Zanussi ZWD8169NW User manual

GETTING STARTED?
EASY.
User Manual
ZWD 8169 NW
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN

WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd wasmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

ALGEMENE VEILIGHEID

De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
2
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
Keukenruimten van personeel in winkels, kantoren en andere
werkruimten;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een vrijstaand
product of onder het aanrecht als daar genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare deur, een
schuifdeur of een deur met een scharnier aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker na installatie toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar het
apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal dat wordt
gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
3
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich rondom het
apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige of
minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine, vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/ droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te worden gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items vervuild
zijn met industriële chemische reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim), douchemutsjes,
waterdichte kleding, artikelen met een rubberen binnenkant en kleding of kussens met een vulling van schuimrubber dienen niet in de was/droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te worden
gebruikt zoals aangegeven in de instructies van de fabrikant van het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een ontstekingsbron
kunnen zijn zoals aanstekers of lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde van een
droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus vindt
plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
4
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

INSTALLATIE

De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden. Houd het apparaat tijdens het verplaatsen altijd
• verticaal.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes hier dan op af.

AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET

WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen meerwegstekkers en
• verlengsnoeren.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
Alleen het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Het apparaat is voorzien van een 13 ampère stekker. Als de zekering van de stekker vervangen moet worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering van 13-ampère worden gebruikt.
• Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.

WATERAANSLUITING

• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
• zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.

GEBRUIK

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak tijdens de werking van een programma de glazen deur niet aan. Het glas kan heet worden.
Droog geen beschadigde (gescheurde, gerafelde) kleding met vulling of voering.
• Indien wasgoed is gewassen met een vlekkenverwijderaar, dient er een extra spoelcyclus te worden uitgevoerd voordat u gaat drogen.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd.
• Droog uitsluitend textiel dat in de wasdroogcombinatie mag worden gedroogd. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding.
5
• Voorwerpen van kunststof die niet
1 2 3
5
6
7
4
hittebestendig zijn.
– Indien een wasbol wordt gebruikt, dient u
deze voor het starten van het droogprogramma te verwijderen.
Gebruik geen wasbol wanneer u een non­stopprogramma instelt.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Droog geen druipnatte kledingstukken in het apparaat.

SERVICEDIENST

Neem contact op met een erkende
• servicedienst voor reparatie van het apparaat.

BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

APPARAATOVERZICHT

• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

VERWIJDERING

• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
• gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Filter afvoerpomp
6
Voetjes voor het waterpas zetten van het
7
apparaat

MONTAGE OP ZWEVENDE VLOEREN

Zwevende houten vloeren zijn in het bijzonder vatbaar voor trillingen.
Om trillingen te voorkomen raden we aan een waterbestendig houten paneel van minstens 15 mm dik onder het apparaat te plaatsen. Het dient aan minimaal 2 vloerliggers geschroefd te worden en moet verder reiken dan de voorste voeten.
Indien mogelijk moet het apparaat op een stabielere vloer worden geïnstalleerd.

SET BEVESTIGINGSPLAATJES (4055171146)

Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt.
6
Zet het apparaat goed vast met de bevestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint plaatst.
Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door.

DE KINDERBEVEILIGING INSCHAKELEN

Dit voorkomt dat kinderen of huisdieren in de trommel worden opgesloten.
Draai het draaigedeelte rechtsom totdat de groef horizontaal staat.
U kunt de deur niet sluiten.

BEDIENINGSPANEEL

1 2 3 4
91011
7
6
8
5

BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL

Programmaknop
1 2
Beperkt centrifugeren (Centrifugeren)
3
Temperatuur (Temperatuur) Scherm
4 5
Droogtijd (Droogtijd)
6
Voorwasfase (Voorwas)
Om de deur te sluiten draait u het draaigedeelte linksom totdat de groef weer verticaal staat.
7
Extra spoelgang (Extra spoelen)
8
Automatisch droogniveau (Droogtegraad)
9
Start/Pauze
10
Uitgestelde start
11
Tijdsbeparing
(Start/Pauze)
7

