Roland UA-1G Manual [nl]

0 (0)
Gebruikershandleiding
201a, 202
Lees zorgvuldig onderstaande hoofdstukken voordat u dit apparaat gebruikt: “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (P.3; P.5). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. De handleiding moet als handige referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION

HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN

INSTRUCTIES TER VERMIJDING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN
Over WARNING en CAUTION-opmerkingen
Gebruikt voor instructies die de gebruiker
WARNING
CAUTION
waarschuwen voor levensgevaarlijke risico's of risico's op verwondingen indien het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
Gebruikt voor instructies die de gebruiker waarschuwen voor risico's op verwondingen of materiaalschade indien het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
* Materiaalschade verwijst naar schade of
negatieve eecten die veroorzaakt worden met betrekking tot de woning en de volledige inrichting, alsook huisdieren.
LET STEEDS OP HET VOLGENDE
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
002c
• Open het apparaat niet (en voer er geen wijzigingen aan uit).
...................................................................................................................
003
• Probeer het apparaat niet te herstellen of onderdelen ervan te vervangen (behalve als deze handleiding specifieke instructies geeft om dat te doen). Laat het onderhoud over aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een bevoegde Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina “Informatie”.
...................................................................................................................
007
• Zorg ervoor dat het apparaat altijd horizontaal en stabiel is geplaatst. Plaats het nooit op een standaard die kan wankelen of op aflopende oppervlakken.
...................................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor belangrijke instructies en waarschuwingen. De specieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het pictogram binnen de driehoek. Het symbool links wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen voor gevaar.
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor items die nooit mogen worden gebruikt (verboden). De specieke handeling die niet mag worden gedaan, wordt door het pictogram binnen de cirkel aangeduid. Het symbool links betekent dat het apparaat nooit gedemonteerd mag worden.
Het -symbool wijst de gebruiker op handelingen die moeten worden uitgevoerd. De specieke handeling die moet worden uitgevoerd, wordt door het pictogram binnen de cirkel aangeduid. Het symbool links geeft aan dat het netsnoer uit het stopcontact moet worden getrokken.
004
• Installeer het apparaat nooit op plaatsen die
• aan extreme temperaturen worden blootgesteld (bv. rechtstreeks zonlicht in een gesloten voertuig, in de buurt van een verwarmingsleiding, op materiaal dat warmte produceert); of die
• nat zijn (bv. bad, wasruimte, op natte vloeren); of die
• worden blootgesteld aan damp of rook; of die
• worden blootgesteld aan zout; of die
•vochtig zijn; of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig of zanderig zijn; of die
• aan hoge trillingsniveaus en schokken worden blootgesteld.
...................................................................................................................
3
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
T
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
010
• Dit apparaat kan, apart of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidsprekers, geluidsniveaus produceren die permanente gehoorschade kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet langdurig aan een hoog volumeniveau of aan een niveau dat oncomfortabel is. Als u gehoorverlies of oorsuizingen ervaart, moet u onmiddellijk stoppen met het gebruik van het apparaat en een audioloog raadplegen.
...................................................................................................................
011
• Zorg ervoor dat er geen voorwerpen (bv. brandbaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen (water, frisdranken enz.) in het apparaat terechtkomen.
...................................................................................................................
012d
• Schakel het apparaat onmiddellijk uit en vraag onderhoud aan bij uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina "Informatie" als:
• er rook of ongewone uit het toestel
komen; of
• objecten of vloeistof in het apparaat zijn
terechtgekomen; of
• het apparaat aan regen werd
blootgesteld (of op een andere manier nat is geworden); of
• het apparaat niet normaal lijkt te werken
of opmerkelijk anders functioneert.
...................................................................................................................
013
• Bij gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot het kind in staat is om alle regels te volgen die essentieel zijn voor het veilige gebruik van het apparaat.
...................................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
...................................................................................................................
023
• SPEEL een CD-ROM NIET AF op een conventionele audio cd-speler. Het geproduceerde geluidsniveau is mogelijk zo hoog dat het permanente gehoorschade kan veroorzaken. Luidsprekers en andere systeemonderdelen worden hierdoor mogelijk beschadigd.
OPGELE
104
• Zorg ervoor dat de snoeren en kabels niet in de war raken. Plaats alle snoeren en kabels ook buiten het bereik van kinderen.
...................................................................................................................
106
• Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware voorwerpen op.
...................................................................................................................
108c
• Koppel alle snoeren los van externe apparaten voordat u het apparaat verplaatst.
...................................................................................................................
4

