Invacare e-motion M25 User guide

KRAFT, DIE AUS DEN RÄDERN KOMMT.
Gebrauchsanweisung e-motion M25 DE
User manual e-motion M25 EN
Instructions d’utilisation e-motion M25 FR
Manual de instrucciones e-motion M25 ES
Istruzioni per l‘uso e-motion M25 IT
Brugsvejledning e-motion M25 DK
Gebruiksaanwijzing e-motion M25 NL
Bruksanvisning e-motion M25 NO
Instruktionsbok e-motion M25 SE
Instruções de uso e-motion M25 PT
Service Center (Deutschland)
Montag bis Donnerstag von
8.00 - 18.00 Uhr Freitag von
8.00 - 16.00 Uhr
erreichbar unter
Telefon (0800) 9096-250
(gebührenfrei)
Inhoud
1. Inleiding 2
1.1 Doelmatig gebruik 2
1.2 Belangrijke veiligheidsinstructies gelieve deze absoluut in acht te nemen 2
1.3 Doelmatig gebruik van de e-motion 2
1.4 Gebruiksinstructies 2
1.5 Verklaring van de symbolen 3
1.6 Toelaatbare gebruiksomstandigheden/plaatsen van gebruik 5
1.7 Standaard leveringsomvang 5
1.8 Overzicht van de belangrijkste elementen 5
2. Inbedrijfstelling 6
2.1 Aanbrengen van de wielen 7
2.2 Inschakelen van de wielen 8
2.3 Uitschakelen van de wielen 8
2.4 Verwijderen van de wielen 9
2.5 Transport en opslag van de wielen als bagage 10
2.6 Transport van de wielen in het vliegtuig 10
3. Veiligheids- en gevarenaanwijzingen voor het rijden
met de e-motion 11
3.1 Algemene informatie 11
3.2 Veiligheidsinstructies 12
3.3 Hindernissen 13
3.4 Gevaarlijke plaatsen en gevaarlijke situaties 13
4. Accu (in de wielen ingebouwd) 14
4.1 Veiligheidsinstructies voor de in de e-motion wielen
ingebouwde accu’s 14
4.2 Opslag van de wielen 14
4.3 Algemene instructies voor het laden van de accu’s 14
4.4 Veiligheidsinstructies voor de oplader en het laadproces 15
4.5 Laadproces 16
8. Belangrijke informatie over de sensor 22
9. Rijprofielen, ondersteuningstrappen, terugrolvertraging 22
10. Voorwaarden en aanwijzingen voor het gebruik van de e-motion in combinatie met een rolstoel als autostoel 23
11. Reiniging, onderhoud en afvoer 24
11.1 Reiniging 24
11.2 Hergebruik 24
11.3 Onderhoud 24
11.4 Afvoer 24
12. Opberging 25
13. Mededeling over de productveiligheid 25
14. Product levensduur 25
15. Wettelijke garantie, garantie en aansprakelijkheid 25
15.1 Garantie op gebreken 25
15.2 Houdbaarheidsgarantie 25
15.3 Aansprakelijkheid 25
16. Belangrijke juridische aanwijzing voor de gebruikervan dit product 26
17. Belangrijke informatie voor vliegreizen 26
18. Technische gegevens 27
19. Etiketten en verklaring van de symbolen 28
1
5. Indicaties en foutmeldingen aan het wiel 17
5.1 Laadtoestand van de accu 17
5.2 Indicatie bij het laden van de accu’s 18
5.3 Indicaties aan de oplader 18
5.4 Overzicht van de bedrijfstoestanden 19
5.5 Foutmeldingen 20
6. Automatische zelfuitschakeling 21
7. Belangrijke informatie over overplaatsen 21
Deze gebruiksaanwijzing kan in de meest actuele versie gedownload worden op onze
34.0001.4.99.03
Stand: 2020-03-12
website www.alber.de. Als u een versie met grotere letters wenst, gelieve dan contact op te nemen met het Alber Service Center.
20. Mededelingen over de productveiligheid 29
Bijlage
Kantelsteunen 30 ECS afstandsbediening 33 Transportkit 33 Mobility Plus-pakket 34
1. Inleiding
1.1 Doelmatig gebruik
De e-motion is een medisch hulpmiddel voor actieve rolstoelgebruikers die door hun handicap een handmatige rolstoel moeten gebruiken. De e-motion is een hulpaandrijving voor rolstoelen (twee elektrisch aangedreven wielen), dat wanneer het aan een handmatige rolstoel is gemonteerd, deze in een elektrisch aangedreven rolstoel verandert en zo de mobiliteit en flexibiliteit van de rolstoelgebruiker aanzienlijk verhoogt.
1.2 Belangrijke veiligheidsinstructies – gelieve deze absoluut in acht te nemen
De e-motion is een hulpaandrijving voor rolstoelen en mag uitsluitend worden gemonteerd en gebruikt aan rolstoelen die in de Alber-houder­databank staan. Deze mag om veiligheidsredenen alleen bediend worden door personen die
• geschoold zijn in het gebruik ervan,
• beide handen of armen zonder al te grote beperkingen kunnen bewegen en coördineren,
• lichamelijk en geestelijk in staat zijn om de rolstoel met de daaraan aangebrachte e-motion wielen in alle situaties veilig te bedienen
en om de rolstoel bij een uitval van de e-motion wielen af te remmen en veilig tot stilstand te brengen. De instructie in de bediening van het apparaat maakt bij nieuwe apparaten deel uit van de omvang van de levering en gebeurt na het maken van een afspraak, door uw specialist of een vertegenwoordiger van Alber GmbH. Voor u ontstaan hierdoor geen extra kosten. Indien u zich nog niet zeker voelt in de bediening van de e-motion, gelieve u dan eveneens te wenden tot uw specialist. In het geval van eventuele technische storingen kunt u zich wenden tot uw specialist of tot het Alber Service Center (telefoon 0800 9096-250).
Bij het gebruik van de e-motion moeten de door de fabrikant van uw rolstoel opgegeven waarden (bijvoorbeeld de maximale stijging, de luchtdruk in de stuurwielen, de maximumsnelheid e.d.) en diens algemene gebruiksinstructies nauwkeurig in acht worden genomen. De waarden die als grenswaarden zijn opgegeven mogen onder geen beding worden overschreden.
Blijf uit de buurt van plaatsen waar sterke elektrische velden heersen. In zeldzame gevallen kan het gebruik van de e-motion onder bepaalde omstandigheden een storend effect hebben op andere inrichtingen, bijvoorbeeld op diefstalpoorten in warenhuizen. Op roltrappen en loopbanden mag met de e-motion niet worden gereden. Bij in de rolstoel uitgevoerde sportieve activiteiten, zoals het heffen van gewichten o.i.d., moeten de wielen van de e-motion worden uit­geschakeld en de vastzetremmen van de rolstoel worden geactiveerd. Het is niet toegestaan om de e-motion te combineren met toebehoren dat door Alber niet werd vrijgegeven.
2
De ingebruikname van de e-motion vóór instructie inzake correcte bediening is niet toegestaan. Raadpleeg hierover uw specialist of een Alber-vertegenwoordiger.
De inbedrijfstelling van de e-motion vóór instructie is een niet-doelmatig gebruik, waardoor o.a. de aanspraak op garantie vervalt. Bij niet-beoogd gebruik bestaat gevaar voor de gezondheid.
Als kracht wordt uitgeoefend op de grijpbanden van de e-motion, ondersteunen de e-motion wielen bij het rijden en remmen. De vereiste kracht om de grijpbanden te bewegen is vergeleken met een handbestuurde rolstoel bij de e-motion duidelijk geringer. Voor het remmen moeten de grijpbanden tegen de rijrichting in worden bewogen. De e-motion remt in vrije loop niet vanzelf.
1.3 Doelmatig gebruik van de e-motion
De e-motion is een medisch hulpmiddel voor actieve rolstoelgebruikers die door hun handicap een handmatige rolstoel moeten gebruiken. De e-motion is een hulpaandrijving voor rolstoelen (twee elektrisch aangedreven wielen), dat wanneer het aan een handmatige rolstoel is gemonteerd, deze in een elektrisch aangedreven rolstoel verandert en zo de mobiliteit en flexibiliteit van de rolstoelgebruiker aanzienlijk verhoogt. Het gebruik, het transport en onderhoud en service van de e-motion mogen uitsluitend plaatsvinden conform de instructies in deze gebruiks­aanwijzing. De e-motion mag uitsluitend aan rolstoelen gemonteerd en gebruikt worden die in de Alber-houderdatabank vermeld staan. De selectie wordt door de specialist of door Alber zelf gemaakt.
1.4 Gebruiksinstructies
Rolstoelen met aangebrachte e-motion wielen zijn uitsluitend bedoeld voor het vervoer van personen die slecht ter been zijn. Behalve het door Alber voor het gebruik toegelaten toebehoren mogen er geen andere onderdelen worden gemonteerd. Het apparaat mag ook niet tech­nisch gewijzigd worden. De bediening van de e-motion moet gebeuren onder de volgende voorwaarden:
• Inachtneming van de gegevens, aanwijzingen en aanbevelingen van deze gebruiksaanwijzing
i
• Inachtneming van de informatie over het rijden met de e-motion, alsook de veiligheids- en gevarenaanwijzingen in hoofdstuk 3
• De hantering van de e-motion gebeurt uitsluitend door een geïnstrueerde persoon
• Aan de e-motion zijn noch door de gebruiker, noch door derden technische wijzigingen uitgevoerd
Als geïnstrueerde persoon geldt wie over de haar opgedragen taken en mogelijke gevaren bij ondeskundig gedrag geïnstrueerd en met de bediening van de e-motion vertrouwd gemaakt werd. In de regel is dit de bestuurder van de rolstoel waaraan de e-motion wielen zijn aangebracht. De instructie gebeurt door een geautoriseerde vakhandelaar of door een vertegenwoordiger van de firma Ulrich Alber GmbH. Het gebruik van de e-motion door niet-geïnstrueerde resp. niet gekwalificeerde gebruikers is uitdrukkelijk verboden.
De e-motion mag niet worden ingezet voor doeleinden die in strijd zijn met het doelmatig gebruik. Dit geldt met name voor alle soorten transport van lasten zoals bijvoorbeeld het transport van gebruiksvoorwerpen of extra personen in de rolstoel. Tot het doelmatig gebruik behoren ook de naleving van de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven voorschriften over de uitvoering van onderhoudswerkzaamhe­den en de inachtneming en naleving van de veiligheids- en gevarenaanwijzingen voor het rijden.
De firma Alber GmbH beschouwt de volgende gevallen als misbruik van de e-motion:
• Gebruik van het apparaat in strijd met de aanwijzingen en aanbevelingen van deze gebruiksaanwijzing.
• Overschrijding van de in deze gebruiksaanwijzing gedefinieerde technische prestatiegrenzen.
• Technische wijzigingen aan en in het apparaat.
• Montage en gebruik van externe, niet door Alber geproduceerde resp. voor gebruik aangeboden onderdelen en accessoires.
Alber GmbH sluit aansprakelijkheid uit voor schade die door niet-beoogd gebruik van de e-motion en de accessoires ervan, het gebruik van de e-motion en de accessoires ervan door een niet geïnstrueerde persoon, het gebruik van de e-motion en de accessoires ervan in strijd met de instructies, en met name de veiligheids- en gevarenaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing, het overschrijden van de in deze gebruiksaanwijzing gedefinieerde technische grenzen bij de gebruiker of derden wordt veroorzaakt.
Maak u vóór de ingebruikname van de e-motion vertrouwd met de veiligheids- en gevarenaanwijzingen in de afzon­derlijke hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing.
1.5 Verklaring van de symbolen
Belangrijke tips en aanwijzingen zijn in deze gebruiksaanwijzing als volgt gekenmerkt:
Tips en bijzondere informatie.
Waarschuwing voor mogelijke gevaren voor uw veiligheid en gezondheid en informatie over mogelijk gevaar voor letsel. Waarschuwing voor mogelijke technische problemen of schade.
Neem deze aanwijzingen en waarschuwingen beslist in acht, om verwondingen van personen en schade aan het product te vermijden! Instructies in deze gebruiksaanwijzing, bijvoorbeeld “vooraan”, “achteraan”, “links”, “rechts”, enz., hebben betrekking tot de positie uit het perspectief van de bestuurder. Hieronder worden de op de etiketten (zie hoofdstuk 17) en gedeeltelijk in deze gebruiksaanwijzing gebruikte symbolen toegelicht.
De e-motiom en de bijbehorende off-board oplader voldoen aan de relevante hoofdstukken van de normen EN 12184 voor elektrische rolstoelen en ISO 7176-14 voor rolstoelen, en voldoen aan de Verordening betreffende medische hulpmiddelen van de EU (MDR) 2017/745. De E-motion one is een medisch product van klasse I.
3
Medisch Product
Aanwijzingen voor de afvalverwijdering van de e-motion en zijn componenten, zie hoofdstuk 11.4.
-20° C
Apparaat beschermen tegen vocht.
50° C
Vermelding van het temperatuurbereik waarin de e-motion gebruikt kan worden (-20°C ... +50°C).
Let op, lees en neem de gebruiksaanwijzing en de bijgevoegde documenten in acht.
Maximaal gebruikersgewicht waarmee de e-motion belast mag worden: Wielgrootte 22“ = 125 kg / wielgrootte 24“ en 25“ = 150 kg
Vermelding van de fabricagedatum op het systeemetiket
Naam en adres van de fabrikant van het apparaat (zie de achterkant van deze gebruiksaanwijzing)
4
Randgeaard, apparatuurklasse 2
Niet buiten gebruiken (oplader)
Conform de Amerikaanse (VS) en Canadese richtlijnen
Waarschuwing voor magnetische velden en krachten.
