Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor u het
apparaat gaat installeren en gebruiken.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of
schade die voortvloeien uit de onjuiste installatie of het
onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
2NEDERLANDS
Page 3
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware
en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open staat.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het wassen van
huishoudelijk, machinewasbaar wasgoed.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• De maximale belading van het apparaat is 6 kg. Overschrijd
de maximale belading van elk programma niet (zie het
hoofdstuk 'Programma's').
NEDERLANDS3
Page 4
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting
moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
• De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten
vloerbedekking.
• Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten
met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met
elektriciteit te voorkomen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
• Volg de installatie-instructies die zijn
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen mof
met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een veilige
plek. Als het apparaat verplaatst moet
worden in de toekomst, moeten ze
opnieuw bevestigd worden om de trommel
te vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
4NEDERLANDS
• Installeer en gebruik geen beschadigd
• Gebruik of installeer het apparaat niet op
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en
• Als het apparaat op zijn permanente
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
meegeleverd met het apparaat.
apparaat.
plekken waar de temperatuur onder de
0°C komt of waar het wordt blootgesteld
aan weersomstandigheden.
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
de vloer kan circuleren.
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of
het waterpas staat. Is dit niet het geval,
stel de stelpootjes hier dan op af.
Page 5
• Installeer het apparaat niet direct boven
de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en stel
het niet bloot aan overmatige vochtigheid.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar
de deksel niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt
mogen worden.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is
ontworpen om te worden geïnstalleerd/
aangesloten op een aardingsaansluiting in
het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer
niet beschadigt. Indien de voedingskabel
moet worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan
met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
2.3 Wateraansluiting
• Het toevoerwater mag niet warmer zijn
dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er
nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet je, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten, het
water laten stromen totdat het schoon en
helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het eerste
gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact op
met de erkende klantenservice voor
vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het
mogelijk dat je water uit de afvoerslang
ziet stromen. Dit komt door het testen met
water van het apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400 cm
verlengen. Neem contact op met de
erkende klantenservice voor de andere
afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken,
brand, brandwonden en schade aan het
apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn
met olie, vet of andere vettige substanties.
Dit kan rubberen onderdelen van de
wasmachine beschadigen. Was dergelijke
stoffen met de hand voor, voordat u ze in
de wasmachine stopt.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen
van het wasgoed zijn verwijderd.
2.5 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of
niet-professionele reparatie gevolgen kan
hebben voor de veiligheid en de garantie
kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het
model is stopgezet: motor- en
NEDERLANDS5
Page 6
motorborstels, transmissie tussen motor
en trommel, pompen, schokdempers en
veren, wastrommel, trommelspin en
aanverwante kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
apparatuur, waaronder slangen, kleppen,
filters en aquastops, printplaten,
elektronische displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software en
firmware met inbegrip van resetsoftware,
deur, deurscharnier en afdichtingen,
andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage, plastic
randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er rekening
mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn
voor professionele reparateurs en dat niet
alle reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Bijzondere eigenschappen
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle
moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag
water-, energie- en wasmiddelverbruik en een
milde behandeling van het wasgoed.
• De ProSense System detecteert binnen
30 seconden de omvang van het
wasgoed, dat bepalend is voor de duur
van het programma. Het wasprogramma
6NEDERLANDS
wordt nauwkeurig afgestemd op de
wasbelasting en het type wasgoed zonder
meer tijd-, energie- en water te verbruiken
dan strikt noodzakelijk is.
• Dankzij de Soft Plus-optie wordt de
wasverzachter meer gelijkmatig over het
wasgoed verdeeld en worden de
textielvezels diep gepenetreerd met een
perfecte zachtheid als resultaat.
Page 7
3.2 Apparaatoverzicht
3
8
9
12
6
4
5
27
1
10
11
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
A
B
C
Bedieningspaneel
1
Deksel
2
Handgreep deksel
3
Filter afvoerpomp
4
Hendel voor het verplaatsen van het
5
apparaat
Voetjes voor het waterpas zetten van het
6
apparaat
Informatie voor het registreren van producten.
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A),
het productnummer (B), de elektrische
classificaties (C) en het serienummer (D).
Watertoevoerslang
7
Afvoerslang
8
Netsnoer
9
Transportbouten
10
Slangensteun
11
Typeplaatje
12
Het infolabel vermeldt de modelnaam (A), het
productnummer (B ) en het serienummer (C).
NEDERLANDS7
Page 8
4. TECHNISCHE GEGEVENS
2
1
1
2
1
2
AfmetingenBreedte / hoogte / totale diepte39,7 cm /90,3 cm /59,9 cm
Elektrische aansluitingSpanning
Beschermingsniveau tegen binnendringen van vaste deeltjes en vocht
door het beschermende deksel, behalve waar de laagspanningsappara‐
tuur geen bescherming tegen vocht heeft
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' schroefdraad.
1)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
Maximum
230 V
2100 W
10 A
50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa)
10 bar (1,0 MPa)
Koud water
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Uitpakken en positioneren
1.
8NEDERLANDS
2.
Page 9
3.4.
90O90
O
3/4”
3/4”
Zet het apparaat goed neer om trilling, lawaai en verplaatsing van het apparaat tijdens de werking te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of gelijkwaardige materialen onder de voeten van het
apparaat om het niveau aan te passen.
Zorg ervoor dat tapijten de luchtcirculatie onder het apparaat niet doen stoppen. Zorg
ervoor dat het apparaat de muur of andere eenheden niet raakt.
