
FormNo.3436-626RevA
ZMaster
®
8000-seriezitmaaier
met122cmmaaidek
Modelnr.:74311TE—Serienr.:405700000enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3436-626*A

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Raadpleegdemeegeleverdedocumentatievande
motorfabrikant.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel
vandezemotorisdoordemotorfabrikantin
laboratoriumomstandighedengemetenvolgens
standaardJ1940ofJ2723vandeSocietyof
AutomotiveEngineers(SAE).Omdatbijde
conguratierekeningisgehoudenmetdeveiligheids-,
emissie-engebruiksvoorschriften,zaldemotorvan
dittypemaaiersindepraktijkveelminderkoppel
hebben.Raadpleegdemeegeleverdedocumentatie
vandemotorfabrikant.
Inleiding
g310514
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Dezemaaitractormetdraaiendemessenis
bedoeldvoorprofessioneelgebruik.Demachineis
voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangras
opgoedonderhoudenparticuliereofcommerciële
gazons.Ditproductgebruikenvooranderedoeleinden
danhetbedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooru
ofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoordocumentatieover
productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie
overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer
ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Hetveiligheidssymbool(Figuur2)komtzowel
indezehandleidingalsopdemachinevoorom
belangrijkeveiligheidsberichtenteidenticerendie
umoetopvolgenomongevallentevoorkomen.Het
symboolzalverschijnenmethetwoordGevaarof
Waarschuwing.
•Gevaar:eendirectgevaarlijkesituatiedie,als
dezenietwordtvoorkomen,altijdzalleidentot
dedoodofernstigletsel.
•Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
dedoodofernstigletsel.
•Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
lichtofmiddelmatigletsel.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
©2020—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
g000502
Figuur2
Veiligheidssymbool
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Hellingsindicator................................................5
Veiligheids-eninstructiestickers........................6
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Bedieningsorganen..........................................12
Specicaties....................................................13
Werktuigen/accessoires...................................13
Voorgebruik........................................................14
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................14
Brandstofbijvullen............................................15
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................16
Eennieuwemachineinrijden............................16
Hetmaaidekomhoogbrengeninde
onderhoudsstand..........................................16
Hetmaaideknaarbenedenzetteninde
bedrijfsstand................................................17
InstellenvandeschottenvanhetFill
ReductionSystem(FRS)..............................17
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................18
Bestuurdersstoelontgrendelen.........................19
Tijdensgebruik....................................................19
Veiligheidtijdenshetwerk.................................19
Parkeerremgebruiken......................................22
Deaftakashendelbedienen..............................22
Degashendelbedienen....................................23
Dechokebedienen..........................................23
Startenvandemotor........................................23
Demotorafzetten.............................................24
Metdemachinerijden.......................................25
Demaaihoogteinstellen...................................25
Dehopperleegmaken......................................26
Tipsvoorbedieningengebruik.........................26
Nagebruik...........................................................27
Veiligheidnahetwerk.......................................27
Schermvandehopperreinigen.......................27
Devrijgavehendelsvandeaandrijfwielen
gebruiken......................................................27
Demachinetransporteren................................28
Onderhoud..............................................................31
Veiligheidbijonderhoud....................................31
Aanbevolenonderhoudsschema.........................31
Smering...............................................................33
Demachinesmeren..........................................33
Dearmvanderiemspanpoelievandepomp
smeren..........................................................33
Hetscharnierppuntvanderemhendel
smeren..........................................................34
Debussenvanderemstangende
stanguiteindenvandestuurkoppeling
smeren..........................................................35
Deolievandetandwielkastverversen..............35
Draaipuntenvandezwenkwielen
smeren..........................................................36
Dezwenkwielnavensmeren.............................37
Onderhoudmotor................................................38
Veiligheidvandemotor.....................................38
Onderhoudvanhetluchtlter............................38
Motorolieverversen/oliepeilcontroleren...........39
Onderhoudvandebougie................................41
Onderhoudbrandstofsysteem.............................42
Brandstofltervervangen..................................42
Onderhoudvandebrandstoftank......................42
Onderhoudelektrischsysteem............................43
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................43
Onderhoudvandeaccu....................................43
Instellenvandeveiligheidsschakelaars............44
Onderhoudvandezekeringen..........................44
Machinestartenmetstartkabel.........................45
Onderhoudaandrijfsysteem................................46
Desporingafstellen..........................................46
Debandenspanningcontroleren.......................47
Dewielmoerencontroleren...............................47
Desleufmoerenvandewielnaaf
controleren....................................................47
Lagersvandraaipuntvanzwenkwiel
afstellen........................................................47
Onderhoudkoelsysteem.....................................48
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................48
Motorschermenoliekoelervandemotor
reinigen.........................................................48
Onderhoudvanmotoroliekoeler.......................49
Dekoelribbenenuitlaatringenreinigen.............49
Onderhoudenremmen........................................49
Deparkeerremafstellen...................................49
Onderhoudriemen..............................................51
Riemencontroleren..........................................51
Vervangenvandeaandrijfriemenvande
aftakas..........................................................51
Aandrijfriemvanpompvervangen....................52
Instellenvanderiemgeleiders..........................52
Onderhoudbedieningsysteem............................53
Instellingvandeachteruit-stopstang................53
Instellenvandespanningvande
snelheidshendel............................................53
Instellenvandeverbindingvande
snelheidshendel...........................................54
Deaandrijvingspoelievandeaftakas
uitlijnen..........................................................55
Uitlijnenvandeaandrijvingspoelievande
pomp.............................................................56
Instellenvandeveervandeaftakasrem...........56
Hetdekselvandehopperinstellen....................57
Instellenvandestopvandeborgpenophet
maaidek........................................................57
Onderhoudhydraulischsysteem.........................58
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........58
Specicatieshydraulischevloeistof..................58
Hydraulischevloeistofcontroleren....................58
Hydraulischevloeistofverversenendelter
vervangen.....................................................58
Dehydraulischepompencontrolerenen
reinigen.........................................................59
3

Onderhoudvanmaaimessen...............................60
Veiligheidvandemessen.................................60
Onderhoudvandemaaimessen.......................60
Maaidekhorizontaalstellen..............................62
Maaidekverwijderen.........................................62
Hetmaaidekmonteren.....................................64
Instellenvandestopvandeborgpenophet
maaidek........................................................64
Reiniging.............................................................65
Deonderkantvanhetmaaidekreinigen............65
Verwijderenvanvervuilingvande
machine........................................................65
Afvalafvoeren..................................................65
Stalling....................................................................65
Veiligheidtijdensopslag...................................65
Reinigenenopslaan.........................................65
Problemen,oorzaakenremedie.............................67
Schema's................................................................69
Veiligheid
Dezemachineisontworpenvolgensnorm
ENISO5395.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Houdomstandersenkinderenuitdebuurt.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.Laat
enkelmensendieverantwoordelijkengetraindzijn
endiebovendienvertrouwdzijnmetdeinstructies
enfysiekertoeinstaatzijndemachinebedienen
oferonderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.
•Houdderolbeugelaltijdindevolledigomhoog
geklapteenvergrendeldestandendoede
veiligheidsgordelom.
•Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingen,greppels,oevers,waterofandere
gevaren,ofophellingensteilerdan15°.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachinenietalserschermen,veilig-
heidsschakelaarsofanderebeveiligingsmiddelen
ontbrekenofalsdezenietnaarbehorenwerken.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
4

Hellingsindicator
Figuur3
Umagdezepaginakopiërenvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachinemaggebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomdehellingshoek
tebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langsde
betreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand
5
g011841

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
decal93-7818
93-7818
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor
instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen
torsievan115tot149N·m.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersuitde
buurtvandeaccu.
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
10.Bevatlood;niet
weggooien
Merktekenvanfabrikant
1.Ditmerktekengeeftaandathetmesonderdeelvaneen
origineleT oromaaimachineis.
decal98-1977
98-1977
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
decal106-5517
106-5517
decaloemmarkt
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
93–6696
1.Opgeslagenenergie–LeesdeGebruikershandleiding.
decal93-6696
decal112-8760
112-8760
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders
opeenafstand.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
6

112-9028
1.Waarschuwing–Blijfopafstandvanbewegendedelen;
zorgdatallebeschermendedelenophunplaatszijn.
decal112-9028
decal116-8934
116-8934
1.Peilvandehydraulische
vloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
115-4212
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
decal115-4212
1.Waarschuwing–Voordat
2.Maaihoogte
uafstellingenuitvoert,
onderhouduitvoertofhet
maaidekschoonmaakt,
moetudemeskoppeling
uitschakelen,demotor
uitschakelenenhet
sleuteltjeuithetcontact
halen.
116-8935
1.Waarschuwing:opklapbaarmaaidek–Zethetscharnier
vastdoordepennaarbinnentedrukkenennaarde
voorkantvanhetmaaidektedraaien.
decal116-8935
1.Indicatorhopperomhoog5.Parkeerrem
2.Accu6.Neutraalstand
3.Urenteller7.Dodemansschakelaar
4.Aftakas
decal116-8813
116-8813
116-8936
decal116-8936
1.Gevaar–Gebruikdemachinenietmethetmaaidekinde
bovenstestand.
7

decal116-8946
116-8946
116-8941
1.1.Geleidingvan
aandrijfriemvandeaftakas
2.2.Geleidingvan
aandrijfriemvanpomp
116-8943
1.Gevaar:draaiendemaaimessen–Schakeldeaftakas
uit,zetdesnelheidshendelopneutraal,schakelde
parkeerremin,stopdemotor,enverwijderhetsleuteltje
uithetcontactvoordatudebestuurderspositieverlaat.
LeesdeGebruikershandleidingvoordatuservice-of
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
2.Gevaar–Gebruikdemachinenietmetdehopperinde
bovenstestand.
decal116-8941
decal116-8943
1.Linksomdraaienomvrijte
zetten.
2.Rechtsomdraaienomin
teschakelen.
3.Vrijzettenomdemachine
teduwen.
4.LeesdeGebruikershand-
leidingvoordatuserviceofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
116-9049
1.Gevaar:draaiendeonderdelenvandeaandrijving–Zorg
datallebeschermkappenvandeaandrijijnophunplaats
zitten.Zorgdatbeideuiteindenvandeaandrijijngoed
vastzitten.
119-0217
decal116-9049
decal119-0217
1.Waarschuwing–Zetdemotoraf,blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenenhoudallebeschermendedelen
ophunplaats.
120-0625
1.Beknellingsgevaar(hand)–Houduwhandenuitdebuurt.
8
decal120-0625

Markeringenophetlinkerbedieningspaneel
decal126-4159
1.Aftakas–uitschakelen
2.Aftakas–inschakelen
3.Parkeerrem–vrijzetten
4.Parkeerrem–inwerking
stellen
126-4207
1.ZiedeGebruikershandleidingvoordeinstelprocedure.Als
deaftakasingeschakeldis,moetdespannerarmzichin
hetgearceerdegebiedbevinden.Alsditniethetgevalis,
moetdezewordenafgesteld.
decal126-4207
130-2880
1.Motortemperatuur
2.Snel8.Cilinderuit
3.Langzaam
4.Neutraalstand10.Langzaam
5.Neutraalstand
6.Achteruit
7.Cilinderin
9.Snel
11.Choke–gesloten/aan
12.Choke–open/uit
decal130-2880
9

Markeringenopdevoorkantvandehopper(cont'd.)
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
Gebruikdemachine
alleenalsuhiervoor
bentopgeleid.Draag
gehoorbescherming.
2.Slip-enkantelgevaar
–Gebruikdemachine
nietindenabijheidvan
steilehellingenmeteen
hellingsgraadvanmeer
dan15graden,gebruik
demachineopeen
veiligeafstandvansteile
hellingenvanminderdan
15graden;maakgeen
bruuskebochtenalsusnel
rijdt,rijdtraaginbochten.
3.Waarschuwing–Gebruik
geendubbeleoprijplaat
wanneerudemachine
transporteert,maareen
enkeleoprijplaat.Gebruik
geenoprijplaatwaarvan
hethellendvlaksteileris
dan15graden.
4.Eriseenrolbeugelleverbaarendezewordt
aanbevolenbijhetwerkenopplekkenwaarer
hellingen,valgevaar/hoogteverschillenenwaterzijn.
5.Waarschuwing–Blijfuit
debuurtvanbewegende
onderdelen;laatalle
beschermendedelen
ophunplaats.Zetde
motorafenverwijder
hetsleuteltjevoordat
uafstellingenuitvoert,
servicewerkzaamheden
verrichtofdemachine
schoonmaakt.
6.Waarschuwing–Schakel
deaftakasuit,zet
desnelheidshendel
opneutraal,stelde
parkeerreminwerkingen
zetdemotorafvoordat
udebestuurderspositie
verlaat.
7.Machinekanvoorwerpen
uitwerpen–Raap
voorwerpenopdiekunnen
wordenuitgeworpen
doordemaaier.Gebruik
demachinenietalser
mensenendiereninde
buurtzijn.Laatdegeleider
opzijnplaatszitten.
8.Ledematenvan
omstanderskunnen
bekneldraken/afgesneden
worden–Neemgeen
passagiersmee;kijknaar
vorenennaarbeneden
tijdenshetgebruikvande
machine;kijkachteromen
naarbenedentijdenshet
achteruitrijden.
decal126-4158
Markeringenopdevoorkantvandehopper
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiede
statischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaard
zijnindesector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordt
vermeldopdesticker .Raadpleegdeinstructiesvoorgebruik
vandemachineophellingenindeGebruikershandleidingende
omstandighedenwaarinudemachinegaatgebruikenomnate
gaanofudemachineopeenbepaaldedagenophetterreinin
kwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentot
gevolghebbendatdemachineandersreageertophellingen.Laat
demaai-eenhedenindienmogelijkneeropdegrondwanneeru
demachineopeenhellinggebruikt.Alsudemaai-eenheden
omhoogbrengtophellingen,kandemachineonstabielworden.
10

decal116-9044
116-9044
1.LeesdeGebruikershandleidingalvorensonderhoudswerk-
zaamhedenuittevoeren.
8.Smeerdevergrendelingvanhetmaaidekomde
100bedrijfsuren.
2.Controleerdemotorolieomde8bedrijfsuren.9.Smeerdescharnierpuntenvanhetmaaidekomde
100bedrijfsuren.
3.Smeerdelagersvandevoorstezwenkwielenomde
8bedrijfsuren.
10.Controleerhetpeilvandeolieintandwielkastomde
100bedrijfsuren(gebruikuitsluitendMobil175W-90
tandwielkastolie).
4.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistofomde40
bedrijfsuren(gebruikalleendeaanbevolenhydraulische
11.Smeerdescharnierpuntenvandevoorstezwenkwielenom
de500bedrijfsuren.
vloeistof).
5.Controleerdebandenspanningomde40bedrijfsuren.12.Smeerhetscharnierpuntvanhetachterstezwenkwielomde
500bedrijfsuren.
6.Smeerdeaftakasvoordeaandrijvingvanhetmaaidekom
13.Smeerhetachterstezwenkwielomde500bedrijfsuren.
de40bedrijfsuren.
7.Controleerhetluchtlteromde40bedrijfsuren.14.Smeerderiemspannersomde500bedrijfsuren.
11

Algemeenoverzicht
vandemachine
1.Snelheidshendel
2.Bedieningsorganen
3.Brandstoftankdop
4.Rolbeugel
Figuur4
Contactschakelaar
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten
afzet,heeft3standen:UIT,LOPENenSTART.Zie
Startenvandemotor(bladz.23).
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor
eencontinuverstelbareregelingvanLANGZAAMtot
SNEL(Figuur5).
Chokeknop
Gebruikdechokeknopomeenkoudemotortestarten.
Aftakashendel
Gebruikdeaftakashendelomdemaaimessenende
ventilatorinteschakelen.
g233918
Snelheidshendel
5.Rijhendels
6.Aftakashendel
7.Parkeerremhendel
Desnelheidshendelregeltdemaximalesnelheidbij
hetvooruitrijdenvandemachine(Figuur4).Alsu
desnelheidshendelnaarachterenbeweegt,naarde
NEUTRAALSTAND,wordtdeaandrijvingopneutraal
gezet.
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Bedieningspaneel
Figuur5
1.Contactschakelaar4.Chokeknop
2.Hopperschakelaar
3.Display6.Motorolietemperatuur:
5.Gashendel
indicatielampenzoemer
Urenteller
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde
motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerregistreert
alsdedecimalepuntinheturen/volt-display
knippert.Gebruikdezetijdenomregelmatig
onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur6).
g035550
1.Indicatorsveiligheidssysteem
2.Hopperomhoog
3.Uren/volt-display
4.Indicatorlampjelagespanning
Figuur6
g020563
12