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Voeding
307
• Schakel alle apparaten uit voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit. Op die manier kunt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
351
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van eindversterkers (of andere apparatuur met grote eindversterkers) kan er gezoem ontstaan. Om het probleem te verhelpen kunt u het apparaat opnieuw richten of verder van de storingsbron plaatsen.
352a
• Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dergelijke ontvangers.
352b
• Ruis kan ontstaan als draadloze communicatieapparaten, zoals gsm’s, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dergelijke ruis kan ontstaan als een oproep wordt ontvangen of gemaakt of tijdens gesprekken. Verplaats dergelijke apparaten zodat ze zich op een grotere afstand van dit apparaat bevinden of schakel ze uit als u dergelijke problemen ervaart.
354a
• Stel het apparaat niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, plaats het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in een gesloten voertuig en stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Overmatige warmte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
355b
• Bij verplaatsing van een locatie naar een andere waar de temperatuur en/of vochtigheid sterk verschilt, kunnen er waterdruppels (condens) gevormd worden in het apparaat. Er kunnen schade of defecten ontstaan als u het apparaat in deze toestand gebruikt. Voordat u het apparaat gebruikt, laat u het enkele uren liggen totdat de condens volledig is verdampt.
Onderhoud
401a
• Gebruik een zachte, droge doek of een doek die licht bevochtigd is met water om het apparaat dagelijks af te vegen. Gebruik een doek die met een zachte, niet­schurende zeepoplossing is bevochtigd om hardnekkig vuil te verwijderen. Veeg vervolgens het apparaat grondig schoon met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming te voorkomen.
Extra voorzorgsmaatregelen
552
• Het is helaas niet altijd mogelijk om de inhoud van de gegevens in het geheugen van het apparaat te herstellen zodra ze verloren zijn. Roland Corporation erkent geen aansprakelijkheid voor dergelijk gegevensverlies.
553
• Draag voldoende zorg bij het gebruik van de knoppen, schuifknoppen of andere bedieningselementen van het apparaat en bij het gebruik van aansluitingen en ingangen. Ruw omgaan met de apparatuur kan defecten veroorzaken.
556
• Neem het aansluitstuk vast als u kabels aansluit / loskoppelt - trek nooit aan de kabel. Op die manier vermijdt u kortsluitingen of schade aan de inwendige elementen van de kabel.
558a
• Houd het volume van het apparaat op een redelijk niveau om te vermijden dat u uw buren stoort. Misschien gebruikt u liever een hoofdtelefoon en hoeft u zich geen zorgen te maken over uw omgeving (vooral tijdens de late uren).
559a
• Verpak het apparaat indien mogelijk in de doos (inclusief opvulling) waarin het werd geleverd als u het moet vervoeren. Anders zult u gelijkaardige verpakkingen moeten gebruiken.
562
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik geen kabels met weerstanden om aansluitingen op dit apparaat uit te voeren. Het gebruik van dergelijke kabels kan het geluidsniveau extreem verlagen of zelfs onhoorbaar maken. Contacteer de fabrikant van de kabel voor informatie over kabelspecificaties.
Cd-roms gebruiken
801
• Voorkom het aanraken of bekrassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disc. Beschadigde of vuile cd-roms worden mogelijk niet correct gelezen. Houd uw discs proper door een in de handel verkrijgbare cd-reiniger te gebruiken.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Copyright
851
• Het opnemen, kopiëren, verdelen, verkopen, verhuren, tentoonstellen of uitzenden van auteursrechtelijk beschermd materiaal (muziekstukken, visuele werken, uitzendingen, live optredens, enz.) dat geheel of gedeeltelijk toebehoort aan een derde partij zonder de toestemming van de houders van het auteursrecht is door de wet verboden.
852
• Dit product kan worden gebruikt voor het opnemen of kopiëren van audio- of visueel materiaal zonder beperking door bepaalde technologische kopieerbeveiligingsmaatregels. Dit komt doordat het gebruik van dit product bedoeld is voor het produceren van originele muziek of videomateriaal en daarom zo is ontworpen dat het materiaal, dat de auteursrechten van anderen (bijvoorbeeld uw eigen originele werken) niet schendt, vrij kan worden opgenomen of gekopieerd.
853
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die de auteursrechten van een derde kunnen schenden. Wij zijn niet verantwoordelijk voor schendingen van auteursrechten van derden door uw gebruik van dit apparaat.
204
* Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
206e
* De schermafbeeldingen in dit document worden
gebruikt overeenkomstig de richtlijnen van Microsoft Corporation.
206j
* Windows® is officieel bekend als: “Microsoft®
Windows®-besturingssysteem”.
207
* Apple, Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde
handelsmerken van Apple Inc.
***
* ASIO is een gedeponeerd handelsmerk van Steinberg
Media Technologies GmbH.
***
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar
een patentportfolio betreffende microprocessorarchitectuur, ontworpen door Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft van de TPL Group de licentie verkregen tot gebruik van deze technologie.
220
* Alle productnamen die in dit document worden
vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectieve eigenaars.
6

