Yamaha RX-V730RDS User Manual

0 (0)
Yamaha RX-V730RDS User Manual

GB

RX-V730RDS

AV Receiver

Ampli-tuner audio-vidéo

OWNER’S MANUAL MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG BRUKSANVISNING MANUALE DI ISTRUZIONI

MANUAL DE INSTRUCCIONES GEBRUIKSAANWIJZING

LET OP: LEES DIT VOOR U UW TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.

1Leest u deze handleiding alstublieft zorgvuldig door om uzelf te verzekeren van de beste prestaties. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.

2Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek met tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechteren linkerkant en 10 cm aan de achterkant als ventilatieruimte — uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou.

3Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren en transformatoren om bromgeluiden te voorkomen. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag dit toestel niet worden blootgesteld aan regen, water en/of enige andere vloeistof.

4Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurwisselingen van koud naar warm en zet dit toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. een kamer met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat er zich in het binnenwerk van het toestel condens kan vormen waardoor een elektrische schok, brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel kan ontstaan.

5Zet de volgende dingen in geen geval bovenop dit toestel:

Andere componenten, daar deze de afwerking van dit toestel kunnen beschadigen en/of doen verkleuren.

Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand kunnen veroorzaken, het toestel kunnen beschadigen en/of kunnen leiden tot persoonlijk letsel.

Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, daar deze de gebruiker een elektrische schok kunnen bezorgen en/of dit toestel kunnen beschadigen.

6Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin dit toestel stijgt, kan dit leiden tot brand, beschadiging van dit toestel en/of persoonlijk letsel.

7Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als u alle aansluitingen heeft gemaakt.

8Gebruik dit toestel nooit ondersteboven. Dit kan oververhitting en mogelijk beschadiging ten gevolge hebben.

9Oefen geen overmatige kracht uit op de schakelaars, knoppen en/of snoeren.

10Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt mag u alleen de stekker zelf vastpakken; trek nooit aan het snoer.

11Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; hierdoor kan de afwerking aangetast worden. Gebruik slechts een schone, droge doek.

12Gebruik dit toestel uitsluitend op het voltage dat op het toestel zelf vermeld staat. Het is gevaarlijk om dit toestel te gebruiken op een hoger voltage dan het opgegeven voltage, dit kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die voortkomt uit gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan werd opgegeven.

13Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen bij onweer.

14Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen en/ of vloeistoffen in het toestel kunnen binnendringen.

15Probeer niet zelf dit toestel aan te passen of te repareren. Neem contact op met bevoegd YAMAHA servicepersoneel wanneer u denkt dat reparatie of controle nodig is. Open in geen geval en onder geen enkele voorwaarde zelf de behuizing.

16Wanneer u dit toestel langere tijd niet zult gebruiken (bijv. als u op vakantie gaat), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.

17Lees eerst het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” voor het opsporen van veel voorkomende bedieningsfouten voor u concludeert dat het toestel defect is.

18Voor u dit toestel gaat verplaatsen, dient u op STANDBY/ON te drukken om het toestel uit (standby) te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen.

19VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor China en algemene modellen)

De netspanning keuzeschakelaar op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de netspanning in het gebied waar u het toestel gaat gebruiken VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. U kunt kiezen uit 110/120/ 220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz.

De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.

Alleen voor klanten in Nederland

Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.

LET OP

INTRODUCTION

INHOUD

INLEIDING

 

INHOUD .................................................................

1

KENMERKEN .......................................................

2

VAN START ............................................................

3

Controleren van de inhoud van de doos ....................

3

Batterijen in de afstandsbediening zetten ..................

3

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........

4

Voorpaneel .................................................................

4

Afstandsbediening .....................................................

6

Gebruik van de afstandsbediening ............................

7

Display voorpaneel ....................................................

8

VOORBEREIDINGEN

 

LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN ..

9

Luidsprekers ..............................................................

9

Opstellen van de luidsprekers ...................................

9

Aansluiten van de luidsprekers ...............................

10

AANSLUITINGEN ..............................................

13

Voor u andere componenten gaat aansluiten ...........

13

Aansluiten van videocomponenten .........................

14

Aansluiten van audiocomponenten .........................

16

Aansluiten van de antennes .....................................

17

Aansluiten van externe versterkers .........................

18

Aansluiten van een externe decoder ........................

18

Aansluiten van netsnoeren ......................................

19

Inschakelen van de stroom ......................................

19

IN-BEELD DISPLAY (OSD) ..............................

20

In-beeld display functies .........................................

20

Instellen van de in-beeld display functie .................

20

LUIDSPREKER-INSTELLINGEN ...................

21

INSTELLEN VAN HET UITGANGSNIVEAU

 

VAN DE LUIDSPREKERS .............................

22

Voor u begint ...........................................................

22

Gebruik van de testtoon ..........................................

22

BASISBEDIENING

 

BASISWEERGAVE .............................................

24

Ingangsfuncties en aanduidingen ............................

26

Selecteren van een geluidsveldprogramma .............

27

DIGITALE GELUIDSVELD BEWERKING (DSP) ..

30

Uitleg geluidsvelden ................................................

30

Hi-Fi DSP Geluidsveldprogramma’s .......................

30

CINEMA-DSP ......................................................

31

Het geluidsontwerp van de CINEMA-DSP

 

Geluidsveldprogramma’s ....................................

31

CINEMA-DSP programma’s ..................................

33

TUNER ..................................................................

35

Automatisch en handmatig afstemmen ...................

35

Voorprogrammeren van zenders ..............................

36

Afstemmen op een voorkeuzezender ......................

38

Verwisselen van voorkeuzezenders .........................

38

ONTVANGEN VAN RDS ZENDERS ................

39

Beschrijving RDS gegevens ....................................

39

Veranderen van de RDS functie ..............................

39

PTY SEEK functie ..................................................

40

EON functie ............................................................

40

SLAAPTIMER .....................................................

41

Instellen van de slaaptimer ......................................

41

Annuleren van de slaaptimer ...................................

41

OPNAME ..............................................................

42

GEAVANCEERDE BEDIENING

 

SET MENU (INSTELMENU) ............................

