AEG ATB91131AW User Manual [fr]

USER MANUAL
ATB91131AW
NL Gebruiksaanwijzing 2
Vriezer
FR Notice d'utilisation 17
Congélateur
DE Benutzerinformation 32
Gefriergerät
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................4
3. BEDIENING..................................................................................................................6
4. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................7
5. AANWIJZINGEN EN TIPS...........................................................................................8
6. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................................9
7. PROBLEEMOPLOSSING...........................................................................................11
8. MONTAGE ................................................................................................................13
9. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................................16
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

VEILIGHEIDSINFORMATIE

1.
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
NEDERLANDS
Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
3
www.aeg.com4
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Montage

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of wijnkelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.

2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
NEDERLANDS
5
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

2.5 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
1 2 3 4 5
www.aeg.com
6

3. BEDIENING

3.1 Bedieningspaneel

Groen controlelampje stroom aan/uit
1
Thermostaatknop en aan/uit
2
schakelaar Geel FROSTMATIC-indicatielampje
3

3.2 Inschakelen

Laat het apparaat na plaatsing 4 uur staan.
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de temperatuurregelaar naar
rechts naar een middelmatige positie. Het groene controlelampje aan/uit gaat branden en het rode controlelampje alarm gaat knipperen. Als het groene aan/uit controlelampje gaat branden betekent dit dat het apparaat is ingeschakeld.
Als het rode controlelampje gaat knipperen en u het alarmsignaal hoort, betekent dit dat het vriesvak niet op de juiste temperatuur is. Druk op de stopknop van het geluidssignaal en de FROSTMATIC-schakelaar om het geluidsalarm uit te schakelen. Het indicatielampje alarm blijft knipperen totdat de normale omstandigheden zijn hersteld.
Stopknop voor geluidsignaal en
4
FROSTMATIC-schakelaar Rood indicatielampje alarm
5
Als de vriezer voor de eerste keer wordt ingeschakeld, gaat het rode controlelampje knipperen tot de temperatuur is bereikt die nodig is voor het invriezen van voedsel.

3.3 Uitschakelen

1. Draai, om het apparaat uit te zetten,
de thermostaatknop naar de stand O.
Het groene aan/uit-controlelampje gaat uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact
om de stroomtoevoer naar het apparaat af te sluiten.

3.4 Rood indicatielampje alarm

Onder normale omstandigheden zorgt de temperatuur in de vriezer ervoor dat het voedsel lang kan worden bewaard.
De temperatuurstijging boven een bepaald niveau in de vriezer (-12 °C, bijvoorbeeld door een eerdere stroomstoring) wordt aangeduid met het knipperen van het rode controlelampje en wordt het geluidsalarm gegeven.
NEDERLANDS 7
1. Druk op de stopknop voor het
geluidssignaal. Het geluidsalarm schakelt uit.
Het rode Controlelampje blijft knipperen tot de temperatuur is bereikt die nodig is voor het invriezen van voedsel.

3.5 Temperatuurregelaar

LET OP!
Plaats ter voorkoming van schade geen zware noch hete voorwerpen bovenop het apparaat.
De temperatuur in het apparaat wordt geregeld door de thermostaatknop op het bedieningspaneel.
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de temperatuurregelaar op een lagere stand voor de minimale koudestand.
• draai de temperatuurregelaar op een hogere stand voor de maximale koudestand.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter worden gekozen rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur wordt geopend
• de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
• de plaats van het apparaat

3.6 FROSTMATIC-functie

Als er meer dan 3-4 kg voedsel wordt ingevroren:
1. Druk 6-24 uur voordat er vers voedsel
in de vriezer wordt geplaatst gedurende 2-3 seconden op de knop FROSTMATIC om de functie FROSTMATIC te activeren. Het gele controlelampje FROSTMATIC gaat branden. De compressor zal constant gaan lopen om ervoor te zorgen dat het verse voedsel zo snel mogelijk wordt ingevroren.
Het is mogelijk om de functie te allen tijde te deactiveren door gedurende 2-3 seconden op de knop FROSTMATIC te drukken.
2. Plaats het voedsel in het vriesvak of
de vriesvakken en laat de functie FROSTMATIC nog eens 24 uur aan staan.
3. Druk als het voedsel eenmaal is
ingevroren gedurende 2- 3 seconden op de knop FROSTMATIC en het gele controlelampje FROSTMATIC gaat uit.
4. Verplaats het bevroren voedsel van
de vriesvakken naar de bewaarvakken om plaats te maken voor in te vriezen voedsel.
4.

DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 Vers voedsel invriezen

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie FROSTMATIC en leg het in te vriezen voedsel in het vriesvak.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in het bovenste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur. voeg tijdens deze periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de vereiste temperatuur weer instellen (zie "FROSTMATIC functie").
8
www.aeg.com
4.2 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).

5. AANWIJZINGEN EN TIPS

5.1 Normale bedrijfsgeluiden:

De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat.
5.2 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.

5.3 Tips voor het invriezen

Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:

4.3 Ontdooien

Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze periode moet er geen ander in te vriezen voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de vriezer minder lang goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
NEDERLANDS
9
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is.
5.4 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;

6. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Algemene waarschuwingen

LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.
6.2 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.

6.3 Periodieke reiniging

LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
LET OP!
Til de voorkant van de koelkast op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
www.aeg.com10
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.

6.4 De vriezer ontdooien

LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats.
WAARSCHUWING!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan en steek de
kunststof schraper in de daarvoor bedoelde opening in het midden van de bodem, plaats er een opvangbak onder om het dooiwater op te vangen.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de
binnenkant grondig droog maken en de schraper bewaren voor toekomstig gebruik.
5. Zet het apparaat aan. Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak.

6.5 Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.

7. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Problemen oplossen

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Er is een hoorbaar of zicht­baar alarm.
Stroomindicatielampje knip­pert.
De compressor werkt conti­nu.
Er zijn grote hoeveelheden
De omgevingstemperatuur
De kast is recent ingescha­keld.
De temperatuur in het appa­raat is te hoog.
Er is een fout opgetreden in de temperatuurmeting.
Het apparaat functioneert niet goed.
De temperatuur in het appa­raat is te hoog.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
voedsel tegelijk in de vriezer geplaatst.
is te hoog.
NEDERLANDS 11
Zet het apparaat aan.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap­paraat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektri­cien.
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Zie 'Deur Open Alarm' of 'Alarm Hoge Temperatuur'.
Zie 'Deur Open Alarm' of 'Alarm Hoge Temperatuur'.
Neem contact op met een erkend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservi­ce.
Neem contact op met een erkend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservi­ce.
Neem contact op met een erkend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservi­ce.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Wacht een paar uur en con­troleer dan nogmaals de temperatuur.
Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse.
www.aeg.com12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het voedsel dat in het appa-
raat werd geplaatst, was te warm.
De deur is niet goed geslo­ten.
De functie FROSTMATIC is ingeschakeld.
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct ge-
sloten of de deurpakking is vervormd/vies.
De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste plaats.
De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
De compressor start niet on­middellijk na het drukken op
Dit is normaal, er is geen
storing. FROSTMATIC, of na het ver­anderen van de tempera­tuur.
De temperatuur kan niet worden ingesteld.
De deur is verkeerd uitge­lijnd of komt tegen het ven-
De functie FROSTMATIC is
ingeschakeld.
Het apparaat staat niet wa-
terpas. tilatierooster aan.
De temperatuur in het appa­raat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
De deur is niet goed geslo-
ten.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Laat voedsel afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het opslaat.
Zie 'De deur sluiten'.
Raadpleeg de "functie FROSTMATIC".
Zie 'De deur sluiten'.
Plaats de dop voor de water­afvoer op de juiste manier.
Pak de producten beter in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
De compressor start na eni­ge tijd.
Schakel FROSTMATIC hand­matig uit of wacht tot de functie automatisch reset om de temperatuur in te stellen. Raadpleeg "functie FROST­MATIC"
Zie 'Waterpas zetten'.
Stel een hogere/lagere tem­peratuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Conserveer minder produc­ten tegelijk.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Deur gaat niet makkelijk open.
De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
De functie FROSTMATIC is ingeschakeld.
Er is geen koude luchtcircu­latie in het apparaat aanwe­zig.
U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te ope­nen.
Ontdooi het apparaat.
nodig is.
Raadpleeg de "functie FROSTMATIC".
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa­raat aanwezig is.
Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur.
NEDERLANDS
13
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.