Accu-indicatielampje
Alsuhetcontactsleuteltjegedurendeeenpaar
secondenindestandAANzet,wordtdeaccuspanning
weergeveninhetgebiedwaarnormaaldeuren
wordenweergegeven.
Hetacculampjewordtingeschakeldwanneerde
contactschakelaarisingeschakeldenwanneerde
ladingzichonderhetjuistebedrijfsniveaubevindt
(Figuur6).
Lengte(cont'd.)
Maaidekvan122cm
Zondermaaidek171cm
Maaidekomhoog208cm
Maaidekomlaag240cm
Hoogte
Indicatorsveiligheidssysteem
Erstaansymbolenopdeurentellerdiemeteen
zwartedriehoekaangevendathetveiligheidssysteem
juistaangebrachtis(Figuur6).
Indicatielampenzoemervan
motorolietemperatuur
Deindicatielampvandemotorolietemperatuur
bewaaktdeolietemperatuur.Alsdetemperatuur
vandemotortehoogwordt,lichtdeindicatielamp
vandemotorolietemperatuuropenklinktdezoemer
onderbroken.
Rijhendels
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruiten
achteruittelatenrijdenenombochtennaarlinksof
naarrechtstemaken(Figuur4).
Parkeerremhendel
Alsudemotorafzet,moetudeparkeerreminwerking
stellenomtevoorkomendatdemachineperongeluk
inbewegingkomt.
Maaidekvan122cm
130cm
Gewicht
Maaidekvan122cm
538kg
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeT orodistributeur,
ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden
gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele
Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit
kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
Brandstofklep
Sluitdebrandstofafsluitklepalsudemachine
transporteertofstalt.
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Breedte
Maaidekvan122cm
Zondermaaidek108cm
Metmaaidek125cm
Lengte
13

Gebruiksaanwijzing
enhet/dewerktuig(en)uitindieniemandhet
werkgebiedbetreedt.
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenof
eronderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Controleerdeomgevingwaarudemachinegaat
gebruiken.Verwijderallevoorwerpendiede
werkingvandemachinekunnenbeïnvloedenof
diedoordemachinekunnenwordenuitgeworpen.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Controleerdeaanwezigheidengoedewerkingvan
dedodemansinrichtingen,veiligheidsschakelaars
enschermen.Gebruikdemachineuitsluitendals
dezenaarbehorenwerkt.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
•Controleervoordatubeginttemaaiendemachine
omzekertezijndatdemaai-eenhedengoed
werken.
•Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde
machineveiligengoedtegebruiken.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen
draaggeenlossekledingofjuwelen.
•Vervoergeenpassagiersopdemachine.
•Houomstandersenhuisdierentijdenshetwerkuit
debuurtvandemachine.Schakeldemachine
•Gebruikdemachineniettenzijalleschermenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleidersende
volledigegrasvangerophunplaatszittenengoed
werken.Vervangversletenofkapotteonderdelen
indiennodig.
Brandstofveiligheid
•Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moet
uhetbenzinevaten/ofdemachinevoordatu
detankvultopdegrondplaatsen,nietopeen
voertuigofeenanderobject.
–Vuldebrandstoftankopeenhorizontaal
oppervlakenindeopenluchtwanneerde
motorkoudis.Eventueelgemorstebrandstof
opnemen.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en
houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuuren
vonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd
enmagdetanknietmetbrandstofworden
bijgevuld.
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen
ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.
•Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvanhet
vulpistoolendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanogenenhuid.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v .vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
•Vulbrandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangermetkunststof
beplating.Zetbrandstofvatenaltijdopdegrond
enuitdebuurtvanhetvoertuigvoordatudetank
bijvult.
•Laaddemachineuitdevrachtwagenofaanhanger
envuldezebijmetbrandstofwanneerzeop
14

degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,vuldan
brandstofbijuiteendraagbaarvatinplaatsvan
meteenbrandstofpistool.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
•Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis.
Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
•Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.
•Gietdebrandstoftankniettevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
geluiddemper,deaandrijvingen,degrasvangeren
demotorombrandtevoorkomen.Veeggemorste
olieenbrandstofop.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanol
of15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)is
geschikt.EthanolenMTBEzijnverschillende
stoffen.Benzinemet15%ethanol(E15)per
volumeisnietgoedgekeurdvoorgebruik.Gebruik
nooitbenzinediemeerdan10%ethanolper
volumebevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),
E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevattot85%
ethanol).Hetgebruikvanniet-goedgekeurde
benzinekanleidentotverminderdeprestaties
en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioner
aandebrandstoftoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkt
hetbestalsdezemetversebenzinewordt
gemengd.Gebruikaltijdstabilizer/conditioner
omhetrisicovanharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteemzokleinmogelijktehouden.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
4.Reinighetgebiedronddedopvande
brandstoftank.
5.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis
(Figuur7).
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Ditgeeftdebrandstofindetank
ruimteomuittezetten.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedt
devolgendevoordelen:
•Houdtbrandstoflangerverswanneerdezewordt
gebruiktvolgensdevoorschriftenvandefabrikant
vandestabilisator.
•Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
•Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden
g233737
Figuur7
15

Dagelijksonderhoud
Hetmaaidekomhoogbren-
uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.31).
Eennieuwemachine
inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen
teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen
hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor
demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee
dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40
tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente
ontwikkelenvoordebesteprestaties.
genindeonderhoudsstand
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdeborgpennenvanhetmaaideklosaan
beidekanten(Figuur8).
Figuur8
1.Maaidekhandgreep4.Draaideborgpenvanhet
maaideknaarachterenen
trekdezenaarbuitenom
hetteontgrendelen.
2.Pen5.Duwdeborgpenvanhet
maaideknaarbinnenen
draaidezenaarvorenom
hettevergrendelen.
3.Vergrendelingvan
maaideksteun
4.Tilhetmaaidekomhoogmetde
maaidekhandgreepenvergrendelhetin
degehevenstand(devergrendelingbevindt
zichmiddenvoorbijdestoel),zieFiguur9.
g304824
16

Figuur9
1.Zethetmaaidekinde
gehevenstandvastdoor
devergrendelingvanhet
maaidekopdehaakvast
tezetten.
2.Haak
3.Maaidekhandgreep
WAARSCHUWING
Hetinschakelenvandeaftakasmethet
maaidekindegehevenstandkanleidentot
ernstigletselofschade.
Zethetmaaidekaltijdnaarbenedenen
vergrendelhetindebedrijfsstandvoordatu
deaftakasinschakelt.
Hetmaaideknaarbeneden
Instellenvandeschotten
vanhetFillReduction
System(FRS)
MethetFillReductionSystemkuntudehoeveelheid
opgevangenmaaiselregelen.Voordelen:de
hopperhoeftmindervaaktewordengeleegden
voedingsstoffengaanterugindegrond.
Devolgendeinstellingenzijnmogelijk:
•Schottenopenmetstandaardmaaimessen:
g025155
maximaleopvang
•Schottengeslotenmetstandaardmaaimessen:
gedeeltelijkmulchen
•Schottengeslotenmetmulchmessen:gemiddeld
mulchen
•Mulckdopgeplaatstmetmulchmessen:volledig
mulchen(vereistmulch-set)
InstellenvandeFRSschotten:
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdeboutenlosdieaanderubberenkap
zijnbevestigd(Figuur10).
4.Beweegdekapnaarvoren.
zettenindebedrijfsstand
1.Houdemaaidekhandgreepstevigvast,maak
demaaidekvergrendelinglosvandemachine
enlaathetmaaideklangzaamtotopdegrond
zakken(Figuur9).
2.Duwdeborgpennenvanhetmaaideknaar
binnenendraaizenaarvorenomhetmaaidek
goedvasttezettenindeonderstestand(Figuur
8).
WAARSCHUWING
Hetgebruikvandemachinezonderdatde
vergrendelpennengoedvastzitten,kanleiden
tothetonverwachtsomhoogbewegenvanhet
maaidek,waternstigletselkanveroorzaken.
Gebruikdemachinealleenalsdeborgpennen
goedvastzitten.
g036545
Figuur10
1.Bouten2.Rubberenkap
5.Maakdeborgmoerenopdeachterste
draadeindenvandeFRSschottenlos.
17

9.Laathetmaaidekzakken;zieHetmaaideknaar
benedenzettenindebedrijfsstand(bladz.17).
10.Zetdeborgmoerenopdeachterstedraadeinden
vandeFRSschottenietsvast.
Opmerking:Deborgmoerenopdeachterste
draadeindenkunnenietslosblijvenindienu
verwachthetschotvaakintestellen.
11.Monteerderubberenkapmetdebevestigde
bouten.
Figuur11
1.Aftakaskapvoorde
zichtbaarheidverwijderd
6.Tilhetmaaidekomhoog;zieHetmaaidek
omhoogbrengenindeonderhoudsstand(bladz.
16).
7.Verwijderdeboutenonderlegringaande
voorkantvanelkFRSschot(Figuur12).
8.Draaideschottennaardegewenstestanden
monteerdeboutenonderlegring.
2.Draaideborgmoerenlos.
g025242
Hetveiligheidssysteem
gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
1.Schotten–Geslotenstand
2.Schotten–Openstand
3.Bout
4.Ring
5.Schotten
Figuur12
•deparkeerreminwerkingisgesteld;
•Deaftakashendelisuitgeschakeld.
•DesnelheidshendelstaatindeNEUTRAALstand.
Hetveiligheidssysteemschakeltdemotoruitindien
uuitdebestuurdersstoelopstaatterwijldeaftakas
ingeschakeldis.
Deurentellerisvoorzienvanindicatorenom
degebruikersopdehoogtetestellenalshet
g007577
veiligheidssysteemindejuistestandstaat.Alshet
veiligheidssysteemindejuistestandstaat,wordteen
indicatorweergegevenophetscherm.
18

Figuur13
nudemotor.Beweegdesnelheidshendelnaar
voren;demotormoetafslaan.
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
Omdestoelteontgrendelenverwijdertudebouten
depenaandelinkerkantvandestoel(Figuur14).
g020563
1.Indicatorenverschijnen
alshetveiligheidssysteem
zichindejuistestand
bevindt.
2.Hopperomhoog4.Indicatorlampjelage
3.Uren/volt-display
spanning
Hetveiligheidssysteemtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder
wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.
1.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werking,zetdeaftakashendelindestandAAN
enzetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstand.
Probeerdemotortestarten;demotormagnu
nietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenzetdeaftakashendelindestandUIT.
ZetdesnelheidshendeluitdeNEUTRAALstand.
Probeerdemotortestarten;demotormagnu
nietgaandraaien.
3.Neemplaatsopdestoel,schakeldeparkeerrem
uit,zetdeaftakashendelindestandUITen
zetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstand.
Probeerdemotortestarten;demotormagnu
nietgaandraaien.
4.Neemplaatsopdestoel,schakeldeparkeerrem
in,zetdeaftakashendelindestandUITen
zetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstand.
Startnudemotor.Bijdraaiendemotor:zetde
parkeerremvrij,schakeldeaftakashendelin,en
staopuitdebestuurdersstoel;demotormoet
afslaan.
5.Neemplaatsopdestoel,schakeldeparkeerrem
in,zetdeaftakashendelindestandUITenzet
desnelheidshendelindeNEUTRAALstand.Start
g034253
Figuur14
1.Boutenpen
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kunnenerletselsontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Contactmethetmeskanleidentoternstig
lichamelijkletsel.Zetdemotoraf,verwijderhet
contactsleuteltjeenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Wanneerudesleutel
naarUITdraait,moetdemotorafslaanenmoet
hetmesstoppen.Alsditniethetgevalis,mag
udemachinenietverdergebruikenenmoetu
contactopnemenmeteenerkendeservicedealer.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetzichtgoed
isenbijgeschikteweersomstandigheden.Gebruik
demachinenietalserkansopbliksemis.
19

•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
demaai-eenheden.Blijfuitdebuurtvande
afvoeropening.
•Maainietalsdeklepvandeuitworpindegeheven
standstaat,verwijderdisofgewijzigdis,tenzijeen
grasvangerofmulchsetgemonteerdisengoed
werkt.
•Maaiuitsluitendindeachteruitstand,alsdat
striktnoodzakelijkis.Kijkaltijdnaarbenedenen
achteromvoordatuachteruitrijdt.
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie
hetzichtkunnenbelemmeren.
•Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
•Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
decontactsleutelverwijderen(indiendemachine
hiermeeisuitgerust)enwachtentotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen
voordatudemachineopbeschadigingcontroleert.
Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordatude
machineweeringebruikneemt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldeaftakasuitenlaatdewerktuigen
zakken.
–Steldeparkeerreminwerking.
–demotoraftezettenenhetsleuteltjete
verwijderen;
–tewachtentotallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Laatdemotorenkeldraaieningoed
verluchteomgevingen.Uitlaatgassenbevatten
koolstofmonoxide,datdodelijkisbijinademing.
•Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
•Bevestigmateriaaldatwordtgesleeptuitsluitend
aanhetsleeppuntaandemachine.
•Gebruikdemachineniettenzijalleschermenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleidersende
volledigegrasvangerophunplaatszittenengoed
werken.Vervangindiennodigversletenofkapotte
onderdelen.Gebruikdemachineniettenzijalle
schermenenveiligheidsvoorzieningenzoalsde
geleidersendevolledigegrasvangerophun
plaatszittenengoedwerken.Vervangversleten
ofkapotteonderdelenindiennodig.
•GebruikalleendoorT orogoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
•Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
g229846
Figuur15
1.Draaggehoorbescherming.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
aandrijvingen,degeluiddemperendemotorom
brandtevoorkomen.
•Startdemotorenzorgerhierbijvoordatuw
voetenuitdebuurtvandemessenzijn.
•Hefhetmaaideknooitopalsdemaaimessen
bewegen.
•Letopdeuitworpvandemaaierenrichtdezeuit
debuurtvanmensen.Zorgtdathetafgevoerde
materiaalniettegeneenmuurofobstakelkomt
omdathetmateriaalnaaruterugkanketsen.
•Stopdemessen,verminderdesnelheidvande
machineenweesvoorzichtigwanneerueen
oppervlakzondergrasoversteektofwanneerude
machinetransporteertvanennaarhetwerkgebied.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
•Kinderenkomenvaaknaardemachineenhet
maaienkijken.Gaernooitvanuitdatkinderenop
deplaatsblijvenwaaruzevoorlaatstzag.
•Houdkinderenuitdebuurtvanhetwerkgebied
enplaatszeondertoezichtvaneenandere
verantwoordelijkevolwassenedandebediener
vandemaaier.
•Weesalertenschakeldemachineuitalskinderen
hetwerkgebiedbetreden.
•Voordatudemachineachteruitrijdtofdraait,moet
unaarbenedenenrondukijkenofergeenkleine
kinderenindebuurtzijn.
•Vervoergeenkinderenopdemachine,zelfs
wanneerdemessennietbewegen.Kinderen
kunnenvandemachinevallenenkunnenernstig
letseloplopenofuverhindereninhetveilig
gebruikenvandemachine.Alseenkindin
hetverledenopeenmaaierheeftmeegereden,
kanhetinhetmaaigebiedverschijnenzonder
waarschuwing,enkandanoverredenwordendoor
demaaier,bijhetvooruit-ofachteruitrijden.
20

