Aeg 30006VL User Manual

30006VL
NL FORNUIS GEBRUIKSAANWIJZING 2 FR CUISINIÈRE NOTICE D'UTILISATION 35
2
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
8 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 10 VOOR HET EERSTE GEBRUIK 11 KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK 12 KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 14 KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING 15 OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK 17 OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES 18 OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 29 OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING 32 PROBLEMEN OPLOSSEN 33 MONTAGE
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
NEDERLANDS
3
Bezoek onze webshop op www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model Productnummer Serienummer
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of ge­bruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veilig­heid van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het ap­paraat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve in­stallatie of foutief gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zin­tuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, in­dien zij onder toezicht staan of instruc­ties hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kin­deren mogen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstik­king of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent licha­melijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lock­functie als het apparaat hiermee uitge­rust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aan­zetten.
• Schakel de kookzones na ieder gebruik uit.
MONTAGE
• De afstellingsvoorwaarden voor dit ap­paraat worden op het label weergege­ven (of op het gegevensplaatje).
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servi­cecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is be­schadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leve­rancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voor­dat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt die­nen in acht genomen te worden (veilig­heidsvoorschriften, recyclingvoorschrif­ten, veiligheidsvoorschriften met be­trekking tot elektra of gas, etc.).
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshand­schoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Zorg ervoor dat de stekker van het ap­paraat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie (indien van toepas­sing).
• Houd de minimumafstanden naar an­dere apparaten en units in acht.
• Plaats het apparaat niet op een basis.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Verander de specificaties van dit pro­duct niet en wijzig het niet. Er bestaat een gevaar voor letsel en schade aan het apparaat.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voor­dat u het in gebruik neemt.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servi­cecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzieningen: stroomonder­brekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwij­derd), aardlekschakelaars en contactge­vers.
• De elektrische installatie moet isolatie bevatten waardoor het apparaat volle­dig van het lichtnet afgesloten kan wor­den. De isolatie moet een contactope­ning hebben met een minimale breed­te van 3mm.
• De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elek­trische apparaten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van het ap­paraat.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aan­sluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (in­dien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap­paraat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf (indien van toepassing).
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
GEBRUIK
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk koken. Gebruik het appa­raat niet voor commerciële of industrië­le doeleinden. Zo voorkomt u lichame­lijk letsel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als het
NEDERLANDS
apparaat aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
• Gebruik dit apparaat niet als het con­tact maakt met water. Bedien het appa­raat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de kookplaat; deze kunnen zeer heet worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Gebruik ovenhand­schoenen wanneer u bakroosters, scha­len e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke on­derdelen ervan worden heet tijdens ge­bruik. Zorg ervoor dat u de verwar­mingselementen niet aanraakt. Houd jonge kinderen uit de buurt of onder permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoho­lische toevoegingen gebruikt, kan er al­cohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder ge­bruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit kan schade veroorzaken aan kookgerei en het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de kookplaat vallen, kan het oppervlak be­schadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het be­dieningspaneel, want de warmte kan het apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade
5
6
aan het emaille van het apparaat te voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het
apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopen­de deur.
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het deel onder de oven. Bewaar daar alleen hittebestendige accessoires (indien van toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven niet af. Deze bevinden zich aan de ach­terzijde van de bovenkant (indien van toepassing).
• Plaats geen voorwerpen op de kook­plaat die kunnen gaan smelten.
• Sluit de stroomtoevoer af als het opper­vlak is gebarsten. Er bestaat risico op elektrische schokken.
• Leg geen warmtegeleidend materiaal (bijv. dunne roosters of metalen platen die de warmte geleiden) onder de pan­nen. Door de warmtereflectie kan de kookplaat beschadigen.
water en zeep om het apparaat te reini­gen. Gebruik geen ontvlambare pro­ducten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomrei­nigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuur­sponzen en vlekverwijderaars.
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabri­kant op als u een ovenspray gebruikt. Spray niets op de verwarmingselemen­ten en de thermostaatsensor (indien van toepassing).
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hier­door breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar.
• De lampjes die in dit apparaat worden gebruikt, zijn speciale lampjes voor huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke verlichting van een woon­ruimte.
• Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde ver­mogen die specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Gevaar voor elektrische schokken. Laat het apparaat afkoelen. Gevaar voor brandwonden.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge­koeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden. De glazen panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Op­eenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorza­ken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven ach­teruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen alleen
SERVICECENTRUM
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met een erkend servicecen­trum.
• Gebruik alleen originele reserveonder­delen.
VERWIJDERING VAN HET APPARAAT
• Om lichamelijk letsel of schade te voor­komen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huis­dieren in het apparaat opgesloten ra­ken. Er bestaat gevaar voor verstik­king.