Wij raden je aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als je het apparaat gaat
verplaatsen.
5.2 De toevoerslang
Accessoires die bij het apparaat worden
geleverd, kunnen per model verschillen.
Zorg ervoor dat de slangen niet
beschadigd zijn en dat de koppelingen
niet lekken. Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort is. Neem
contact op met het servicecentrum
voor informatie over een vervangende
toevoerslang.
NEDERLANDS9
Page 10
5.3 Waterafvoer
min.600 mm
max.1000 mm
(*)
(*)
Kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 600 mm en
niet meer dan 1.000 mm worden geplaatst.
Je kunt de afvoerslang maximaal 4000 mm verlengen. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
5.4 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kun je de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk 'Technische
gegevens' geven de benodigde elektrische
waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel
zijn met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in jouw
woning de maximale vereiste belasting aan
kan, rekening houdend met andere apparaten
die mogelijk ook in gebruik zijn.
10NEDERLANDS
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van
het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden
die nodig zijn om dit apparaat te installeren
contact op met ons geautoriseerde
servicecentrum.
Page 11
De fabrikant accepteert geen
9
81012 11
1
234
5
7
6
verantwoordelijkheid voor schade of letsel
6. BEDIENINGSPANEEL
6.1 Beschrijving bedieningspaneel
door het niet opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Het controlelampje knippert tijdens de ladingbepaling.
Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Knippert als de wasgoedbelading de maxi‐
mum toegestane belading van het geselecteerde programma overschrijdt.
Controlelampje deksel vergrendeld.
Controlelampje uitgestelde start.
Het controlelampje kan aangeven:
• Duur van het programma (bijv. ).
• Uitsteltijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
• Alarmcode ().
• Indicatie van het totale aantal bedrijfsuren van het apparaat. Raadpleeg het gedeelte
'Bedrijfsurenteller' in de paragraaf 'Instellingen' voor meer informatie.
Indicatielampje van wasfase. Knippert tijdens de voorwas- en wasfase.
).
Indicatielampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
Soft Plus-optie. Het -controlelampje boven de gaat branden als de optie is inge‐
steld.
Controlelampje centrifugeer- en afvoerfase. Knippert tijdens het centrifugeren en afvoe‐
ren.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Temperatuurindicator. Het controlelampje gaat branden als koude was gekozen is.
Controlelampje toerental.
Controlelampje geen centrifugeertoerental. Centrifugeerfase is uitgeschakeld, het appa‐
raat voert alleen een pompfase uit.
Gebruik geen wasverzachter en
zorg ervoor dat er geen wasver‐
zachter resten in de wasmiddel‐
doseerlade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sport‐
kleding, waterbestendige en ademende
jassen, jassen met een verwijderbare flee‐
celaag of binnenvoering.De aanbevolen
wasgoedlading is 2 kg. Dit programma kan
ook worden gebruikt als herstellende cyclus
voor waterafstootbaarheid, die bij uitstek ge‐
schikt is voor de behandeling van kleding met
een waterafstotende laag. Ga voor deze her‐
stelbehandeling van de waterafstootbaarheid
als volgt te werk:
• Giet het wasmiddel in het vakje .
• Giet een speciale waterafstotende restau‐
rator voor stof in het ladevak voor wasver‐
zachter .
• Beperk de wasgoedlading tot 1 kg.
Om de waterafstotende behandeling verder te
versterken dient u het wasgoed te drogen in
een droger op het droogprogramma Outdoor
(indien beschikbaar en indien het kledingstuk
in de droger mag worden gedroogd).
Enkele synthetische deken, gevoerde kle‐
ding, dekbedden, donsjassen en soortgelij‐
ke items.
Synthetische stoffen die voorzichtig ge‐
wassen moeten worden. Normaal en licht
bevuild wasgoed.
5)
14NEDERLANDS
Page 15
ProgrammaStandaard‐
tempera‐
tuur
Tempera‐
tuurbereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
Maximale
lading
Programmabeschrijving
geersnel‐
heidsbereik
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren en
het water uit de trommel af te voeren.
Centrifugeren/
Pompen - Esso‐
rage/Vidange
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Com missie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild katoe‐
nen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gegevens wordt verwe‐
zen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen programma's die
presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken alsof
de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
3)
Wasprogramma.
4)
Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
5)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifu‐
geerfase uit. Het apparaat voegt enkele spoelgangen toe.
