Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor u het
apparaat gaat installeren en gebruiken.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of
schade die voortvloeien uit de onjuiste installatie of het
onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
2NEDERLANDS
Page 3
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware
en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open staat.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het wassen van
huishoudelijk, machinewasbaar wasgoed.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• De maximale belading van het apparaat is 6 kg. Overschrijd
de maximale belading van elk programma niet (zie het
hoofdstuk 'Programma's').
NEDERLANDS3
Page 4
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting
moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
• De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten
vloerbedekking.
• Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten
met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met
elektriciteit te voorkomen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
• Volg de installatie-instructies die zijn
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen mof
met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een veilige
plek. Als het apparaat verplaatst moet
worden in de toekomst, moeten ze
opnieuw bevestigd worden om de trommel
te vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
4NEDERLANDS
• Installeer en gebruik geen beschadigd
• Gebruik of installeer het apparaat niet op
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en
• Als het apparaat op zijn permanente
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
meegeleverd met het apparaat.
apparaat.
plekken waar de temperatuur onder de
0°C komt of waar het wordt blootgesteld
aan weersomstandigheden.
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
de vloer kan circuleren.
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of
het waterpas staat. Is dit niet het geval,
stel de stelpootjes hier dan op af.
Page 5
• Installeer het apparaat niet direct boven
de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en stel
het niet bloot aan overmatige vochtigheid.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar
de deksel niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt
mogen worden.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is
ontworpen om te worden geïnstalleerd/
aangesloten op een aardingsaansluiting in
het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer
niet beschadigt. Indien de voedingskabel
moet worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan
met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
2.3 Wateraansluiting
• Het toevoerwater mag niet warmer zijn
dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er
nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet je, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten, het
water laten stromen totdat het schoon en
helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het eerste
gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact op
met de erkende klantenservice voor
vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het
mogelijk dat je water uit de afvoerslang
ziet stromen. Dit komt door het testen met
water van het apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400 cm
verlengen. Neem contact op met de
erkende klantenservice voor de andere
afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken,
brand, brandwonden en schade aan het
apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn
met olie, vet of andere vettige substanties.
Dit kan rubberen onderdelen van de
wasmachine beschadigen. Was dergelijke
stoffen met de hand voor, voordat u ze in
de wasmachine stopt.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen
van het wasgoed zijn verwijderd.
2.5 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of
niet-professionele reparatie gevolgen kan
hebben voor de veiligheid en de garantie
kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het
model is stopgezet: motor- en
NEDERLANDS5
Page 6
motorborstels, transmissie tussen motor
en trommel, pompen, schokdempers en
veren, wastrommel, trommelspin en
aanverwante kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
apparatuur, waaronder slangen, kleppen,
filters en aquastops, printplaten,
elektronische displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software en
firmware met inbegrip van resetsoftware,
deur, deurscharnier en afdichtingen,
andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage, plastic
randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er rekening
mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn
voor professionele reparateurs en dat niet
alle reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Bijzondere eigenschappen
Je nieuwe wasautomaat voldoet aan alle
moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag
water-, energie- en wasmiddelverbruik en een
milde behandeling van het wasgoed.
• De ProSense System stemt de
programmaduur automatisch af op het
6NEDERLANDS
wasgoed in de trommel om perfecte
wasresultaten te behalen in zo min
mogelijk tijd. Lees de paragraaf “De
ProSense System ladingdetectie” voor
meer informatie.
Page 7
3.2 Apparaatoverzicht
8
9
12
6
7
10
11
2
3
1
5
4
6
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
A
B
C
Bedieningspaneel
1
Deksel
2
Handgreep deksel
3
Filter afvoerpomp
4
Hendel voor het verplaatsen van het
5
apparaat
Voetjes voor het waterpas zetten van het
6
apparaat
Informatie voor het registreren van producten.
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A),
het productnummer (B), de elektrische
classificaties (C) en het serienummer (D).
Watertoevoerslang
7
Afvoerslang
8
Netsnoer
9
Transportbouten
10
Slangensteun
11
Typeplaatje
12
Het infolabel vermeldt de modelnaam (A), het
productnummer (B ) en het serienummer (C).