43

Instellen van onderdelen via het SET MENU .........

43

1

SPEAKER SET (luidspreker instellingen) .........

44

2

LFE LEVEL (LFE niveau) ..................................

46

3

SP DLY TIME (luidspreker-vertraging) ..............

46

4

D. RANGE (dynamisch bereik) ..........................

47

5

L/R BALANCE (balans tussen de linker en

 

 

rechter hoofd-luidsprekers) .................................

47

6

HP TONE CTRL (hoofdtelefoon toonregeling) ...

47

7

INPUT RENAME (herbenoemen

 

 

ingangssignaal) ...................................................

47

8

I/O ASSIGN (ingang/uitgang toewijzing) ..........

48

9

INPUT MODE (begininstelling

 

 

ingangsfunctie) ....................................................

48

10DISPLAY SET (instelling display) .....................

48

11MEM. GUARD (geheugen vergrendeling) .........

49

KENMERKEN AFSTANDSBEDIENING .........

50

Set bedieningstoetsen ..............................................

50

Invoeren van de fabrikantencode ............................

51

Veranderen van de naam van de signaalbron op

 

 

het display ...........................................................

52

Wissen van nieuwe namen voor signaalbronnen en

 

 

ingevoerde fabrikantencodes ..............................

53

Bedienen van andere componenten .........................

54

REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE

 

EFFECT-LUIDSPREKERS ............................

55

AANVULLENDE INFORMATIE

 

WIJZIGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA

 

PARAMETERS ................................................

56

Wat is een geluidsveld? ...........................................

56

Geluidsveld parameters ...........................................

56

Veranderen van parameters .....................................

57

BESCHRIJVINGEN VAN DIGITALE

 

GELUIDSVELD PARAMETERS ..................

58

OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ......................

62

WOORDENLIJST ...............................................

66

TECHNISCHE GEGEVENS ..............................

68

INLEIDING

 

 

 

 

 

VOORBEREIDINGEN

 

 

 

BASISBEDIENING

 

 

 

BEDIENING

GEAVANCEERDE

 

 

INFORMATIE

AANVULLENDE

 

 

Nederlands

1

KENMERKEN

Ingebouwde 6-kanaals eindversterker

Minimum RMS uitgangsvermogen (0,06% THV, 20 Hz – 20 kHz, 8Ω)

Hoofd:

75 W + 75 W

Midden:

75 W

Achter:

75 W + 75 W

Midden-achter: 75 W

Meervoudige digitale geluidsvelden

Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic decoder

Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder

DTS/DTS-ES geschikte decoder

CINEMA DSP: combinatie van YAMAHA DSP technologie en Dolby Pro Logic, Dolby Digital of DTS

Virtual CINEMA DSP

SILENT CINEMA DSP

Verfijnde AM/FM tuner

40 gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders

Automatisch voorprogrammeren van voorkeuzezenders

Mogelijkheid tot herschikken van voorkeuzezenders (voorkeuzezenders bewerken)

Andere kenmerken

96-kHz/24-bits D/A converter

“SET MENU” instelmenu om dit toestel optimaal af te stemmen op uw audio/ videosysteem

Testtoon-generator voor gemakkelijke instelling van de luidspreker-balans

6-kanaals ingang voor externe decoder

Handige in-beeld display functie die de bediening vereenvoudigt

S-Video inen uitgangsaansluitingen

Component video inen uitgangsaansluitingen

Optische en coaxiale digitale audio aansluitingen

Slaaptimer

Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde fabrikantencodes

Over deze handleiding

ygeeft een handige tip bij de bediening aan.

Sommige handelingen zijn mogelijk met de toetsen op de afstandsbediening of via het hoofdtoestel zelf. Waar de namen van de

toetsen op de afstandsbediening afwijken van die op het hoofdtoestel worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening in deze handleiding tussen haakjes toegevoegd.

Deze handleiding kan gedrukt zijn voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom is het mogelijk dat bepaalde specificaties van uw toestel tijdens de fabricage bijvoorbeeld ter wille van verbeteringen gewijzigd zijn. In een dergelijk geval verlenen wij voorkeur aan het verbeteren van het product boven de bijwerking van de handleiding.

Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.

“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.

2

VAN START

Controleren van de inhoud van de doos

Controleer de doos en kijk of de volgende toebehoren inderdaad aanwezig zijn.

Afstandsbediening

Batterijen (4)

 

 

 

 

(AAA, R03, UM-4)

TRANSMIT

 

RE–NAME CLEAR CODE SET

 

SYSTEM

STANDBY

 

6CH INPUT

 

POWER

SLEEP

 

A

B

C

PHONO

 

V-AUX

TUNER

MD/CD-R

CD

 

D-TV/CBL

VCR 1

VCR2/DVR

DVD

 

 

 

 

SELECT

 

POWER

 

POWER

AMP

Afdekking VIDEO AUX

TV

 

AV

 

aansluitingen voorkant

REC

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AUDIO

+

 

DISC SKIP

 

 

 

 

 

 

VOL

 

 

 

 

 

LEVEL

+

SET MENU

MUTE

 

TITLE

MENU

 

 

TV INPUT

TV VOL

A/B/C/D/E

 

 

 

 

 

CH

TV MUTE

CH

 

 

SELECT

+

 

 

PRESET

 

PRESET

 

 

TEST

ON SCREEN

STEREO

75 Ohm/300 Ohm antenne-

RETURN

TV VOL

DISPLAY

 

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

adapter (Model voor het V.K.)

 

 

ROCK

ENTER-

HALL

JAZZ CLUB CONCERT

TAINMENT

 

1

2

3

4

 

TV

MONO

MOVIE

MOVIE

 

SPORTS

MOVIE

THEATER 1

THEATER 2

 

5

6

7

8

 

/DTS

 

 

EX/ES

 

SUR.

SELECT

 

 

9

10

11

12

 

 

0

+10

CHP/INDEX

 

AM ringantenne

FM binnenantenne

(Modellen voor de VS, Canada, China, Korea en algemene modellen)

(Modellen voor Europa, het V.K., Australië en Singapore)

INLEIDING

Batterijen in de afstandsbediening

zetten

Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak door de + en – tekens op de batterijen te laten overeenkomen met de polariteitsmerktekens (+ en –) in het batterijvak.