Kenmerking inzake gevaarlijke goederen (klasse 9) op de doos van het accupack
1.6 Toelaatbare gebruiksomstandigheden/plaatsen van gebruik
• Neem de aanwijzingen voor de toelaatbare gebruiksomstandigheden in de gebruiksaanwijzing van uw rolstoel in acht, waaraan de
e-motion wielen zijn aangebracht.
• Neem naast de informatie over de e-motion absoluut ook de voorschriften van de rolstoelfabrikant in acht (bv. maximaal stijgingsper-
centage, maximaal toelaatbare hindernishoogte, maximaal gewicht van de gebruiker, maximale snelheid enz.). Hierbij gelden steeds de
laagste waarden!
• Beperkingen van de toegelaten gebruiksvoorwaarden (bijv. maximaal stijgvermogen, maximaal toegelaten hoogte van hindernissen,
maximaal gewicht van de gebruiker enz.) moeten ook bij gebruik van de e-motion in acht worden genomen!
• De e-motion mag alleen worden gebruikt bij temperaturen tussen -20°C en +50°C . Stel de e-motion daarom niet bloot aan warmtebron-
nen (bijvoorbeeld aan intensief zonlicht), omdat oppervlakken daardoor heel warm kunnen worden.
• Vermijd ritten op losse ondergrond (bijv. op los grind, zand, modder, sneeuw, ijs of door diepe waterplassen).
• Volg vooral de veiligheids- en gevarenaanwijzingen vanaf hoofdstuk 3 op.
Rij nooit zonder kantelsteunen en verwijder deze uitsluitend om over grotere hindernissen heen te rijden. De rolstoel­gebruiker moet zelf beoordelen of hij hierbij de hulp van een begeleider inroept, omdat hier een verhoogd kantelge­vaar bestaat.
Bij ritten zonder per paar aangebrachte kantelsteunen worden de risico’s voor ongevallen en letsel groter. Alber GmbH stelt zich niet aansprakelijk voor ongevallen die door niet-aangebrachte kantelsteunen ontstaan.
Het maken van zogenaamde “wheelies“ (van de rolstoel verwijderde kantelsteunen, e-motion-wielen op de grond, voorwielen (zwenkwielen) van de rolstoel vrij in de lucht hangend) is niet toegestaan. Alber GmbH stelt zich niet aan­sprakelijk voor ongevallen die door deze rijwijze ontstaan.
Stel de e-motion, met name wanneer deze niet wordt gebruikt, indien mogelijk niet continu bloot aan sterk zonlicht. Dit zou namelijk tot gevolg hebben dat de motor heel warm wordt en in extreme gevallen niet het volle vermogen kan afgeven. Ook de delen van kunststof verouderen sneller door intensief zonlicht. Bij oververhitting: Laat de wielen minstens 60 minuten lang afkoelen.
1.7 Standaard leveringsomvang
• twee e-motion wielen
• een oplader
• deze gebruiksaanwijzing
Aan de rolstoel moeten speciale houders voor het aanbrengen van de e-motion wielen voorhanden zijn. Als dit niet het geval is, gelieve dan rechtstreeks contact op te nemen met uw specialist of met een van de Alber-fabrieksvertegenwoordigingen.
1.6 Overzicht van de belangrijkste elementen
(gelieve hiervoor de overzichtstekening in de kaft open te klappen)
Wiel
Led-indicaties 1 Aan/Uit knop met laadbus 2
Rolstoel (niet meegeleverd)
Houder met wieladapter 9 Vastzetrem van de rolstoel 10
Vergrendeling van de steekas 3 Grote band 4 Grijpbanden 5
Oplader
Laadstekker 11 Sensor 6 Lamellen (achterkant wiel) 7 Steekas 8
Led-indicatie 12
Behuizing oplader 1
Voedingsstekker 14
3
5
2. Ingebruikname
De e-motion wielen en het evt. door u meebestelde toebehoren worden door Alber of uw specialist aangebracht aan uw rolstoel en gebruiksklaar bij u geleverd. Daarom zitten er aan beide kanten van uw rolstoel nieuwe houders [9] met wieladapters, waarin de twee e-motion wielen worden gezet (zie hoofdstuk 2.1). De tot op heden door u gebruikte handmatig bediende rolstoelwielen krijgt u eveneens terug om deze evt. verder te kunnen gebruiken. Met levering van de e-motion wordt u door uw specialist geïnstrueerd in de bediening van het systeem en in het evt. meebestelde toebehoren. U krijgt eveneens deze gebruiks­aanwijzing overhandigd, die naast de technische informatie ook belangrijke instructies voor het rijden bevat.
De montage van de houders [9] aan de rolstoel mag uitsluitend wor­den uitgevoerd door Alber of door Alber geautoriseerde specialisten.
Controleer regelmatig of de houders [9] nog goed aan de rolstoel vastgeschroefd zitten. Als schroefverbindingen los zitten of zelfs helemaal los zijn geraakt, gelieve deze dan weer door de geautori­seerde specialist vast te laten draaien.
Alber vervaardigt houders in verschillende uitvoeringen, bijvoor­beeld als compleet afzonderlijk onderdeel of bestaande uit apar­te onderdelen. Daarom kunnen grafische voorstellingen in deze gebruiksaanwijzing evt. afwijken van de aan uw rolstoel gemonteer­de houder.
De vastzetremmen van de rolstoel [10] zijn op de e-motion wielen
6
afgestemd. Als handwielen op uw rolstoel worden gebruikt, moeten de vastzetremmen hierop worden afgesteld.
Snelheidsbeperking in vrijloop (zonder motorondersteuning) De e-motion wielen kunnen in vrijloop tot een snelheid van maxi­maal 20 km/h probleemloos worden gebruikt. Zowel de elektronica als de mechanica zijn op deze belasting berekend en lopen hierdoor geen schade op. Bij hogere snelheden (bijv. bij afdalen in vrijloop, bij gebruik van een handbike, met name met motorondersteuning, of elektromotorische aankoppelunits) kunnen snelheden worden bereikt die veel hoger liggen en waarvoor volgens de normatieve richtlijnen geen tests zijn vereist. De normen schrijven enkel voor dat de hulpaandrijving tot zijn motorisch ondersteunde maximum­snelheid op de relevante belastingsgevallen moet worden gecontro­leerd. Enkele rolstoelfabrikanten beperken echter de toegestane vei­lige maximumsnelheid al tot waarden onder 10 km/h. Neem in elk geval de door de rolstoelfabrikant opgegeven snelheidsbeperking in acht, indien deze in de gebruikershandleiding van de rolstoel is aan­gegeven. Voor uw eigen veiligheid raden wij u aan de aangegeven maximumsnelheid van de hulpaandrijving of de rolstoel (richt u zich naar de laagste waarde) tijdens het dagelijkse gebruik niet te over­schrijden. Bij schade die ontstaat bij het gebruik bij snelheden die hoger zijn dan de opgegeven maximumsnelheid, kunnen wij helaas geen garantie verlenen.
Bij gebruik van een handbike of een trekapparaat moeten de e-motion wielen worden uitgeschakeld.
2.1 Aanbrengen van de wielen
i
Aan elk e-motion systeem kunnen verschillende soorten rijparameters worden toegekend. Daarom is het dwingend noodzakelijk om beide e-motion wielen altijd conform hun ken­merking aan de linker- resp. rechterkant van uw rolstoel aan te brengen!
De steekassen [8] van de e-motion wielen zijn in technisch opzicht gelijkaardig aan de tot op heden gebruikte, handmatig bediende rolstoelwielen. In zoverre kunt u de e-moti­on wielen zoals u reeds gewend bent aanbrengen aan uw rolstoel.
• Schakel de e-motion wielen vóór het aanbrengen op de rolstoel uit (zie hoofdstuk 2.3).
• Druk op de vergrendeling [3] in het centrum van de wielnaaf en schuif tegelijkertijd de
steekas [8] van het e-motion wiel in de wieladapter [9] aan de rolstoel.
• Eventueel moet u het e-motion wiel een paar millimeter om zijn as draaien, zodat de
lamellen [7] aan de achterkant van het wiel in de wieladapter [9] kunnen vastklikken.
• Controleer of het e-motion wiel zonder op de vergrendeling [3] te drukken uit de
wieladapter [9] getrokken kan worden. Als dit het geval is, dan zit het e-motion wiel niet correct in de wieladapter [9] en moet het nog eens opnieuw, zoals hiervoor beschreven, in de wieladapter worden gestoken.
• Breng het tweede e-motion wiel aan aan de andere kant van de rolstoel.
Met deze paar stappen is het aanbrengen van de e-motion wielen aan uw rolstoel afgesloten.
De e-motion wielen moeten vóór het aanbrengen aan de rolstoel uit­geschakeld worden.
10
Het rijden is alleen toegestaan met correct in de wieladapter [9] vastgeklikte e-motion wielen!
Controleer vóór het begin van elke rit de functionaliteit van de vast­zetremmen [10] van uw rolstoel. Deze moeten correct op de e-moti­on wielen afgesteld en in staat zijn om een ongewild wegrollen van de rolstoel op elk moment te verhinderen.
Plaats in de e-motion wielen uitsluitend de meegeleverde steekas­sen! In geen geval mogen de steekassen van de handmatig te bedie­nen rolstoelwielen worden gebruikt, omdat deze in combinatie met de e-motion wielen niet de vereiste lengte hebben voor een veilige bevestiging in de houders [9].
Optioneel zijn voor de e-motion ergonomische steekassen met een ring verkrijgbaar, die het verwijderen en aanbrengen van de e-moti­on wielen eenvoudiger maken.
Reinig en behandel de steekassen om de 4 weken met een spray met PTFE.
7
2.2 Inschakelen van de wielen aan de wielnaaf
i
Als beide e-motion wielen, zoals beschreven in hoofdstuk 2.1 , correct aan uw rolstoel werden aangebracht, dan kunt u nu het systeem inschakelen.
• Druk ongeveer een seconde lang tot aan de voelbare aanslag op de Aan/Uit knop [2]
in de wielnaaf.
• Ter bevestiging van de inschakeling weerklinkt een akoestisch signaal (1 pieptoon)
aan elk wiel, tegelijk wordt door het led-display [1] de resterende capaciteit van de accu aangegeven
• Na ongeveer 2-3 seconden is het wiel gebruiksklaar en de rit kan beginnen. Neem
hiervoor de instructies vanaf hoofdstuk 3 in acht.
Aanwijzing
Als de ingeschakelde wielen niet gebruikt worden, dan volgt er na 60 minuten een zelf-
uitschakeling (zie hiervoor de instructies in hoofdstuk 6).
Tijdens het inschakelen van de wielen mogen de grijpbanden [5] in geen geval worden bediend, anders wordt een foutmelding uitgegeven (zie hoofdstuk 5.4).
Indien er bij het inschakelen van de wielen een fout optreedt, wordt deze door het led-display [1] en de signaaltonen weergegeven (zie hiervoor hoofdstuk 5.4).
De twee e-motion wielen mogen niet allebei tegelijk ingeschakeld worden, maar alleen na elkaar. Bij een gelijktijdige activering zouden eventuele waarschuwingssignalen (zie hoofdstuk 5.4) niet gehoord resp. per vergissing aan het verkeerde wiel toegekend kunnen worden.
2.3 Uitschakelen van de wielen
Na beëindiging van een rit moet u beide e-motion wielen altijd uitschakelen en de vast-
8
zetremmen aan de rolstoel aantrekken. Dit bespaart niet alleen de energie van de beide accu’s, maar voorkomt ook dat uw rolstoel eventueel ongewild wegrolt.
• Druk ongeveer een seconde lang tot aan de voelbare aanslag op de Aan/Uit knop [2]
in de wielnaaf.
• Het led-display [1] van de wielen dooft; tegelijk klinkt een pieptoon.
• Beveilig uw rolstoel tegen onopzettelijk wegrollen door de vastzetremmen aan te trekken.
De e-motion wielen bezitten geen ingebouwde remmen. Het is daar­om absoluut verplicht om de aan uw rolstoel aangebrachte remmen af te stellen op de e-motion wielen, om de rolstoel op elk moment tegen onopzettelijk wegrollen te kunnen beveiligen. Gelieve u hiervoor te wenden tot uw specialist.
2.4 Verwijderen van de wielen
8
In de regel zullen de e-motion wielen aan uw rolstoel blijven. Als ze (bijvoorbeeld voor transportdoeleinden) eraf genomen moeten worden, gaat u als volgt te werk:
• Schakel, voorzover dit nog niet is gebeurd, de e-motion wielen uit (zie hoofdstuk 2.3).
• Til uw rolstoel op aan zijn schuifgrepen.
• Druk op de vergrendeling [3] in het centrum van de wielnaaf en trek het e-motion wiel
met gevoel van de rolstoel af.
Trek bij het eraf nemen van een e-motion wiel nooit aan zijn grijp­banden [5]. De daaraan aangebrachte sensor [6] zou daardoor beschadigd kunnen worden. Houd het e-motion in plaats daarvan bij het eraf halen vast aan de band of aan de wielnaaf.
Bij transport met een vliegtuig mogen beide wielen niet zijn inge­schakeld. Wij bevelen aan om de wielen in de zogenoemde “vlieg­tuigmodus” te zetten (zie hoofdstuk 2.6), om per ongeluk inscha­kelen van de wielen, bijv. in de vrachtruimte, te voorkomen. Indien nodig kunnen de wielen met de optioneel verkrijgbare transportas extra worden beveiligd.
Omwille van richtlijnen van bepaalde luchtvaartmaatschappijen bevelen wij aan om de e-motion wielen te transporteren met accu’s die slechts tot 30% opgeladen zijn. Met de gratis e-motion Mobility App bestaat de mogelijkheid om de accu’s van de e-motion indien nodig tot deze waarde te ontladen. Meer informatie over deze func­tie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de Mobility App.