Beschermingvanderolbeugel
•Derolbeugeliseenintegraleveiligheidsvoorzie-
ning.Verwijdergeenonderdelenvanderolbeugel
vandemachine.
•Zorgdatudeveiligheidsgordeldraagtendezein
eennoodgevalsnelkuntlosmaken.
•Houdderolbeugelindevolledigomhooggeklapte
envergrendeldestandendoealtijdde
veiligheidsgordeomwanneerderolbeugel
omhooggeklaptis.
•Controleerzorgvuldigopobjectenbovenhethoofd
voordatuhieronderrijdt,enraakdezeniet.
•Vervangbeschadigdeonderdelenvande
rolbeugel.Umagdezenietreparerenof
aanpassen.
•Erisgeenomkantelbeveiligingalsderolbeugel
omlaagisgeklapt.
•Wielendieoverrandenofoversteileoeversheen
komenofinwaterkomen,kunnentotgevolg
hebbendatdemachineomkantelt,hetgeenernstig
ofdodelijkletselkanveroorzaken.
•Doedeveiligheidsgordelnietomalsderolbeugel
omlaagisgeklapt.
•Klapderolbeugeluitsluitendomlaagalsdit
absoluutnoodzakelijkis;klaphemomhoogzodra
deruimtedittoelaat.
•Indiendemachineomkantelt,moetudemachine
naareenerkendeservicedealerbrengenomde
rolbeugeltelateninspecteren.
•GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurde
accessoiresenwerktuigenvoorderolbeugel.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Hetmaaienophellingeniseenbelangrijke
factorbijongelukkenwaarbijdecontroleoverde
machinewordtverlorenofdezeomkantelt.Dit
kanernstigofdodelijkletselveroorzaken.De
bestuurderisverantwoordelijkvooreenveilig
gebruikvandemachineophellingen.Gebruik
vandemachineophellingenvereistaltijdextra
voorzichtigheid.Doehetvolgendevoordatude
machineopeenhellinggaatgebruiken:
–Onderzoekdetoestandvanhetwerkgebied
opdiedagomtebepalenofdemachine
veiligkanwordengebruiktopdehelling.
Gebruikuwgezondverstandenuw
beoordelingsvermogenwanneerudit
onderzoekuitvoert.Veranderingeninhet
terrein,zoalsdevochtigheidsgraad,kunnen
snelvaninvloedzijnopdemanierwaaropde
machinereageertopeenhelling.
•Spoorgevarenonderaandehellingop.Gebruik
demachinenietindebuurtvansteilehellingen,
greppels,oevers,waterofanderegevaren.
Demachinekanplotselingomslaanalseen
wieloverderandkomtofalsderandinstort.
Houdeenveiligeafstand(tweemaaldebreedte
vandemachine)tussendemachineen
landschapselementendiegevaarlijkkunnenzijn.
Gebruikeenloopmaaierofeenhandtrimmerom
grastemaaienopdezeplaatsen.
•Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan
snelheidofrichting;verandertraagengeleidelijk
vanrichting.
•Gebruikeenmachinenooitinomstandigheden
waarbijutwijfeltovertractie,sturenofstabiliteit.
Denkeraandatdemachinetractiekanverliezen
doordatubergafwaarts,opnatgrasofdwarsop
eenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielentractie
verliezen,kunnenzegaanslippenenkuntu
nietmeerremmenofsturen.Demachinekan
schuiven,zelfsalsdeaandrijfwielennietdraaien.
•Verwijderofletopobstakelsalssloten,gaten,
geulen,hobbels,stenenofandereverborgen
gevaren.Inhooggraszijnobstakelsniet
altijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop
oneffenhedeninhetterrein.
•Weesextravoorzichtigwanneerudemachine
gebruiktmetaccessoiresofwerktuigenzoals
grasopvangsystemen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontroleover
demachinekuntverliezen.Volgdeinstructies
voorgebruikvancontragewichtenop.
•Laathetmaaidekindienmogelijkneeropdegrond
wanneerudemachineopeenhellinggebruikt.
Alsuhetmaaidekomhoogbrengtophellingen,
kandemachineonstabielworden.
–Leesdeinstructiesvoorgebruikopeenhelling
indehandleidingenopdemachine,enzorg
datudezeinstructiesbegrijpt.
–Gebruikeenhellingsindicatoromde
hellingshoekbijbenaderingtebepalen.
–Gebruikdemaaimachinenooitophellingen
vanmeerdan15°.
21

Dehandremuitschakelen
g032727
Figuur18
Figuur16
1.Veiligezone–Gebruikde
machineindezezoneop
hellingenvanminderdan
15°ofvlakkegebieden.
2.Gevarenzone–Gebruik
eenloopmaaieren/ofeen
handtrimmerophellingen
vanmeerdan15°eninde
buurtvansteilehellingen
ofwater.
3.Water
4.W=breedtevande
machine
5.Houdeenveiligeafstand
(tweemaaldebreedte
vandemachine)
tussendemachineen
landschapselementendie
gevaarlijkkunnenzijn.
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude
machinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.
Dehandreminschakelen
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
g233738
Deaftakashendelbedienen
Deaftakashendelschakeltdemaaimessenende
ventilatorinenuit.
Deaftakashendelinschakelen
Figuur17
g032741
Figuur19
g032726
22

Deaftakashendeluitschakelen
Figuur20
Degashendelbedienen
Degashendelheefttweestanden:SNELenLANGZAAM
(Figuur21).
GebruikaltijddestandSNELwanneerudeaftakas
inschakelt.
g032742
g008959
Figuur22
1.AAN2.UIT
Figuur21
Dechokebedienen
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
1.Trekdeknopvandechokeomhoogomdeze
inteschakelenvoordatudecontactschakelaar
inschakelt(Figuur22).
2.Drukdeknopvandechokeomlaagomdeze
weeruitteschakelennadatdemotorisgestart
(Figuur22).
Startenvandemotor
1.ZetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstand.
2.Schakeldeparkeerremin;zieDehandrem
inschakelen(bladz.22).
3.ZetdeaftakashendelindestandUIT(Figuur23).
g232776
4.ZetdegashendelhalverwegetussenLANGZAAM
enSNEL.
5.VoorEFI-machines:Zetdechokehendelinde
standGESLOTEN/AAN.Bijwarmemotor:laatde
chokeindeOPEN/UIT-stand.
23

Demotorafzetten
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletsel
oplopenalszijdemachineverplaatsenof
proberentebedienenterwijldezeonbeheerd
staat.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeenstelde
parkeerreminwerkingwanneerudemachine
onbeheerdachterlaat.
1.Schakeldeaftakasuit.
2.ZetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstand.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdegashendelindemiddelstestand.
5.Laatdemotor15secondenstationairdraaien.
DraaidanhetcontactsleuteltjenaarUITen
verwijderhetsleuteltje.
Figuur23
6.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandSTART
(Figuur23).Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan5secondeninwerking.Als
demotornietwilstarten,moetunaelke
poging15secondenwachten.Indienudeze
instructiesnietopvolgt,kandestartmotor
doorbranden.
Opmerking:Mogelijkmoetumeerdere
pogingendoenomdemotorvoorheteerstte
startennadatubrandstofhebttoegevoegdaan
eenleegbrandstofsysteem.
7.AlsdechokeindestandGESLOTEN/AANstaat,
zetdezedangeleidelijkindestandOPEN/UITals
demotorwarmerwordt.
g032743
g032744
Figuur24
24

Metdemachinerijden
Demaaihoogteinstellen
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
ZetdegashendelopSNELomdebesteprestatieste
verkrijgen.Laatdemotortijdenshetmaaienaltijdvol
gasdraaien.
WAARSCHUWING
Demachinekanzeersnelronddraaien.De
bestuurderkandecontroleoverdemachine
verliezen.Ditkanleidentotlichamelijkletsel
enschadeaandemachine.
•Weesvoorzichtigalsueenbochtmaakt.
•Verminderdesnelheidvandemachine
voordatueenscherpebochtmaakt.
Vooruitrijden
Opmerking:Omtebeginnenrijden(vooruit
ofachteruit),moetuindestoelzittenen
deparkeerremhendelvrijzettenvoordatude
snelheidshendelnaarvorenbeweegt,anderszalde
motorafslaan.
Demaaihoogtevanhetmaaidekisinstelbaarvan2,5
tot10,2cm,instappenvan6,3mm.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.T erwijluhetvoorsteframenaarbenedenhoudt,
tiltuhetmaaidekopaan1zijdezodatde
vergrendelingvandemaaideksteunvastkliktin
devastepeninhetvoorsteframe(Figuur25).
Stoppenvandemachine:duwdesnelheidshendel
naardeNEUTRAALstand.
1.Startdemotor.
2.Schakeldeparkeerremuit;zieDehandrem
uitschakelen(bladz.22).
3.Omrechtvooruitterijdenbeweegtude
snelheidshendelnaarvoren.
Opmerking:Hoeverderudesnelheidshendel
vandeNEUTRAALSTANDwegbeweegt,hoe
snellerdemachinerijdt.
4.Omnaarlinksofnaarrechtstedraaientrekt
u1vandestuurhendelsnaarachteren,naar
neutraal,indegewensterichting.
5.Stoppenvandemachine:duwde
snelheidshendelterugnaardeNEUTRAALSTAND.
Achteruitrijden
1.Omdemachinerechtachteruitterijden,
beweegtubeidestuurhendelsevenveel
achteruit.
Omnaarlinksofnaarrechtstedraaien
vermindertudedrukopdestuurhendelinde
gewensterichting.
g304824
Figuur25
1.Maaidekhandgreep4.Draaideborgpenvanhet
maaideknaarachterenen
trekdezenaarbuitenom
hetteontgrendelen.
2.Pen5.Duwdeborgpenvanhet
maaideknaarbinnenen
draaidezenaarvorenom
hettevergrendelen.
3.Vergrendelingvan
maaideksteun
4.Zetdeborgpennenopdepennenvande
maaideksteunindejuisteopeningvoorde
gewenstemaaihoogte.
5.Tilhetmaaidekgenoegopomdevergrendeling
vandemaaideksteunomhoogtebrengenenvrij
tezettenenbrenghetmaaideknaarbeneden.
6.Herhaaldezeprocedureaandeanderekant
vanhetmaaidek.
2.Omdemachinetestoppen,laatude
stuurhendelsloszodatdezenaarde
neutraalstandgaan.
25

Dehopperleegmaken
Eenzoemerindehopperachterdestoelgeeftaan
datdehoppervolis.Maakdehopperleegalsude
zoemerkunthoren,ditvoorkomtverstoppingvande
ventilatorofhetmaaidek.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Tilhetachtersteluikopenlaatditopde
bovenkantvandehopperrusten.
4.Tildehopperopmetdehandgrepenonderaan
devoorkantenmaakdehopperleeg.
5.Laatdehopperzakkenensluithetluikvande
hopper.
Tipsvoorbedieningen
Maairichtingafwisselen
Maaiafwisselendinverschillenderichtingen,zodat
hetgrasrechtopblijftstaan.Ditzorgtookvooreen
betereverspreidingvanhetmaaisel,watdevertering
enbemestingtengoedekomt.
Metdejuisteregelmaatmaaien
Hettempowaarmeehetgrasgroeit,varieertper
jaargetijde.Omdezelfdemaaihoogtetebehouden,
moetuinhetvroegevoorjaarvakermaaien.Alsde
groeisnelheidindezomerafneemt,maaituminder
vaak.Alsulangeretijdniethebtkunnenmaaien,
maaitueerstopeenhogemaaihoogte.Maai2dagen
lateropeenlageremaaihoogte.
Eenlageremaaisnelheid
gebruiken
Omdemaairesultatenteverbeteren,moetuin
bepaaldeomstandighedenbijeenlagererijsnelheid
maaien.
gebruik
Gebruikvandesnel-standvande
gashendel
Vooreenoptimaalmaairesultaateneenmaximale
luchtcirculatiemoetudegashendelopSNELzetten.
Omhetgrasgoedtemaaienisluchtnodig;zet
demaaihoogtedusniettelaagenzorgervoordat
hetmaaidekniethelemaaldoorongemaaidgrasis
omgeven.Probeeraltijdéénzijkantvanhetmaaidek
vrijvanongemaaidgrastehouden,zodatluchtinhet
maaidekkanwordengezogen.
Wanneerueengazonvoorde
eerstekeermaait
Laathetgrasietslangerdannormaalomte
voorkomendatoneffenhedeninhetgrasvolledig
wordenweggemaaid.Inhetalgemeenkanhetbest
devoorheengebruiktemaaihoogtewordengekozen.
Alsugrasvanmeerdan15cmlanggaatmaaien,
kuntuhetbestintweekeermaaienomeengoed
maairesultaatteverkrijgen.
Eénderdevandelengtevanhet
grasafmaaien
Aanbevolenwordtnietmeerdanongeveeréénderde
vandelengtevanhetgrasaftemaaien.Meer
afmaaienwordtafgeraden,tenzijhetgrasdunis,ofin
delateherfst,wanneerhetgraslangzamergroeit.
Grasniettekortafmaaien
Wanneeruoponeffenhedenmaait,moetude
maaihoogtehogerzettenomeengolvendgazonte
voorkomen.
Demachinestoppen
Alsudemachinetijdenshetmaaienmoetstoppen,
kanereenkluitmaaiselopuwgazonachterblijven.
Omdittevoorkomenkuntunaareenreedsgemaaid
oppervlakgaanmetdemesseningeschakeld,ofu
kunthetmaaidekuitschakelenterwijluvooruitgaat.
Onderkantvanhetmaaidek
schoonhouden
Verwijdernaelkgebruikmaaiselenvuilvande
onderkantvanhetmaaidek.Alszichgrasenvuilin
hetmaaidekophopen,leidtdatuiteindelijktoteen
onbevredigendmaairesultaat.
Onderhoudvandemaaimessen
Zorggedurendehethelemaaiseizoenvooreen
scherpmaaimes.Eenscherpmessnijdthetgras
goedafzonderhettescheurenoftekwetsen.
Doorscheurenenkwetsenwordthetgrasbruin
aanderanden,waardoorhetlangzamergroeiten
gevoeligerisvoorziekten.Controleernaelkgebruik
ofdemaaimessenscherpzijnenofzeversletenof
beschadigdzijn.Vijlregelmatigkerveneninkepingen
wegenslijpdemessenindienditnodigis.Alseen
26

mesbeschadigdofversletenis,moetuditonmiddellijk
vervangendooreenorigineelT oromes.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
geluiddemper,deaandrijvingen,degrasvangeren
demotorombrandtevoorkomen.Veeggemorste
olieenbrandstofop.
•Sluitdebrandstoftoevoerafenverwijder
hetsleuteltjevoordatudemachinestaltof
transporteert.
Schermvandehopper
reinigen
Verwijderdeschermdoorhetaandehandgrepenop
tetillen(Figuur26).
Trekhetschermnaarachterenomhetteverwijderen.
Klopvoorzichtigophetschermomvervuilingte
verwijderen.
Opmerking:Bijteveelvervuilingophetschermkan
deventilatorverstoppen.
Opmerking:Bijwerkomstandighedenwaarbij
hetschermsneldichtslaat,kuntuhetvoorste
afneembareschermdraaienenonderhetprimaire
schermmonterenzodatdeluchtvrijuitdehopperkan
stromen.
Figuur26
1.Hetvoorsteafneembare
schermkangedraaid
wordenenworden
opgeslagenbij
werkenondernatte
omstandigheden.
2.Voorstescherm4.Handgrepen
3.Primairescherm
Devrijgavehendelsvande
aandrijfwielengebruiken
WAARSCHUWING
Handenkunnenklemrakenindedraaiende
onderdelenonderhetmaaidek.Ditkantot
ernstigletselleiden.
Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltje
enlaatallebewegendedelentotstilstand
komenvoordatudevrijgaveventielenvande
aandrijfwielenaanraakt.
WAARSCHUWING
Deaandrijfeenhedenvandemotorende
hydrauliekkunnenzeerheetworden.Een
hetemotorofhydraulischeaandrijfeenheid
aanrakenkanernstigebrandwonden
veroorzaken.
Laatdemotorendehydraulische
aandrijfeenhedenvolledigafkoelenvoordat
udevrijgavehendelsvandeaandrijfwielen
aanraakt.
g025244
Devrijgaveventielenvandeaandrijfwielenbevinden
zichbijdelinkerbovenhoekvandehydropompen.
1.ZetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstandom
demachinetestoppen.
2.Schakeldeaftakashendeluit,schakelde
parkeerremin,schakeldemotoruitenwacht
totdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomen.
27