2

1

3

1 Druk op het teken en schuif de klep van de afstandsbediening af.

2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,

R03, UM-4) overeenkomstig de aanduidingen in het batterijvak.

3 Schuif de klep terug op zijn plaats tot deze vastklikt.

Opmerkingen over batterijen

Vervang de batterijen wanneer u merkt: dat het bereik van de afstandsbediening minder wordt; dat de indicator niet knippert; of dat het licht ervan zwakker wordt.

Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.

Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de aanwijzingen op de verpakking aandachtig door aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en kleur op elkaar kunnen lijken.

Als de batterijen onverhoopt gelekt hebben, dient u ze onmiddellijk te verwijderen. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en laat het niet in contact komen met uw kleding enz. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.

Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen blijft, of als de batterijen leeg zijn maar u ze in de afstandsbediening laat zitten, zal de inhoud van het geheugen mogelijk gewist worden. Als het geheugen van de afstandsbediening gewist is, dient u er nieuwe batterijen in te doen en moet u de fabrikantencode op nieuw invoeren en eventueel eerder geprogrammeerde functies die gewist zijn opnieuw programmeren.

Nederlands

3

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Voorpaneel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

2

 

3

 

 

 

4

5

 

 

 

6

7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT

 

VOLUME

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT M0DE

 

 

 

 

 

 

6CH INPUT

 

NATURAL SOUND AV RECEIVER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RDS MODE/FREQ

EON

 

 

 

 

 

 

PRESET/TUNING

FM/AM

 

 

 

 

 

STANDBY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EDIT

 

 

 

 

 

 

 

/ON

 

PTY SEEK

 

 

 

 

 

 

 

MEMORY

 

 

 

 

 

 

 

MODE

START

 

 

 

 

 

 

TUNING MODE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AUTO/MAN'L MONO

MAN'L/AUTO FM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BASS

 

TREBLE

 

 

 

 

 

 

 

SILENT

SPEAKERS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VIDEO AUX

 

 

 

 

A

B

STEREO

PROGRAM

PRESET/TUNING

A/B/C/D/E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PHONES

 

 

 

 

 

 

+

+

S VIDEO

VIDEO

L AUDIO

R

OPTICAL

 

8

 

9

0

q

w

e

r

 

t

 

 

 

y

 

 

 

 

 

RDS MODE/FREQ

EON

 

 

 

 

 

PRESET/TUNING

FM/AM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EDIT

 

 

 

 

 

 

 

 

PTY SEEK

START

 

 

 

 

 

 

 

MEMORY

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

TUNING MODE

 

 

 

 

 

AUTO/MAN'L MONO MAN'L/AUTO FM

u i o p

(Modellen voor Europa en het V.K.)

1 STANDBY/ON toets

Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u dit toestel aan zet, zult u een klik horen, waarna er een vertraging zal optreden van 4 a 5 seconden voor dit toestel in staat is geluid te reproduceren.

Standby-stand

In de standby-stand blijft dit toestel een kleine hoeveelheid stroom verbruiken zodat het kan reageren op de infrarood signalen van de afstandsbediening.

2 Sensor afstandsbediening

Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.

3 Display voorpaneel

Hierop verschijnt de bedieningsinformatie van het toestel.

a s d f

4 INPUT MODE toets

Hiermee selecteert u het prioriteitssignaal (AUTO, DTS, ANALOG) voor signaalbronnen die twee of meer soorten signalen leveren aan dit toestel. U kunt het prioriteitssignaal niet instellen wanneer u 6CH INPUT als signaalbron heeft ingesteld.

5 INPUT l / h toetsen

Hiermee selecteert u de signaalbron waar u naar wilt luisteren of lijken.

6 VOLUME draaiknop

Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen instellen. Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) uitgangsniveau.

7 6CH INPUT toets

Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op de 6CH INPUT aansluitingen. Dit audiosignaal krijgt voorrang boven de met INPUT l/ h(of de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.

4

8 SILENT (PHONES hoofdtelefoon-aansluiting)

Via deze aansluiting kunt u het DSP effect beluisteren via een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon heeft aangesloten, zullen er verder geen signalen worden geproduceerd via de luidsprekers of de OUTPUT aansluitingen.

9 SPEAKERS A/B toetsen

Hiermee kunt u de set hoofd-luidsprekers die is aangesloten op de A en/of B aansluitingen aan of uit zetten.

0 STEREO/EFFECT toets

Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal) worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofd-luidsprekers.

q PROGRAM l / h toetsen

Hiermee kunt u het geluidsveldprogramma selecteren.

w PRESET/TUNING l / h toetsen

Hiermee kunt u de voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren wanneer de dubbele punt (:) op het display op het voorpaneel staat, of de afstemmen op een bepaalde frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet op het display staat.

e A/B/C/D/E toets

Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A t/m E selecteren.

r BASS draaiknop

Hiermee kunt u de lage frequentierespons voor het linker en het rechter hoofdkanaal instellen.

Draai de draaiknop naar rechts om de lage tonen te versterken en draai de draaiknop naar links om de lage tonen te verzwakken.

t TREBLE draaiknop

Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en het rechter hoofdkanaal instellen.

Draai de draaiknop naar rechts om de hoge tonen te versterken en draai de draaiknop naar links om de hoge tonen te verzwakken.

y VIDEO AUX aansluitingen

Dit zijn de aansluitingen voor audioen videosignalen van een externe draagbare signaalbron (een spelcomputer bijv.). Selecteer V-AUX als signaalbron om de via deze aansluitingen ontvangen signalen te bekijken en beluisteren. Wanneer u de VIDEO AUX aansluiting op het voorpaneel niet gebruikt, dient u de meegeleverde afdekking erop te zetten, zoals u kunt zien op de afbeelding. Bewaar deze afdekking goed wanneer u deze niet gebruikt.

