Aeg CCE8475SFB, 949 597 956 User Manual [nl]

USER MANUAL
CCE8475SFB
NL Gebruiksaanwijzing
Kookplaat
www.aeg.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 6
3. INSTALLATIE........................................................................................................8
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.............................................................. 10
5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 12
6. EXTRA FUNCTIES............................................................................................. 17
7. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................18
8. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................20
9. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................23
10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................26
11. ENERGIEZUINIGHEID..................................................................................... 26
12. MILIEUBESCHERMING................................................................................... 27
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
NEDERLANDS 3
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Houd toezicht op kinderen, om te voorkomen dat zij
gaan spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit
de buurt van het apparaat als die in werking is of afkoelt. Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens het gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik in
een binnenomgeving.
Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren,
hotelkamers, bed & breakfast-kamers, boerderijgastenhuizen en andere soortgelijke
www.aeg.com4
accommodaties waar dergelijk gebruik niet hoger is
dan (gemiddeld) huishoudelijk gebruik.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U
dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te
raken.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot
brand leiden.
Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen.
Schakel het apparaat uit en bedek de vlammen met
bijv. een blusdeken of deksel.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van
stroom worden voorzien door een extern
schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten
worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf
regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een
kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookoppervlakken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde constructie installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement na elk gebruik uit met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact. In het geval het apparaat rechtstreeks
op de stroom is aangesloten met een aansluitdoos,
verwijdert u de zekering om het apparaat van de
stroom te halen. Neem altijd contact op met de
erkende servicedienst.
NEDERLANDS 5
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen van gassen van apparaten in de ruimte die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open haarden, te voorkomen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden
geblokkeerd en dat de door het apparaat opgevangen lucht niet wordt overgebracht naar een kanaal dat wordt gebruikt om rook en stoom uit andere apparaten (centrale verwarmingssystemen, thermosifons, waterverwarmingstoestellen, enz.) af te zuigen.
Wanneer het apparaat met andere apparaten werkt,
mag het maximale vacuüm dat in de ruimte wordt gegenereerd niet groter zijn dan 0,04 mbar.
Reinig het afzuigkapfilter regelmatig en verwijder
vetafzettingen uit het apparaat om brandgevaar te voorkomen.
Indien het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door de fabrikant, een erkende service of vergelijkbaar gekwalificeerde personen om gevaar te voorkomen.
Als het apparaat rechtstreeks op de voeding is
aangesloten, moet de elektrische installatie zijn uitgerust met een isoleerinrichting waarmee het apparaat van alle polen van het stopcontact kan worden losgekoppeld. Volledige ontkoppeling moet voldoen aan de voorwaarden van de overspanningscategorie III. De middelen voor ontkoppeling moeten worden opgenomen in de vaste bedrading in overeenstemming met de bedradingsregels.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
www.aeg.com6
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installeren

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag dit apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Installeer de uitlaatlucht niet in een wandopening, tenzij de opening voor dat doel is ontworpen.
• Voor installatie zonder kanaal moet de ventilatoruitlaat direct tegen de muur worden geplaatst of door een extra kastwand worden gescheiden om toegang tot de ventilatorbladen te voorkomen.
• Elk apparaat heeft koelventilatoren op de bodem.
• Als het apparaat gemonteerd wordt boven een lade:
– Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen worden, omdat ze de koelventilatoren kunnen
beschadigen of het koelsysteem kunnen belemmeren.
– Houd een minimumafstand van 2
cm tussen de bodem van het apparaat en de voorwerpen die u in de lade opbergt.
• Verwijder de afscheidingspanelen die in de kast onder het apparaat zijn geïnstalleerd.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien in overeenstemming met het aansluitschema of het installatieboekje.
• Bij een afvoer en waar de accessoires aanwezig of verplicht zijn (wandklep, raamschakelaar en/of raamopener) moeten elektrische aansluitingen worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektricien, in overeenstemming met het aansluitschema of het installatieboekje.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker jezelf ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat je welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ertoe leiden dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik het juiste netsnoer.
• Zorg dat de stroomkabel niet verstrikt raakt.
NEDERLANDS 7
• Controleer of er een aardlekschakelaar is geïnstalleerd.
• Gebruik de trekontlastingsklem op de kabel.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als je het apparaat op een nabijgelegen contactdoos aansluit.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Zorg ervoor dat je de stekker (indien van toepassing) of het netsnoer niet beschadigt. Neem contact op met ons erkende servicecentrum of een elektricien om een beschadigde stroomkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Verwijder voorafgaand aan het eerste gebruik alle verpakkingsmaterialen,
etiketten en beschermfolie (indien van toepassing).
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden. De ventilatie moet periodiek worden gecontroleerd door een gekwalificeerd persoon.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na ieder gebruik.
• Plaats geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze kunnen heet worden.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of als opslagoppervlak.
• Als het oppervlak van het apparaat gebarsten is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Dit voorkomt elektrische schokken.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
• Als u voedsel in hete olie plaatst, kan het spatten.
• Gebruik nooit open vuur wanneer de geïntegreerde afzuigkap in werking is.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vetten en oliën als u ermee kookt.
• De dampen die erg hete olie vrijkomen, kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten kan bevatten, kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
www.aeg.com8
• Laat geen heet kookgerei op het bedieningspaneel staan.
• Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat laat vallen. Het oppervlak kan beschadigd raken.
• Schakel de kookzones niet terwijl er leeg kookgerei of geen kookgerei op geplaatst is.
• Leg geen aluminiumfolie op het apparaat.
• Verwijder het rooster of het afzuigkapfilter nooit wanneer de geïntegreerde afzuigkap of het apparaat in werking is.
• Gebruik de geïntegreerde kap nooit zonder het filter van de afzuigkap.
• Dek de inlaat van de geïntegreerde afzuigkap niet af met kookgerei.
• Open het deksel van de bodem niet wanneer de geïntegreerde afzuigkap of het apparaat in werking is.
• Plaats geen kleine of lichte voorwerpen in de buurt van de geïntegreerde afzuigkap, om het risico van beknelling te vermijden.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer, aluminium of met een beschadigde bodem kan krassen op het glas/ glaskeramiek veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als je ze op de kookplaat moet verplaatsen.