Inhoudsopgave

Controleer de inhoud van de verpakking..................................... 8
Namen van onderdelen en hun functies....................................... 9
Voorpaneel ....................................................................................................................................................... 9
Zijpanelen.......................................................................................................................................................10
Achterpaneel .................................................................................................................................................13
Installatie van stuurprogramma en instellingen .......................15
Gebruikers van Windows Vista................................................................................................................16
Het stuurprogramma installeren..............................................................................................16
Instellingen van het invoer-/uitvoerapparaat......................................................................19
Gebruikers van Windows XP....................................................................................................................20
Het stuurprogramma installeren..............................................................................................20
Instellingen van het invoer-/uitvoerapparaat......................................................................23
Gebruikers van Macintosh ........................................................................................................................25
Het stuurprogramma installeren..............................................................................................25
Instellingen van het invoer-/uitvoerapparaat......................................................................26
Verifiëren dat u geluid hoort....................................................................................................................28
Uw audioweergavesysteem aansluiten .................................................................................28
Het samplebestand afspelen .....................................................................................................29
Basiswerking .................................................................................31
Weergave via uw computer .....................................................................................................................31
Een microfoon opnemen ..........................................................................................................................32
Een gitaar opnemen....................................................................................................................................34
Audio opnemen van een cassette of plaat.........................................................................................35
Digitale audio opnemen van uw computer op een digitaal apparaat.....................................37
Digitale audio van CD/MD/DAT opnemen .........................................................................................38
Problemen oplossen.....................................................................40
Problemen bij de installatie van het USB-stuurprogramma ........................................................40
Problemen bij gebruik van de UA-1G................................................................................................... 44
Het stuurprogramma verwijderen......................................................................................................... 51
Bijlagen..........................................................................................53
Over de standaardstuurprogrammamodus.......................................................................................53
Stuurprogramma-instellingen ................................................................................................................54
Belangrijkste specificaties ...........................................................57
Index ..............................................................................................58
7