AU

X

EO

 

VID

 

 

TICAL

 

OP

 

R

 

IO

AUD

L

 

EO

VID

EO

S VID

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

u RDS MODE/FREQ toets (Modellen voor Europa en het V.K.)

Bij ontvangst van een RDS zender kunt u met deze toets de displayfunctie omschakelen naar PS, PTY, RT en/of CT (als de zender deze RDS diensten ondersteunt) of kiezen voor display van de frequentie waarop afgestemd is.

i PTY SEEK MODE toets (Modellen voor Europa en het V.K.)

Hiermee kunt u de PTY SEEK functie inschakelen om het toestel naar een programma van een bepaald type te laten zoeken.

o PTY SEEK START toets (Modellen voor Europa en het V.K.)

Druk op deze toets om het toestel te laten zoeken naar het met de PTY SEEK functie ingestelde programmatype.

p EON toets (Modellen voor Europa en het V.K.)

Druk op deze toets om het gewenste programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) te kiezen wanneer u automatisch wilt afstemmen op een radioprogramma van dat type.

a PRESET/TUNING (EDIT) toets

Hiermee schakelt u de PRESET/TUNING l/ htoetsen heen en weer tussen het kiezen van een voorkeuzezender en het afstemmen op een bepaalde frequentie (ten teken waarvan de dubbele punt (:) al of niet getoond zal worden).

Met deze toets kunt u ook twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.

s TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) toets

Met deze toets kunt u schakelen tussen automatisch en handmatig afstemmen.

d MEMORY (MAN’L/AUTO FM) toets

Hiermee slaat u de huidige zender op in het geheugen.

f FM/AM toets

Met deze toets schakelt u de radio heen en weer tussen FM en AM.

INLEIDING

Nederlands

5

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Afstandsbediening

Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsorganen en functies van de afstandsbediening. De AMP functie moet zijn geselecteerd voor u het toestel kunt bedienen. Zie “KENMERKEN AFSTANDSBEDIENING” op de bladzijden 50 t/m 54.

1

 

 

 

 

w

2

TRANSMIT

 

RE–NAME CLEAR

CODE SET

e

 

 

r

3

 

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

t

 

POWER

STANDBY

SLEEP

6CH INPUT

4

 

 

 

 

 

5

A

B

C

PHONO

y

 

 

 

 

 

 

V-AUX

TUNER

MD/CD-R

CD

 

6

D-TV/CBL

VCR 1

VCR2/DVR

DVD

 

7

 

 

 

SELECT

u

 

POWER

 

POWER

AMP

i

 

TV

 

AV

 

 

REC

 

 

 

o

 

 

 

AUDIO

+

 

DISC SKIP

 

 

 

VOL

1 Infraroodvenster

Vanachter dit venster worden de infraroodsignalen uitgezonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.

2 TRANSMIT indicator

Dit lampje knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt.

3 STANDBY toets

Druk hierop om het hoofdtoestel uit (standby) te zetten.

4 SYSTEM POWER toets

Hiermee kunt u het hoofdtoestel aan zetten.

5 Å/ı/Ç toets

Hiermee kunt u de afstandsbediening ook voor andere apparatuur (niet noodzakelijkerwijs verbonden met dit toestel) gebruiken zonder de voor dit toestel ingestelde signaalbron te wijzigen.

6 Ingangskeuzetoetsen

Hiermee selecteert u de signaalbron en stelt u de afstandsbediening in voor gebruik met de geselecteerde broncomponent.

7 Uitleesvenster

Toont de broncomponent die u wilt bedienen.

8 LEVEL toets

8

9

0

q

LEVEL

TITLE

TV INPUT

CH

PRESET

TEST

RETURN

HALL

1

TV

SPORTS

5

/DTS

SUR.

9

Hiermee selecteert u het in te stellen effectkanaal.

+

SET MENU

MUTE

p

9 Overige toetsen

MENU

 

Dit gedeelte wordt gebruikt bij het wijzigen en

TV VOL

A/B/C/D/E

 

 

 

 

doorvoeren van instellingen.

 

 

 

a

 

 

 

 

TV MUTE

CH

 

 

 

+

 

 

0 TEST toets

SELECT

 

s

 

PRESET

 

Hiermee schakelt u de testtoon in om de niveaus van de

TV VOL

ON SCREEN

STEREO

 

 

 

d

luidsprekers in te stellen.

DISPLAY

 

 

 

EFFECT

 

 

JAZZ CLUB

ROCK

ENTER-

q DSP geluidsveldprogramma-toetsen

CONCERT

TAINMENT

 

2

3

4

Hiermee kunt u een DSP programma instellen voor de

MONO

MOVIE

MOVIE

MOVIE

THEATER 1

THEATER 2

versterkerfunctie (AMP). Druk herhaaldelijk op een van

6

7

8

deze toetsen om een bepaald geluidsveldprogramma uit

SELECT

 

EX/ES

 

de gewenste groep in te stellen.

10

11

12

0

+10

CHP/INDEX

 

w RE-NAME toets

Deze toets gebruikt u om de naam van de signaalbron zoals die in het uitleesvenster verschijnt te veranderen.

e CLEAR toets

Hiermee kunt u functies van herbenoemde toetsen wissen; tevens gebruikt bij het instellen van fabrikantencodes.

r CODE SET toets

Deze toets wordt gebruikt bij het instellen van fabrikantencodes (zie bladzijde 51).

t SLEEP toets

Met deze toets kunt u de slaaptimer inschakelen.

y 6CH INPUT toets

Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op de 6CH INPUT aansluitingen.

6

u SELECT k/n toetsen

Hiermee stelt u de afstandsbediening in voor een andere component dan de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron.

i AMP toets

Hiermee schakelt u de functie van dezelfde bedieningsorganen heen en weer tussen AMP (versterker) en de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron.

o VOL +/– toetsen

Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.

p MUTE toets

Schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit (dempen). Druk nogmaals op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.

a SET MENU toets

Hiermee schakelt u de SET MENU instelfunctie in.

s ON SCREEN toets

Hiermee kunt u de in-beeld displays laten verschijnen.

d STEREO/EFFECT toets

Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal) worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Gebruik van de afstandsbediening

 

INLEIDING

30°

30°

 

Ongeveer 6 m

De afstandsbediening zendt een gerichte infrarode straal uit. U moet daarom de afstandsbediening direct op de sensor op het hoofdtoestel richten wanneer u dit met de afstandsbediening wilt bedienen.