2.4 Onderhoud en reiniging

• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

2.5 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over het afvoeren van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.

3. INSTALLATIE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

3.1 Voor montage

Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................

3.2 Ingebouwde kookplaten

Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
min. 50mm
min. 500mm
830
515
250
80
515
480
442
55
830
770
500
212
7
22
9
16
98
254
490
25-50
220
min.4
min.55
min.
1500
490
780
+1
+1
min.55
max.R5
aan de normen voldoen.

3.3 Aansluitsnoer

• De kookplaat wordt geleverd met een aansluitkabel.
• Gebruik als vervanging van het beschadigde netsnoer het volgende snoertype: H05V2V2-F dat bestand is tegen een temperatuur van 90 °C of hoger. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Het aansluitsnoer mag alleen worden vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
3.4 De afdichting bevestigen -
Installatie aan bovenkant
1. Reinig het werkblad rond de plek
waar het gat moet worden uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip van 2 x 6 mm tegen de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de keramische plaat. Rek de afdichtstrip niet uit. Zorg dat de uiteinden van de afdichtstrip zich in het midden van een van de zijden van de kookplaat bevinden.
3. Tel een paar millimeter bij de af te
knippen lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
NEDERLANDS 9
Als het apparaat boven een lade wordt geïnstalleerd, kan de ventilatie van de kookplaat de artikelen die zich in de lade bevinden tijdens het bereidingsproces opwarmen.

3.5 Montage

Raadpleeg het installatieboekje voor gedetailleerde informatie over het monteren van jouw kookplaat.
Volg het aansluitingsschema van de kookplaat en het aansluitingsschema van de raamschakelaar in het installatieboekje en/of de labels onder de kookplaat.
www.youtube.com/electrolux www.youtube.com/aeg
How to install your AEG
Extractor Hob
3
2
1
4
5
6
7
7 6 5 48
8
www.aeg.com10
volledige naam die in de onderstaande afbeelding staat in te typen.
Montage filterbehuizing
Zorg er vóór het eerste gebruik voor dat je het filter in de behuizing plaatst, met de zilveren zijde naar buiten gericht. Zodra de filterbehuizing is gemonteerd, plaats je deze in de holte van de afzuigkap waarna je het rooster op de
Zoek de videotutorial "Hoe installeer je
afzuigkap plaatst.
jouw AEG-stralingskookplaat" door de

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

4.1 Productoverzicht

Raster
1
Filter
2
Filterbehuizing
3
Fornuis
4
Slang
5
Achterwandbevestiging kast
6
Slang
7
Aanzetstuk
8

4.2 Indeling kookoppervlak

3
2
1
1
1
1
12
3
1415
654 137 8 109 11 12
Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
Kap
3

4.3 Indeling van het bedieningspaneel

NEDERLANDS 11
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐ toets
1
2
3
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
4
5
Functie Omschrijving
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen.
Timer De functie instellen.
- De tijd verlengen of verkorten.
/
Bridge De functie in- en uitschakelen.
www.aeg.com12
Tip‐ toets
6
- Weergave afzuigkaptimer De tijd in minuten weergeven.
7
- Bedieningsbalk afzuigkap Om een ventilatorsnelheid in te stellen.
8
9
AUTO Automatische modus van
10
11
12
13
14
- Bedieningsbalk kookplaat Het instellen van de kookstand.
15
Functie Omschrijving
Pauze De functie in- en uitschakelen.
Boost De functie in- en uitschakelen.
De functie in- en uitschakelen.
de afzuigkap
Breeze De functie in- en uitschakelen.
Indicatielampje afzuigkap‐ filter
Blokkering / Kinderbeveili‐ gingsinrichting
PowerBoost Het inschakelen van de functie.
Om aan te geven en eraan te herinneren dat de filters van de afzuigkap moeten wor‐ den gereinigd.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen.

4.4 Indicatielampjes op de display

Indicatielampje Omschrijving
+ cijfer
/ /
Er is een storing.
OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator): doorgaan met koken/warm houden/restwarmte.

5. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 In- en uitschakelen

Houd ingedrukt om de kookplaat in of uit te schakelen.

