Peugeot Speedfight 100cc User Manual [de]

4.5 (4)

Gebruikershandleiding

SPEEDFIGHT 50/100 cm3

B

C

A

D

E

H G F I J

N K L

M

O

1 2 3 4

5

6

7

5b

8

B

A

9

C

10

12

13

11

E D

14

Peugeot Speedfight 100cc User Manual

18

19

15

19

 

 

21

MAXI

 

17 16

MINI

20

22 22

23

29

20 mm

24

30

26

29

25

28

27

31

Wij vragen u dan ook de tijd te nemen om deze brochure aandachtig door te lezen.

Informatie

U hebt gekozen voor een PEUGEOT scooter.

Wij danken u voor het vertrouwen, dat u ons door uw aankoop heeft gegeven.

Deze handleiding geeft aanwijzingen over de besturing, de werking en het elementaire onderhoud van uw nieuwe PEUGEOT scooter.

Zoals voor alle technisch geavanceerde machines staan een zorgvuldig gebruik en een nauwgezet onderhoud van uw scooter garant voor optimaal rijplezier en een lange levensduur.

Bij uw PEUGEOT dealer vindt u het antwoord op uw vragen en hij is de aangewezen persoon om het onderhoudsschema uit te voeren om uw machine in perfecte staat te houden. Uw PEUGEOT dealer kent uw scooter tot in de kleinste details.

Hij heeft oorspronkelijke PEUGEOT onderdelen en gebruikt speciaal gereedschap om het gangbare onderhoud van uw scooter optimaal uit te voeren.

Veiligheid

De veiligheid van het voertuig is in hoge mate afhankelijk van de voorzichtigheid van de bestuurder.

Een te hoge snelheid is een beslissende factor voor veel ongelukken. Het is dan ook nodig de maximumsnelheid aan te houden en uw rijstijl aan de omstandigheden aan te passen. De wegmarkering die op de grond wordt aangebracht kan slipgevaar opleveren.

Voor elk gebruik van de scooter wordt het aangeraden een algemene controle uit te voeren om na te gaan of de machine in alle veiligheid gebruikt kan worden.

De verkeersregels schrijven zowel voor de bestuurder als de passagier het gebruik van een verkeershelm voor. Voor nog grotere veiligheid wordt het tevens aangeraden handschoenen, oogbescherming en fel gekleurde en lichtgevende kleding te dragen.

Iedere nieuwe gebruiker van de scooter moet zich vertrouwd maken met de werking van de machine alvorens aan het verkeer deel te nemen.

De bestuurder van de scooter moet zijn aanwezigheid aan de andere verkeersdeelnemers kenbaar maken door :

-Niet daar te rijden waar hij onzichtbaar is voor de andere weggebruikers

-Voorzichtig te rijden

-Extra oplettend te zijn bij kruispunten, parkeergelegenheden, open afritten en verbindingslussen.

De scooter is specifiek ontworpen voor de stad en is uitsluitend geschikt voor het gebruik op de verharde weg. Als accessoires zijn er de bagagedragers en koffers die kunnen worden geleverd.Zijn ontworpen voor het vervoer

van lichte voorwerpen. Het gewicht moet gelijkmatig worden verdeeld en de last moet stevig worden vastgezet. Gewicht maximum : 3 kg

De scooter voldoet aan de wettelijke eisen en mag geen enkele wijziging ondergaan, met name aan het uitlaatsysteem.

Uitsluitend de door PEUGEOT aanbevolen brandstof, olie en smeermiddelen gebruiken.

Onderhoudsaanwijzingen

Om de veiligheid en betrouwbaarheid van uw voertuig in stand te houden in geen geval wijzigingen aanbrengen en uitsluitend oorspronkelijke Peugeot onderdelen gebruiken voor onderhoud en reparaties. Het gebruik van andere onderdelen kan een nadelige invloed op de goede werking van de machine hebben.

Na een botsing moeten de belangrijkste organen, zoals alle onderdelen van het de ophanging en de besturing, zorgvuldig worden nagekeken. Deze controle heeft tot doel de veiligheid van het voertuig te waarborgen.

Na langdurige stilstand wordt het aangeraden de scooter voor een algemene beurt aan te bieden.

Om lichamelijk letsel te voorkomen moet voor onderhoudswerkzaamheden, van welke aard dan ook, de motor worden gestopt en de scooter goed stevig op de standaard op een vlakke ondergrond worden geplaatst.

Voor reparaties, controlebeurten, afstellingen, onderhoudswerkzaamheden of vragen over het gebruik kunt u een beroep doen op een Peugeot dealer.

De carrosserie heeft kunstof delen die van een speciale laklaag zijn voorzien voor gemakkelijk onderhoud zonder de oorspronkelijke staat aan te tasten.