Omgaan met de afstandsbediening

Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.

Laat de afstandsbediening niet vallen.

Stel de afstandsbediening niet bloot aan deze omstandigheden:

hoge vochtigheid of temperatuur, zoals in de buurt van een verwarming, kachel of badkuip;

stof; of

zeer lage temperaturen.

Nederlands

7

PRO LOGIC/

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Display voorpaneel

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MATRIX

 

VCR2/DVR

 

VCR1

 

V-AUX

 

D-TV/CBL DVD

 

MD/CD-R

TUNER

 

 

CD

 

 

 

 

PHONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIGITAL

VIRTUAL

 

 

DTS

 

DOLBY DIGITALPRO LOGIC

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MUTE

VOLUME

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PS PTY RT CT

STEREO AUTO

SLEEP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PRO LOGIC/

 

 

SILENT

 

 

MOVIE THTR 12 ENTERTAINMENT

 

EON PTY HOLD

TUNED MEMORY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DSP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dB

 

 

 

 

 

 

L

C

R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PCM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LFE RL

RC

RR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5 6

 

7 8

9

 

 

 

 

 

 

q w e r t y

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0 (Modellen voor Europa en het V.K.)

1 Processor indicators

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9 Multi-informatie display

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Licht op wanneer de t, g, VIRTUAL, of DSP functie in werking is.

MATRIX licht op wanneer de Dolby Digital EX decoder of de voor DTS-ES geschikte decoder wordt ingeschakeld.

2 Signaalbron-indicator

Laat met een soort cursor de huidige signaalbron zien.

3 MUTE indicator

Deze indicator gaat knipperen wanneer u het geluid tijdelijk heeft uitgeschakeld (gedempt).

4 VOLUME niveau-aanduiding

Deze balkjes geven het volumeniveau aan.

5 v indicator

Deze licht op wanneer het toestel PCM (pulscodemodulatie) digitale audiosignalen produceert.

6 SILENT indicator

Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten terwijl de digitale geluidsveldprocessor in werking is.

7 Hoofdtelefoon indicator

Deze indicator zal oplichten wanneer er een hoofdtelefoon aangesloten is.

8 DSP programma-indicators

De naam van het geselecteerde DSP digitale geluidsveldprogramma zal oplichten wanneer u het ENTERTAINMENT, MOVIE THEATER 1, MOVIE THEATER 2 of q/DTS SURROUND DSP programma heeft ingesteld.

Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma en andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.

0 RDS indicator (Modellen voor Europa en het V.K.)

De naam (namen) van de RDS gegevens die worden geleverd door de RDS zender waar u op heeft afgestemd zal (zullen) oplichten.

De EON indicator zal oplichten wanneer er is afgestemd op een RDS zender met EON gegevens over andere zenders.

De PTY HOLD indicator zal oplichten wanneer er gezocht wordt naar zenders in de PTY SEEK zoekfunctie.

q STEREO indicator

Licht op wanneer de “AUTO” afstem-indicator aan is en het toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.

w TUNED indicator

Licht op wanneer dit toestel op een zender afstemt.

e MEMORY indicator

Knippert als een zender kan worden opgeslagen.

r AUTO indicator

Laat zien dat de tuner automatisch aan het afstemmen is.

t SLEEP indicator

Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.

y Ingangskanalen indicators

Deze geven de kanalen aan waaruit het ontvangen ingangssignaal bestaat.

8

PREPARATION

LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN

Luidsprekers

Dit toestel is ontworpen voor gebruik met een systeem bestaande uit 6 luidsprekers, met linker en rechter hoofdluidsprekers, linker en rechter achter-luidsprekers en met luidsprekers in het midden, voor en achter. Als verschillende merken luidsprekers (met verschillende weergave-karakteristieken) door elkaar gebruikt, is het mogelijk dat bijvoorbeeld een menselijke stem of andere geluiden niet vloeiend kan worden weergegeven. Wij raden u daarom aan luidsprekers van dezelfde fabrikant of luidsprekers met dezelfde weergave-karakteristieken te gebruiken.

De hoofd-lss wo gebr voor wg van de belangrijkste signalen plus de effectgeluiden. Dit zullen waarschijnlijk de luidsprekers van uw huidige stereosysteem zijn. De achter-luidsprekers worden gebruikt voor effecten surroundgeluiden. De midden-luidspreker is bedoeld voor weergave van gecentreerde geluiden (dialogen, vocalen enz.). De midden achter-luidspreker werkt als aanvulling op de (linker en rechter) achter-luidsprekers en zorgt voor realistischer overgangen tussen geluiden van voren en van achteren.

Voor de hoofd-luidsprekers dient u modellen met een zeer hoog prestatieniveau te nemen, met voldoende vermogen voor het maximum uitgangsvermogen van uw audiosysteem. De andere luidsprekers hoeven niet aan dergelijke hoge eisen te voldoen. Voor een zeer accurate plaatsing van de geluidsweergave is het echter aan te bevelen modellen te gebruiken die gelijkwaardig zijn aan de hoofd-luidsprekers.

Opstellen van de luidsprekers

Raadpleeg de volgende afbeelding wanneer u uw luidsprekers gaat opstellen.

Midden-luidspreker

Hoofd-luidspreker (R)

 

Achter-luidspreker (R)

 

Subwoofer

Hoofd-

1,8 m

luidspreker (L)

 

Midden

 

achter-

 

luidspreker

 

Achter-luidspreker (L)

Hoofd-luidsprekers

Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke afstanden van de belangrijkste luisterplek. De afstand van elk van deze luidsprekers tot de video-monitor moet ook gelijk zijn.

Midden-luidspreker

Breng de voorkant van de midden-luidspreker in lijn met de voorkant van het beeldscherm van de video-monitor. Plaats de luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor, bijvoorbeeld er direct onder of er bovenop en midden tussen de hoofd-luidsprekers.

