Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar de gebruiksaanwijzing zodat deze later kan worden geraadpleegd.
Geef deze gebruiksaanwijzing door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1 Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Aanwijzingen ten behoeve van uw persoonlijke veiligheid.
Let op! Aanwijzingen om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen:
5
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richt-
lijn 92/31/EEG
– 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn
Elektrische veiligheid
• Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden
aangesloten.
• Bij storingen aan het apparaat of beschadiging van het glaskeramiek
(breuken, sprongen resp. scheuren) moet het apparaat worden uitgeschakeld en worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
• Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen
worden uitgevoerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze serviceafdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden worden gebruikt voor het
koken, braden en bakken van levensmiddelen.
• Gebruik de kookplaat niet om de ruimte te verwarmen.
• Oververhit vet en olie zijn licht ontbrandbaar. Wanneer u levensmid-
delen in vet of olie (bijvoorbeeld patat) bereidt, moet u tijdens de bereiding in de buurt blijven en opletten.
• Wanneer u pannen met met een lange steel gebruikt, dient u de steel
zodanig te draaien dat deze niet buiten de kookplaat uitsteekt. Let
daarbij tevens op dat de steel zich niet boven een hete of warme
kookzone bevindt.
• Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op
stopcontacten in de buurt van het apparaat. Aansluitsnoeren mogen
niet in de buurt komen van hete kookplaten of onder de hete ovendeur beklemd raken.
• Schakel de kookzones na ieder gebruik uit.
5
• Waarschuwing: Gevaar voor verbranding! Tijdens het gebruik
wordt de binnenzijde van de oven heet.
• Wanneer u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan er
eventueel een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Doe
de deur in dit geval voorzichtig open. Werk daarbij niet met gloeiende voorwerpen, vonken of vuur.
3Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten,
een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die
reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het
apparaat
• Gebruik de kookplaat niet als werkblad of aanrecht.
• Gebruik de kookzones niet met lege pannen of zonder pan.
• Let op dat geen zuurhoudende vloeistoffen, bijvoorbeeld azijn, ci-
troensap of kalkoplossende middelen, op de kookplaat terecht komen,
omdat hierdoor doffe plekken ontstaan.
• Scherpe en harde voorwerpen die op de kookplaat vallen, kunnen
deze beschadigen.
• Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten uit de buurt
van het glaskeramische vlak, bijvoorbeeld kunststof, aluminiumfolie
of huishoudfolie. Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat smelten, dan moet dit direct met de glasschraper worden verwijderd.
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten,
pannen, enzovoort op de bodem omdat daarmee het email van de
oven door de ontstane hitteconcentratie wordt beschadigd.
• Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die
niet kunnen worden verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
• Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
• Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email
worden beschadigd en kunnen verkleuringen ontstaan.
• Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste
glasplaat, kan het glas breken.
• Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van
de oven kan dit ontbranden.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor worden beschadigd.
6
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
2
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten af-
gedankt apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
7
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Glazen deur
Servieslade
8
Bedieningspaneel
Bedrijfscontrolelampje
Temperatuurcontrolelampje
Temperatuurkeuze
Ovenfuncties
Kookplaat
Eénkringskookzone
1200W
Eénkringskookzone
2300W
Dampafvoer oven
Restwarmte-indicatie
Kookzoneschakelaar
Eénkringskookzone
1800W
Eénkringskookzone
1200W
9
Uitrusting oven
Bovenwarmte en grillelement
Inzetniveaus
Uitneembaar inschuifrooster
Accessoires oven
Combi-rooster
Voor servies, bakvormen, braden en
grilleren.
Universele bakplaat
Voor vochtig gebak, braden of als
bakplaat resp. braadslede voor het
opvangen van vet.
Ovenverlichting
Ventilator
Onderwarmte
10
Voor het in gebruik nemen
Reinigen voor het in gebruik nemen
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u het grondig reinigen.
De glaskeramische kookplaat afnemen met een vochtige doek.
1 Let op: gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen! U zou
de oppervlakken hiermee kunnen beschadigen.
3Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijgbare
onderhoudsmiddelen.
1. Functiekiezer instellen op verlichting .
2. Neem alle toebehoren en inschuifroosters uit de oven en reinig ze met
een warm sopje.
3. Maak ook de oven schoon met een warm sopje en wrijf deze vervolgens
droog.
4. Neem de voorzijde van het apparaat af met een vochtige doek.
11
Bediening van de kookplaat
Bij het inschakelen van een kookzone kan deze kort zoemen. Dat is een
3
eigenschap van alle glaskeramische kookzones en heeft geen negatieve
invloed op het functioneren of de levensduur van het apparaat.
Kookstanden
• In de bereiken 1 - 9 kunt u de kookstanden instellen.
• Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen.