DISPLAY

A B
E DFG
C
Tijdsbereik
A
B
C
D
E
F
G
Controlelampjes programma­tijd
, ,
: Duur programma
: Geselecteerde droogtijd
: Startvertraging
: Alarmcodes
: Foutmelding
: Programma is voltooid.
: Controlelampje normale tijdsduur
: Controlelampje Snel
: Controlelampje Supersnel
Controlelampje uitgestelde start
Controlelampje kinderbeveiliging
Controlelampje deurvergrendeling
Controlelampjes droogheidsniveau
Controlelampje droogfase
Controlelampje wasfase
8

PROGRAMMA’S

PROGRAMMAOVERZICHT

Programma
Temperatuurbereik
Wasprogramma's
Katoen
90° - (koud)
Katoen Eco
1)
60°C - 40°C
Synthetica
60° - (koud)
2)
Wol
40° - (koud)
Fijne was
40° - (koud)
Mix 20°
20°C
Super ECO
Koud
Pompen
Centrifug.
Spoelen
8)
Wol Drogen
Synthetica Drogen
Maximale lading
Referentie centrifu-
geersnelheid
8 kg 1600 tpm
8 kg 1600 tpm
Wit en bont katoen. Normaal, zwaar of licht bevuild.
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling. Het energieverbruik daalt en de duur-
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
tijd van het wasprogramma neemt toe, waar­door goede wasresultaten worden gegaran­deerd.
3.5 kg 1200 tpm
1.5 kg 1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Norma­le vervuiling.
Machinewasbestendige wol, handwasbe­stendige wol en andere stoffen met «hand-
was»-symbool3).
3.5 kg 1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge­mengde stoffen hebben een milde was­beurt nodig. Normale vervuiling.
3 kg 1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, syntheti­sche en gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om goede
wasresultaten te krijgen4).
3 kg 1200 tpm
Gemengde was (katoenen en synthetische stoffen)5).
8 kg Om het water in de trommel af te voeren. Alle
stoffen.
6)
8 kg 1600 tpm
6)
8 kg 1600 tpm
7)
7)
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren en
het water uit de trommel te pompen. Om het wasgoed te spoelen en te centrifuge-
ren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhan­kelijk van het type wasgoed.
1 kg Droogprogramma voor wol.
2 kg Droogprogramma voor synthetische stoffen.
9
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Katoen Drogen
30'@30°
30°C
4 kg Droogprogramma voor katoenen items.
1.5 kg 800 tpm
Een korte cyclus voor synthetische en deli- cate stoffen met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij.
1) Katoen Eco-programma. Dit programma op 60 ºC met een lading van 8 kg is het referentieprogram­ma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het was­programma wordt verlengd.
2) Verzorging Woolmark-kleding. De wolwascyclus van deze machine is goedgekeurd door The Wool­mark Company voor het wassen van in de machine wasbare wolproducten op voorwaarde dat de produc­ten worden gewassen volgens de instructies op het kledinglabel en de instructies van de fabrikant van de­ze wasmachine. M1380 In het Verenigd Koninkrijk, Eire, Hongkong en India is het Woolmark-symbool een certificatiehandelsmerk.
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4) Het apparaat voert een korte verwarmingsfase uit als de watertemperatuur lager is dan 20°C. Het appa­raat toont de temperatuurinstelling als "Koud".
5) Dit programma is voor dagelijks gebruik en heeft het laagste energie- en waterverbruik voor goede was­prestaties.
6) De maximale lading heeft betrekking op katoenen wasgoed. Verminder de lading in overeenstemming met andere soorten wasgoed.
7) De maximale centrifugeersnelheid heeft betrekking op katoenen wasgoed. Kies de centrifugeersnelheid. Zorg ervoor dat deze overeenkomt met het wasgoed.
8) Verzorging Woolmark-kleding. De wolwascyclus van deze machine is goedgekeurd door The Wool­mark Company voor het wassen van in de machine wasbare wolproducten op voorwaarde dat de produc­ten worden gewassen volgens de instructies op het kledinglabel en de instructies van de fabrikant van de­ze wasmachine. M1381 In het Verenigd Koninkrijk, Eire, Hongkong en India is het Woolmark-symbool een certificatiehandelsmerk.
Compatibiliteit van programmaopties
10
Programma
1)
1)
Programma
2)
1) Alleen de optie SNEL is beschikbaar.
2) Alleen beschikbaar als de snelheid van de laatste centrifugeerstap lager is dan 800 tpm.