De vervuilde delen reinigen met water waaraan zeep of een zacht reinigingsmiddel is toegevoegd, overvloedig spoelen met proper water en met een zeem afdrogen.

In het algemeen gesproken wordt ²gebruik van hogedrukreinigers, oplosmiddelen als benzine, petroleum of te sterk alkalische reinigingsmiddelen afgeraden.

U kunt altijd een Peugeot dealer raadplegen, die aanwijzingen kan geven over het gebruik van onderhoudsprodukten en eventueel beschadigde of gekraste delen kan herstellen.

Langdurige stilstand

Wanneer het voertuig gedurende langere tijd (meer dan 1 maand) niet wordt gebruikt, moet u uit voorzorg:

- De accu verwijderen en deze plat neerleggen op een droge plaats met een gematigde temperatuur. Indien nodig de accu opladen voor en na het opslaan.

Starten van de motor na stilstand :

Als het voertuig langer dan 1 maand heeft stil gestaan, moet u de brandstoftank leegmaken en met nieuwe brandstof vullen.

Wanneer de motor is gestart, moet u geleidelijk aan gas geven terwijl u remt tot de motor op toeren komt (de opwarmtijd hangt af van de tijd die het voertuig heeft stil gestaan). De motor werkt pas op volle kracht na een rijtijd die van de buitentemperatuur afhangt.

Inspectiebeurt voor ingebruikname

Wat U als koper moet doen.

Controleer

-Het brandstofniveau

-Het olieniveau

-Mogelijke lekkages

-De conditie van Uw banden alsmede de bandenspanning

-Het peil van de remvloeistof

-De remblokken of -voeringen op slijtage *

-Het nivo van de koelvleoistof*

Controleer de goede werking van

-De vooren achterremmen

-De gashandle

-De vooren achterverlichting

-Het remlicht en de indicatorlampjes

-De claxon

*Afhankelijk van het model

Bescherming van het milieu

Algemeen

-Een versleten bougie, een slecht bevestigd ontstoringssysteem, een vervuilde luchtfilter, een ontregelde carburateur, dit zijn allemaal oorzaken die de levensduur van de katalysator en van de uitlaat aanzienlijk kunnen verkorten.

-Bij demontage moet de afdichting van de cilinderneus na de montage worden gecontroleerd (de dichting moet beslist worden vervangen)

-Elke wijziging aan de specificaties van de motor (ontsteking, carburatie, distributie, ...) kan aanleiding geven tot een snelle slijtage van de uitlaat.

Brandstof / Smering

-Gebruik alleen ongelode brandstof

-Vermijd het leegrijden van de tank tijdens het rijden.

-Gebruik geen toevoegingen aan de brandstof of smeermiddelen.

Ontsteking

- Bij geen vonk of vermogensverlies, gas terugnemen en motor volgens voorschrift uitzetten. Neem contact op met Uw dealer als het probleem blijft bestaan.

Voor de goede werking van de motor uitsluitend de volgende brandstof gebruiken :

Ongelode benzine 95 of 98

Peugeot Motocycles streeft naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor alle genoemde onderdelen te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen

(foto’s niet contractueel gebonden)

Reproductie verboden zonder schriftelijke toestemming van Peugeot-Motocycles.

Uitzetten van de motor

- Verbreek de ontsteking slechts bij een stationair toerental van de motor.

Het starten van de motor

- Ingeval er zich tijdens het starten van de motor problemen voordoen, gelieve U

ter controle contact met Uw dealer op te nemen.

Gebruik

-De temperatuur van de uitlaat bij draaiende motor kan enkele honderden graden bedragen. Wanneer de huid in contact komt met de warme uitlaat, kan dit aanleiding geven tot ernstige brandwonden.

-Rij of parkeer je scooter niet op of in de buurt van ontvlambare materialen (bijv.: droge bladeren, petroleumproducten, ...).

Uitrusting

A- De batterij - en zekeringruimte

B- Handvat

C- Zadelslot

D- Achterrem

E- Kickpedaal

F- Hefboom van de standaard

G- Centrale standaard met hefboom

H- Schijfrem voor

I - Nivo hydraulische schijfrem : voor

J- Nivo hydraulische schijfrem : achter *

K- Voorremgreep

L- Achterremgreep

M - Sleutelcontact

N- Gashendel

O- Motornummer

Cockpit

1- Controlelampje verlichting

2- Controlelampje oliepeil

Zie pagina 46

3- Controlelampje richtingaanwijzers

4- Anti-diefstal controlelampje *

5- Benzinmeter

Brandstofpeil.

Van zodra de naald het punt 5b bereikt, heeft het voertuig een autonomie van ongeveer 20 km.