1 = laagste vermogen
9 = hoogste vermogen
2Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd
uit om gebruik te maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische
energie.
links voorlinks achterrechts achterrechts voor
12
Kookzoneschakelaar
Kookstand instellen
1. Kookstand kiezen.
2. Om te stoppen met koken
terugdraaien naar de uit-stand.
Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie gaat branden, zodra de betreffende kookzone
heet is.
1 Waarschuwing! Verbrandingsgevaar door restwarmte. Na het uitscha-
kelen duurt het nog enige tijd voordat de kookzones zijn afgekoeld.
Houd rekening met de restwarmte.
2Restwarmte kan worden gebruikt voor het smelten en warm houden
van gerechten.
13
Bedienen van de oven
Oven in- en uitschakelen
Bedrijfscontrolelampje
Temperatuurcontrolelampje
Temperatuurkeuze
Ovenfuncties
1. Zet de functiekiezer van de oven in de gewenste stand.
2. Zet de temperatuurkiezer op de gewenste
temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de verwarming van de
oven aan staat.
3. Om de oven uit te schakelen moet u de functiekiezer en de temperatuurkiezer van de oven beide in de UIT stand zetten.
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder
lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
14
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
OvenfunctieToepassing
Ovenverlichting Met deze functie kunt u de bin-
HeteluchtVoor het bakken op maximaal
Boven- en onderwarmte
OnderwarmteVoor het afbakken van gebak met
OntdooienVoor het gedeeltelijk of geheel
Grill Voor het grilleren van vlakke le-
Grote grill Voor het grilleren van vlakke le-
InfrathermVoor het braden van grotere stuk-
nenzijde van de oven verlichten,
bijvoorbeeld om deze schoon te
maken.
twee niveaus.
Stel de temperatuur van de oven
20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte.
Voor het bakken en braden op één niveau.
een brosse bodem.
ontdooien van bijvoorbeeld gebak, boter, brood, fruit of andere
bevroren levensmiddelen.
vensmiddelen, die in het midden van het rooster worden geplaatst
en om te roosteren.
vensmiddelen in grotere hoeveel-heden en om te roosteren.
ken vlees of gevogelte op één niveau.
Deze functie is ook geschikt voor
gratineren.
Verwarmingsele-
ment/ventilator
---
Bovenwarmte,
onderwarmte,
ventilator
Bovenwarmte,
onderwarmte
Onderwarmte
Ventilator
Grill
Grill, bovenwarmte
Grill, bovenwarmte,
ventilator
15
Rooster en plaat inzetten
3Kantelbeveiliging
Alle inschuifdelen zijn voorzien van een kleine welving rechts en links.
Deze welving dient als kantelbeveiliging en moet altijd naar achteren
wijzen.
Plaat plaatsen:
De kantelbeveiliging moet naar ach-
teren wijzen.
Rooster inzetten:
Rooster zo inzetten dat de twee ge-
leidingsstangetjes naar boven wijzen. De kantelbeveiliging moet naar
beneden wijzen en achter in
de oven liggen.
16
Rooster en plaat inzetten:
Bij het gelijktijdig gebruiken van het
rooster en de plaat, dient de kantelbeveiliging van het rooster exact in
de rondingen van de plaat geplaatst
te worden.
Toepassingen, tabellen, tips
Pannen
• Goede pannen herkent u aan de bodem. De bodem moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
• Let bij het kopen van pannen op de diameter van de bodem. Fabri-
kanten geven vaak de diameter van de bovenste rand van de pan aan.
• Pannen met een aluminium of koperen bodem kunnen metaalachtige
verkleuringen op de glaskeramische plaat achterlaten die moeilijk of
helemaal niet meer te verwijderen zijn.
• Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met een beschadigde
bodem met ruwe plekken en bramen. Bij het verschuiven kunnen blijvende krassen ontstaan.
• In koude toestand is de panbodem
normaliter iets naar binnen gewelfd (hol). De panbodem mag in
geen geval naar buiten gewelfd
(bol) zijn.
• Let op de aanwijzingen van de fa-
brikant, als u speciale pannen gebruikt (bijv. snelkookpan wok, enz.).
2Tips voor het besparen van energie
• De kookzone pas inschakelen als er een pan op staat.
• Pannen indien mogelijk altijd met
een deksel afsluiten.
• Kookzones vóór het einde van de
kooktijd uitschakelen om gebruik
te maken van de restwarmte, bijv.
om gerechten warm te houden of
om levensmiddelen te smelten.
• Panbodem en kookzone moeten
even groot zijn.