PROGRAMMA'S VOOR AUTOMATISCH DROGEN

Droogheidsniveau Soort stof Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Kastdroog
1)
Voor spullen die opgeruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
Synthetische en gemengde
tot 4 kg
tot 4 kg
tot 2 kg
stoffen
(truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen en bedde­ngoed)
Strijkdroog (Iron Dry) Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhem­den, etc.)
tot 4 kg
1) Aanwijzingen voor testinstituten Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121) door se­lectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Katoen Eco. De TWEEDE drooglading met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Katoen Eco.
11

PROGRAMMA'S VOOR TIJDDROGEN

Droogheidsniveau Soort stof
Extra droog
Artikelen van badstof
Kastdroog
Voor spullen die opge­ruimd worden
Kastdroog
Voor spullen die opge­ruimd worden
Strijkdroog (Iron Dry)
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden
Wol drogen Wol
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
Synthetische en gemengde stoffen
(truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen en bedde­ngoed)
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhem­den, etc.)
(wollen truien)

VERBRUIKSGEGEVENS

De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met relevante stan­daarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het ty­pe wasgoed en de omgevingstemperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toevoerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
Lading
(kg)
Centrifu-
gesnelheid
(tpm)
4 1600 165 - 180 2 1600 90 - 100 1 1600 60 - 70 4 1600 155 - 170 2 1600 80 - 90 1 1600 50 - 60 2 1200 90 - 105 1 1200 40 - 50
4 1600 110 - 125 2 1600 65 - 75 1 1600 40 - 50 1 1200 80 - 100
Voorgestelde
duur (min)
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laad­capaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. ka­toen 60°C, maximale laadcapaciteit 8 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werkelij­ke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur). Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
12
Programma’s
Katoen 60°C 8 1.35 67 175 Katoen Eco
Katoen ECO programma 60
1)
°C Katoen 40 °C 8 0.85 67 170 Synthetische was 40°C 3.5 0.40 48 115 Fijne was 40°C 3.5 0.50 55 80 Wol/handwas 30°C 1.5 0.25 45 60
1) “Katoen ECO programma” 60 °C met een belading van 8kg is het referentieprogramma voor de gege­vens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 96/60/EEG.
Lading
Energiever-
(kg)
bruik (kWh)
8 1.08 63 241
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde program-
maduur (minuten)

OPTIES

TEMPERATUUR

Kies deze optie als u de standaardtemperatuur wilt wijzigen.
Indicatie Het display toont de geselecteerde temperatuur.

CENTRIFUGEREN

Met deze optie kunt u de standaard centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat branden.
= koud water.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit te schakelen. Alleen de afvoerfase is beschikbaar. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
• De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's.
Spoelstop
• Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er water in de trommel.
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'.

DROOGTIJD

Met deze optie kunt u de tijd instellen voor de stoffen die u moet drogen. De ingestelde waarde wordt in het display weergegeven.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden voor de verschillende stofsoorten instellen.

DROOGTEGRAAD

Gebruik deze optie om automatisch het droogniveau van uw wasgoed in te stellen. Het symbool van het ingestelde niveau wordt op het display weergegeven.
Extra droog-niveau voor katoen
Kastdroog-niveau voor katoen en synthetica
Strijkdroog-niveau voor katoen

VOORWAS

Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde kleding.
13
Als u deze optie instelt neemt de programmaduur toe.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.

EXTRA SPOELEN

Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.

STARTUITSTEL

Met deze optie kunt u de start van een programma uitstellen van 30 minuten tot 20 uur.
Het display toont het bijbehorende controlelampje.

INSTELLINGEN

De machine start en de deur is vergrendeld. Na enkele minuten kan de deur worden geopend.

TIME SAVE

Druk op Time Save om de tijd van het programma te verlagen.
U kunt hier kiezen:
SUPERSNEL: om wasgoed met bijna geen
SNEL: om normaal vuil wasgoed te
wassen.
vuil snel te wassen.
Sommige programma's laten slechts een van deze opties toe.

