Bij voertuigen die over een elektronische startblokkering beschikken, kan dit na inbouw van de Cadillock in enkele zeldzame gevallen leiden tot gegevensverlies of foutmeldingen in
de foutgeheugens van het bedieningsapparaat. Dit heeft geen
invloed op de veiligheid van het voertuig. Richt u bij alle vragen hierover tot: tech-nl@cadillock.com
Page 4
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
Geachte klant,
artelijk dank voor de aankoop van de Cadillock® en voor uw
H
vertrouwen in ons product.
Lees de voor u liggende bedrijfshandleiding zorgvuldig door, omdat
deze belangrijke instructies zowel voor de montage als voor het gebruik bevat en vooral dient voor uw eigen bescherming.
Besteed in het bijzonder ook aandacht aan de toelichting op
de bijgevoegde veiligheidsschroef en de bijgevoegde inbussleutel (installatiehandleiding stap 6) evenals de aanbeveling
om u te registreren (Hoofdstuk E.).
INHOUD
A. Hoe werkt het 4
B. Installatiehandleiding 4
C. Gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening 10
D. Functietest van de Cadillock® 11
E. Aanwijzing voor de registratie/klantenkaart 13
F. De batterij van de afstandsbediening vervangen 13
G. Cadillock® verwijderen 14
H. Belangrijke adressen en telefoonnummers 15
I. Technische gegevens 16
Inhoud van de verpakking:
●Cadillock® adapter
●2draadlozeafstandsbedieningen
●1veiligheidsschroef
●1veiligheidsinbussleutel
●1klantenkaart
●4waarschuwingsstickers
●Bevestigingsmateriaal
3
Page 5
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
4
A. Hoe werkt de Cadillock
®
D
e Cadillock® vormt een afspiegeling van de technologische doorbraak op het terrein van de beveiliging tegen diefstal. Met dit door
een octrooi beschermd technische product wordt de beveiliging tegen
diefstalvanuwautoefciëntverbeterd.
Met zijn geoctrooieerde schakelinrichting onderbreekt de Cadillock®
de voeding om het voertuig te starten als bescherming tegen diefstal. Opgeslagen gegevens zoals de ingestelde radiokanalen, de opgeslagen bestemmingen in uw navigatieapparaat enz. worden daarbij
echter niet gewist.
In het elektrische systeem van de auto hoeft niet te worden ingegrepen
en het is niet nodig extra kabels te installeren voor de Cadillock®.
De bediening van de Cadillock® is heel eenvoudig: om de beveiliging tegen diefstal te activeren, drukt u gewoon op de toets op de
afstandsbediening en om deze te deactiveren op de toets . Bij de
activering klinkt een lange signaaltoon van 110 dB, bij de deactivering
klinken twee korte signaaltonen.
B. Handleiding voor de installatie van de Cadillock
®
V
oor de juiste installatie moet de onderstaande handleiding precies
wordengevolgd.Bekijkthiervoorookonzelmdiedeafzonderli-
jke installatiestappen nader toelicht, op www.cadillock.com.
Voor de installatie hebt u naast de bijgevoegde inbussleutel alleen een
schroefsleutel van de grootte 10 nodig.
Als de motoraccu voorzien is van een deksel, opent u dit en volgt dan
de aanwijzingen voor de installatie.
VEILIGHEIDSWENK:
Als er elektrische kabelverbindingen op de motoraccu zijn bevestigd, adviseren
we de installatie van de Cadillock® door een vakwerkplaats te laten uitvoeren.
Page 6
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
Stap 1
Schakel de motor uit en open de
motorkap (of een andere toegang
tot de motoraccu). Zorg ervoor,
dat de ontsteking is uitgeschakeld – andere accessoires, zoals
een alarminstallatie, moeten eveneens worden uitgeschakeld.