NEDERLANDS7
Page 8
4. TECHNISCHE GEGEVENS
2
1
1
2
1
2
AfmetingenBreedte / hoogte / totale diepte39,7 cm /90,3 cm /59,9 cm
Elektrische aansluitingSpanning
Beschermingsniveau tegen binnendringen van vaste deeltjes en vocht
door het beschermende deksel, behalve waar de laagspanningsappara‐
tuur geen bescherming tegen vocht heeft
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' schroefdraad.
1)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
Maximum
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa)
10 bar (1,0 MPa)
Koud water
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Uitpakken en positioneren
1.
8NEDERLANDS
2.
Page 9
3.4.
90O90
O
3/4”
3/4”
Zet het apparaat goed neer om trilling, lawaai en verplaatsing van het apparaat tijdens de werking te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of gelijkwaardige materialen onder de voeten van het
apparaat om het niveau aan te passen.
Zorg ervoor dat tapijten de luchtcirculatie onder het apparaat niet doen stoppen. Zorg
ervoor dat het apparaat de muur of andere eenheden niet raakt.
Wij raden je aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als je het apparaat gaat
verplaatsen.
5.2 De toevoerslang
Accessoires die bij het apparaat worden
geleverd, kunnen per model verschillen.
Zorg ervoor dat de slangen niet
beschadigd zijn en dat de koppelingen
niet lekken. Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort is. Neem
contact op met het servicecentrum
voor informatie over een vervangende
toevoerslang.
NEDERLANDS9
Page 10
5.3 Waterafvoer
min.600 mm
max.1000 mm
(*)
(*)
Kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 600 mm en
niet meer dan 1.000 mm worden geplaatst.
Je kunt de afvoerslang maximaal 4000 mm verlengen. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
5.4 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kun je de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk 'Technische
gegevens' geven de benodigde elektrische
waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel
zijn met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in jouw
woning de maximale vereiste belasting aan
kan, rekening houdend met andere apparaten
die mogelijk ook in gebruik zijn.
10NEDERLANDS
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van
het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden
die nodig zijn om dit apparaat te installeren
contact op met ons geautoriseerde
servicecentrum.
Page 11
De fabrikant accepteert geen
789
123
5
4
6
A
B
ED
C
verantwoordelijkheid voor schade of letsel
6. BEDIENINGSPANEEL
6.1 Beschrijving bedieningspaneel
door het niet opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
1
Aan/Uit aanraaktoets
Programmakeuzeknop
2
Display
3
4
Startuitstel aanraaktoets
5
Tijd besparen aanraaktoets
6
Start/Pauze aanraaktoets
7
8
9
6.2 Display
Extra aanraaktoets
• Vlekken optie
• Voorwas optie
Centrifugeren aanraaktoets voor
vermindering
Temperatuur aanraaktoets
NEDERLANDS11
Page 12
AHet controlelampje kan aangeven:
• Duur van het programma (bijv. ).
• Uitsteltijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
• Waarschuwingscode ().
• Indicatie van het totale aantal bedrijfsuren van het apparaat.
Raadpleeg het gedeelte 'Bedrijfsurenteller' in de paragraaf 'Instel‐
lingen' voor meer informatie.
BControlelampje extra spoelgang. Deze gaat branden als deze optie
C
DControlelampje kinderbeveiliging.
EControlelampje klep gesloten.
wordt geselecteerd.
De aanduiding knippert tijdens de waarneming van de wasgoedla‐
ding.
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Com missie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild katoe‐
nen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gegevens wordt verwe‐
zen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen programma's die
presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifu‐
geerfase uit. Het apparaat voegt enkele spoelgangen toe.
3)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken alsof
de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat deze geschikt is voor het soort stof dat wordt gewassen. Als u
de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
5)
Gebruik geen wasmiddel voor de voorwasfase om alleen met water te spoelen.
6)
Dit programma is voor dagelijks gebruik en heeft het laagste energie- en waterverbruik met behoud van goede
wasprestaties.
40 °C - 30
°C
1200 tpm
1200- 800
tpm
Katoen en synthetische items licht vervuild of slechts een‐
3 kg
maal gedragen.
Compatibiliteit van programmaopties
OPTIES
Centrifugeren
Niet centrifugeren
Spoelstop
Vlekken
Voorwas
1)
14NEDERLANDS
Eco 40-60
Programma
Katoen
■■■■■■■■■■■■
■■■■■■■■■■■
■■■■■■■■■
■■■■
■■■■■■
Strijkvrij
Synthetica
Fijne was
Wol/Zijde
Dekbed
Pompen/Centrif.
