2Bfirst CADILLOCK User guide [nl]

Page 1
HET ORIGINEEL HET ORIGINEEL
De ultieme Diefstalbeveiliging
www.cadillock.com
2
smart
www.2besmart.com
b
Page 2
Installatiehandleiding en gebruiksinstructies
Page 3
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
2
LEEF DE ROOD GEACCENTUEERDE VEILIGHEIDSVOOR­SCHRIFTEN NA. DEZE DIENEN VOOR UW EIGEN VEILIGHEID.
Cadillock® is een product van 2besmart technologies gmbh
Gebruiksaanwijzing Cadillock
®
Versie 1.0
Copyright © 2007 van 2besmart technologies gmbh
Drukdatum mei 2007
Bij voertuigen die over een elektronische startblokkering be­schikken, kan dit na inbouw van de Cadillock in enkele zeld­zame gevallen leiden tot gegevensverlies of foutmeldingen in de foutgeheugens van het bedieningsapparaat. Dit heeft geen invloed op de veiligheid van het voertuig. Richt u bij alle vra­gen hierover tot: tech-nl@cadillock.com
Page 4
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
Geachte klant,
artelijk dank voor de aankoop van de Cadillock® en voor uw
H
vertrouwen in ons product.
Lees de voor u liggende bedrijfshandleiding zorgvuldig door, omdat deze belangrijke instructies zowel voor de montage als voor het ge­bruik bevat en vooral dient voor uw eigen bescherming.
Besteed in het bijzonder ook aandacht aan de toelichting op de bijgevoegde veiligheidsschroef en de bijgevoegde inbuss­leutel (installatiehandleiding stap 6) evenals de aanbeveling om u te registreren (Hoofdstuk E.).
INHOUD
A. Hoe werkt het 4 B. Installatiehandleiding 4 C. Gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening 10 D. Functietest van de Cadillock® 11 E. Aanwijzing voor de registratie/klantenkaart 13 F. De batterij van de afstandsbediening vervangen 13 G. Cadillock® verwijderen 14 H. Belangrijke adressen en telefoonnummers 15 I. Technische gegevens 16
Inhoud van de verpakking:
● Cadillock® adapter
● 2draadlozeafstandsbedieningen
● 1veiligheidsschroef
● 1veiligheidsinbussleutel
● 1klantenkaart
● 4waarschuwingsstickers
● Bevestigingsmateriaal
3
Page 5
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
4
A. Hoe werkt de Cadillock
®
D
e Cadillock® vormt een afspiegeling van de technologische door­braak op het terrein van de beveiliging tegen diefstal. Met dit door
een octrooi beschermd technische product wordt de beveiliging tegen
diefstalvanuwautoefciëntverbeterd.
Met zijn geoctrooieerde schakelinrichting onderbreekt de Cadillock® de voeding om het voertuig te starten als bescherming tegen diefs­tal. Opgeslagen gegevens zoals de ingestelde radiokanalen, de op­geslagen bestemmingen in uw navigatieapparaat enz. worden daarbij echter niet gewist.
In het elektrische systeem van de auto hoeft niet te worden ingegrepen en het is niet nodig extra kabels te installeren voor de Cadillock®.
De bediening van de Cadillock® is heel eenvoudig: om de beveili­ging tegen diefstal te activeren, drukt u gewoon op de toets op de afstandsbediening en om deze te deactiveren op de toets . Bij de activering klinkt een lange signaaltoon van 110 dB, bij de deactivering klinken twee korte signaaltonen.
B. Handleiding voor de installatie van de Cadillock
®
V
oor de juiste installatie moet de onderstaande handleiding precies wordengevolgd.Bekijkthiervoorookonzelmdiedeafzonderli-
jke installatiestappen nader toelicht, op www.cadillock.com.
Voor de installatie hebt u naast de bijgevoegde inbussleutel alleen een schroefsleutel van de grootte 10 nodig.
Als de motoraccu voorzien is van een deksel, opent u dit en volgt dan de aanwijzingen voor de installatie.
VEILIGHEIDSWENK:
Als er elektrische kabelverbindingen op de motoraccu zijn bevestigd, adviseren we de installatie van de Cadillock® door een vakwerkplaats te laten uitvoeren.
Page 6
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
Stap 1
Schakel de motor uit en open de motorkap (of een andere toegang tot de motoraccu). Zorg ervoor, dat de ontsteking is uitgescha­keld – andere accessoires, zoals een alarminstallatie, moeten eve­neens worden uitgeschakeld.