Verwijderen van de steekas (indien nodig)
Indien de e-motion wielen op hun achterkant liggend worden opgeslagen, steken de stee­kassen [8] enkele centimeters boven de wielnaaf uit. Daarom is het raadzaam om de stee­kassen helemaal uit het wiel te trekken, om een mogelijke beschadiging te voorkomen.
• Houd de steekas [8], zoals in de grafiek afgebeeld, tussen wijs- en middelvinger vast
en druk tegelijkertijd met uw duim op de vergrendeling [3].
• Trek de steekas [8] uit de wielnaaf en leg deze neer.
Plaatsen van de steekas
Indien de steekassen zoals hierboven beschreven uit de naaf verwijderd werden, moeten ze weer in de wielnaven worden gestoken, voordat de wielen de volgende keer aange­bracht worden.
• Houd de steekas [8], zoals in de grafiek afgebeeld, tussen wijs- en middelvinger vast
en druk tegelijkertijd met uw duim op de vergrendeling [3].
• Plaats de steekas [8] in de wielnaaf.
Plaats in de e-motion wielen uitsluitend de meegeleverde steekassen! In geen geval mogen de steekassen van de handmatig te bedienen rolstoelwielen worden gebruikt, omdat deze in combinatie met de e-motion wielen niet de vereiste lengte hebben voor een veilige bevestiging in de houders [9].
9
2.5 Transport en opslag van de wielen als bagage
• De e-motion wielen moeten uitgeschakeld worden voordat ze van de rolstoel worden
verwijderd.
• Als de e-motion wielen van de rolstoel af worden gehaald, dan mag u deze niet aan
de grijpbanden [5] optillen resp. dragen. De daaraan aangebrachte sensoren zouden daardoor beschadigd kunnen worden. Draag het e-motion wiel in plaats daarvan aan zijn velg. Op deze plaats bestaat er geen enkel gevaar van een beschadiging van het wiel.
• Let bij het neerzetten of wegleggen van het wiel met name op de lamellen [7] en
de steekas [8] aan de achterkant van het wiel. Beide onderdelen mogen onder geen beding beschadigd worden.
• Voor het transport gelden de richtlijnen van de betreffende rolstoelfabrikant met
betrekking tot de beveiliging van de complete rolstoel resp. de afzonderlijke onderde­len ervan.
• Wij raden aan om de e-motion wielen altijd van de rolstoel af te nemen en afzonder-
lijk te transporteren. Hierbij moet de steekas [8] volledig van de wielen verwijderd worden.
• De wielen moeten liggend op de achterkant of staand opgeslagen resp. getranspor-
teerd worden.
• Bij een transport moeten de wielen in elk geval tegen rondslingeren beschermd wor-
den, zodat deze bij een remmanoeuvre niet tot een gevaar voor de inzittenden kunnen worden. Voor de beveiliging van de wielen stellen wij vrijblijvend (wij aanvaarden hiervoor geen aansprakelijkheid) voor om deze bv. met voldoende stabiele weefselban­den in het voertuig te beveiligen, zoals in de grafiek afgebeeld.
10
Breng de weefselbanden in geen geval aan de grijpbanden [5] aan, omdat de sensoren ervan hierdoor beschadigd kunnen worden.
• Als er ten aanzien van de beveiliging van rolstoel en wielen in uw land nationale
voorschriften bestaan, dan hebben deze voorrang en moeten in acht worden genomen.
• Voor ongevallen van welke aard dan ook die plaatsvinden als gevolg van het niet in
acht nemen van deze instructies, en voor de gevolgen daarvan wijzen Alber GmbH en diens vertegenwoordigers elke aansprakelijkheid van de hand.
• Als u de rolstoel in zijn geheel wilt transporteren, dus zonder de wielen te demonte-
ren, moet de rolstoel volgens de richtlijnen resp. voorschriften van de rolstoelfabrikant beschermd worden. De tekening linksonder is slechts een voorbeeld.
2.6 Transport van de wielen in het vliegtuig
Voor transport met het vliegtuig kunnen de e-motion wielen zo worden uitgeschakeld dat deze niet onbedoeld, bijv. door een los stuk bagage in het bagageruim van het vlieg­tuig, kunnen worden ingeschakeld. Hiervoor is de zogenoemde “vliegtuigmodus” van de e-motion beschikbaar. Activeren
• Druk minstens 10 seconden lang tot aan de voelbare aanslag op de Aan/Uit knop [2]
in de wielnaaf. Alle vijf leds van de led-indicatie branden 5 seconden.
• Laat vervolgens de Aan/Uit knop [2] binnen 5 seconden weer los. Voer de procedure
uit voor beide aandrijvingswielen.
Deactiveren
• Druk minstens 10 seconden lang tot aan de voelbare aanslag op de Aan/Uit knop [2]
in de wielnaaf. Alle vijf leds van de led-indicatie branden 5 seconden.
• Laat vervolgens de Aan/Uit knop [2] los. De vliegtuigmodus is nu gedeactiveerd.
De wielen bevinden zich nog steeds in uitgeschakelde toestand, maar kunnen door
opnieuw drukken op de knop weer worden ingeschakeld. Aanwijzing: Met de gratis Mobility App van de e-motion kunt u de e-motion wielen even­eens in vliegtuigmodus zetten. Door de vervolgens losgekoppelde Bluetooth-verbinding is opnieuw activeren van de wielen echter uitsluitend zoals hierboven beschreven via de Aan/Uit-knop [2] aan de wielen mogelijk.
3. Veiligheids- en gevarenaanwijzingen voor het rijden met de e-motion
i
3.1 Algemene informatie
De bediening van de e-motion wielen gebeurt analoog aan de tot op heden door u gebruik­te handmatig bediende wielen. Dit betekent dat u uw rolstoel met de grijpbanden [5] kunt bewegen, zoals u dat gewend bent. Als de e-motion is ingeschakeld, wordt elke impuls aan de grijpbanden omgezet in een rijcommando. Hierbij ondersteunt de e-motion zowel de voorwaartse als de achterwaartse beweging, zowel bij het versnellen als bij het afremmen. De e-motion remt in vrije loop niet vanzelf. Het wordt daarom aanbevolen om na ontvangst van de e-motion eerst een kleine rijtrai­ning uit te voeren. Daarmee kunt u zich grondig vertrouwd maken met de aandrijving en de mogelijkheden daarvan. De e-motion wielen kunnen in de uitgeschakelde toestand eventueel ook als wielen met handmatig bediende grijpbanden worden gebruikt. Er dient bij het wegrijden en remmen alleen rekening te worden gehouden met het extra gewicht van de wielen.
Overtuig u ervan dat de vastzetremmen [10] van uw rolstoel rollen wordt verhinderd. Als dit niet het geval is, gelieve u dan te wenden tot de door Alber geautoriseerde specialist voor medische hulp­middelen en laat de remmen daar opnieuw afstellen.
Aanwijzingen voor de rijtraining
Start uw eerste rijpogingen met bijzondere oplettenheid en begin met uw rijtraining op een vlakke ondergrond.
• Voer uw rijtraining uit in omgevingen zonder hindernissen.
• Voordat u met de e-motion over dalingen of stijgingen rijdt, moet u de omgang met het apparaat op een vlakke ondergrond goed
beheersen.
• Pas uw snelheid altijd aan de externe omstandigheden aan om bijv. zonder gevaar om plotselinge hindernissen heen te kunnen rijden
resp. uw rolstoel stop te kunnen zetten.
• Rij op een stijging altijd met volledig opgeladen accu’s.
Bij lege accu’s lopen de wielen weliswaar door, maar voor de rolbeweging en met name voor het remmen staat niet meer de volle kracht­ondersteuning ter beschikking!
• Bij ritten op hellingen van welke aard dan ook is bijzondere oplettendheid geboden.
Als er op hellingen met volledig opgeladen accu’s en een hoge snelheid wordt gereden, dan kan dit als gevolg van overspanning een gedwongen uitschakeling van de e-motion tot gevolg hebben. Hierbij rollen de wielen weliswaar door, maar voor het remmen is de krachtondersteuning niet meer beschikbaar! Rij in zulke gevallen daarom met een lage snelheid op hellingen. Dit valt in het algemeen toch al aan te raden om plotselinge hindernis­sen op tijd te kunnen ontwijken of de rolstoel tot stilstand te kunnen brengen
• Neem de informatie, veiligheids- en gevarenaanwijzingen van uw rolstoelfabrikant in acht. Deze gelden ook bij het rijden met de e-motion.
Voorzichtig bij ritten op hellingen met volledig opgeladen accu’s! Bij volledig opgeladen accu’s en hoge snelheden is een zelfuitschakeling van het systeem mogelijk. Verlaag daar­om uw snelheid.
op de e-motion wielen afgesteld zijn en zodoende een onopzettelijk weg-
11
Neem hindernissen (bijv. stoepranden) zoveel mogelijk achteruit rijdend. De maximaal toegelaten hoogte van de hindernis bedraagt daarbij 50 mm. Rij langzaam en voorzichtig achteruit tot de wielen van uw e-motion de hin­dernis raken. Neem nu voorzichtig de hindernis. U moet zelf beoordelen of u eventueel een andere persoon om hulp vraagt.
Neem de volgende veiligheids- en gevarenaanwijzingen in acht.
Neem onmiddellijk contact op met uw specialist, als uw rolstoel een defect vertoont.
Met de optioneel verkrijgbare ECS afstandsbediening is een speciale leermodus beschikbaar, waarmee de e-moti­on wielen met zeer weinig motorondersteuning te gebruiken tot de correcte handhaving aangeleerd is.
3.2 Veiligheidsinstructies
• De e-motion wielen moeten vóór het aanbrengen aan de rolstoel, tijdens het van de rolstoel afhalen en vóór het begin van de werk-
zaamheden, direct aan de wielen of aan de rolstoel uitgeschakeld worden.
• Om veiligheidsredenen moet u bij het stoppen, met name op stijgingen en dalingen, de vastzetremmen van uw rolstoel aantrekken om
een ongewild wegrollen van de rolstoel te vermijden.
• In het (onwaarschijnlijke) geval van een oververhitting of brand van de accu mag deze onder geen beding met water of andere vloei-
stoffen in aanraking komen. Als enig zinvol blusmiddel raden de accufabrikanten aan om te blussen met zand of een brandblusser van klasse D.
Neem voor het begin van de rit het volgende in acht:
• De e-motion mag alleen worden aangebouwd aan rolstoelen die voorzien zijn van grijpbanden die door Alber GmbH hiervoor zijn goed-
gekeurd.
• De montage en verandering van de houder voor de e-motion mag alleen worden uitgevoerd door Alber GmbH of door de door Alber
erkende gezondheidsspecialist.
• De gebruiksaanwijzing van de rolstoel moet bij het gebruik van de e-motion absoluut in acht worden genomen.
• Het rijden met de rolstoel zonder aangebrachte, paarsgewijze kantelsteunen is niet toegestaan.
• Breng kantelsteunen op uw rolstoel per paar aan.
• Controleer vóór elke rit de toestand van de e-motion wielen. Als de banden hun slijtagegrens bereikt hebben (er kan geen bandenprofiel
meer herkend worden), dan mag de e-motion niet meer gebruikt worden.
• Controleer vóór elke rit de werking van de vastzetremmen van uw rolstoel. Zonder correct werkende vastzetremmen mag niet worden
gereden.
• Controleer in regelmatige intervallen de luchtdruk van de e-motion wielen. Gegevens hierover vindt u in de tabel in hoofdstuk 16.
De luchtdruk van de rolstoelwielen dient u te controleren overeenkomstig de instructies en gegevens van de rolstoelfabrikant. Een te lage luchtdruk kan het rijgedrag en de actieradius sterk beïnvloeden.
• In beide e-motion-wielen moet de luchtdruk steeds dezelfde zijn.
• In beide voorwielen van de rolstoel moet de luchtdruk steeds dezelfde zijn.
• Controleer vóór het begin van elke rit de correcte bevestiging van de e-motion wielen in beide wieladapters aan uw rolstoel.
• De e-motion mag in combinatie met een rolstoel-trekapparaat of handbike tot een maximumsnelheid van 20 km/h worden gebruikt.
Hogere snelheden kunnen de elektronica van de e-motion aandrijfwielen beschadigen. Bovendien moeten de e-motion wielen daarbij uitgeschakeld zijn.
12
Bij de rit met de e-motion letten op het volgende:
• Voordat u met de e-motion over dalingen of stijgingen rijdt, moet u de omgang met het apparaat op een vlakke ondergrond goed
beheersen.
• Het door de rolstoelfabrikant opgegeven maximaal toegelaten stijgingspercentage mag niet worden overschreden.
• Rijd uiterst voorzichtig naar trappen of afgronden toe.
• Als de e-motion is ingeschakeld, wordt elke impuls aan de grijpbanden omgezet in een rijcommando. Neem bij het stoppen of wachten
voor potentieel gevaarlijke plaatsen (bijv. tijdens het wachten bij een verkeerslicht voor voetgangers, op stijgingen en dalingen of bij diverse opritten) uw handen van de grijpbanden en beveilig uw rolstoel met zijn vastzetremmen.
• Grijp bij ingeschakelde e-motion nooit in het wiel.
• Steek resp. gooi geen voorwerpen van welke aard dan ook in een uit- of ingeschakeld e-motion wiel.
• Bevestig nooit voorwerpen van welke aard dan ook aan de grijpbanden! Deze zouden ongewilde rijimpulsen kunnen veroorzaken.
• Houd als u op de stoep rijdt voldoende afstand (indien mogelijk ten minste een rolstoelbreedte) tot de stoeprand.
• Vermijd ritten op losse ondergrond (bijv. op los grind, zand, modder, sneeuw, ijs of door diepe waterplassen).
• Laat de e-motion nooit, niet in in- noch in uitgeschakelde toestand, zonder toezicht staan.
• De e-motion kan door sterke elektromagnetische velden nadelig beïnvloed worden, vooral in de nabijheid van de grijpband-sensor.
