AEG ATB48D1AW User Manual [nl]

USER MANUAL
ATB48D1AW
NL Gebruiksaanwijzing 2
Vriezer
FR Notice d'utilisation 20
Congélateur
DE Benutzerinformation 38
Gefriergerät
www.aeg.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. MONTAGE ...........................................................................................................7
4. BEDIENING........................................................................................................ 10
5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 11
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................12
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................14
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................15
9. GELUIDEN..........................................................................................................18
10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................18
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................18
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
NEDERLANDS 3
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
www.aeg.com4
open de deur niet gedurende lange perioden;reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen;
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

NEDERLANDS 5

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan regen.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer
www.aeg.com6
bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.
• Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.

2.5 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het

3. MONTAGE

H1
H2
W1
D1
W2
D2
W3
D3
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

3.1 Afmetingen

NEDERLANDS 7
Totale afmetingen
1)
H1 mm 845
W1 mm 560
D1 mm 575
1)
de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
zonder de handgreep en de voeten
Benodigde ruimte in gebruik
H2 mm 945
1)
Benodigde ruimte in gebruik
1)
W2 mm 760
D2 mm 690
1)
de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht
Totale ruimte die nodig is bij gebruik
1)
H2 mm 945
www.aeg.com8
Totale ruimte die nodig is bij gebruik
W3 mm 760
D3 mm 1165
1)
de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan worden verwijderd

3.2 Locatie

Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast.
Als het apparaat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van de kast en de wandkast worden gerespecteerd om optimale prestaties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het apparaat echter beter niet onder een wandkast zetten. Met de verstelbare pootjes onderop de kast zorgt u ervoor dat het apparaat waterpas staat.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.

3.3 Positionering

Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik als een ingebouwd apparaat.
Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot 43°C.
Indien als gevolg van een andere installatie niet aan de juiste ventilatie-
1)
eisen wordt voldaan, zal het apparaat correct functioneren, maar kan het energieverbruik licht stijgen.
Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
Als u het apparaat tegen de wand plaatst, maak dan gebruik van de meegeleverde afstandhouders of houd rekening met de minimum afstand die in het hoofdstuk “Afmetingen” wordt aangeduid.
LET OP!
Als u het apparaat met de zijkant tegen een wand installeert, raadpleeg dan het hoofdstuk “Afmetingen” om de minimale afstand tussen de wand en de zijkant van het apparaat, te begrijpen om de deurscharnieren voldoende ruimte te geven om de deur te openen als de interne apparatuur moet worden verwijderd (bijv. bij reiniging).

3.4 Elektrische aansluiting

• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien.
NEDERLANDS 9
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG ­richtlijnen.
3.5 Omkeerbaarheid van de
deur
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan verzekeren dat de stekker uit het stopcontact is getrokken.
1. Zorg ervoor dat het apparaat rechtop
staat.
2. Open de deur en verwijder de
deurapparatuur. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Sluit de deur.
3. Schroef de schroeven aan de
achterkant van de bovenste afdekking los.
5. Draai de 4 schroeven los.
6. Til het bovenste scharnier op en zet het samen met de schroeven op een veilige plaats.
7. Til de deur op en plaats deze op een zacht oppervlak.
8. Kantel het apparaat voorzichtig op een zachte schuimverpakking of soortgelijk materiaal om schade aan de achterkant van het apparaat en de vloer te voorkomen.
9. Schroef de schroeven van het onderste scharnier en de verstelbare voeten los.
10. Plaats de pen in het tegenoverliggende gat van het scharnier.
4. Til de bovenste afdekking op en plaats deze op een zacht oppervlak.
11. Schroef de onderste scharnier aan de andere kant van het apparaat vast.
12. Installeer de rubberen steun aan de zijkant zonder scharnier.
13. Monteer de deur op het onderste scharnier en zorg ervoor dat de scharnierpen in het onderste gat van de deur komt.
14. Monteer het bovenste scharnier aan de tegenoverliggende kant van het apparaat. Plaats de bovenste scharnierpen in het bovenste deurgat. Draai de schroeven vast.
3sec
-20-18-16 -22
°C
1 21 2 23
www.aeg.com10
15. Schroef de resterende 2 schroeven aan de bovenzijde van het apparaat zonder scharnier vast.
16. Plaats de bovenste afdekking op het apparaat en draai de schroeven aan de achterkant vast.
Installeer de deurapparatuur. Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te sluiten.