KINDERSLOT

Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Voor het optie, drukt u tegelijkertijd op indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op en de programmaknop vergrendeld.
• Voordat u op heeft gedrukt: kan het apparaat niet starten.

PERMANENT EXTRA SPOELEN

Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen.
inschakelen/uitschakelen van deze
en tot het
heeft gedrukt: worden de opties

VOOR HET EERSTE GEBRUIK

Tijdens de installatie of voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u wat water in het apparaat waarnemen. Dit is restwater dat in het apparaat is achtergebleven nadat in de fabriek een volledige functietest werd uitgevoerd om te garanderen dat het apparaat in perfect functionerende staat aan de klant wordt geleverd en is geen reden voor ongerustheid.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat.

GELUIDSSIGNALEN

De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op
gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het wasmiddeldoseerbakje
voor de wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
en
14

DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN WASSEN

A
1
2
B
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

WASGOED IN DE MACHINE DOEN

Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de "Programmatabel".
4. Sluit de vuldeur.
LET OP! Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken.

WASMIDDELBAKJES

Wasmiddelbakje voor voorwas­fase
Wasmiddelbakje voor wasfase
Bakje voor vloeibare toevoegin­gen (wasverzachter, stijfsel).
Klep voor waspoeder of vloei­baar wasmiddel.

VLOEIBAAR WASMIDDEL OF WASPOEDER

1. Stand A voor waspoe­der (fabrieksinstelling).
2. Trek de wasmiddellade open.
3. Draai de klep omlaag.

VULLEN MET WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN

1. Meet het wasmiddel en de wasverzachter op.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
3. Sluit de wasmiddellade zorgvuldig.
vakken.
4. Stand B voor vloeibaar wasmiddel
15
5. Sluit het doseerbakje voor het wasmiddel.
Als u vloeibaar wasmiddel ge­bruikt:
• Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
Vul niet meer vloeistof bij dan tot het maximumniveau.
• Stel de voorwasfase niet in.
• Stel de uitgestelde start niet in.

EEN PROGRAMMA KIEZEN

1. Draai aan de programmaknop om de machine
aan te zetten en kies het gewenste programma:
• Het controlelampje
• Het display toont het niveau van de tijdmanager, de duur van het programma en de controlelampjes voor de fasen van het programma.
2. Wijzig indien nodig de temperatuur en het centrifugetoerental of selecteer extra opties die beschikbaar zijn. Als u een optie activeert, gaat het controlelampje van de geselecteerde optie branden.
Als u iets verkeerd hebt ingesteld, toont het display het bericht .

EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN UITGESTELDE START

Druk op
.
• Het indicatielampje knipperen en blijft branden.
Het indicatielampje
• knipperen. Het programma start, de deur is
• vergrendeld en het display toont de
weergave De afvoerpomp kan even werken als het
• apparaat gevuld wordt met water.
gaat knipperen.
stopt met
begint te
.
Na ongeveer 15 minuten na de start van het programma:
• Het apparaat past automatisch de programmaduur aan aan de wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe waarde.

EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN UITGESTELDE START

1. Druk nogmaals op
gewenste startuitstel verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden op het display.
2. Druk op :
• De machine begint de tijd af te tellen.
De deur wordt vergrendeld, het display toont de aanduiding
• Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van het startuitstel annuleren of wijzigen voordat u op
drukt. De uitgestelde start annuleren:
• Druk op om het apparaat op pauze te zetten.
• Druk op tot op het ' verschijnt.
• Druk weer op om het programma direct te starten.

EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE OPTIES WIJZIGEN

U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1. Druk op . Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk weer op .
Het wasprogramma gaat verder.

DRAAIEND PROGRAMMA ANNULEREN

1. Draai de programmaknop naar de stand om
het programma te annuleren en de machine uit te schakelen.
2. Draai nogmaals aan de programmaknop om de machine weer aan te zetten. Nu kunt u een nieuw wasprogramma kiezen.
tot op het display het
.
16
Voordat het nieuwe programma start, kan de machine mogelijk het water afvoeren. Controleer in dat geval of er nog wasmiddel in het wasmiddelbakje zit, zo niet vul het dan opnieuw.