3.Kanteldestoelomhoogomdepompente
bereiken.
Eenaanhangerkiezen
4.Draaibeidevrijgaveventielen1slaglinksomom
hetaandrijfsysteemvrijtezetten.
Opmerking:Hierdoorkandehydraulische
vloeistoflangsdepompwordengeleidzodatde
wielenkunnendraaien.
5.Zetdeparkeerremvrijvoordatudemachine
gaatduwen.
Opmerking:Umagdemachinenooitslepen.
6.Draaideventielenrechtsomomdemachine
weertegebruiken.
Opmerking:Draaideventielenniettehard
vast.
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar
vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik
altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte.
Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis
voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting
enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees
aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan
dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof
uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten
inzakeaanhangwagensendebevestigingvan
machines.
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde
kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit
kanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken(Figuur27).
•Gebruikéénoprijplaatoverdevolledige
breedte.Gebruikgeenafzonderlijke
oprijplatenvoorelkekantvandemachine.
•Zorgervoordatdehoekvandeoprijplaat
endegrondofvandeoprijplaatende
aanhangerofvrachtwagennietgroteris
dan15graden.
•Zorgervoordatdeoprijplaatminstens
4keerzolangisalsdeafstandvande
laadbakvandevrachtwagenofaanhanger
totdegrond.Hierdoorisdehoekdiede
oprijplaatmaaktnietgroterdan15graden
opeenvlakkeondergrond.
WAARSCHUWING
Rijdenopdewegzonderrichtingaanwijzers,
verlichting,reectorenofeenbordmetde
aanduiding'Langzaamrijdendvoertuig'is
gevaarlijkenkanleidentotongelukkendie
lichamelijkletselveroorzaken.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
28

Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde
kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit
kanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken.
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
machineeenhellingbaanop-/afrijdt.
•Rijdemachineachteruitopdeoprijplaat
enrijervooruitaf.
•Umagnietabruptversnellenofvertragen
alsudemachineeenhellingbaanopofafrijdt,omdatandersdemachinekan
kantelenofudecontroleoverdemachine
kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,bevestig
dezedanaanhetsleepvoertuigensluitde
veiligheidskettingenaan.
1.Oprijplaatovervolledige
breedteinopslagstand.
2.Zijaanzichtvanoprijplaat
overvolledigebreedtein
laadstand
3.Nietgroterdan15graden6.Aanhanger
Figuur27
4.Dehellingbaanisminstens
4keerzolangals
deafstandvande
aanhangwagenofde
laadbaktotdegrond
5.H=Afstandvan
delaadbakvande
vrachtwagenofaanhanger
totdegrond.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenen
verlichtingvandeaanhangeraan.
3.Laatdeoprijplaatzakken;zorgdatde
g027996
hellingshoekvandeoprijplaattenopzichtevan
degrondnietgroterisdan15graden(Figuur
27).
4.Rijdemachineachteruitopdeoprijplaat(Figuur
28).
g233949
Figuur28
1.Rijdemachineachteruit
opdeoprijplaat.
2.Rijdemachinevooruitde
oprijplaataf.
5.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenstel
deparkeerreminwerking.
6.Zetdemachinegoedvastopdeaanhangerof
vrachtwagenmetsjorbanden,kettingen,kabels,
oftouwendievanafdemachinenaarbuiten
ennaarbenedenlopen.Raadpleegdelokale
vereisteninzakedebevestigingvanmachines.
29

Demachinevandeaanhanger
rijden
1.Laatdeoprijplaatzakken;zorgdatde
hellingshoekvandeoprijplaattenopzichtevan
degrondnietgroterisdan15graden(Figuur
27).
2.Rijdemachinevooruitdeoprijplaataf(Figuur
28).
30

Onderhoud
Veiligheidbijonderhoud
•Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaat
dekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletsel
kunnenoplopen.Verwijderhetsleuteltjeuithet
contactvoordatuonderhoudswerkzaamheden
uitvoertaandemachine.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldeaandrijvingenuit.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
–Laatdeonderdelenvandemachineafkoelen
voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
•Laatpersoneeldatnietbekendismetde
instructies,nooitonderhoudswerkzaamhedenaan
demachineuitvoeren.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenofheteoppervlakken.
Stelindienmogelijkdemachinenietafterwijlde
motorloopt.
•Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie.
•Controleerdewerkingvandeparkeerrem
regelmatig.Indiennodigmoetudezeafstellenen
eenonderhoudsbeurtgeven.
•Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Controleerregelmatigofzegoedwerken.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
geluiddemper,deaandrijvingen,degrasvangeren
demotorombrandtevoorkomen.
•Verwijdergemorsteolieofbrandstofenmet
brandstofdoortrokkenrommel.
•Vertrouwnietopeenhydraulischsysteemof
mechanischekrikomdemachineteondersteunen;
ondersteundemachinealtijdmetkriksteunen.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoede
staatverkerenenallebevestigingselementen
stevigvastzitten,inhetbijzonderhet
bevestigingsmateriaalvandemaaimessen.
Vervangversletenofbeschadigdestickers.
•Koppeldeaccuafvoordatureparatiesaande
machineverricht.Maakeerstdeminpoolvande
acculosendaarnadepluspool.Bevestigeerstde
pluspoolvandeaccuendaarnademinpool.
•Omveiligeenoptimaleprestatiesteverkrijgen,
moetutervervangingalleenorigineleT oro
onderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruikter
vervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.
Ditkanertoeleidendatdegarantieophetproduct
komttevervallen.
Aanbevolenonderhoudsschema
Nadeeerste50bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde40bedrijfsuren
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste100
bedrijfsuren
•Verversdeolieinalle3tandwielkastbehuizingenenvoegindiennodigolietoe.
•Hetkoppelvandewielmoerencontroleren.
•Detorsievandemoervandewielnaafcontroleren.
•Controleerdeafstellingvandeparkeerrem.
•Vervanghethydraulischelterenverversdehydraulischevloeistofinhetreservoir
alsuomhetevenwelktypevloeistofgebruikt.
•Controleerhetveiligheidssysteem(interlock).
•Smeerdenavenvandezwenkwielenvoormetvet(ditmoetvakergebeurenalsde
machinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Controleerhetluchtlteropvuile,losseofbeschadigdeonderdelen.
•Oliepeilcontroleren.
•Reinighetmotorschermendeoliekoeler.
•Maakdehydraulischepompenschoon.
•Controleerdemaaimessen.
•Hetmaaidekreinigen.
•Verwijderenvanvervuilingvandemachine.
•Smeerdeaandrijfasmetvet(ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordtgebruikt
instofgeofvuileomstandigheden).
•Debandenspanningcontroleren.
•Alleriemenopslijtageenscheurtjescontroleren.
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
31

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Omde100bedrijfsuren
•Smeerhetscharnierpuntvanhetmaaidekmetvet(ditmoetvakergebeurenalsde
machinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Smeerdebuizenvandeduwarmenvanhetmaaidekmetvet(ditmoetvaker
gebeurenalsdemachinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Controleerdeolieinalle3tandwielkastbehuizingenenvoegindiennodigolietoe.
•Motorolieverversen(ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden).
•Motoroliekoelerreinigen.
•Controleerenreinigdekoelribbenenuitlaatringen.
Omde160bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
Omde250bedrijfsuren
Omde400bedrijfsuren
Omde500bedrijfsuren
Omde2000bedrijfsuren
•Hetscharnierppuntvanderemhendelsmeren.
•Debussenvanderemstangendestanguiteindenvandestuurkoppelingsmeren.
•Vervanghetmotorolielter(ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordtgebruikt
instofgeofvuileomstandigheden).
•Controleerdebougie(s).
•Brandstofltervervangen(ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden).
•Onderhoudofvervanghetschuimelementvanhetluchtlter(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
•Vervanghethydraulischelterenverversdehydraulischevloeistofinhetreservoir
bijgebruikvanMobil®1vloeistof(vakerbijvuileofstofgeomstandigheden).
•Smeerdedraaipuntenvandezwenkwielen(ditmoetvakergebeurenalsdemachine
wordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Vervanghetpapierenlterelement(vakerinstofge,vuileomstandigheden).
•Debougie(s)vervangen.
•Hetkoppelvandewielmoerencontroleren.
•Detorsievandemoervandewielnaafcontroleren.
•Lagersvandraaipuntvanzwenkwielafstellen.
•Controleerdeafstellingvandeparkeerrem.
•Vervanghethydraulischelterenverversdehydraulischevloeistofinhetreservoir
bijgebruikvanToro®HYPR-OIL™500hydraulischevloeistof(vakerbijvuileof
stofgeomstandigheden).
•Verversdeolieinalle3tandwielkastbehuizingenenvoegindiennodigolietoe.
Maandelijks
Jaarlijks
Jaarlijksofvóórstalling
•Controleerdeaccu.
•Smeerdespannervandeaandrijfriemvandeaftakasmetvet(ditmoetvaker
gebeurenalsdemachinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Smeerdearmvanderiemspanpoelievandepomp(ditmoetvakergebeurenalsde
machinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Smeerdelagersvandezwenkwielenopnieuw(ditmoetvakergebeurenalsde
machinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Smeerdenavenvandeachterstezwenkwielenmetvet(ditmoetvakergebeuren
alsdemachinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Werkbeschadigdeoppervlakkenbij.
•Controleerallebovenstaandeonderhoudsproceduresvoordatudemachineopslaat.
Belangrijk:RaadpleegdeGebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontactvoordatuonderhouduitvoert.
32

Smering
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Omde40bedrijfsuren—Smeer
deaandrijfasmetvet(ditmoet
vakergebeurenalsdemachine
wordtgebruiktinstofgeofvuile
omstandigheden).
Omde100bedrijfsuren—Smeerhet
scharnierpuntvanhetmaaidekmetvet(ditmoet
vakergebeurenalsdemachinewordtgebruikt
instofgeofvuileomstandigheden).
Omde100bedrijfsuren—Smeerdebuizenvan
deduwarmenvanhetmaaidekmetvet(ditmoet
vakergebeurenalsdemachinewordtgebruikt
instofgeofvuileomstandigheden).
Jaarlijks—Smeerdespannervande
aandrijfriemvandeaftakasmetvet(ditmoet
vakergebeurenalsdemachinewordtgebruikt
instofgeofvuileomstandigheden).
Smeerdemachinevakeralszewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden.
Typevet:nr.2vetoplithium-ofmolybdeenbasis
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
1.Scharnierpuntvan
achterstezwenkwiel
2.Spannerarmvanriemvan
aftakas
3.Spannerarmvan
pompriem
4.Naafvanachterste
zwenkwiel
5.Aandrijfas
g020366
Figuur29
6.Naafvanvoorste
zwenkwiel
7.Scharnierpuntvan
kantelmechanisme
maaidek
8.Buizenvanduwarmen
9.Scharnierpuntenvoorste
zwenkwielen
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
Opmerking:Verwijderindiennodigverfvan
devoorkantvandetting(s).
4.Zeteensmeerpistoolopdenippel.
5.Spuitvetindenippelstotdaternieuwvetbijde
lagersnaarbuitenkomt.
6.Overtolligvetwegvegen.
Dearmvande
riemspanpoelievande
pompsmeren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks—Smeerdearmvan
deriemspanpoelievandepomp
(ditmoetvakergebeurenalsde
machinewordtgebruiktinstofgeof
vuileomstandigheden).
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdehopperomhoog(Figuur30).
33

Figuur30
g034251
Figuur32
1.Plaat2.Bouten
7.Despannerarmvandepompriemsmeren
g034248
(Figuur32).
8.Monteerdeplaatenhetluchtlter.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
4.Maakdebevestigingsboutvanhetluchtlterlos
(Figuur31).
5.Maakdeslangklemlosenverwijderhet
luchtlter(Figuur31).
Figuur31
Hetscharnierppuntvande
remhendelsmeren
Onderhoudsinterval:Omde160bedrijfsuren
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Smeerdebronzenbussenvanhetscharnierpunt
vanderemhendelmetsmeermiddelineen
spuitbusofmeteenlichteolie(Figuur33).
g034250
1.Bout2.Klem
6.Verwijderdeboutenendeplaatonderhet
luchtlter.
34

Deolievandetandwielkast
verversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50
bedrijfsuren—Verversdeolie
inalle3tandwielkastbehuizingenen
voegindiennodigolietoe.
Omde100bedrijfsuren—Controleerdeoliein
alle3tandwielkastbehuizingenenvoegindien
nodigolietoe.
Omde2000bedrijfsuren—Verversdeoliein
alle3tandwielkastbehuizingenenvoegindien
nodigolietoe.
Figuur33
Linkerkantvanmachinegetoond
1.Scharnierpuntvande
remhendel
2.Scharnierpuntvande
aftakashendel
3.Scharnierpuntvande
veerarm
4.Scharnierpuntvande
vergrendeling
Debussenvanderemstang
endestanguiteindenvan
destuurkoppelingsmeren
Onderhoudsinterval:Omde160bedrijfsuren
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdestoelvergrendelinglosenkantel
destoelnaarboven;zieBestuurdersstoel
ontgrendelen(bladz.19).
4.Smeerdebronzenbussenopdeuiteindenvan
deasvanderemstang;gebruikeenspuitbus
metsmeermiddelofeenlichteolie.
Opmerking:Debussenbevindenzichaande
binnenkantvandeenslagers.
g006835
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdekapzodatubijdetandwielkast
kunt(Figuur34).
Figuur34
1.Tandwielkast
2.Beschermkap
4.Verwijderdemessendieaandetandwielkast
bevestigdzijn;zieMaaimessenverwijderen
(bladz.61).
3.Bout(3)
g209995
5.Smeerelkuiteindevandescharnierkoppenvan
deremstangenmeteenspuitbussmeermiddel
ofmeteenlichteolie
5.Verwijderdetandwielkastenaandrijfasvanhet
maaidek.Bewaardebevestigingsmiddelenvoor
hergebruik.
6.Verwijderdegroteaftapplugaandevoorkant
vanelkvande3delenvandetandwielkasten
tapdeolieaf(Figuur35).
35

1.Kleinemagnetische
pluggen(voorenachter)
2.Groteolieaftap/vulplug
Figuur35
3.Kleinemagnetischeplug
(alleenvoor)
Draaipuntenvande
zwenkwielensmeren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)(ditmoetvakergebeuren
alsdemachinewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden).
Jaarlijks—Smeerdelagersvandezwenkwielen
g007579
opnieuw(ditmoetvakergebeurenalsde
machinewordtgebruiktinstofgeofvuile
omstandigheden).
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
7.Verwijderdekleinemagnetischepluggen
enverwijdermateriaaldatopdepluggen
opgebouwdis.
8.BrengT eon
®
afdichtingsmiddelaanopalle
kleinemagnetischepluggenenmonteerzeinde
tandwielkast.
9.Monteerdetandwielkastendeaandrijfasop
hetmaaidek.
10.VuldetandwielkastmetMobil
®
SHC
(synthetisch)75W-90tandwielkastolietotdeze
deaftap/vulplugbereikt.
Opmerking:Alledriedelenvande
tandwielkastmoetenafzonderlijkwordengevuld.
Opmerking:Bijhetvullenvandetandwielkast
metoliemoethetmaaidekopeenvlakke
ondergrondstaan.Vuldetandwielkast
nietalshetmaaidekomhoogstaat,inde
onderhoudsstand.
11.BrengT eon®afdichtingsmiddelaanopde
driegroteoliepluggenenmonteerzeinde
tandwielkast.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdestofkapensteldedraaipunten
vandezwenkwielenbij.Plaatsdestofkap
pasterugalshetsmerenvoltooidis;zieDe
zwenkwielnavensmeren(bladz.37).
4.Verwijderdezeskantigeplug.
5.Draaieensmeernippelindeopening.
6.Pompsmeervetindesmeernippeltotdatervet
bijhetbovenstelagernaarbuitenkomt.
7.Trekdesmeernippeluitdeopening.Monteerde
zeskantigeplugendedop.
36

Dezwenkwielnavensmeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Smeerdenaven
vandezwenkwielenvoormetvet
(ditmoetvakergebeurenalsde
machinewordtgebruiktinstofgeof
vuileomstandigheden).
Jaarlijks—Smeerdenavenvandeachterste
zwenkwielenmetvet(ditmoetvakergebeuren
alsdemachinewordtgebruiktinstofgeofvuile
omstandigheden).
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Brengdemaaieromhoogomeenvoudig
toegangtekrijgen.
4.Verwijderhetzwenkwieluitdezwenkwielvorken.
5.Verwijderdeafdichtinghoudersuitdewielnaaf.
afstandsmoerenendraaidezeopdeasmetde
afgeplattekantenaandebuitenzijde.
Opmerking:Draaideafstandsmoerniet
volledigtotheteindevandeas.Laateen
afstandvanongeveer3mmvrijtussenhet
buitensteoppervlakvandeafstandsmoerenhet
eindevandeasbinnendemoer.
12.Plaatsdeasmetdemoerinhetwielaande
zijdemetdenieuweafdichtingenhetlager.
13.Laathetopenuiteindevanhetwielomhoog
wijzenenvulhetgebiedronddeasaande
binnenzijdevanhetwielmetsmeervetvoor
algemenedoeleinden.
14.Plaatshettweedelagereneennieuwe
afdichtinginhetwiel.
15.Brengafdichtkitaanopdetweedeafstandsmoer
endraaidezeopdeasmetdeafgeplattekanten
aandebuitenzijde.
16.Draaidemoeraanmeteentorsievan8-9N·m,
draaidemoerlosendraaidezeopnieuwvast
meteentorsievan2-3N·m.
Opmerking:Zorgervoordatdeasnietbuiten
demoerensteekt.
Figuur36
1.Afdichtinghouder2.Afstandsmoer
6.Verwijdereenafstandsmoervandeasvanhet
zwenkwiel.
Opmerking:Erisafdichtkitaangebracht
tussendeafstandsmoerenendeas.
7.Verwijderdeas(terwijldeandereafstandsmoer
ernogaanbevestigdis)vandewielconstructie.
8.Wrikdeafdichtingenloseninspecteerdelagers
opslijtageofbeschadigingen.Vervangenindien
nodig.
17.Plaatsdeafdichtinghoudersopdewielnaafen
steekhetwielindezwenkwielvork.
18.Monteerdezwenkwielboutendraaidemoer
volledigvast.
Belangrijk:Controleerdeafstellingvanhet
lagerregelmatigomschadeaandeafdichting
enhetlagertevoorkomen.Draaihetzwenkwiel
rond.Hetwielmagnietvrijronddraaien(meer
g006115
dan1of2omwentelingen)ofzijspelinghebben.
Alshetwielblijftdoordraaien,moetudetorsie
vandeafstandsmoerafstellentotdathetwiel
lichteweerstandondervindt.Brengnogeenlaag
afdichtkitaan.
9.Smeerdelagersmetsmeervetvooralgemene
doeleinden.
10.Plaats1lageren1nieuweafdichtinginhetwiel.
11.Alsbeideafstandsmoerenontbrekenopde
as,brengdanafdichtkitaanop1vande
37

Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
•Houduwkleding,gezicht,handen,voeten
enanderelichaamsdelenuitdebuurtvande
geluiddemperenandereheteoppervlakken.Laat
deonderdelenvandemotorafkoelenvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
Onderhoudvanhet
luchtlter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetluchtlter
opvuile,losseofbeschadigde
onderdelen.
Omde250bedrijfsuren—Onderhoudofvervang
hetschuimelementvanhetluchtlter(vakerin
stofge,vuileomstandigheden).
Omde500bedrijfsuren—Vervanghet
papierenlterelement(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
Opmerking:Hetluchtltermoetvakereen
onderhoudsbeurtkrijgenalsdemachinewordt
gebruiktinbuitengewoonstofgeofzanderige
omstandigheden.
Filtersverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
Figuur37
1.Luchtinlaatschermen
deksel
6.Maakdesluitingenophetluchtlterlosentrek
hetluchtlterdekselvandeluchtlterbehuizing
(Figuur38).
7.Reinigdebinnenkantvanhetluchtlterdeksel
metperslucht.
8.Schuifhetvoorltervoorzichtiguitde
luchtlterbehuizing(Figuur38).
2.Vergrendelingen
Opmerking:Zorgervoordatunietmethet
ltertegendezijkantvandeluchtlterbehuizing
stoot.
9.Verwijderhetbinnenstelteralleenalsuvan
planbenthetltertevervangen.
Belangrijk:Probeernooithetbinnenste
ltertereinigen.Alshetveiligheidslter
vuilis,betekentditdathetvoorlteris
beschadigd.Vervangbeidelters.
g028105
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdesluitingenophetluchtlterlosentrek
hetluchtinlaatdekselvandeluchtlterbehuizing
(Figuur37).
4.Maakhetluchtinlaatschermenhetdeksel
schoon.
5.Monteerhetluchtinlaatdekselenzethetgoed
vastmetdesluitingen(Figuur37).
g028106
Figuur38
1.Luchtlterdeksel3.V oorlter
2.Luchtlterbehuizing
38

10.Inspecteerhetprimairelteropbeschadiging
dooreenfellelichtbronopdebuitenkantvanhet
lterterichtenenerdoorheentekijken.
Opmerking:Gateninhetlterzijnherkenbaar
alslichteplekken.Alshetlterisbeschadigd,
moetuditweggooien.
Motorolieverversen/olie-
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
Opmerking:Zorgdatdemotoruitgeschakeld
iszodatdeolietijdheeftgekregenomwegte
lopennaardeopvangbak.
peilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Omde100bedrijfsuren(ditmoetvaker
gebeurenalsdemachinewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden).
Omde200bedrijfsuren—Vervanghet
motorolielter(ditmoetvakergebeurenals
demachinewordtgebruiktinstofgeofvuile
omstandigheden).
Motorolietype
Olie-inhoud:metvervangingvanlter:1,8liter;
zondervervangingvanlter:1,6liter
Viscositeit:zieonderstaandetabel.
3.Hefdehopperop
4.Omtevoorkomendatervuil,maaisel,enz.in
demotorterechtkomt,moetudeomgeving
vandevuldop/peilstokreinigenvoordatudeze
verwijdert(Figuur40).
5.Haaldepeilstokeruitenveegdeolieeraf.
6.Plaatsdepeilstokenduwdezevollediginde
peilstokbuis.
7.Verwijderdepeilstokencontroleerhetoliepeil.
8.Alshetoliepeillaagis,maakdeomgevingvan
deolievuldopdanschoon,verwijderdedopen
voegolietoetotdeVol-markeringopdepeilstok
bereiktis(Figuur40).
Belangrijk:Laatdemotornietdraaienmet
hetoliepeilonderdemarkeringenLaag
ofToevoegenopdepeilstok,ofbovende
markeringV ol.
Figuur39
Hetmotoroliepeilcontroleren
Opmerking:Controleerhetoliepeilalsdemotor
koudis.
Belangrijk:Hetcarternooitovervullenmetolie.
Hierdoorkandemotorbeschadigdraken.Laat
demotornooitlopenalsdeolielagerstaatdan
deonderstemarkering,omdatdemotordaardoor
beschadigdkanraken.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
g032626
g025758
Figuur40
1.Olievuldop2.Oliepeilstok
39

Motorolieverversen
Hetmotorolieltervervangen
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
inzamelcentrum.
1.Parkeerdemachinezo,datdeachterkantiets
lagerisdandevoorkantomervoortezorgen
datalleolievolledigkanwordenafgetapt.
2.ZetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstandom
demachinetestoppen.
3.ZetdesnelheidshendelindeNEUTRAALstand,
schakeldeaftakasuitensteldeparkeerremin
werking.
4.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
1.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.40).
2.Vervanghetmotorolielter(Figuur42).
Figuur41
5.Gietlangzaamongeveer80%vande
gespeciceerdeolieindevulbuisenvoeg
langzaamderestvandeolietoetothetpeilde
markeringVolbereikt(Figuur40).
6.Startdemotorenrijdnaareenvlakgebied.
Controleerhetoliepeilopnieuw(Figuur40).
7.Indiennodig,voegdanolietoetothetV ol
merktekenopdepeilstokisbereikt.
g032755
Figuur42
g032754
Opmerking:Controleerofdepakkingvanhet
olieltercontactmaaktmetdemotorendraai
hetolielternog¾slagextravast.
3.Vulhetcartermethetjuistetypenieuweolie;zie
Motorolietype(bladz.39).
40

Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsu-
ren—Controleerdebougie(s).
Omde500bedrijfsuren—Debougie(s)
vervangen.
Type:ChampionXC12YC
Elektrodenafstand:0,76mm
Bougieverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdeomgevingvandeonderkantvande
bougie(s)schoonomtevoorkomendatervuil
enafvalindemotorterechtkomt.
4.Zoekenverwijderdebougie(s)zoalswordt
getoondinFiguur43.
g206628
Figuur44
Bougiemonteren
Figuur43
Bougiecontroleren
Belangrijk:Maakdebougie(s)nietschoon.
Verwijdereenbougiealtijdalsdeze:eenzwarte
laagheeft,alsdeelektrodenversletenzijn,alser
eenvettigelaagopligtofalsdebougiescheuren
vertoont.
Alsdeisolatorlichtbruinofgrijsis,werktdemotor
naarbehoren.Eenzwartelaagopdeisolatorduidt
meestalopeenvuilluchtlter.
Steldeafstandinop0,76mm.
g028109
Figuur45
g027478
41

Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof
uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand
ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschade
veroorzaken.
ZieBrandstofveiligheid(bladz.14)vooreen
volledigelijstvanvoorzorgsmaatregelenmet
betrekkingtotbrandstof.
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)(ditmoetvakergebeuren
alsdemachinewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden).
Hetbrandstoflterbevindtzichbijdemotor,aande
voorzijdeofdeachterzijdevandemotor.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Laatdemotorafkoelen.
4.Klemdeslangvastaandebrandstoftankzijde
vanhetbrandstoflter.
5.Brandstofltervervangen(Figuur46).
Opmerking:Zorgervoordatdemarkeringen
ophetlterderichtingvandebrandstofstroom
volgen.
g029685
Figuur46
Opmerking:Plaatsdebrandstoeidingenen
bevestigzemetplastickabelbinders.Volghierbij
defabrieksmontageomervoortezorgendatde
brandstoeidinggeencontactkanmakenmet
onderdelendiedebrandstoeidingzoudenkunnen
beschadigen.
Onderhoudvande
brandstoftank
Probeerdebrandstoftanknietzelfaftetappen.
Laateenerkendeservicedealerdebrandstoftank
aftappenenonderdelenvanhetbrandstofsysteem
eenonderhoudsbeurtgeven.
42

Onderhoudelektrisch
3.Maakdeminkabel(zwart)losvandeminpool(-)
vandeaccu(Figuur47).
systeem
Veiligheidvanhet
elektrischsysteem
•Koppeldeaccuafvoordatureparatiesaande
machineverricht.Maakeerstdeminpoolvande
acculosendaarnadepluspool.Bevestigeerstde
pluspoolvandeaccuendaarnademinpool.
•Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal
deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu
aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding
engebruikgeïsoleerdgereedschap.
Onderhoudvandeaccu
Onderhoudsinterval:Maandelijks
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;dezestofis
dodelijkbijinnameenveroorzaakternstige
brandwonden.
Umagaccuzuurnooitinslikkenenmoet
elkcontactmethuid,ogenofkleding
vermijden.Draageenveiligheidsbrilen
rubberhandschoenenomuwogenenhanden
tebeschermen.
4.Schuifhetrodestofkapjevande(rode)pluspool
vandeaccuenverwijderdepluskabel(+)
(Figuur47).
5.VerwijderdevleugelmoerenvandeJ-vormige
haken(Figuur47).
6.Verwijderdeklem(Figuur47).
7.Verwijderdeaccu.
Figuur47
1.Negatieve(zwarte)
accukabel
2.Vleugelmoer
3.J-haak
4.Klem
5.Positieve(rode)accukabel
Accuopladen
g025144
Verwijderenvandeaccu
WAARSCHUWING
Deaccukabelsonjuistafkoppelenkanschade
aandemachineendekabelstotgevolg
hebbenenvonkenveroorzaken.Hierdoor
kunnenaccugassentotontplofngkomenen
lichamelijkletselveroorzaken.
•Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeaccu
losvoordatudepluskabel(rood)losmaakt.
•Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen
dietotontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg
ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij
deaccukomen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1,265).Dit
isvooralbelangrijkombeschadigingvandeaccu
tevoorkomenbijtemperaturenbeneden0°C.
1.Verwijderdeaccuvanhetchassis;raadpleeg
Verwijderenvandeaccu(bladz.43).
2.Laaddeaccu10tot15minutenopbij25tot
30Aof30minutenbij10A.
Opmerking:Deaccunietteveropladen.
3.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haalt
udeacculaderuithetstopcontactenmaakt
uvervolgensdeoplaadkabelslosvande
accuklemmen(Figuur48).
43

4.Monteerdeaccuindemachineensluitde
accukabelsaan;zieDeaccuplaatsen(bladz.
44).
Instellenvande
veiligheidsschakelaars
Opmerking:Gebruikdemachinenooit
wanneerdeaccuislosgekoppeld;ditkan
beschadigingenaanhetelektrischesysteemtot
gevolghebben.
Figuur48
1.Pluspool(+)vandeaccu3.Rode(+)oplaadkabel
2.Minpool(–)vandeaccu4.Zwarte(–)oplaadkabel
Deaccuplaatsen
1.Plaatsdeaccuineenbakmetdeaccupolenvan
dehydraulischetankweg(Figuur47).
2.Bevestigdepluskabel(rood)aandepluspool
(+)vandeaccu.
3.Bevestigdeminkabel(zwart)enaardingsdraad
aandeminpool(-)vandeaccu.
4.Bevestigdekabelsmet2bouten,2ringenen
2borgmoeren(Figuur47).
Stelalleveiligheidsschakelaarszoindatdeplunjer
4,8mmtot6,4mmuithetschakelaarhuissteektals
deplunjeringedruktis(Figuur49).
g006849
Figuur49
1.4,8tot6,4mm
g000960
Onderhoudvande
zekeringen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddel
vanzekeringen.Dezebehoeftgeenonderhoud.
Alsereenzekeringisdoorgebrand,moetuechter
hetonderdeelofcircuitcontrolerenopdefectenof
kortsluiting.
1.Dezekeringenbevindenzichrechtsachterde
stoel.
2.Omeenzekeringtevervangen,trektude
zekeringomhoog.
3.Nieuwezekeringplaatsen.
5.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolop
depluspool(rood)vandeaccu.
6.Monteerdeklemenzetdezevastmetde
vleugelmoerenenJ-vormigehaken(Figuur47).
44