Spoelen
Jeans
Snel intensief
Sport
Katoen 20°
20 min. - 3 kg
Page 15
Snel intensief
Jeans
Katoen 20°
Eco 40-60
Programma
Katoen
Strijkvrij
Synthetica
Fijne was
OPTIES
Startuitstel
Tijd besparen
Extra Spoelen
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
2)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mogelijk om
de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
2)
■■■■■■■■■■■■■■
■■■■■■
■■■■■■■■■
Wol/Zijde
Dekbed
Pompen/Centrif.
Spoelen
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma’s
Programma
Eco 40-60▲▲▲----
Katoen
Universeel
poeder
▲▲▲----
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was
en wol
Speciaal
Sport
20 min. - 3 kg
Synthetica
Strijkvrij
Fijne was
Wol/Zijde
Dekbed
Snel intensief
Jeans
Katoen 20°
▲▲▲----
▲▲▲----
------▲▲
------▲▲
------▲▲
▲▲▲----
----▲▲▲
▲▲▲----
NEDERLANDS15
Page 16
Programma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was
en wol
Speciaal
Sport
20 min. - 3 kg
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
--▲▲--▲
--▲▲----
▲ = Aanbevolen-- = Niet aanbevolen
7.1 Woolmark Wool Care - Blauw
De wolwascyclus van de machine is goedgekeurd door
Woolmark voor het wassen van wollen kleding met een
wasetiket voor de handwas, mits de kledingstukken wor‐
den gewassen volgens de instructies op het etiket in het
kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachi‐
ne. M1145
Het symbool 'Woolmark' is een certificatieteken in ver‐
schillende landen.
8. OPTIES
8.1 Aan/Uit
Druk een paar seconden op deze knop te
drukken kunt u het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee verschillende
geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld
wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht weer
inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer
informatie.
8.2 Inleiding
Niet alle opties en functies zijn
beschikbaar voor alle wasprogramma's.
Controleer de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een optie of
functie kan een andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet toe dat u de
onverenigbare opties of functies samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de toetsen altijd
schoon en droog zijn.
16NEDERLANDS
8.3 Temperatuur
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch een
standaard temperatuur voor.
Page 17
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
De aanduiding = koud water van de
ingestelde temperatuur gaat aan (het
apparaat verwarmt het water niet).
8.4 Centrifugeren
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Het centrifugeersnelheid in te stellen
8.5 Extra
Druk meerdere malen op deze knop om een
van de beschikbare opties te activeren.
• Vlekken
Kies deze optie om een fase voor vlekken
aan het programma toe te voegen en het
zwaar vervuilde of bevlekte wasgoed met
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in de
geschikte fase van het wasprogramma
toegevoegd.
Activeer de optie Spoelstop
• Stel deze optie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
• Als het programma afgerond is, zit er
water in de trommel.
• De deur blijft vergrendeld en de trommels
draait regelmatig om kreuken te
vermijden.
• U moet het water afvoeren om het deksel
te kunnen openen.
• Als u de knop Start/Pauze aanraakt, voert
het apparaat de centrifugeerfase uit en
pompt het water weg.
Het apparaat zal het water na circa 18
uur automatisch uit het apparaat
wegpompen.
Activeer de optie Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen uit te schakelen. Alleen
de afvoerfase is beschikbaar.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
• Stel deze optie in voor fijne was.
• De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
De centrifugesnelheid kan verlaagd
worden.
Deze optie kan de duur van het
programma verlengen. Deze optie is
niet beschikbaar bij een temperatuur
lager dan 40 °C.
• Voorwas
Gebruik deze functie om een voorwasfase
op 30°C toe te voegen voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar
vervuild wasgoed, met in het bijzonder
zand, stof, modder en andere vaste
deeltjes.
Deze optie kan de duur van het
programma verlengen.
Het relevante lampje gaat branden.
8.6 Tijd besparen
Deze optie is raadzaam om het
wasprogramma in te korten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
normale of lichte vervuiling of om wasgoed op
te frissen.
Raak deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
Raak bij een kleinere lading deze knop
tweemaal aan om een extra kort programma
in te stellen.
Het lampje van de optie en het lampje van de
ingestelde waarde branden.
