11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................18
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
NEDERLANDS3
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed
zijn geïnstrueerd.
• Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk
zijn geïnstrueerd.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
• Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
– boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
• Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
www.aeg.com4
– open de deur niet gedurende lange perioden;
– reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke
afwateringssystemen;
• WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
• WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
• WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
• WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
• Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS5
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Gebruik het apparaat niet voordat u
het in de ingebouwde structuur
installeert omwille van
veiligheidsredenen.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan
regen.
• Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om
krassen op de vloer te voorkomen.
• Het apparaat bevat een zakje
droogmiddel. Dit is geen speelgoed.
Dit is geen levensmiddel. Gooi het
onmiddellijk weg.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van
het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of
wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen
meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor)
niet beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar
gas, isobutaan (R600a), een aardgas
www.aeg.com6
met een hoge ecologische compatibiliteit.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat
isobutaan bevat, niet beschadigt.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
• Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Lucht de ruimte indien dit
gebeurt.
• Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
• Wikkel het voedsel in eender welk
contactmateriaal voor voedsel
alvorens het in het vriesvak te
plaatsen.
2.4 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.6 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten,
lichtbronnen, deurklinken,
deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige
van deze reserveonderdelen alleen
beschikbaar zijn voor professionele
reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
• Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10
jaar nadat het model is stopgezet.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
B
A
H1
W1
D1
W2
D2
W3
D3
90°
NEDERLANDS7
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg het installatieinstructiedocument om uw
apparaat te installeren.
3.1 Afmetingen
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
WAARSCHUWING!
Zet het apparaat vast in
overeenstemming met de
installatie-instructies om een
risico op instabiliteit van het
apparaat te voorkomen.
www.aeg.com8
Totale afnmetingen ¹
H1mm600
W1mm548
D1mm549
¹ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat zonder de handgreep en de
voeten
Benodigde ruimte in gebruik ²
H2 (A+B)mm636
W2mm548
D2mm551
Amm600
Bmm36
² de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H3 (A+B)mm636
W3mm548
D3mm1071
³ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht, plus de ruimte die
nodig is om de deur te openen tot de
minimale hoek waardoor alle interne
apparatuur kan worden verwijderd
3.2 Locatie
Installeer het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (oven, kachels,
radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op
een plek met direct zonlicht om de beste
functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij
kan circuleren rond de achterkant van de
kast.
3.3 Positionering
Dit apparaat moet in een droge, goed
geventileerde positie binnenshuis
worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij
een omgevingstemperatuur variërend
van 10°C tot 43°C.
De juiste werking van het
apparaat kan enkel
gegarandeerd worden als
het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar
het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper,
de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het
apparaat van de
hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet
daarom na installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
3.4 Elektrische aansluiting
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard
is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels. Raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG richtlijnen.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
12345
NEDERLANDS9
3.5 Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
4. BEDIENINGSPANEEL
LET OP!
Raadpleeg de installatieinstructies voor de installatie.
3.6 Omkeerbaarheid van de
deur
Raadpleeg het afzonderlijke document
met instructies voor installatie en
omdraaien van de deur.
LET OP!
Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de
deur de vloer met een
duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
Stroomaanduidinglampje
1
Thermostaatknop en aan/uit-
2
schakelaar
Frostmatic -lampje
3
4.1 Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar
rechts op een gemiddelde stand.
Als de temperatuur in het apparaat te
hoog wordt, gaat het Alarmlampje
knipperen en klinkt er een akoestisch
alarm.
3. Druk op de Frostmatic-schakelaar en
het akoestische alarm zal worden
uitgeschakeld. Het Alarmlampje blijft
knipperen tot de interne temperatuur
is bereikt die nodig is voor het veilig
bewaren van diepvriesvoeding.
Frostmatic schakelaar knop en
4
alarmreset
Alarmlampje
5
4.2 Uitschakelen
1. Draai de thermostaatknop naar de
stand "O".
Het vermogenslampje gaat uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
4.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld. U kunt echter zelf een
temperatuur in het apparaat instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening
met het feit dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur,
www.aeg.com10
• de frequentie waarmee de deur wordt
geopend,
• de hoeveelheid etenswaren die wordt
bewaard,
• de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar
rechtsom om een lagere temperatuur
in het apparaat te verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar
linksom om een hogere temperatuur
in het apparaat te verkrijgen.
4.4 Frostmatic -functie
De Frostmatic wordt gebruikt voor het
voorvriezen en snel invriezen in volgorde
van het vriesvak. Deze functie versnelt
het invriezen van vers voedsel en
beschermt voedsel dat reeds is
geconserveerd tegen ongewenste
opwarming.
Activeer om vers voedsel in
te vriezen de Frostmaticfunctie ten minste 24 uur
voordat u het voedsel erin
plaatst om het voorvriezen te
voltooien.
Om de functie aan te zetten:
1. Houd de Frostmatic-knop 2-3
seconden ingedrukt om de
Frostmatic-functie te activeren. Het
Frostmatic-lampje gaat aan.
