AEG A51600GSW0 User Manual [es]

A51600GSW0
NL
VRIEZER GEBRUIKSAANWIJZING GEFRIERGERÄT BENUTZERINFORMATION
DE IT
19 36
2
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg-electrolux.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie 7 Bedieningspaneel 8 Het eerste gebruik
9 Dagelijks gebruik 10 Handige aanwijzingen en tips 10 Onderhoud en reiniging 12 Problemen oplossen 14 Technische gegevens 14 Montage 18 Het milieu
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze ge­bruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle men­sen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veilig­heidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blij­ven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatrege­len uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinde­ren) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstik­king.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingska­bel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
Algemene veiligheid
LET OP!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Veiligheidsinformatie
5
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen vermijden – de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de ach-
terkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een
risico op een elektrische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje
1)
voor de
binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
Gloeilampjes
2)
gebruikt voor dit apparaat is een speciaal lampje voor huishoudelijke
apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontplof­fen.
Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand.
• Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien.
2) Als er is voorzien in een lamp.
3) Als het apparaat vorstvrij is.
3)
Veiligheidsinformatie
6
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het appa­raat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat ge­consumeerd worden.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds­werkzaamheden verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een kunststof schraper.
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragra­fen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot overver­hitting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen wor­den en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding.
4)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
4) Indien er een wateraansluiting voorzien is.
Bedieningspaneel
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcir­cuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het ap­paraat moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voorzien zijn van het symbool
zijn recyclebaar.
BEDIENINGSPANEEL
7
1 2 43
1 Alarmlampje 2 FROSTMATIC-controlelampje 3 FROSTMATIC -toets
Resettoets alarm
4 Controlelampje 5 Temperatuurknop
5
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop met de klok mee op een gemiddelde stand, er klinkt een ge­luidssignaal. Het controlelampje gaat branden.
Als de temperatuur in het apparaat te hoog is, gaat het alarmlampje knipperen en klinkt er een alarmsignaal.
Uitschakelen
Om het apparaat uit te zetten de thermostaatknop op de stand "O" zetten, er klinkt een geluidssignaal. Het controlelampje gaat uit.
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch geregeld. Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de thermostaatknop tegen de klok in om een hogere bewaartemperatuur te ver­krijgen.
• draai de thermostaatknop tegen de klok in om een lagere bewaartemperatuur te ver­krijgen.
Het eerste gebruik
8
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter gekozen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
• de plaats van het apparaat.
FROSTMATIC functie
De functie FROSTMATIC versnelt het vriesproces van verse producten en,beschermt tege­lijkertijd de reeds ingevroren levensmiddelen tegen ongewenst warmer worden. Volg onderstaande aanwijzingen om de functie te activeren:
1. Druk op de schakelaar FROSTMATIC.
2. Het lampje FROSTMATIC gaat branden.
Volg onderstaande aanwijzingen om de functie te deactiveren:
1. Druk op de schakelaar FROSTMATIC .
2. Het lampje FROSTMATIC dooft.
De functie FROSTMATIC stopt automatisch na ongeveer 52 uur.
Als de FROSTMATIC -functie is ingeschakeld, mag de temperatuurinstelling niet worden gewijzigd.
Alarm hoge temperatuur
Een stijging van de temperatuur in de vriezer (bijvoorbeeld doordat de stroom is uitge­vallen of doordat de deur open staat) wordt aangegeven door:
• het alarmlampje knippert,
• de zoemer gaat af.
De zoemer kan uitgeschakeld worden door op de Alarm resettoets te drukken. Als de normale omstandigheden hersteld zijn, wordt het alarm automatisch uitgescha­keld.
HET EERSTE GEBRUIK
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
Dagelijks gebruik
DAGELIJKS GEBRUIK
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Om levensmiddelen in te vriezen, activeert u de functie FROSTMATICminimaal 24 uur voordat u deze in het vriesvak legt. Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen in de twee bovenste vakken. De maximumhoeveelheid levensmiddelen die in 24 uur kunnen worden ingevroren, is aangegeven op het typeplaatje , een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt. Het invriesproces duurt 24 uur: voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
9
Kalender ingevroren voedsel
De symbolen geven verschillende soorten ingevroren levensmiddelen aan De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren levens­middelen Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing is, hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventuele bereiding voordat het werd ingevroren.
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog be­vroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
Koude accumulators
De vriezer is voorzien van een of meer koudeaccumulators; hierdoor blijft het voedsel langer koud als de stroom uitvalt of als er een storing is.
Handige aanwijzingen en tips
10
HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar be­langrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevro­ren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voor­komen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden in­gevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag al­leen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Onderhoud en reiniging
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of be­schadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingspro­ducten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevo­len de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
11
De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien, de thermostaatknop op een hogere stand, om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werk­ing.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en
leg het op een koele plaats.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de pro­ducten vastvriezen.
Problemen oplossen
12
3. Laat de deur open staan en steek de
kunststof schraper in de daarvoor be­doelde opening in het midden van de bodem, plaats er een opvangbak onder om het dooiwater op te vangen
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de binnen-
kant grondig droog maken en de schra­per bewaren voor toekomstig gebruik.
5. Schakel het apparaat in.
6. Zet het eerder verwijderde voedsel na twee tot drie uur terug in het vriesvak.
Gebruik nooit scherpe metalen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou be­schadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voor­zorgsmaatregelen:
trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
ontdooi de koelkast
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
5)
, en maak het apparaat en alle accessoires schoon,
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trekken. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden verricht door een gekwalificeerd technicus of deskundig persoon.
Er zijn tijdens de normale werking geluiden te horen (compressor, koelcircuit).
5) Indien nodig,
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het controlelampje knip­pert niet.