DE DEUR OPENEN

LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn en de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen.
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van het apparaat vergrendeld en op het
display staat het symbool .
De deur van het apparaat openen wanneer het programma of het startuitstel in werking is:
1. Druk op
2. Wacht tot het indicatielampje van de
deurvergrendeling dooft.
3. Open de deur.
4. Sluit de deur en druk weer op de toets .
Het programma of het startuitstel blijft werken.

AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA

• Het apparaat stopt automatisch. Het signaal weerklinkt (als het geluidssignaal
• actief is).
In het display gaat het symbool Het lampje van
• Het deurvergrendelingssymbool
• U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Draai de waterkraan dicht.
• Draai de programmaknop op apparaat uit te schakelen. Laat de deur iets open staan om de vorming van
• schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
om het apparaat te pauzeren.
aan.
gaat uit.
gaat uit.
om het
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
Het deurvergrendelingssymbool Het indicatielampje knippert. De deur blijft
vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Druk op
en centrifugeert.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen.
3. Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.

STAND-BY

Enkele minuten na het einde van het wasprogramma wordt de energiezuinige modus geactiveerd, wanneer u het apparaat niet uitschakelt.
Hierdoor wordt het energieverbruik beperkt wanneer het apparaat in de standby-stand staat.
Alle indicatielampjes en de display gaan uit.
• Het indicatielampje van knippert langzaam
• Druk op een van de opties om de energiezuinige modus te deactiveren.
. Het apparaat voert het water af
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren (behalve bij het wolprogramma).
Als u een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt de energiebesparingsfunctie niet geactiveerd om u eraan te herinneren het water weg te pompen.
brandt.

DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie.

INSTELLING VOOR DROGEN

WAARSCHUWING! Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
17
1. Draai de programmaknop naar om de machine aan te zetten.
2. Laad het wasgoed één voor één.
3. Draai de programmakeuzeschakelaar naar het
programma dat geschikt is voor het wasgoed. Het display toont het droogcontrolelampje
.
Voor een goed droogresultaat mogen de in de gebruiksaanwijzing aanbevolen maximale droogbelastingen niet worden overschreden. Stel de centrifugeersnelheid niet lager in dan de automatische snelheid van het geselecteerde programma.

DROGEN OP AUTOMATISCHE NIVEAUS

Het wasgoed kan worden gedroogd op vooraf bepaalde droogniveaus:
1. Druk herhaaldelijk op tot het display een van volgende droogheidniveaus aangeeft:
: Aanduiding STRIJKDROOG-niveau voor katoen
: Aanduiding KASTDROOG-niveau voor katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-niveau voor katoen
Op het display verschijnt een tijdswaarde, berekend aan de hand van een standaard wasgoedlading. Als er meer of minder wasgoed in de trommel zit, past het apparaat de tijdswaarde tijdens de cyclus automatisch aan.
2. Druk op om het programma te starten. Op het display verschijnt de aanduiding voor
gesloten deur knipperen.
U kunt niet alle niveaus voor alle soorten wasgoed instellen.

INGESTELDE DROOGTIJD

Het wasgoed kan ook worden gedroogd met een handmatig instelde droogtijd:
1. Druk herhaaldelijk op om de tijdswaarde in te stellen (zie de tabel «Programma's voor tijdsingesteld drogen»).
. Het droogsymbool begint te
• Op het display verschijnt 10 minuten. Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd. De ingestelde waarde wordt in het display
• weergegeven: bijvoorbeeld .
• Na enkele seconden geeft het display een nieuwe tijdwaarde weer: . Het apparaat
berekent ook de duur van de anti­kreukbeveiliging en de koelfase.
2. Druk op om het programma te starten.
Op het display verschijnt regelmatig een nieuwe tijdwaarde.
Het droogsymbool
• Op het display verschijnt de aanduiding voor gesloten deur .
Als u een tijdswaarde van slechts 10 minuten instelt, voert het apparaat alleen een afkoelfase uit. Als het wasgoed niet droog genoeg is, stel opnieuw een korte droogtijd in.