NEDERLANDS
7
8
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1 2 3
4
5
5
4
8
Knop voor de ovenfuncties
1
Knop voor de temperatuur
2
Temperatuurweergave
3
Toetsen voor de kookplaat
4
3
2
1
INDELING KOOKPLAAT
1 3
145 mm
210 mm
2
180 mm
145 mm
Verwarmingselement
5
Ovenlampje
6
Ventilator
7
Inzetniveaus
8
Kookzone 1200 W
1
Stoomuitlaat
2
Kookzone 1800 W
3
Kookzone 1200 W
4
Restwarmte-indicatie
5
Kookzone 2300 W
6
6
7
5
46
ACCESSOIRES
Ovenrek Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat Voor gebak en koekjes.
Braadpan Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
Bewaarlade Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
NEDERLANDS
9
10
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
EERSTE REINIGING
• Verwijder alle accessoires en uitneem­bare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste ge­bruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
VOORVERWARMEN
Warm het lege apparaat voor om het res­terende vet weg te branden.
1.
Selecteer de functie en de maxi­mum temperatuur.
2.
Laat het apparaat 45 minuten werken.
3.
Selecteer de functie en de maxi­mum temperatuur.
4.
Laat het apparaat 15 minuten werken. De accessoires kunnen warmer worden dan normaal. Het apparaat kan een geur en rook vrijgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
TEMPERATUURINSTELLING
Toets Functie
Warmhouden
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
(1 - laagste kookstand; 9 ­hoogste kookstand)
1.
Draai de bedieningsknop in de ge-
wenste kookstand.
2.
Zet de bedieningsknop op stand 0
om het kookproces stop te zetten.
Gebruik de restwarmte om het energieverbruik te verlagen. Zet de kookzone ongeveer 5-10 minu­ten voordat het koken is voltooid uit.
RESTWARMTE-INDICATIE
De restwarmte-indicatie geeft aan wan­neer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte.
NEDERLANDS
11
12
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
KOOKGEREI
• De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
• Kookgerei gemaakt van geë­mailleerd staal of met alumini­um of kopperen bodems, kun­nen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kook­plaat.
DE VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
ENERGIE BESPAREN
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Zet de pan op de kookzone voordat u deze inschakelt.
• Schakel voor het einde van de bereidingstijd de kookzones uit, om gebruik te maken van de restwarmte.
• De bodems van de pannen en kookzones dienen dezelfde af­meting te hebben.
Tem­pera­tuur­instel­ling
1-2 Hollandaise saus, boter smelten,
1-2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
2-3 Zachtjes aan de kook brengen
3-4 Stomen van groenten, vis en
4-5 Aardappelen stomen 20-60
Te gebruiken voor: Tijd Tips
Het door u gekookte eten warm
1
te houden
naar be­hoefte
5-25
chocolade, gelatine
min. 10-40
bakken eieren
min. 25-50
van rijst en gerechten op melk-
min. basis, reeds bereide gerechten opwarmen
20-45 vlees
min.
min.
Leg een deksel op de pan.
Meng het geheel van tijd tot tijd.
Met deksel bereiden
Voeg minstens tweemaal zo­veel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren.
Enkele eetlepels vloeistof toevoegen
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen
NEDERLANDS
13
Tem-
Te gebruiken voor: Tijd Tips
pera­tuur­instel­ling
4-5 Bereiden van grotere hoeveelhe-
den voedsel, stoofschotels en
60-150
min.
Tot 3 l vloeistof plus ingre­diënten
soepen
6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, kalfs
cordon bleu, koteletten, rissoles,
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien worstjes, lever, roux, eieren, pan­nenkoeken, donuts
7-8 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
5-15 min.
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien biefstukken, steaks
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
14
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen in­vloed op de werking van het ap­paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou­dende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Ge­bruik een speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en ver­wijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat het apparaat vol-
doende is afgekoeld: kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken en glim­mende metaalachtige verkleurin­gen. Gebruik een speciaal schoon­maakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS
15
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie door wer­ken totdat de temperatuur in het appa­raat is afgekoeld.
HET APPARAAT AAN- EN UITZETTEN
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Ovenlampje
Gecirculeerd koken
Boven + onder-
warmte
Onderste verwar-
mingselement
Het ovenlampje activeren zonder een bereidings­functie.
Verschillende gerechten tegelijkertijd koken. Om zelfgemaakte vruchten in siroop te bereiden en champignons of fruit te drogen.
Bakken en braden op één ovenniveau. De boven­ste en onderste verwarmingselementen worden te­zelfdertijd ingeschakeld.