• De e-motion kan in zeldzame gevallen een storend effect hebben op andere inrichtingen, bijv. op diefstalbeveiligingspoortjes in winkels.
• Op roltrappen en loopbanden mag met de e-motion niet worden gereden.
• Verander tijdens een rit met maximumsnelheid de rijrichting nooit met een ruk naar links of rechts, aangezien dit onder bepaalde
omstandigheden het zijdelingse kantelen van de rolstoel tot gevolg kan hebben.
• Verlaag de snelheid bij het nemen van bochten.
• Als u van plan bent om met uw rolstoel op een stijging of daling stil te blijven staan, dan moet de rolstoel dwars ten opzichte van deze
daling of stijging gezet en moeten de vastzetremmen aangetrokken worden.
• Trek na elke rit resp. bij elke stilstand van uw rolstoel de vastzetremmen aan om ongewild wegrollen te voorkomen!
• Rij nooit dwars ten opzichte van hellingen.
• Grijp tijdens de rit nooit in de spaken van de e-motion wielen of in de voorwielen van uw rolstoel.
• Rem de e-motion met gevoel en aangepast aan uw snelheid (dus niet schoksgewijs) af.
• Ga bij een rit in voertuigen uitsluitend zitten op de daar geïnstalleerde stoelen met de bijhorende persoonlijke veiligheidssystemen.
Gebeurt dit niet, dan bestaat het gevaar dat zowel u als uw mede-inzittenden bij een ongeval gewond kunnen raken.
• Beveilig bij ritten in voertuigen uw rolstoel en de e-motion wielen conform de geldende wettelijke bepalingen en voorschriften.
• Bij het rijden op openbare wegen en voetpaden moeten in de Bondsrepubliek Duitsland de voorschriften van het wegenverkeersregle-
ment en de Duitse regelgeving (StVZO) in acht worden genomen. In andere landen moeten de daar geldende nationale voorschriften in acht worden genomen.
• De e-motion is alleen bedoeld voor het transport van personen met beperkte mobiliteit en mag niet ondoelmatig gebruikt worden,
bijv. voor spelende kinderen of het transport van goederen.
• Het gebruik van de e-motion is niet toegestaan in de buurt van sterke magneetvelden, zoals deze bijvoorbeeld gegenereerd worden door
magneten, transformatoren, tomografen, enz.
• Vermijd ritten met de e-motion bij ongunstige omstandigheden, bijvoorbeeld bij storm, hagel en in hoog struikgewas.
Rij nooit zonder kantelsteunen en verwijder deze uitsluitend om over grotere hindernissen heen te rijden. De rolstoel­gebruiker moet zelf beoordelen of hij hierbij de hulp van een begeleider inroept, omdat hier een verhoogd kantelge­vaar bestaat.
Bij ritten zonder per paar aangebrachte kantelsteunen worden de risico’s voor ongevallen en letsel groter. Alber GmbH stelt zich niet aansprakelijk voor ongevallen die door niet-aangebrachte kantelsteunen ontstaan.
Na de rit met de e-motion letten op het volgende:
• Schakel de e-motion onmiddellijk uit als u hem niet gebruikt, om te vermijden dat er per ongeluk een rijimpuls geactiveerd wordt door
contact met de grijpbanden en dat er een zelfontlading van de accu plaatsvindt.
• Trek bij elke stilstand de vastzetremmen van de rolstoel aan.
• Laad de accu’s van uw e-motion zo mogelijk na elke rit weer op.
3.3 Hindernissen
Neem hindernissen (bijv. stoepranden) zoveel mogelijk achteruit rijdend. De maximaal toegelaten hoogte van de hindernis bedraagt daarbij 50 mm. Rij langzaam en voorzichtig achteruit tot de e-motion wielen de hindernis raken. Neem nu voorzichtig de hindernis.
U moet zelf beoordelen of
u eventueel een andere persoon om hulp vraagt.
3.4 Gevaarlijke plaatsen en gevaarlijke situaties
• De rolstoelgebruiker moet zelfstandig en op eigen verantwoordelijkheid beslissen over de trajecten die hij wil rijden en dient hierbij
rekening te houden met zijn rijvaardigheid en lichamelijke vaardigheden.
• Vóór het begin van de rit moet hij de e-motion wielen controleren op afgesleten of beschadigde wielen, en eveneens de laadtoestand
van beide accu’s en de goede werking van de optische en akoestische signaalinrichtingen aan het wiel.
• Deze veiligheidscontroles en de persoonlijke rijvaardigheid zijn met name van belang op de volgende gevaarlijke plaatsen, waar de
bestuurder van de e-motion zelf moet beoordelen of hij er op eigen risico rijdt:
- kademuren, aanlegsteigers, wegen en plekken aan het water, onbeveiligde bruggen en dijken.
- smalle weggetjes, hellende wegen (bijv. oprijplanken, opritten), smalle wegen langs een afgrond, bergwegen.
- smalle en/of hellende/schuin aflopende paden langs hoofd- en secundaire wegen of in de buurt van afgronden.
- ondergesneeuwde of met bladeren of ijs bedekte wegen of paden.
- oprijplanken en hefinrichtingen aan voertuigen.
Bij het nemen van bochten of tijdens het omdraaien op stijgende of dalende trajecten kan het zwaartepunt ver­schuiven, waardoor het risico toeneemt dat de rolstoel naar de zijkant overhelt en omslaat. Voer deze rijbewegin­gen daarom zeer voorzichtig en alleen bij een lage snelheid uit!
13
Bij het oversteken van wegen, kruispunten en spoorwegovergangen is extra voorzichtigheid geboden. Steek rails in wegen of aan spoorwegovergangen nooit al parallel daaraan rijdend over, omdat de wielen daarbij eventueel ingeklemd zouden kunnen raken.
14
Bij het rijden op oprijplanken en hefinrichtingen aan voertuigen is bijzondere oplettendheid geboden. Tijdens het stijgen resp. dalen van de oprijplank of een hefinrichting moet de e-motion uitgeschakeld worden. Eveneens moeten de vastzetremmen aan de rolstoel worden aangetrokken. Wegrollen, bijv. door ongewilde rijcommando’s, wordt daardoor verhinderd.
In natte omstandigheden hechten de banden minder aan de ondergrond, en bestaat er verhoogd gevaar voor weg­glijden. Pas uw rijgedrag dienovereenkomstig aan en rij nooit met afgesleten banden.
4. Accu (in de wielen ingebouwd)
In de e-motion wielen zijn onderhoudsvrije, oplaadbare lithium-ionen accu’s geïntegreerd. Deze kunnen om vei­ligheidsredenen niet door de rolstoelgebruiker verwijderd worden, maar moeten indien dit noodzakelijk is, door de geautoriseerde specialist eruit gehaald worden. Lees voordat u de e-motion in gebruik neemt en ook voordat u met het laadproces begint, de volgende veilig­heidsinstructies en waarschuwingen en neem deze in acht. Nalatigheden bij het inachtnemen van de veiligheids­instructies en de aanwijzingen kunnen het product beschadigen, of een elektrische schok, brand en/of ernstige verwondingen tot gevolg hebben. De lithium-ionen accu bevat chemische substanties die gevaarlijke reacties kunnen veroorzaken, indien de hier genoemde veiligheidsinstructies niet opgevolgd worden. Voor schade die ontstaat doordat de algemene aanwijzingen en veiligheidsinstructies niet in acht werden genomen, stelt Alber GmbH zich niet aansprakelijk.
4.1 Veiligheidsinstructies voor de in de e-motion wielen ingebouwde accu’s
• Voordat de e-motion wielen voor het eerst gebruikt worden, moeten de accu’s volledig opgeladen worden.
• De wielen mogen alleen bij temperaturen tussen -20°C en +50°C gebruikt worden.
• De wielen mogen niet aan warmte (bijv. radiatoren) noch aan vuur worden blootgesteld. Externe hitte kan een explosie van de accu tot
gevolg hebben.
• In het (onwaarschijnlijke) geval van oververhitting of brand van de accu mag deze onder geen beding met water of andere vloeistoffen
in aanraking komen. Als enig zinvol blusmiddel raden de accufabrikanten aan om te blussen met zand of een brandblusser van klasse D
• Uw e-motion verbruikt bij elk gebruik energie. Laad beide accu’s daarom na elk gebruik indien mogelijk volledig op.
• De e-motion wielen en met name de accu’s die zich erin bevinden, mogen niet geopend of uit elkaar gehaald worden. Indien de wielen
resp. de accu’s onvakkundig geopend of moedwillig vernield worden, kan dit gevaar voor ernstige verwondingen veroorzaken. Bovendien heeft dit tot gevolg dat de aanspraak op garantie komt te vervallen.
• Verbind de laadbus [2] van het wiel nooit met metalen voorwerpen, resp. let op dat de contacten in geen geval met metalen voorwerpen
(bijvoorbeeld met metaalspaanders) in aanraking komen.
• Wanneer de laadbus [2] vuil is, moet deze met een schone, droge doek worden gereinigd.
• Dompel de wielen nooit in water onder.
• Bij een beschadiging of een defect van een accu moet deze gecontroleerd worden. Gelieve dienaangaande contact op te nemen met uw
specialist en met hem de verdere procedure met betrekking tot retourzending en reparatie te bespreken.
• Het wiel met de defecte/beschadigde accu mag in geen geval verder gebruikt of geopend worden.
• Houd de e-motion wielen steeds schoon en droog.
4.2 Opslag van de wielen
• De levensduur van een accu is o.a. afhankelijk van de plaats waar hij opgeslagen wordt. Laat de e-motion wielen daarom niet geduren-
de een langere tijd op een warme plaats liggen. Met name de kofferruimtes van personenauto’s die in de zon staan mogen alleen voor transport, maar niet in het algemeen als bewaarplaats gebruikt worden.
• Bewaar de wielen op een koele en droge plaats, waar ze tegen beschadiging en onbevoegde toegang beschermd zijn.
• Om een optimale levensduur van de accu te bereiken, moeten de wielen bij een temperatuur van 18°C tot 23°C en een luchtvochtigheid
van 0 tot 80 procent opgeslagen worden. De laadtoestand moet hierbij 50 procent bedragen.
• Stel de wielen tijdens de opslag aan geen enkel vocht (water, regenwater, sneeuw, enz.) bloot.
• Laad de accu’s vóór het opslaan op en controleer de laadtoestand om de 3 maanden. Laad de accu’s indien noodzakelijk tot 50 à 70 pro-
cent op. Voor het opslaan van de e-motion wielen staat in de gratis Mobility App een functie ter beschikking die het mogelijk maakt om volledig opgeladen accu’s automatisch tot 65% te ontladen.
• De wielen moeten liggend op de achterkant of staand opgeslagen resp. getransporteerd worden.
4.3 Algemene instructies voor het laden van de accu’s
• Laad de accu’s nooit in het bijzijn of in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
• In het (onwaarschijnlijke) geval van oververhitting of brand van de accu mag deze onder geen beding met water of andere vloeistoffen
in aanraking komen. Als enig zinvol blusmiddel raden de accufabrikanten aan om te blussen met zand.
• Voer het laadproces nooit uit in ruimtes waarin vocht op de wielen met de accu’s daarin zou kunnen neerslaan.
• Laad de accu’s nooit op bij temperaturen onder de 0°C of boven de 40°C. Als een poging wordt gedaan om een laadproces buiten dit
temperatuurbereik uit te voeren, wordt het laadproces automatisch stopgezet.
• Het laden van de accu’s duurt maximaal 6 uur.
4.4 Veiligheidsinstructies voor de oplader en het laadproces
Voor het begin van het laadproces moeten allebei de wielen uitgeschakeld worden.
Indien de accu’s direct aan de rolstoel opgeladen worden, moet deze met behulp van zijn vastzetremmen tegen
ongewild wegrollen beveiligd worden!
• Het laadproces vindt direct aan de wielen plaats, die hiervoor niet van de rolstoel verwijderd hoeven te worden. In principe moeten
altijd beide accu’s tegelijkertijd weer opgeladen worden; daarom beschikt de oplader ook over twee laadleidingen.
• Gebruik voor het laden van de e-motion accu’s uitsluitend het meegeleverde Alber laadapparaat. Het laadproces wordt automatisch
beëindigd zodra de accu opgeladen is. Te sterk opladen is daardoor uitgesloten.
• Gebruik voor het opladen nooit een andere, niet van Alber afkomstige oplader.
• Laad met de oplader geen andere accu’s op dan de accu’s die in de e-motion ingebouwd zijn.
• Als de e-motion wielen langer (meer dan 1 dag) niet gebruikt worden, dan moet de oplader eerst van het wiel (accu) en daarna van het
stopcontact losgekoppeld worden.
• Stel de oplader tijdens het laadproces niet aan vocht (water, regenwater, sneeuw) bloot.
• Voorzichtig bij condensatie. Als de oplader van een koude naar een warme ruimte wordt gebracht, dan kan zich condenswater vormen.
In dit geval moet het gebruik van het laadapparaat worden uitgesteld tot het condenswater verdampt is. Dit kan enkele uren duren.
• Voer het laadproces nooit uit in ruimtes waarin vocht op de oplader zou kunnen neerslaan.
• Draag de oplader nooit aan de voedingskabel of de laadkabels.
• Trek nooit met een ruk aan de voedingskabel om de oplader los te koppelen van het stopcontact.
• Leg de netkabel en beide laadkabels die daaraan zitten zo, dat niemand erop stapt of erover struikelt en dat ze niet zijn blootgesteld
aan andere schadelijke invloeden of belastingen.
• Gebruik de oplader niet als de netkabel, een of beide laadkabels of de aan de kabels aangebrachte stekkers beschadigd zijn. Beschadigde
onderdelen moeten onmiddellijk door de door Alber geautoriseerde vakhandelaar vervangen worden.