-
1300 tpm
1300 tpm - 400
tpm
6 kg
Compatibiliteit van programmaopties
OPTIES
Centrifugeren - Essorage
Eco 40-60
PROGRAMMA
Katoen - Coton
Fijne was - Délicats
Synthetica - Synthétiques
■■■■■■■■■■
Wol/Zijde - Laine/Soie
Outdoor
20 min. - 3 kg
Dekbed - Duvet
NEDERLANDS15
Strijkvrij - Repassage facile
Centrifugeren/Pompen - Essorage/Vidange
Page 16
Eco 40-60
PROGRAMMA
Outdoor
Katoen - Coton
Fijne was - Délicats
Synthetica - Synthétiques
20 min. - 3 kg
Wol/Zijde - Laine/Soie
Dekbed - Duvet
Strijkvrij - Repassage facile
OPTIES
■
Spoelstop
Extra stil
Vlekken - Taches
Voorwas - Prélavage
Extra spoelen - Rinçage Plus
Alleen spoelen - Rinçage
Anti-allergie
Tijd besparen - Gain de Temps 2)
Startuitstel - Départ Différé
Vloeibaar wasmiddel
Soft Plus
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
2)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mogelijk om
de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
1)
■■■■■■■
■■■
■■■
■■■
■■■■■
■■■■■■■■
■
■■■■
■■■■■■■■■■
■■■■■■■■
■■■■■
Centrifugeren/Pompen - Essorage/Vidange
16NEDERLANDS
Page 17
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma’s
Programma
Eco 40-60▲▲▲----
Katoen - Coton
Synthetica - Synthéti‐
ques
Fijne was - Délicats
Wol/Zijde - Laine/Soie
Universeel
poeder
▲▲▲----
▲▲▲----
------▲▲
------▲▲
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor gekleur‐
de was
Fijne was
en wol
Speciaal
20 min. - 3 kg
Outdoor
Dekbed - Duvet
Strijkvrij - Repassage
facile
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
--▲▲----
------▲▲
------▲▲
▲▲▲----
▲ = Aanbevolen-- = Niet aanbevolen
7.1 Woolmark Wool Care - Groen
De wolwascyclus van de machine is goedgekeurd door
Woolmark voor het wassen van wollen kleding met een
wasetiket voor de handwas, mits de kledingstukken wor‐
den gewassen volgens de instructies op het etiket in het
kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachi‐
ne. M1734
Het symbool 'Woolmark' is een certificatieteken in ver‐
schillende landen.
NEDERLANDS17
Page 18
8. OPTIES
8.1 Inleiding
Niet alle opties en functies zijn
beschikbaar voor alle wasprogramma's.
Controleer de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een optie of
functie kan een andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet toe dat u de
onverenigbare opties of functies samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de toetsen altijd
schoon en droog zijn.
8.2 Aan/Uit - Marche/Arrêt
Druk een paar seconden op deze toets te
drukken kun je het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee verschillende
geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld
wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht weer
inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer
informatie.
8.3 Temp.
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch een
standaard temperatuur voor.
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
De aanduiding
ingestelde temperatuur gaat aan (het
apparaat verwarmt het water niet).
= koud water van de
8.4 Centrifugeren - Essorage
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
• Het centrifugeersnelheid in te stellen.
De display toont alleen de
centrifugesnelheden die voor het
ingestelde programma beschikbaar
zijn.
• Activeer de optie Spoelstop.
De laatste centrifugeerfase wordt niet
uitgevoerd. Het laatste spoelwater wordt
niet weggepompt, om te voorkomen dat
het wasgoed kreukt. Het wasprogramma
eindigt met water in de trommel.
Op het display verschijnt het
indicatielampje
vergrendeld en de trommel draait
regelmatig om kreuken te verminderen. U
moet het water afvoeren om het deksel te
kunnen openen.
Als u de knop Start/Pauze - Départ/Pause
aanraakt, voert het apparaat de
centrifugeerfase uit en pompt het water
weg.
Het apparaat zal het water na circa 18
uur automatisch uit het apparaat
wegpompen.
• Activeer de Extra stil-optie.
Alle centrifugefasen tussendoor en de
laatste centrifugeerfase worden
overgeslagen en het programma eindigt
met water in de trommel. Zo wordt
voorkomen dat de was kreukt.
Op het display verschijnt het
indicatielampje
vergrendeld. De trommel draait regelmatig
om kreuken te beperken. U moet het
water afvoeren om het deksel te kunnen
openen.
Omdat dit programma heel stil is, is het
geschikt voor nachtelijk gebruik als er
goedkopere stroomtarieven beschikbaar
zijn. Bij sommige programma's wordt voor
de spoelingen meer water gebruikt.
Als u de knop Start/Pauze - Départ/Pause
aanraakt, voert het apparaat alleen de
wegpompfase uit.
. De deksel blijft
. Het deksel blijft
18NEDERLANDS
Page 19
Het apparaat zal het water na circa 18
uur automatisch uit het apparaat
wegpompen.
8.5 Vlek./Voorw. - Taches/Prélav.
Druk meerdere malen op deze knop om een
van de twee opties in te schakelen.
• Vlekken - Taches
Selecteer deze optie om een voorwasfase
aan een programma toe te voegen om
sterk vervuild wasgoed of wasgoed met
vlekken met een vlekkenverwijderaar te
behandelen.
Giet de vlekkenverwijderaar in
compartiment . De vlekkenverwijderaar
wordt in de juiste fase van het
wasprogramma toegevoegd.
Deze optie kan de programmaduur
verlengen en is niet beschikbaar bij
een temperatuur lager dan 40 °C.
• Voorwas - Prélavage
Gebruik deze functie om een voorwasfase
op 30 °C toe te voegen voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar
vervuild wasgoed, met name als dit zand,
stof, modder en andere vaste deeltjes
bevat.
Deze optie kan de duur van het
programma verlengen.
Het bijbehorende indicatielampje boven de
aanraakknop brandt.
8.6 Spoelen - Rinçage
Met deze knop kunt u één van deze volgende
opties kiezen:
• Optie Extra spoelen - Rinçage Plus
Deze optie voegt een paar koude
spoelgangen toe aan het gekozen
wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelresten en in
gebieden waar het water erg zacht is.
Deze optie verlengt de duur van het
programma enigszins.