Achter-luidsprekers

Plaats deze luidsprekers achter de luisterplek en richt ze een beetje naar binnen, ongeveer 1,8 m boven de vloer.

Gebruik van een subwoofer verdiept het geluidsveld

U kunt uw systeem verder uitbreiden met een subwoofer. Een subwoofer helpt niet alleen bij de weergave van de lage tonen via een of alle kanalen, maar ook bij het zuiver weergeven van het LFE (Lage Frequentie Effecten) kanaal van Dolby Digital of DTS signalen. Het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System is ideaal voor een natuurlijke en levendige reproductie van de lage tonen.

Midden achter-luidspreker

Plaats deze midden tussen de linker en rechter achterluidsprekers op dezelfde hoogte van de vloer.

Subwoofer

De plaatsing van de subwoofer is niet kritiek, vanwege het ongerichte karakter van de lage tonen. Het is wel beter de subwoofer in de buurt van de hoofd-luidsprekers te plaatsen. Keer de subwoofer een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsingen via de wanden te verminderen.

Opmerking

Als u geen effect-luidsprekers gebruikt (achtermiddenen/of midden-achter), dient u de SPEAKER SET instellingen via het SET MENU zo te wijzigen dat deze signalen naar andere aansluitingen waarop u wel luidsprekers heeft aangesloten worden geleid.

LET OP

Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dit type luidspreker nog steeds het beeld van uw TV of monitor verstoord, zet ze dan verder bij de beeldbuis vandaan.

VOORBEREIDINGEN

Nederlands

9

LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN

Aansluiten van de luidsprekers

Let er op dat u de linker (L) en de rechter (R) kanalen en ook de “+” (rood) en “–” (zwart) polariteit van de luidsprekers op de juiste manier aansluit. Als u de aansluitingen ondeugdelijk zijn, zullen de luidsprekers geen geluid produceren en als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op –), zal de geluidsweergave onnatuurlijk zijn en weinig lage tonen bevatten.

LET OP

Gebruik uitsluitende met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.

Zorg ervoor dat de luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken en ook geen metalen onderdelen van het toestel kunnen raken. Hierdoor kan het toestel zowel als de luidsprekers beschadigd raken.

Indien nodig kunt u na het opstellen en aansluiten met SET MENU de instellingen voor de luidsprekers wijzigen zodat deze overeenkomen met het aantal en de afmetingen van de luidsprekers in uw configuratie.

Luidsprekerkabels

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

isolatie voorziene draden naast elkaar. Een van deze

 

 

 

 

 

 

 

10 mm

 

 

 

 

 

 

 

draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

heeft deze een streepje, een groef of een ribbel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

2

 

 

 

1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van de

 

 

 

 

 

uiteinden van beide draden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 Draai de blote uiteinden van de draden in

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

elkaar om kortsluiting te voorkomen.

Aansluiten op de SPEAKERS aansluitingen

Rood: positief (+)

2

Zwart: negatief (–)

3

 

1

(model voor de VS)

Bananenstekker

(model voor de VS)

1 Draai de knop van de aansluiting los.

2 Steek alleen het blote stukje draad in de opening in de zijkant van de aansluiting.

3 Draai de knop weer vast.

y

(Modellen voor de VS, Canada, Australië, China, Korea en algemene modellen)

U kunt de aansluitingen ook maken met bananenstekkers. Draai eerst de knop van de aansluiting vast en steek vervolgens de stekker in het gat van de knop.

MAIN SPEAKERS aansluitingen

U kunt hier indien gewenst twee luidsprekersystemen aansluiten. Als u slechts een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u kiezen of u de MAIN A of MAIN B aansluiting wilt gebruiken.

REAR SPEAKERS aansluitingen

U kunt hier een achter-luidsprekersysteem aansluiten.

CENTER SPEAKER aansluitingen

U kunt hier een midden-luidspreker aansluiten.

REAR CENTER SPEAKER aansluitingen

U kunt hier een midden achter-luidspreker aansluiten.

10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN

B hoofd-luidsprekers

A hoofd-luidsprekers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rechts

Links

Rechts

Links

 

Midden-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

2

luidspreker

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN

SPEAKERS

 

CENTER

 

 

 

 

GND

AUDIO

AUDIO

VIDEO

 

 

 

 

 

 

R

L

REAR CENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

R

 

L

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PHONO

 

 

 

 

 

 

 

 

+

 

+

 

 

+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S VIDEO

VIDEO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

DIGITAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT

R

L

 

VCR 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VOORBEREIDINGEN

CD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/VDR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CD

 

 

IN

 

TUNER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

COAXIAL

 

 

 

 

 

AM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OPTICAL

 

 

 

 

 

ANT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D-TV/CBL

OUT

 

 

OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(REC)

 

 

 

 

GND

 

COMPONENT VIDEO

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

MD

 

 

VCR 1

 

 

 

PR/CR

PB/CB

Y

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/CD-R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IN

 

 

 

 

 

 

DVD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AC OUTLETS

 

DVD

(PLAY)

 

 

IN

 

 

 

 

 

 

 

 

+

 

 

 

 

+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

75

UNBAL.

D-TV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/CBL

 

 

R

 

L

R

REAR

L

 

 

 

MD/CD-R

MAIN

 

 

D-TV

 

FM

 

 

 

 

 

(SURROUND)

 

 

 

 

 

/CBL

 

ANT

 

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

L

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MONITOR

 

 

 

R

REAR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

 

CENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OUT

 

 

 

 

 

CENTER

 

 

 

 

 

 

SURROUND

 

 

DVD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN A OR B: 8

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SUB

 

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

A+B:16

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

MD/CD-R

 

 

 

 

 

 

 

A OR B:4 MIN. /SPEAKER

CENTER

: 8

MIN. /SPEAKER

 

REAR

 

 

 

 

 

 

WOOFER

 

 

 

 

R

L

 

 

 

OPTICAL

 

 

 

 

 

 

A+B :8

MIN. /SPEAKER

REAR CENTER: 8

MIN. /SPEAKER

(SURROUND)

 

 

 

 

SUB

 

 

 

 

 

 

 

CENTER :6

MIN. /SPEAKER

REAR

: 8

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

 

CENTER

 

S VIDEO

VIDEO

 

 

 

REAR CENTER

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WOOFER

 

 

 

 

 

 

:6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIGITAL

6CH INPUT

OUTPUT

MONITOR OUT

 

 

 

REAR :6

MIN. /SPEAKER

SET BEFORE POWER ON

 

 

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

 

 

 

 

 

 

IMPEDANCE SELECTOR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Subwoofer-

 

Rechts

 

Links

Midden achter-

 

 

 

 

systeem

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter-luidspreker

luidspreker

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

31

4

2

5

7

6

De afbeelding toont de opstelling van de luidsprekers in de kamer.

