Hyundai H 1 Grand Starex 2006 Owner's Manual [nl]

5 (1)
LET OP:
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en
smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties
voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan
de specificaties die op bladzijde 9-4 in het hoofdstuk Technische gegevens van de
gebruikshandleiding zijn vermeld.
NAAM:
ADRES:
STRAAT:
POSTCODE:
NAAM:
STRAAT:
POSTCODE:
SA000A1-FX
Deze handleiding moet worden beschouwd als een onderdeel van uw wagen en moet bij verkoop ook aan de
volgende eigenaar worden overhandigd.
GEGEVENS VAN DE EIGENAAR
EERSTE EIGENAAR:
AANKOOPDATUM:
TWEEDE EIGENAAR:
VERKOOPDATUM:
GEBRUIKSHANDLEIDING
A030A01P-AXT
Bediening
Onderhoud
Technische gegevens
De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. Hyundai streeft echter
naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder
voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Deze handleiding geeft een beschrijving van alle Hyundai modellen inclusief alle extra's en uitrusting. Het
kan derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
HA1FL002
SA020A1-FX
RICHTLIJNEN MET BETREKKING TOT HET ONDERHOUD
De onderhoudsvoorschriften voor uw nieuwe Hyundai vindt u in hoofdstuk 6. Als
eigenaar dient u er op toe te zien dat het onderhoud op de voorgeschreven termijnen
wordt uitgevoerd. Als de wagen onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt,
moet het onderhoud met kortere tussenpozen worden uitgevoerd. Gegevens
hieromtrent zijn eveneens in hoofdstuk 6 beschreven.
SA030B3-FX
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze
handleiding. Wij verzoeken u dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding
aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
Copyright 2005 Hyundai Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Com-
pany.
ZA040A1-FX
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van
prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai
is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het
onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie
zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
Uw auto moet door de HYUNDAI dealer onderhouden worden. Onze dealers beschikken over de
vakkennis voor een hoogwaardige service, onderhoud en eventueel noodzakelijke reparaties.
!
SA050A1-FX
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een
elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer
nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u
de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage
van een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
!
SA040A1-FX
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen
een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van
uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten
hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
!
SA070A1-FX
!
WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, LET OP en N.B.
tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
WAARSCHUWING:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als
de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
LET OP:
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw
wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te
doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen
of te verminderen.
N.B.:
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
A100A010L-GXT
HANDLEIDING VOOR
ORIGINELE HYUNDAI
ONDERDELEN
1.Wat zijn originele Hyundai
onderdelen?
Originele Hyundai onderdelen zijn
gelijk aan de onderdelen die door
Hyundai Motor Company bij de
fabricage van uw auto zijn gebruikt.
Ze zijn voor ontworpen en getest
voor optimale veiligheid, prestaties
en betrouwbaarheid.
2. Waarom moeten originele
onderdelen worden gebruikt?
Originele Hyundai onderdelen zijn
vervaardigd en gebouwd om te
voldoen aan de oorspronkelijke
fabriekseisen. Het gebruik van
imitatie-onderdelen, merkloze en
gebruikte onderdelen valt niet onder
de garantie voor Hyundai
automobielen of een andere
garantie. Wanneer door het
monteren van een imitatie-
onderdeel, een merkloos of gebruikt
onderdeel schade of een defect aan
een origineel Hyundai onderdeel
ontstaat, valt dit niet onder de
garantie van Hyundai Motor Com-
pany.
3. Op welke wijze zijn originele
Hyundai onderdelen herkenbaar?
Controleer of het Hyundai Genuine
Parts Logo op de verpakking
aanwezig is (zie hierna). De
exportspecificaties zijn alleen in het
Engels vermeld. Originele Hyundai
onderdelen zijn alleen verkrijgbaar
bijgeautoriseerde Hyundai dealers.