• Wasfase overslaan - Alleen spoelen Rinçage
Het apparaat voert alleen de spoelgang,
het centrifugeren en het wegpompen van
het water van het gekozen programma uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
8.7 Tijd besparen - Gain de Temps
Met deze optie kunt u de programmaduur
inkorten.
• Bij normaal of licht vervuild wasgoed wordt
het aanbevolen het wasprogramma in te
korten. Raak deze knop eenmaal aan om
de tijdsduur te verminderen.
• Raak bij een kleinere lading deze knop
tweemaal aan om een extra kort
programma in te stellen.
Op het display verschijnt het indicatielampje
.
8.8 Anti-allergie
Stel deze optie in met het programma voor
witte Katoen - Coton artikelen. Wanneer de
optie is geselecteerd, kan noch de
temperatuur, noch de cyclustijd worden
gewijzigd. Optie Tijd besparen - Gain de
Temps en Extra stil zijn niet
beschikbaar.
Het bijbehorende indicatielampje boven de
aanraakknop brandt.
Deze optie verwijdert, dankzij de wasfase in
combinatie met stoomdamp, meer dan
99,99% van de bacteriën en virussen die de
temperatuur gedurende de wasfase boven de
60 °C houden; met een extra actie op de
vezels dankzij een dampfase, zorgt een
verbeterde spoelfase voor een goede
verwijdering van wasmiddel- en microorganismeresiduen. Deze optie zorgt ook
voor een goede vermindering van pollen/
allergene voorwerpen.
NEDERLANDS19
Page 20
Getest op Staphylococcus aureus,
Enterococcus faecium, Candida albicans,
Pseudomonas aeruginosa en MS2
Bacteriophage in externe test uitgevoerd
door Swissatest Testmaterialien AG in
2021 (testrapport nr. 202120117).
8.9 Vloeibaar wasmiddel
Druk op deze toets om de cyclus aan te
passen als u een vloeibaar wasmiddel
gebruikt. Deze optie blijft ook actief nadat het
apparaat is uitgeschakeld, totdat het weer
wordt uitgeschakeld.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
LET OP!
Zorg ervoor dat u de schakelaar voor
vloeistof/poeder op het wasmiddelvak op
de juiste stand zet. Raadpleeg het
hoofdstuk ‘Vloeibaar wasmiddel of
waspoeder’.
9. INSTELLINGEN
8.10 Startuitstel - Départ Différé
Met deze optie kunt u het starten van een
programma uitstellen naar een handiger
tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt
met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90'
en van 2 tot maximaal 20 uur.
Na het aanraken van de toetsStart/Pauze Départ/Pause geeft het display de aanduiding
en de gekozen uitsteltijd weer en begint
het apparaat af te tellen.
8.11 Start/Pauze - Départ/Pause
Raak de toets Start/Pauze - Départ/Pause
aan om het apparaat te starten, te pauzeren
of het draaiende programma te onderbreken.
9.1 Geluidssignalen
Voor het deactiveren van de geluidssignalen
wanneer het programma voltooid is, raakt u
gedurende 3 seconden tegelijkertijd toetsen
Anti-allergie en Vlek./Voorw. - Taches/Prélav.
aan.
De geluidssignalen blijven werken als er
een storing optreedt.
9.2 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie raakt u tegelijkertijd
Centrifugeren - Essorage en Vlek./Voorw.
- Taches/Prélav. aan tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
20NEDERLANDS
• Nadat u toets Start/Pauze - Départ/Pause
aanraakt: alle knoppen en de
programmaknop worden uitgeschakeld
(behalve de toets Aan/Uit - Marche/Arrêt).
• Voordat u toets Start/Pauze - Départ/
Pause aanraakt: kan het apparaat niet
starten.
Het apparaat behoudt de keuze van deze
optie nadat u het heeft uitgeschakeld.
9.3 Blijvend Soft Plus
Kies de optie Soft Plus om de verdeling van
de wasverzachter te optimaliseren en de
zachtheid van de was te verbeteren.
Dit wordt aanbevolen als u de wasverzachter
gebruikt.
Deze optie verlengt de duur van het
programma enigszins.
Page 21
Om deze optie te activeren/deactiveren
raak je de knop Temp. en de knop
Centrifugeren - Essorage tegelijkertijd aan tot
het controlelampje boven het
controlelampje aan of uit gaat.
9.4 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
• Raak voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie de toets Vlek./Voorw. Taches/Prélav. en Spoelen - Rinçage aan.
De overeenkomstige aanduiding naast de
tiptoetsen brandt.
9.5 Teller bedrijfsuren
Het is mogelijk om de totale bedrijfstijd van
het apparaat in uren te visualiseren, vanaf de
eerste keer dat het wordt ingeschakeld. Deze
waarde telt de bedrijfstijd van de cycli
(exclusief pauzes, uitgestelde starttijd). Ga
als volgt te werk om deze waarde te
visualiseren:
1. Schakel het apparaat in door op de
Aan/Uit - Marche/Arrêt toets te drukken.
2. Draai de programmaknop naar het Eco
40-60 programma (1ste positie
rechtsom).
3. Houd de Anti-allergie toetsen Vlek./
Voorw. - Taches/Prélav. en enkele
seconden ingedrukt (binnen 10 seconden
na het inschakelen. Na deze 10
seconden activeert en deactiveert de
toetsencombinatie de geluidssignalen).