17
Kooktabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Kook-
stand
X 1
1-2
2-3Wellen
3-4
4-5Koken
6-7
7-8
Kookproces
0Nawarmte, uit-stand
Warm
houden
Smelten
Stollen
Stomen
Stoven
Zacht
braden
Sterk
braden
Aan de
kook
brengen
9
Aanbra
den
Frituren
Geschikt voorDuurAanwijzingen/tips
Warm houden van gare
gerechten
Hollandaisesaus,
smelten van boter,
chocolade, gelatine
Schuimomelet, bouillon
met ei
Wellen van rijst en melk-
gerechten
Verhitten van kant-en-
klaargerechten
Stoven van groente, vis
Vlees sudderen
Koken van aardappels20-60 min.
Koken van grotere hoe-
veelheden, eenpansge-
rechten en soep
Schnitzel, cordon bleu,
karbonade, gehaktballen,
braadworst, lever, roux,
eieren, omelets, oliebollen
Aardappel koekjes, lende-
stukken, steaks, pannen-
koeken
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van pata-
Naar be-
hoefte
5-25 min.Tussendoor omroeren
10-40 min.Met deksel bereiden
25-50 min.
20-45 min.
60-150
min.
Voortdu-
rend bakken
5-15 min.
per pan
tes frites
Afdekken
Minimaal dubbele
hoeveelheid vloeistof
aan de rijst toevoegen,
melkgerechten tussen-
door roeren
Bij groente weinig
vocht toevoegen (een
paar eetlepels)
Weinig vloeistof
gebruiken, bijvoor-
beeld: max.
per 750 g aardappels
Tot 3 l vloeistof plus
Tussendoor keren
Tussendoor keren
¼ l water
ingrediënten
18
3Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de
hoogste kookstand in te stellen en vervolgens gerechten met een
langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden.
1 Oververhit vet en olie is licht ontbrandbaar. Wanneer u levensmiddelen
in vet of olie (bijvoorbeeld patates frites) bereidt, dient u in de buurt te blijven.
Bakken
Ovenfunctie: Hetelucht of Boven- en onderwarmte
Bakvormen
• Voor Boven- en onderwarmte zijn vormen van donker metaal en
vormen met een speciale laag geschikt.
• Voor Hetelucht zijn ook vormen van licht metaal geschikt.
Inzetniveaus
• Bakken met Boven- en onderwarmte is altijd slechts op één niveau
mogelijk.
• Met Hetelucht kunt u droog gebak en koekjes op 2 bakplaten te-
gelijk bakken.
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 3
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
19
Algemene aanwijzingen
• Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen!
• U kunt met Boven- en onderwarmte of Hetelucht ook twee
vormen tegelijk naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces
duurt nauwelijks langer.
3Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het
gaarproces kromtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur.
Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht.
Aanwijzigen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende
temperatuurvoorschriften, baktijden en inzetniveaus.
• De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid
en de bakvorm.
• Als u voor de eerste keer gaat bakken, raden wij aan de laagste temperatuurwaarde in te stellen en pas als het nodig is een hogere temperatuur te kiezen (bijvoorbeeld wanneer het gebak niet bruin
genoeg is of wanneer de baktijd te lang is).
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept,
kijkt u dan bij een soortgelijk gebak.
• Bij het bakken van gebak op bakplaten of in vormen op meerdere niveaus kan de baktijd zo’n 10-15 minuten langer zijn.
• Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op
één niveau.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de tempera-tuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het gebak
overal even bruin.
2Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van
de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het
plaatsen van een gerecht in de koude oven.
20
Baktabel
Soort
gebak
Gebak in vormen
TulbandHetelucht1150-1600:50-1:10
Zandgebak/
driekoningenkoek
BiscuittaartHetelucht11400:25-0:40
BiscuittaartBoven- en
Taartbodem van zandtaartdeeg
Taartbodem van roerdeegHetelucht3150-1700:20-0:25
Dichte appeltaartBoven- en
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche
lorraine)
KwarktaartBoven- en
Gebak op de bakplaat
Gistbroodje/-kransBoven- en
KerststolBoven- en
Brood (roggebrood)
-eerst
-dan
Roomsoezen/tompoezenHetelucht3160-1701)0:15-0:30
BiscuitrolBoven- en
Kruimelgebak droogHetelucht3150-1600:20-0:40
Boter-/suikerkoekBoven- en
Ovenfunctie
Hetelucht1140-1601:10-1:30
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
onderwarmte
Hetelucht11601:10-1:30
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
onderwarmte
onderwarmte
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
onderwarmte
onderwarmte
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur °C
21600:25-0:40
3180-2000:10-0:25
1170-1900:50-1:00
11801:10-1:30
1180-2000:30-1:10
1170-1901:00-1:30
3170-1900:30-0:40
3160-1801)0:40-1:00
2
250
160-180
3180-2001)0:10-0:20
3190-2101)0:15-0:30
uur: min.
1)
0:30-1:00
Tijd
0:20
21
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur °C
Tijd
uur: min.