NEDERLANDS17
Page 18
8.7 Startuitstel
Met deze optie kunt u het starten van een
programma uitstellen naar een handiger
tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt
met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90'
en van 2 tot maximaal 20 uur.
Het lampje van de optie en het lampje van de
ingestelde waarde branden. Nadat de
9. INSTELLINGEN
knopStart/Pauze wordt aangeraakt, begint
het apparaat met aftellen.
8.8 Start/Pauze
Raak toets Start/Pauze aan om het draaiende
programma te starten, te pauzeren of te
onderbreken.
9.1 Geluidssignalen
Voor het deactiveren van de geluidssignalen
wanneer het programma voltooid is, raakt u
gedurende 3 seconden tegelijkertijd toetsen
Startuitstel en Tijd besparen aan.
De geluidssignalen blijven werken als er
een storing optreedt.
9.2 Veiligheid van kinderen
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie raakt u tegelijkertijd
Centrifugeren en Extra aan tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u toets Start/Pauze aanraakt: alle
knoppen en de programmaknop worden
uitgeschakeld (behalve de toets Aan/Uit).
• Voordat u toets Start/Pauze aanraakt: kan
het apparaat niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van deze
optie nadat u het heeft uitgeschakeld.
9.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie raakt u tegelijkertijd
Temperatuur en Centrifugeren aan tot het
relevante indicatielampje op het display
aan/uit gaat.
9.4 Teller bedrijfsuren
Het is mogelijk om de totale bedrijfstijd van
het apparaat in uren te visualiseren, vanaf de
eerste keer dat het wordt ingeschakeld. Deze
waarde telt de bedrijfstijd van de cycli
(exclusief pauzes, vertraagde starttijd). Ga
als volgt te werk om deze waarde te
visualiseren:
1. Schakel het apparaat in door op de toets
Aan/Uit te drukken.
2. Draai de programmatoets naar het Eco
40-60 -programma (1e positie rechtsom).
3. Houd de Startuitstel toetsen Tijd
besparen en enkele seconden ingedrukt
(binnen 10 seconden na het inschakelen.
Na deze 10 seconden activeert en
deactiveert de toetsencombinatie de
geluidssignalen).
4. Na 3 seconden wordt het totale aantal
uren dat het apparaat werkt op het
display weergegeven: bijv. 1276 uur toont
het display de tekst Hr gedurende 2
seconden, 12 (honderdtallen en
honderdtallen) gedurende 2 seconden en
76 (tientallen en eenheden).
Als de procedure niet werkt (vanwege
time-out, verkeerde
programmakeuzeknop of verkeerde
toetsencombinatie), schakelt u het
apparaat uit waarna u de volgorde vanaf
het begin herhaalt.
18NEDERLANDS
Page 19
9.5 Standaardinstellingen
A
Met deze functie kun je de standaard
fabrieksinstellingen herstellen. Volg
onderstaande stappen om deze optie te
activeren:
1. Schakel het apparaat in door op de toets
Aan/Uit te drukken.
2. Draai de programmatoets naar het
Synthetica programma (3e positie
rechtsom).
3. Houd de Startuitstel toetsen Tijd
besparen en enkele seconden ingedrukt
(binnen 10 seconden na het inschakelen.
Na deze 10 seconden activeert en
10. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u
wat water in het apparaat waarnemen.
Dit is restwater dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de fabriek een
volledige functietest werd uitgevoerd om
te garanderen dat het apparaat in perfect
functionerende staat aan de klant wordt
geleverd en is geen reden voor
ongerustheid.
deactiveert de toetsencombinatie de
geluidssignalen).
4. Het display wordt ongeveer 5
seconden weergegeven.
Als de procedure niet werkt (vanwege
time-out, verkeerde
programmakeuzeknop of verkeerde
toetsencombinatie), schakelt u het
apparaat uit waarna u de volgorde vanaf
het begin herhaalt.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en
start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
11. DAGELIJKS GEBRUIK
11.1 Wasgoed in de machine doen
1. Open het deksel.
2. Druk op de toets A.
De trommel gaat automatisch open.
NEDERLANDS19
Page 20
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
4. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
5. Sluit de trommel en het deksel.
LET OP!
Voordat u de deur van de machine sluit,
dient u erop te letten dat de trommel
goed is gesloten.
11.2 Wasmiddelvakjes. Wasmiddel
en additieven gebruiken
1. Doseer de gespecificeerde wasmiddelen
en de wasverzachter.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in
de juiste vakjes.