4. Na 3 seconden wordt het totale aantal
uren dat het apparaat werkt op het
display weergegeven: bijv. 1276 uur toont
het display de tekst Hr gedurende 2
seconden, 12 (honderdtallen en
honderdtallen) gedurende 2 seconden en
76 (tientallen en eenheden).
Als de procedure niet werkt (vanwege
time-out, verkeerde
programmakeuzeknop of verkeerde
toetsencombinatie), schakelt u het
apparaat uit waarna u de volgorde vanaf
het begin herhaalt.
9.6 Fabrieksinstellingen herstellen
Met deze functie kun je de standaard
fabrieksinstellingen herstellen. Volg
onderstaande stappen om deze optie te
activeren:
1. Schakel het apparaat in door op de
Aan/Uit - Marche/Arrêt toets te drukken.
2. Draai de programmaknop naar het
Synthetica - Synthétiques programma (3e
positie met de klok mee).
3. Houd de Anti-allergie toetsen Vlek./
Voorw. - Taches/Prélav. en enkele
seconden ingedrukt (binnen 10 seconden
na het inschakelen). Na deze 10
seconden activeert en deactiveert de
toetsencombinatie de geluidssignalen).
4. Het display toont
seconden.
Als de procedure niet werkt (vanwege
time-out, verkeerde
programmakeuzeknop of verkeerde
toetsencombinatie), schakelt u het
apparaat uit waarna u de volgorde vanaf
het begin herhaalt.
ongeveer 5
NEDERLANDS21
Page 22
10. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
A
Tijdens de installatie of voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u
wat water in het apparaat waarnemen.
Dit is restwater dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de fabriek een
volledige functietest werd uitgevoerd om
te garanderen dat het apparaat in perfect
functionerende staat aan de klant wordt
geleverd en is geen reden voor
ongerustheid.
11. DAGELIJKS GEBRUIK
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en
start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
11.1 Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk op toets Aan/Uit - Marche/Arrêt om
het apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
11.2 Wasgoed in de machine doen
1. Open het deksel.
2. Druk op de toets A.
De trommel gaat automatisch open.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
4. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
5. Sluit de trommel en het deksel.
LET OP!
Voordat u de deur van de machine sluit,
dient u erop te letten dat de trommel
goed is gesloten.
11.3 Wasmiddelvakjes. Wasmiddel
en additieven gebruiken
1. Doseer de gespecificeerde wasmiddelen
en de wasverzachter.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in
de juiste vakjes.
Volg altijd de instructies op die u op de
verpakking van het wasmiddel aantreft.
We raden u wel aan het maximaal
aangegeven niveau niet te overschrijden.
Deze hoeveelheid zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Voeg vloeibare wasmiddelen toe aan een
doseerbol (geleverd door de fabrikant
van het wasmiddel). Plaats de doseerbol
in de trommel van de wasmachine,
bovenop de kledingstukken.
22NEDERLANDS
Page 23
Wasmiddelvakje voor de wasfase.
12
34
CLICK
A
CLICK
B
De MAX-tekens geven het maximale niveau
aan van de hoeveelheid wasmiddel (poeder
of vloeibaar).
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
De M-markering geeft het maximale niveau
aan voor vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
Wasmiddelvakje voor de voorwasfase.
De MAX-tekens geven het maximale niveau
aan van de hoeveelheid wasmiddel (poeder
of vloeibaar).
Voeg wasmiddel toe (waspoeder of
vloeibaar) als u een programma met
vlekbehandeling instelt.
• Positie A voor waspoeder
(fabrieksinstelling).
• Positie B voor vloeibaar wasmiddel.
Als je vloeibaar wasmiddel gebruikt:
• Gebruik geen geleiachtige of
dikvloeibare wasmiddelen.
• Doe er niet meer vloeistof in dan het
maximale niveau.
• Stel de uitgestelde start niet in.
11.4 Vloeibaar of poederwasmiddel
11.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om het
programma in te stellen:
• Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
• Het indicatielampje Start/Pauze Départ/Pause knippert.
• Op het display verschijnt: de
standaard temperatuur, de
centrifugesnelheid, de indicatielampjes
van de programmafasen en de
programmaduur.
NEDERLANDS23
Page 24
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur, de
centrifugeersnelheid, de cyclusduur of
voeg extra opties toe. Als er een optie
wordt geactiveerd, wordt de indicator van
de ingestelde optie zichtbaar.
Het aftellen van de uitgestelde start wordt op
het display weergegeven.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
Als een keuze niet mogelijk is gaat de
aanwijzing niet aan en klinkt er en
geluidssignaal.
11.6 Een programma starten zonder
een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze - Départ/Pause om
het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Op het display gaat de aanduiding van de
werkende fase knipperen.
Het programma start en de deksel wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt het
symbool .
De afvoerpomp kan even werken als het
apparaat gevuld wordt met water.
11.7 Cyclustijd herberekening
Na ongeveer 15 minuten na de start van
het programma:
• Het apparaat past de cyclustijd
automatisch aan op het wasgoed dat
u in de trommel hebt gedaan, voor
perfecte wasresultaten binnen een
minimaal benodigde tijd.
• Op de display verschijnt de nieuwe
tijdwaarde.
11.8 Een programma starten met
een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op toets Startuitstel -
Départ Différé tot het aantal minuten of
uren op de display verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
2. Als u op de toets Start/Pauze - Départ/
Pause drukt:
Voordat u op toets Start/Pauze - Départ/
Pause drukt om het apparaat te starten,
kunt u de instelling van de uitgestelde
start annuleren of wijzigen.