Machinestartenmet
WAARSCHUWING
startkabel
1.Controleerdeaccupolenoproestvormingen
verwijderroestvoordatudemachinestartmet
eenstartkabel.Zorgdatdeverbindingenstevig
vastzitten.
VOORZICHTIG
Roestenlosseverbindingenkunnen
opomhetevenwelkmomentvande
startprocedureongewensteelektrische
spanningspiekenveroorzaken.
Gebruikomdemachinetestartenniet
destartkabelmetlosseofverroeste
accupolen:ditkanschadeaandemotor
ofdeEFIveroorzaken.
GEVAAR
Hetgebruikvanstartkabelsalsde
accuinslechtestaatisengebarstenof
bevrorenis,ofeenlaagaccuzuurpeil
heeftofopen/kortgeslotencellenheeft,
kanleidentoteenexplosieenernstig
lichamelijkletsel.
Accu'sbevattenzuurenproduceren
ontvlambaregassen.
•Beschermteallentijdeuwogenen
gezichtvoordeaccu's.
•Leunnietoverdeaccu's.
Opmerking:Zorgdatdevuldoppenstevig
vastzittenenhorizontaalzijn.Indienvochtige
doekenvoorhandenzijn,legtudezeoverde
vuldoppenvandeaccu's.Zorgerookvoordat
demachineselkaarnietraken,datdebeide
elektrischesystemenuitgeschakeldzijnendat
zehetzelfdenominalevoltagehebben.Deze
instructiesgeldenalleenvoornegatiefgeaarde
systemen.
3.Koppeldepluskabel(+)aanopdepluspool(+)
vandeontladenaccudieverbondenismetde
starterofdesolenoïde;zieFiguur50.
Gebruikgeenstartkabelsopeenzwakke
accudiezulkeeigenschappenvertoont.
2.Gebruikalsstartaccueengoede,volledig
opgeladenzuur-loodaccumeteenspanningvan
minstens12,6V .
Opmerking:Gebruikkortestartkabelsvande
juistegrootteomhetspanningsverliestussen
desystementebeperken.Zorgervoordat
dekabelsvoorzienzijnvaneenkleurcodeof
markeringvoordejuistepolariteit.
VOORZICHTIG
Destartkabelsonjuistaankoppelen
(verkeerdepolariteit)kanhetEFI-systeem
ogenblikkelijkbeschadigen.
Controleerdepolariteitvandeaccupolen
endestartkabelsvoordatudeaccu's
verbindt.
Figuur50
1.Pluskabel(+)vande
ontladenaccu
2.Pluskabel(+)vande
startaccu
3.Minkabel(-)vande
startaccu
4.Minkabel(-)vanhet
motorblok
4.Koppelhetandereuiteindevandepluskabel
aanopdepluspoolvandestartaccu.
5.Sluitdezwarteminkabel(-)aanopdeandere
pool(min)vandestartaccu.
6.Maaktenslottedelaatsteaansluitingophet
motorblokvandemachinemetdelegeaccu
(nietopdeaccupool),openigeafstandvande
accu,enhoueenveiligeafstandaan(Figuur
51).
5.Startaccu
6.Ontladenaccu
7.Motorblok
g012785
45

Onderhoud
aandrijfsysteem
Desporingafstellen
Opmerking:Desporingsknopzitonderdestoel.
Figuur51
1.Motorblok
7.Startdemachineenneemallekabelsin
omgekeerdevolgordeweg(eerstdeminkabel
vanhetmotorblokloskoppelen)
2.Minkabel(-)
g209397
g013117
Opmerking:Draaidezeknopvoordejnafstelling
zodatdemachinerechtvooruitrijdtalsderijhendels
volledignaarvorenzijngeduwd.
1.Laatdemachinegedurendeminstens5minuten
op3/4snelheiddraaienzodatdehydraulische
vloeistofdebedrijfstemperatuurbereikt.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
4.Kanteldestoelnaarvorenombijde
sporingsknoptekunnen.
5.Draaideknopnaarrechtsommeernaarrechts
testuren,ennaarlinksommeernaarlinkste
sturen.
6.Maakdeinstellinginstappenvan1/8
omwentelingtotdatdemachinerechtvooruit
spoort.
7.Controleerenverzekeruervandatdemachine
nietkruiptinneutraalmetuitgeschakelde
parkeerrem(Figuur52).
Figuur52
1.Sporingsknop
g025157
46

Debandenspanning
Lagersvandraaipuntvan
controleren
Onderhoudsinterval:Omde40bedrijfsuren
Zorgdatdebandenachtereenspanningvan103kPa
hebben.Eenongelijkebandenspanningkanleidentot
onregelmatigemaairesultaten.Debandenspanning
kanhetbestbijkoudebandenwordengecontroleerd.
Opmerking:Devoorbandenzijnsemi-pneumatisch
enhoevennietopspanningtewordengehouden.
Figuur53
zwenkwielafstellen
Onderhoudsinterval:Omde500bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdestofkapvanhetzwenkwielendraai
deborgmoeraantotdatdeschotelverenvlak
liggen.Draaidemoerdan1/4slagterugomde
voorspanningopdelagersintestellen(Figuur
54enFiguur55).
Belangrijk:Controleerdatdeschotelveren
juistzijngeplaatstzoalsinFiguur54en
g001055
Figuur55.
4.Plaatsdestofkap.
Opmerking:Gebruikgeeninternecoatingof
schuimvullingindebanden.
Dewielmoerencontroleren
Controleerdewielmoerenendraaizevastmeteen
torsievan122tot129N·m.
Desleufmoerenvande
wielnaafcontroleren
Onderhoudsinterval:Nadeeerste100bedrijfsuren
Omde500bedrijfsuren
Controleerofhetkoppelvandeingekeeptemoer373
tot475Nmbedraagt.
g001297
Figuur54
Voorzwenkwiel
1.Veerringen
2.Borgmoer
3.Stofkap
47

Onderhoudkoelsysteem
Veiligheidvanhet
koelsysteem
•Motorkoelvloeistofinslikkenkanvergiftiging
veroorzaken;buitenhetbereikvankinderenen
huisdierenhouden.
•Alsuhete,onderdrukstaandekoelvloeistofover
uheenkrijgtofinaanrakingkomtmeteenhete
radiateurofomliggendedelen,kuntuernstige
brandwondenoplopen.
g006850
Figuur55
Zwenkwielachter
1.Schotelveren
–Laatdemotoraltijdminstens15minuten
afkoelenvoordatuderadiateurdoplosdraait.
–Gebruikeendoekalsuderadiateurdop
verwijdertendraaidedoplangzaamopenom
destoomtelatenontsnappen.
Motorschermenoliekoeler
vandemotorreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijderaangekoektgrasofvuilvanhetschermvan
deoliekoelerenhetmotorscherm(Figuur56).
Figuur56
Verwijderaangekoektgrasofandervuilvanhet
motorscherm.Ditdraagtbijtoteenadequatekoeling
eneencorrectmotortoerentalenverkleintdekansdat
demotoroververhitraaktenmechanischeschade
oploopt(Figuur56).
g008804
g009191
48

Onderhoudvan
motoroliekoeler
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdebevestigingsmoerenvande
brandstoftankenzwaaidebrandstoftanknaar
buiten.
4.Borstelvuilvandevinnenvandeoliekoeler.
5.Zwenkdebrandstoftanknaarbinnenenzet
dezevastmetdemoeren.
6.Draaidemoeren½slagterugzodatdetank
kanuitzetten.
Onderhoudenremmen
Deparkeerremafstellen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste100bedrijfsuren
Omde500bedrijfsurendaarna
Zorgdatderemgoedisafgesteld.Volgdeze
procedurewanneerueenonderdeelvanderemheeft
verwijderdofvervangen.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Zetdeparkeerremvrij.
4.Kanteldebestuurdersstoelnaarvoren.
5.Zorgdatergeenspelingistussende
parkeerremhendelendeverbinding.
Dekoelribbenen
uitlaatringenreinigen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderhetluchtinlaatroosterende
ventilatorbehuizing.
4.Verwijdervuilengrasvandemachineonderdelen.
5.Monteerhetluchtinlaatroosterende
ventilatorbehuizing.
6.Indieninstellingnoodzakelijkis:verwijderde
gaffelpenendraaideverbindinglinksomom
dezelangertemakenenrechtsomomdeze
kortertemaken.
Figuur57
1.Parkeerrem
2.Draaihethuis
3.Gaffelpen
4.Snelheidshendel
5.Stuurhendels
g020488
7.Meetdelengtevandeingedrukteveervan
beideverticaleveereenheden.
Opmerking:Deveermoeteenlengtevan6
tot7cmhebben.Indieninstellingnoodzakelijk
is:steldemoeraandebovenkantvande
49

veereenheidinomdegewenstelengtete
bereiken.
g020525
Figuur59
1.22,7tot23,3cm2.Moeren
9.Zetderemmenaanenuitomhetgoed
inschakelenenloskomentecontroleren.Wijzig
deinstellingindiennoodzakelijk.
Figuur58
1.Parkeerrem4.Verticaleveereenheid
2.Stuurhendel
3.Snelheidshendel
5.Moer
6.6tot7cm
8.Steldelengtevandeverbindinginmetde2
moerenonderaandeverticaleveereenheid
(Figuur59).
Opmerking:Deverbindingmoeteenlengte
hebbenvan22,7tot23,3cm.
g020489
Opmerking:Alsderemmenuitgeschakeld
zijnmoeterweinigtotgeenspelingzijninde
verbinding,enmogenderemmennietaanlopen.
50

Onderhoudriemen
Riemencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde40bedrijfsuren
Vervangderiemalsdezeversletenis.Eenaantal
indicatiesvaneenversletenriem:eengierend
geluidtijdenshetdraaienvanderiem,demessen
dieslippentijdenshetmaaien,gerafelderandenen
schroeiplekkenenscheurenopderiem.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Tildegrasvangbakomhoog,controleerde
aandrijfriemenvandepompenenaftakasop
slijtage,barstjesofvervuiling.
Opmerking:Deriemenstaanonder
veerspanningerisgeeninstellingnodig,tenzij
deriemenwordenvervangen.
Figuur60
1.Spanpoelie
2.RiemgeleiderB6.RiemgeleiderA
3.Aandrijfriemvande
aftakas
4.Omloopas
9.Schakeldeaftakashendelin.
10.Draaiderembandnaaronderen,totde
oorspronkelijkepositie.
11.Gebruikdegaffelpenendehaarspeldveerom
derembandtebevestigen.
12.Maakdecontramoerenlos,steldeverbinding
intotdatdebovenkantvandespannerarm
uitgelijndismetdeonderkantvandeinkeping
omdeveerarmzoalsinFiguur61.
5.Motor
7.Blazer
g006836
Vervangenvande
aandrijfriemenvande
aftakas
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Metuitgeschakeldemotor:schakelde
aftakashendelinenverwijderdehaarspeldveer
engaffelpenonderaanderembandvande
aftakas.
4.Draaiderembandnaarbovenzodatdezede
riemennietindewegzit.
5.Schakelaftakashendeluit.
6.Maakderiemgeleiderslos:AenB(Figuur60).
7.Verwijderderiemen.
8.Plaatsdenieuweriemenopdepoelieszoals
inFiguur60.
g006837
Figuur61
1.Veerarm
2.Draaidecontramoerenlos.
3.Metingeschakeldeaftakas:lijndebovenkantvande
spannerarmuitmetdeinkepingvandeveerarm.
4.Armvanspanpoelie
51

13.Trekdecontramoerenaanenschakel
aftakashendeluit.
14.Schakeldeaftakashendelinencontroleerde
uitlijning.
15.ControleerderiemgeleiderszoalsinInstellen
vanderiemgeleiders(bladz.52)ensteldezein.
Aandrijfriemvanpomp
vervangen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdeaandrijfriemenvandeaftakas;zie
Vervangenvandeaandrijfriemenvandeaftakas
(bladz.51).
Instellenvande
riemgeleiders
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstel
deparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Schakeldeaftakashendelinterwijldemotor
uitgeschakeldis.
4.StelderiemgeleidersinzoalsinFiguur63.
4.Trekaandeveerspannerofverwijderdeveer
omdespanningvandeaandrijfriemvande
pomptehalen.
5.Verwijderdeouderiem.
6.Leiddenieuweriemopdeschijvenzoals
getoondopdestickerachteropdelinkerkapvan
deaandrijving(Figuur62).
Figuur62
g006839
Figuur63
1.3mm4.Draaide
draadvormgeleiderom
deriemenindegeleiderte
centreren.
2.11mm5.6mm
3.3mmspeling6.8mm
g006838
1.Aandrijfriemvanpomp
2.Pomp
3.Spanpoelie
4.Pomp
5.Spanpoelie
6.Motor
7.Deriemenvandeaftakasmonteren;zie
Vervangenvandeaandrijfriemenvandeaftakas
(bladz.51).
52

Onderhoud
E.Schakeldeparkeerreminencontroleer
destuurhendels.
bedieningsysteem
Instellingvande
achteruit-stopstang
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Controleerdebewegingvandestuurhendels:
•Alsdehendelsietsnaarvorenkunnen
bewegen,max.3mm,danisergeen
instellingnodig.
•Alsdehendelsnietbewegenvoerdande
volgendestappenuit:
A.Klapdestoelnaarboven,ofverwijder
hetstoelframe(metdaaropdestoel
gemonteerd),vooreengoedzichtopde
stuurasomdezeinstellingtemaken.
B.Zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand.
F.HerhaalstapCtotenmetEtotdatutot
3mmspelingverkrijgt.
G.Monteerhetstoelframeindienditinstap
Averwijderdwas.
Instellenvandespanning
vandesnelheidshendel
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Steldekantelmoeraanhetuiteindevande
stangin,aandevoorkantvanhetrechter
bedieningpaneel(Figuur65).
Opmerking:Steldespanningzohoogindat
desnelheidshendeltijdensbedrijfopzijnplaats
blijft,enlaaggenoegdatudezegemakkelijk
kuntinstellen.
C.Zetdeparkeerremvrij.
D.Steldelengtevandestangindoorde
contramoerlostemakenendestang
tedraaien.
g020487
Figuur65
1.Kantelmoer4.Frictieplaat
2.Schotelveren
3.Frictieplaat
snelheidsregeling
g020490
Figuur64
1.Parkeerrem
2.Moer
3.Stuurhendel
4.Snelheidshendel
5.Gaffelpenenstopstang
5.Frictiebeugel
snelheidsregeling
6.Snelheidshendel
53

Instellenvandeverbinding
vandesnelheidshendel
WAARSCHUWING
Demotormoetlopenendeaandrijfwielen
moetendraaienomderijhendelstekunnen
afstellen.Contactmetbewegendeonderdelen
ofheteoppervlakkenkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
Houduwvingers,handenenkledinguitde
buurtvandraaiendeonderdelenenhete
oppervlakken.
VOORZICHTIG
Vertrouwnooituitsluitendopeen
mechanischeofhydraulischekrikom
hetmaaidekopteheffenvoorserviceofonderhoudswerkzaamheden.Ditkan
gevaarlijkzijn.Eenmechanischeof
hydraulischekrikkaneenmachinesomsniet
goedondersteunenofslechtfunctioneren,
waardoordemachinekanvallen.Ditkan
letselveroorzaken.
vooruitomdevloeistofinhethydraulische
systeemopbedrijfstemperatuurtebrengen.
8.Zetdesnelheidshendelteruginde
NEUTRAALSTAND.
9.InstellenvandeNEUTRAALstand:stel
deverbindingenindelinkerenrechter
pompregelstangen(diedebesturingverbinden
metderegelarmenvandepompen)bijtotdatde
wielenstoppen,oflangzaamachteruitkruipen
(Figuur66).
10.Steldelinkerpompverbindingindoorde
sporingsknoptedraaien.
11.Stelderechterverbindingindoordedubbele
moerenmeteensleutelteverdraaien(Figuur
66).
Vertrouwnooituitsluitendopeen
mechanischeofhydraulischekrikom
hetmaaidekopteheffen.Gebruikgoede
assteunenofgelijkwaardigemiddelenomde
machineteondersteunen.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdeelektrischeaansluitingvande
stoelveiligheidsschakelaar,directvoorde
stoelschakelaar.
4.Plaatshetchassisopassteunenzodatdewielen
vrijkunnendraaien.
Opmerking:Umoetdeneutraalstandafstellen
terwijldeaandrijfwielendraaien.
5.Bevestigtijdelijkeenverbindingssdraadover
deaansluitingenindeconnectorvande
stoelveiligheidsschakelaarvandekabelboom.
6.Startdemotor.
7.Laatdemachineminimaal5minutendraaien
metdesnelheidshendelopvolledigesnelheid
Figuur66
1.Draaidesporingsknop
aandelinkerkant.
12.Zetdestuurhendelsindeachteruit-stand.Oefen
eenbeperktedrukuitopdestuurhendelsenlaat
zenaarNEUTRAALterugkeren.
2.Draaidedubbelemoeren
aanderechterkant.
Opmerking:Dewielenmoetenophouden
metdraaienoflangzaamkruipeninde
achteruitstand.
13.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
14.Maakdeverbindingsdraadlosvandeconnector
vandekabelboomensluitdeconnectoraanop
destoelschakelaar.
15.Laatdemachineopdegrondzakken.
g006843
54