De SUBWOOFER aansluiting

Wanneer u een subwoofer met ingebouwde versterker gebruikt, inclusief het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, dient u de ingangsaansluiting van het subwoofersysteem te verbinden met deze aansluiting. De zeer lage tonen voor de hoofd-, middenen/of achterkanalen worden dan naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen. De LFE (Lage Frequentie Effecten) signalen voor Dolby Digital of DTS materiaal worden eveneens naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen.

Opmerkingen

De afsnijfrequentie voor de SUBWOOFER aansluiting is 90 Hz.

Als u geen subwoofer gebruikt, dient u de signalen voor de linker en rechter hoofd-luidsprekers toe te wijzen door de instelling van het onderdeel “1E BASS” van de luidspreker-instellingen (SPEAKER SET) onder het SET MENU te wijzigen naar MAIN.

Gebruik de bedieningsorganen van de subwoofer zelf om het volume daarvan te regelen. Het is ook mogelijk het volume in te stellen via de afstandsbediening van dit toestel (zie “REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE EFFECT-LUIDSPREKERS” op bladzijde 55).

Nederlands

11

LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN

IMPEDANCE SELECTOR Impedantie keuzeschakelaar

WAARSCHUWING

Verzet de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) niet terwijl het toestel is ingeschakeld, daar dit het toestel kan beschadigen. Als dit toestel niet inschakelt wanneer er op de STANDBY/ON (of SYSTEM POWER) toets wordt gedrukt, is het mogelijk dat de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) wellicht niet goed in een van de twee mogelijke standen staat. In dit geval dient u de keuzeschakelaar goed in de juiste stand te zetten terwijl het toestel uit (standby) staat.

Zet de schakelaar in de juiste stand (links of rechts) aan de hand van de impedantie van de luidsprekers in uw systeem. Verzet deze schakelaar alleen wanneer het toestel uit (standby) staat.

 

 

 

 

 

 

IMPEDANCE

 

Stand

Luidspreker

Impedantie

 

 

 

 

 

 

SELECTOR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

schakelaar

 

 

 

 

Als u een paar hoofd-luidsprekers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gebruikt, moet de impedantie van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

elke luidspreker tenminste 4 Ω

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN A OR B: 8

MIN. /SPEAKER

Hoofd

bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Als u twee paar hoofd-luidsprekers

 

MAIN

 

 

 

 

 

 

A+B:16

MIN. /SPEAKER

 

 

A OR B:4 MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

CENTER

: 8

MIN. /SPEAKER

 

gebruikt, moet de impedantie van

 

CENTER :6

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

REAR

:

8

MIN. /SPEAKER

 

 

A+B :8

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

REAR CENTER:

8

MIN. /SPEAKER

 

 

 

REAR CENTER

MIN. /SPEAKER

 

SET BEFORE POWER ON

 

 

 

 

elke luidspreker tenminste 8 Ω

 

REAR

:6

 

 

 

 

 

 

 

:6

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bedragen.

 

 

 

 

 

IMPEDANCE SELECTOR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Links

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Midden

De impedantie moet tenminste

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6 Ω bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Midden

De impedantie moet tenminste

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

achter

6 Ω bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter

De impedantie van elke

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

luidspreker moet tenminste 6 Ω

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als u een paar hoofd-luidsprekers

 

 

 

MAIN A OR B: 8

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

 

gebruikt, moet de impedantie van

MAIN

MIN. /SPEAKER

 

REAR

A+B:16

MIN. /SPEAKER

 

(SURROUND)

 

 

 

 

 

elke luidspreker tenminste 8 Ω

CENTER :6

 

: 8

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

A OR B:4

MIN. /SPEAKER

 

CENTER

: 8

MIN. /SPEAKER

R

REAR

L

 

 

 

 

 

A+B :8

MIN. /SPEAKER

 

REAR CENTER: 8

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

REAR CENTER

MIN. /SPEAKER

SET BEFORE POWER ON

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bedragen.

REAR :6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

:6

MIN. /SPEAKER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IMPEDANCE SELECTOR

 

 

 

 

 

 

 

 

Als u twee paar hoofd-luidsprekers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(model voor de VS)

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofd

gebruikt, moet de impedantie van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

elke luidspreker tenminste 16 Ω

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[Alleen modellen voor Canada]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De impedantie van elke

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rechts

 

luidspreker moet tenminste 8 Ω

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Midden

De impedantie moet tenminste

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8 Ω bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Midden

De impedantie moet tenminste

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

achter

8 Ω bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter

De impedantie van elke

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

luidspreker moet tenminste 8 Ω

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bedragen.

12

AANSLUITINGEN

Voor u andere componenten gaat

aansluiten

LET OP

Sluit dit toestel en andere componenten niet aan op de netspanning voor u alle aansluitingen tussen de componenten heeft gemaakt.

Let er op dat u alle aansluitingen op de juiste manier maakt, dus L (Links) op L, R (Rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Sommige componenten hebben afwijkende aansluitingen of afwijkende benamingen voor de aansluitingen. Raadpleeg daarom de handleiding van elk van de op dit toestel aan te sluiten componenten.