• Gebruik de oplader nooit en haal hem niet uit elkaar als hij een harde slag heeft opgelopen, gevallen is of op een andere manier bescha-
digd werd. Breng de beschadigde oplader voor reparatie naar een door Alber geautoriseerde specialist voor medische hulpmiddelen.
• De oplader mag niet door kleine kinderen gebruikt worden.
• De oplader mag alleen worden gebruikt met 100V - 240V netwisselspanning.
• Haal de oplader niet uit elkaar en wijzig hem niet.
• Dek de oplader tijdens het laadproces niet af en leg geen voorwerpen op het apparaat.
• Stel de kabels en de stekkers niet bloot aan druk. Sterke rek of knikken van de kabels, het inklemmen van de kabel tussen een muur en
een kozijn of het plaatsen van zware voorwerpen op de kabel of de stekker zouden een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
• Beide polen van de stekkers aan de laadkabels nooit met metalen voorwerpen kortsluiten.
• Controleer of de netstekker stevig in het stopcontact zit.
• Raak de netstekker en de beide stekkers aan de laadkabels niet met vochtige handen aan.
• Gebruik de stekkers van de oplader en/of de netstekker niet als deze nat of vuil zijn. Maak ze vóór het insteken schoon met een droge doek.
• Trek na beëindiging van het laadproces eerst de laadstekkers uit de laadbussen van de e-motion wielen, en vervolgens de stekker van de
oplader uit het stopcontact.
• Let op dat er geen vocht in de laadbussen [2] kan binnendringen nadat de verbinding met de oplader is losgekoppeld.
• De netstekker wordt voor het onderbreken van de stroomtoevoer naar de oplader gebruikt. Daarom mogen voorwerpen de oplader noch
bedekken, noch het gebruik ervan bemoeilijken.
• Technische wijzigingen van om het even welk type zijn niet toegestaan aan de e-motion en de oplader.
• Controleer indien nodig de elektrische verbindingen en controleer of de oplader niet door voorwerpen bedekt wordt, maar correct opge-
steld is.
15
Let er vóór en na het laadproces op dat de stekkers van de oplader [11] en de laadbussen in de Aan-/Uit-knop [2] van het e-motion wiel schoon zijn en er zich geen metalen deeltjes aan bevinden. Als deze deeltjes toch aan­wezig zijn, dan moeten ze met een schone, droge doek verwijderd worden!
De stekkers van de oplader zijn magnetisch. Vermijd daarom elk contact van de stekkers met medische implantaten, elektronische opslagmedia, EC-kaarten en dergelijke.
4.5 Laadproces
i
• Schakel de e-motion wielen uit (zie hoofdstuk 2.3).
• Steek de netkabel [14] van de oplader in een stopcontact. De twee leds [12] aan de
oplader branden oranje.
• Plaats de laadstekker [11] van de oplader [13] op de laadbussen [2]. Deze zijn geïn-
tegreerd in de Aan/Uit-knop). De vergrendeling gebeurt automatisch d.m.v. een mag-
neetsluiting.
• Aan de oplader knipperen de twee led-indicaties [12] groen en aan de e-motion wie-
len is een korte pieptoon te horen. Dit betekent dat het laadproces is begonnen.
• Op het led-display [1] van de e-motion wielen branden afhankelijk van de laadtoe-
stand van het accupack nog andere leds (zie hoofdstuk 5.2).
• Als de accu volledig is opgeladen, branden alle vijf leds aan de wielen en aan de opla-
der brandt de led-indicatie [1] continu groen.
• Trek dan eerst de laadstekkers [11] van de oplader [13] van de e-motion wielen af,
vervolgens de netstekker van de oplader [14] uit de contactdoos.
• De e-motion wielen worden na voltooiing van het laadproces niet uitgeschakeld.
Voor zover vereist kan het laadproces te allen tijde onderbroken worden.
Let erop dat de stekkers van de oplader [11] en de laadbussen in de Aan-/Uit-knop [2] van het e-motion wiel schoon zijn en er zich geen metalen deeltjes aan bevinden. Als deze deeltjes toch aanwezig zijn, dan moeten ze met een schone, droge doek verwijderd worden!
16
Als de e-motion wielen langer (meer dan 1 dag) niet gebruikt wor­den, moet de oplader eerst van de wielen en daarna van het stop­contact losgekoppeld worden. Controleer steeds vóór het begin van elke rit de laadtoestand van de accu’s. Deze moeten vóór het begin van de rit volledig opgeladen zijn.
Indien er bij het laden van de wielen een fout optreedt, wordt deze door het led-display [1] en de signaaltonen aan het wiel (zie hoofd­stuk 5.4) en door een continu rood brandende led [12] aan de opla­der weergegeven
Voorzover de e-motion wielen voor het laden aan de rolstoel zitten moeten vóór het begin van het laadproces beide wielen uitgescha­keld en de rolstoel met zijn vastzetremmen tegen onopzettelijk wegrollen beveiligd worden.
De magneetstekkers van de oplader mogen niet in de buurt van de sensor [6] aan het wiel komen, omdat hierdoor anders de kalibratie van de sensor beïnvloed zou kunnen worden.
Tijdens het laadproces mogen geen druk- of trekkrachten op de
grijpband [5] inwerken, omdat het laadproces hierdoor stopgezet kan worden.
5. Indicaties en foutmeldingen aan het wiel
i
5.1 Laadtoestand van de accu
De laadtoestand van beide e-motion accu’s wordt door de aan het wiel aangebrachte leds [1] weergegeven. Bij elke inschakeling van het wiel branden de leds en geven deze continu de resterende
1
capaciteit van de accu aan. De led-indicatie dooft zodra het wiel draait.
Met de gratis Mobility App kan de permanente indicatie van de leds bij het laden en tijdens het bedrijf worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Betekenis:
5 leds branden – de accu is 100% opgeladen. Vermijd op hellingen ritten met hoge snelheden, aangezien als gevolg van de stroomte­rugvoeding in de wielen het gevaar van overspanning in de accu bestaat, en er daardoor een gedwongen uitschakeling van het wiel kan volgen.
4 leds branden wit – de accu is 80% opgeladen.
3 leds branden wit – de accu is 60% opgeladen.
2 leds branden wit – de accu is 40% opgeladen. Er wordt dringend aanbevolen om geen al te lange afstanden af te leggen zonder de accu’s van tevoren op te laden.
1 led brandt wit – de accu is 20% opgeladen. Laad de accu op voordat u een rit start.
1 led brandt wit – de accu is 10% opgeladen. Laad de accu’s op voordat u een rit start.
17
5.2 Indicaties bij het laden van de accu
Indicaties aan het wiel
Een led knippert wit – de accu is minder dan 20% opgeladen.
Een led knippert, 1 led brandt – de accu is tussen 20% en 40% opgeladen.
Een led knippert wit, 2 leds branden wit – de accu is tussen 40% en 60% opgeladen.
Een led knippert wit, 3 leds branden wit – de accu is tussen 60% en 80% opgeladen.
Een led knippert wit, 4 leds branden wit – de accu is tussen 80% en 100% opgeladen.
5 leds branden – de accu is 100% opgeladen.
18
Als er tijdens het laadproces een fout optreedt, wordt er door het led­display en door verschillende signaaltonen een foutmelding gegeven (zie hoofdstuk 5.4).
5.3 Indicaties aan de oplader
De status van de oplader wordt door de led-displays [12] als volgt aangegeven:
Ledkleur Ledmodus Status
Rood Continu licht Fout
Oranje Continu licht Bedrijfsklaar
Groen Knipperend Laadproces is bezig
Groen Continu licht Laadproces beëindigd
5.4 Overzicht van de bedrijfstoestanden
Bedrijfstoe­stand
Vliegtuigmodus (e-motion kan niet worden gebruikt)
e-motion volledig uit
Stand-bymodus
e-motion aan (gereed voor het rijden)
Signaal
Activeren van de e-motion door Stroomverbruik van de accu
(te herkennen aan)
Als op de Aan/Uit knop [2] wordt gedrukt, knipperen alle leds van de led-indicatie [1] rood.
Houd de Aan/Uit knop [2] aan het aandrijfwiel 10 seconden lang ingedrukt; alle 5 leds branden wit. Laat de Aan/Uit knop [2] binnen 5 seconden weer los. Druk vervol­gens opnieuw op de Aan/Uit knop [2], om de e-motion te activeren.
Geen weergave Druk op de Aan/Uit knop [2]
aan het aandrijfwiel (inschakelen met de ECS-afstandsbediening of e-motion Mobility App niet mogelijk).
De middelste led van de led-indicatie [1] aan het aandrijfwiel knippert om de 10 seconden kort.
Weergave ladingstoestand
e-motion kan met de ECS-afstands­bediening of de e-motion Mobility App met Mobility Plus Package of ECS-functie worden ingeschakeld (tegen meerprijs).
----
van de accu's door led-indica­tie [1] aan het aandrijfwiel. Indien verbonden: Weergave ladingstoestand van de accu's op de ECS-afstandsbediening of de e-motion Mobility App (gratis).
Geen stroomverbruik
Geen stroomverbruik
Gering
Na 48 uur zonder gebruik wordt de stand­bymodus automatisch uitgeschakeld. Het systeem is dan compleet uitgeschakeld en verbruikt geen stroom meer.
Middelmatig
Automatische zelfuitschakeling af fabriek na 1 uur. Door e-motion Mobility App (pro-gedeelte door wachtwoord beveiligd) instelbaar van 5 minuten tot 10 uur. De e-motion gaat na afloop van deze tijd naar de stand-bymodus en verbruikt vervolgens slechts beperkt stroom uit de accu's.
19
Handmatig rijbedrijf
Cruise Mode
Weergave ladingstoestand van de accu's door led-indica­tie [1] aan het aandrijfwiel. Indien verbonden: Weergave ladingstoestand van de accu's op de ECS-afstandsbediening of de e-motion Mobility App (gratis).
Weergave van de snelheid in de Cruise Mode-functie van de e-motion Mobility App tegen meerprijs
----
----
Reikwijdte tot 25 km (op een vlakke ondergrond)
Werkelijk stroomverbruik afhankelijk van het geselecteerde rijprofiel, de ondersteuningstrappen, het eigen rijge­drag, het gewicht van de gebruiker en het terrein
Reikwijdte tot 12 km (op een vlakke ondergrond)
Werkelijk stroomverbruik afhankelijk van Cruise-snelheid, gewicht van de gebruiker en terrein.
5.5 Foutmeldingen
In de onderstaande tabellen worden de aan het e-motion wiel optredende storingen en mogelijke maatregelen beschreven.
20
Led-indicatie Aantal
tonen
○○○○●
Continu licht
rood
●○○○●
Continu licht
rood
○●●●○
Continu licht
rood
●●●●●
Continu licht
rood
○○○○●
knipperend
wit
●○○○●
knipperend
wit
●●●●●
knipperend
wit
Tooninterval (seconden)
1 1 De accu is diep ontladen of
2 2 Interne storing aandrijving/accu Vermijd ritten op hellingen met volledig opgela-
3 2 De grijpbandensensor is defect of
5 2 Het aandrijfwiel is tijdens het
4 4 WAARSCHUWING! De accu heeft
4 4 Temperatuurwaarschuwing aan-
4 4 De omgevingstemperatuur is bij
Foutbeschrijving Oplossing
Laad de accu op.
defect.
is tijdens het inschakelen resp. in remotebedrijf geactiveerd.
oplaadproces bewogen of er is een storing of defect bij het opladen.
een kritieke onderspanningswaar­de bereikt.
drijving/accu
het laden te laag (< 0°C) of te hoog (>40°C).
Bij herhaaldelijk optreden van het probleem neemt u contact op met uw specialist of met het Alber-servicecenter.
den accu’s. Schakel de e-motion aandrijfwielen indien nodig uit en laat ze afkoelen. Bij herhaaldelijk optreden van het probleem neemt u contact op met uw specialist of met het Alber-servicecenter.
Bedien tijdens het inschakelen de grijpbanden niet. In remotebedrijf is bedienen van de grijpban­den niet toegestaan, omdat deze functie enkel is toegestaan voor het besturen van een lege rolstoel. Bij herhaaldelijk optreden van het probleem neemt u contact op met uw specialist of met het Alber-servicecenter.
Beweeg de e-motion aandrijfwielen niet tijdens het oplaadproces. Verwijder evt. de oplader van de aandrijfwielen en trek de netstekker uit. Voer de laadprocedure indien nodig opnieuw uit. Bij herhaaldelijk optreden van het probleem neemt u contact op met uw specialist of met het Alber-servicecenter.
Laad de accu op.
Vermijd ritten op hellingen met volledig opgela­den accu’s. Schakel de e-motion aandrijfwielen indien nodig uit en laat ze afkoelen. Bij herhaaldelijk optreden van het probleem neemt u contact op met uw specialist of met het Alber-servicecenter.
Het laadproces werd stopgezet. Laad de e-motion aandrijfwielen uitsluitend bij temperaturen tus­sen 0°C en 40°C op, aangezien de accu’s anders beschadigd raken.
Als andere dan de in de lijst vermelde foutmeldingen worden uitgegeven, is er een ernstige storing van het sys­teem. Het e-motion wiel is dan niet meer bedrijfsklaar en moet via uw specialist voor medische hulpmiddelen naar Alber GmbH worden opgestuurd ter controle.
Raadpleeg bij een probleem of beschadiging van de band uw vakhandelaar.
Als het wiel of de rolstoel lawaai maken of trillingen te voelen zijn,
i
mag de e-motion niet meer worden gebruikt. De e-motion wielen zijn dan niet meer geschikt voor gebruik en moeten via uw specia­list naar Alber GmbH worden gestuurd voor controle.
Met de gratis e-motion Mobility App worden storingen en mogelijke maatregelen op uw smartphone weergegeven.