Volg altijd de instructies op die u op de
verpakking van het wasmiddel aantreft.
We raden u wel aan het maximaal
aangegeven niveau niet te overschrijden.
Deze hoeveelheid zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Voeg vloeibare wasmiddelen toe aan een
doseerbol (geleverd door de fabrikant
van het wasmiddel). Plaats de doseerbol
in de trommel van de wasmachine,
bovenop de kledingstukken.
Wasmiddelvakje voor de voorwasfase.
Voeg wasmiddel toe (waspoeder of
vloeibaar) als u een programma met
vlekbehandeling instelt.
Wasmiddelvakje voor de wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
De M-markering geeft het maximale niveau
aan voor vloeibare toevoegingen.
11.3 Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk op toets Aan/Uit om het apparaat in
te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
11.4 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om het
programma in te stellen:
• Het indicatielampje Start/Pauze
knippert.
• Op het display wordt de
programmaduur weergegeven.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur, de
centrifugeersnelheid, de cyclusduur of
voeg extra opties toe. Als er een optie
wordt geactiveerd, wordt de indicator van
de ingestelde optie zichtbaar.
Als een keuze niet mogelijk is gaat de
aanwijzing niet aan en klinkt er en
geluidssignaal.
20NEDERLANDS
11.5 Een programma starten met
een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start wordt op
het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De aanpassing voor PROSENSE begint
nadat het aftellen is beëindigd.
Page 21
Het annuleren van de uitgestelde start
als het afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat te
pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel
tot het display toont.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om
het programma onmiddellijk te starten.
Het wijzigen van de uitgestelde start
als het afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat te
pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel
totdat het display de gewenste uitsteltijd
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om
het aftellen opnieuw te laten beginnen.
11.6 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start en de deksel wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt het
indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in werking kort
voordat het apparaat zich met water vult.
11.7 Cyclustijd herberekening
Na ongeveer 15 minuten na de start van
het programma:
• Het apparaat past de cyclustijd
automatisch aan op het wasgoed dat
u in de trommel hebt gedaan, voor
perfecte wasresultaten binnen een
minimaal benodigde tijd.
• Op de display verschijnt de nieuwe
tijdwaarde.
11.8 Onderbreken van een
programma en een optie wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Druk op toets Start/Pauze.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de ingestelde optie.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
11.9 Een actief programma
annuleren
1. Druk op de toets Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Als de fase ProSense al is uitgevoerd en
de toevoer van water al stroomt, begint
het nieuwe programma zonder de faseProSense te herhalen. Het water en het
wasmiddel worden niet weggepompt om
verspilling te voorkomen.
11.10 De ProSense System
ladingdetectie
Na op de toets Start/Pauze te hebben
gedrukt:
1. De ProSense System begint met de
waarneming van de wasgoedlading om
de werkelijke programmaduur te
berekenen. De aanduiding en de
tijdstippen knipperen.
2. Na ongeveer 15 minuten toont het display
de nieuwe programmaduur: het
indicatielampje gaat uit en de
tijdstippen
Het apparaat past de programmaduur
automatisch aan de lading aan, om in de
kortst mogelijke tijd perfecte
wasresultaten te krijgen. De
programmaduur kan langer of korter
worden.
stoppen met knipperen.
NEDERLANDS21
Page 22
De ProSense System-detectie wordt
alleen uitgevoerd met volledige
wasprogramma's (zonder geselecteerde
overslafase).
De ProSense System is niet beschikbaar
bij sommige programma's, zoals Wol/
Zijde, programma's met korte cycli en
zonder wasfase.
11.11 Open het deksel van het
apparaat als het programma in
werking is:
11.13 Einde programma
Wanneer het programma is voltooid, stopt het
apparaat automatisch. Als het geluidssignaal
actief is, weerklinkt het signaal.
Op het display gaat aan en het
indicatielampje deksel vergrendeld gaat
uit.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat uit.
1. Druk op toets Aan/Uit om het apparaat uit
te schakelen.
Vijf minuten na afloop van het programma
schakelt energiebesparingsfuncie het
apparaat automatisch uit.
LET OP!
Als de temperatuur en het waterpeil in de
trommel te hoog zijn, blijft het symbool
aan en kunt u het deksel niet
openen.
