Aeg A51900GSW0 User Manual

A51900GSW0 NL Gebruiksaanwijzing 2
EN User manual 17 DE Benutzerinformation 32
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
3. HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5. HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
7. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
9. GELUIDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
10. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
11. MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarbor­gen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclu­sief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het be­langrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig be­kend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het ap­paraat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigen­dommen dient u zich aan de voorzorgs­maatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door het niet op­volgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge­bruik door personen (waaronder be­grepen kinderen) met verminderde fy­sieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ou­der apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voor­komt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor los­staande als ingebouwde modellen.
• Dit apparaat is bedoeld voor het be­waren van levensmiddelen en/of dran­ken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmid­delen of kunstgrepen om het ontdooi­proces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische ap­paraten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet be­schadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) be­vindt zich in het koelcircuit van het ap­paraat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installa­tie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich
bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit pro­duct op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortslui­ting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
www.aeg.com
4
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (net­snoer, stekker, compressor) mo­gen om gevaar te voorkomen uitsluitend worden vervangen door een erkende onderhouds­dienst of gekwalificeerd onder­houdspersoneel.
1.
Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2.
Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of be­schadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3.
Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4.
Trek niet aan het snoer.
5.
Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elek­trische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebrui­ken zonder het afdekkapje (indien van toepassing) van het lampje.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzich­tig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen voch­tig/nat zijn, dit kan uw huid beschadi­gen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
• De eventuele gloeilampen in dit appa­raat zijn speciaal geselecteerd en uit­sluitend bedoeld voor gebruik in huis­houdelijke apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
1.3 Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kun­nen ontploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. (Als het apparaat rijpvrij is)
• Diepgevroren voedsel mag niet op­nieuw worden ingevroren als het een­maal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproduc­ten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mous­serende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daar­door kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroor­zaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Ge­bruik een kunststof schraper.
1.5 Installatie
Voor de aansluiting van elektrici­teit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te worden opge­volgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het appa­raat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen on­middellijk bij de winkel waar u het ap­paraat gekocht heeft. Gooi in dat ge­val de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de com­pressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoen­de ventilatie te verkrijgen de instruc­ties met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, tenein­de te voorkomen dat hete onderdelen
(compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden ver­oorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiato­ren of kooktoestellen geplaatst wor­den.
• Verzeker u ervan dat de stekker be­reikbaar is nadat het apparaat geïn­stalleerd is.
• Aansluiten op de drinkwatervoorzie­ning (indien voorzien van een water­aansluiting).
1.6 Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamhe­den die noodzakelijk zijn voor het uit­voeren van onderhoud aan het appa­raat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onder­houden door een erkend onderhouds­centrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reser­veonderdelen.
NEDERLANDS 5
1.7 Bescherming van het
milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen bescha­digen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatie­schuim bevat ontvlambare gas­sen: het apparaat moet wegge­gooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom be­schadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit appa­raat en die voorzien zijn van het
symbool
zijn recyclebaar.
2. BEDIENINGSPANEEL
Alarmlampje
1
FROSTMATIC-controlelampje
2
FROSTMATIC -toets
3
Resettoets alarm Controlelampje
4
Temperatuurknop
5
2.1 Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop met de klok mee op een gemiddelde stand, er klinkt een geluidssignaal. Het controlelampje gaat branden.
1 2 43
5
Als de temperatuur in het appa­raat te hoog wordt, gaat het alarmlampje branden en klinkt er een alarm.
2.2 Uitschakelen
Om het apparaat uit te zetten de ther­mostaatknop op de stand "O" zetten, er klinkt een geluidssignaal. Het controlelampje gaat uit.
2.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch ge­regeld.
www.aeg.com
6
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de thermostaatknop tegen de klok in om een hogere bewaartempe­ratuur te verkrijgen.
• draai de thermostaatknop tegen de klok in om een lagere bewaartempera­tuur te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest ge­schikt.
De exacte instelling moet echter geko­zen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
• de plaats van het apparaat.
2.4 FROSTMATIC functie
De functie FROSTMATIC versnelt het vriesproces van verse producten en,be­schermt tegelijkertijd de reeds ingevro­ren levensmiddelen tegen ongewenst warmer worden. Volg onderstaande aanwijzingen om de functie te activeren:
1.
Druk op de schakelaar FROSTMA­TIC.
2.
Het lampje FROSTMATIC gaat bran-
den. Volg onderstaande aanwijzingen om de functie te deactiveren:
1.
Druk op de schakelaar FROSTMA-
TIC .
2.
Het lampje FROSTMATIC dooft.
De functie FROSTMATIC stopt automatisch na ongeveer 52 uur.
Als de FROSTMATIC -functie is inge­schakeld, mag de temperatuurinstelling niet worden gewijzigd.
2.5 Alarm hoge temperatuur
Een stijging van de temperatuur in de vriezer (bijvoorbeeld doordat de stroom is uitgevallen of doordat de deur open staat) wordt aangegeven door:
• het alarmlampje knippert,
• de zoemer gaat af. De zoemer kan uitgeschakeld worden door op de Alarm resettoets te drukken. Als de normale omstandigheden her­steld zijn, wordt het alarm automatisch uitgeschakeld.