11.9 De uitgestelde start annuleren
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause om
het apparaat op pauze te zetten.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op Startuitstel - Départ
Différé tot het display staat.
3. Druk weer op Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma direct te starten.
11.10 Onderbreken van een
programma en een optie wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de ingestelde optie.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze -
Départ/Pause.
Het wasprogramma gaat verder.
11.11 Een actief programma
annuleren
1. Druk op toets Aan/Uit - Marche/Arrêt om
het programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op toets Aan/Uit - Marche/
Arrêt om het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af voordat u
een nieuw programma start. Zorg er in dit
geval voor dat het wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij.
24NEDERLANDS
Page 25
11.12 De ProSense System
ladingdetectie
De programmaduur in het display is van
toepassing op een middelmatige/grotelading.
Nadat je de Start/Pauze - Départ/Pause-knop
aangeraakt hebt, gaat de aanduiding voor de
maximaal bepaalde lading uit, knippert het
controlelampje en begint ProSense
System met de detectie van de lading van het
wasgoed:
1. Het toestel detecteert de lading in de
eerste 30 seconden: de indicator en
de tijdpuntjes
draait kort.
2. Aan het einde van de ladingdetectie gaat
de aanduiding
tijdstippen
programmaduur wordt overeenkomstig
aangepast en kan worden verlengd of
verkort. Na nog eens 30 seconden gaat
de watertoevoer stromen.
In het geval er na de ladingdetectie eenoverladen trommel blijkt te zijn, zal het
lampje
In dit geval is het gedurende 30 seconden
mogelijk om het apparaat te pauzeren en de
overtollige kledingstukken te verwijderen.
Raak, na eenmaal de overtollige kleding te
hebben verwijderd, de toets Start/Pauze Départ/Pause aan om het programma weer
te starten. De ProSense System-fase kan tot
driemaal toe worden herhaald (zie punt 1).
Belangrijk! Als de hoeveelheid wasgoed niet
wordt verminderd, gaat het wasprogramma
ondanks teveel lading toch van start. In dit
geval kun je niet de beste wasresultaten
verwachten.
Circa 20 minuten na de start van het
programma kan de programmaduur
afhankelijk van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen weer
worden aangepast.
flikkeren, de trommel
uit en stoppen de
met knipperen. De
op het display knipperen:
De ProSense System-detectie wordt
alleen uitgevoerd met volledige
wasprogramma's (zonder geselecteerde
overslafase).
De ProSense System is niet beschikbaar
bij alle programma's zoals: Wol/Zijde Laine/Soie, Spoelen - Rinçage, en
Centrifugeren EssorageprogrammaPompen - Vidange's
met korte cycli.
11.13 Open het deksel van het
apparaat als het programma in
werking is:
LET OP!
Als de temperatuur en het waterpeil in de
trommel te hoog zijn, blijft het symbool
voor de deurvergrendeling aan en
kunt u het deksel niet openen.
Ga als volgt te werk om het deksel te openen:
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat uit te schakelen.
2. Wacht een paar minuten met het openen
van het deksel.
3. Sluit het deksel.
4. Activeer het apparaat en stel het
programma weer in.
11.14 Het deksel openen als de
functie uitgestelde start is
ingesteld.
Als het startuitstel in werking is, is het deksel
van het apparaat vergrendeld.
Om het deksel van het apparaat te openen:
1. Druk op de knop Start/Pauze - Départ/
Pause .
Het dekselvergrendelingssymbool gaat
uit.
2. Open het deksel.
3. Sluit het deksel en druk op de knop Start/
Pauze - Départ/Pause
Het startuitstel gaat door.
.
NEDERLANDS25
Page 26
11.15 Einde programma
Wanneer het programma is voltooid, stopt het
apparaat automatisch. Als het geluidssignaal
actief is, weerklinkt het signaal.
Op het display gaat aan en het
indicatielampje deksel vergrendeld gaat
uit.
Het lampje van toets Start/Pauze - Départ/
Pause gaat uit.
1. Druk op toets Aan/Uit - Marche/Arrêt om
het apparaat uit te schakelen.
Vijf minuten na afloop van het programma
schakelt energiebesparingsfuncie het
apparaat automatisch uit.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt
het einde van het als laatste ingestelde
programma in het display weergegeven.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangename
luchtjes te voorkomen
11.16 Laat het water weglopen na
afloop van de cyclus
Het wasprogramma is voltooid, maar er
staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
Het indicatielampje van het deksel
brandt. Het deksel blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om het deksel te
kunnen openen:
1. De centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze - Départ/
Pause.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool
kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat
automatisch met het afvoeren van water
en centrifugeren.
uit en
12. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren
met de eerste wasbeurt. We raden je aan
26NEDERLANDS
ze apart te wassen voor de eerste paar
keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder
de haken of stop de gordijnen in een
waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
Page 27
a. onderbreek het programma en open
de deur (raadpleeg hoofdstuk
'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de hand
zodat de items gelijkmatig over de
trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze - Départ/
Pause. De centrifugeerfase gaat
door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Bind riemen,
koorden, veters, linten en andere losse
elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om
kleine items te wassen (bijv. beugelbh's,
riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen
open.
12.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel
niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het
type vlek en stof.