7.2 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.

8. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Plaatsing

Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat.
Klimaat­klasse
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Omgevingstemperatuur
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.

8.2 Nivellering

Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat wanneer u het plaatst. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstelbare voetjes die aan de voorkant en
2
4
1
3
100 mm
15 mm 15 mm
14
www.aeg.com
onderkant van het apparaat bevestigd zijn.

8.3 Afstandhouders achterkant

U vindt de twee afstandhouders in de zak van de gebruikershandleiding.
1. Draai de schroef los.
2. Plaats de afstandhouder onder de
schroef.
3. Draai de afstandshouder in de juiste
positie.
4. Draai de schroeven opnieuw aan.
wandkast zetten. De afstelbare voetjes aan de onderkant van het apparaat garanderen een nauwkeurig horizontale uitlijning.

8.5 Omkeerbaarheid van de deur

WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan verzekeren dat de stekker uit het stopcontact is getrokken.

8.4 Locatie

De stroomtoevoer aan het apparaat moet verbroken kunnen worden; de stekker moet daarom na de installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat lucht vrij kan circuleren aan de achterkant van het keukenkastje. Als het apparaat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van de kast en de wandkast ten minste 100 mm bedragen om optimale prestaties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het apparaat echter beter niet onder een
LET OP!
Om de volgende handelingen uit te voeren, raden we aan dit te doen met de hulp van iemand anders die de deuren van het apparaat tijdens de werkzaamheden stevig vasthoudt.
1. Kantel het apparaat voorzichtig naar
achteren, zodat de compressor de vloer niet kan raken.
2. Schroef beide afstelbare voetjes los.
2
1
1
2
3
4
NEDERLANDS
15
3. Draai de schroeven van het onderste
deurscharnier los.
4. Verwijder de deur van het apparaat
door deze iets omlaag te trekken.
5. Schroef de bovenste
deurscharnierpen los en monteer deze aan de andere kant.
6. Installeer de deur van het apparaat
op de bovenste deurscharnierpen.
7. Verwijder het onderste scharnier.
Verplaats de deurscharnierpen in de richting van de pijl.
8. Draai de schroef los en monteer deze
aan de andere kant.
9. Installeer het onderste scharnier aan
de tegenovergestelde kant waarbij u de stand van de deur ongewijzigd laat.
10. Monteer de ene schroef op de plaats
die is vrijgekomen aan de andere kant evenals de stelvoetjes (2 stuks).
11. Verwijder en installeer de handgreep
aan de andere kant.

8.6 Aansluiting op het elektriciteitsnet

• Zorg er vóór het aansluiten voor dat
• Dit apparaat moet worden
LET OP!
Zet het apparaat op zijn plaats, zet het waterpas, wacht minstens vier uur en steek dan de stekker in het stopcontact.
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De magnetische afdichtstrip vast zit aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat het deurrubber niet precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de deurrubber zich op een natuurlijke wijze zet. Als u bovenstaande handelingen liever niet zelf uitvoert, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice. Een vakman van de klantenservice zal de draairichting van de deuren op uw kosten veranderen.
het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
www.aeg.com16
voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien

9. TECHNISCHE GEGEVENS

9.1 Technische gegevens

In hoogte mm 850
Breedte mm 595
Diepte mm 635
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 24
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel.
10. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG­richtlijnen.
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
Loading...
+ 36 hidden pages