6. Automatische zelfuitschakeling
Om energie te besparen zijn aan de e-motion wielen en de afstandsbediening tijden toe­gekend, waarna een automatische zelfuitschakeling plaatsvindt. De in de fabriek ingestel­de waarde voor de automatische zelfuitschakeling bedraagt 60 minuten. Met de optioneel verkrijgbare app kan deze waarde veranderd worden. Gelieve u hiervoor te laten adviseren door uw gezondheidsspecialist.
7. Belangrijke informatie over overplaatsen
• Trek voor het overplaatsen in of uit de rolstoel eerst de vastzetrem [10] aan, zodat
de rolstoel niet onbedoeld kan wegrollen. Steun bij het overplaatsen nooit met uw
handen op de grijpband [5]. De op de grijpband bevestigde sensoren kunnen hierdoor
permanent worden beschadigd zodat het wiel niet meer functioneert.
• Steun bij het overplaatsen dus op de grote band [4] en raak de grijpband [5] hierbij
niet aan.
Vóór het overplaatsen moet de e-motion worden uitgeschakeld om te voorkomen dat deze onbedoeld gaat wegrollen.
21
8. Belangrijke informatie over de sensor
Met de aan het e-motion wiel aangebrachte sensor [6] worden de in het volgende hoofd­stuk beschreven parameters door de geautoriseerde specialist overeenkomstig de wensen van de rolstoelgebruiker ingesteld. Verstel daarom nooit de sensor zonder overleg met uw gezondheidsspecialist of met een adviseur van Alber. Onthoud de op het wiel ingestelde trap (-3 tot +3) om bij onopzettelijke verstelling de correcte instelling weer tot stand te kunnen brengen.
9. Rijprofielen, ondersteuningstrappen, terugrolvertraging Rijprofielen af fabriek
De e-motion beschikt over verschillende vooraf ingestelde rijprofielen, die invloed hebben op het rijgedrag en in functie van het ziektebeeld of de persoonlijke voorkeur kunnen worden geselecteerd. In functie van het geselecteerde rijprofiel is een hogere of lagere uitgeoefende kracht nodig om de e-motion wielen in beweging te krijgen. Ook hebben de rijprofielen invloed op het versnellingsprocedé en de naloop van de e-motion wielen. De selectie van deze vooraf ingestelde rijprofielen is mogelijk via de gratis e-motion M25 Mobility App. Daar vindt u ook een gedetailleerde beschrijving van de actueel verkrijgbare rijprofielen. Bovendien heeft uw specialist de mogelijkheid om aan elk e-motion wiel de gevoeligheid van de sensoren in zeven trappen in te stellen. Zo kunnen bijvoorbeeld onevenwichten in de arm- of handkracht worden gecompenseerd voor optimaal rechtdoor lopen van de e-motion. Laat u adviseren over de aanpassingsmogelijkheden door uw gezondheidsspecialist.
22
Individueel rijprofiel
Uw specialist kan naast de vooringestelde rijprofielen het rijgedrag van uw e-motion vol­ledig individueel aan uw behoeften aanpassen. Na een aanpassing kunnen de af fabriek ingestelde rijprofielen helaas niet meer worden geselecteerd. Laat u adviseren over de aanpassingsmogelijkheden door uw gezondheidsspecialist.
Ondersteuningstrappen
De e-motion beschikt bovendien over twee ondersteuningstrappen die per rijprofiel ver­schillend zijn ingesteld. Voor de selectie van de twee ondersteuningsprofielen is de optioneel verkrijgbare ECS-af­standsbediening vereist. Als alternatief bestaat de mogelijkheid om de ondersteunings­trappen via de e-motion Mobility App om te schakelen. Hiervoor is het tegen betaling verkrijgbare Mobility Plus-pakket vereist. De e-motion zonder ECS of Mobility Plus-pakket beschikt slechts over één ondersteunings­trap. De ECS-afstandsbediening of Mobility App met Mobility Plus-pakket kan te allen tijde achteraf worden toegevoegd.
Ondersteuningstrap 1 (fabrieksinstelling)
Bij het inschakelen van het wiel klinkt een signaaltoon, het motorvermogen is geredu­ceerd en het rijgedrag is minder dynamisch. Deze ondersteuningstrap wordt met name aanbevolen voor ritten in binnenruimten. Er wordt stroom bespaard, waardoor de actiera­dius wordt vergroot.
Ondersteuningstrap 2
(enkel in combinatie met optionele ECS-afstandsbediening of Mobility App met Mobility Plus-pakket) Bij het inschakelen van het wiel klinken twee signaaltonen, het motorvermogen is hoger dan in ondersteuningstrap 1. Ondersteuningstrap 2 wordt met name aanbevolen voor ritten buitenshuis. Het stroomverbruik is hoger dan in trap 1, waardoor de actieradius per acculading kleiner is.
Terugrolvertraging
(enkel in combinatie met optionele ECS-afstandsbediening of Mobility App met Mobility Plus-pakket) Als uw e-motion is uitgerust met een ECS-afstandsbediening of u beschikt over de Mobility App met Mobility Plus-pakket, is de terugrolver­traging ter beschikking. Deze functie vergemakkelijkt het rijden op stijgingen en oprijplanken, door terugrollen van de rolstoel tijdens het overgrijpen naar een aanzetbeweging te verhinderen.
Rijden op stijgingen en dalingen met geactiveerde terugrolvertraging
U kunt zoals u gewend bent rijden op stijgingen en dalingen, waarbij de e-motion wielen bewegen overeenkomstig het gekozen rijprofiel en de ondersteuningstrap. Als de wielelektronica rollen van het wiel tegen de oorspronkelijke rijrichting in registreert, dan wordt de auto­matische terugrolvertraging geactiveerd. Dit betekent dat de e-motion wielen 5 seconden lang worden geremd, waardoor deze niet kunnen terugrollen. Daarna weerklinken er twee korte signaaltonen en de remfunctie wordt langzaam opgeheven. Afhankelijk van de stijging waarop wordt gereden worden de wielen enkele seconden later weer in vrijloop gezet. Door een aanzetbeweging aan de grijpringen (naar voren of naar achteren) tijdens deze 5 seconden wordt de remfunctie onmiddellijk weer opgeheven en is verderrijden mogelijk. Veilig (met geactiveerde terugrolbeveiliging) rijden op een stijging of oprijplank is afhankelijk van het totale gewicht (=gewicht van de rol­stoelrijder, de rolstoel, de twee e-motion wielen en eventueel aanwezige accessoires), en van de laadtoestand van de accu’s. De terugrolvertraging behoudt bij een maximaal gebruikersgewicht van 150 kg (resp. systeemgewicht van 190 kg) op hellingen tot 6 graden (10,5%) veilig de positie, zolang de accu’s nog minstens 10% opgeladen zijn. Deze waarde is onafhankelijk van de gebruikte wielgrootte van de e-motion. Bij een gering gebruikers- of systeemgewicht kan de terugrolvertraging ook op steilere trajecten gebruikt worden. Als u in specifieke gevallen niet zeker weet of het rijden op een helling met de terugrolvertraging veilig is, neemt u contact op met Alber GmbH. Rijd op hellingen met geactiveerde terugrolvertraging in principe altijd alleen in de rijrichting vooruit. Anders kan niet voldoende tractie worden gegarandeerd voor het veilig rijden resp. behouden van de positie.
Belangrijke veiligheidsinstructies
• Bij bijzonder steile stijgingen en/of rolstoelbestuurders met een zeer hoog gewicht kan de terugrolvertraging een langzaam terugrollen
van de rolstoel eventueel niet verhinderen.
• De terugrolvertraging is geen parkeerrem, maar vertraagt het terugrollen van de rolstoel slechts gedurende enkele seconden. Beveilig uw
rolstoel daarom met behulp van de handremmen indien u wilt stoppen op een stijging.
• Gebruik de terugrolvertraging alleen bij voldoende accucapaciteit (wanneer minstens nog 2 leds branden)!
• De terugrolvertraging moet na elk uitschakelen van de e-motion wielen opnieuw geactiveerd worden.
• Ook terwijl de terugrolvertraging actief is, moeten de handen steeds in de buurt van de grijpringen blijven, om de rolstoel steeds te
kunnen tegenhouden als deze terugrolt.
10. Voorwaarden en aanwijzingen voor het gebruik van de e-motion in combinatie met een rolstoel als autostoel
Het gebruik van een rolstoel als autostoel (bijv. in auto’s, personenbusjes, enz.) is geregeld door de nationale wetgeving en de specifi­caties van de rolstoelfabrikant. De combinatie van de Alber e-motion met een handmatige rolstoel heeft geen invloed op het crashgedrag van de rolstoel. De handmatige rolstoel is dus de doorslaggevende factor. Om deze reden is het transport van een persoon in een voertuig terwijl de persoon in een rolstoel zit uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:
1. De nationale wetgeving staat het gebruik van een rolstoel als autostoel toe.
2. De fabrikant van de handmatige rolstoel heeft de rolstoel voor het transport van personen in voertuigen vrijgegeven.
3. Er staan geschikte bevestigingssystemen voor de handmatige rolstoel (ISO 10542) en geschikte hoofdsteunen en een geschikt gordelsys­teem (driepuntsgordel) ter beschikking. Deze systemen moeten volgens de handleiding van de rolstoel en van het bevestigingssysteem gebruikt worden.
4. Het bevestigingssysteem wordt niet aan de e-motion wielen aangebracht.
5. De gebruikte handmatige rolstoel moet in de Alber-compatibiliteitslijst voor e-motion vermeld staan.
De rolstoelfabrikanten maken gewoonlijk gebruik van crashtests om de geschiktheid van een rolstoel voor het personentransport in voertui­gen te beoordelen. Deze crashtests (conform ISO 7176-19) kunnen echter niet alle mogelijke situaties nabootsen, zoals bijv. een zijdeling­se aanrijding. Om deze reden adviseren wij dringend om de rolstoelrijder op een reguliere stoel van de auto te laten zitten, waar hij door het veiligheidssysteem van de auto beschermd wordt, bijv. door de airbags en de bescherming tegen zijdelingse aanrijdingen. Als het voertuig uitgerust is met een platformlift voor rolstoelen o.i.d., mag de e-motion uitsluitend uiterst behoedzaam het platform opgereden worden. Rij langzaam en voorzichtig. Maak geen plotselinge, abrupte of schokbewegingen. Kijk steeds in de rijrichting en laat u door niets afleiden.
23
24
Indien deze voorwaarden en aanwijzingen niet in acht genomen worden, stelt Alber GmbH zich op geen enkele wijze aansprakelijk voor daaruit resulterende ongevallen en de gevolgen daarvan resp. voor schade aan de rolstoel of de e-motion wielen.
11. Reiniging, veiligheidstechnische controles (onderhoud) en afvoer
11.1 Reiniging
Binnendringend water kan de aandrijving onherstelbaar beschadigen. Reinig de e-motion daarom nooit met stromend water of met een hogedrukreiniger.
Let er altijd op dat er geen vloeistoffen of vocht in de wielnaaf terechtkomen! Ga daarom bij het reinigen van de e-motion heel voorzichtig te werk. Neem vooral de volgende aanwijzingen in acht:
• Bij alle reinigingsprocessen op het wieloppervlak mogen hoogstens licht met water bevochtigde doeken worden gebruikt.
• Voor het reinigen mogen geen schuurmiddelen of agressieve schoonmaakmiddelen worden gebruikt.
• Het reinigen mag nooit met stromend water, zoals bijv. een waterslang of zelfs met een hogedrukreiniger, worden uitgevoerd. Hierdoor
kan water binnendringen en de elektronica onherstelbaar beschadigen.
• Reinig en behandel de steekassen om de 4 weken met een spray met PTFE.
De firma Alber GmbH kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of gevolgschade die door binnengedrongen water is veroorzaakt. Bovendien vallen dergelijke gevallen niet onder de garantie.
11.2 Hergebruik
Als de e-motion u door uw zorgverzekeraar ter beschikking werd gesteld en u hem niet meer nodig heeft, stel dan uw zorgverzekeraar, een vertegenwoordiger van Alber of uw specialist voor medische producten hiervan op de hoogte. Uw e-motion kan dan op een eenvoudige en rendabele manier opnieuw worden gebruikt. Voor elk hergebruik moet onderhoud aan de e-motion worden uitgevoerd. De houder waarmee de e-motion aan de rolstoel wordt bevestigd, kan door de erkende vakhandelaar of door een vertegenwoordiger van Alber gemakkelijk en snel van de niet meer benodigde rolstoel wor­den verwijderd en aan een nieuwe rolstoel worden bevestigd. Naast de reinigingsinstructies in hoofdstuk 11.1 moet vóór hergebruik een desinfectie van het stuur en van alle van buiten toegankelijke kunststof onderdelen van de e-motion componenten worden uitgevoerd. Gebruik hiervoor een voor wisdesinfectie geschikt reinigingsmiddel volgens de instructies van de betreffende fabrikant.
11.3 Onderhoud
De wetgever heeft in de Verordening betreffende de installatie, de werking en het gebruik van medische hulpmiddelen (Duitse verordening MPBetreibV) § 7 het onderhoud van medische hulpmiddelen vastgelegd. Volgens deze regeling zijn maatregelen voor de instandhouding, met name inspecties en onderhoud, noodzakelijk om een veilig en correct gebruik van de medische hulpmiddelen permanent te waarborgen. Voor het onderhoud van onze producten is, op basis van de marktobservatie onder normale bedrijfsomstandigheden, een interval van 2 jaar zinvol gebleken. Deze richtwaarde van 2 jaar kan variëren, afhankelijk van de specifieke gebruiksintensiteit van het product en het gedrag van de gebrui­kers. De beoordeling van de gebruiksintensiteit en het gebruikersgedrag is de taak van de exploitant. Wij adviseren om in elk geval de vergoeding van de kosten voor onderhoudswerkzaamheden aan onze producten van tevoren met de verant­woordelijke instanties resp. zorgverzekeraars te bespreken, met name ook met het oog op eventueel bestaande contracten.