Controleer de inhoud van de verpakking

De UA-1G bevat de volgende items. Controleer zodra u de verpakking opent of al deze items aanwezig zijn. Neem contact op met uw verdeler indien bepaalde onderdelen ontbreken.
UA-1G
fig.panel.eps_32
“UA-1G CD-ROM”-stuurprogramma-CD-ROM
Dit bevat de stuurprogramma’s die nodig zijn om de UA-1G te gebruiken.
SONAR LE CD-ROM (voor Windows)
* Raak de onderkant (opnamevlak) van de schijf niet aan. Dit kan de gegevens onleesbaar maken. Reinig de cd
met een in de handel verkrijgbare cd-reiniger als de schijf vuil wordt.
* Lees zeker het Readme-bestand op de CD-ROM. Alle last minute-informatie staat in dit bestand.
* Speel de CD-ROM niet af op een gewone audio CD-speler. Dit veroorzaakt een geluid aan hoog volume dat
uw luidsprekers of gehoor kan beschadigen.
Gebruikershandleiding
Dit is het document dat u nu leest. Bewaar het als referentiemateriaal voor in de toekomst.
Andere items die u moet mogelijk nodig hebt
• Een externe versterker, luidsprekers of hoofdtelefoon die nodig is om het geluid te beluisteren dat door de UA-1G wordt geproduceerd, is niet inbegrepen. Een microfoon, MD-recorder, DAT-recorde of andere audio-invoerbronnen voor de UA-1G zijn ook niet inbegrepen. U moet deze onderdelen apart aankopen.
• Kabels om de UA-1G aan te sluiten op uw audioapparaten zijn niet bijgeleverd. U moet deze kabel apart aankopen.
8

Namen van onderdelen en hun functies

Voorpaneel

U dient het stuurprogramma te installeren voordat u de UA-1G voor de eerste keer aansluit op uw computer. Installeer het stuurprogramma volgens de procedure in “Installatie van stuurprogramma en instellingen” (p. 15).
fig.name-front.eps_70
1
USB-kabel
Sluit dit aan op een USB-aansluiting van uw computer zodat audiosignalen tussen de UA-1G en uw computer kunnen worden
1
2
uitgewisseld.
2
USB-lampje
Nadat u de UA-1G op uw computer hebt aangesloten licht dit lampje op als uw computer de UA-1G vindt.
3
[INPUT LEVEL]-regelaar
Dit wijzigt het volume van de audio die wordt ingevoerd via de microfoon-ingang, INPUT-aansluitingen of GUITAR/MIC-aansluiting.
4
IN-lampje
Dit knippert in het tempo van het geluid als een audiosignaal wordt ingevoerd via de microfooningang, INPUT-aansluitingen of
3
4
5
6
GUITAR/MIC-aansluiting.
5
PEAK-lampje
Dit licht op als het audio-invoersignaal het toegelaten niveau overschrijdt.
6
OUT-lampje
Dit knippert in het tempo van het geluid als een audiosignaal wordt uitgevoerd via de OUTPUT-aansluitingen of de PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting.
9
Namen van onderdelen en hun functies