5.2 Vatendetectie

Deze functie geeft de aanwezigheid van kookgerei op de kookplaat aan en schakelt de kookzones uit als er tijdens een kooksessie geen kookgerei wordt gedetecteerd.
Als je kookgerei op een kookzone plaatst voordat je een kookstand selecteert, verschijnt het indicatielampje boven 0 op de regelbalk.
Als je kookgerei uit een geactiveerde kookzone verwijdert en deze tijdelijk opzij zet, gaan de indicatielampjes boven de bijbehorende regelbalk knipperen. Als je het kookgerei niet binnen 60 seconden terugplaatst op de geactiveerde kookzone, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
Plaats het kookgerei terug op de kookzones binnen de aangegeven time­out om het koken te hervatten.
NEDERLANDS 13

5.3 Warmte-instelling

1. Druk op de gewenste warmte-
instelling op de regelbalk.
De indicatielampjes boven de regelbalk verschijnen tot het geselecteerde warmte-instellingsniveau.
2. Druk op 0 om een kookzone uit te
schakelen.

5.4 PowerBoost

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
aan.

5.5 OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicator)

WAARSCHUWING!
/ / Zolang het indicatielampje aanstaat, bestaat er een risico op brandwonden door restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte rechtstreeks in de bodem van het kookgerei. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van het kookgerei.
De indicatielampjes / / verschijnen als een kookzone heet is. De aanduidingen tonen het niveau van de
restwarmte voor de kookzones die je momenteel gebruikt.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones, zelfs als je ze niet gebruikt,
• als er heet kookgerei op de koude kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld, maar de kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de kookzone is afgekoeld.

5.6 Timer

Timer met aftelfunctie

Gebruik deze functie om aan te geven hoelang een kookzone moet werken tijdens een enkele kooksessie. Je kunt de functie voor de afzuigkap afzonderlijk instellen. Zie "Kantelfuncties".
Stel eerst de wartme-instelling voor de geselecteerde kookzone in en stel daarna de functie in.
1. Druk op
timerdisplay.
2. Druk op
stellen (00-99 minuten).
3. Druk op om de timer te starten of
wacht 3 seconden. De timer begint af te tellen.
Om de tijd te wijzigen: selecteer de
kookzone met en druk op of .
Om de functie uit te schakelen:
selecteer de kookzone met
. De resterende tijd telt terug naar
op
00.
De timer stopt met aftellen, er klinkt een signaal en 00 knippert. Schakelt de kookzone uit. Druk op een willekeurig symbool om het signaal te stoppen en te knipperen.
. 00 verschijnt op het
of om de tijd in te
en druk

Kookwekker

U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld maar de kookzones niet werken. De kookstand toont 00.
1. Druk op
.
www.aeg.com14
2. Druk op of om de tijd in te stellen.
De timer stopt met aftellen, er klinkt een signaal en 00 knippert. Druk op een willekeurig symbool om het signaal te stoppen en te knipperen.
Om de functie uit te schakelen: druk
en . De resterende tijd telt terug
op naar 00.

5.7 Stroommanagement

Als er meerdere zones actief zijn en het verbruikte vermogen de limiet van de stroomtoevoer overschrijdt, verdeelt deze functie het beschikbare vermogen tussen alle kookzones. De kookplaat regelt de warmte-instellingen om de zekeringen van de installatie in het huis te beschermen.
• Kookzones zijn gegroepeerd volgens
de locatie en het aantal fasen van de kookplaat. Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van . Als de kookplaat de limiet van het maximaal beschikbare vermogen bereikt binnen een fase, wordt het vermogen van de kookzones automatisch verlaagd.
• De warmte-instelling van de als eerste
gekozen kookzone heeft altijd prioriteit. Het resterende vermogen wordt verdeeld tussen de andere kookzones volgens de volgorde van selectie.
• Voor kookzones met verminderd
vermogen knippert het bedieningspaneel tweemaal en toont het de maximaal mogelijke warmte­instellingen.
• Wacht totdat het display stopt met
knipperen of verlaag de kookstand van de laatst geselecteerde kookzone. De kookzones blijven werken met de verlaagde warmte­instelling. Wijzig indien nodig handmatig de warmte-instellingen van de kookzones.
• De afzuigkap is altijd beschikbaar als
elektrische belasting. Zie de afbeelding voor mogelijke combinaties waarin vermogen over de kookzones kan worden verdeeld.

5.8 Afzuigkapfuncties

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

De afzuigkap in- en uitschakelen

De afzuigkap kan naast de kookplaat werken tijdens de kooksessie, maar ook als de kookplaat is uitgeschakeld.
1. Druk op een van de ventilatorsnelheidsniveaus (1-3) op de bedieningsbalk van de afzuigkap om de afzuigkap te activeren.
Er klinkt een signaal en er verschijnen indicatoren boven de bedieningsbalk van de afzuigkap.
2. Pas de ventilatorsnelheid naar wens aan door op een van de beschikbare niveaus op de bedieningsbalk van de afzuigkap te drukken.
3. Om de afzuigkap uit te schakelen, druk je op 0 op de bedieningsbalk van de afzuigkap.
De indicatielampjes boven de bedieningsbalk van de afzuigkap verdwijnen.