12.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het gebruik
van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet
alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om
verspilling te voorkomen en het milieu te
beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld zijn
voor wasmachines. Volg eerst deze
algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten weefsels,
met uitzondering van fijne was. Kies
bij voorkeur voor waspoeder met
bleekmiddel voor witte was en
hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur
(max. 60 °C) voor alle weefselsoorten
of speciale middelen voor wollen
artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen,
katoen, enz.), de kleur van de kleding, de
grootte van de lading, de mate van
vervuiling, wastemperatuur en hardheid
van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel of de andere
toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau (
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
• Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of pods, plaatst u ze altijd in de trommel, niet
in het wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
) te overschrijden.
NEDERLANDS27
Page 28
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
12.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om het
milieu te helpen beschermen, raden wij u aan
de volgende tips ter harte te nemen
• Normaal vuile waskanzonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water
en tijd te besparen (ook het milieu wordt
zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt het
energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de
13. ONDERHOUD EN REINIGING
waterhardheid van uw huishoudelijk
systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijkecentrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma voordat uuw was droogt in een wasdroger. Dit
bespaart energie tijdens het drogen!
12.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is
het gebruik van een waterverzachter niet
nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in
uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
13.1 Schema periodieke reiniging
Periodieke reiniging helpt de levensduur
van uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een kier
om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid
in het apparaat te drogen: dit voorkomt
schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt:
sluit de waterkraan en trek de stekker uit het
stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
OntkalkenTwee keer per jaar
OnderhoudswasbeurtEenmaal ter maand
Dekselafdichting reinigen Iedere twee maanden
Trommel reinigenIedere twee maanden
28NEDERLANDS
Wasmiddeldoseerbakje
reinigen
De filter van de afvoer‐
pomp reinigen
De filter van de toevoers‐
lang en de klepfilter reini‐
gen
Iedere twee maanden
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd
hoe u elk onderdeel moet reinigen.
13.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en
dat alle losse elementen zijn
vastgebonden voordat u uw wascyclus
uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals
metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u
Page 29
kunt vinden in de filters en de trommel.
123
Raadpleeg de paragrafen 'De trommel
reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De
filter van de toevoerslang en de klepfilter
reinigen'. Neem indien nodig contact op met
het erkende servicecentrum.
13.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met milde
zeep en warm water. Maak alle oppervlakken
volledig droog. Gebruik geen schuursponsjes
of krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of
chemische producten.
LET OP!
Reinig de metalen oppervlakken niet met
een reinigingsmiddel op chloorbasis.
13.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden wij u aan een
waterontkalkingsproduct voor
wasmachines te gebruiken.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
Normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we raden
aan om af en toe een cyclus te draaien met
een lege trommel en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u op de
verpakking van het product vindt.
13.5 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in
de trommel. Voer regelmatig een
onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
13.6 Dekselafdichting
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak van
de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van het product.
13.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestdeeltjes te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van het product.
2. Laat een kort katoenprogramma op hoge
temperatuur draaien of gebruik, indien
beschikbaar, programma
Machinereiniging. Voeg een kleine
hoeveelheid waspoeder toe aan de lege
trommel om achtergebleven resten weg
te spoelen.
13.8 Het wasmiddeldoseerbakje reinigen
NEDERLANDS29
Page 30
13.9 Het afvoerfilter reinigen
123
45
Controleer het filter van de afvoerpomp
regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp als:
• de machine geen water wegpompt,
• de trommel niet ronddraait,
• het apparaat een ongebruikelijk geluid
maakt door de blokkering van de
afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de alarmcode
WAARSCHUWING!
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Reinig de pomp niet zolang het water
in de machine heet is. Wacht tot het
water afgekoeld is.
• Verwijder het filter niet als het
apparaat in werking is.
• Schroef het filter langzaam en
voorzichtig los totdat het water niet
meer naar buiten stroomt. Nadat het
water is afgevoerd, kan het filter
volledig worden losgeschroefd.
Voor reiniging van de pomp gaat u als volgt te werk:
Houd altijd een oude doek bij de hand om
het eventueel gemorste water te kunnen
opvegen als u het filter verwijdert.
30NEDERLANDS
Page 31
13.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1
2
3
21
3
4
1
90O90
O
13.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure uit
zoals die is beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren.
13.12 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek
waar de temperatuur 0 °C of daaronder kan
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
bereiken, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het water
uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is
dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade die door lage temperaturen is
veroorzaakt.
NEDERLANDS31
Page 32
14.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode
weergegeven en kan de Start/Pauze - Départ/Pause -knop continue
knipperen:
ProbleemMogelijke oplossing
• Controleer of de waterkraan geopend is.
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
De machine pompt geen wa‐
ter weg.
De deur is open of niet goed
gesloten.
Geen communicatie tussen
de elektronische elementen
van het apparaat.
De stroomtoevoer is niet sta‐
biel.
De anti-overstromingsbevei‐
liging is ingeschakeld.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze
informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in de watertoe‐
voerslang aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van de klep niet ver‐
stopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig.
Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zonder afvoerfase.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met water in de
kuip.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met een er‐
kende servicedienst.
• Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
32NEDERLANDS
Page 33
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit en
weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de erkende
servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van
een ander probleem met de wasmachine.
ProbleemMogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Zorg dat het deksel en de trommeldeur gesloten zijn.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt met wa‐
ter gevuld, maar dat wordt
onmiddellijk afgetapt.
De centrifugeerfase werkt
niet of de wasfase duurt lan‐
ger dan normaal.
Er is water op de vloer.
Je kunt het deksel van het
apparaat niet openen.