Zijpanelen

Links
fig.name-3saide.eps_72
87
7
[ADVANCED DRIVER] (modusselectie)-schakelaar
9 10 11 12
Deze schakelaar wisselt de gebruiksmodus tussen geavanceerde modus (ON) en standaardstuurprogrammamodus (OFF).
Doorgaans kunt u dit op de geavanceerde modus ingesteld laten (ON).
* Na aanpassing van de instelling van deze schakelaar, moet u de USB-kabel van de UA-1G
ON (Geavanceerde modus)Deze modus maakt gebruik van het speciale stuurprogramma. Door het speciale stuurprogramma te gebruiken kunt u audio in hoge kwaliteit en met stabiele timing afspelen en opnemen.
8
[PHONES VOLUME]-regelaar
van uw computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
ON (Geavanceerde modus)
OFF (Standaardstuurprogrammamodus)
Deze modus gebruikt het speciale stuurprogramma. Door het speciale stuurprogramma te gebruiken kunt u audio in hoge kwaliteit en met stabiele timing afspelen en opnemen.
Deze modus gebruikt het standaardstuurprogramma dat voorzien is bij het besturingssysteem van uw computer. Dit is handig als u geen stuurprogramma ter beschikking hebt of als u het speciale stuurprogramma niet kunt installeren. De volgende beperkingen zijn echter van toepassing.
• De 96 kHz samplefrequentie wordt niet ondersteund.
• Het audiosignaal heeft een resolutie van 16 bit.
• Het ASIO-stuurprogramma wordt niet ondersteund.
Dit wijzigt het volume van het hoofdtelefoonsignaal dat via de PHONES/DIGITAL OUT­aansluiting wordt uitgevoerd.
* Het volume dat wordt uitgevoerd via de digitale uitgang en de OUTPUT-aansluitingen
kunnen niet worden aangepast.
10
9
PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting
Dit is een aansluiting met dubbele functie voor hoofdtelefoonuitvoer en digitale uitvoer.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op deze aansluiting. Zelfs als een hoofdtelefoon is aangesloten wordt het geluid via de OUTPUT-aansluitingen uitgevoerd.
• Sluit een optische minikabel aan op deze aansluiting als u een digitaal audiosignaal naar een digitale recorder of luidsprekers wilt sturen met een digitale ingang.
10
MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting
Dit is een ingang met dubbele functie voor aansluiting van een condensatormicrofoon of een digitale invoerbron.
• Een miniatuurcondensatormicrofoon die voeding vereist, zoals bij computers, kan hier worden aangesloten. Deze aansluiting levert 5V stroom.
* U moet een monomicrofoon gebruiken die plug-in-voeding ondersteunt. Gebruik de
[INPUT LEVEL]-regelaar om het volume te wijzigen.
• Sluit een optische minikabel aan op deze aansluiting als u een digitaal audiosignaal van een digitaal audioapparaat wilt invoeren.
* U kunt het volume van de digitale invoer niet wijzigen.
11
[GUITAR/MIC]-schakelaar
Stel dit in op de GUITAR-stand als u een gitaar op de GUITAR/MIC-aansluiting hebt aangesloten, of naar MIC als u een dynamische micrfoon hebt aangesloten. Deze schakelaar wijzigt het invoerniveau en de impedantie van de GUITAR/MIC-aansluiting.
Namen van onderdelen en hun functies
12
GUITAR/MIC-aansluiting:
Sluit een gitaar of dynamische monomicrofoon aan op deze 1/4”-aansluiting.
Gebruik de [INPUT LEVEL]-regelaar om het volume te wijzigen.
11
Namen van onderdelen en hun functies
Rechts
fig.name-2side.eps_70
14
13
INPUT-aansluitingen
Sluit deze aan als u audiosignalen van een audioapparaat wilt invoeren.
Gebruik de [INPUT LEVEL]-regelaar om het volume van het invoersignaal te wijzigen.
14
OUTPUT-aansluitingen
Sluit deze aan op de ingangen van uw audiosysteem, zoals speakers met versterking of een stereoset.
* Het volume dat wordt uitgevoerd door deze aansluitingen kan niet worden aangepast op
de UA-1G. U moet het volume aanpassen op het audioapparaat dat met de UA-1G is verbonden.
13
12