AUTO

De functie past automatisch het ventilatorsnelheidsniveau aan op basis van de geselecteerde kookstand van de kookplaat.
Als je de kookplaat voor de eerste keer gebruikt, wordt de functie standaard geactiveerd.
Je kunt de functie inschakelen terwijl de kookplaat aan staat, maar geen van de
NEDERLANDS 15
kookzones actief is of op enig moment tijdens de kooksessie.
Als je de functie activeert terwijl de kookplaat is uitgeschakeld, geen van de kookzones werkt en er geen restwarmte zichtbaar is op het bedieningspaneel, wordt de functie na enkele seconden vanzelf uitgeschakeld.
1. Houd ingedrukt om de kookplaat in te schakelen.
2. Druk op AUTO om de functie te activeren.
Er klinkt een signaal en er verschijnt een indicator boven het symbool.
3. Plaats kookgerei op de kookplaat en selecteer een kookstandniveau. Verhoog of verlaag de warmte­instelling naar wens.
het ventilatorsnelheidsniveau overeenkomstig. De indicatielampjes boven de bedieningsbalk van de kap verschijnen.
4. Druk op 0 op de bedieningsbalk van de kookplaat om een kookzone uit te
schakelen of om de kookplaat uit te schakelen.
Als de restwarmte-indicator verschijnt, AUTO blijft de ventilatorsnelheid aanpassen. Als de resterende warmte laag is, Breeze kan ook beginnen te werken.
5. Om de functie tijdens het koken uit te schakelen en over te schakelen naar de handmatige modus van de afzuigkap, druk je op AUTO of op een andere instelling op de bedieningsbalk van de afzuigkap.
Er klinkt een signaal en het indicatielampje boven het symbool verdwijnt.
De afzuigkap reageert op het warmte­instellingsniveau en verhoogt of verlaagt
Automatische modi - ventilatorsnelheidsniveaus
Af‐
Restwarmteniveau (kookplaat
zuig‐
staat uit) kap‐ mo‐ dus
0
Restwarmteniveau (kookplaat staat aan)
Koken Rooste‐
ren
H1 - - - - - - - - 1
H2 - - - - - 1 1 1
H3 - - - 1 1 1 2
H4 - 1 1 1 2 2 3
Als je de kookplaat uitschakelt terwijl AUTO deze draait, wordt de functie onthouden voor de volgende kooksessie.

Afzuigkaptimer

Gebruik de functie om aan te geven hoelang de afzuigkap moet werken.
Het is niet mogelijk om de timer van de afzuigkap in te stellen terwijl de afzuigkap is uitgeschakeld.
1. Druk op
naast de bedieningsbalk
van de afzuigkap.
2. Druk op
of op om de tijd in te
stellen (00-99 minuten).
3. Druk op om de timer te starten.
De timer begint af te tellen.
www.aeg.com16
• Zodra de timer klaar is met aftellen, stopt de afzuigkap met werken.
• Het is mogelijk om de timer van de afzuigkap in te stellen terwijl AUTO aanstaat. Als AUTO de afzuigkap uitschakelt voordat de ingestelde tijd is verstreken, wordt de timer gereset.
• Als de timer de afzuigkap uitschakelt voor AUTO, wordt de functie uitgeschakeld. De indicatielampjes boven 0 en AUTO verdwijnen.
• In beide gevallen AUTO wordt de volgende keer dat je de kookplaat aanzet geactiveerd.

Boost

De functie activeert de afzuigkapventilator op zijn maximale snelheidsniveau.
Druk op om de functie te activeren.
Er klinkt een signaal en er verschijnt een indicator boven het symbool. De functie kan gedurende maximaal 10 minuten ononderbroken werken. Daarna verandert de instelling van de ventilatorsnelheid automatisch in 3. Je kunt de functie zo nodig opnieuw activeren.

Breeze

De functie stelt de ventilator van de afzuigkap in op een extra lage snelheid. De ventilator begint te draaien op een minimaal geluidsniveau onmiddellijk nadat de functie is geactiveerd. Je kunt de functie na het koken gebruiken om eventuele aanhoudende geuren of stoom te verwijderen.
De functie inschakelen als de kookplaat uit staat:
1. Druk op
Er klinkt een signaal en er verschijnt een indicator boven het symbool. Er verschijnt een timer die is ingesteld op 60 minuten op het display naast de bedieningsbalk van de afzuigkap.
2. Pas de timer zo nodig aan met
.
.
of
Nadat de timer klaar is met aftellen, wordt de afzuigkap automatisch uitgeschakeld.

5.9 Menustructuur

De tabel toont de basismenustructuur.
Gebruikersinstellingen
Sym‐ bool
b Geluid Aan / Uit (--)
h Afzuigkapmo‐
E Alarm-/foutge‐
Gebruikersinstellingen invoeren: houd
ingedrukt. De instellingen verschijnen op de timer van de linker kookzones.
Navigeren door het menu: het menu bestaat uit het instellingssymbool en een waarde. Het symbool verschijnt op de achterste timer en de waarde verschijnt op de voorste timer. Om tussen de
instellingen te navigeren, druk je op
op de timer aan de voorzijde. Druk op
of op de timer aan de voorzijde om de instellingswaarde te wijzigen.
Om het menu te verlaten: druk op .
Instellingen Mogelijke op‐
ties
1 - 4
dus
De lijst met re‐
schiedenis
ingedrukt. Houd vervolgens
cente alarmen/ fouten.