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
2)
Vruchtentaart op zandtaartdeeg
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijv. kwark, room,
Hetelucht31500:35-0:50
Boven- en
31700:35-0:50
onderwarmte
Boven- en
3170-1900:40-1:20
onderwarmte
Boven- en
3160-1800:40-1:20
onderwarmte
puddingvulling)
Pizza (met veel beleg)
2
Boven- en
1190-2101)0:30-1:00
onderwarmte
Pizza (dun)Boven- en
1230-2501)0:10-0:25
onderwarmte
Turks broodBoven- en
1250-2700:08-0:15
onderwarmte
Zwitsers fruitpuddinkjeBoven- en
1200-2200:35-0:50
onderwarmte
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeegHetelucht3150-1600:06-0:20
Koekjes van zandtaartdeegHetelucht1 / 3150-1600:06-0:20
SpritsHetelucht31400:20-0:30
SpritsHetelucht1 / 31400:25-0:40
SpritsBoven- en
3160
1)
0:20-0:30
onderwarmte
Koekjes van roerdeegHetelucht3150-1600:15-0:20
Koekjes van roerdeegHetelucht1 / 3150-1600:15-0:20
Schuimgebak, baiserHetelucht380-1002:00-2:30
BitterkoekjesHetelucht3100-1200:30-0:60
Met gist gebakken koekjesHetelucht3150-1600:20-0:40
Koekjes van bladerdeegHetelucht3170-1801)0:20-0:30
BroodjesHetelucht3160
BroodjesBoven- en
3180
1)
1)
0:20-0:35
0:20-0:35
onderwarmte
Kleine cakejes (20stuks/blik)Hetelucht3140
1)
0:20-0:30
22
Soort
gebak
Kleine cakejes (20stuks/blik)Hetelucht1 / 4140
Kleine cakejes (20stuks/blik)Boven- en
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Baktips
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
Ovenfunctie
onderwarmte
Inzet-
niveau
3170
Tempera-
tuur °C
1)
1)
Tijd
uur: min.
0:25-0:40
0:20-0:30
De onderkant van het
Verkeerde inschuifhoogteGebak lager inschuiven
gebak is te licht van
kleur
Het gebak zakt in
(wordt klef, papperig,
vochtig)
Te hoge baktemperatuurBaktemperatuur iets lager
instellen
Te korte baktijdBaktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden verkort door een hogere baktemperatuur
Te veel vocht in het deegGebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het
bijzonder bij het gebruik van
keukenmachines
Gebak is te droogTe lage baktemperatuurBaktemperatuur hoger in-
stellen
Te lange baktijdBaktijd verkorten
Gebak wordt ongelijkmatig bruin
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangege-
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Het deeg is ongelijkmatig ver-
deeld
Baktemperatuur lager instellen en baktijd verlengen
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Te lage temperatuurBaktemperatuur iets hoger
instellen
ven baktijd
23
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
GerechtOvenfunctie
Pastaschotel
Lasagne
Gegratineerde groente
Gegratineerd stokbrood
1)
1)
Zoete ovenschotels
Visschotels
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Infratherm1160-1700:15-0:30
Infratherm1160-1700:15-0:30
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
Inzet-
niveau
1180-2000:45-1:00
1180-2000:25-0:40
1180-2000:40-0:60
1180-2000:30-1:00
Gevulde groenteInfratherm1160-1700:30-1:00
1) Oven voorverwarmen
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
GerechtOvenfunctie
Diepvriespizza
Patates frites
(300-600 g)
Stokbrood
Vruchtentaart
1)
Boven- en
onderwarmte
Infratherm3200-22015-25 min.
Boven- en
onderwarmte
Boven- en
onderwarmte
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
Inzet-
niveau
3
3
3
Temperatuur
volgens aanwij-
zingen van de
volgens aanwij-
zingen van de
volgens aanwij-
zingen van de
Tempera-
°C
fabrikant
fabrikant
fabrikant
tuur
°C
volgens aanwij-
zingen van de
volgens aanwij-
zingen van de
volgens aanwij-
zingen van de
Tijd
uur: min.
Tijd
fabrikant
fabrikant
fabrikant
24
Braden
Ovenfunctie: Boven- en onderwarmte of Infratherm
Braadservies
• Om te braden is ieder hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
• Grote braadstukken kunt u direct in de braadslede braden of op
het rooster met hieronder de braadslede.
• Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel
te braden. Op deze manier blijft het vlees sappiger.
• Alle soorten vlees die een korstje moeten krijgen, kunt u in een
braadpan zonder deksel braden.
3Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
• Wij raden u aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
• Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen,
adviseren wij een beetje vloeistof in het braadservies te doen.
• Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) keren.
• Grote braadstukken en gevogelte gedurende de braadtijd meerdere
keren met braadvocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
• Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit,
om te profiteren van de restwarmte.