A100A01L A100A02L A100A04L
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
RIJDEN MET UW HYUNDAI
IN GEVAL VAN PECH
ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
EMISSIEREGELSYSTEEM
EENVOUDIGE ONDERHOUD
TECHNISCHE GEGEVENS
INHOUD
INHOUD
HOOFSTUK
5
1
2
3
4
6
7
8
9
10
B250A01P-GXT
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
(MINIBUS/BESTELBUS)
HSRFL002-4
1. Multischakelaar verlichting
2. Claxon en bestuurdersairbag (Indien aanwezig)
3. Schakelaar verwarming achtercompartiment
(Indien aanwezig)
4. Schakelaar ruitenwisser/-sproeier voorruit
5. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
6. Schakelaar mistlampen
7. Schakelaar mistachterlicht
8. Schakelaar achterruitverwarming
9. Airbag voor passagierszijde
10. Dashboardkastje
11. Schakelaar koplampafstelling (Indien aanwezig)
12. ECT-schakelaar (Alleen automatische transmissie)
13. Ontgrendeling kleptankdop van binnenuit
14. Hefboom motorkapontgrendeling
15. Regelknop lichtsterkte instrumentenverlichting
(Indien aanwezig)
16. Chokeknop (Alleen Diesel motor)
17. Bedieningshandel verwarming/airconditioning
18. Aansteker
19. Asbak
20. Beker
21. Digitale klok (Indien aanwezig)
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het
dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen
(Instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof
van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
!
C020A02P-3
B250B01P-GXT
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
(BEDRIJFSWAGEN)
1. Multischakelaar verlichting
2. Claxon en bestuurdersairbag (Indien aanwezig)
3. Schakelaar ruitenwisser/-sproeier voorruit
4. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
5. Schakelaar mistlampen (Indien aanwezig)
6. Schakelaar mistachterlicht (Indien aanwezig)
7. Schakelaar buitenspiegel verwarming (Indien aanwezig)
8. Dashboardkastje
9. Schakelaar koplampafstelling (Indien aanwezig)
10. Hefboom motorkapontgrendeling
11. Chokeknop (Alleen Diesel Motor)
12. Bedieningshandel verwarming/airconditioning
13. Aansteker
14. Asbak
15. Beker
16. Digitale klok (Indien aanwezig)
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het
dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen
(Instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof
van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
!
UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
Controlelamp overdrive (Indien aanwezig)
Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
Controlelamp voorgloeien - geel
Controlelamp immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Onderhoudsindicatie (SRI) van airbagsysteem
(Indien aanwezig)
Controlelamp ABS (Indien aanwezig)
Controlelampen richting-aanwijzers-groen
Aanduiding grootlicht-blauw
Controlelamp oliedruk
Controlelamp handrem/remvloeistofpeil
Waarschuwingslamp laadstroom-rood
Controlelamp voor niet goed gesloten portieren
Waarschuwingslamp laag brandstofniveau-
amber (geelbruin)
Power/hold mode indicator
Storingscontrolelamp (Indien aanwezig)
B255A01P-GXT
WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL
* Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 2-8.
Aandachtspunten en bijzonderheden
veiligheidsaspecten .................................................... 1-2
Inrijvoorschriften ........................................................... 1-2
Voertuigidentificatie nummer (VIN) .............................. 1-5
Sleutels ......................................................................... 1-6
Startblokkering ............................................................. 1-7
Verlichting contactslot ................................................ 1-12
Portiersloten ............................................................... 1-12
Schuifdeur-borgsysteem ............................................ 1-14
Centrale portier vergrendeling ................................... 1-14
Anti-diefstalalarm........................................................ 1-16
Achterklep .................................................................. 1-20
Zijklep ......................................................................... 1-23
Losmaken motorkap ................................................... 1-24
Bediening klep van brandstofvulopening ................... 1-25
Portierruiten ................................................................ 1-27
Zittingen ...................................................................... 1-29
Veiligheidsgordels ...................................................... 1-38
Veiligheidssysteem voor kinderen ............................. 1-43
Stuurkolomverstelling ................................................. 1-47
Airbagsysteem............................................................ 1-47
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
1
1
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
2
!
INRIJVOORSCHRIFTENAANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
VEILIGHEIDSASPECTEN
Versnelling
1e
2e
3e
4e
5e
B010A01P-GXT
Zorg, voor uw veiligheid en die van
anderen, dat u vertrouwd bent met uw
voertuig en de uitrusting ervan.
B010B01P-GXT
Voordat u uw voertuig instapt
o Zorg dat ruiten, spiegels en
verlichting schoon zijn.
o Controleer de bandenspanning.
o Controleer of er geen lekkages zijn.
o Controleer of er voldoende ruimte is
om weg (c.q. achteruit) te rijden.
B010C03P-GXT
Voordat u met het voertuig
wegrijdt
o Sluit alle portieren.
o Zorg dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordel correct omgespen.
o Stel de hoofdsteunen goed af.
o Stel alle spiegels goed af.
o Controleer de werking, met aangezet
contact, van de waarschuwingskn-
ipperlichten.
o Controleer de werking van alle
meters en controlelampjes.
WAARSCHUWING
(Alleen Dieselmotor):
Om zorg te dragen voor voldoende
vacuûm voor de rembekrachting bij
een koude start, is het noodzakelijk
de motor na het starten even
stationair te laten lopen.
N.B.:
Vloeistofniveaus, zoals motorolie,
motorkoelvloeistof, remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof moeten
dagelijks en/of wekelijks of bij het
tanken worden gecontroleerd.
Zie voor meer informatie het
hoofdstuk "INFORMATIE VOOR DE
EIGENAAR".
B020A01P-GXT
Gedurende de eerste 1000 km
adviseren wij u, in verband met de
levensduur, prestaties en het verbruik
op langere termijn, het voertuig in te
rijden volgens de hieronder
aangegeven richtijnen.
1. Laat de motor niet met een te hoog
toerental draaien.
2. Vermijd bruusk optrekken en
remmen en rijd niet langdurig met
een hoog toerental.
3. Houd bij het inrijden de in de tabel
aangegeven snelheden aan.
Houd u altijd aan de wettelijk
voorgeschreven maximum snelheid.
4. Overschrijd het laadvermogen niet.
5. Rijd niet met een aanhangwagen.
km/u
Snelheid tijdens inrijperiode
0~25
20~50
30~80
40~
50~
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
3
!
B030A01P-GXT
VOORDAT DE WAGEN IN
GEBRUIK WORDT GENOMEN
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ EEN NIEUWE WAGEN
De prestaties en de levensduur zijn in
belangrijke mate afhankelijk van de
wijze waarop de wagen wordt
ingereden.
Voor een soepele werking van de
onderdelen en om goede prestaties te
verkrijgen gedurende een lange
periode, moeten de volgende punten
zorgvuldig worden opgevolgd.
Zorg ervoor dat de controles bij de
eerste 5000 km aan uw auto worden
uitgevoerd.
Nadat de eerste 5000 km zijn gereden
moet de auto voor de vereiste controles
naar de dichtstbijzijnde
dealerwerkplaats worden gebracht.
B040A01P-GXT
RIJDEN IN HET BUITENLAND
Overtuig u voor het maken van
buitenlanse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte benzine verkrijgbaar.
B550A02P-GXT
HET BELADEN VAN UW
VOERTUIG
Let erop dat het max. toegestane
totaalgewicht en het treingewicht niet
worden overschreden.
Het GVW (Gross Vehicle Weight -
Totaal Voertuig Gewicht) of MLW
(Maximum Loaded Weigt - Maximum
Laadvermogen) betekent het gewicht
van het voertuig, alle inzittenden,
brandstof en lading.
GAWR (Gross Axle Weigt Rating -
Maximum aslast) betekent de
maximaal toegestane aslasten van de
vóór- en achteras. Ook deze mogen
niet (per as) overschreden worden.
WAARSCHUWING:
Het niet juist beladen van uw
voertuig kan het rij- en stuur- en
remgedrag ernstig beïnvloeden en
kan ongelukken veroorzaken
waarbij u ernstig letsel kan oplopen
c.q. kan verongelukken.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
4
B070A01P-GXT
ONDERHOUD
Om veilig en plezierig te kunnen rijden,
is het noodzakelijk uw voertuig in een
goede staat van onderhoud te houden.