De machine maakt abnorma‐
le geluiden en trilt.
De programmaduur neemt
toe of af tijdens het draaien
van het programma.
• Verzeker je ervan dat Start/Pauze - Départ/Pause bediend is.
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de instelling of
wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie bevindt. De slang kan
te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Stel het centrifugeprogramma in.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig.
Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifugeerfase opnieuw.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door problemen met de balans.
• Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen stevig vastzitten
en dat er geen waterlekkage is.
• Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang niet bescha‐
digd zijn.
• Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoeveelheid gebruikt.
• Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met wa‐
ter in de trommel.
• Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als er water in de
trommel zit.
• Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het apparaat. Neem
contact op met de erkende servicedienst.
• Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn.
Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is mogelijk te klein.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aanpassen aan het ty‐
pe en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie ProSense System' on‐
der het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
NEDERLANDS33
Page 34
ProbleemMogelijke oplossing
• Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
De wasresultaten zijn niet
bevredigend.
Te veel schuim in de trom‐
mel tijdens de wascyclus.
Na de wascyclus is er wat
wasmiddel achtergebleven in
de wasmiddellade.
• Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwijderen voordat je
het wasgoed wast.
• Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
• Zorg dat de klep zich op de juiste positie bevindt.
• Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt volgens de instruc‐
ties in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet
vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een erkende
servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
15. VERBRUIKSWAARDEN
15.1 Inleiding
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd,
biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen
met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden
geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die je vindt op het
typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de
positie van het typeplaatje.
15.2 Legenda
kgWasgoed.uu:mmDuur programma.
kWhEnergieverbruik.°CTemperatuur in de was.
LiterWaterverbruik.tpmCentrifugeersnelheid.
34NEDERLANDS
Page 35
%Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeersnelheid, hoe ho‐
ger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende
omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en
type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de standaardinstelling van een
programma wijzigt.
15.3 In overeenstemming met
Verordening van de Commissie
(EU) 2019/2023
Eco 40-60 pro‐
gramma
Volledige belading60.75551.03:1553.00441251
Halve belading30.34539.02:3553.00301251
Kwartbelading1,50.15034.02:3555.00231251
1)
Maximale centrifugesnelheid.
kgkWhLiteruu:mm%°C
tpm
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W)Stand-by (W)
0.500.504.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
Uitgestelde start
(W)
15.4 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
Katoen - Coton
95 °C
Katoen - Coton
60 °C
2)
kgkWhLiteruu:mm%°C
62.50090.04:1053.00851300
61.60085.03:5053.00551300
tpm
1)
1)
NEDERLANDS35
Page 36
Programma
1
2
1
2
3
Katoen 20° - Coton 20°
3)
20 °C
Synthetica - Synthéti‐
ques
40 °C
Fijne was - Délicats
30 °C
Wol/Zijde - Laine/Soie
30 °C
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kgkWhLiteruu:mm%°C
60.30070.03:1053.00201300
30.55050.02:1035.00401200
4)
20.35050.01:0035.00301200
1,50.20045.01:1030.00301200
16. SNELSTARTGIDS
16.1 Dagelijks gebruik
tpm
1)
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de waterkraan open.
Doe het wasgoed in de machine.
Plaats het wasmiddel en andere
behandelmiddelen in de juiste vakken van de
wasmiddeldoseerbakje.
1. Druk op de Aan/Uit - Marche/Arrêt
toets om het apparaat aan te zetten.
Draai de programmaknop om het
gewenste wasprogramma in te stellen.
36NEDERLANDS
2. Stel de gewenste opties (1) in met de
corresponderende tiptoetsen. Om het
programma te starten, drukt u op de
Start/Pauze - Départ/Pause -toets (2).
3. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma het
wasgoed er uit.
Druk op de Aan/Uit - Marche/Arrêt -toets
om het apparaat uit te zetten.
Page 37
16.2 Reinigen van het filter van de afvoerpomp
132
Reinig het filter regelmatig en in het bijzonder
als de alarmcode op het display
verschijnt.
16.3 Programma’s
Programma’sLadingProductbeschrijving
Eco 40-606 kgWit en bont katoen. Normaal vervuilde kledingstukken.
Katoen - Coton
Synthetica - Synthétiques
6 kgWit katoen en bont katoen.
3 kgSynthetische of gemengde stoffen..
Fijne was - Délicats
Wol/Zijde - Laine/Soie
20 min. - 3 kg
Outdoor
Dekbed - Duvet
Strijkvrij - Repassage facile
Centrifugeren/Pompen -
Essorage/Vidange
1)
Wasprogramma.
2)
Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
3)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifu‐
geerfase uit. Het apparaat voegt enkele spoelgangen toe.
2 kgDelicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
1,5 kgMachinewasbare wol, handwasbare wol en fijne was.
3 kg
2 kg
1 kg
2 kg
3 kg
6 kg
Katoenen en synthetische kledingstukken, licht vervuild of slechts
eenmaal gedragen.
1)
Moderne outdoorsportkleding.
2)
Synthetische of met veren en dons gevulde dekens, gewatteerde
kleding, dekbedden.
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten wor‐
den. Normaal en licht bevuild wasgoed.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Programma
voor centrifugeren en wegpompen van water.
3)
NEDERLANDS37
Page 38
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de volksgezondheid
en recycleer op een correcte manier het afval
van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met de
gemeente.
38NEDERLANDS
*
Page 39
Page 40
135963311-A-422023
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.