L 60460 FL L 60468 FL L 60660 FL
WASAUTOMAAT |
GEBRUIKSAANWIJZING |
2
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
6 MILIEUBESCHERMING
6TECHNISCHE INFORMATIE
7BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
7ACCESSOIRES
8BEDIENINGSPANEEL
11 PROGRAMMA’S
14 VOOR HET EERSTE GEBRUIK
14BEDIENING VAN HET APPARAAT
14WASGOED IN DE MACHINE DOEN
15WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER, VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
16EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
17AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
19 AANWIJZINGEN EN TIPS
21 ONDERHOUD EN REINIGING
26 PROBLEEMOPLOSSING
29 MONTAGE
KLANTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model Productnummer Serienummer
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
NEDERLANDS 3
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
-Producten
-Brochures
-Gebruikershandleidingen
-Oplossen van problemen
-Service-informatie
www.aeg.com
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
•Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
•Voor het milieu
•Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of aan een ander geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
•Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet bedienen. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
•Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of letsel.
•Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
•Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is.
•Voordat u de deur van het apparaat sluit, dient u te controleren dat er geen kinderen of huisdieren in de trommel zitten.
•Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
•Gebruik het apparaat niet voor professioneel gebruik. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
•De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat.
•Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Brandof explosiegevaar.
•Volg de veiligheidsinstructies van de verpakking van het wasmiddel om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen.
•Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed verwijdert. Hard en scherp materiaal kan het apparaat beschadigen.
•Raak het glas van de deur niet aan als een programma in gebruik is. Het glas kan heet worden (alleen bij machines met laaddeur vooraan).
ONDERHOUD EN REINIGING
•Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
•Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg dat de filters op de juiste wijze worden geïnstalleerd. Een onjuiste installatie leidt tot waterlekkage.
MONTAGE
•Het apparaat is zwaar, wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat.
•Vervoer uw apparaat niet zonder transportbouten, u kunt anders de interne componenten beschadigen en lekkages en defecten veroorzaken.
•Installeer en sluit geen beschadigd apparaat aan.
•Zorg dat u alle verpakkingsmaterialen en transportbouten verwijdert.
•Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald.
•Alleen een erkende persoon mag de elektrische installatie, het loodgie-
terswerk en de installatie van het apparaat uitvoeren. Dit om het risico op structurele schade of lichamelijk letsel te voorkomen.
•Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt.
•Als u het apparaat installeert op vloerbedekking, dient u ervoor te zorgen dat er luchtcirculatie is tussen het apparaat en de vloerbedekking. Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren.
Aansluiting aan de waterleiding
•Sluit het apparaat niet aan met oude slangen die al gebruikt zijn. Gebruik alleen nieuwe slangen.
•Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt.
•Sluit het apparaat niet op nieuwe leidingen aan of op leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.
•Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen en de koppelingen niet lek zijn.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
NEDERLANDS 5
•Zorg ervoor dat het apparaat is geaard.
•Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening.
•Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stopcontact.
•Gebruik geen meerwegstekkers en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
•Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
•Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt.
•Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
•Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen van de netvoeding. Trek altijd aan de stekker.
HET APPARAAT AFVOEREN
1.Trek de stekker uit het stopcontact.
2.Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
3.Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat u kinderen of huisdieren in de trommel opsluit. Gevaar voor verstikking (alleen bij machines met laaddeur vooraan).
6
MILIEUBESCHERMING
VERPAKKINGSMATERIALEN
Recycle de materialen met het symbool
.
Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen.
MILIEUTIPS
Gebruik minder water en energie om het milieu te helpen, volg deze instructies:
•Stel een programma in zonder de voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
•Start een wasprogramma altijd met de maximum hoeveelheid wasgoed.
•Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt.