OffSound Control

Je kunt de geluiden in / uitschakelen in Menu > Gebruikersinstellingen.
Zie "Menustructuur".
Wanneer de geluiden uit zijn, kun je het geluid nog steeds horen als:
aanraakt,
• u
• de timer gaat uit,
• druk je op een inactief symbool.

6. EXTRA FUNCTIES

NEDERLANDS 17

6.1 Automatische uitschakeling

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones en de afzuigkap zijn uitgeschakeld,
• u geen kookstand of ventilatorsnelheid instelt na het inschakelen van de kookplaat,
• je iets hebt gemorst of langer dan 10 seconden iets op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek). Er klinkt een signaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het object of reinig het bedieningspaneel.
• het apparaat wordt te heet (bijv. als een steelpan droog kookt). Laat de kookzone afkoelen voordat je de kookplaat weer gebruikt.
• je een kookzone niet uitschakelt of de kookstand wijzigt. Na enige tijd wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De relatie tussen de kookstand / ventilatorsnelheid en de tijd waarna het apparaat uitschakelt:
Warmte-instelling De kookplaat
wordt uitgescha‐ keld na
1 - 2 6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
Instelling ventila‐ torsnelheid
1 - 3 10 uur
De afzuigkap wordt uitgescha‐ keld na
10 uur
10 minuten

6.2 Pauze

Deze functie stelt alle kookzones in die op de laagste warmte-instelling werken. De snelheid van de afzuigkapventilator daalt tot snelheid 1. Als je de functie activeert terwijl de afzuigkap in de automatische modus werkt, wordt de snelheid van de afzuigkapventilator niet verlaagd.
Als de functie in werking is kunnen
worden gebruikt. Alle andere symbolen op het bedieningspaneel zijn vergrendeld.
De functie stopt de timerfuncties niet.
1. Om de functie in te schakelen:
druk op
De warmte-instelling wordt verlaagd naar
1. De snelheid van de afzuigkapventilator daalt tot snelheid 1.
2. Om de functie uit te schakelen,
druk op .
De vorige kookstand / ventilatorsnelheid gaat aan.
.
en

6.3 Blokkering

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookplaat in werking is. Het voorkomt dat de warmte­instelling/snelheid van de afzuigkap per ongeluk wordt gewijzigd.
Stel eerst de kookstand/snelheid van de afzuigkap in.
Om de functie in te schakelen: druk op
.
Om de functie uit te schakelen: druk
nogmaals op .
De functie wordt uitgeschakeld, als je de kookplaat uitschakelt.

6.4 Kinderbeveiligingsinrichting

Deze functie voorkomt onbedoeld gebruik van de kookplaat en de afzuigkap.
www.aeg.com18
Om de functie te activeren: druk op . Stel geen kookstand / afzuigkap in. Houd
3 seconden ingedrukt tot het indicatielampje boven het symbool verschijnt. Schakel de kookplaat uit met
.
Als je de kookplaat uitschakelt, is de functie nog steeds actief. Het
indicatielampje hierboven brandt.
Om de functie uit te schakelen: druk
op . Stel geen kookstand / afzuigkap
in. Houd 3 seconden ingedrukt totdat het indicatielampje boven het symbool verdwijnt. Schakel de kookplaat uit met
.
Koken met de functie ingeschakeld:
druk op en druk vervolgens 3 seconden op tot het indicatielampje

7. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Pannen

Voor inductiekookzones creëert een sterk elektromagnetisch veld de hitte in de pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen.
• De bodem van de pannen moet zo dik
en vlak mogelijk zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en
droog zijn voordat de pannen op de kookplaat worden gezet.
• Schuif of wrijf de pan niet over het
keramische glas, om krassen te voorkomen.
Panmaterialen
goed: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt door de fabrikant).
boven het symbool verdwijnt. Je kunt de kookplaat bedienen. Als je de kookplaat
uitschakelt met de -functie, werkt weer.

6.5 Bridge

De functie werkt als de pan de middelpunten van beide zones bedekt.
Deze functie verbindt twee kookzones en ze werken als één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van de kookzones.
Om de functie voor linker-/ rechterkookzones te activeren: raak
/ aan. Om de warmte-instelling in te stellen of te wijzigen, raakt u een van de linker/rechter regelsensoren aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
/ aan. De kookzones werken onafhankelijk van elkaar.
niet goed: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand
binnen korte tijd wordt verwarmd,
• een magneet op de onderkant van het
kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
• Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de afmetingen van pannen aan.
• De efficiëntie van de kookzone hangt
samen met de diameter van de pan. Pannen met een diameter kleiner dan het minimum ontvangen slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.
• Gebruik zowel om veiligheidsredenen
als voor optimale kookresultaten geen pannen groter dan aangegeven in de kookzonespecificaties. Zorg ervoor dat pannen tijdens het koken niet dicht bij het bedieningspaneel blijven. Dit kan invloed hebben op de werking van het bedieningspaneel of
NEDERLANDS 19
onbedoeld de kookplaatfuncties activeren.
Raadpleeg de technische gegevens.
Geventileerde stoomdeksels
Om de kooksessies naast de afzuigkap verder te optimaliseren, kun je de speciale stoomgeventileerde deksels met jouw kookgerei gebruiken. De deksels zijn ontworpen om de stoom die in de pan wordt geproduceerd naar de afzuigkap te leiden, waardoor ongewenste kookgeuren en overmatige vochtigheid in de keuken tot een minimum worden beperkt. De deksels zijn verkrijgbaar in verschillende maten om te passen bij de meest voorkomende soorten kookgerei. Ga voor meer informatie naar onze website.