Stap 2
In principe kan de Cadillock® op of ook naast de motoraccu worden
gemonteerd. U moet er hierbij op letten, dat op de voor montage van
de Cadillock® gekozen plaats:
●delengtevandekabelvandeCadillock® voldoende is, om de
●datdezwartenegatieveaansluitkabelvandeCadillock® de min-
pool van de motoraccu bereikt.
Stap 3
Nadat u de voor uw voertuigmodel gunstigste montageplaats
hebt vastgelegd, verwijdert u
eerst de negatieve kabel van uw
motoraccu. Dit dient voor uw eigen bescherming, zodat er bij de
montage van de Cadillock
vonkenregen ontstaat.
HOUD REKENING MET HET VOLGENDE:
Verwijdering van de negatieve kabel kan bij elektrische apparaten leiden tot gegevensverlies (bijv. bij de radio, cd, elektrische stoelverstelling, boordcomputer enz.).
®
geen
5
Page 7
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
6
Reinig alleen de voor de montage van de Cadillock® uitgekozen oppervlakken en bevestig de vier bijgevoegde dubbelzijdige plakbanden
op de achterkant van de Cadillock®. Trek de bovenste laag van deze
banden er nog niet af.
Verwijder de positieve kabel (rood, of met + gemarkeerd) van het
voertuig van het aansluitpunt van de accu en bevestig deze aan de
pool van de Cadillock®.
Leg de positieve kabel van de Cadillock® op de pluspool van de motoraccu en bevestig deze stevig met de veiligheidsschroef en de bijgevoegde inbussleutel. Haal de veiligheidsschroef goed aan.
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Page 8
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
VEILIGHEIDSWENK:
We adviseren, de veiligheidsschroef bij elke inspectie, maar ten
minste 1-2 keer per jaar goed aan te halen, omdat de veiligheidsschroef in uitzonderlijke gevallen door sterkere trillingen los kan
raken.
ATTENTIE:
De veiligheidsschroef vormt een belangrijk veiligheidsmerk van de
Cadillock®. Om te voorkomen, dat de Cadillock® bij een poging
tot diefstal los gemonteerd kan worden, wordt de kabel van de Cadillock® met de bijgevoegde veiligheidsschroef bevestigd. Zonder
de bijgevoegde inbussleutel is de verwijdering van de Cadillock®
nagenoeg onmogelijk. Zowel de veiligheidsschroef als de inbussleutel worden in verschillende versies uitsluitend voor de Cadillock®
vervaardigd. Bewaar de inbussleutel daarom altijd op een veilige
plaats.
Als u zich met uw voertuig vaak buiten uw huidige woonplaats bevindt, adviseren we u de inbussleutel in uw bagage mee te nemen,
om de Cadillock® in geval van een technische storing aan uw motoraccu te kunnen verwijderen.
In geval van verlies van de inbussleutel hebt u de mogelijkheid een
vervangend exemplaar te bestellen. Bestudeer daarvoor de aanwijzing voor de registratie.
7
Page 9
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
8
Leg de in de eerste stap verwijderde negatieve aansluitkabel
van de motoraccu nu weer op de
minpool, leg de zwarte negatieve
aardingskabel van de Cadillock®,
zoals afgebeeld, tussen de schroefverbinding en zet de negatieve
aansluitkabel daarna weer goed
vast.
Trek de bovenste laag van de
in het begin opgeplakte dubbelzijdige plakbanden af, om
de kleefoppervlakken bloot te
leggen.
Plak dan de Cadillock® op het
tevoren schoongemaakte oppervlak (van de motoraccu) waardoor
deze stevig vastzit.
Bevestig vervolgens de zoemer.
Trek hiervoor de bovenste laag
van het op de onderkant van de
zoemer aangebrachte plakband
af en bevestig de zoemer op een
geschikte plaats.