•Controleer de waterhardheid om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
TECHNISCHE INFORMATIE
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afmeting |
Breedte / hoogte / diepte |
600 / 850 / 522 mm |
|
Totale diepte |
540 mm |
Aansluiting aan het elek- |
Voltage |
230 V |
triciteitsnet: |
Totale stroom |
2200 W |
|
Zekering |
10A |
|
Frequentie |
50 Hz |
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste stof- |
IPX4 |
|
fen en vochtigheid, behalve op de plaatsen waar de |
|
|
lage spanningsapparatuur geen bescherming heeft |
|
|
tegen vocht |
|
|
Waterdruk |
Minimaal |
0,5 bar (0,05 MPa) |
|
Maximaal |
8 bar (0,8 MPa) |
Watertoevoer 1) |
|
Koud water |
Maximale belading |
Katoen |
6 kg |
Centrifugeersnelheid |
Maximaal |
1400 tpm (L 60460 FL) |
|
|
1400 tpm (L 60468 FL) |
|
|
1600 tpm (L 60660 FL) |
|
|
|
1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
|
|
|
|
NEDERLANDS 7 |
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT |
|
|
||
1 |
2 |
3 |
8 |
9 |
|
|
|
|
10 |
|
|
4 |
|
|
|
|
5 |
|
11 |
|
|
|
|
|
|
|
6 |
|
|
|
|
7 |
|
12 |
|
Bovenblad |
|
Stelvoetjes |
1 |
7 |
||
|
Afwasmiddeldoseerbakje |
|
Afvoerslang |
2 |
8 |
||
|
Bedieningspaneel |
|
Watertoevoerklep |
3 |
9 |
||
|
Handgreep |
|
Hoofdkabel |
4 |
10 |
||
|
Typeplaatje |
|
Transportbouten |
5 |
11 |
||
|
Afvoerpomp |
|
Stelvoetjes |
6 |
12 |
ACCESSOIRES
1 |
|
2 |
4 |
3 |
1Moersleutel
Om de transportbouten te verwijderen.
2Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten aan de achterzijde van het apparaat nadat u de transportbouten hebt verwijderd.
3Toevoerslang met geïntegreerd beschermingssysteem tegen wateroverlast
Om mogelijke wateroverlast te voorkomen.
4Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van een gootsteen te bevestigen.
8
BEDIENINGSPANEEL
1 |
|
|
|
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
|
8 |
|
7 |
|
6 |
|
5 |
|
4 |
1Aan/Uit-toets (Aan/Uit)
2Programmaknop
3Display
4Toets Start/Pauze (Start/Pauze)
5Startuitstel-toets
6Tijd Besparen-toets
7Extra Spoelen-toets
8Toets Centrifugeren (TPM)
9Temperatuurtoets(Temp. °C)
AAN/UIT-TOETS 1
Druk op deze toets om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld.
DeAUTO Stand-by functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
DISPLAY 3
A
•Er een programma is geselecteerd, maar na 5 minuten van de instelling nog niet op de toets is gedrukt. 4 .
–Alle instellingen worden geannuleerd
–Druk op de knop 1 om het apparaat weer in te schakelen.
–Stel het wasprogramma en alle mogelijke opties
•5 minuten na afloop van het wasprogramma. Raadpleeg 'Aan het einde van het programma'.
PROGRAMMASCHAKELAAR
2
Draai deze knop om een programma in te stellen.
B C
NEDERLANDS 9
Op het display verschijnt:
A • De programmatijd
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
•De uitgestelde start
Als u op de toets startuitstel drukt, toont de display de uitstelde starttijd.
•Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes op de display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk 'Probleemoplossing'.
•Err
Het display toont dit bericht enkele seconden als:
–U een functie instelt die niet van toepassing is voor het programma.
–U het programma wijzigt als het in werking is.
Het lampje van de toets Start/Pauze 4 knippert.
•
Als het wasprogramma is voltooid.
B |
Deurvergrendeling |
|
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool |
|
brandt. |
|
U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit |
|
gaat. |
|
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid: |
•Er staat water in de trommel.
•De functie 'Spoelstop' is aan.
C |
|
Het symbool Kinderslot |
|
|
Het symbool gaat aan als u deze functie inschakelt. |
|
|
|
TOETS START/PAUZE 4
Druk op toets 4 om het programma te starten of te onderbreken.
TOETS STARTUITSTEL 5
Druk op toets 5 om de start van een programma vanaf 30 minuten tot 20 uur uit te stellen.
TOETS TIJDBESPARING 6
Druk op de toets 6 om de programmatijd te verminderen.
•Druk een keer om een verkort programma in te stellen voor wasgoed met dagelijks vuil.
•Druk twee keer voor het instellen van een extra snel programma voor wasgoed dat bijna niet vuil is.
Sommige programma's accepteren uitsluitend een van de twee functies.
TOETS EXTRA SPOELEN 7
Druk op toets 7 om spoelfases toe te voegen aan het programma.
Gebruik deze functie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
TOETS CENTRIFUGEREN 8 Druk op deze toets om:
•De maximale snelheid van de centrifugefase van het programma te verlagen.
•Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel deze functie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. Het apparaat
10
pompt geen water af als het programma is voltooid.
De functie 'Spoelstop' is aan.
TEMPERATUURTOETS 9
Druk op knop 9 om de standaard temperatuur te wijzigen.
= koud water
GELUIDSSIGNALENFUNCTIE
U hoort geluidssignalen als:
•U het apparaat inschakelt.
•U het apparaat uitschakelt.
•U op een toets drukt.
•Het programma is voltooid.
•Het apparaat ondervindt een storing. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijker-
tijd op toets |
8 |
en toets |
9 |
gedurende |
6 seconden. |
|
|
|
|
Als u de geluidssignalen uitschakelt, blijven ze alleen werken als u op de toetsen drukt en er een storing optreedt.
FUNCTIE KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat kinderen spelen met het bedieningspaneel.
•Druk om de functie te activeren, tegelijkertijd op toets 6 en toets 7
totdat de display het symbool toont.
•Druk om de functie te deactiveren,
tegelijkertijd op toets |
6 |
en toets |
7 |
totdat het symbool |
uitgaat. |
U kunt de volgende functie activeren:
•Voordat u drukt op de toets Start/
Pauze 4 : kan het apparaat niet starten.
•Nadat u drukt op de toets Start/Pau-
ze 4 , worden alle toetsen en de programmaschakelaar uitgeschakeld.
PERMANENTE EXTRA SPOELFUNCTIE
Met deze functie kunt u de extra spoelfunctie permanent aan laten als u een nieuw programma instelt.
•Druk om de functie te activeren, tegelijkertijd op toets 5 en toets 6
totdat het lampje van toets 7 brandt.
•Druk om de functie uit te schakelen, tegelijkertijd op toets 5 en toets 6
totdat het lampje van toets 7 uit gaat.
|
|
|
|
NEDERLANDS 11 |
PROGRAMMA’S |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Programma |
Type lading |
Cyclus |
Functies |
|
Temperatuur |
max. gewicht van be- |
beschrijving |
|
|
|
lading |
|
|
|
Katoen |
Wit en bont katoen, |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
|
95° - Koud |
normaal vervuild. |
Spoelgangen |
GEREN |
|
|
max. 6 kg |
Lang centrifuge- |
SPOELSTOP |
|
|
|
ren |
EXTRA SPOELEN |
|
|
|
|
TIJD BESPAREN1) |
|
Katoen + Voor- |
Wit en bont katoen, |
Voorwas |
KORT CENTRIFU- |
|
was |
zwaar vervuild. |
Wassen |
GEREN |
|
95° - Koud |
max. 6 kg |
Spoelgangen |
SPOELSTOP |
|
|
|
Lang centrifuge- |
EXTRA SPOELEN |
|
|
|
ren |
TIJD BESPAREN1) |
|
Katoen + Vlek- |
max. 6 kg |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
|
ken |
|
Spoelgangen |
GEREN |
|
95° - 40° |
|
Lang centrifuge- |
SPOELSTOP |
|
|
|
ren |
EXTRA SPOELEN |
|
|
|
|
TIJD BESPAREN1) |
|
Synthetica |
Synthetische of ge- |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
|
60° - Koud |
mengde stoffen, nor- |
Spoelgangen |
GEREN |
|
|
maal vervuild. |
Kort centrifugeren |
SPOELSTOP |
|
|
max. 3 kg |
|
EXTRA SPOELEN |
|
|
|
|
TIJD BESPAREN1) |
|
Strijkvrij2) |
Synthetische stoffen, |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
|
60° - Koud |
normaal vervuild. |
Spoelgangen |
GEREN |
|
|
max. 3 kg |
Kort centrifugeren |
SPOELSTOP |
|
|
|
|
EXTRA SPOELEN- |
|
|
|
|
TIJD BESPAREN1) |
|
Fijne Was |
Delicate stoffen zoals |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
|
40° - Koud |
acryl, viscose, polyes- |
Spoelgangen |
GEREN |
|
|
ter stoffen, normaal |
Kort centrifugeren |
SPOELSTOP |
|
|
vervuild. |
|
EXTRA SPOELEN |
|
|
max. 3 kg |
|
TIJD BESPAREN1) |
Wol/Zijde
40° - Koud
Machine wasbare wol. |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
Met de hand wasbare |