Sommige onderhoudswerkza-
amheden kunnen door uzelf worden
uitgevoerd (zie Informatie voor de
Eigenaar); andere werkzaamheden
dienen door een erkende dealer te
worden uitgevoerd (periodiek
onderhoud en inspectie). Voor het zelf
uitvoeren van bepaalde
onderhoudswerkzaamheden dient u
voor de benodigde materialen en
gereedschappen te zorgen en de
richtijnen te volgen zoals deze in het
hoofdstuk "Informatie voor de
Eigenaar" zijn aangegeven.
Periodieke onderhouds- en
inspectiebeurten dienen echter niet
door uzelf te worden uitgevoerd, maar
alleen door een erkende HYUNDAI
dealer.
Voor het correct uitvoeren van de
inspectie- en onderhoudsbeurten zijn
gespeciallseerde kennis en speciale
gereedschappen vereist.
Het laten uitvoeren van deze beurten
door de erkende HYUNDAI dealer die
hiertoe met de nieuwste technieken en
gereedschappen is uitgerust, staat borg
voor optimale prestaties, veiligheid en
zuinigheid van uw voertuig.
Bovendien is het laten uitvoeren van
alle beurten door een erkende
HYUNDAI dealer een vereiste om
aanspraak te maken op de garantie op
uw voertuig.
Zie het afzonderlijke boekje "Service &
Garantie" voor het onderhouds- en
inspectieschema.
B080A01P-GXT
AANBRENGEN VAN
ACCESSOIRES
Raadpleeg een erkende HYUNDAI
dealer voor het monteren van
accessoires.
o Door wetgeving is het aanbrengen
van bepaalde accessoires aan
regels gebonden.
o Door het onjuist monteren van
accessoires kan brandgevaar
ontstaan.
o Gebruik nimmer banden of velgen
die niet aan de specificaties voldoen.
Zie het hoofstuk "Informatie voor de
Eigenaar" voor de juiste velg- en
bandenmaten.
N.B.:
De garantie op uw voertuig dekt
niet de defecten die ontstaan zijn
door overbelading.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
5
VOERTUI-GIDENTIFICATIE-
NUMMER (VIN)
B050A02P-GXT
Het identificatieplaatje van het voertuig
bevindt zich op het binnenscherm,
zoals aangegeven in de afbeelding.
Het voertuig-identificatie-nummer
(VIN) is het nummer dat wordt gebruikt
bij het op kenteken zetten van uw auto
en tevens voor alle juridische zaken
waarmee u als eigenaar van de auto te
maken heeft, etc.
HSRFL049
HSRFL051
HSR008
Het voertuigidentificatienummer is op
de in de afbeelding aangegeven plaats
ingeslagen.
Bij het bestellen van onderdelen moet
dit nummer worden gebruikt.
Minibus/Bestelbus
Bedrijfswagen
B060A01P-GXT
MOTORCODE
Diesel Motor
B060B01P
2.5 4D56 TCI
B060C01P
2.5 CRDi TCI
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
6
SLEUTELS
B030A01A-AXT
Voor uw gemak kunnen met één sleutel
alle sloten van uw Hyundai worden
bediend. De portieren kunnen echter
zonder sleutel worden vergrendeld.
Het verdient daarom aanbeveling om
een reservesleutel bij u te dragen, voor
het geval een sleutel in de auto wordt
achtergelaten als de portieren worden
vergrendeld.
B030B01A-AXT
Noteer uw sleutelnummer
Op het nummerplaatje dat bij de
sleutels van Uw Hyundai werd geleverd
is een codenummer ingeslagen. Dit
plaatje met het sleutelnummer moet
van de sleutels worden verwijderd en
op een veilige plaats worden bewaard,
maar beslist niet in de auto. Het
sleutelnummer moet ook worden
genoteerd, zodat het in geval van nood
kan worden gebruikt.