Stap 2
In principe kan de Cadillock® op of ook naast de motoraccu worden gemonteerd. U moet er hierbij op letten, dat op de voor montage van de Cadillock® gekozen plaats:
●delengtevandekabelvandeCadillock® voldoende is, om de
pluspool van de motoraccu te bereiken,
●depositievekabelvanhetvoertuigdepoolvandeCadillock® be-
reikt, en
●datdezwartenegatieveaansluitkabelvandeCadillock® de min-
pool van de motoraccu bereikt.
Stap 3
Nadat u de voor uw voertuig­model gunstigste montageplaats hebt vastgelegd, verwijdert u eerst de negatieve kabel van uw motoraccu. Dit dient voor uw ei­gen bescherming, zodat er bij de montage van de Cadillock vonkenregen ontstaat.
HOUD REKENING MET HET VOLGENDE:
Verwijdering van de negatieve kabel kan bij elektrische apparaten lei­den tot gegevensverlies (bijv. bij de radio, cd, elektrische stoelverstel­ling, boordcomputer enz.).
®
geen
5
Page 7
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
6
Reinig alleen de voor de montage van de Cadillock® uitgekozen op­pervlakken en bevestig de vier bijgevoegde dubbelzijdige plakbanden op de achterkant van de Cadillock®. Trek de bovenste laag van deze banden er nog niet af.
Verwijder de positieve kabel (rood, of met + gemarkeerd) van het voertuig van het aansluitpunt van de accu en bevestig deze aan de pool van de Cadillock®.
Leg de positieve kabel van de Cadillock® op de pluspool van de mo­toraccu en bevestig deze stevig met de veiligheidsschroef en de bijge­voegde inbussleutel. Haal de veiligheidsschroef goed aan.
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Page 8
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
VEILIGHEIDSWENK:
We adviseren, de veiligheidsschroef bij elke inspectie, maar ten minste 1-2 keer per jaar goed aan te halen, omdat de veiligheids­schroef in uitzonderlijke gevallen door sterkere trillingen los kan raken.
ATTENTIE:
De veiligheidsschroef vormt een belangrijk veiligheidsmerk van de
Cadillock®. Om te voorkomen, dat de Cadillock® bij een poging tot diefstal los gemonteerd kan worden, wordt de kabel van de Ca­dillock® met de bijgevoegde veiligheidsschroef bevestigd. Zonder
de bijgevoegde inbussleutel is de verwijdering van de Cadillock® nagenoeg onmogelijk. Zowel de veiligheidsschroef als de inbussleu­tel worden in verschillende versies uitsluitend voor de Cadillock® vervaardigd. Bewaar de inbussleutel daarom altijd op een veilige plaats.
Als u zich met uw voertuig vaak buiten uw huidige woonplaats be­vindt, adviseren we u de inbussleutel in uw bagage mee te nemen, om de Cadillock® in geval van een technische storing aan uw mo­toraccu te kunnen verwijderen.
In geval van verlies van de inbussleutel hebt u de mogelijkheid een vervangend exemplaar te bestellen. Bestudeer daarvoor de aanwi­jzing voor de registratie.
7
Page 9
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
8
Leg de in de eerste stap verwi­jderde negatieve aansluitkabel van de motoraccu nu weer op de minpool, leg de zwarte negatieve aardingskabel van de Cadillock®, zoals afgebeeld, tussen de schro­efverbinding en zet de negatieve aansluitkabel daarna weer goed vast.
Trek de bovenste laag van de in het begin opgeplakte dub­belzijdige plakbanden af, om de kleefoppervlakken bloot te leggen. Plak dan de Cadillock® op het tevoren schoongemaakte opperv­lak (van de motoraccu) waardoor deze stevig vastzit.
Bevestig vervolgens de zoemer. Trek hiervoor de bovenste laag van het op de onderkant van de zoemer aangebrachte plakband af en bevestig de zoemer op een geschikte plaats.
Stap 7
Stap 8
Stap 9
Page 10
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
Stap 10
De Cadillock® is schokbestendig en met de dubbelzijdige plak­banden in de regel voldoende goed bevestigd. U hebt boven­dien echter de mogelijkheid, de bijgevoegde kabelbinder om de
Cadillock® en de motoraccu of
om een andere bevestigingsmo­gelijkheid op de betreffende posi­tie die u voor de Cadillock® hebt uitgekozen, te wikkelen en vast te zetten.
De montage van de Cadillock® is hiermee afgerond. Sluit nu de mo­torkap, voordat u de werking van de Cadillock® controleert.