3. HET EERSTE GEBRUIK
3.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om
4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invrie­zen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevro­ren en diepgevroren voedsel.
de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. Deze beschadi­gen de lak.
Om levensmiddelen in te vriezen, acti­veert u de functie FROSTMATICmini­maal 24 uur voordat u deze in het vries­vak legt. Zet het verse voedsel dat u in wilt vrie­zen in de twee bovenste vakken.
De maximumhoeveelheid levensmidde­len die in 24 uur kunnen worden ingevro­ren, is aangegeven op het typeplaatje , een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt. Het invriesproces duurt 24 uur: voeg ge­durende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe.
4.2 Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is in­schakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten wer­ken voordat u er producten in plaatst.
IIn het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsu­meerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer wor­den ingevroren (nadat het afge­koeld is).
NEDERLANDS 7
4.3 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveel­heid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de be­reiding iets langer duren.
4.4 Koude accumulators
De vriezer is voorzien van een of meer koudeaccumulators; hierdoor blijft het voedsel langer koud als de stroom uit­valt of als er een storing is.
5. HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
5.1 Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het in­vriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoonge­maakte levensmiddelen van uitsteken­de kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig wor­den ingevroren en zo kunt u later al­leen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
5.2 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op ge-
www.aeg.com
8
schikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levens­middelen zo snel mogelijk van de win­kel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk
6. ONDERHOUD EN REINIGING
• als voedsel eenmaal ontdooid is, be­derft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven be­waarperiode.
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshan­deling dan ook verricht, de stek­ker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onder­houd en herladen mag alleen uit­gevoerd worden door bevoegde technici.
6.1 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutra­le zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te ver­zekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of ka­bels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmid­delen, schuurpoeders, erg ge­parfumeerde reinigingsproduc­ten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stof­zuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elek­triciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsys­teem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreini­gers bevatten chemicaliën die de kunst­stoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwas­middel. Steek, na het schoonmaken van het ap­paraat, de stekker weer in het stopcon­tact.
6.2 De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien, de temperatuur­regelaar op een hogere stand, om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking.
NEDERLANDS 9
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1.
Het apparaat uitschakelen
2.
Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen kranten­papier en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
3.
Laat de deur open staan en steek de kunststof schraper in de daarvoor bedoelde opening in het midden van de bodem, plaats er een op­vangbak onder om het dooiwater op te vangen.
Om het ontdooiproces te ver­snellen kunt u een bak warm wa­ter in het vriesvak zetten. Verwij­der bovendien stukken ijs die af­breken voordat het ontdooien voltooid is.
4.
Na afloop van het ontdooien de bin­nenkant grondig droog maken en de schraper bewaren voor toekom­stig gebruik.
5.
Schakel het apparaat in.
6.
Zet het eerder verwijderde voedsel na twee tot drie uur terug in het vriesvak.
6.3 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de vol­gende voorzorgsmaatregelen:
trek de stekker uit het stopcontact
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmid­delen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te ver­snellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ont­dooien van de ingevroren levensmidde­len, kan de veilige bewaartijd verkorten.
• verwijder al het voedsel,
• Ontdooi het apparaat (indien nodig) en toebehoren en maak alles schoon
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te voorkomen.
www.aeg.com
10
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te con­troleren, om te voorkomen dat het be-
7. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trekken. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden verricht door een gekwalificeerd techni­cus of deskundig persoon.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het controle­lampje knippert niet.
De stekker zit niet goed
Het apparaat krijgt geen
Het controlelampje gaat branden.
Het alarmlampje knippert.
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed ge-
De deur is te vaak open
De temperatuur van het
De kamertemperatuur is
De functie FROSTMATIC
Het apparaat is uitge­schakeld.
in het stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcon­tact.
Het apparaat werkt niet goed.
De temperatuur in het vriesvak is te hoog.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
sloten.
gedaan.
product is te hoog.
te hoog.
is ingeschakeld.
waarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat aan op het stop­contact. Neem contact op met een gekwalificeerde elektri­cien.
Neem contact op met een gekwalificeerde elektri­cien.
Raadpleeg "Alarm hoge temperatuur"
Stel een hogere tempera­tuur in.
Raadpleeg "De deur slui­ten".
Laat de deur niet langer open staan dan noodzake­lijk.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Verlaag de kamertempera­tuur.
Raadpleeg " FROSTMA­TIC functie".
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur in de vriezer is te laag.
De functie FROSTMATIC
De temperatuur in het vriesvak is te
De temperatuur is niet goed ingesteld.
is ingeschakeld. De temperatuur is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere tempera­tuur in.
Raadpleeg " FROSTMA­TIC functie".
Stel een lagere tempera­tuur in.
hoog.
De deur is niet goed ge-
sloten.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Raadpleeg "De deur slui­ten".
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Er zijn veel producten te-
gelijk geconserveerd.
Producten liggen te dicht
op elkaar.
Conserveer minder pro­ducten tegelijk.