6 - Kilometerteller

Geeft het totale aantal verreden kilometers aan.

7 - Snelheidsmeter

De naald geeft de snelheid van het voertuig in km/ h - mph aan

8 - Koelvloeistoftemperatuurmeter *

Wanneer de wijzer in de rode zone komt, moet de motor worden stilgezet en moet u wachten tot deze is afgekoeld (controleer het niveau zoals aangegeven op pag. 47 en wendt U zich tot Uw dealer)

* Afhankelijk van het model

* Afhankelijk van het model

Controlelampje olie*

VOERTUIG MET ACCU

Werkt met het controlelampje voor oliepeil

Normale werking

-Het controlelampje gaat branden wanneer er contact wordt gemaakt en blijft branden zolang de motor niet loopt

-Het controlelampje moet uitgaan wanneer de motor loopt

Abnormale werking

Wanneer contact wordt gemaakt en de motor nog niet loopt Het controlelampje gaat niet branden

Ofwel krijgt de elektronische ontsteking geen of onvoldoende stroom

-U mag de motor niet starten, want deze kan hierdoor worden beschadigd. Breng het voertuig naar een dealer.

Ofwel is het controlelampje doorgebrand.

-U mag de motor niet starten, omdat u niet weet of de storing ernstig is. Breng het voertuig naar een dealer.

De motor loopt en

Het controlelampje blijft branden

Zet de motor af en controleer het oliepeil

-Voeg voordat u vertrekt olie toe

Wanneer het oliepeil hoog genoeg staat en het controlelampje nog steeds blijft branden:

-Zet de motor af om deze niet te beschadigen en breng het voertuig met stilstaande motor naar een dealer

Tijdens het rijden

Het controlelampje knippert snel (ongeveer 6 keer per seconde)

Dit wijst op een defecte oliepomp

-Stop onmiddellijk voor zover het verkeer en de verkeersregels dit toelaten, zet de motor af om deze niet te beschadigen en breng het voertuig met stilstaande motor naar een dealer

VOERTUIG ZONDER ACCU

Normale werking

-Het controlelampje gaat niet branden wanneer er contact wordt gemaakt

-Het controlelampje moet uit blijven wanneer de motor loopt

Abnormale werking

Bij het starten van de motor

Het controlelampje gaat branden

Zet de motor af en controleer het oliepeil

- Voeg voordat u vertrekt olie toe

Wanneer het oliepeil hoog genoeg staat en het controlelampje nog steeds blijft branden:

-Zet de motor af om deze niet te beschadigen en breng het voertuig met stilstaande motor naar een dealer

Tijdens het rijden

Het controlelampje knippert snel (ongeveer 6 keer per seconde)

Dit wijst op een defecte oliepomp

-Stop onmiddellijk voor zover het verkeer en de verkeersregels dit toelaten, zet de motor af om deze niet te beschadigen en breng het voertuig met stilstaande motor naar een dealer

Opmerking

-Wanneer het controlelampje tijdens het rijden gaat branden of knipperen, moet u het voertuig tot stilstand brengen en de motor afzetten. Controleer steeds of de verkeersomstandigheden u in staat stellen om veilig te stoppen en neem steeds de verkeersregels in acht.

-Wanneer het controlelampje bij normaal gebruik tijdens het rijden af en toe gaat branden en weer uitgaat, wijst dit op een te laag oliepeil (de knipperfrequentie wordt hoger naarmate het oliepeil daalt). Voeg zo snel mogelijk olie toe voordat er een storing optreedt en de motor wordt beschadigd.

Contactsleutels en sloten

Het voertuig wordt met 2 genummerde sleutels geleverd.

Het verdient aanbeveling deze sleutels gescheiden te bewaren en de gegevens te noteren.

Met de sleutel kan :

-Het contact worden aangezet

-Het zadelslot worden ontgrendeld

-Het zadelslot worden vergrendeld

9 - Contactslot

A- Motor AF

B- Elektrisch contact

C- Het zadelslot worden vergrendeld

10 - Verlichtings-schakelaar

Volgens de nieuwe Europese wetgeving moeten de lichten van uw voertuig voortaan permanent aanstaan.

11 - Startdrukknop

De startmethode van pagina 48 aanhouden.

12- Schakelaar dim licht-grootlicht *

13- Omzetting richtingaanwijzersschakelaar

Om een wijziging van richting aan te geven :

-Naar rechts, de schakelaar op plaatsen D

-Naar links, de schakelaar op plaatsen E

Het knipperen wordt gestopt door op de middelste knop te drukken.

14 - Claxon drukknop

* Afhankelijk van het model

* Afhankelijk van het type

Loading...
+ 19 hidden pages