Spoelgangen |
GEREN |
wol en fijn wasgoed |
Kort centrifugeren |
SPOELSTOP |
met het symbool |
|
|
«handwas». |
|
|
max. 2 kg |
|
|
Centrifugeren3) Alle stoffen |
Afvoer van het |
KORT CENTRIFU- |
De maximale bela- |
water |
GEREN |
ding van wasgoed is |
Centrifugefase op |
|
afhankelijk van het ty- |
de maximale snel- |
|
pe wasgoed. |
heid. |
|
|
|
|
12
Programma |
Type lading |
Cyclus |
Functies |
Temperatuur |
max. gewicht van be- |
beschrijving |
|
|
lading |
|
|
Pompen |
Alle stoffen |
Afvoer van het |
|
|
De maximale bela- |
water |
|
|
ding van wasgoed is |
|
|
|
afhankelijk van het ty- |
|
|
|
pe wasgoed. |
|
|
Spoelen |
Handwasartikelen. |
Spoelgangen |
KORT CENTRIFU- |
|
|
Lang centrifuge- |
GEREN |
|
|
ren |
SPOELSTOP |
|
|
|
EXTRA SPOELEN |
Gordijnen |
Stel dit programma in |
Voorwas |
KORT CENTRIFU- |
40° - Koud |
om gordijnen te was- |
Wassen |
GEREN |
|
sen. Het voegt auto- |
Spoelgangen |
SPOELSTOP |
|
matisch de voorwas- |
Kort centrifugeren |
EXTRA SPOELEN |
|
fase toe om het stof |
|
|
|
uit de gordijnen te |
|
|
|
reinigen. |
|
|
|
Voeg geen wasmid- |
|
|
|
del toe aan het voor- |
|
|
|
wasvakje. |
|
|
|
max. 2 kg |
|
|
Jeans |
Alle wasgoed van |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
60° - Koud |
spijkerstof. Items van |
Spoelgangen |
GEREN |
|
jersey met hi-techma- |
Kort centrifugeren |
SPOELSTOP |
|
terialen. |
|
EXTRA SPOELEN- |
|
max. 6 kg |
|
TIJD BESPAREN1) |
20 min. - 3 kg |
Katoenen en syntheti- |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
40° - 30° |
sche kleding met lich- |
Spoelgangen |
GEREN |
|
te vervuiling of slechts |
Kort centrifugeren |
|
|
eenmaal gedragen. |
|
|
Eco4) |
Wit en bont katoen, |
Wassen |
KORT CENTRIFU- |
60° - 40° |
normaal vervuild. |
Spoelgangen |
GEREN |
|
max. 6 kg |
Lang centrifuge- |
SPOELSTOP |
|
|
ren |
EXTRA SPOELEN |
|
|
|
TIJD BESPAREN1) |
1)Als u twee keer op toets 6 drukt (Supersnel-functie ingesteld), raden wij u aan om de hoeveelheid belading te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2)De wasen centrifugefase is zacht om te voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken. De wasautomaat voegt extra spoelgangen toe.
3)De standaard fase van de centrifugesnelheid is gebaseerd op katoenen wasgoed. De centrifugeersnelheid instellen. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed.
4)Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het wasprogramma wordt verlengd. Voor Economy katoenprogramma's kunt u alleen de functie Extra kort instellen.
|
|
NEDERLANDS 13 |
VERBRUIKSGEGEVENS |
|
|
|
|
|
Programma1) |
Energieverbruik (kWh)2) |
Waterverbruik (li- |
|
|
ter)2) |
Witte katoen 95° C |
2.2 |
62 |
Katoen 60 °C |
1.2 |
58 |
Katoen 40 °C |
0.75 |
58 |
Synthetische stoffen 40 °C |
0.5 |
43 |
Fijne was 40 °C |
0.53 |
50 |
Wol/Handwas 30 °C |
0.25 |
45 |
|
|
|
1)Raadpleeg het display voor de programmatijd.
2)De consumptiegegevens die in dit overzicht worden weergegeven, zijn indicatief. De gegevens kunnen verschillen, afhankelijk van de hoeveelheid, het type wasgoed, de temperatuur van de watertoevoer en de omgevingstemperatuur.
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden
De katoen 60 °C eco en katoen 40 °C eco zijn de standaard katoenprogramma's voor normaal vervuilde katoenen was. Ze zijn geschikt voor het wassen van normaal vervuilde katoenen was en het zijn zeer efficiënte programma's
voor gecombineerd energieen waterverbruik voor het wassen van dat type katoenen was.