De stekker zit niet goed in het
Het apparaat krijgt geen
Het controlelampje gaat branden.
Het alarmlampje knippert. De temperatuur in het vriesvak
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed gesloten. Raadpleeg "De deur sluiten". De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open
De temperatuur van het pro-
De kamertemperatuur is te
De functie FROSTMATIC is inge-
De temperatuur in de vriezer is te laag.
De functie FROSTMATIC is inge-
De temperatuur in het vriesvak is te hoog.
De deur is niet goed gesloten. Raadpleeg "De deur sluiten". De temperatuur van het pro-
Er zijn veel producten tegelijk
Producten liggen te dicht op
Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcontact.
Het apparaat werkt niet goed. Neem contact op met een ge-
is te hoog. De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
duct is te hoog.
hoog.
schakeld. De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
schakeld. De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
duct is te hoog.
geconserveerd.
elkaar.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch appa­raat aan op het stopcontact. Neem contact op met een ge­kwalificeerde elektricien.
kwalificeerde elektricien. Raadpleeg "Alarm hoge tempe-
ratuur" Stel een hogere temperatuur in.
staan dan noodzakelijk. Laat het product afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Verlaag de kamertemperatuur.
Raadpleeg " FROSTMATIC func­tie".
Stel een hogere temperatuur in.
Raadpleeg " FROSTMATIC func­tie".
Stel een lagere temperatuur in.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Conserveer minder producten tegelijk.
Berg de producten zodanig op dat er koude lucht kan circule­ren.
13
Technische gegevens
14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is te veel rijp. Het voedsel is niet goed ver-
pakt. De deur is niet goed gesloten. Raadpleeg "De deur sluiten". De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
Verpak het voedsel op de juiste manier.
Stel een hogere temperatuur in.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service­afdeling.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen van de uitsparing Hoogte 1400 mm Breedte 600 mm Diepte 630 mm Tijdsduur 31 h
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het appa­raat en op het energielabel.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheids­informatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
Location
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat lucht vrij kan circuleren aan de achter­kant van het keukenkastje. Als het apparaat onder een muur met een afdakje wordt ge­plaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van het keukenkastje en de muur ten minste 100 mm bedragen om de beste prestatie te garanderen. Voor de beste presta­tie dient u het apparaat echter niet onder een afdakje te zetten. De afstelbare voetjes aan de onderkant van het apparaat garanderen een nauwkeurig horizontale uitlijning. Als het keukenkastje in een hoek is geplaatst en de zijkant bevat scharnieren die naar de muur wijzen, moet de afstand tussen de muur en het keukenkastje ten minste 10 mm zijn om de deur ver genoeg open te krijgen zodat de planken verwijderd kunnen worden.
Montage
15
WAARSCHUWING!
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen; de stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
10mm 100mm
10mm
Opstelling
WAARSCHUWING!
Als u een oud apparaat weggooit dat voorzien is van een deurslot of vergrendeling, zorg er dan voor dat dit onbruikbaar gemaakt wordt, zodat kinderen er niet in opgesloten kunnen raken.
De stekker van het apparaat moet na installatie toegankelijk zijn.
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwali­ficeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheids­maatregelen niet worden nageleefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
Montage
16
Afstandsstukken achterkant
In het apparaat vindt u twee afstandsstukken die geplaatst moeten worden zoals aangege­ven op de afbeelding.
Draai de schroeven los en plaats het afstands­stuk onder de kop van de schroef, draai daarna de schroeven weer vast
Omkeerbaarheid van de deur
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan verzekeren dat de stek­ker uit het stopcontact is getrokken.
Om de draairichting van de deur te veranderen, gaat u als volgt te werk:
1. Verwijder het klik-in ventilatierooster (D). Verwijder het onderste scharnier (E) door de drie bevestigingsschroeven los te draaien, laat de pakking van het scharnier (X) zitten.
N
Y
M Z
X
E
F
D
F
Montage
2. Schuif de deur van de pen (G). Schroef de pen (G) los en monteer deze op de andere kant.
3. Draai de scharnierpen (Z) van het scharnier (E) en de achterste schroef (Y) los met een sleutel van 10 mm en verwijder het sluitmechanisme (M). Haal, uit het zakje met de accessoires, het onderste sluitmechanisme en mon­teer dit op de andere kant van hetzelf­de scharnier door de achterste schroef weer vast te draaien.
4. Schroef het bovenste sluitmechanisme (N) los van de onderkant van de deur. Haal, uit het zakje met de accessoires, het bovenste sluitmechanisme en monteer dit op de andere kant van de deur door de schroef weer vast te draaien.
5. Monteer de deur.
6. Installeer het onderste scharnier (E) op de andere kant, met behulp van de drie eer­der verwijderde schroeven en plaats de pakking van het scharnier (X).
7. Verwijder de afdekking (F) van het ventilatierooster (D) door het in de richting van de pijl te drukken en monteer het op de andere kant.
8. Installeer het ventilatierooster (D), door het op zijn plaats vast te klikken.
9. Schroef het handvat los. Verwijder de dop met een drevel. Installeer het handvat op de dop op de andere kant. Haal de twee doppen uit het zakje met de accessoires en maak de na de ver­wijdering van het handvat overgeble­ven gaten hiermee dicht.
10. Verzeker u ervan dat de voorste plaat van de deur evenwijdig is aan de voor­ste plaat van de bovenkant.
11. Zet het apparaat op zijn plaats, zet het waterpas, wacht minstens vier uur en steek dan de stekker in het stopcontact.
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De magnetische afdichtstrip vast zit aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat de pakking niet precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de pakking zich op een natuurlijke wijze zet.
180°
17
G
Loading...
+ 39 hidden pages