Als extra sleutels nodig zijn, of als u de
sleutels verliest, dan kan de Hyundai
dealer geen sleutels vervaardigen als
u het sleutelnummer bent vergeten.
B030A01E
B030B01E
De motorcode is op het motorblok
ingeslagen; zie onderstaande
afbeelding voor de plaats van de code.
Benzine Motor
B060D01P
2.4 DOHC
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
7
B880B01HP-1
STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT
(Minibus/Bestelbus)
(Indien aanwezig)
De startblokkering is een anti-
diefstalvoorziening en is ontworpen
om diefstal van de wagen tegen te
gaan en te vertragen.
B880B02P-GXT
Sleutels
Zonder Anti-Diefstalalarm
Lila
Zwart
Hoofdsleutel
Met Anti-Diefstalalarm
ID-sleutel
B880B01P-1
Hoofdsleutel
Alle sloten van de wagen kunnen met
dezelfde sleutel worden bediend. De
portieren kunnen echter zonder sleutel
worden vergrendeld. Let er daarom op
ID-sleutel
dat de sleutel niet in de wagen
achterblijft als de portieren worden
vergrendeld.
Voor het gemak is uw Hyundai voorzien
van twee soorten sleutels zoals
hieronder is aangegeven.
ID-sleutel
Deze sleutel moet eerst worden
gebruikt voor het vastleggen van de
unieke ID-code in de ICM. Deze ID-
code wordt vervolgens vastgelegd in
de hoofdsleutels. Beide zijden van de
ID-sleutel zijn voorzien van het Hyundai
logo.
Hoofdsleutel
Deze sleutel is bestemd voor algemeen
gebruik nadat de ID-code in de sleutels
zijn vastgelegd. Met deze sleutels
kunnen eveneens alle sloten van uw
wagen worden bediend.
Deze sleutels hebben aan de ene zijde
het Hyundai logo en aan de andere
zijde het "M" symbool.
Als uw auto is voorzien van een
diefstalbeveiliging, wordt een
mastersleutel met afstandsbediening
meegeleverd.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
8
Het sleutelnummer moet worden
genoteerd en op een veilige plaats
worden bewaard. Dit nummer is nodig
als later meer sleutels worden besteld.
Nieuwe sleutels zijn bij opgave van het
sleutelnummer verkrijgbaar bij uw
Hyundai dealer.
Om veiligheidsredenen moet de
metalen strip met het sleutelnummer
die zich aan de sleutels bevindt, na
aflevering van de wagen van de
sleutelring worden genomen. Tevens
kan om dezelfde redenen het
sleutelnummer niet door de Hyundai
dealer worden verstrekt.
Indien extra sleutels nodig zijn of als de
sleutels verloren zijn, kan uw erkende
Hyundai dealer nieuwe sleutels maken.
Dit kan alleen indien u het
sleutelnummer en de ID-sleutel kunt
tonen.
B880C01A-GXT
Sleutelnummers
Het sleutelnummer van de wagen is
aangebracht op een metalen strip die
bij aflevering aan de wagensleutels is
bevestigd.
Zonder Anti-Diefstalalarm
Met Anti-Diefstalalarm
N.B.:
Met een zelf vervaardigde
duplicaatsleutel kan het systeem
niet worden uitgeschakeld of de
motor worden gestart.
!
B880C01HP-1
B880C01P-1
LET OP:
Bewaar uw identificatiecode
zorgvuldig en onthoud uw
wachtwoord. Bewaar uw
identificatiecode op de daarvoor
bestemde plaats en noteer uw
wachtwoord. Raadpleeg een
officiële Hyundai dealer bij verlies
van de identificatiecode of het
wachtwoord.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
9
B880D02E-GXT
Noodstartprocedure
1. Zet de contactsleutel in de stand
"ON" en "OFF" overeenkomstig de
getallen van de code. Zet
bijvoorbeeld voor het getal "1" het
contact één keer aan en uit, voor het
getal "2" twee keer etc. Voor het
getal "0" moet de sleutel echter 10
keer worden gedraaid.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor
de overige cijfers van de code, "1",
"2", "3".