Stap 7
Stap 8
Stap 9
Page 10
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
Stap 10
De Cadillock® is schokbestendig
en met de dubbelzijdige plakbanden in de regel voldoende
goed bevestigd. U hebt bovendien echter de mogelijkheid, de
bijgevoegde kabelbinder om de
Cadillock® en de motoraccu of
om een andere bevestigingsmogelijkheid op de betreffende positie die u voor de Cadillock® hebt
uitgekozen, te wikkelen en vast
te zetten.
De montage van de Cadillock® is hiermee afgerond. Sluit nu de motorkap, voordat u de werking van de Cadillock® controleert.
ATTENTIE:
De Cadillock® is uitgerust met een zoemer, die de activering en deactivering van de Cadillock® met een akoestisch signaal aangeeft.
Dit akoestische signaal heeft een hoge geluidsterkte van 110 dB, om
ook in een lawaaierige omgeving de activering of deactivering aan u
kenbaar te maken. De geluidsterkte wordt door de gesloten motorkap
sterk getemperd. Bij open motorkap kan dit echter tot een onaangename geluidsbelasting leiden.
AANBEVELING:
We adviseren al onze klanten, de afstandsbediening van de Cadillock®
niet bij de sleutel van het voertuig te bewaren, maar afzonderlijk (bijvoorbeeld aan een andere sleutelbos) te bevestigen. Dit dient tot uw
bescherming, omdat erg veel autodiefstallen plaatsvinden met gestolen autosleutels.
9
Page 11
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
10
C. Gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening
De Cadillock® activeren
1.
Als uw voertuig niet over een alarminstallatie of centrale vergrendeling beschikt, drukt u op de toets van de afstandsbedie-
ning, om de diefstalbeveiligingsfunctie te activeren.
2.
Als uw auto al over een via de afstandsbediening te bedienen
diefstalalarm of over een centrale vergrendeling beschikt, moeten eerst deze functies in bedrijf worden genomen. Druk daarna op de
toets van de afstandsbediening van de Cadillock®, om de diefstalbeveiligingsfunctie te activeren.
3.
Als er op de toets wordt gedrukt, klinkt er een lang akoestisch
signaal van 110 dB en gaat de rode led-indicatordiode op de
afstandsbediening branden, om aan te geven, dat de overdracht van
het signaal heeft plaatsgevonden.
De Cadillock® deactiveren
1.
Als uw auto niet over een al geïnstalleerde autoalarminstallatie of
centrale vergrendeling beschikt, drukt u op de afstandsbediening
op de toets , om de diefstalbeveiligingsfunctie te deactiveren.
2.
Als uw voertuig over een al aanwezige alarminstallatie of over
een centrale vergrendeling beschikt, drukt u eerst op de toets
van de afstandsbediening van de Cadillock®, om de diefstalbeveiligingsfunctie te deactiveren. Daarna deactiveert u de aanwezige
alarminstallatie of opent u de deuren met de centrale vergrendeling.
3.
Als u op de toets drukt, klinken er twee korte akoestische
signalen van 110 dB en gaat de rode led-indicatordiode van de
afstandsbediening van de Cadillock® branden, om aan te geven, dat
de overdracht van het signaal heeft plaatsgevonden.
Page 12
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
D. Functietest van de diefstalbeveiligingsfunctie
Controleer de diefstalbeveiligingsfunctie van de Cadillock® met behulp van de centrale vergrendeling, de boordcomputer, de radio en de
weergegeven kloktijd.
Stap 1
Noteer de instellingen van de boordcomputer, de opgeslagen radiostations en de in het voertuig aangegeven kloktijd, voordat u de
volgende stappen uitvoert.
Stap 2
Als uw voertuig over een centrale vergrendeling beschikt, sluit u daarmee de deuren.
Stap 3
Druk op de toets op de afstandsbediening van de Cadillock®.
Stap 4
Probeer nu de centrale vergrendeling te openen. Als de centrale vergrendeling niet kan worden geopend, is de diefstalbeveiligingsfunctie
van de Cadillock® geactiveerd, omdat de Cadillock® de accustroom
al heeft onderbroken om diefstal met inbraak te voorkomen.