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem. Alleen het onderste verwarmingselement brandt.
2.
Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo­lang de temperatuur in het apparaat stijgt.
3.
Draai om het apparaat uit te schake­len, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit-stand.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveel-
Grill
heden op het midden van de rooster. Voor het maken van toast.
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveel-
Grote grill
heden. Voor het maken van toast. Het volledige grillelement wordt geactiveerd.
16
Ovenfunctie Applicatie
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grill-
Gratineren
element en de ventilator van de oven werken sa­men, zodat de hetelucht rond de gerechten circu­leert.
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het bakrooster hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookgerei niet verschuift.
Het rooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
NEDERLANDS
17
18
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte in­grediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het ap­paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (tempera­tuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de bak­tijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmidde­len gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de la­gere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minu­ten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Ver­ander in dit geval de temperatuurinstel­ling niet. De verschillen verminderen tij­dens het bakproces.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca­ke is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Baktij-
Te korte baktijd.
den kunnen niet worden
verkort door hogere
Minder vocht gebruiken.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
De oventemperatuur is te
laag.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
baktemperaturen.
keukenmachines.
een kortere baktijd.
NEDERLANDS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te
kort.
Het deeg is niet gelijkma-
tig verdeeld.
De oventemperatuur is te
laag.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd
verlengen.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat. De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
GECIRCULEERD BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche 2 150 - 160 50 - 70 Zandgebak/vruch-
tencake Fatless sponge ca-
ke Taartbodem van
zandtaartdeeg Taartbodem -
roerdeeg Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
1)
Oven voorverwarmen
Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
1 - 2 140 - 160 50 - 90
3
2
150 - 160
170-180
1)
1)
25 - 40
10 - 25
2 150 - 170 20 - 25
2- 3 160 60 - 90
19
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart (droog)
Vruchtentaart (be­reid met gistdeeg/
roerdeeg)
1)
Vruchtentaart met kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
3 150 - 160 20 - 40
3 150 35 - 55
3 160 - 170 40 - 80
20
Koekjes
Verwarmings-
soort
Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20 Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50 Klein gerezen ge-
bak Bladerdeeg 3
Broodjes 3 Small cakes (20 per
plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3 150 - 160 20 - 40
160
150
1)
1)
1)
170 - 180
3
20 - 30
10 - 35
20 - 35
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be­dekt met gesmol-
1
160 - 170
1)
15 - 30
ten kaas Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche 2 160 - 180 50 - 70 Zandgebak/vruch-
tencake Fatless sponge ca-
ke Taartbodem van
zandtaartdeeg Taartbodem -
roerdeeg
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
1 - 2 150 - 170 50 - 90
3
2
1)
170
190 - 210
25 - 40
1)
10 - 25
2 170 - 190 20 - 25
NEDERLANDS
21
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Apple pie (2 vor­men Ø20cm, dia-
1 - 2 180 60 - 90
gonaal geplaatst) Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
1 180 - 220 35- 60
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Vlechtbrood/ broodkrans
Kerststol 2
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
2 170 - 190 40 - 50
160 - 180
1)
50 - 70
Brood (rogge­brood):
1.
Eerste deel van het bak­proces.
2.
Tweede deel
1 - 2
1.
2.
1)
230
160 - 180
1.
2.
1)
30 - 60
van het bak­proces.
Roomsoezen/tom­poezen
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnenbrood (opgerolde cake
3
180 - 200
1)
10 - 20
met jam) Kruimeltaart
(droog) Amandelcake/sui-
kertaart
3 160 - 180 20 - 40
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
2)
deeg) Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 170 35 - 55
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met kwetsbare garne­ring (bijv. kwark,
3
160 - 180
1)
40 - 80 room, puddingvul­ling)
Pizza (met veel garnering)
2)
1 - 2
190 - 210
1)
30 - 50
20
22
Verwarmings-
soort
Pizza (dunne korst) 1 - 2 Ongedesemd
brood
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
220 - 250
1)
15 - 25
1 230 - 250 10 - 15
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20 Short bread/ Pa-
stry Stripes
3
160
1)
20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120- 150
Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 3 Small cakes (20 per
plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3 170 - 190 20 - 40
170
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 55
20 - 30
3
3 - 4
190 - 210
190 - 210
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Pastaschotel 1 180 - 200 45 - 60 Lasagne 1 180 - 200 35 - 50 Groentegratin 1
Stokbroden be­dekt met gesmol-
180 - 200
1
200 - 220
1)
1)
15 - 30
15 - 30
ten kaas Zoete ovenscho-
1 180 - 200 40 - 60
tels Visschotels 1 180 - 200 40 - 60 Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60
1)
Oven voorverwarmen
Loading...
+ 50 hidden pages