Deaandrijvingspoelievan
deaftakasuitlijnen
Lijndeaandrijvingspoelievandeaftakasuitinde
volgendegevallen:
•Navervangingofonderhoudvandeventilator.
•Nahetlosmakenvandebevestigingsboutenvan
demotorofvervangingofverstellingvandemotor.
•Nahetlosmakenvandebevestigingsboutenvan
deomloopasofvervangingofverstellingvande
omloopas.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdebevestigingsmoerenvande
brandstoftankenzwaaidebrandstoftanknaar
buiten.
Figuur67
1.Lijndevlakkenvandeze
3aandrijvingspoeliesvan
depompuitbinnen0,8tot
1,6mm.
2.Lijndevlakkenvandeze
3aandrijvingspoeliesvan
deaftakasuitbinnen0,8
tot1,6mm.
9.Trekde4bevestigingsboutenvandemotoren
de4bevestigingsboutenvandeomloopasaan.
Controleerdeuitlijningnahetaantrekkenvan
debouten.
10.Monteerdespanveervandepompriem.
g006846
4.Controleerdatdeventilatorgemonteerdisen
goedvastzit.
5.Maakdevierbevestigingsboutenvandemotor
los.
6.Maakdespanveervandepompriemlos.
7.Maakdevierbevestigingsboutenvande
omloopaslos.
8.Meetvanafdepoelievandeventilator:verstel
demotorendeomloopastotdatdeachterkanten
vanalle3poeliesbinnen0,8tot1,6mmgelijk
liggen(Figuur67).
Opmerking:Lijnde3vlakkenuitmeteen
liniaal.
11.Zwaaidebrandstoftanknaarbinnenenplaats
debevestigingsmoerenvandetank.
12.Deaandrijvingspoelievandepompuitlijnen;
Uitlijnenvandeaandrijvingspoelievandepomp
(bladz.56).
55

Uitlijnenvande
Instellenvandeveervan
aandrijvingspoelievan
depomp
Indevolgendegevallenmoetdeaandrijvingspoelie
vandepompwordenuitgelijnd:
•Nahetlosmakenvandebevestigingsboutenvan
demotorofvervangingofverstellingvandemotor.
•Alsdeaandrijvingspoeliesvandepompzijn
losgemaakt,verplaatstofvervangen.
•Deaftakaspoeliewerduitgelijnd;zieDe
aandrijvingspoelievandeaftakasuitlijnen(bladz.
55).
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdestelschroevenvanbeidepomppoelies
los.
deaftakasrem
Steldeveervandeaftakasremalleenafalsde
ventilatorverwijderdofvervangenwerd,ofalsde
spannerarmvandeaftakasaandrijvinggedemonteerd
is.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Zoekderemveerendraaide2contramoeren
naarhetuiteindevanderemveerstang(Figuur
68).
4.Draaidecontramoerentegenelkaaraanhet
uiteindevanderemveerstang.
4.Meteenliniaal:lijnelkepomppoelieuitmet
demotorpoeliedoordezeoverdepompaste
schuiven(Figuur67).
5.Zetstelschroevenvandepoeliesvasten
controleerdeuitlijning.
g006848
Figuur68
1.Zetdecontramoerenhiervast.
2.Veervanaftakasrem
56

Hetdekselvandehopper
Instellenvandestopvan
instellen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdezesmoerenvandescharnierenvan
hetdeksellos(Figuur69).
4.Openhetdekselenplaatseenrubberenstrip
(9,5mm)ofslangvan(diameter9,5mm)tussen
dehopperenhetdekselvandehopper(Figuur
69).
5.Sluithetdekselenduwdittegendehopper.
6.Zetdebevestigingsmiddelenvandescharnieren
vast.
7.Opendehopperenverwijderderubberenstrip.
deborgpenophetmaaidek
1.Schuifdeborgpennenvanhetmaaidekaan
beidezijdenvanhetmaaideknaarbinnenen
draaizeomhetmaaidekindebedrijfsstandte
vergrendelen.
2.Maakdecontramoerlosendraaidestopschroef
rechtsomtotdatdeborgpenstrakstaatenniet
metdehandkanwordengedraaid(Figuur70).
g007581
Figuur70
1.Draaidestopschroefrechtsomtotdeborgpenstrakstaat;
draaivervolgens½slagterug.
2.Draaidecontramoerlos.
1.Maakdescharniermoeren
vanhetdeksellos–3aan
elkekant.
3.Draaidestopschroef½slaglinksomenzetde
contramoervast.
4.Controleerofdeborgpenvrijkanschuiven.
Wijzigdeinstellingindiennoodzakelijk.
g025251
Figuur69
2.Plaatshiereenrubber
stripofslangvan1cm.
57

Onderhoudhydraulisch
systeem
Veiligheidvanhet
hydraulischesysteem
•Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid.
Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnenenkeleuren
operatiefwordenverwijderddooreenarts.
•Controleerofallehydraulischeslangenen
leidingeningoedestaatverkerenenalle
hydraulischeaansluitingenenttingsstevig
vastzittenvoordatudrukzetophethydraulische
systeem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk
hydraulischevloeistofontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
•Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat
verrichtenaanhethydraulischesysteem.
Opmerking:Vooreengoedeaezingmoetu
hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren
wanneerdemachineafgekoeldis.
4.Tildestoelomhoog;zieBestuurdersstoel
ontgrendelen(bladz.19).
5.Maakdeomgevingvandepeilstokvanhet
hydraulischereservoirschoon(Figuur71).
6.Verwijderdepeilstokuithethydraulische
reservoir(Figuur71).
7.Veegdepeilstokschoonendraaidepeilstokin
hetreservoir.
8.Neemdepeilstokeruitenbekijkhetuiteinde
(Figuur71).AlshetpeilzichbijhetT oevoegen
merktekenbevindt,gietdanlangzaam
voldoendevloeistofinhetreservoiromhetVol
merktekentebereiken.
Belangrijk:Vuldehydraulischeinstallaties
nietteveel,ditkantotschadeleiden.
Gebruikdemachinenietalsdevloeistof
onderhetToevoegenmerktekenstaat.
9.Plaatsdepeilstok.
Specicatieshydraulische
vloeistof
Typehydraulischevloeistof:T oro
hydraulischevloeistofofMobil
Belangrijk:Gebruikdevoorgeschrevenvloeistof.
Anderevloeistoffenkunnenschadeaanhet
systeemveroorzaken.
Capaciteithydraulischetank:5,7liter
®
115W-50.
®
HYPR-OIL
Hydraulischevloeistof
controleren
Onderhoudsinterval:Omde40bedrijfsuren—Het
peilvandehydraulischevloeistof
controleren.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Laatdemotorenhethydraulischesysteem
10minutenafkoelen.
™
500
g025772
Figuur71
1.Vol2.Toevoegen
Hydraulischevloeistof
verversenendelter
vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste100
bedrijfsuren—Vervanghet
hydraulischelterenververs
dehydraulischevloeistofinhet
reservoiralsuomhetevenwelk
typevloeistofgebruikt.
Omde250bedrijfsuren—Vervanghet
hydraulischelterenverversdehydraulische
vloeistofinhetreservoirbijgebruikvan
®
Mobil
omstandigheden).
1vloeistof(vakerbijvuileofstofge
58

Omde500bedrijfsuren—Vervanghet
hydraulischelterenverversdehydraulische
vloeistofinhetreservoirbijgebruikvanT oro
HYPR-OIL
bijvuileofstofgeomstandigheden).
™
500hydraulischevloeistof(vaker
Opmerking:Gebruikeenzomerlterbijeen
temperatuurvan0°Cofhoger.Gebruikeen
winterlterbijeentemperatuurvan0°Coflager.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdeomgevingvanhetlterzorgvuldig
schoon.
Belangrijk:Verzekerdatergeenaardeof
vervuilinginhethydraulischesysteemkan
komen.
Dehydraulischepompen
®
controlerenenreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Zetdestoelomhoog.
4.Verwijdervervuilingengrasvandehydraulische
pompen.
5.Zetdestoelomlaag.
4.Schroefhetlterlos,verwijderhet,laatde
vloeistofuithetreservoirlopen.
Belangrijk:Vervangdevloeistofinhet
hydraulischesysteemniet(m.u.v.hetverlies
bijhetvervangenvanhetlter)tenzijde
vloeistofverontreinigdisofbijzonderheet
isgeworden.Hetonnodigvervangenvan
dehydraulischevloeistofkanleidentot
schadeaanhydraulischesysteemdoordat
ervervuilinginkomt.
5.Voordateennieuwltergemonteerdwordtmoet
hetwordengevuldmetT oro
hydraulischevloeistofenmoetereendunne
laagvloeistofophetoppervlakvanderubber
afdichtingwordenaangebracht.
6.Draaihetlterrechtsomtotdatderubber
afdichtingdelteradapterraakt,draaihetlter
dannog⅔tot¾slagaan.
7.Vulhetreservoirzoalsbeschrevenin
Hydraulischevloeistofcontroleren(bladz.58).
8.Brengdeachterkantvandemachineomhoogen
plaatsdezeopassteunen(ofeengelijkwaardige
ondersteuning),nethooggenoegomde
aandrijfwielenvrijtelatenronddraaien.
®
HYPR-OIL
™
500
9.StartdemotorenzetdegashendelopVOLGAS.
10.Zetdesnelheidshendelsopvollesnelheiden
laatdemachineenkeleminutendraaien.
11.Schakeldemachineuitencontroleerhet
vloeistofpeil.
59

Onderhoudvan
maaimessen
Veiligheidvandemessen
•Controleeropgezettetijdendemaaimessenop
slijtageofbeschadigingen.
•Weesvoorzichtigalsudemessencontroleert.
Omwikkeldemaaimessenofdraag
handschoenenenweesvoorzichtigalsu
onderhoudswerkzaamhedenaandemaaimessen
verricht.Demaaimessenmogenalleenworden
vervangenofgeslepen,probeerzenooitrechtte
makenoferaantelassen.
•Letopdatbijmachinesmetmeerderemaaimessen
anderemessenkunnengaandraaiendoordatu
éénmesdraait.
•Vervangversletenofbeschadigdemessenen
boutenaltijdalscompletesetomeengoede
balanstebehouden.
g006530
Figuur72
1.Snijrand3.Slijtage/groefvorming
2.Gebogendeel4.Scheur
Controleopkrommemessen
1.Draaidemessentotdatdeuiteindeninde
lengterichtingliggen.
2.Meetdeafstandtusseneenhorizontaal
oppervlakendesnijrand,standA,vande
messen(Figuur73).
Onderhoudvande
maaimessen
Omeengoedmaairesultaatteverkrijgen,moetu
demaaimessenscherphouden.Omhetslijpenen
vervangentevergemakkelijken,ishethandigextra
messeninvoorraadtehebben.
Vóórcontroleenonderhoudvan
demaaimessen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenmaak
debougiekabelslos.
Demaaimessencontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Controleerdesnijranden(Figuur72).
2.Alsderandennietscherpzijnofbramen
vertonen,moetuhetmaaimesverwijderenen
slijpen;zieDemaaimessenslijpen(bladz.61).
3.Controleerdemessen,inhetbijzonderhet
gebogendeel.
Figuur73
1.Meethierdeafstandvan
hetmestothetharde
oppervlak
3.Draaidetegenovergesteldeuiteindenvande
messennaarvoren.
4.Meetdeafstandtusseneenhorizontaal
oppervlakendesnijrandvandemessenop
dezelfdeplaatsalsinbovengenoemdestap2.
2.StandA
Opmerking:Hetverschiltussendeafstanden
diezijngemetenbijstap2enstap4magniet
meerdan3mmzijn.
g000975
4.Alsuscheuren,slijtageofgroefvormingindit
deelconstateert,moetudirecteennieuwmes
monteren(Figuur72).
Opmerking:Alsditverschilmeerbedraagt
dan3mm,ishetmeskromenmoethetworden
vervangen.
60

Maaimessenverwijderen
Vervangmessendieeenvastvoorwerphebben
geraaktofuitbalansofkromzijn.
Opmerking:Onthouddepositievanhet
roodgekleurdemes.Gezienvanuitdenormale
gebruikerspositiebevindtditzichaanderechterkant.
1.Tilhetmaaidekopenzethetvastindebovenste
stand.ZieHetmaaidekomhoogbrengeninde
onderhoudsstand(bladz.16).
2.Pakhetuiteindevanhetmesvastmeteendoek
ofeendikkehandschoen.
3.Verwijderhetmes,deonderlegring,ende
mesboutwaarmeehetmesenhetaandrijfstuk
bevestigdzijn(Figuur74).
g000552
Figuur75
1.Onderoorspronkelijkehoekslijpen.
2.Controleerdebalansvanhetmesmeteen
mesbalans(Figuur76).
Opmerking:Alshetmeshorizontaalblijft,is
hetinbalansengeschiktvoorgebruik.
Opmerking:Alshetmesnietinbalansis,
moetuwatmetaalafvijlenvanhetuiteindevan
devleugel(Figuur75).
g000553
Figuur76
1.Mes2.Mesbalans
3.Herhaalditindiennodigtotdathetmesinbalans
is.
Figuur74
1.Mesbout
2.Ring5.Borgmoeren
3.Schijfbouten
4.Aandrijfstuk
4.Neemhetaandrijfstukvanhetoudemes(Figuur
74).
Demaaimessenslijpen
1.Gebruikeenvijlomdesnijrandenaanbeide
uiteindenvanhetmesteslijpen(Figuur75).
Opmerking:Houddaarbijdeoorspronkelijke
hoekinstand.
Opmerking:Hetmesblijftinbalansalsuvan
beidesnijrandendezelfdehoeveelheidmateriaal
verwijdert.
g007578
Maaimessenmonteren
Opmerking:Zorgdatuhetroodgekleurdemesaan
derechterkantmonteert.
1.Monteerhetaandrijfstukopdenieuwe
maaimessenmetdebreekboutenen
borgmoeren(Figuur74).
2.Draaideschijfboutenvastmeteentorsievan
922tot1 130N·m.
Opmerking:Bijhetmonterenvanhetmesop
hetmaaidekmoetudeplatteaandrijfvlakken
vandemessenuitlijnenmetdeplattevlakken
opdeas.
3.Monteerhetmes,onderlegring,enmesboutop
despilas(Figuur74).
4.Draaidemesboutvastmeteentorsievan1 15
tot149N·m.
5.Zethetmaaideknaarbenedeninde
bedrijfsstand.ZieHetmaaideknaarbeneden
zettenindebedrijfsstand(bladz.17).
61

WAARSCHUWING
Hetwerkenmeteenmaaidekmetlosse
ofverzwaktemesboutenkangevaar
opleveren.Dooreenlosseofverzwakte
mesboutzoueenbladdatophoge
snelheiddraaituithetmaaidekgeworpen
kunnenwordenentoternstigletselof
schadekunnenleiden.
•Vervangdemesboutnahetrakenvan
eenvoorwerp.
•GebruikalleenorigineleToro
onderdelen.
•Brenggeensmeermiddelaanopde
schroefdraadvandeboutofspindel
voordemontage.
Maaidekhorizontaalstellen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Controleerdebandenspanningvande
aandrijfbanden;zieDebandenspanning
controleren(bladz.47).
4.Controleerofallehaarspeldverenzichbevinden
indehoogtegatenvan7,62cmvanhet
maaidek,metdeafstandsstukkenonderde
haarspeldveren(Figuur77).
5.Stelelkesteunpenvanhetmaaidekkorterof
langerinzodathetuiteindevanhetmeseen
hoogteheeftvan7,62cmaandevoorkantvan
hetmaaideken8,26cmaandeachterkantvan
hetmaaidek(Figuur77).
Opmerking:Depennenvooraanzijnin
hetmaaidekgeschroefdenhebbeneen
contramoer.Depennenachteraanhebbeneen
ingeschroefdepenmeteencontramoer.
Maaidekverwijderen
WAARSCHUWING
Hetgebruikvandezemachinezondereen
goedgekeurdT orowerktuigaandevoorzijde
verhoogthetrisicodatdebestuurderwordt
gegrependoordeaandrijfwielenofdatde
machinenaarvorenkantelt.Ditzoukunnen
leidentotdedoodofernstigletsel.
Bijhetgebruikvandezemachinezondereen
goedgekeurdT orowerktuigaandevoorzijde
moetmen:
•Devoetenenkledinguitdebuurtvande
bandenhouden.
•Hetgebruikbeperkentothetminimum
datnodigiseenanderwerktuigaande
voorzijdetemonteren.
•Desnelheidminimaalhoudenenextreem
voorzichtigzijn.
•Alleenopvlakkeondergrondwerken.
•Geenaanhanger-oprijplaatop-ofafrijden.
•Plotselingeversnellingenvertraging
voorkomen.
Belangrijk:Transporteerdezemachineniet
zondereengoedgekeurdT orowerktuigaande
voorzijde.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
g007580
Figuur77
Rechterkantgetoond
1.Haarspeldveer
2.Afstandsstuk
3.Steunpenvanhetmaaidek
62
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Zethetmaaidekindegehevenstandenzet
hetvastmetdeborgpennen.ZieHetmaaidek
omhoogbrengenindeonderhoudsstand(bladz.
16).