11.4 Afvoer
Dit apparaat, zijn accu en toebehoren zijn producten met een lange levensduur. Er kunnen echter stoffen in verwerkt zijn die schadelijk zouden kunnen blijken voor het milieu, indien ze worden ver­wijderd op plaatsen (bijv. vuilstortplaatsen) die volgens de huidige, in het betreffende land geldende wetgeving niet daarvoor bestemd zijn. Het symbool van de “doorgestreepte vuilnisbak”(conform WEEE-verordening) bevindt zich op dit product om u te herin­neren aan de verplichting tot recycling. Gelieve u daarom milieubewust op te stellen en breng dit product aan het einde van de gebruiksduur naar uw regionale
recyclingpunt. Gelieve te informeren naar de in uw land geldende wetgeving met betrekking tot de verwijdering, aangezien de WEEE-verordening voor dit product niet van toepassing is in alle Europese landen. Als alternatief wordt de e-motion ook door Alber of de Alber-speciaalzaken teruggenomen voor vakkundige en milieuvriendelijke afvalver­werking.
12. Opberging
Als uw rolstoel en de e-motion langdurig (bijv. meerdere maanden) worden opgeborgen, moet het volgende in acht worden genomen:
• Berg de rolstoel op volgens de richtlijnen van de fabrikant van de rolstoel.
• Bescherm de componenten van de e-motion om vocht ervan weg te houden.
• Berg de rolstoel en alle e-motion componenten op in een droge ruimte.
• Zorg ervoor dat er geen vocht in de rolstoel of in de e-motion componenten binnendringt of erop neerslaat.
• Stel de rolstoel en e-motion niet langdurig bloot aan direct zonlicht (bijv. door ramen).
• Zorg ervoor dat onbevoegden, in het bijzonder kinderen, niet zonder toezicht in deze ruimte kunnen komen.
• Neem de aanwijzingen voor het opbergen van het accupack in acht.
• Voor het opnieuw in gebruik nemen moeten de rolstoel en de e-motion componenten worden gereinigd.
• Controleer of bij opnieuw in gebruik nemen of onderhoud vereist is en geef eventueel opdracht hiertoe.
13. Mededelingen over de productveiligheid
Alle componenten van uw e-motion zijn onderworpen aan een groot aantal functietests en uitvoerige inspecties. Mocht er toch sprake zijn van onvoorziene verminderde werking van de e-motion, dan kunt u op de volgende websites de betreffende veiligheidsinformatie voor klan­ten snel raadplegen:
• Homepage van de firma Alber (fabrikant van de e-motion)
• Website van het Bundesinstituts für Arzneimittel und Medizinprodukte (BfArM)
Als er correcties moeten worden doorgevoerd, informeert Alber de gezondheidsspecialist die vervolgens contact met u zal opnemen.
14. Product levensduur
Wat de geschatte levensduur van dit product aangaat, gaan wij uit van een gemiddelde duur van 5 jaar, voor zoverre het product conform het doelmatig gebruik ingezet wordt en alle onderhouds- en servicevoorschriften opgevolgd worden. Deze levensduur kan overschreden wor­den, als het product zorgvuldig behandeld, onderhouden, gereinigd en gebruikt wordt en zich na de verdere ontwikkeling van de wetenschap en de techniek geen technische grenzen voordoen. De levensduur kan door extreem gebruik en door onvakkundig gebruik echter ook duidelijk korter worden. De normatief vereiste vastlegging van de levensduur betekent geen extra garantie.
15 Wettelijke garantie, garantie en aansprakelijkheid
15.1 Garantie op gebreken
Alber garandeert dat de e-motion op het moment van overhandiging vrij van gebreken is. Deze aanspraken op garantie verjaren 24 maan­den na de levering van de e-motion.
15.2 Houdbaarheidsgarantie
Alber geeft een houdbaarheidsgarantie van 24 maanden op de e-motion. Niet onder de houdbaarheidsgarantie vallen
• apparaten waarvan de serienummers gewijzigd, onleesbaar gemaakt of verwijderd zijn.
• aan slijtage onderhevige delen zoals banden, bedieningselementen, spaken en accu’s
• gebreken door natuurlijke slijtage, gebreken door verkeerde behandeling, met name gebreken die zijn ontstaan door niet-inachtneming
van deze gebruiksaanwijzing, ongevallen, beschadiging door nalatigheid, inwerking van vuur of water, overmacht en andere oorzaken, waarop Alber geen invloed heeft.
• door dagelijks gebruik vereiste onderhoudswerkzaamheden (bijv. vervanging van de banden).
• controle van het apparaat zonder dat daarbij een defect werd vastgesteld.
15.3 Aansprakelijkheid
Alber GmbH is als fabrikant van de e-motion niet verantwoordelijk voor de veiligheid ervan als:
• de e-motion ondeskundig bediend wordt
• de e-motion niet om de twee jaar wordt onderhouden door een erkende speciaalzaak of door Alber GmbH
• de e-motion in strijd met de instructies van deze gebruiksaanleiding in gebruik wordt genomen
• de e-motion wordt gebruikt met onvoldoende geladen accu
• reparaties of andere werkzaamheden worden uitgevoerd door personen die daartoe niet geautoriseerd zijn
• onderdelen van andere fabrikanten aangebouwd of met de e-motion gecombineerd worden
• onderdelen van de e-motion gedemonteerd worden
25
16. Belangrijke juridische aanwijzing voor de gebruikervan dit product
Voorvallen die zich wegens storingen van het product voordoen en ernstig lichamelijk letsel veroorzaken, moeten worden gemeld aan de fabrikant en aan de verantwoordelijke overheidsinstantie in de EU-lidstaat waar de gebruiker zich bevindt. In de Bondsrepubliek Duitsland zijn dit
• de firma Alber GmbH (adres zie achterzijde van deze gebruiksaanwijzing)
• het Bundesinstitut für Arzneimittel und Medizinprodukte (BfArM),
Kurt-Georg-Kiesinger-Allee 3 53175 Bonn www.bfarm.de
In de EU-lidstaten informeert u
• uw vertegenwoordiger van Alber GmbH (adres zie achterzijde van deze gebruiksaanwijzing)
• de overheidsinstantie die in uw land verantwoordelijk is voor voorvallen met medische hulpmiddelen
Een overzicht van de verantwoordelijke instanties vindt u online op http://ec.europa.eu/growth/sectors/medical-devices/contacts/
17. Belangrijke informatie voor vliegreizen De E-motion one, en met name de ingebouwde lithium-ionen-accu, voldoet wat de technische constructie betreft aan de relevante nor­men, richtlijnen en wetten. Hij voldoet aan de vereisten van de International Air Transport Association (IATA) voor transport in vlieg­tuigen. Dit bevestigen wij elk jaar met ons transportcertificaat, dat op basis van de nieuwe uitgaven van de IATA-voorschriften voor gevaarlijke stoffen (Dangerous Goods Regulations), die meestal pas medio december verschijnen, wordt opgesteld. Het actuele certificaat kan op de website van Alber (https://www.alber.de/de/hilfe-service/alber-service/reisen-mit-alber-produkten/) worden gedownload. Wij sturen het u op aanvraag ook graag toe.
Neem in elk geval bij de planning van een reis van tevoren contact op met uw reisagent of met de vliegmaatschappijen om na te gaan of de E-motion one op alle vluchten die u hebt geboekt mag worden meegenomen. Uiteindelijk is het de piloot die beslist of de E-motion one mee aan boord mag, of het transport ervan wordt geweigerd. Op deze beslissing hebben noch Alber GmbH, nog uw specialist enige invloed.
26
Neem bij reizen ook de geldende bepalingen voor het transport van lithium-ionenaccu’s in de landen die u bezoekt in acht.
18. Technische gegevens
Wiel
Actieradius (*): 25 kilometer volgens ISO 7176 - 4 Maximumsnelheid: 6 resp. 8,5 km/h (met Mobility Plus-pakket)
Landspecifieke wetgeving m.b.t. het verkeer op de weg moet in acht worden geno-
men
Aandrijfvermogen: 2x80 W Motorspanning: 36,5 V Bedrijfstemperatuur: -25°C tot +50°C Toegelaten totaal gewicht: Wiel 22“: 165 kg, maximaal gebruikersgewicht 125 kg (**) Wiel 24“: 190 kg, maximaal gebruikersgewicht 150 kg (**) Wiel 25“: 190 kg, maximaal gebruikersgewicht 150 kg (**)
Accu
Accutype: lithium-ionen, 10ICR19/66-2 – oplaadbaar, tegen uitlopen beveiligd en onderhoudsvrij Nominale bedrijfsspanning: 36,5 V Laadtemperatuur: 0°C - 40°C Beschermingsklasse (wiel met accu): IPx4 (beschermd tegen spatwater)
Overige
Alle onderdelen van de e-motion zijn corrosiebestendig
Gewicht van de afzonderlijke onderdelen
Wiel: 7,8 kg Oplader: 1,2 kg Totaal gewicht: 15,6 kg
• (*) De actieradius varieert al naar gelang het terrein waarover wordt gereden en de heersende rijomstandigheden. Bij optimale rijom-
standigheden (vlak terrein, recent opgeladen accu’s, omgevingstemperatuur van 20°C, gelijkmatig rijden e.d.) kan de opgegeven actiera­dius gehaald worden.
• (**) Deze waarde geeft de technisch mogelijke bovengrens aan en is afhankelijk van de gebruikte rolstoel. De geschiktheid van de bedienende persoon kan deze waarde ook beperken.
• Alle elektrische componenten van de e-motion zijn beschermd tegen het binnendringen van spatwater en vocht.
• Voor het bepalen van de afzonderlijk vermelde gegevens werden geldige normen gehanteerd en testdummies met een gewicht van 150 kg gebruikt. Toch kunnen tijdens gebruik van de e-motion afzonderlijke waarden van de vermelde gegevens afwijken.
Oplader
Model PS 4820 Netspanning 100...240 VAC, 50...60 Hz Vermogensafgifte 96 W Uitgangsspanning 2 x 48 VDC Uitgangsstroom 2 x 1,0 A Beschermingsgraad IP 31 Omgevingstemperatuur bedrijf 0...40°C Opslag -40…+65°C Luchtvochtigheid bedrijf 10...80% Opslag 5...95% Luchtdruk bedrijf 500…1060hPa Opslag 700…1060hPa Polariteit van de twee laadstekkers:
27
De e-motiom en de bijbehorende off-board oplader voldoen aan de relevante hoofdstukken van de normen EN 12184 voor elektrische rolstoelen en ISO 7176-14 voor rolstoelen, en voldoen aan de Verordening betreffende medische hulpmiddelen van de EU (MDR) 2017/745. De E-motion one is een medisch product van klasse I.
Wijzigingen in techniek en design op grond van voortdurende verdere ontwikkelingen voorbehouden.
Banden voor de 22" wielen
Aanduiding Fabrikant, uitvoering en type Grootte (inch) Luchtdruk in bar en kPa
Schwalbe Rightrun Schwalbe, Rightrun 25-489, zwart 22 x 1" min. 6,0 / max. 10,0 bar
min. 600 / max. 1000 kPa
Airless banden Alber, grote band zwart met PU-inzetstuk 22 x 1 3/8" Pechvrij
Banden voor de 24" wielen
Aanduiding Fabrikant, uitvoering en type Grootte (inch) Luchtdruk in bar en kPa
Schwalbe Rightrun Schwalbe, Rightrun 25-540, zwart 24 x 1" min. 6,0 / max. 10,0 bar
min. 600 / max. 1000 kPa
Schwalbe Marathon Plus Schwalbe, Marathon Plus 25-540, zwart 24 x 1" min. 6,0 / max. 10,0 bar
min. 600 / max. 1000 kPa
Pechvrije banden Rolko PROSPEED, materiaal PU, zwart 24 x 1" Pechvrij
Airless banden Alber, grote band zwart met PU-inzetstuk 24 x 1 3/8" Pechvrij
Banden voor de 25" wielen
Aanduiding Fabrikant, uitvoering en type Grootte (inch) Luchtdruk in bar en kPa
Schwalbe Rightrun Schwalbe, Rightrun 25-559, zwart 26 x 1,1" min. 6,0 / max. 10,0 bar
min. 600 / max. 1000 kPa
Schwalbe Marathon Plus Schwalbe, Marathon Plus 25-559, zwart 26 x 1" min. 6,0 / max. 10,0 bar
min. 600 / max. 1000 kPa
28
Als banden voor de e-motion wielen mag uitsluitend het in de tabel vermelde bandentype worden gebruikt. Het gebruik van andere types is niet toegestaan. Bij eventuele pech dient u contact op te nemen met uw specia­list voor medische hulpmiddelen.
Bij gebruik van 1 3/8" banden is het parallel gebruik van handmatige rolstoelwielen met 1" banden alleen toegestaan als bij elke vervanging de vastzetremmen worden aangepast aan de gebruikte wielen.
19. Etiketten en verklaring van de symbolen
Op de wielen en op de oplader bevinden zich etiketten die informatie over het product bevatten. Indien een apparaat defect is, kunnen componenten nodig die op de etiketten staan.
in het kader van de Alber-ruilbeurs via uw specialist vervangen worden. Hiervoor heeft uw speciaalzaak enkele gegevens
Systeemetiket aan het e-motion wiel
G
eef het systeemnummer van het wiel aan bij een vervanging in
het kader van de Alber-ruilbeurs
Het systeemetiket bevindt zich op de achterkant van het e-motion wiel.
.
Etiket “Waarschuwing” aan het e-motion wiel
Het etiket moet u herinneren aan de periode van de volgende onderhoudsbeurt. Het bevindt zich aan de achterkant van het e-motion wiel.