Achterpaneel

fig.name-rear.eps_70
15
15
Instellingschakelaars
Dit zijn miniatuurschakelaars die u omhoog of omlaag kunt bewegen als u bepaalde instellingen wilt wijzigen.
Voor de standaardinstelling zijn alle schakelaars naar beneden gericht.
[SAMPLE RATE]-schakelaars
BA
fig.dip4.eps
Dit bepaalt de samplesnelheid die wordt gebruikt voor het opnemen of afspelen van audiosignalen.
* Na aanpassing van de samplesnelheid, moet u de USB-kabel van de UA-1G van uw
computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
* Stel de [SAMPLE RATE]-schakelaar in op dezelfde samplesnelheid als die van het
aangesloten digitale apparaat.
44,1 kHz
32 kHz
48 kHz
96 kHz
Schakelaar A naar beneden, schakelaar B naar beneden
Schakelaar A naar beneden, schakelaar B naar boven
Schakelaar A naar boven, schakelaar B naar beneden
Schakelaar A naar boven, schakelaar B naar boven
Namen van onderdelen en hun functies
Opnemen/afspelen aan 44,1 kHz
Opnemen/afspelen aan 32 kHz
Opnemen/afspelen aan 48 kHz
Opnemen of afspelen aan 96 kHz
[96 kHz MODE]-schakelaar
fig.dip3.epsDit zijn miniatuurschakelaars die u omhoog of omlaag kunt bewegen als u bepaalde instellingen wilt wijzigen.
Als de samplesnelheid 96 kHz kan de UA-1G opnemen of afspelen (niet beide). Gebruik deze schakelaar om de gewenste functie te kiezen (opnemen of afspelen).
* Na aanpassing van deze instelling, moet u de USB-kabel van de UA-1G van uw
computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
* Na aanpassing van deze instelling, moet u de USB-kabel van de UA-1G van uw computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
PLAY
REC
Schakelaar naar beneden
Schakelaar omhoog
Afspelen is mogelijk.
* Opnemen is niet mogelijk.
Opnemen is mogelijk.
* Het is niet mogelijk om geluid van uw computer af te
spelen.
13
Namen van onderdelen en hun functies
[INPUT MONITOR]-schakelaar
Dit zijn miniatuurschakelaars die u omhoog of omlaag kunt bewegen als u bepaalde instellingen wilt wijzigen.
Dit bepaalt of het audiosignaal dat binnenkomt op de GUITAR/MIC-aansluiting, de MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting en INPUT-aansluitingen wordt uitgevoerd via de PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting en de OUTPUT-aansluitingen.
ONSchakelaar naar benedenHet audio-invoersignaal wordt rechtstreeks via de PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting en de OUTPUT-aansluitingen uitgevoerd.
ON
AUTO (OFF)
Schakelaar naar beneden
Schakelaar omhoog
* Als de [REC SOURCE]-schakelaar (P.14) op DIGITAL is ingesteld, voeren de PHONES/
DIGITAL OUT-aansluiting en OUTPUT-aansluitingen de audio uit die ontvangen werd in digitale vorm op de MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting, ongeacht de instelling van deze schakelaar.
[REC SOURCE]-schakelaar
Dit selecteert het audio-invoersignaal dat via USB naar uw computer zal worden gestuurd.
ANALOG
DIGITAL
Schakelaar naar beneden
Schakelaar omhoog
Het audio-invoersignaal wordt rechtstreeks via de PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting en de OUTPUT­aansluitingen uitgevoerd.
Gebruik deze instelling als u niet wilt dat het audio­invoersignaal rechtstreeks via de PHONES/DIGITAL OUT­aansluiting en de OUTPUT-aansluitingen wordt uitgevoerd. Als u AUSIO 2.0-compatibele software gebruikt kunt u deze instelling in uw software in-/uitschakelen.
Het analoge audiosignaal ontvangen van de GUITAR/MIC­aansluiting, MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN­aansluiting en INPUT-aansluitingen wordt naar uw computer gestuurd.
Het digitale audiosignaal ontvangen van de MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting wordt naar uw computer gestuurd.
* Als geen invoersignaal wordt ontvangen op de MIC
(PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting, passeert het audiosignaal dat via uw computer wordt uitgevoerd via USB door de UA-1G en terug naar de computer.
14
* Als de [REC SOURCE]-schakelaar op DIGITAL is ingesteld terwijl een digitaal
audiosignaal wordt ingevoerd op de MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN­aansluiting, is het niet mogelijk om audiogegevens af te spelen vanaf uw computer.

