PNC . . . . . . . . .
S-No. . . . . . . .
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kosten?
• als u de storing met behulp van de storingstabel (zie hoofdstuk
“Wat te doen, als ...”) zelf had kunnen oplossen,
• als er meerdere bezoeken van de service-monteur nodig zijn omdat
hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gehad en hij
daarom bijv. reserveonderdelen moet halen. Deze extra ritten kunnen
voorkomen worden als u het telefoongesprek op de hiervoor beschreven wijze goed voorbereidt.
51
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.