4. Als alle vier getallen succesvol zijn
ingevoerd moet de motor binnen 30
seconden worden gestart. Na 30
seconden is het niet meer mogelijk
de motor te starten.
N.B.:
Als de motor tijdens het rijden in
het noodprogramma afslaat, kan
hij binnen 8 seconden opnieuw
worden gestart bij afgezet contact
zonder de procedure voor het
noodprogramma.
Nadat van de noodprocedure gebruik
is gemaakt, moet zo snel mogelijk uw
Hyundai dealer worden geraadpleegd.
B880D02P
Als de startbeveiliging defect is, kan de
motor niet met de contactsleutel
worden gestart zonder
noodloopprogramma.
Hierna volgt de beschrijving van de
procedure om de motor in noodgevallen
te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode).
N.B.:
De noodcode wordt bij de aflevering
van de auto aan u verstrekt.
Raadpleeg uw Hyundai dealer als u
niet over de noodcode beschikt.
!
B885A01O-GXT
STARTBLOKKERING
(Bedrijfswagen)
(Indien aanwezing)
De startblokkering is een anti-
diefstalvoorziening en is ontworpen
om diefstal van de wagen tegen te
gaan en te vertragen.
LET OP:
Als ondanks de noodprocedure de
motor niet kan worden gestart, moet
de auto door een Hyundai dealer
worden weggesleept.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
10
B885C02A-GXT
Sleutelnummers
Zonder Anti-Diefstalalarm
Met Anti-Diefstalalarm
Het nummer van de autosleutels staat
vermeld op een metalen strip die bij de
aflevering van de auto aan de sleutels
is bevestigd.
B885C01B-1
B885C02P-1
B885B02P-GXT
Sleutels
Zonder Anti-Diefstalalarm
B880B01O-1
Met Anti-Diefstalalarm
!
B880B02P-1
LET OP:
o Noteer uw wachtwoord en bewaar
dit op een veilige plek, voor het
geval op een later tijdstip extra
sleutels moeten worden besteld.
o Neem contact op met uw Hyundai
dealer als u uw wachtwoord
vergeten bent.
o Zorg ervoor dat er geen andere
sleutels in de buurt zijn waarmee
de startblokkering kan worden
opgeheven als de motor wordt
gestart. Het is mogelijk dat de
motor in dat geval niet start of
onmiddellijk na het starten
afslaat.
Zorg ervoor dat de sleutels apart
worden bewaard na ontvangst
van de nieuwe auto, zodat
storingen worden voorkomen.
Alle sloten van de auto kunnen met
dezelfde sleutel worden bediend.
Omdat de portieren zonder sleutel
kunnen worden vergrendeld, moet
worden voorkomen dat de sleutel in de
auto wordt gelaten als de portieren
worden vergrendeld.
N.B.:
Met een zelf vervaardigde
duplicaatsleutel kan het systeem
niet worden uitgeschakeld of de
motor worden gestart.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
11
Het sleutelnummer moet worden
genoteerd en op een veilige plaats
worden bewaard, voor het geval nieuwe
sleutels nodig zijn. Nieuwe sleutels
kunnen bij elke Hyundai dealer worden
besteld; hierbij moet het betreffende
sleutelnummer worden vermeld.
Voor de veiligheid moet de metalen
strip met het sleutelnummer van de
sleutelring worden verwijderd, nadat
de nieuwe auto aan u is afgeleverd.
Bovendien kan de Hyundai dealer om
veiligheidsredenen geen
sleutelnummers verstrekken.
Indien u extra sleutels nodig heeft of
als sleutels zijn verloren, kan uw
Hyundai dealer nieuwe sleutels maken.
B880D02A-GXT
Noodstartprocedure
Als bij het aanzetten van het contact
de controlelamp van de startblokkering
gedurende vijf seconden knippert, is er
een storing in de startblokkering. Om
de motor te starten moet een
noodprocedure m.b.v. de
contactsleutel worden uitgevoerd.