4.Verwijderdehaarspeldverenenringenaande
bovenkantvandeveervandemaaidekliftaan
elkekantvandemachine(Figuur78).
Figuur78
1.Veerpenonderhetbedieningspaneel
2.Zetdeverenvastmeteenringenhaarspeldveer
3.Schuifdeveeropdeveerpen
5.Verwijderdeveervandeveerpen.Herhaaldit
aandeanderekantvandemachine.
g233982
Figuur79
g006788
1.Duwarm
2.Lynchpen
3.Buisvanduwarm
8.Maakdeboutenlosdieaanderubberenkap
zijnbevestigd(Figuur80).
6.Ontgrendelhetmaaidekuitdegehevenstand
enlaathetmaaideklangzaamopdegrond
zakken,zieHetmaaideknaarbenedenzetten
indebedrijfsstand(bladz.17).
Opmerking:Hetmaaidekiszwaarderalsude
verenvandeveerpennenverwijdert.Laathet
maaidekvoorzichtigzakken.
7.Verwijderdeborgpennenaandevoorkantvan
deduwarmenaanbeidekantenvandemachine
(Figuur79).
g036545
Figuur80
1.Bouten
2.Rubberenkap
9.Ontgrendeldestoelenkoppeldeaandrijfaslos
metdesnelkoppelingbijdeomloopas(Figuur
81).ZieBestuurdersstoelontgrendelen(bladz.
19).
63

indeonderhoudsstandenzetde
maaidekvergrendelingopdehaakvast.
ZieHetmaaidekomhoogbrengeninde
onderhoudsstand(bladz.16).
10.Monteerdeverenopdeveerpennenonderde
bedieningspanelenlinksenrechts,enzetdeze
vastmeteenringeneenhaarspeldveer(Figuur
78).
11.Maakdevergrendelingvanhetmaaideklos,
laathetmaaideklangzaamopdegrondzakken
enzetdeborgpennenaanweerszijdenvast.
ZieHetmaaideknaarbenedenzetteninde
bedrijfsstand(bladz.17).
Figuur81
1.Omloopas2.Aandrijfas
10.Trekhetmaaideknaarvorenomditvande
machineteverwijderen.
Hetmaaidekmonteren
Belangrijk:Transporteerdezemachineniet
zondereengoedgekeurdT orowerktuigaande
voorzijde.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Rolhetmaaideknaardemachinemetde
uitwerpbuisnaarbeneden.Verzekerdat
deverenvanhetmaaidekzichbevinden
bovenhetaangedrevenwielenonderhet
bedieningspaneel,aanelkekant.
4.Ontgrendeldestoelenkanteldezenaarvoren.
5.Monteerdeaandrijfasopdeomloopas(Figuur
81).
6.Lijndeduwbuizenvanhetmaaidekopde
duwarmenvandemachineenduwhetmaaidek
naarachteren.
7.Zetdeduwarmenmetdeborgpennenvastaan
delinker-enrechterkantvandemachine(Figuur
79).
8.Lijnhetbovenstegedeeltevanderubberenkap
uitenzetdezemetdebevestigdeboutenvast
(Figuur80).
9.Maakdeborgpennenvanhetmaaidek
losaanbeidekanten,tilhetmaaidek
g006785
Instellenvandestopvan
deborgpenophetmaaidek
1.Schuifdeborgpennenvanhetmaaidekaan
beidezijdennaarbinnenendraaiomhet
maaidekindebedrijfsstandtevergrendelen.
2.Maakdecontramoerlosendraaidestopschroef
rechtsomtotdatdeborgpenstrakstaatenniet
metdehandkanwordengedraaid(Figuur82).
g007581
Figuur82
1.Draaidestopschroefrechtsomtotdeborgpenstrakstaat,
draaidezedan½slagterug.
2.Draaidecontramoerlos
3.Draaidestopschroef½slaglinksomenzetde
contramoervast.
4.Controleerdatdeborgpenvrijkanschuiven.
Pasdespanningindiennodigaan.
64

Reiniging
Stalling
Deonderkantvanhet
maaidekreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelin
deNEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Tilhetmaaidekopenzethetvastindebovenste
stand.ZieHetmaaidekomhoogbrengeninde
onderhoudsstand(bladz.16).
4.Verwijdergrasdatzichheeftopgebouwdonder
hetmaaidek.
5.Zethetmaaideknaarbenedeninde
bedrijfsstand.ZieHetmaaideknaarbeneden
zettenindebedrijfsstand(bladz.17).
Verwijderenvanvervuiling
Veiligheidtijdensopslag
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Umagdemachineofdebrandstofnietbewarenin
denabijheidvaneenopenvuur,nochdebrandstof
binnenshuisofineenafgeslotenaanhanger
aftappen.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v .vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
Reinigenenopslaan
1.Schakeldemesschakelaar(aftakas)uitenstel
deparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
vandemachine
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdesnelheidshendelinde
NEUTRAALstand,schakeldemesschakelaar
(aftakas)uitensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderolie,vuilengrasalsditopdemachine
isaangekoekt,vooralronddebrandstoftank,de
motorenbijdeuitlaat.
Afvalafvoeren
Motorolie,accu's,hydraulischevloeistofen
motorkoelvloeistofverontreinigenhetmilieu.Verwijder
dezestoffenvolgensdeplaatselijkevoorschriften.
3.Verwijdermaaisel,vuilenvetvandebuitenkant
vandegehelemachine,metnamevandemotor
enhethydraulischesysteem.Vuilenkafvan
debuitenkantvandecilinder,dekoelribben
vandecilinderkopenhetventilatorbehuizing
verwijderen.
Belangrijk:Ukuntdemachinemeteenmild
reinigingsmiddelenwaterwassen.Wasde
machinenooitmeteenhogedrukreiniger.
Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde
buurtvanhetbedieningspaneel,demotor,
dehydraulischepompenendeaccu.
4.Controleerdewerkingvandeparkeerrem;zie
Deparkeerremafstellen(bladz.49).
5.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.38).
6.Smeerdemachine;zieSmering(bladz.33).
7.Verversdeolieinhetcarter;zieMotorolie
verversen/oliepeilcontroleren(bladz.39).
8.Controleerdebandenspanning;zieDe
bandenspanningcontroleren(bladz.47).
9.Vervanghethydraulischelter;zieHydraulische
vloeistofverversenendeltervervangen(bladz.
58).
10.Laaddeaccuop;zieAccuopladen(bladz.43).
65

11.Schraapdikaangekoektgrasenvuilvan
deonderkantvandemaaimachine.Spoel
vervolgensdemachineschoonmeteen
tuinslang.
Opmerking:Laatdemachinelopenmetde
aftakasingeschakeldendemotorophoog
stationairgedurende2tot5minutennahet
wassen.
12.Controleerdestaatvandemaaimessen;
raadpleegOnderhoudvandemaaimessen
(bladz.60).
13.Wanneerdemachinelangerdan30dagenniet
wordtgebruikt,moetdezewordenvoorbereidop
stalling.Demachinewordtalsvolgtvoorbereid
opstalling:
A.Voegeenstabilizer/conditionerop
aardoliebasistoeaandebrandstofinde
tank.Volgdemengvoorschriftenvande
fabrikantvandestabilizerop.Gebruik
geenstabilizeropalcoholbasis(ethanolof
methanol).
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkt
hetbestalshetmetversebrandstofwordt
gemengdenaltijdwordtgebruikt.
17.Staldemachineineenschone,drogegarage
ofopslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuithet
contactenbewaarhetbuitenhetbereikvan
kinderenenonbevoegdepersonen.Dekde
machineafomdezetebeschermenenschoon
tehouden.
B.Laatdemotorvijfminutenlopen
omdestabilizer/conditionerdoorhet
brandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,laatdezeafkoelenenlaat
debrandstoftankleeglopen.
D.Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdat
dezeafslaat.
E.Umoetbrandstofopdejuistewijze
afvoeren.Voerdebrandstofafvolgensde
plaatselijkgeldendevoorschriften.
Belangrijk:Bewaarbrandstofdie
stabilizer/conditionerbevatnietlanger
danaanbevolendoordefabrikantvan
destabilizer.
14.Verwijderdebougie(s)encontroleerdestaat
ervan;zieOnderhoudvandebougie(bladz.
41).Nadatdebougie(s)uitdecilinderis(zijn)
verwijderd,gietu30ml(2eetlepels)motorolie
indebougie-opening.Gebruikdestartmotor
omdemotortelatendraaienenzodeolieover
decilinderwandteverspreiden.Monteerde
bougie(s).Debougiekabelnietopdebougie(s)
drukken.
15.Controleerallebouten,schroevenenmoeren
endraaidezevast.Repareerofvervang
beschadigdedelen.
16.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelak
bij.Bijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkende
servicedealer.
66

Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Destartmotorslaatnietaan.
Demotorstartniet,startmoeilijkofslaat
af.
1.Deaftakasisingeschakeld.1.Schakeldeaftakasuit.
2.Deparkeerremisuitgeschakeld.
3.Derijhendelsstaannietinde
VERGRENDELDENEUTRAALSTAND.
4.Uzitnietopdebestuurdersstoel.
5.Deaccuisleeg.5.Accuopladen.
6.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
7.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.7.Dezekeringvervangen.
8.Eenvanderelaisofschakelaarsis
defect.
1.Debrandstoftankisleeg.1.Debrandstoftankvullen.
2.Debrandstofafsluitklepisgesloten.2.Opendebrandstofafsluitklep.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Hetcarterbijvullenmetolie.
4.Degashendelstaatnietindejuiste
stand.
5.Erzitvuilinhetbrandstoflter.5.Brandstofltervervangen.
6.Erbevindtzichvuil,waterofoude
brandstofinhetbrandstofsysteem.
7.Hetluchtlterisvuil.7.Reinigofvervanghet
8.Destoelschakelaarwerktnietgoed.
9.Deelektrischeverbindingenzijn
gecorrodeerd,zittenlosofzijndefect.
10.Relaisofschakelaarisbeschadigd.
11.Debougieisvuilofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
12.Debougiekabelisnietaangesloten.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetderijhendelsnaarbuiteninde
vergrendeldeNEUTRAALSTAND.
4.Gaopdebestuurdersstoelzitten.
6.Controleerofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
4.Steldegashendelinhalverwegede
LANGZAMEendeSNELLEstand.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
luchtlterelement.
8.Controleerdeindicatorvoorde
stoelschakelaar.Vervangdestoel
indienditnodigis.
9.Controleerofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
Reinigdeaansluitpolengrondigmet
eenspeciaalreinigingsmiddel,breng
speciaalsmeermiddelaanensluitde
connectorenweeropdejuistewijze
aan.
10.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
11.Bougieafstellenofvervangen.
12.Controleerdeaansluitingvande
bougiekabel.
Demotorverliestvermogen.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetluchtlterisvuil.2.Reinighetluchtlterelement.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Hetcarterbijvullenmetolie.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenboven
demotorzijnverstopt.
5.Deventilatieopeninginde
brandstoftankdopisverstopt.
6.Erzitvuilinhetbrandstoflter.6.Brandstofltervervangen.
7.Erbevindtzichvuil,waterofoude
brandstofinhetbrandstofsysteem.
4.Dekoelribbenendeluchtkanalen
ontstoppen.
5.Brandstoftankdopreinigenof
vervangen.
7.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
67

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorraaktoververhit.
(metbeiderijhendelsvolledigvooruit).
Demachinerijdtniet.
Demachinetriltabnormaal.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Hetcarterbijvullenmetolie.
3.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
deventilatorbehuizingvandemotor
zijnverstopt.
4.Hetluchtlterisvuil.4.Hetluchtlterelementreinigenof
5.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
1.Desporingmoetafgesteldworden1.Steldesporingaf Demachinetrektnaarlinksofnaarrechts
2.Debandenvandeaandrijfwielen
hebbennietdejuistespanning.
1.Deomloopkleppenzijnnietgoed
gesloten.
2.Depompriemisversleten,losofstuk.
3.Deaandrijfriemvandepompisvande
poelieaf.
4.Deveervandespanpoelieiskapotof
ontbreekt.
5.Hetpeilvandehydraulischevloeistof
staattelaagofdehydraulische
vloeistofisteheet.
1.Hetmaaimes(demaaimessen)is(zijn)
verbogenofnietinbalans.
2.Debevestigingsboutvanhetmaaimes
zitlos.
3.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
4.Demotorpoelie,spanpoelieof
mespoeliezitlos.
5.Demotorpoelieisbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Mesasverbogen.6.Neemcontactopmeteenerkende
7.Demotorophangplaatzitlosofis
versleten.
3.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
vervangen.
5.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
2.Brengdeaandrijfbandenopdejuiste
spanning.
1.Sluitdeomloopkleppen.
2.Riemvervangen.
3.Riemvervangen.
4.Veervervangen.
5.Dereservoirsbijvullenmet
hydraulischevloeistofofde
hydraulischevloeistoflatenafkoelen.
1.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
2.Debevestigingsboutvanhetmaaimes
vastdraaien.
3.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
4.Desbetreffendepoelievastzetten.
servicedealer.
servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demaaihoogteisongelijk.
Messendraaienniet.
1.Maaimes(sen)bot.1.Mes(sen)slijpen.
2.Maaimes(sen)verbogenofnietin
balans.
3.Hetmaaidekstaatniethorizontaal.3.Maaidekhorizontaalstelleneninde
4.Deonderkantvanhetmaaidekisvuil.4.Reinigdeonderkantvanhetmaaidek.
5.Debandenspanningisnietcorrect.5.Bandenopjuistespanningbrengen.
6.Deafstandsstukkenzittenverkeerd.
7.Deuiteindenvannaburige
maaimessenstaanopverschillende
maaihoogtes.
1.Dedrijfriemvanhetmaaidekis
versleten,losofstuk.
2.Deaftakasisnietaangesloten.2.Sluitdeaftakasaan.
3.Deaftakasriemisvandepoelie
gelopen.
2.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
correcteschuinstandstellen.
6.Plaatsdeafstandsstukkenonderde
haarspeldveren.
7.Vervangdemaaimessenofassen
en/ofcontroleerhetmaaidekop
beschadiging.
1.Controleerderiemspanningofvervang
deriem.
3.Controleerderiemopschade.
Monteerderiemencontroleerofde
stelassenenriemgeleidersindejuiste
standstaan.
68

Schema's
Elektrischschema(Rev.A)
69
g020385

Hydraulischschema(Rev.A)
g020536
70

PrivacyverklaringEEA/VK
Toro’sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheToroCompany(“T oro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru
verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkTorobedrijfofdealer.Torogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele
verplichtingen–zoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan
terugroepacties–envoorlegitiemezakelijkedoeleinden–zoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen
dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze
activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We
verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Behoudvanuwpersoonlijkegegevens
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke
vereisten.Gelievecontactoptenemenvialegal@toro.comvoormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro’sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar
uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom
ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete
beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaarlegal@toro.com.AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropT orouw
informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen
bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC
