Aeg A 70120 GS3 User Manual

A 70120 GS3
Diepvriezer
Congélateur
Gefrierschrank
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
B/AE/1-1. (06.)
200381327
Mode d’emploi
Gebrauchsanweisung
NL
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .................3
Veiligheid van kinderen.........................................................3
Vóór het in gebruik nemen..................................................3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan...........................3
Aanwijzingen voor de gebruiker..........................................4
Algemene informatie.............................................................4
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste
onderdelen.................................................................................4
Schakelaars en lampjes ...................................................5
Werking en gebruik................................................................5
Installatie .............................................................................5
Het instellen van de temperatuur ...............................5
Invriezen...............................................................................5
IJsblokjes maken................................................................6
Bewaren................................................................................6
Praktische informatie ............................................................6
Tips...............................................................................................6
Energie besparen...............................................................6
Het apparaat en het milieu............................................6
Onderhoud.................................................................................6
Ontdooien............................................................................6
Reiniging en onderhoud .................................................7
Langdurige afwezigheid..................................................7
Problemen oplossen ...............................................................8
Stroomstoring of storing in de werking..........................8
Storing in de werking............................................................8
Aanwijzingen voor de installateur......................................9
Installeren van het apparaat...............................................9
Vervoer, uitpakken............................................................9
Reiniging..............................................................................9
Opstelling.............................................................................9
Deurdraairichting omzetten..........................................10
Elektrische aansluiting.....................................................10
Bewaartijdentabel......................................................................11
Garantie en service ...................................................................11
Algemene Garantiebepalingen ...........................................11
Garantie-uitbreidingen .........................................................11
Garantie-uitsluitingen...........................................................12
Belangrijk advies......................................................................12
Waarborgvoorwaarden ............................................................13
NL
3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele Service-
onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar, het schakelmechanisme en de indicator komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze producten bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten op het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door het contact met de koude vochtigheid condenseert in
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als daar waterdruppels op terecht komen, kan dat tot kortsluiting leiden en daardoor schade aan het apparaat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren producten op het bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriezer bewaren.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld
voor eventuele schade.
NL
4
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
1. Vriesdoos
2. Vriesvak (korf)
3. Bewaarvak (korven)
4. Gegevenstabel
5. Schakel- en weergavepaneel
6. Dooiwaterafvoer
7. Verstelbare pootjes
8. Deurafdichtingsprofiel
9. Ventilatierooster
10. Condensator
11. Richting luchtstroom
12. Compressor
5
NL
Schakelaars en lampjes
A) Aan/uit-lampje (groen) B) Aan/uit-schakelaar C) Thermostaatknop
(om de temperatuur te verhogen)
D) Temperatuurdisplay E) Thermostaatknop
(om de temperatuur te verlagen)
F) Alarmlampje (rood) G) GELUID alarm UIT-schakelaar
(zie „Controle- en informatiesysteem”)
H) SNELVRIES-lampje (geel) J) SNELVRIES -drukknopschakelaar
Werking en gebruik
Installatie
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de aan/uit­toets van het vriesvak. Het groene aan/uit-lampje brandt continu en de huidige temperatuur gaat knipperen.
Als het rode alarmlampje gaat knipperen en het alarmsignaal klinkt, betekent dit dat de binnentemperatuur nog niet laag genoeg is voor het bewaren van levensmiddelen. Om het alarmsignaal uit te schakelen en het knipperen van het temperatuurdisplay te stoppen, op de toets G drukken. Leg geen levensmiddelen in de vriezer totdat de binnentemperatuur -18C heeft bereikt of tot het rode lampje is uitgegaan.
Het instellen van de temperatuur
Bedieningstoetsen temperatuur
De temperatuur kan worden ingesteld met behulp van de “+” (hoger) en “-“ (lager) toetsen.
Deze toetsen staan in verbinding met het temperatuurdisplay.
Druk op „+” of „-” om de indicatie op het temperatuurdisplay te veranderen van HUIDIGE temperatuur (continu brandend ) in GEWENSTE temperatuur (knipperend).
Als geen van de twee toetsen weer wordt ingedrukt dan zal het temperatuurdisplay korte tijd later (binnen ongeveer 5 seconden) weer de HUIDIGE temperatuur aangeven.
GEWENSTE temperatuur:
Dit is de temperatuur die in het vriesvak bereikt moet worden.
HUIDIGE temperatuur:
Dit is de werkelijke temperatuur in het vriesvak zoals deze wordt aangegeven op het temperatuurdisplay. De HUIDIGE temperatuur wordt continu brandend weergegeven.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie aangeven:
Onder normale bedrijfsomstandigheden wordt de werkelijke temperatuur (HUIDIGE temperatuur) in het vriesvak aangegeven.
Op het moment van instelling van de temperatuur, gaat de nieuw ingestelde temperatuur (GEWENSTE temperatuur) knipperen.
SNELVRIES aan/uit-knop
De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer worden. U kunt de snelvriesfunctie inschakelen door op de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat branden.
U kunt de snelvriesfunctie te allen tijde handmatig uitschakelen door weer op de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat dan uit. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, zal dit 48 uur later automatisch gebeuren. Het gele lampje gaat dan uit.
Temperatuuralarm
Zodra de temperatuur van het vriesvak boven de -12C komt, gaat het rode alarmlampje branden en klinkt er een alarmsignaal.
Mogelijke oorzaken voor een dergelijke temperatuurstijging:
de deur is te vaak open gedaan of heeft te lang open gestaan
er is een grote hoeveelheid warm voedsel in het vriesvak geplaatst
apparaat defect.
U kunt het alarmsignaal uitschakelen door op de Alarmsignaal uit-knop te drukken. Zodra de temperatuur van het vriesvak gezakt is tot een waarde die kan worden aangegeven, gaat het rode alarmlampje uit en het alarmsignaal stopt automatisch.
N.B.:
Het alarmsignaal zal stoppen:
wanneer de snelvriesfunctie ingeschakeld wordt (door op de snelvries aan/uit-knop te drukken).
Invriezen
Bereid de verschillende levensmiddelen op de juiste wijze voor en vries ze altijd in in het vriesvak.
Voor maximale vriesprestaties de lade en de korven uit de vriezer halen en de in te vriezen levensmiddelen direct op de verdamper plaatsen. Als u kleinere hoeveelheden levensmiddelen wilt invriezen hoeft u de lade en de korven niet te verwijderen.
De snelvriesfunctie (“FROSTMATIC”) wordt gebruikt om verse levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer worden.
Om de snelvriesfunctie te gebruiken, de snelvries aan/uit­knop (J) gedurende 2-3 seconden indrukken; indien u kleine of grote hoeveelheden levensmiddelen wilt
6
invriezen dan duurt dit resp. ongeveer 4 tot 24 uur, voordat verse levensmiddelen zijn diepgevroren. Het gele lampje (H) zal gaan branden en de compressor zal continu werken tot het apparaat de invriestemperatuur heeft bereikt.
Als de levensmiddelen volledig zijn diepgevroren (dit kan tot 24 uur duren) kunt u de snelvriesfunctie uitzetten door de toets (J) gedurende 2-3 seconden in te drukken. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, dan gebeurt dit 48 uur later automatisch. Het gele lampje (H) gaat dan ook uit.
De vriesdoos kan gebruikt worden voor het invriezen van klein fruit (frambozen, aardbeien, bessen, enz.). Leg een dunne laag onverpakt fruit in de doos. Nadat het fruit is ingevroren kan het verpakt, gesorteerd en in bewaardozen gestopt worden.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt, gaat het invriezen sneller.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en het dan iets te verdraaien.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren producten.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de invriesmodus ingeschakeld. Als u de invriesfunctie niet handmatig uitschakelt, zorgt de elektronica van het apparaat daar, na verloop van 5 uur, automatisch voor. Bij het uitschakelen van de invriesmodus gaat het gele lampje (C) uit.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor
voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie­openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet in aanraking komen met reeds ingevroren levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Het is een normaal verschijnsel dat een gedeelte van de vochtigheid tijdens de werking als een laag rijp of ijs in de vriezer neerslaat.
Een dikke laag rijp of ijs heeft echter een isolerend effect, waardoor de vriesprestatie verminderd wordt, hetgeen leidt tot een stijging van de binnentemperatuur en hoger energieverbruik en bij een bepaalde dikte van de laag tot problemen bij het openen of tot plotseling afbreken van de deur van het vriesvak.
Bij geringe rijp- en ijsvorming kunt u de krabber (accessoire) gebruiken om de rijp- of ijslaag te verwijderen.
Let op: de in de afbeelding aangegeven bak wordt niet bijgeleverd.
NL
7
Als de rijp- of ijslaag zo dik geworden is dat hij niet meer verwijderd kan worden met de krabber, dan is ontdooien noodzakelijk. De frequentie van het ontdooien is afhankelijk van het feitelijke gebruik.
Om het apparaat te ontdooien: Schakel het apparaat uit door op de aan/uit-toets te
drukken tot het aan/uit-lampje uitgaat. Trek de stekker uit het stopcontact. Haal alle ingevroren levensmiddelen uit het vriesvak en leg
ze ingepakt in papier of doeken in een korf en zet die op een koele plaats of leg ze in het vriesvak of de koelruimte van een gewone koelkast.
Laat de deur open staan. Veeg het dooiwater van tijd tot tijd met een doek of spons
in de richting van de zijkant van het apparaat weg, daar kan het zich onderin het apparaat in een afvoerkanaal verzamelen en vervolgens op de volgende manier verwijderd worden:
Zet een bak met voldoende hoogte voor het apparaat.
Trek de dooiwaterafvoer in het midden van de onderkant van het apparaat voorzichtig in de richting van de pijl naar buiten en laat het dooiwater in de bak lopen.
Het ontdooiproces kan versneld worden als u een pan met heet water op de koelplaten, die als legplateaus dienen, zet.
Als het ontdooien is voltooid, de natte oppervlakken afdrogen en de dooiwaterafvoer weer op zijn plaats zetten.
Steek de stekker in het stopcontact.
Reiniging en onderhoud
U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en schoonmaken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep. Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het
apparaat met handwarm water schoonmaken en droog wrijven.
Reinig het deurrubber met schoon water. Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact. Stof en vuil die zich op de condensor en de achterkant van
de koelkast hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen.
Langdurige afwezigheid
Als u het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het volgende doet:
Schakel het apparaat uit door op de aan/uit-toets te drukken tot het aan/uit-lampje uitgaat.
Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat. Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon zoals
hierboven beschreven is. Laat de deuren een klein eindje openstaan, dan kunnen er
geen nare luchtjes ontstaan.
NL
8
NL
Als u er niet in slaagt een probleem op te lossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
Probleem
Het apparaat koelt niet voldoende.
Het apparaat koelt te sterk. Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt lawaai.
Oplossing
Zet de thermostaat hoger. Laat het apparaat langer voorkoelen. Maak de porties kleiner.
Plaats minder levensmiddelen. Plaats alleen levensmiddelen die op
kamertemperatuur zijn. Controleer of de deur volledig gesloten is. Zet de thermostaat lager. Controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit. Controleer of er spanning is. Druk langer dan een seconde op de aan/uit-toets (B).
Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de poten moeten op de grond staan).
Mogelijke oorzaak
De thermostaat staat te laag. Het apparaat was niet koud genoeg om te kunnen
invriezen. Er is een te grote hoeveelheid levensmiddelen geplaatst: Er moet een te grote hoeveelheid levensmiddelen
tegelijkertijd ingevroren worden. De geplaatste levensmiddelen zijn nog heet. D deur is niet volledig gesloten. De thermostaat staat te hoog. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Volgens het lampje, is de aan/uit-toets (B) niet
ingeschakeld. Het apparaat staat niet goed.
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Stroomstoring of storing in de werking:
Indien zich een stroomstoring voordoet tijdens het bewaren van diepgevroren levensmiddelen, de deur van de vriezer niet openen. Zodra de stroomstoring over is, gaat het gele lampje (3) van de snelvriesfunctie branden. Dit lampje gaat 5 uur na het opnieuw starten automatisch uit.
Als zich een korte stroomstoring voordoet (max. 15 uur) en het apparaat vol is, dan zullen de diepgevroren levensmiddelen niet bederven. In andere gevallen dient u de levensmiddelen zo snel mogelijk te gebruiken (als de diepgevroren levensmiddelen warm worden, dan zijn ze korter ze houdbaar).
Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de voeten moeten op de grond staan). Als u er niet in slaagt een probleem op te lossen, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Storing in de werking
Wanneer de elektronica van het apparaat de waarde van de WERKELIJKE temperatuur niet waarneemt, begint het waarschwuwingslampje op het weergavepaneel te knipperen. Het apparaat werkt nu met behulp van een reserveprogramma todat een medewerker van de Technische dienst van de plaatselijke dealer het probleem heeft opgelost.
9
NL
Aanwijzingen voor de installateur
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de compressor langer werken, de temperatuur in de diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsringen worden verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan moeten de volgende minimale afstanden worden aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje B: vrije opstelling
10
NL
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact. Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks), daarna de schroeven die de onderste deurscharnieren vasthouden (2 stuks) en de schroef aan de andere kant van het apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een beetje naar beneden te trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier van de deur los, en schroeft u ze aan de andere kant in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar de deurhouder bovenaan.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de richting van de pijl over.
Bevestig de plaat aan de andere kant en laat de stand van de deur ongewijzigd.
Draai dan de ene schroef in de vrijgekomen plaats aan de andere kant, daarna de stelvoeten (2 stuks) en zet het apparaat weer rechtop.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz. Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens
de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU­richtlijnen:
– 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) -
laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen -
EMC-richtlijn
– 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en
latere aanvullingen
Schuift u de armen naar de andere kant en brengt u de plastic stoppen in het plastic zakje van de handleiding naar de vrije gaten.
Zet het kunststof bovenblad op het apparaat terug en trek het naar voren.
11
NL
Soort -18°C
groente 12 maanden kant-en-klare producten 6 maanden aardappelgerechten, pastagerechten 12 maanden soep 6 maanden fruit 12 maanden vlees 5 maanden consumptie-ijs 3 weken
Bewaartijdentabel
Diepvriesproducten bewaren
Garantie en service
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitantie te worden getoond of meegezonden.
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het gevolg is van een materiaal- en/of constructiefout, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik,
geldt een algemene garantieperiode van twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie uitgesloten.
2 De fabrikant verleent een jaar garantie op door haar
servicedienst uitgevoerde herstel-werkzaamheden en het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de hersteldatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het directe gevolg is van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden of het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, heeft de koper het recht op kosteloos herstel. Door de uitvoering van herstelwerkzaamheden wordt de algemene garantieperiode, welke het gehele apparaat omvat, met verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht
voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per definitie: wasautomaten, trommeldroog-automaten, afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en inbouwapparaten
3a De regeling als genoemd onder pont 3 geldt ook voor
caravankoelkasten, mils de plaats waar zich het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dient tan tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder pont 3 naar haar servicewerkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en pont 3a genoemde
apparaten, alsmede apparateri welke wel de betreffende functionele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen franco aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de algemene garantieperiode vindt terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene
garantieperiode vallend defect aan een apparaat niet hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende garantieperiode, in gelijke percentages van 20 procent per jaar, van vijf jaar ne koopdatum van het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de algemene garantieperiode. Na de algemene garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in rekening gebracht.
12
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het apparaat blijkt, niet getoond kan worden of niet meegezonden werd;
het apparaat voor andere, of ook voor andere dan de huishoudelijke doeleinden waarvoor het apparaat bestemd is gebruikt wordt;
het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installa tievoorschrift of de gebruiksaanwijzing geinstalleerd, bediend, gebruikt of behandeld wordt;
het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de benodigde tijd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor onstane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming
van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals
breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daar-van gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en ook om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controle-werkzaamheden door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
Nederland ELGROEP SERVICE Vennootsweg 1 Postbus 120 NL-2400 AC Alphen a/d Rijn Storingsmeldingen op werkdagen tijdens kantooruren: Tel. : (0172) 46 83 00 Fax. : (0172) 46 83 66 Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kantooruren: Tel. : (01 72) 46 84 00 Fax. : (0172) 46 83 76
NL
Loading...
+ 28 hidden pages