Hierna volgt de beschrijving van de
procedure om de motor in noodgevallen
te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode).
N.B.:
De noodcode wordt bij de aflevering
van de auto aan u verstrekt.
Raadpleeg uw Hyundai dealer als u
niet over de noodcode beschikt.
B880D02P-1
1. Om de code in te voeren moet het
contact worden aangezet ("ON") en
vervolgens weer uitgezet ("OFF");
het aantal keren is afhankelijk van
het codecijfer. De controlelamp van
de startblokkering knippert mee met
de bediening van het contactslot.
Bijvoorbeeld: bedien het contact
eenmaal voor het cijfer "1" en
tweemaal voor "2", enz. Voor het
cijfer "0" moet het contactslot echter
10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor
de overige cijfers van de code, "1",
"2", "3".
4. Wanneer de vier codecijfers correct
zijn ingevoerd, zet dan het contact
aan ("ON") en controleer of de
controlelamp van de startblokkering
brandt. Vanaf dit moment moet de
motor binnen 30 seconden worden
gestart. Na 30 seconden kan de
motor niet meer worden gestart.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
12
!
PORTIERSLOTEN
SB040A1-FX
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren
kunnen gevaarlijk zijn. Controleer
alvorens weg te rijden, vooral als
zich kinderen in de wagen
bevinden, of alle portieren goed
zijn gesloten. Hierdoor wordt
voorkomen dat de portieren
tijdens het rijden abusievelijk
worden geopend. Bovendien
wordt op deze manier, in
combinatie met het juiste gebruik
van de veiligheidsgordels,
voorkomen dat inzittenden in
geval van een ongeluk naar
buiten worden geslingerd.
o Let er alvorens een portier te
openen op dat geen verkeer van
achteren komt.
VERLICHTING
CONTACTSLOT
N.B.:
Wanneer de motor afslaat nadat hij
m.b.v. de noodprocedure is gestart,
kan de motor binnen 8 seconden
zonder noodprocedure worden
gestart.
5. Als de controlelamp van de
startblokkering gedurende vijf
seconden knippert, moet de
noodprocedure vanaf het begin
worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik
is gemaakt, moet zo snel mogelijk uw
Hyundai dealer worden geraadpleegd.
LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een
poging tot het uitvoeren van de
noodprocedure is mislukt, moet
één uur worden gewacht voordat
opnieuw de noodprocedure kan
worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure
de motor niet kan worden gestart,
moet de auto door een Hyundai
dealer worden weggesleept.
!
B120A01P-GXT
(Indien aanwezig)
Als een voorportier wordt geopend,
dan wordt het contactslot voor uw
gemak verlicht.
De verlichting dooft als het contactslot
wordt ingeschakeld of na 10 seconden
nadat het portier is gesloten.
B120A02P
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
13
ZB040B1-AX
Portieren met behulp van sleutel
afsluiten
Het portier wordt vergendeld door de
sleutel naar de voorzijde en ontgrendeld
door de sleutel naar de achterzijde van
de wagen te draaien.
Vergrendelen
B130B01P-GXT
Voorportieren vergrendelen
zonder sleutel
Druk de vergrendelingsknop naar
beneden en sluit daarna het portier.
Zorg dat u de portieren niet vergrendelt
met de sleutel nog in het voertuig.
B040B01P
B130B01P
Ontgrendelen
B130C01P-GXT
Schuifdeur zonder sleutel
vergrendelen
Zet de vergrendelingsknop aan de
binnenzijde in de stand voor
vergrendelen en sluit de deur.
B130C01P
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
14
B150A01P-GXT
CENTRALE PORTIER
VERGRENDELING
(Minibus/Bestelbus)
(Indien aanwezig)
B130B02P
Vergrendelen
Ontgrendelen
B130B01P
!
Buitenzijde
B140A01P-GXT
SCHUIFDEUR-BORGSYSTEEM
(Minibus/bestelbus)
Om te voorkomen dat de schuifdeur
per ongeluk sluit als de auto op een
helling staat, moet de deur altijd geheel
worden geopend.