Berg de producten zoda­nig op dat er koude lucht kan circuleren.
Er is te veel rijp. Het voedsel is niet goed
verpakt.
De deur is niet goed ge-
sloten.
De temperatuur is niet
goed ingesteld.
7.1 De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad­pleeg "Montage".
3.
Verpak het voedsel op de juiste manier.
Raadpleeg "De deur slui­ten".
Stel een hogere tempera­tuur in.
Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice.
NEDERLANDS 11
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het appa­raat eerst de "veiligheidsinforma­tie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
www.aeg.com
12
8.1 Location
10mm 100mm
8.2 Opstelling
WAARSCHUWING!
Als u een oud apparaat weg­gooit dat voorzien is van een deurslot of vergrendeling, zorg er dan voor dat dit onbruikbaar gemaakt wordt, zodat kinderen er niet in opgesloten kunnen ra­ken.
10mm
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat de lucht vrij kan circule­ren aan de achterkant van de kast. Als het apparaat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tus­sen de bovenkant van de kast en de wandkast ten minste 100 mm bedragen om optimale prestaties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het appa­raat echter beter niet onder een wand­kast zetten. De afstelbare voetjes aan de onderkant van het apparaat garanderen een nauwkeurig horizontale uitlijning. Als de kast in een hoek is geplaatst en de zijkant bevat scharnieren die naar de muur wijzen, moet de afstand tussen de muur en de kast ten minste 10 mm zijn om de deur ver genoeg open te krijgen zodat de planken verwijderd kunnen worden.
WAARSCHUWING!
De stroomtoevoer aan het apparaat moet verbroken kunnen worden; de stekker moet daarom na de installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
Kli-
Omgevingstemperatuur maat­klasse
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
De stekker van het apparaat moet na installatie toegankelijk zijn.
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur over­eenkomt met de klimaatklasse die ver­meld is op het typeplaatje van het appa­raat:
8.3 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typepla­tje overeenkomen met de stroomtoe­voer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De net­snoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeen­stemming met de geldende regels,
raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoorde­lijkheid op zich als de bovenstaande vei-
8.4 Afstandsstukken achterkant
NEDERLANDS 13
ligheidsmaatregelen niet worden nage­leefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlij­nen.
In het apparaat vindt u twee afstands­stukken die geplaatst moeten worden zoals aangegeven op de afbeelding.
Draai de schroeven los en plaats het af­standsstuk onder de kop van de schroef, draai daarna de schroeven weer vast.
8.5 Omkeerbaarheid van de deur
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan verzekeren dat de stekker uit het stopcontact is getrokken.
N
Y
M Z
X
D
E
F
Om de draairichting van de deur te ver­anderen, gaat u als volgt te werk:
Verwijder het klik-in ventilatierooster (D). Verwijder het onderste scharnier (E) door de drie bevestigingsschroeven los te draaien, laat de pakking van het schar­nier (X) zitten.
F
www.aeg.com
14
180°
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• alle schroeven zijn aangedraaid.
• De magnetische afdichtstrip vast zit aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Schuif de deur van de pen (G). Schroef de pen (G) los en monteer deze op de andere kant. Draai de scharnierpen (Z) van het schar­nier (E) en de achterste schroef (Y) los met een sleutel van 10 mm en verwijder het sluitmechanisme (M). Haal, uit het zakje met de accessoires, het onderste
G
sluitmechanisme en monteer dit op de andere kant van hetzelfde scharnier door de achterste schroef weer vast te draai­en. Schroef het bovenste sluitmechanisme (N) los van de onderkant van de deur. Haal, uit het zakje met de accessoires, het bovenste sluitmechanisme en mon­teer dit op de andere kant van de deur door de schroef weer vast te draaien. Monteer de deur. Installeer het onderste scharnier (E) op de andere kant, met behulp van de drie eerder verwijderde schroeven en plaats de pakking van het scharnier (X). Verwijder de afdekking (F) van het venti­latierooster (D) door het in de richting van de pijl te drukken en monteer het op de andere kant. Installeer het ventilatierooster (D), door het op zijn plaats vast te klikken.
Maak het handvat los. Verwijder de dop met een drevel. Installeer het handvat op de dop op de andere kant. Haal de twee doppen uit het zakje met de acces­soires en maak de na de verwijdering van het handvat overgebleven gaten hiermee dicht. Verzeker u ervan dat de voorste plaat van de deur evenwijdig is aan de voorste plaat van de bovenkant. Zet het apparaat op zijn plaats, zet het waterpas, wacht minstens vier uur en steek dan de stekker in het stopcontact.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat de pakking niet precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de pakking zich op een natuurlijke wijze zet.
9. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u gelui­den (compressor, koelmiddelcirculatie).
SSSRR
HISSS!
R!
NEDERLANDS 15
CLICK!
BRRR!
OK
SSSRRR!
HISSS!
SSSRRR!
HISSS!
BLUBB!
CLICK!
BRRR!
CRACK!
CLICK!
BRRR!
BLUBB!
BLUBB!
CRACK!CRACK!
Loading...
+ 33 hidden pages