EINDE VAN HET DROOGPROGRAMMA

De machine stopt vanzelf.
• De geluidssignalen worden geactiveerd (als ze actief zijn).
In het display verschijnt
• Het controlelampje gaat uit.
• De laatste minuten van de droogcyclus voert de machine een koel- en anti-kreukfase uit. De deur blijft vergrendeld.
Wanneer de deurvergrendeling in het display uitgaat, kunt u de deur openen.
1. Draai de programmaknop naar
machine uit te zetten.
Enkele minuten na afloop van het programma schakelt de energiebesparingsfunctie de machine automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit de machine.
Controleer of de trommel leeg is.
3. Laat de deur op een kier staan om schimmel en
geurtjes te voorkomen.
4. Draai de waterkraan dicht.
begint te knipperen.
.
om de
18

DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie.

PROGRAMMA ZONDER ONDERBREKING

1. Draai de programmaknop naar
machine aan te zetten.
2. Laad het wasgoed één voor één.
Voor een goed droogresultaat mogen de in de gebruiksaanwijzing aanbevolen maximale droogbelastingen niet worden overschreden. Stel de centrifugeersnelheid niet lager in dan de automatische snelheid van het geselecteerde programma.
3. Doe het wasmiddel en de toevoegingen in hun speciale bakjes.
4. Draai de programmakeuzeschakelaar naar het wasprogramma.
Het display toont de controlelampjes voor de verschillende wasfases .
5. Kies de beschikbare opties.

WASSEN & AUTOMATISCH DROGEN

1. Druk herhaaldelijk op tot het display een
van volgende droogheidniveaus aangeeft:
: Aanduiding STRIJKDROOG-niveau voor katoen
: Aanduiding KASTDROOG-niveau voor katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-niveau
voor katoen
Op het display verschijnt het indicatielampje . De tijdswaarde op het display is de duur van de was­en droogfasen, berekend aan de hand van een standaard wasgoedlading.
Voor een goede droging laat het apparaat u niet toe een lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de te wassen en drogen items.
2. Druk op om het programma te starten. In het display blijft de aanduiding van de ingestelde
droogheid aan.
om de
Het deurvergrendelingssymbool gaat aan. Op het display verschijnt regelmatig een nieuwe tijdwaarde.
De laatste minuten van de droogcyclus voert het apparaat een anti­kreukbeveiliging en de afkoelfasen uit.

WASSEN & TIJDDROGEN

Voor een goede droging laat het apparaat u niet toe een lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de te wassen en drogen items.
1. Druk op toets om de droogtijd in te stellen. Op het display verschijnt 10 minuten.
De indicatie verschijnt op het display. De ingestelde droogtijdwaarde wordt in het display
weergegeven: bijvoorbeeld . Na enkele seconden toont het display de definitieve
tijdwaarde , d.w.z. de totale duurtijd van de was- en droogcycli (wassen + drogen + anti-kreuk + koelfasen).
Als u pas na het wassen 10 minuten droogtijd instelt, berekent het apparaat ook de duurtijd van de anti­kreukbeveiliging- en koelfasen.
2. Druk op om het programma te starten.
In het display gaat het symbool blijft vergrendeld. Op het display verschijnt regelmatig een nieuwe tijdwaarde.

EINDE VAN HET PROGRAMMA

Het apparaat stopt automatisch. De geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
Voor meer informatie, raadpleeg "Aan het einde van het droogprogramma" van het vorige hoofdstuk.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
2. Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
3. Draai de waterkraan dicht.

PLUISJES OP KLEDING

Tijdens de was- en/of droogfase geven bepaalde soorten stoffen (spons, wol, sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens de volgende cyclus aan de stoffen kleven.
aan. De deur
19
Ter voorkoming van pluisjes in uw wasgoed, bevelen wij u het volgende aan:
• Was geen donkere stoffen na het wassen en drogen van lichte stoffen (nieuwe spons, wol en sweaterstof) en vice versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht drogen wanneer ze voor het eerst gewassen zijn.
• Maak het afvoerfilter schoon.
• Na de droogfase reinigt u de lege trommel, de pakking en de deur grondig met een natte doek.

HOE VERWIJDERT U PLUISJES VAN KLEDINGSTUKKEN?