Als de schuifdeur geheel is geopend,
dan is de deur geborgd.
Druk, om de schuifdeur te sluiten, de
borghendel in en trek de deurgreep
naar de voorzijde van de auto.
B140B01P
Binnenzijde
B140A01P
WAARSCHUWING:
o Open de schuifdeuren niet bij
een rijdende auto.
o Als de schuifdeuren niet geheel
gesloten en vergrendeld zijn, dan
kan dit ernstige verwondingen of
de dood tot gevolg hebben bij
een ongeval of als onverwacht
moet worden geremd.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
15
B150B01P-GXT
(Bedrijfswagen)
(Indien aanwezig)
De bediening voor de centrale
portiervergrendeling geschiedt d.m.v.
de vergrendelingsknop van het
bestuurdersportier. De vergrendeling
wordt ingeschakeld door het indrukken
van de knop. Als het voorportier bij het
indrukken van de knop is geopend,
wordt het portier bij het sluiten
vergrendeld.
N.B.:
Door het indrukken van de
vergrendelingsknop in het
voorportier worden de
voorportieren vergrendeld. Door de
knop omhoog te treken worden de
voorportieren ontgrendeld.
De bediening van de centrale
portiervergrendeling vindt plaats via
het slot van het portier aan
chauffeurszijde. Van binnen uit wordt
de centrale vergrendeling geactiveerd
door de vergrendelingsknop in te
drukken. Wanneer het achterportier
wordt geopend terwijl de knop is
ingedrukt, zal het portier na het sluiten
automatisch weer worden vergrendeld.
Wanneer het voorportier open staat
tijdens het indrukken van de knop, zal
het portier na het sluiten worden
vergrendeld.
N.B.:
Als de vergrendelknop van een
voorportier wordt ingedrukt,
worden de voorportieren en de
schuifdeur vergrendeld. Als de
vergrendelknop van een voorportier
naar boven wordt getrokken,
worden de voorportieren en de
schuifdeur ontgrendeld.
De werking van het slot van de
achterklep is identiek aan het
centrale vergrendelingssysteem.
B160A02P-GXT
"VEILIGHEIDSSLOT"
SCHUIFDEUR
(Minibus/Bestelbus)
Wanneer een schuifdeur wordt
gesloten met de pal van het kinderslot
("child-protection") in de stand " ",
kunnen ze niet van binnen uit worden
geopend.
De deur moet in dit geval vanaf de
buitenzijde worden geopend.
Worden volwassenen meegenomen,
dan dient de beveiligingspal in de stand
" " te worden gezet; in deze stand
kan de deur weer van binnen uit worden
geopend.
Kinderslotpal
HSRFL161
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
16
B070B01O-GXT
Activeerfase
Parkeer de wagen en zet de motor af.
Activeer de installatie zoals hieronder
beschreven.
(1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
(2) Zorg ervoor dat de motorkap en de
achterklep gesloten zijn.
(3) Vergrendel de portieren met behulp
van de afstandsbediening van de
centrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingen
correct zijn uitgevoerd knipperen de
richtingaanwijzers eenmaal om aan te
geven dat het systeem is ingeschakeld.
B070B02P
ANTI-DIEFSTALALARM
B070A01A-GXT
(Minibus/Bestelbus)
(Indien aanwezig)
Dit systeem is ontworpen om inbraak
in de auto tegen te gaan. Dit systeem
werkt in drie fases: de eerste is de
"Armed" (ingeschakelde) fase, de
tweede is de "Alarm" (alarm) fase en
de derde is de "Disarmed"
(uitgeschakelde) fase. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt een
alarmsignaal en knipperen de
richtingaanwijzers.
B160B01P-GXT
KINDEREN
o Wanneer een kind alleen in het
voertuig achterblijft, zorg dan dat
het contact is afgezet en dat de
contactsleutel is verwijderd.
o Als een kind alleen op de tweede
bank wordt meegenomen, maak dan
gebruik van het
kinderveiligheidssysteem.
Loading...
+ 217 hidden pages