3.6 Installatie van een deurklink

Als er een deurklink apart in een zak zit, kunt u deze als volgt installeren:
1. Verwijder de schroeven uit de gaten aan de zijkant van de deur. Houd of installeer de schroefdeksels aan de zijkant met een deurscharnier.
2. Sluit de gaten van de handgreep aan op de gaten in de deur en schroef de handgreep vast met de eerder verwijderde schroeven.

4. BEDIENING

4.1 Bedieningspaneel

1. Indicatielampje temperatuur
2. Super Freeze -controlelampje

4.2 Inschakelen

Steek dan de stekker in het stopcontact.
3. Bedieningsknop
NEDERLANDS 11

4.3 Uitschakelen

Haal de stekker uit het stopcontact om het apparaat uit te schakelen.

4.4 Temperatuurregeling

Om de temperatuur in te stellen, drukt u herhaaldelijk op de bedieningsknop totdat u de gewenste temperatuur bereikt.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur,
• de frequentie waarmee de deur wordt geopend,
• de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard,
• de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.

4.5 Super Freeze-functie

De Super Freeze wordt gebruikt voor het voorvriezen en snel invriezen in volgorde

5. DAGELIJKS GEBRUIK

van het vriesvak. Deze functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de Super Freeze­functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel erin plaatst om het voorvriezen te voltooien.
Om de Super Freeze-functie te activeren, drukt u op de bedieningsknop en houdt u deze 3 seconden ingedrukt. Het Super Freeze-lampje knippert.
Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
U kunt de Super Freeze-functie deactiveren voordat deze automatisch wordt beëindigd door de bedieningsknop 3 seconden ingedrukt te houden. Het Super Freeze-controlelampje gaat uit.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Vers voedsel invriezen

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de Super Freeze-functie ten minste 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in het eerste en tweede vak of de eerste en tweede lade vanaf de bovenkant.
De maximale hoeveelheid levensmiddelen die kunnen worden ingevroren zonder andere verse levensmiddelen toe te voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt).

5.2 Het bewaren van ingevroren voedsel

Als u het apparaat voor het eerst of na een periode waarin het niet is gebruikt inschakelt, dient u voordat u de producten in het vak legt het apparaat minstens 3 uur te laten werken met de Super Freeze-functie ingeschakeld.
Als je het apparaat voor de eerste keer inschakelt of na een periode waarin het niet is gebruikt, dien je het apparaat minstens 3 uur te laten werken voordat je de producten in het vak legt.
De vrieslades zorgen ervoor dat je het gewenste voedsel snel en eenvoudig kan terugvinden. Verwijder alle lades als er grote hoeveelheden voedsel bewaard moeten worden, behalve de onderste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie.
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur.
www.aeg.com12
LET OP!
Bij onbedoelde ontdooiing door bijvoorbeeld stroomuitval, waarbij de stroom langer is uitgeschakeld dan de waarde die op het typeplaatje staat onder ‘tijdsduur’, moet het ontdooide voedsel snel worden geconsumeerd of onmiddellijk worden bereid, vervolgens afgekoeld en daarna opnieuw worden ingevroren.

6. AANWIJZINGEN EN TIPS

6.1 Tips voor energiebesparing

• De interne configuratie van het apparaat zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik.
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk.
• Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af.

6.2 Tips voor het invriezen

• Activeer de Super Freeze-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt.
• Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties.
• Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven.
• Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden.

5.3 Ontdooien

Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelkast of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden: in dit geval duurt het koken langer.
• Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen.
• Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het vriesvak waar geen bevroren voedsel is.
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing.
• Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in.
6.3 Tips voor het bewaren
van ingevroren voedsel
• Een goede temperatuurinstelling die de conservering van ingevroren voedsel garandeert is een temperatuur lager dan of gelijk aan
-18°C. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid.
NEDERLANDS 13
• Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten.
• Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren.
• Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om de houdbaarheid van voedsel te bekijken.
• Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen.
bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen.
• Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas.
• Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer.
• Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid

6.4 Winkeltips

Na het boodschappen doen:
• Zorg ervoor dat de verpakking niet
is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk.
• Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking.
beschadigd is - het voedsel kan

6.5 Houdbaarheid

Soort gerecht Houdbaarheid
(maanden)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter Zachte kaas (bijv. mozzarella) Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar)
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (bv. zalm, makreel) Magere vis (bv. kabeljauw, bot) Garnalen Schelpdieren en mosselen Gekookte vis
Vlees:
Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees
6 - 9 3 - 4 6
2 - 3 4 - 6 12 3 - 4 1 - 2
9 - 12 6 - 12 4 - 6 6 - 9 1 - 2 1 - 2 2 - 3
www.aeg.com14

7. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Algemene waarschuwingen

LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.