Installatie van stuurprogramma en instellingen

De installatieprocedure en de instellingen verschillen afhankelijk van uw systeem. Volg de drie onderstaande stappen voor uw systeem om de installatie uit te voeren en instellingen te
H_install_e.eps_95
bepalen.
Installeer het
1.
stuurprogramma
Instellingen van het
2.
invoer-/uitvoerapparaat
Verieren dat
3.
u geluid hoort
Wat is een stuurprogramma?
Een stuurprogramma is software die gegevens uitwisselt tussen de UA-1G en de toepassing op uw computer als de UA-1G op uw computer is aangesloten. Het stuurprogramma stuurt gegevens van uw toepassing naar de UA-1G en leidt gegevens van de UA-1G naar uw toepassing.
Als u de UA-1G in standaardstuurprogrammamodus wilt gebruiken, raadpleeg “Het standaardstuurprogramma installeren” (p. 53).
Windows
Vista
P.16
P.19
P.28
Windows XP
P.20
P.23
P. 2 8
Mac OS X
P.25
P. 2 6
P.28
15
Installatie van stuurprogramma en instellingen

Gebruikers van Windows Vista

De stappen die u dient uit te voeren op de UA-1G zelf worden aangeduid met het symbool
Bediening van de UA-1G
Sluit de UA-1G niet aan op uw computer tot u hiervoor de instructie krijgt.

Het stuurprogramma installeren

1. Start Windows zonder dat de UA-1G is aangesloten.
* Koppel alle USB-kabels los, behalve de kabels voor een USB-toetsenbord en/of USB-muis
(indien gebruikt).
2. Sluit alle geopende toepassingen.
3. Plaats de bijgeleverde “UA-1G CD-ROM” in uw CD-ROM-station.
* Als het dialoogvenster automatisch afspelen verschijnt, klikt u op “Map openen en
bestanden weergeven”.
4. Op de CD-ROM, ga naar de Driver Vista-map en dubbelklik op het pictogram
Setup.
* Meld uzelf aan met een account met beheerdersrechten en voer de installatie opnieuw uit
als u het volgende bericht ziet: ”De installatie van het stuurprogramma moet worden uitgevoerd door een administrator”.
.
fig.vista-5e.eps
16
5. Er verschijnt een venster voor bevestiging van de gebruikersaccount.
Klik op [Ga door].
Installatie van stuurprogramma en instellingen
6. Het scherm toon de volgende boodschap “UA-1G Driver wordt geïnstalleerd op
uw computer”.
Klik op [Volgende].
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van het bericht.
7. Klik op [Volgende] om de installatie te starten.
De installatie begint.
fig.vista-7e.eps
fig.advancedon_e.eps
Als een Windows-beveiligingsdialoogvenster verschijnt, klik op [Installeren]
Het scherm toont “Stuurprogramma gereed voor installatie.”
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van het bericht.
Bediening van de UA-1G
8. Stel de [ADVANCED DRIVER]-schakelaar van de UA-1G in op ON.
* Als de [ADVANCED DRIVER]-schakelaar op OFF staat, gebeurt de installatie niet zoals
beschreven in de volgende procedure.
[ADVANCED DRIVER]-schakelaar
AAN
17
Installatie van stuurprogramma en instellingen
9. Sluit de UA-1G aan op de computer.
Bediening van de UA-1G
942
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (enkele seconden) na
het aansluiten van de USB-kabel voordat het apparaat normaal werkt.
fig.connect2pc-e
Aansluiten op een
USB-aansluiting
van de computer.
10.Het bericht “Bezig met installeren stuurprogrammasoftware van apparaat”
verschijnt onderaan in de rechterhoek van het scherm en het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd.
* Het kan even duren (tien seconden of langer) vooraleer het bericht verschijnt.
* Neem nota van een eventueel ander bericht dat verschijnt en sluit het.
11.Als de installatie voltooid is toon het dialoogvenster Instellingen stuurprogramma
“Installatie is voltooid.” Klik op [Sluiten] om het dialoogvenster UA-1G Driver Setup te sluiten.
18
Klik op [Ja] als het dialoogvenster “Wijziging van de systeeminstellingen” verschijnt en start Windows opnieuw op. Windows wordt automatisch opnieuw opgestart.
Vervolgens moet u uw software instellen voor gebruik van de UA-1G.
Installatie van stuurprogramma en instellingen

