Aeg ABB682F1AF User Manual

USER MANUAL
ABB682F1AF
NL Gebruiksaanwijzing 2
Vriezer
FR Notice d'utilisation 19
Congélateur
DE Benutzerinformation 37
Gefriergerät
www.aeg.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. INSTALLATIE........................................................................................................7
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9
5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 10
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................11
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................13
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................14
9. GELUIDEN..........................................................................................................17
10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................17
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................18
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
NEDERLANDS 3
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
www.aeg.com4
open de deur niet gedurende lange perioden;reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen;
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

NEDERLANDS 5

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan regen.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
www.aeg.com6
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.
• Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen.

2.4 Binnenverlichting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.5 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

2.6 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet.

2.7 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
H1
H2
W2
D2
W1
D1
W3
D3
111,63°
NEDERLANDS 7
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie

3. INSTALLATIE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg het installatie­instructiedocument om uw apparaat te installeren.

3.1 Afmetingen

m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.
WAARSCHUWING!
Zet het apparaat vast in overeenstemming met de installatie-instructies om een risico op instabiliteit van het apparaat te voorkomen.
Totale afmetingen ¹
H1 mm 819
W1 mm 596
D1 mm 547
¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zijn exclusief de handgreep en pootjes
Benodigde ruimte tijdens gebruik ²
H2 mm 820
W2 mm 596
Benodigde ruimte tijdens gebruik ²
D2 mm 550
² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor vrije circulatie van de koellucht
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H2 mm 820
W3 mm 777
D3 mm 1120
www.aeg.com8
³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waarbij de volledige inhoud kan worden uitgenomen.

3.2 Locatie

Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast.
Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot 43°C.
De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.

3.3 Elektrische aansluiting

• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG ­richtlijnen.

3.4 Ventilatievereisten

LET OP!
Het apparaat moet worden geïnstalleerd volgens de installatie-instructies om de vereiste ventilatie te garanderen.
3.5 Omkeerbaarheid van de
deur
Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur.
LET OP!
Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen.

4. BEDIENINGSPANEEL

1 2 3 4 5
NEDERLANDS 9
Stroomaanduidinglampje
1
Thermostaatknop en aan/uit-
2
schakelaar Frostmatic -lampje
3

4.1 Inschakelen

1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een gemiddelde stand.
Als de temperatuur in het apparaat te hoog wordt, gaat het Alarmlampje knipperen en klinkt er een akoestisch alarm.
3. Druk op de Frostmatic-schakelaar en het akoestische alarm zal worden uitgeschakeld. Het Alarmlampje blijft knipperen tot de interne temperatuur is bereikt die nodig is voor het veilig bewaren van diepvriesvoeding.

4.2 Uitschakelen

1. Draai de temperatuurregeling naar de “O”-positie.
Het stroomindicatielampje gaat uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.

4.3 Temperatuurregeling

De temperatuur wordt automatisch geregeld. U kunt echter zelf een temperatuur in het apparaat instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur,
• de frequentie waarmee de deur wordt
geopend,
Frostmatic schakelaar knop en
4
alarmreset Alarmlampje
5
• de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard,
• de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar
rechtsom om een lagere temperatuur in het apparaat te verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar
linksom om een hogere temperatuur in het apparaat te verkrijgen.

4.4 Frostmatic -functie

De Frostmatic wordt gebruikt voor het voorvriezen en snel invriezen in volgorde van het vriesvak. Deze functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de Frostmatic­functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel erin plaatst om het voorvriezen te voltooien.
Om de functie aan te zetten:
1. Houd de Frostmatic-knop 2-3
seconden ingedrukt om de Frostmatic-functie te activeren. Het Frostmatic-lampje gaat aan.
www.aeg.com10
2. Plaats het voedsel in het vriesvak en houd de Frostmatic-functie nog 24 uur ingeschakeld. Raadpleeg de rubriek "Vers voedsel invriezen".
Deze functie stopt automatisch na 52 uur. Het is mogelijk om de functie te allen tijde te deactiveren door gedurende 2-3 seconden op de knop Frostmatic te drukken.
4.5 Alarm bij hoge
temperatuur
Bij een temperatuurstijging in het vriesvak (bijv. Als gevolg van een stroomstoring) knippert het alarmlampje en gaat het geluid aan.