2. Plaats het voedsel in het vriesvak en
houd de Frostmatic-functie nog 24
uur ingeschakeld. Raadpleeg de
rubriek "Vers voedsel invriezen".
Deze functie stopt
automatisch na 52 uur. Het
is mogelijk om de functie te
allen tijde te deactiveren
door gedurende 2-3
seconden op de knop
Frostmatic te drukken.
4.5 Alarm bij hoge
temperatuur
Bij een temperatuurstijging in het
vriesvak (bijv. Als gevolg van een
stroomstoring) knippert het alarmlampje
en gaat het geluid aan.
Het geluid kan te allen tijde worden
uitgeschakeld door op de
alarmresetschakelaar te drukken.
Wanneer de normale omstandigheden
zijn hersteld, stopt het alarmlampje met
knipperen en gaat het geluid automatisch
uit.
4.6 Alarm bij open deur
Als de deur ongeveer 80 seconden heeft
opengestaan klinkt er een geluidsalarm.
Na het sluiten van de deur stopt het
akoestische alarm.
U kunt altijd de terugzetschakelaar van
het alarm indrukken om het geluidsalarm
uit te schakelen.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
5.1 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het
invriezen van vers voedsel en om
diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
Frostmatic-functie ten minste 24 uur
voordat u het in te vriezen voedsel in het
vriesvak legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig
verdeeld in het tweede vak of de tweede
lade vanaf de bovenkant.
De maximale hoeveelheid
levensmiddelen die kunnen worden
ingevroren zonder andere verse
levensmiddelen toe te voegen,
gedurende 24 uur, staat aangegeven op
het typeplaatje (een label dat zich aan de
binnenkant van het apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid,
keert het apparaat automatisch terug
naar de vorige temperatuurinstelling (zie
"Frostmatic-functie").
NEDERLANDS11
5.2 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet is gebruikt
inschakelt, dient u voordat u de
producten in het vak legt het apparaat
minstens 3 uur te laten werken met de
Frostmatic-functie ingeschakeld.
De vriesladen zorgen ervoor dat u het
voedselpakket dat u wenst, snel en
makkelijk kan vinden. Indien grote
hoeveelheden voedsel moeten worden
bewaard, verwijder dan alle lades
behalve de onderste lade die nodig is
voor een goede luchtcirculatie.
Leg het voedsel op minstens 15 mm
afstand van de deur.
LET OP!
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als
de stroom langer is
uitgevallen dan de duur die
op het typeplaatje "tijdsduur"
is vermeld, moeten
ontdooide etenswaren snel
geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden,
afgekoeld en opnieuw
worden ingevroren. Zie
'Alarm hoge temperatuur'.
5.3 Ontdooien
Diepgevroren of gevroren voedsel kan,
voordat het wordt geconsumeerd,
worden ontdooid in de koelkast of in een
plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de
beschikbare tijd en het soort voedsel.
Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren
gekookt worden.
5.4 Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes.
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden
uit de vriezer te halen.
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Tips voor
energiebesparing
• De interne configuratie van het
apparaat zorgt voor het meest
efficiënte energiegebruik.
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan noodzakelijk.
• Hoe kouder de temperatuurinstelling,
hoe hoger het energieverbruik.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek
de ventilatieroosters of -gaten niet af.
6.2 Tips voor het invriezen
• Activeer de Frostmatic-functie ten
minste 24 uur voordat u het voedsel in
het vriesvak legt.
• Vóór het invriezen verpakken en
verzegelen van vers voedsel in:
aluminiumfolie, plastic folie of zakken,
luchtdichte containers met deksel.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine
porties.
• Het wordt aanbevolen om etiketten en
datums op al uw diepvriesproducten
te plakken. Dit zal helpen
voedingsmiddelen te identificeren en
te weten wanneer ze moeten worden
gebruikt voordat ze bederven.
• Het voedsel moet vers zijn wanneer
het wordt ingevroren om een goede
kwaliteit te behouden. Vooral
groenten en fruit moeten na de oogst
worden ingevroren om al hun
voedingsstoffen te behouden.
• Flessen of blikken met vloeistoffen
niet invriezen, in het bijzonder
dranken die kooldioxide bevatten - ze
www.aeg.com12
kunnen exploderen tijdens het
invriezen.
• Plaats geen warm voedsel in het
koelvak. Koel het af bij
kamertemperatuur voordat u het in
het vak plaatst.
• Om te voorkomen dat de temperatuur
van al ingevroren voedsel toeneemt,
dient u vers voedsel hier niet direct
naast te plaatsen. Plaats voedsel op
kamertemperatuur in het deel van het
vriesvak waar geen bevroren voedsel
is.
• IJsblokjes, ingevroren water of
waterijsjes niet meteen nadat ze uit
de vriezer zijn gehaald opeten.
Gevaar voor bevriezing.
• Ontdooid voedsel niet opnieuw
invriezen. Als het voedsel ontdooid is,
kook het dan, koel het af en vries het
dan in.