Voor het verwijderen van pluisjes in de trommel, stelt u een speciaal programma in:

AANWIJZINGEN EN TIPS

1. Maak de trommel leeg.
2. Maak de trommel, pakking en deur grondig
schoon met een natte doek.
3. Stel het spoelprogramma in.
4. Druk om de reinigingsfunctie in te schakelen,
tegelijkertijd toets het display verschijnt.
5. Druk op om het programma te starten.
en in totdat CLE op
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL DOET

• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol. Volg de wasinstructies die u op de waslabels
• van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten.
• Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal wasmiddel.
• Zwaar bevuilde was met vlekken moet gewassen en voorbehandeld worden voordat het in de trommel wordt gedaan
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten.

HARDNEKKIGE VLEKKEN

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.

WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN

• Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten weefsels, –
waspoeder voor delicate stoffen (40 °C max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling.
• Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel).
20

MILIEUTIPS

• Stel een programma in zonder de voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed.
• Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt.
• Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid".

WATERHARDHEID

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

DE DROOGFASE VOORBEREIDEN

• Draai de waterkraan open. Controleer of de afvoerslang goed is
• aangesloten. Zie het hoofdstuk over de installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de maximale wasgoedlading bij droogprogramma's de droogprogrammatabel.

ITEMS DIE NIET GESCHIKT ZIJN VOOR DE DROGER

Stel voor dit wasgoed geen droogprogramma in:
• Synthetische gordijnen. Kledingstukken met metalen invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Anoraks.
• Slaapzakken.
• Stoffen met restjes haarspray, nagellakremover of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of met materialen die hierop lijken.

WASVOORSCHRIFTEN IN DE KLEDING

Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich houden aan de voorschriften van de fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
• droogtrommel
= Droogprogramma op hoge temperatuur
= Droogprogramma op lage temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor de droogtrommel.

DUUR VAN HET DROOGPROGRAMMA

De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
snelheid van de laatste keer centrifugeren
droogheidsniveau
• soort wasgoed
• het gewicht van het wasgoed

EXTRA DROGEN

Als het wasgoed aan het einde van het droogprogramma nog steeds vochtig is, stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING! Om kreuken en krimpen te voorkomen dient u het wasgoed niet te lang te drogen.

ALGEMENE TIPS

Raadpleeg de tabel "Droogprogramma's" om de gemiddelde droogtijden op te zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma dient u het wasgoed meteen uit de trommel te halen.

ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

BUITENKANT REINIGEN

Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
21
LET OP! Gebruik geen brandspiritus,
1
2
oplosmiddelen of chemische producten.

ONTKALKEN

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

ONDERHOUDSWASBEURT

Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.

WASMIDDELLADE REINIGEN

1 2 3 4

DEURRUBBER Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend

afvoersysteem, waardoor lichte pluizige vezels die
van de kleding afkomt met het water wordt afgevoerd. Hierdoor wordt het overbodig deze zone te betreden voor regelmatig onderhoud en reiniging.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant. Munten, knopen en andere kleine voorwerpen die in de zakken van uw kleding achtergebleven kunnen zijn, worden tijdens de wascyclus in de speciale dubbele opvanglip in de pakking van de deur gedeponeerd en kunnen na het einde van de cyclus hier makkelijk uit worden genomen.

AFVOERFILTER REINIGEN

WAARSCHUWING! Reinig het
afvoerfilter niet zolang het water in de machine heet is.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en zorg dat het schoon is.
22
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
1
180°
2
1
1
2
2
1
1
2
3
45°
20°
2
3
4
5 6

HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN

1 2 3

NOODAFVOER

Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van "Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afpompt met gebruikmaking van de noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van de wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af te pompen.

VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST

Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
7 8
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.
4
23

PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

INLEIDING

Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. Start het apparaat nogmaals door te drukken op toets Start/Pauze. Na 10 seconden wordt de deur ontgrendeld.
- Het apparaat pompt geen water weg.