5. DAGELIJKS GEBRUIK

5.1 Vers voedsel invriezen

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het gedurende een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de Frostmatic-functie ten minste 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in het eerste vak of in de eerste lade vanaf de bovenkant.
De maximale hoeveelheid voedsel dat kan worden ingevroren zonder ander vers voedsel toe te voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid, keert het apparaat automatisch terug naar de vorige temperatuurinstelling (zie "Frostmatic-functie").
5.2 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode waarin het niet is gebruikt inschakelt, dient u voordat u de producten in het vak legt het apparaat
Het geluid kan te allen tijde worden uitgeschakeld door op de alarmresetschakelaar te drukken.
Wanneer de normale omstandigheden zijn hersteld, stopt het alarmlampje met knipperen en gaat het geluid automatisch uit.

4.6 Alarm bij open deur

Als de deur ongeveer 80 seconden heeft opengestaan klinkt er een geluidsalarm.
Na het sluiten van de deur stopt het akoestische alarm.
U kunt altijd de terugzetschakelaar van het alarm indrukken om het geluidsalarm uit te schakelen.
minstens 3 uur te laten werken met de Frostmatic-functie ingeschakeld.
De vrieslades zorgen ervoor dat je het gewenste voedsel snel en eenvoudig kunt terugvinden. Verwijder alle lades als er grote hoeveelheden voedsel bewaard moeten worden, behalve de onderste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie.
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur.
LET OP!
Bij onbedoelde ontdooiing door bijvoorbeeld stroomuitval, waarbij de stroom langer is uitgeschakeld dan de waarde die op het typeplaatje staat onder 'tijdsduur', moet het ontdooide voedsel snel worden geconsumeerd of onmiddellijk worden bereid, vervolgens afgekoeld en daarna opnieuw worden ingevroren. Zie 'Alarm hoge temperatuur'.
NEDERLANDS 11

5.3 Ontdooien

Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de koelkast of in een plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt worden.

6. AANWIJZINGEN EN TIPS

6.1 Tips voor energiebesparing

• De interne configuratie van het apparaat zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik.
• Verwijder de koelelementen niet uit de vriesmand.
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk.
• Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af.

6.2 Tips voor het invriezen

• Activeer de Frostmatic-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt.
• Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties.
• Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven.
• Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden.
• Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze

5.4 Koude-accumulatoren

De vriezer beschikt over koude­accumulatoren die de opslagduur verlengen in het geval van een defect of stroomstoring.
Om een optimale werking van de accumulatoren te waarborgen, plaats u deze in het voorste bovenste gedeelte van het apparaat.
kunnen exploderen tijdens het invriezen.
• Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het vriesvak waar geen bevroren voedsel is.
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing.
• Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in.
6.3 Tips voor het bewaren
van ingevroren voedsel
• Het vriesvak is het vak gemarkeerd met .
• De middelhoge temperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van ingevroren voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid.
• Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten.
• Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren.
• Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om de houdbaarheid van voedsel te bekijken.
www.aeg.com12
• Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condens bij kan komen.
• Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas.

6.4 Winkeltips

Na het boodschappen doen:
• Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden
• Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer.
• Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk.
• Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking.
opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen.

6.5 Houdbaarheid

Soort voedsel Houdbaarheid
(maanden)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter Zachte kaas (zoals mozzarella) Harde kaas (zoals parmezaanse kaas, cheddar)
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (zoals zalm, makreel) Magere vis (zoals kabeljauw, bot) Garnalen Gepelde mosselen en mosselen Gekookte vis
Vlees:
Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees
6 - 9 3 - 4 6
2 - 3 4 - 6 12 3 - 4 1 - 2
9 - 12 6 - 12 4 - 6 6 - 9 1 - 2 1 - 2 2 - 3

7. ONDERHOUD EN REINIGING

NEDERLANDS 13
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 De binnenkant schoonmaken

Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.
LET OP!
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.

7.2 Periodieke reiniging

Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.

7.3 De vriezer ontdooien

LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen in geval van onderbrekingen tijdens de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm de vloer tegen het ontdooiwater met bijv. een doek of een platte opvangbak.
4. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien
C AB
www.aeg.com14
stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
5. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken.
6. Zet het apparaat aan en doe de deur dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de maximale koude en laat het apparaat minstens drie uur in deze instelling werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in het vriesvak.
7.4 Het reinigen van de
luchtkanalen
1. Verwijder de plint (A) en daarna het ventilatierooster (B).
2. Reinig het ventilatierooster.
3. Trek het luchtplaatje (C) er voorzichtig uit, controleer of er geen dooiwater is achtergebleven.
4. Maak het onderste deel van het apparaat schoon met een stofzuiger.
7.5 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
5. Laat de deur open staan om onaangename luchtjes te voorkomen.

8. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Wat te doen als...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact. Neem contact op met een erkend elektrotechnisch in‐ stallateur.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat is lawaaiig. Het apparaat staat niet sta‐
biel.
Er is een hoorbaar of zicht‐ baar alarm.
De kast werd onlangs inge‐ schakeld.
De temperatuur in het appa‐ raat is te hoog.
De deur is open blijven
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Zie 'Alarm Deur geopend' of 'Alarm Hoge temperatuur'.
Zie 'Alarm Deur geopend' of 'Alarm Hoge temperatuur'.
Sluit de deur.
staan.
De compressor werkt voort‐ durend.
Er werden veel voedingspro‐
De temperatuur in de ruimte
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
ducten in een keer opgebor‐ gen.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐ troleer dan de temperatuur opnieuw.
Zie ‘Installeren’.
is te hoog.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten in het appa‐ raat was te hoog.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De Frostmatic-functie is in‐ geschakeld.
De compressor start niet on‐ middellijk na het drukken op
De compressor start niet di‐ rect.
Laat voedingsproducten af‐ koelen tot kamertemperatuur voordat je ze opbergt.
Zie de sectie ‘De deur slui‐ ten’.
Zie de rubriek over ‘Frostma‐ tic-functie’.
Dit is normaal en geen sto‐
ring. "Frostmatic" , of na het ver‐ anderen van de tempera‐ tuur.
De deur is niet goed gemon‐ teerd of dekt het ventilatier‐
Het apparaat staat niet wa‐ terpas.
Raadpleeg de montage-in‐
structies. ooster af.
Deur gaat moeilijk open. Je probeerde de deur direct
nadat je die sloot opnieuw te openen.
Er is te veel bevroren rijp en ijs.
De deur is niet goed geslo‐ ten.
Het deurrubber is vervormd
of vuil.
De voedingsproducten is
niet goed verpakt.
Wacht even met de deur
openen nadat je die hebt ge‐
sloten.
Zie de sectie ‘De deur slui‐
ten’.
Zie de sectie ‘De deur slui‐
ten’.
Verpak de voedingsproduc‐
ten beter.
NEDERLANDS 15
www.aeg.com16
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste temperatuur.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de omgevingstemperatuur is te
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'.
hoog.
Er stroomt water op de vloer. De smeltwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdamp‐
Sluit de smeltwaterafvoer aan op de verdampschaal.
schaal onder het apparaat.
De temperatuur kan niet worden ingesteld.
De "Frostmatic functie" is in‐ geschakeld.
Schakel de "Frostmatic func‐ tie" handmatig uit, of wacht totdat de functie automatisch deactiveert om de tempera‐ tuur in te stellen.. Raadpleeg de rubriek over "Frostmatic functie".
De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/te hoog.
De deur is niet goed geslo‐
De temperatuur van de voe‐
De temperatuur is niet cor‐ rect ingesteld.
ten.
dingsproducten is te hoog.
Stel een hogere/lagere tem‐ peratuur in.
Zie de sectie ‘De deur slui‐ ten’.
Laat de voedingsproducten afkoelen tot kamertempera‐ tuur voordat je ze opbergt.
Er worden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
Berg minder voedingspro‐ ducten in een keer op.
gen.
De dikte van de rijp is groter
Ontdooi het apparaat.
dan 4 - 5 mm.
De deur werd vaak geopend. Open de deur alleen als dat
nodig is.
De Frostmatic-functie is in‐ geschakeld.
Er wordt geen koude lucht gecirculeerd in het apparaat.
Zie de rubriek over ‘Frostma‐ tic-functie’.
Zorg ervoor dat er koude lucht in het apparaat circu‐ leert. Zie ‘Nuttige aanwijzin‐ gen en tips’.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
Stroomindicatielampje knip‐ pert.
Er is een fout opgetreden bij het meten van de tempera‐ tuur.
Neem contact op met erkend
elektrotechnisch installateur
of de dichtstbijzijnde klanten‐
service.
NEDERLANDS 17
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde servicedienst voor dit merk.

8.2 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.

9. GELUIDEN

2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.

10. TECHNISCHE GEGEVENS

De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties
Loading...
+ 39 hidden pages