Ga als volgt te werk om het deksel te openen:
1. Druk een paar seconden op de knop Aan/
Uitom het apparaat uit te schakelen.
2. Wacht een paar minuten met het openen
van het deksel.
3. Sluit het deksel.
4. Activeer het apparaat en stel het
programma weer in.
11.12 Het deksel openen als de
functie uitgestelde start is
ingesteld.
Als het startuitstel in werking is, is het deksel
van het apparaat vergrendeld.
Om het deksel van het apparaat te openen:
1. Als u op de toets Start/Pauze drukt:
Het
-lampje gaat uit.
2. Open het deksel.
3. Sluit de deksel en druk op toets Start/
Pauze.
Het startuitstel gaat door.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt
het einde van het als laatste ingestelde
programma in het display weergegeven.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangename
luchtjes te voorkomen
11.14 Laat het water weglopen na
afloop van de cyclus
Het wasprogramma is voltooid, maar er
staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
Het indicatielampje van het deksel
brandt. Het deksel blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om het deksel te
kunnen openen:
1. De centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool
kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op Aan/Uit om
het apparaat uit te schakelen.
uit en
22NEDERLANDS
Page 23
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat
automatisch met het afvoeren van water
en centrifugeren.
11.15 AUTO Stand-by-optie
De AUTO Stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
• Het apparaat is 5 minuten voordat u op de
knop Start/Pauze drukt niet gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het
wasprogramma
12. AANWIJZINGEN EN TIPS
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op het
display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of optie instelt die
eindigt met water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de AUTO Standby functie gedeactiveerd om u eraan te
herinneren het water weg te pompen.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren
met de eerste wasbeurt. We raden je aan
ze apart te wassen voor de eerste paar
keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder
de haken of stop de gordijnen in een
waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en open
de deur (raadpleeg hoofdstuk
'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de hand
zodat de items gelijkmatig over de
trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Bind riemen,
koorden, veters, linten en andere losse
elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om
kleine items te wassen (bijv. beugelbh's,
riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen
open.
NEDERLANDS23
Page 24
12.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel
niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het
type vlek en stof.
12.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het gebruik
van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet
alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om
verspilling te voorkomen en het milieu te
beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld zijn
voor wasmachines. Volg eerst deze
algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten weefsels,
met uitzondering van fijne was. Kies
bij voorkeur voor waspoeder met
bleekmiddel voor witte was en
hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur
(max. 60 °C) voor alle weefselsoorten
of speciale middelen voor wollen
artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen,
katoen, enz.), de kleur van de kleding, de
grootte van de lading, de mate van
vervuiling, wastemperatuur en hardheid
van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel of de andere
toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau () te overschrijden.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
• Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of pods, plaatst u ze altijd in de trommel, niet
in het wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
12.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om het
milieu te helpen beschermen, raden wij u aan
de volgende tips ter harte te nemen:
• Normaal vuile waskanzonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water
en tijd te besparen (ook het milieu wordt
zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt het
energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de
waterhardheid van uw huishoudelijk
systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijkecentrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma voordat uuw was droogt in een wasdroger. Dit
bespaart energie tijdens het drogen!
24NEDERLANDS
Page 25
12.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is
het gebruik van een waterontharder niet
nodig.
13. ONDERHOUD EN REINIGING
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in
uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
13.1 Schema periodieke reiniging
Periodiek reinigen helpt de levensduur
van je apparaat te verlengen.
Houd na elke wasbeurt het bakje en de
trommeldeur een beetje open om
luchtcirculatie mogelijk te maken en de
vochtigheid in de machine te drogen: dit
voorkomt schimmels en onaangename
geuren.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt:
sluit de waterkraan en trek de stekker uit het
stopcontact.
Indicatief schema voor periodiek reinigen:
OntkalkenTwee keer per jaar
OnderhoudswasEenmaal ter maand
Dekselafdichting reinigen Iedere twee maanden
Trommel reinigenIedere twee maanden
Wasmiddeldoseerbakje
reinigen
De filter van de afvoer‐
pomp reinigen
De filter van de toevoers‐
lang en de klepfilter reini‐
gen
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd
hoe u elk onderdeel moet reinigen.
Iedere twee maanden
Twee keer per jaar
Twee keer per jaar
13.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en
dat alle losse elementen zijn
vastgebonden voordat u uw wascyclus
uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals
metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u
kunt vinden in de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'De trommel
reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De
filter van de toevoerslang en de klepfilter
reinigen'. Neem indien nodig contact op met
het erkende servicecentrum.