Etiket “Technische gegevens” op de oplader
Het hiernaast afgebeelde etiket bevindt zich aan de onderkant van de oplader en bevat informatie over de technische gegevens ervan en de indicaties bij het opladen.
Componentenetiket op de oplader
G
eef het componentennummer van de oplader (nummer in het midden van het
etiket, in de grafiek hiernaast met een pijl gemarkeerd) aan, bij een
in het kader van de Alber-ruilbeurs
Het componentenetiket bevindt zich aan de onderkant van de oplader.
20. Mededelingen over de productveiligheid
Alle componenten van uw e-motion zijn onderworpen aan een groot aantal functietests en uitvoerige inspecties. Mocht er toch sprake zijn van onvoorziene verminderde werking van de e-motion, dan kunt u op de volgende websites de betreffende veiligheidsinformatie voor klanten snel raadplegen:
.
vervanging
• Homepage van de firma Alber (fabrikant van de e-motion)
Als er correcties moeten worden doorgevoerd, informeert Alber de gezondheids­specialist die vervolgens contact met u zal opnemen.
29
Kantelsteunen (art. nr. 1489214)
23
Aangezien uw rolstoel eventueel reeds met kantelsteunen uitgerust is, worden Alber kan­telsteunen uitsluitend als toebehoren aangeboden. Bij gebruik van de originele kantel­steunen van de rolstoel gelden de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant voor het gebruik. Bij gebruik van kantelsteunen van Alber zijn aan uw rolstoel twee extra houders aange­bracht, waarin de kantelsteunen geleid worden. Er gelden de volgende aanwijzingen en veiligheidsinstructies.
Aanbrengen en verwijderen van de Alber-kantelsteunen
• Schakel de e-motion wielen vóór het aanbrengen van de kantelsteunen uit.
• Neem de borgpen [23] uit de draagvork van de houder [24] door met de duim op de
pen te drukken en hem tegelijkertijd met wijs- en middelvinger eruit te trekken.
• Schuif het klemstuk van de kantelsteun [22] in de draagvork van de houder [24].
• Vergrendel de draagvork van de houder [24] met de borgpen [23]. Duw hiervoor met
uw duim op de pen en schuif hem dan volledig tot aan de aanslag in de houder.
30
• Controleer of de borgpen [23] stevig in de draagvork van de houder [24] vastzit. Hij mag
niet meer verwijderd kunnen worden zonder op de ontgrendeling te duwen.
• Breng de tweede kantelsteun aan.
Het verwijderen van de kantelsteunen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Gebruik van de Alber-kantelsteunen
• Duw, zoals weergegeven in de grafiek, met de voet tegen een kantelsteun.
• Trek tegelijkertijd de rolstoel aan zijn grepen iets naar boven en naar achter, tot de
rolstoel opgetild is en de kantelsteunen arrêteren in een vaste positie.
• U kunt nu een wiel aanbrengen of eraf nemen. Als e-motion wielen aangebracht of ver-
wijderd worden, moeten deze van tevoren eerst uitgeschakeld worden.
• Herhaal het proces met de tweede kantelsteun aan de andere kant van de rolstoel.
• Als de wielen zijn aangebracht, kunt u de kantelsteunen weer terugzetten in de uit-
gangspositie. Schuif hiervoor de rolstoel naar voren en tegelijkertijd de bevestigings­stang [21] met de voet terug.
31
Belangrijke gebruiks- en veiligheidsinstructies
Het is niet toegestaan om de rolstoel op te bokken als de rolstoelge­bruiker nog in de rolstoel zit!
Kantelsteunen zijn geen wielen voor verplaatsing! Verplaats de rolstoel niet in opgebokte toestand!
32
71
76
77
Voorzichtig bij het verstellen resp. omklappen van de kantelsteunen, met name bij instelling of activering met de hand. Door de noodza­kelijke hoge veerkracht bestaat tussen bevestigingsstang [21] en het klemstuk [22] gevaar voor beknelling.
Belangrijke aanwijzingen
Alle wijzigingen en montagewerkzaamheden aan de kantelsteun, bijvoorbeeld het instellen van de afstand tot de bodem, mogen allen door een geschoolde, sanitaire monteur of een lokale verantwoorde­lijke van de Alber worden uitgevoerd.
De borgschroef voor het insteekdeel (zie [76] in nevenstaande gra­fiek) moet met 5 Nm worden aangedraaid. Geef deze montagetaak in opdracht bij uw specialist.
De maximale belasting voor per paar aangebrachte kantelsteunen bedraagt 210 kg. Gebruik van slechts een aangebrachte kantelsteun is niet toegestaan.
Controleer regelmatig of de kantelsteunen nog vast in de draagvork [71] van de houder zitten. Controleer of de steunhoek [77] nog vrij kan worden bewogen. Als schroefverbindingen los zitten of zelfs helemaal los zijn geraakt, of als de steunhoek niet meer vrij kan worden bewogen, gelieve deze dan weer door de geautoriseerde spe­cialist te laten verhelpen.
ECS afstandsbediening (art. nr. 1592486)
Zoals reeds beschreven in hoofdstuk 10, beschikt de e-motion over twee ondersteunings­trappen (die per rijprofiel verschillend zijn ingesteld) en een terugrolvertraging. Deze functies kunnen alleen via de optioneel verkrijgbare ECS afstandsbediening of de Mobility App met tegen betaling verkrijgbaar Mobility Plus-pakket worden gebruikt.
Steekas voor transport (1591362) Samenvoegen van de e-motion wielen
• Schakel de twee e-motion wielen uit (zie hoofdstuk 2.3)
• Verwijder de wielen van de rolstoel en verwijder de steekassen [8].
• Schuif, zoals in de tekening weergegeven, de as [41] in de voorzijde van een e-motion
wiel en schroef wiel en as vast aan de handgreep [40].
• Neem het tweede e-motion wiel, schuif het met de voorzijde op de as [41] en schroef
wiel en as vast aan de tweede handgreep [40].
• Beide wielen zijn nu voor transport geborgd.
Na het transport
• Schroef de twee handgrepen [40] van de as [41] los.
• Trek de as [41] uit de twee e-motion wielen.
• Schroef de twee handgrepen [40] op de as [41], zodat de drie afzonderlijke onderdelen
bij elkaar zijn en niet verloren raken.
Houdeen e-motion wiel nooit aan zijn grijpband [5] vast. De daar­aan aangebrachte sensor zou daardoor beschadigd kunnen worden. Houd in plaats daarvan het e-motion wiel vast aan de band of aan de wielnaaf.
Neem bij de montage van de wielen in acht dat deze niet onbedoeld worden ingeschakeld. Bij transport met een vliegtuig mogen beide wielen niet zijn inge­schakeld.
33
34
Mobility Plus-pakket (art. nr. 1592408)
Door de aankoop van het optionele Mobility Plus-pakket kunt u met een licentiecode in de e-motion Mobility App andere nuttige extra functies voor uw e-motion vrijschakelen.
• Verhogen van de maximale ondersteuningssnelheid van 6 km/h naar 8,5 km/h. Hiervoor moeten mogelijk de landspecifieke wegverkeers-
reglementen in acht worden genomen
• Keuze uit twee ondersteuningstrappen als alternatief voor ECS
• Activeren van de leermodus als alternatief voor ECS
• Activeren van de terugrolvertraging als alternatief voor ECS
• Rijden met de cruise mode, zonder nogmaals aan de grijpband te hoeven aanzetten (analoge tempomatfunctie bij een auto)
• Op afstand besturen van de onbezette rolstoel met de smartphone, bijv. voor het omparkeren (remote)
• Barrièrevrij navigatiesysteem voor de smartphone (Easy Navi)
• Pusteller, telt de aanzetbewegingen aan de grijpringen tijdens een rit
Lees voor inbedrijfname van deze functies de gebruiksaanwijzing door, met name de daarin vermelde veiligheids- en gevarenaanwijzingen. Voor het gebruik van het Mobility Plus-pakket moeten in aanvulling op de algemene veiligheidsaanwijzingen de volgende aanwijzingen in acht genomen worden.
Neem de nationale wegverkeersreglementen in acht, als u de ondersteuningssnelheid verhoogt van 6 km/u naar 8,5 km/u.
Remote-functie
• Het op afstand besturen van de rolstoel m.b.v. de Remote-functie is alleen zonder persoon in de rolstoel toegestaan.
• Voor zover dit nog niet gebeurd is: Breng aan de e-motion wielen de bijgevoegde stickers “L” aan het linker wiel en “R” aan het rechter
wiel aan. Als de wielen per vergissing niet correct worden aangebracht, zijn de stuurrichtingen voorwaarts/achterwaarts en links en rechts verwisseld.
• Let op hindernissen in uw onmiddellijke omgeving en vermijd botsingen. Gebruik de functie niet in te nauwe ruimten en uitsluitend
binnenshuis.
• Aanwijzing: Terwijl de Remote-functie actief is, wordt de maximumsnelheid onafhankelijk van de ingestelde ondersteuningstrap tot
2 km/h beperkt. Het draaimoment bedraagt telkens 10% per wiel. Bij zware rolstoelen in combinatie met hoog vasttapijt is gebruik met de Remote-functie eventueel niet mogelijk.
Cruise Mode
• Voor zover dit nog niet gebeurd is: Breng aan de e-motion wielen de bijgevoegde stickers “L” aan het linker wiel en “R” aan het rechter
wiel aan. Als de wielen per vergissing niet correct worden aangebracht, zijn de stuurrichtingen voorwaarts/achterwaarts en links en rechts verwisseld.
• Voor het gebruik van de Cruise Mode in de openbare ruimte moet u eerst in een veilige omgeving zonder gevaren vertrouwd raken met
de rijeigenschappen. Ontwikkel een gevoel voor het gebruiken van continu rijden, het starten van richtingswijzigingen tijdens continu rijden, bij het versnellen naar een hogere continue snelheid, het afremmen en het gedrag tijdens een noodstop. Deze fundamentele rij­situaties moet u uitvoerig getest en aangeleerd hebben, voordat u de openbare weg opgaat.
• Bij geactiveerde Cruise Mode moeten uw handen altijd in de buurt van de grijpbanden gepositioneerd zijn, om op tijd richtingswijzigin-
gen te kunnen maken en de rolstoel veilig te kunnen stoppen.
• Bij het rijden op hellingen kan de Cruise Mode per vergissing worden gedeactiveerd, wanneer de Bluetooth-verbinding met de smartpho-
ne wordt onderbroken of als beide grijpbandsensoren door een schok een rijsignaal ontvangen. Bij gedeactiveerde Cruise Mode bevinden de e-motion aandrijfwielen zich weer in vrije loop en kan de snelheid van de rolstoel toenemen. Houd bij het rijden op stijgingen en dalingen uw handen in de buurt van de grijpbanden en blijf voorbereid om te remmen.
• Deactiveer de Cruise Mode altijd in stilstand resp. tijdens rijonderbrekingen, om onbedoeld gebruiken van de functie te voorkomen. Het
deactiveren moet via de Cruise Mode functie in de Mobility Plus app worden uitgevoerd. Daarvoor moet u vertrouwd zijn geraakt met de app.
• De Cruise Mode mag alleen geactiveerd worden door de persoon die in de rolstoel zit. Onbevoegde personen, die geen kennis hebben
van de functie van de Cruise Mode, mogen de functie niet activeren of gebruiken.
• Om de accuweergave van de linker en rechter accu van de aandrijfwielen overeen te laten komen met de weergave in de e-motion app
op uw smartphone en om de aanzetbeweging via de grijpbanden richtinggevend correct te kunnen interpreteren, moeten de wielen in correcte positie rechts en links opgestoken worden. Gebruik de meegeleverde bijgevoegde stickers (L/R) om de wielen overeenkomstig aan te duiden (gezien vanaf de rolstoelberijder in rijrichting).
• Gebruik nooit de vastzetremmen van de rolstoel om tijdens het rijden in de Cruise Mode richtingswijzigingen aan te brengen. De remmen
van uw rolstoel zijn handremmen, die de rolstoel in de parkeerpositie moeten houden en geen bedrijfsremmen. Behalve bij het parkeren is het gebruik ervan alleen in noodgevallen toegestaan.
• Houd altijd de rijbaan voor u in het oog, omdat de stuurwielen van de rolstoel bij obstakels en rijbaanoneffenheden kunnen blokkeren.
Dit kan leiden tot vallen met zwaar letsel als gevolg.
• Er mag alleen met uitgeschakelde Cruise Mode over stoepranden gereden worden, om gevaarlijke rijsituaties te voorkomen.
• Het gebruik van de Cruise Mode op gevaarlijke plekken, in het bijzonder op de hierna vermelde plekken, is niet toegestaan:
- kademuren, aanlegsteigers, wegen en plekken aan het water, onbeveiligde bruggen en dijken.
- smalle weggetjes, hellende wegen (bijv. oprijplanken, opritten), smalle wegen langs een afgrond, bergwegen.
- smalle en/of hellende/schuin aflopende paden langs hoofd- en secundaire wegen of in de buurt van afgronden.
- ondergesneeuwde of met bladeren of ijs bedekte wegen of paden.
- oprijplanken en hefinrichtingen aan voertuigen.
Als ongeoorloofd gebruik plaatsvindt, wordt dit gezien als misbruik van het apparaat. Voor daaruit resulterende schadegevallen wijst Alber elke aansprakelijkheid van de hand.
35
Ihre Alber-Vertretung / Your Alber representative / Votre représentation Alber / Vostra rappresentanza Alber / Su representación Alber / Din Alber representant / Din Alber-agenturene / Uw distributeur Alber / Deres Alber-repræsentation
©
Alber, Albstadt
Alber GmbH
Vor dem Weißen Stein  72461 Albstadt-Tailfingen Telefon +49 (0)7432 2006-0 Telefax +49 (0)7432 2006-299 info@alber.de www.alber.de
www.alber.de
Loading...