6.3 Tips voor het bewaren
van ingevroren voedsel
• De middentemperatuurinstelling zorgt
voor een goede conservering van
ingevroren voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in
het apparaat kan leiden tot een
kortere houdbaarheid.
• Het hele vriesvak is geschikt voor de
opslag van diepvriesproducten.
• Laat voldoende ruimte rond het
voedsel om de lucht vrij te laten
circuleren.
• Raadpleeg voor adequate opslag het
etiket van de voedselverpakking om
de houdbaarheid van voedsel te
bekijken.
• Het is belangrijk om het voedsel
zodanig in te pakken dat er geen
water, vocht of condensatie in kan
komen.
6.4 Winkeltips
Na het boodschappen doen:
• Zorg ervoor dat de verpakking niet
beschadigd is - het voedsel kan
bedorven zijn. Als de verpakking
gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden
opgeslagen en is het ontdooien
mogelijk al begonnen.
• Om het ontdooiproces te beperken,
koopt u diepvriesproducten aan het
einde van uw boodschappen en
vervoert u ze in een thermische en
geïsoleerde koeltas.
• Plaats de diepvriesproducten
onmiddellijk na terugkomst uit de
winkel in de vriezer.
• Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid
is, mag u het niet opnieuw invriezen.
Consumeer het zo snel mogelijk.
• Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
Vette vis (bv. zalm, makreel)
Magere vis (bv. kabeljauw, bot)
Garnalen
Schelpdieren en mosselen
Gekookte vis
Vlees:
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
7. ONDERHOUD EN REINIGING
NEDERLANDS13
(maanden)
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP!
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 De vriezer ontdooien
LET OP!
Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen mechanische
of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die
door de fabrikant zijn
aanbevolen.
www.aeg.com14
Stel ongeveer 12 uur
voordat u gaat ontdooien
een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve
op te bouwen in geval van
onderbrekingen tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer
en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel
en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Een temperatuurstijging
tijdens het ontdooien van
de ingevroren
levensmiddelen, kan de
veilige bewaartijd
verkorten.
Raak ingevroren voedsel
niet met natte handen
aan. Uw handen kunnen
hieraan vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm
de vloer tegen het ontdooiwater met
bijv. een doek of een platte
opvangbak.
4. Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
5. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
6. Zet het apparaat aan en doe de deur
dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
minstens drie uur in deze instelling
werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug
in het vriesvak.
7.4 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat.
4. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
5. Laat de deur open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat werkt niet.Het apparaat is uitgescha‐
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Bel een gekwalificeerd
elektricien.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat maakt lawaai.Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De kast recent is ingescha‐
keld.
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De deur is open gelaten.Sluit de deur.
De compressor werkt conti‐
nu.
Er worden veel producten te‐
De temperatuur is fout inge‐
steld.
gelijk geplaatst.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Het voedsel dat in het appa‐
raat werd geplaatst, was te
warm.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De functie Frostmatic is in‐
geschakeld.
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
De compressor start na eni‐
ge tijd.
Raadpleeg het hoofdstuk
“Installatie”.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u
het opslaat.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Zie de rubriek over "Frost‐
matic-functie".
Dit is normaal, er is geen
storing.
"Frostmatic", of na het ver‐
anderen van de tempera‐
tuur.
De deur is verkeerd uitge‐
lijnd of komt tegen het venti‐
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
Raadpleeg 'Installatie-in‐
structies'.
latierooster aan.
Deur gaat niet makkelijk
open.
Er is te veel vorst en ijs.De deur is niet goed geslo‐
De pakking is vervormd of
De producten zijn niet op de
U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te ope‐
nen.
ten.
vuil.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Pak de producten beter in.
juiste wijze verpakt.
NEDERLANDS15
www.aeg.com16
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
hoog.
Er ligt water op de vloer.De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam‐
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
perbak boven de compres‐
sor.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De "Frostmatic-functie" is in‐
geschakeld.
Schakel "Frostmatic-functie"
handmatig uit of wacht tot de
functie automatisch deacti‐
veert om de temperatuur in
te stellen. Raadpleeg de ru‐
briek over "Frostmatic-func‐
tie".
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De deur is niet goed geslo‐
De temperatuur van het
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
ten.
voedsel is te hoog.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten te‐
gelijk bewaard.
De dikte van de rijp is meer
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
Ontdooi het apparaat.
dan 4-5 mm.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De functie Frostmatic is in‐
geschakeld.
Er is geen koude luchtcircu‐
latie in het apparaat aanwe‐
zig.
Zie de rubriek over "Frost‐
matic-functie".
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat is. Zie het hoofdstuk
'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
Stroomindicatielampje knip‐
pert.
Er is een fout opgetreden in
de temperatuurmeting.
Neem contact op met een
erkende elektricien of de
dichtstbijzijnde klantenservi‐
ce.
NEDERLANDS17
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
8.2 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
9. GELUIDEN
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
10. TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de informatie gerelateerd
aan de prestaties van het apparaat
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.