7.2 Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• kraakgeluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (een sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van een kookzone met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (een sandwich-constructie).
• zoemend geluid: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissend, brommend: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken.

7.3 Öko Timer (Eco-timer)

Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt.
7.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het stroomverbruik van de kookzone is niet lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat een kookzone op de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de tabel dienen alleen als richtlijn.
Warmte-in‐ stelling
1 Houd gekookt voedsel warm. indien
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: bo‐
1 - 2 Harden: pluizige omeletten,
Gebruik om het volgende te doen:
ter, chocolade, gelatine.
gebakken eieren.
Tijd (min)
nodig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40 Kook met een deksel erop.
Aanwijzingen
Doe een deksel op het kook‐ gerei.
www.aeg.com20
Warmte-in‐ stelling
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
3 - 4 Stoom groenten, vis, vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht
4 - 5 Stoom aardappelen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
4 - 5 Bereid grotere hoeveelheden
6 - 7 Zachtjes bakken: escalope,
7 - 8 Zware friet, hash browns, len‐
9 Kook water, kook pasta, braadvlees (goulash, stoofvlees), frietjes bakken.

7.5 Aanwijzingen en tips voor de afzuigkap

• Het rooster dat de afzuigkap bedekt is gemaakt van aluminium en roestvrij staal. Je kunt er potten op zetten als de afzuigkap niet werkt. Het zal geen schade veroorzaken.
• Wanneer de AUTO-modus in werking is, start de ventilator aan het begin van elke kooksessie op een lage
Gebruik om het volgende te doen:
van rijst en gerechten op melk‐ basis, reeds bereide gerechten opwarmen.
voedsel, stoofschotels en soe‐ pen.
kalfsvlees cordon bleu, cutlets, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts.
densteaks, steaks.
Grote hoeveelheden water koken. PowerBoost is ingeschakeld.
Tijd (min)
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo
60 - 150 Tot 3 liter vloeistof plus ingre‐
indien nodig
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
Aanwijzingen
veel vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis hal‐ verwege de procedure door.
toe.
750 g aardappelen.
diënten.
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
omdraaien.
geleidelijk toe. Je kunt ook de snelheid van de ventilator handmatig aanpassen.
• Bij installatie van de uitlaat moet je een raamschakelaar installeren. Je moet het apart kopen omdat het niet bij de afzuigkap wordt geleverd. De raamschakelaar moet worden geïnstalleerd door een bevoegde technicus. Raadpleeg het installatieboekje.
snelheid. De snelheid neemt

8. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op het oppervlak hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor het glas.
NEDERLANDS 21