7.2 De binnenkant schoonmaken

Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.

7.3 Periodieke reiniging

Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.

7.4 Het apparaat ontdooien

LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen in geval van onderbrekingen tijdens de werking.
Ontdooi het vriesvak wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Om het vriesvak te ontdooien:
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm de vloer tegen het ontdooiwater met bijv. een doek of een platte opvangbak.
NEDERLANDS 15
4. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
5. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken.
6. Zet het apparaat aan en doe de deur dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de maximale koude en laat het apparaat drie uur in deze instelling werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in het vriesvak.

8. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Wat te doen in de volgende gevallen...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
De compressor werkt conti‐ nu.
Er worden veel producten te‐
De kamertemperatuur is te
Het voedsel dat in het appa‐
De deur is niet goed geslo‐
De temperatuur is fout inge‐ steld.
gelijk geplaatst.
hoog.
raat werd geplaatst, was te warm.
ten.

7.5 Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien nodig) en maak alles schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Bel een gekwalificeerd elektricien.
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Wacht een paar uur en con‐ troleer dan nogmaals de temperatuur.
Raadpleeg het hoofdstuk “Installatie”.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐ mertemperatuur voordat u het opslaat.
Zie de rubriek over 'De deur sluiten'.
www.aeg.com16
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De functie Super Freeze is ingeschakeld.
De compressor start niet on‐ middellijk na het drukken op de "Super Freeze" of na het veranderen van de tempera‐ tuur.
De deur is verkeerd uitge‐ lijnd of komt tegen het venti‐ latierooster aan.
Deur gaat niet makkelijk open.
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet goed geslo‐
De pakking is vervormd of
De producten zijn niet op de
De temperatuur is fout inge‐
Apparaat is volledig geladen
De ingestelde temperatuur in
Er loopt water in de koelkast. Producten verhinderen dat
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
De compressor start na eni‐ ge tijd.
Het apparaat staat niet wa‐ terpas.
U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te ope‐ nen.
ten.
vuil.
juiste wijze verpakt.
steld.
en is ingesteld op de laagste temperatuur.
het apparaat is te laag en de omgevingstemperatuur is te hoog.
het water in de waterop‐ vangbak loopt.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
aangesloten op de verdam‐ perbak boven de compres‐ sor.
Zie de rubriek over "Super Freeze-functie".
Dit is normaal, er is geen storing.
Raadpleeg 'Installatie-in‐ structies'.
Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur.
Zie de rubriek over 'De deur sluiten'.
Zie de rubriek over 'De deur sluiten'.
Pak de producten beter in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Zorg ervoor dat de produc‐ ten de achterwand niet ra‐ ken.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur kan niet worden ingesteld.
De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/hoog.
De deur is niet goed geslo‐
De temperatuur van het
Er worden veel producten te‐
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
Er is geen koude luchtcircu‐
De Super Freeze-functie is ingeschakeld.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
ten.
voedsel is te hoog.
gelijk bewaard.
De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm.
De functie Super Freeze is ingeschakeld.
latie in het apparaat aanwe‐ zig.
Schakel de Super Freeze­functie handmatig uit of wacht tot de functie automa‐ tisch uitschakelt om de tem‐ peratuur in te stellen. Zie de rubriek over "Super Freeze­functie".
Stel een hogere/lagere tem‐ peratuur in.
Zie de rubriek over 'De deur sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Conserveer minder produc‐ ten tegelijk.
Ontdooi het apparaat.
nodig is.
Zie de rubriek over "Super Freeze-functie".
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa‐ raat is. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
NEDERLANDS 17
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.

8.2 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg het hoofdstuk “Installatie”.
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
www.aeg.com18

9. GELUIDEN

10. TECHNISCHE GEGEVENS

De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu
modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat.
Zie de link gedetailleerde informatie over het energielabel.
www.theenergylabel.eu

11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN

De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN
62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen.
en de
voor
Loading...
+ 42 hidden pages