Instellingen van het invoer-/uitvoerapparaat

Om de UA-1G met uw software te gebruiken zult u de UA-1G als audio-invoer/uitvoer-apparaat
MIDI OUT-apparaat
Instellingen voor het gebruik van de UA-1G in Windows Media Player
moeten instellen. Voor meer informatie hierover, raadpleeg de documenten van uw software.
Audio-uitvoerapparaat OUT (UA-1G)
Audio-invoerapparaat IN (UA-1G)
* Als u ASIO-compatibele software gebruikt, selecteer de UA-1G in de ASIO-instellingen van
uw software.
* Als u de UA-1G niet kunt selecteren als audio-invoer/uitvoer-apparaat in uw toepassing, is
er mogelijk een probleem opgetreden. Raadpleeg “Problemen oplossen” (p. 40)
Bepaalde software zoals Windows Media Player gebruikt het standaard afspeel-/ opnameapparaat van het systeem als audio-invoer/uitvoer-apparaat.
Op de volgende manier kunt u de UA-1G als standaardafspeelapparaat van het systeem instellen voor gebruik in Windows Media Player.
* In een volgende stap gebruikt u Windows Media Player om samplegegevens af te spelen.
Voer de instellingen als volgt uit.
1. Open het “Configuratiescherm”, klik op "Hardware en geluiden" en klik
vervolgens op “Geluiden”.
* Als u de klassieke weergave hebt geselecteerd, dubbelklik op “Geluiden”.
2. Open the Playback tab, select the UA-1G’s OUT, and click [Set Default].
* Raadpleeg het gedeelte problemen oplossen UA-1G “Kan het UA-1G-apparaat niet
selecteren/gebruiken.” (p. 44).
3. Klik op [OK] om de instelling te voltooien.
* Als u de UA-1G als standaardapparaat selecteert, worden audiowaarschuwingen en andere
geluiden van Windows uitgevoerd vanaf de UA-1G. Ze worden niet via de luidsprekers van de computer weergegeven.
Let op bij opname of weergave met uw software
Controleer de volgende punten voordat u de UA-1G gebruikt om op te nemen en af te spelen.
• Sluit de UA-1G aan op uw computer voordat u de software opstart die u gebruikt.
• Koppel de USB-kabel van de UA-1G niet los van uw computer terwijl de software actief is. Sluit de software die u gebruikt voordat u de USB-kabel van de UA-1G van uw computer loskoppelt.
Dit voltooit de installatie van het stuurprogramma en de instellingen. Controleer vervolgens of u geluid van de UA-1G hoort. “Verifiëren dat u geluid hoort” (p. 28).
19
Installatie van stuurprogramma en instellingen

Gebruikers van Windows XP

De stappen die u dient uit te voeren op de UA-1G zelf worden aangeduid met het symbool
Bediening van de UA-1G
Sluit de UM-1G niet aan op uw computer tot u hiervoor de instructie krijgt.

Het stuurprogramma installeren

1. Start Windows zonder dat de UA-1G is aangesloten.
* Koppel alle USB-kabels los, behalve de kabels voor een USB-toetsenbord en/of USB-muis
(indien gebruikt).
2. Sluit alle geopende toepassingen.
3. Plaats de bijgeleverde “UA-1G CD-ROM” in uw CD-ROM-station.
4. Op de CD-ROM, ga naar de Driver XP-map en dubbelklik op het pictogram Setup.
* Als het dialoogvenster “Programma als andere gebruiker installeren verschijnt, klikt u
op
[Annuleren]
met een beheerdersaccount en voert u de installatie opnieuw uit.
.
om de installatie te beëindigen, meldt u zich opnieuw aan bij Windows
20
5. Het scherm toon de volgende boodschap “UA-1G Driver wordt geïnstalleerd op
uw computer”. Klik op [Volgende].
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van het bericht.
Loading...
+ 44 hidden pages