8.2 De kookplaat schoonmaken

Verwijder direct: gesmolten
kunststof, plastic folie, suiker en suikerhoudend voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Gebruik de speciale schraper op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn.
8.3 De afzuigkap
schoonmaken
Raster
Het rooster drijft de lucht de kap in. Bovendien beschermt het rooster het afzuigkapsysteem en voorkomt het dat er per ongeluk vreemde voorwerpen in vallen. Je kunt het rooster handmatig of in een vaatwasser wassen.
Waterreservoir
Onder de kap bevindt zich een waterreservoir. Dit verzamelt het condenswater dat bij elk kookproces ontstaat. Vergeet niet om het waterreservoir regelmatig te legen.
Plaats voor u het waterreservoir opent er een bak onder om water op te vangen. Om het waterreservoir te openen schuift u de vergrendelingen naar buiten en
opent u ze een voor een.
WAARSCHUWING!
Voorkom dat er water in de afzuigkap komt.
Als er water of andere vloeistoffen in het afzuigkapsysteem terechtkomen:
• schakel de afzuigkap eerst uit,
• til het rooster op en reinig het gebied rond de kap voorzichtig met een vochtige doek of spons en een mild schoonmaakmiddel,
• veeg het overtollige vocht op de bodem van de afzuigkap weg met een spons of een droge doek,
• schakel de afzuigkap in, stel het ventilatorsnelheidsniveau in op 2 of hoger en laat de kap enige tijd draaien om het resterende vocht te verwijderen.
8.4 Het filter van de afzuigkap
reinigen
Het filter voorkomt dat vetdeeltjes in het afzuigkapsysteem terechtkomen. Reinig en regenereer het filter regelmatig.
Normaal reinigen
Reinig het filter zodra het opgebouwde vet zichtbaar wordt. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de hoeveelheid vet en olie die bij het koken wordt gebruikt. Het verdient aanbeveling om het filter elke 10 - 20 uur, of zo nodig vaker, te reinigen.
1. Verwijder het filter en de
filterbehuizing voorzichtig. Ze bevinden zich direct onder het rooster in het midden van de kookplaat.
www.aeg.com22
2. Reinig de holte van de afzuigkap met een reinigingsschuim.
3. Was het filter en de filterbehuizing handmatig in warm water zonder reinigingsmiddelen of schuursponzen te gebruiken. U kunt ze ook in de vaatwasser bij 65 -70 °C (met een programma langer dan 90 minuten) wassen, zonder afwasmiddelen en zonder vaat in dezelfde lading. Alleen de plastic onderdelen kunnen worden gereinigd met reinigingsmiddelen.
4. Droog het filter gedurende 20 - 30 minuten in de oven op 70 °C. Gebruik hiervoor niet de heteluchtovenfunctie.
Zet het filter en de filterbehuizing weer op hun plaats vast wanneer ze volledig zijn gedroogd.
Het filter regenereren
De kookplaat heeft een ingebouwde teller om u eraan te herinneren dat het filter moet worden schoongemaakt. De teller start automatisch opnieuw wanneer je de afzuigkap voor de eerste keer inschakelt. Na 100 uur gebruik begint het
filterindicatielampje te knipperen om aan te geven dat het filter moet worden schoongemaakt. De melding blijft 30 seconden aan nadat je de afzuigkap en de kookplaat hebt uitgeschakeld. De melding blokkeert het gebruik van de kookplaat niet.
Het maximale aantal regeneratiecycli is 6 - 7. Daarna moet het filter worden vervangen door een nieuw filter.
1. Reinig het filter handmatig of in de vaatwasser, zoals hierboven beschreven (normaal reinigen).
2. Zet het filter 60 minuten in een oven op 80 - 110 °C. Gebruik hiervoor niet de heteluchtovenfunctie.
3. Monteer het filter en de filterbehuizing terug.
Stel de teller opnieuw in.
De teller resetten
1. Maak het filter eerst schoon en regenereer het en monteer het dan terug in de kap.
2. Druk kort op
terwijl het
indicatielampje knippert.
De teller wordt opnieuw gestart.
WAARSCHUWING!
Een oververzadigd filter kan brandgevaar opleveren.

9. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

9.1 Wat moet je doen als ...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Je kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen.
De zekering is doorgeslagen. Verzeker je ervan dat de zeke‐
Stel gedurende 60 seconden
Je hebt 2 of meer sensorvel‐
Pauze is in werking. Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
Water of vetvlekken op het
Je kunt een constant piep‐ geluid horen.
Je kunt de maximale warmtestand niet instellen voor één van de kookzo‐ nes.
Er klinkt een geluidssig‐ naal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Als de kookplaat wordt uit‐ geschakeld, klinkt er een geluidssignaal.
De kookplaat wordt uitge‐ schakeld.
De kookplaat is niet aange‐ sloten op een stopcontact of niet goed geïnstalleerd.
geen kookstand in.
den tegelijkertijd aangeraakt.
bedieningspaneel.
De elektrische aansluiting is verkeerd.
De andere zones verbruiken het maximaal beschikbare vermogen. Je kookplaat werkt correct.
Je hebt iets op een of meer sensorvelden geplaatst.
Je hebt iets op het sensor‐
veld geplaatst.
NEDERLANDS 23
Controleer of de kookplaat goed aangesloten is op het lichtnet.
ring de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neem je con‐ tact op met een erkende instal‐ lateur.
Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 60 seconden in.
Raak slechts één sensorveld aan.
Reinig het bedieningspaneel.
Trek de stekker van de kook‐ plaat uit het stopcontact. Laat de installatie controleren door een erkende elektricien.
Verlaag de warmtestand van de andere kookzones die op dezelfde fase zijn aangesloten. Zie 'Stroommanagement'.
Verwijder het voorwerp van de sensorvelden.
Verwijder het voorwerp van het sensorveld.
www.aeg.com24
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De restwarmte-indicator gaat niet aan.
Het bedieningspaneel wordt heet bij aanraking.
Er klinkt geen geluidsig‐ naal wanneer je de tiptoet‐
De zone is niet heet omdat deze slechts kortstondig is gebruikt, of de sensor is be‐ schadigd.
Het kookgerei is te groot of je plaatst het te dicht bij het bedieningspaneel.
Als de zone voldoende lang gebruikt is om heet te zijn, neem je contact op met een erkende servicedienst.
Plaats grotere pannen indien mogelijk op de achterste kook‐ zones.
De signalen zijn uit. Schakel de geluiden in. Raad‐
pleeg ‘Dagelijks gebruik’. sen van het bedieningspa‐ neel aanraakt.
Het indicatielampje boven
het symbool gaat aan.
De bedieningsbalk knip‐ pert.
Kinderbeveiligingsinrichting of Blokkering werkt.
Er staat geen pan op de zo‐ ne, of de zone is niet volledig bedekt.
Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
Zet een pan op de zone, zodat
de pan de zone volledig be‐
dekt.
De pan is niet geschikt. Gebruik kookgerei dat geschikt
is voor inductiekookplaten. Zie
'Aanwijzingen en tips'.
De diameter van de bodem
van de pan is te klein voor de zone.
De bedieningsbalk voor de afzuigkap knippert en de afzuigkap start niet of gaat uit.
De ventilator kan in bepaalde omstandigheden vanzelf uit‐ schakelen, bijvoorbeeld wan‐ neer de kamer niet goed ge‐ ventileerd wordt.
Gebruik pannen met de juiste
afmetingen. Raadpleeg de
technische gegevens.
Open het venster (mogelijk
moet je de vensterschakelaar
installeren, zie "Aanwijzingen
en tips voor de kap"). Druk op
een willekeurig symbool. De
afzuigkap werkt weer.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De ventilator van de af‐ zuigkap werkt niet goed als de functies van de af‐ zuigkap worden geacti‐ veerd.
De omgevingstemperatuur rond de afzuigkap is te hoog. Er is onvoldoende luchtcircu‐ latie in en rondom de afzuig‐ kap.
Schakel de kookplaat uit en haal de stekker uit het stop‐ contact. Wacht ten minste 10 seconden en sluit het dan op‐ nieuw aan. Andere suggesties: Probeer de temperatuur van het omliggende gebied af te koelen. Verwijder het afzuig‐ kapfilter en verwijder het reste‐ rende vocht uit de binnenkant van de afzuigkap. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'. Laat het afzuigkapsysteem gedu‐ rende één dag drogen en acti‐ veer de afzuigkap vervolgens opnieuw.
De stoom die tijdens het koken wordt geprodu‐ ceerd, wordt niet voldoen‐ de geabsorbeerd door de afzuigkap.
De deksels op het kookgerei zijn niet goed geplaatst.
Als uw kookgerei geen geven‐ tileerde deksels heeft, zorg er dan voor dat u de deksels kan‐ telt zodat de vrijgekomen stoom naar de afzuigkap ge‐ richt is. Raadpleeg "Aanwijzingen en tips" voor informatie over de speciale stoomdeksels met ventilatie die worden aanbevo‐ len voor gebruik met de geïn‐ tegreerde afzuigkap.
Het filter van de kap is over‐ verzadigd.
Reinig het afzuigkapfilter en reset de melding. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
en een getal gaan
branden.
Er is een fout opgetreden in de kookplaat.
Schakel de kookplaat uit en schakel deze na 30 seconden
weer in. Wanneer weer verschijnt, trek je de stekker van de kookplaat uit het stop‐ contact. Steek de stekker van de kookplaat er na 30 secon‐ den weer in. Als het probleem zich blijft voordoen, neem je contact op met een erkende servicedienst.
NEDERLANDS 25
www.aeg.com26

9.2 Als je geen oplossing kunt vinden...

Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een erkende serviceafdeling. Geef de gegevens op het typeplaatje. Zorg ervoor dat je de kookplaat correct

10. TECHNISCHE GEGEVENS

10.1 Typeplaatje

Model CCE8475SFB PNC 949 597 956 00 Type 66 D4A 01 AA 230/400 V 50 Hz Inductie 7.35 kW Gemaakt in: Duitsland
Serienr. ................ 7.35 kW
AEG

10.2 Specificatie kookzones

Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max warmte-instel‐ ling) [W]
Links voor 2300 3200 10 125 - 210
Links achter 2300 3200 10 125 - 210
Rechtsvoor 2300 3200 10 125 - 210
Rechtsachter 2300 3200 10 125 - 210
PowerBoost [W] PowerBoost
gebruikt. Als dit niet het geval is, is het onderhoud van een servicemonteur of dealer niet gratis, ook tijdens de garantieperiode. De informatie over garantieperiode en geautoriseerde servicecentra vind je in het garantieboekje.
Diameter kook‐ maximale duur [min]
gerei [mm]
Het vermogen van de kookzones kan binnen een bepaalde kleine marge verschillen van de gegevens in de tabel. Dit kan veranderen afhankelijk van het materiaal en de afmetingen van het kookgerei.

11. ENERGIEZUINIGHEID

11.1 Productinformatie*

Modelnummer CCE8475SFB
Type kookplaat Inbouwkookplaat
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter die niet groter is dan vermeld in de tabel.
NEDERLANDS 27
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone
Energieverbruik per kookzone (EC elec‐ tric cooking)
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 186,3 Wh / kg
* Voor de Europese Unie overeenkomstig EU 66/2014. Voor Belarus volgens STB 2477-2017, Annex A. Voor Oekraïne volgens 742/2019.
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - Deel 2: Kookplaten ­Methoden voor het meten van prestaties.

11.2 Energiebesparing

U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te
Links voor L 22,3 cm
W 22,0 cm
Links achter L 22,3 cm
W 22,0 cm
Rechtsvoor L 22,3 cm
W 22,0 cm
Rechtsachter L 22,3 cm
W 22,0 cm
Links voor
Links achter
Rechtsvoor
Rechtsachter
179,6 Wh / kg 189,1 Wh / kg 187,3 Wh / kg 189,1 Wh / kg
• Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten.
volgen.
12. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
www.aeg.com/shop
867373177-B-122022
Loading...