Als uw voertuig niet over een centrale vergrendeling beschikt, controleert u de goede functionering van de Cadillock® door te proberen,
het voertuig te starten. Als dit niet functioneert, is de diefstalbeveiligingsfunctie van de Cadillock® geactiveerd.
11
Page 13
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
12
ATTENTIE:
Probeer uw auto uitsluitend in dit ene geval te starten, om de goede
functionering van de Cadillock® te controleren. In andere gevallen
adviseren we deze procedure niet, omdat deze kan leiden tot gegevensverlies in uw boordcomputer.
Druk op de toets op de afstandsbediening van uw Cadillock®, om
de diefstalbeveiligingsfunctie weer uit te schakelen.
Open de centrale vergrendeling.
Controleer nu nog eens de vooraf genoteerde instellingen van de
boordcomputer, de opgeslagen radiostations evenals de kloktijd in uw
voertuig. Als de instellingen van de boordcomputer en de radiostations
met de genoteerde instellingen overeenstemmen en de betreffende
doorlopende kloktijd correct wordt aangegeven (en dus geen onderbreking wordt vastgesteld), functioneert de Cadillock® correct.
Nadat u de functietest van de Cadillock® met succes hebt afgesloten, is de Cadillock® nu klaar om uw voertuig te beschermen tegen
diefstal met inbraak.
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Page 14
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
E. Aanwijzing voor de registratie
ATTENTIE:
In de verpakking zit uw klantenkaart. Op deze kaart is het apparaatnummer van uw Cadillock® genoteerd. in geval van verlies van een
afstandsbediening of uw inbussleutel kunt u met behulp van het apparaatnummer een vervangend exemplaar bestellen. Hiervoor is het
echter nodig, dat u binnen 1 week na de aankoopdatum uw klantgegevens op de website www.cadillock.com registreert. Bewaar uw
klantenkaart zorgvuldig.
F. De batterij in de afstandsbediening vervangen
Stap 1
Open hiervoor de 3 schroeven op de achterkant van de
afstandsbediening en verwijder het ruggedeelte van de afstandsbediening.
Stap 2
Vervang vervolgens de batterij.
U hebt een batterij van het type
alkaline AAA LR03 nodig.
Stap 3
Bevestig ten slotte het ruggedeelte van de afstandsbediening weer
met de 3 schroeven.
13
Page 15
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
14
Bevestig ten slotte de negatieve kabel van uw voertuig weer aan de
minpool van de motoraccu.
De Cadillock® is nu verwijderd. Bewaar het hoofdapparaat, de veiligheidsschroef, de inbussleutel, de afstandsbedieningen en uw klantenkaart bij elkaar.
Stap 5
Stap 1
Stap 2
Verwijder vervolgens de rode positieve kabel van de Cadillock® met
de bijgevoegde inbussleutel van de pluspool van de accu.
Stap 3
Verwijder dan de positieve accukabel van het voertuig van de pool van
de Cadillock®.
Stap 4
Sluit de positieve accukabel van het voertuig dan weer aan op de
pluspool van de motoraccu.
G. De Cadillock® verwijderen
Verwijder eerst de negatieve kabel van het voertuig van de minpool
en maak de negatieve aansluitkabel van de Cadillock® los van de
schroefverbinding.
Page 16
DE ULTIEME DIEFSTALBEVEILIGING
24 maanden garantie
e garantie van de Cadillock® geldt gedurende 24 maanden va-
D
naf de aankoopdatum tegen defecten of functiestoringen. De
garantie dekt echter geen functiestoringen tengevolge van schades
door een ongeval, verkeerd gebruik of een schade, die veroorzaakt
werd doordat de installatiehandleiding niet werd nageleefd. Door de
Cadillock® te openen, vervalt de garantie.
Cadillock® is een product van 2besmart technologies gmbh