13.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met milde
zeep en warm water. Maak alle oppervlakken
volledig droog. Gebruik geen schuursponsjes
of krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of
chemische producten.
LET OP!
Reinig de metalen oppervlakken niet met
een reinigingsmiddel op chloorbasis.
NEDERLANDS25
Page 26
13.4 Ontkalken
123
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden wij u aan een
waterontkalkingsproduct voor
wasmachines te gebruiken.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
Normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we raden
aan om af en toe een cyclus te draaien met
een lege trommel en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u op de
verpakking van het product vindt.
13.5 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in
de trommel. Voer regelmatig een
onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
13.6 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestdeeltjes te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van het product.
2. Laat een kort katoenprogramma op hoge
temperatuur draaien of gebruik, indien
beschikbaar, programma Machine Clean.
Voeg een kleine hoeveelheid waspoeder
toe aan de lege trommel om
achtergebleven resten weg te spoelen.
13.7 Dekselafdichting
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak van
de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van het product.
13.8 Het wasmiddeldoseerbakje reinigen
13.9 Het afvoerfilter reinigen
Controleer het filter van de afvoerpomp
regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp als:
• de machine geen water wegpompt,
• de trommel niet ronddraait,
• het apparaat een ongebruikelijk geluid
maakt door de blokkering van de
afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de alarmcode
26NEDERLANDS
Page 27
WAARSCHUWING!
123
45
1
2
3
21
3
4
1
90O90
O
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Houd altijd een oude doek bij de hand om
het eventueel gemorste water te kunnen
opvegen als u het filter verwijdert.
• Reinig de pomp niet zolang het water
in de machine heet is. Wacht tot het
water afgekoeld is.
• Verwijder het filter niet als het
apparaat in werking is.
• Schroef het filter langzaam en
voorzichtig los totdat het water niet
meer naar buiten stroomt. Nadat het
water is afgevoerd, kan het filter
volledig worden losgeschroefd.
Voor reiniging van de pomp gaat u als volgt te werk:
13.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
NEDERLANDS27
Page 28
13.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure uit
zoals die is beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren.
13.12 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek
waar de temperatuur 0 °C of daaronder kan
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
14.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
bereiken, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het water
uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is
dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade die door lage temperaturen is
veroorzaakt.
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode
weergegeven en kan de Start/Pauze -knop continue knipperen:
ProbleemMogelijke oplossing
• Controleer of de waterkraan geopend is.
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze
informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in de watertoe‐
voerslang aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van de klep niet ver‐
stopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
28NEDERLANDS
Page 29
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
De machine pompt geen wa‐
ter weg.
De deur is open of niet goed
gesloten.
Geen communicatie tussen
de elektronische elementen
van het apparaat.
De stroomtoevoer is niet sta‐
biel.
De anti-overstromingsbevei‐
liging is ingeschakeld.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig.
Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zonder afvoerfase.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met water in de
kuip.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met een er‐
kende servicedienst.
• Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit en
weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de erkende
servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van
een ander probleem met de wasmachine.
ProbleemMogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Zorg dat het deksel en de trommeldeur gesloten zijn.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt met wa‐
ter gevuld, maar dat wordt
onmiddellijk afgetapt.
De centrifugeerfase werkt
niet of de wasfase duurt lan‐
ger dan normaal.
• Verzeker je ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de instelling of
wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie bevindt. De slang kan
te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Stel het centrifugeprogramma in.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig.
Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifugeerfase opnieuw.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door problemen met de balans.
NEDERLANDS29
Page 30
ProbleemMogelijke oplossing
• Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen stevig vastzitten
Er is water op de vloer.
Je kunt het deksel van het
apparaat niet openen.
De machine maakt abnorma‐
le geluiden en trilt.
De programmaduur neemt
toe of af tijdens het draaien
van het programma.
De wasresultaten zijn niet
bevredigend.
Te veel schuim in de trom‐
mel tijdens de wascyclus.
en dat er geen waterlekkage is.
• Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang niet bescha‐
digd zijn.
• Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoeveelheid gebruikt.
• Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met wa‐
ter in de trommel.
• Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als er water in de
trommel zit.
• Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het apparaat. Neem
contact op met de erkende servicedienst.
• Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn.
Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is mogelijk te klein.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aanpassen aan het ty‐
pe en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie ProSense System' on‐
der het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
• Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
• Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwijderen voordat je
het wasgoed wast.
• Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet
vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een erkende
servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
30NEDERLANDS
Page 31
15. VERBRUIKSWAARDEN
15.1 Inleiding
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd,
biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen
met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden
geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die je vindt op het
typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de
positie van het typeplaatje.
15.2 Legenda
kgWasgoed.uu:mmDuur programma.
kWhEnergieverbruik.°CTemperatuur in de was.
LiterWaterverbruik.tpmCentrifugeersnelheid.
%Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeersnelheid, hoe ho‐
ger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende
omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en
type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de standaardinstelling van een
programma wijzigt.
15.3 In overeenstemming met
Verordening van de Commissie
(EU) 2019/2023
Eco 40-60 pro‐
gramma
Volledige belading60.94047.03:1753.00471151
Halve belading30.51837.02:3553.00391151
kgkWhLiteruu:mm%°C
tpm
NEDERLANDS31
1)
Page 32
Eco 40-60 pro‐
gramma
Kwartbelading1,50.26029.02:3555.00251151
1)
Maximale centrifugesnelheid.
kgkWhLiteruu:mm%°C
tpm
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W)Stand-by (W)
0.480.484.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
Uitgestelde start
(W)
15.4 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
1)
Programma
2)
Katoen
95 °C
Katoen
60 °C
3)
Katoen
20 °C
Synthetica
40 °C
Fijne was
30 °C
Wol/Zijde
30 °C
1)
2)
3)
4)
4)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
Geschikt voor het wassen van licht vervuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen.
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kgkWhLiteruu:mm%°C
62.6085.03:2553.00851200
61.8585.03:2553.00551200
60.4085.02:4553.00201200
30.6555.02:1035.00401200
20.3550.01:0035.00301200
10.2035.01:1030.00301200
tpm
1)
32NEDERLANDS
Page 33
16. SNELSTARTGIDS
1
2
1
2
3
132
16.1 Dagelijks gebruik
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de waterkraan open.
Doe het wasgoed in de machine.
Plaats het wasmiddel en andere
behandelmiddelen in de juiste vakken van de
wasmiddeldoseerbakje.
1. Druk op de Aan/Uit toets om het
apparaat aan te zetten. Draai de
2. Stel de gewenste opties (1) in met de
corresponderende tiptoetsen. Om het
programma te starten, drukt u op de
Start/Pauze -toets (2).
3. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma het
wasgoed er uit.
Druk op de Aan/Uit -toets om het apparaat
uit te zetten.
programmaknop om het gewenste
wasprogramma in te stellen.
16.2 Reinigen van het filter van de afvoerpomp
Reinig het filter regelmatig en in het bijzonder
als de alarmcode op het display
verschijnt.
16.3 Programma’s
Programma’sLadingProductbeschrijving
Eco 40-606 kgWit en bont katoen. Normaal vervuilde kledingstukken.
NEDERLANDS33
Page 34
Programma’sLadingProductbeschrijving
Katoen
Synthetica
Strijkvrij
Fijne was
Wol/Zijde
Dekbed
Pompen/Centrif.
Spoelen
Snel intensief
Jeans
Katoen 20°
Sport
20 min. - 3 kg
6 kgWit katoen en bont katoen.
3 kgSynthetische of gemengde stoffen..
3 kgSynthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten worden.
2 kgDelicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
1 kgMachinewasbare wol, handwasbare wol en fijne was.
2 kg
6 kg
6 kg
6 kgEen cyclus voor outdoor sportkleding met extra voorwasfase.
3 kgDenim kleding en jersey artikelen.
6 kgGemengde stoffen. Katoen en synthetische stoffen.
2,5 kgSynthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten worden.
3 kg
Synthetische of met veren en dons gevulde dekens, gewatteerde
kleding, dekbedden.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Programma
voor centrifugeren en wegpompen van water.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Programma
voor spoelen en centrifugeren.
Katoenen en synthetische kledingstukken, licht vervuild of slechts
eenmaal gedragen.
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de volksgezondheid
en recycleer op een correcte manier het afval
van elektrische en elektronische apparaten.
34NEDERLANDS
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
Page 35
Page 36
135965881-A-422023
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.