ATTENTIE:
De Cadillock® is uitgerust met een zoemer, die de activering en de­activering van de Cadillock® met een akoestisch signaal aangeeft. Dit akoestische signaal heeft een hoge geluidsterkte van 110 dB, om ook in een lawaaierige omgeving de activering of deactivering aan u kenbaar te maken. De geluidsterkte wordt door de gesloten motorkap sterk getemperd. Bij open motorkap kan dit echter tot een onaangen­ame geluidsbelasting leiden.
AANBEVELING:
We adviseren al onze klanten, de afstandsbediening van de Cadillock® niet bij de sleutel van het voertuig te bewaren, maar afzonderlijk (bi­jvoorbeeld aan een andere sleutelbos) te bevestigen. Dit dient tot uw bescherming, omdat erg veel autodiefstallen plaatsvinden met gesto­len autosleutels.
9
Page 11
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
10
C. Gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening
De Cadillock® activeren
1.
Als uw voertuig niet over een alarminstallatie of centrale verg­rendeling beschikt, drukt u op de toets van de afstandsbedie-
ning, om de diefstalbeveiligingsfunctie te activeren.
2.
Als uw auto al over een via de afstandsbediening te bedienen
diefstalalarm of over een centrale vergrendeling beschikt, moe­ten eerst deze functies in bedrijf worden genomen. Druk daarna op de toets van de afstandsbediening van de Cadillock®, om de diefstal­beveiligingsfunctie te activeren.
3.
Als er op de toets wordt gedrukt, klinkt er een lang akoestisch
signaal van 110 dB en gaat de rode led-indicatordiode op de afstandsbediening branden, om aan te geven, dat de overdracht van het signaal heeft plaatsgevonden.
De Cadillock® deactiveren
1.
Als uw auto niet over een al geïnstalleerde autoalarminstallatie of
centrale vergrendeling beschikt, drukt u op de afstandsbediening op de toets , om de diefstalbeveiligingsfunctie te deactiveren.
2.
Als uw voertuig over een al aanwezige alarminstallatie of over
een centrale vergrendeling beschikt, drukt u eerst op de toets
van de afstandsbediening van de Cadillock®, om de diefstalbe­veiligingsfunctie te deactiveren. Daarna deactiveert u de aanwezige alarminstallatie of opent u de deuren met de centrale vergrendeling.
3.
Als u op de toets drukt, klinken er twee korte akoestische
signalen van 110 dB en gaat de rode led-indicatordiode van de afstandsbediening van de Cadillock® branden, om aan te geven, dat de overdracht van het signaal heeft plaatsgevonden.
Page 12
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
D. Functietest van de diefstalbeveiligingsfunctie
Controleer de diefstalbeveiligingsfunctie van de Cadillock® met be­hulp van de centrale vergrendeling, de boordcomputer, de radio en de weergegeven kloktijd.
Stap 1
Noteer de instellingen van de boordcomputer, de opgeslagen radi­ostations en de in het voertuig aangegeven kloktijd, voordat u de volgende stappen uitvoert.
Stap 2
Als uw voertuig over een centrale vergrendeling beschikt, sluit u daar­mee de deuren.
Stap 3
Druk op de toets op de afstandsbediening van de Cadillock®.
Stap 4
Probeer nu de centrale vergrendeling te openen. Als de centrale ver­grendeling niet kan worden geopend, is de diefstalbeveiligingsfunctie van de Cadillock® geactiveerd, omdat de Cadillock® de accustroom al heeft onderbroken om diefstal met inbraak te voorkomen.
Als uw voertuig niet over een centrale vergrendeling beschikt, contro­leert u de goede functionering van de Cadillock® door te proberen, het voertuig te starten. Als dit niet functioneert, is de diefstalbeveili­gingsfunctie van de Cadillock® geactiveerd.
11
Page 13
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
12
ATTENTIE:
Probeer uw auto uitsluitend in dit ene geval te starten, om de goede functionering van de Cadillock® te controleren. In andere gevallen adviseren we deze procedure niet, omdat deze kan leiden tot gege­vensverlies in uw boordcomputer.
Druk op de toets op de afstandsbediening van uw Cadillock®, om de diefstalbeveiligingsfunctie weer uit te schakelen.
Open de centrale vergrendeling.
Controleer nu nog eens de vooraf genoteerde instellingen van de boordcomputer, de opgeslagen radiostations evenals de kloktijd in uw voertuig. Als de instellingen van de boordcomputer en de radiostations met de genoteerde instellingen overeenstemmen en de betreffende doorlopende kloktijd correct wordt aangegeven (en dus geen onder­breking wordt vastgesteld), functioneert de Cadillock® correct.