Overeenkomstig EN60456.
De daadwerkelijke watertemperatuur kan verschillen van de vermelde cyclustemperatuur.
14
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1.Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade om het afvoersysteem te activeren.
2.Giet een klein beetje wasmiddel in het vakje van het hoofdwasmiddel
BEDIENING VAN HET APPARAAT
1.Draai de waterkraan open.
2.Steek de stekker in het stopcontact.
3.Druk op toets 1 om het apparaat in te schakelen.
4.Plaats het wasgoed in de machine.
van de wasmiddellade. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
5.Gebruik de juiste hoeveelheid wasmiddelen en toevoegingen.
6.U dient het juiste programma in te stellen en te starten voor het type lading en de mate van vervuiling.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. |
Open de deur van het apparaat. |
ervoor dat u niet te veel was in de |
2. |
Plaats het wasgoed een voor een in |
trommel plaatst. |
|
de trommel. Schud de items voor u |
3. Sluit de deur. |
|
ze in de wasautomaat plaatst. Zorg |
|
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
NEDERLANDS 15
WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER, VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma en voor de vlekkenfunctie.
Voeg inweek-, vlekkenen voorwasmiddelen toe voordat u het programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel).
Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmiddelen.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel.
Draai het klepje (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poeder of vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
De stand van de klep controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze stopt.
2. Druk de hendel in om de lade uit te trekken.
16
5.Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
6.Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen blokkering veroorzaakt.
3.Draai de klep omhoog om poederwasmiddel te gebruiken.
4.Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
–Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
–Giet niet meer vloeibaar wasmiddel in het vakje dan de limiet op de klep.
–Stel de voorwasfase niet in.
–Stel de startuitstelfunctie niet in.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1.Draai de programmaschakelaar.
2.Het lampje van toets 4 knippert in het rood.
3.De lampjes van de standaard temperatuur en centrifugesnelheid gaan aan. om de temperatuur en/ of de centrifugesnelheid te wijzigen, drukt u op de bijbehorende toetsen.
4.Stel de beschikbare functies in en het startuitstel. Als u op de relevante toets drukt, gaat het lampje van de ingestelde functie aan, of toont de display het bijbehorende symbool.
5.Druk op toets 4 om het programma te starten. Het lampje van toets
4 brandt in het rood.
EEN PROGRAMMA
ONDERBREKEN
1.Als u op de toets 4 drukt: Het indicatielampje knippert.
2.Als u opnieuw op toets 4 drukt. Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA
ANNULEREN
1.Draai de programmaknop op om het programma te annuleren.
2.Zet de programmaknop op een nieuw afwasprogramma. Op dit moment kunt u ook de beschikbare functies instellen.
Het apparaat pompt geen water weg.
EEN FUNCTIE WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1.Als u op de toets 4 drukt: Het indicatielampje knippert.
2.De ingestelde functie wijzigen.
HET STARTUITSTEL
INSTELLEN
1.Druk herhaaldelijk op toets 5 tot het aantal minuten of uren op de display verschijnt.
2.Druk op toets 4 , het apparaat begint het aftellen van de uitgestelde start.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
Voordat u op toets 4 drukt om het apparaat te starten, kunt u de instelling van de uitgestelde start annuleren of wijzigen.
U kunt de uitgestelde start niet instellen bij het Stoom programma.
NEDERLANDS 17
2.Druk herhaaldelijk op toets 5 tot de display 0’ toont.
3.Als u op de toets 4 drukt: Het programma wordt gestart.
DEUR OPENEN
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld.
De deur van het apparaat openen:
1.Druk op toets 4 . Het deurvergrendelingssymbool in de display gaat uit.
2.Open de deur van het apparaat.
3.Sluit de deur van de machine en
druk op toets 4 . Het programma of startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het waterpeil in de trommel te hoog zijn, blijft het symbool voor de deurvergrendeling aan en kunt u de deur niet openen. U opent in dat geval de deur als volgt:
1.Schakel het apparaat uit.
2.Wacht enkele minuten.
3.Zorg ervoor dat er zich geen water in de trommel bevindt.
Als u het apparaat uit zet, dient u het programma opnieuw in te stellen.
DE UITGESTELDE START
ANNULEREN
1.Als u op de toets 4 drukt: Het bijbehorende indicatielampje knippert.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
•Het apparaat stopt automatisch.
•De geluidssignalen klinken.
•In de display gaat het symbool aan.