MOGELIJKE STORINGEN

Probleem Mogelijke oplossing
• Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon­tact.
• Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt niet goed met water gevuld.
Het apparaat vult zich niet met water en pompt dit di­rect weg.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin­genkastje is.
• Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
• Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op het einde van de aftelprocedure.
• Schakel het kinderslot uit.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water­leidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het filter van het ventiel niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reini­ging'.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde is.
• Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterinlaatslangen in orde zijn.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
- De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de elektronische elementen van het apparaat. Schakel uit en terug aan. Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Als het alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een erkend servicecentrum.
WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
24
Probleem Mogelijke oplossing
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa-
Het water niet wordt afge­pompt uit de machine.
De centrifugeerfase werkt niet of de wascyclus duurt langer dan normaal.
Er is water op de vloer.
U kunt de klep van de ma­chine niet openen.
Het apparaat maakt een abnormaal geluid.
De cyclus is korter dan de weergegeven tijd.
De cyclus is langer dan de weergegeven tijd.
se instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft.
• Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
• Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
• Stel de centrifugeersnelheid in.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
• Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centri­fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door even­wichtsproblemen.
• Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af­gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid ge­bruikt.
• Controleer of het wasprogramma is voltooid.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre­gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
• Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
• Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de machine, Neem contact op met een erkend servicecentrum. Als u de deksel moet openen, lees dan zorgvuldig “Nooddeuropening”.
• Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Mon­tage-instructies'.
• Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten ver­wijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
• Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was­goedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
• Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor­maal gedrag van het apparaat.
25
Probleem Mogelijke oplossing
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
De wasresultaten laten te wensen over.
U kunt geen optie instellen. • Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
De machine droogt niet of droogt niet correct.
Het wasgoed zit vol met pluizen in verschillende kleuren.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum. Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast. Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
• Verminder de wasgoedbelading.
• Draai de waterkraan open.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Verminder de wasgoedbelading.
• Zorg ervoor dat u de juiste cyclus instelt. Stel zo nodig weer een korte droogtijd in.
Het wasgoed dat in de vorige cyclus gewassen is, heeft pluizen van een andere kleur losgelaten:
• De droogfase helpt om pluizen te verwijderen.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Als er buitensporige hoeveelheden pluizen in de trommel zijn: kies het speciale programma om de trommel te reinigen (zie onder 'Pluisjes op de weefsels' voor meer informatie.

NOODDEUROPENING

In het geval van een stroomstoring of apparaatstoring blijft de deur van het apparaat vergrendeld. Het wasprogramma gaat verder als er weer stroom is. Als de deur door een storing vergrendeld blijft, is het mogelijk om de deur te openen met een noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP! Zorg ervoor dat de watertemperatuur en het wasgoed niet heet zijn. Wacht indien nodig tot de watertemperatuur en het wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP! Zorg ervoor dat de trommel niet draait. Wacht indien nodig tot de trommel stopt met draaien.
26
Zorg ervoor dat het waterpeil in de trommel niet te hoog is. Voer indien nodig een noodafvoerprocedure uit (zie “Water afvoeren in een noodgeval” in het hoofdstuk “Onderhoud en reiniging”).
Ga als volgt te werk om de deur te openen:
1. Draai de programmakeuzeknop op om het apparaat uit te schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag en open
tegelijkertijd de deur van het apparaat.

TECHNISCHE GEGEVENS

5. Haal het wasgoed uit de trommel en sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
Afmeting Breedte / hoogte / diepte /
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof­fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag­spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
Watertoevoer Watertoevoerdruk
2)
Maximale belading was­goed
Maximale belading droog wasgoed
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel-
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
2) Het apparaat zal correct werken als de waterdruk niet lager is dan 0.05 MPa (0.5 bar). Als u de water-
toevoerslang niet op de koudwaterkraan van het primaire hydraulische systeem kunt aansluiten, sluit deze dan aan op het opslagsysteem voor koud water van uw huis. Zorg dat de afstand tussen de inlaatslang en de bodem van het wateropslagreservoir niet meer dan 5 m bedraagt.
1) Koud water
totale diepte
Totaal vermogen Zekering Frequentie
Minimum Maximum
Katoen 8 kg
Katoen Synthetische was
heid
600 mm/ 850 mm/ 522 mm/ 555 mm
230 V 2200 W 10 A 50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0,8 MPa)
4 kg 2 kg
1550 tpm
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
27
*
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
157023030-A-362018
Loading...