Nadat u de functietest van de Cadillock® met succes hebt afgeslo­ten, is de Cadillock® nu klaar om uw voertuig te beschermen tegen diefstal met inbraak.
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Page 14
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
E. Aanwijzing voor de registratie
ATTENTIE:
In de verpakking zit uw klantenkaart. Op deze kaart is het apparaat­nummer van uw Cadillock® genoteerd. in geval van verlies van een afstandsbediening of uw inbussleutel kunt u met behulp van het ap­paraatnummer een vervangend exemplaar bestellen. Hiervoor is het echter nodig, dat u binnen 1 week na de aankoopdatum uw klant­gegevens op de website www.cadillock.com registreert. Bewaar uw klantenkaart zorgvuldig.
F. De batterij in de afstandsbediening vervangen
Stap 1
Open hiervoor de 3 schroe­ven op de achterkant van de afstandsbediening en verwij­der het ruggedeelte van de af­standsbediening.
Stap 2
Vervang vervolgens de batterij. U hebt een batterij van het type alkaline AAA LR03 nodig.
Stap 3
Bevestig ten slotte het ruggedeelte van de afstandsbediening weer met de 3 schroeven.
13
Page 15
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
14
Bevestig ten slotte de negatieve kabel van uw voertuig weer aan de minpool van de motoraccu.
De Cadillock® is nu verwijderd. Bewaar het hoofdapparaat, de vei­ligheidsschroef, de inbussleutel, de afstandsbedieningen en uw klan­tenkaart bij elkaar.
Stap 5
Stap 1
Stap 2
Verwijder vervolgens de rode positieve kabel van de Cadillock® met de bijgevoegde inbussleutel van de pluspool van de accu.
Stap 3
Verwijder dan de positieve accukabel van het voertuig van de pool van de Cadillock®.
Stap 4
Sluit de positieve accukabel van het voertuig dan weer aan op de pluspool van de motoraccu.
G. De Cadillock® verwijderen
Verwijder eerst de negatieve kabel van het voertuig van de minpool en maak de negatieve aansluitkabel van de Cadillock® los van de schroefverbinding.
Page 16
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
24 maanden garantie
e garantie van de Cadillock® geldt gedurende 24 maanden va-
D
naf de aankoopdatum tegen defecten of functiestoringen. De garantie dekt echter geen functiestoringen tengevolge van schades door een ongeval, verkeerd gebruik of een schade, die veroorzaakt werd doordat de installatiehandleiding niet werd nageleefd. Door de
Cadillock® te openen, vervalt de garantie.
Cadillock® is een product van 2besmart technologies gmbh
2besmart technologies gmbh
2
smart
Tel. +49 – 78 51 – 8 99 99 – 0 Fax +49 – 78 51 – 8 99 99 – 29 info@2besmart.com www.2besmart.com
Am Alten Bahnhof 4
b
D-77694 Kehl
Voor technische vragen:
tech-nl@cadillock.com
Voor vragen over de registratie:
reg-nl@cadillock.com
Voor kritiek over het product, de bedrijfshandleiding of de service:
ceo-nl@cadillock.com
Voor overige vragen en opmerkingen:
info-nl@cadillock.com
15
Page 17
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
16
I. Technische gegeven
Behuizing:
Batterijhouder:
Rode kabel:
Batterijaansluiting:
Afdekking batteri­jaansluiting:
Impulsrelais:
Afstandsbediening
Hoofdapparaat
•ThermoplastischspuitgegotenABS+
PC V0, vuurvast (door de UL goedge keurd materiaal), en recyclemateriaal
•L:136mmxB:86mmxH:40mm
•Messingmetgoudlaag;
•Diktevandegoudlaag:0,04μm
4AWG;max.temperatuur105°C
•Messingmetgoudlaag;
•Diktevandegoudlaag:0,04μm
•Trekvastheid:100kg/cm
•Geoctrooieerdeuitvoering
Materiaal: PC, vuurvast (door de UL goedgekeurd materiaal)
Max. afschakelvermogen: 20.000 VA (DC)
Overgangsweerstand:<=2mΩ
Bedrijfslevensduur: 1 miljoen maal
2 kanalen , SAW, wisselcodesysteem (meer dan 2 miljoen)
Hoorbaar alarmniveau: 110 dB
•Nylonkabelbinder:1st.–L:914mm
x B: 4,8 mm
•Dubbelzijdigplakband:4plakbanden
(nr. Y-4229P, acrylschuimplakband)
•Inbussleutel:Gereedschapvoorde
veiligheidsschroef op de batterijaans luiting
Accessoires
Zoemer
Loading...