•Het indicatielampje van de toets Start/Pauze 4 gaat uit.
•Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
•Druk op toets 1 om het apparaat uit te schakelen. Vijf minuten na het einde van het programma wordt het apparaat door de energiebesparende functie automatisch uitgeschakeld.
18
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste ingestelde programma in de display weergegeven. Draai de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
•Haal het wasgoed uit de wasmachine. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
•Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
•Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
–De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
–De deur blijft vergrendeld.
–U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Het water wegpompen:
1.Verlaag zo nodig de centrifugesnelheid.
2.Druk op de toets Start/Pauze 4 . Het apparaat voert het water af en centrifugeert.
3.Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen
4.Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WASGOED SORTEREN
•Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
•Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
•Was witte en bonte artikelen niet samen.
•Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
•Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Maak riemen vast.
•Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open.
•Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten.
•Verwijder hardnekkige vlekken.
•Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel.
•Wees voorzichtig met de gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een zak of kussensloop.
•Niet in de machine wassen:
–Wasgoed zonder zomen of met scheuren
–Beugelbeha's.
–Gebruik een waszakje om kleine stuk wasgoed te wassen.
•Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te verwijderen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekver-
NEDERLANDS 19
wijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN
•Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat.
•Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
•Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
•Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
•Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling.
•Stel geen voorwasfase in als u vloeibare wasmiddelen gebruikt.
•Als uw machine geen wasmiddellade heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbal.
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met de plaatselijke waterautoriteit voor de waterhardheid in uw gebied.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producten. Gelijkwaardige eenheden meten de waterhardheid:
•Duitse graden (°dH).
•Franse graden (°TH)
•mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water).
•Clarke-graden.
20
Waterhardheidstabel
Niveau |
Type |
|
Waterhardheid |
|
||
°dH |
°TH |
mmol/l |
Clarke |
|||
|
|
|||||
1 |
zacht |
0-7 |
0-15 |
0-1.5 |
0-9 |
|
2 |
medium |
8-14 |
16-25 |
1.6-2.5 |
10-16 |
|
3 |
hard |
15-21 |
26-37 |
2.6-3.7 |
17-25 |
|
4 |
erg hard |
> 21 |
> 37 |
>3.7 |
>25 |
|
|
|
|
|
|
|
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt.
ONTKALKEN
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk. Als het nodig is dient u waterverzachter te gebruiken om deze kalk te verwijderen.
Gebruik een speciaal product voor wasautomaten. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producent.
Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
NEDERLANDS 21
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
•Haal al het wasgoed uit de trommel.
•Stel het heetste wasprogramma in voor katoen
•Gebruik de juiste hoeveelheid poe-
derwasmiddel met biologische eigenschappen.
Houd de deur enige tijd open na elke wasbeurt, om schimmels te voorkomen en onprettige geurtjes te verwijderen.
DEURRUBBER
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
TROMMEL
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten om roestdeeltjes uit de trommel te verwijderen.
Ga als volgt te werk:
•Reinig de trommel met een speciaal product voor roestvrij staal.
•Start een kort programma voor katoen op de maximale temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.
22
WASMIDDELDOSEERLADE
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
1 |
1. |
Druk op de hendel. |
|
2. |
Trek de doseerlade naar buiten. |
||
|
|||
|
2 |
|
3. Verwijder het bovenste gedeelte van het vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen.
4. Maak alle onderdelen schoon met water.
|
5. Maak de ruimte van de wasmiddel- |
||
|
doseerlade schoon met een bor- |
||
|
stel. |
|
|
|
6. Plaats de wasmiddeldoseerlade te- |
||
|
rug in de ruimte. |
||
AFVOERPOMP |
WAARSCHUWING! |
||
Controleer de afvoerpomp re- |
1. |
Trek de stekker uit het stop- |
|
|
contact. |
||
gelmatig en zorg dat deze |
|
||
2. |
Verwijder het filter niet als |
||
schoon is. |
|||
|
het apparaat in gebruik is. |
||
|
|
||
De pomp schoonmaken als: |
|
Reinig de afvoerpomp niet |
|
• Het apparaat pompt geen water |
|
als het water in de machine |
|
|
heet is. Het water moet |
||
weg. |
|
||
|
koud zijn voordat u de af- |
||
• De trommel niet kan draaien. |
|
||
|
voerpomp kunt reinigen. |
•Het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door een blokkade in de afvoerpomp.
•De display een alarmcode weergeeft door een probleem met de waterafvoer.