Wanneer u andere YAMAHA audiocomponenten (zoals een cassettedeck, MD-recorder en CD-speler of -wisselaar), dient u deze te verbinden met de aansl met hetzelfde nummer; !, #, $ enz. YAMAHA gebruikt voor al haar producten hetzelfde labelsysteem.

Nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt, moet u ze nog een keer allemaal nalopen om te zien of alles in orde is.

De naam van de aansluiting komt overeen met de aanduidingen bij gebruik van de ingangskeuzetoetsen.

Digitale aansluitingen

Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken om PCM, DTS en Dolby Digital bitstromen te verwerken. Om te kunnen genieten van multikanaals weergave van DVD materiaal enz. met DSP effecten, dient u digitale aansluitingen te maken. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.

Opmerking

De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA standaard. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet aan deze standaard voldoet, is het mogelijk dat het toestel niet naar behoren kan functioneren.

VOORBEREIDINGEN

DIGITAL INPUT aansluitingen

Antenne-ingangsaansluitingen

Luidspreker-aansluitingen

(bladzijde 13-16)

(bladzijde 17)

(bladzijde 10-11)

Aansluitingen voor audio-

 

Aansluitingen voor video-

 

componenten (bladzijde 16)

componenten (bladzijde 14-15)

 

 

 

 

 

MAIN

SPEAKERS

CENTER

GND

AUDIO

AUDIO

VIDEO

R

L

REAR CENTER

 

 

 

 

 

R

L

 

 

 

 

 

 

 

 

PHONO

 

 

+

+

+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S VIDEO

VIDEO

 

 

 

 

 

 

 

OUT

 

 

 

 

A

 

 

 

 

DIGITAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT

R

L

VCR 2

 

 

 

 

 

 

CD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/VDR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CD

 

IN

TUNER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

COAXIAL

 

 

 

AM

 

 

 

 

 

 

 

 

OPTICAL

 

 

 

ANT

 

 

 

 

 

 

D-TV/CBL

OUT

 

OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(REC)

 

 

GND

COMPONENT VIDEO

 

B

 

 

 

 

 

MD

 

 

PR/CR

PB/CB

Y

 

 

 

 

 

/CD-R

 

VCR 1

 

 

 

 

 

 

IN

 

 

 

DVD

 

 

 

 

 

 

 

DVD

(PLAY)

 

IN

 

 

 

 

+

 

 

 

+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

75 UNBAL.

D-TV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/CBL

 

R

L

R

REAR

L

MD/CD-R

MAIN

 

D-TV

FM

 

 

(SURROUND)

 

/CBL

ANT

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

 

 

 

 

 

 

L

 

 

 

 

 

 

 

MONITOR

 

R

 

REAR

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

CENTER

 

 

 

 

 

OUT

 

 

 

 

CENTER

 

 

 

SURROUND

 

DVD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MD/CD-R

 

 

SUB

 

 

 

 

 

 

 

REAR

 

 

 

WOOFER

 

 

 

 

 

 

R

L

OPTICAL

 

 

 

 

 

 

 

 

(SURROUND)

 

SUB

 

S VIDEO

VIDEO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WOOFER CENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIGITAL

6CH INPUT

MONITOR OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

OUTPUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6CH INPUT aansluitingen

SUBWOOFER OUTPUT

AC OUTLETS netstroom-

aansluitingen (bladzijde 19)

(bladzijde 18)

aansluiting (bladzijde 11)

 

DIGITAL OUTPUT aansluiting

 

OUTPUT aansluitingen

(bladzijde 16)

 

(bladzijde 18)

Nederlands

13

AANSLUITINGEN

Aansluiten van videocomponenten

Raadpleeg tevens de aansluitvoorbeelden op de volgende bladzijde.

Soorten video-aansluitingen

Dit toestel is uitgerust met de volgende drie soorten video-aansluitingen:

S VIDEO

VIDEO

COMPONENT VIDEO

 

PR/CR PB/CB

Y

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 1 3

1VIDEO aansluiting

Voor een conventioneel composiet (samengesteld) videosignaal.

2 S VIDEO aansluiting

Via deze aansluiting worden kleur en luminantie (helderheid) gescheiden doorgegeven waardoor een hogere beeldkwaliteit wordt bereikt.

3 COMPONENT VIDEO aansluitingen

Via deze aansluitingen worden beeldbepalende kleurverschillen (PB/CB, PR/CR) en luminantie (helderheid) gescheiden doorgegeven waardoor de beste beeldkwaliteit wordt verkregen.

Elk van deze video-aansluitingen werkt onafhankelijk van de andere. Signalen die binnenkomen via de composiet video, S-video of component video-ingangsaansluitingen worden uitsluitend gereproduceerd via de bijbehorende composiet, S-video of component video-uitgangsaansluitingen.

Maak gebruik van los verkrijgbare kabels met de juiste stekkers en andere kenmerken voor het maken van de vereiste aansluitingen.

De omschrijving van de component videoaansluitingen kan iets anders zijn op de andere componenten in uw systeem (bijv. Y, CB, CR/Y, PB, PR/Y, B-Y, R-Y enz.). Bij gebruik van deze aansluitingen dient u daarom tevens de handleiding van de andere betrokken component te raadplegen.

Aansluiten van een videomonitor

Sluit de video-ingangsaansluiting van uw monitor aan op de MONITOR OUT VIDEO aansluiting.

Opmerking

Als u dit toestel aansluit op een broncomponent via de S-video (of component video) aansluitingen, dient u uw monitor eveneens aan te sluiten via S-video (of component video) aansluitingen.

Aansluiten van een DVD-speler/ digitale TV/kabel-TV

Verbind de optisch digitale audio-uitgangsaansluiting van de component met de DIGITAL INPUT aansluiting en de video-uitgangsaansluiting van deze component met de VIDEO aansluiting van dit toestel.

Sluit vervolgens de AUDIO aansluitingen van de component aan op de AUDIO aansluitingen van dit toestel.

y

Als uw video-component is voorzien van een S-video of component video uitgangsaansluiting, kunt u de S-video uitgangsaansluiting van de component verbinden met de S VIDEO aansluiting van dit toestel, of de component videouitgangsaansluitingen van de component met de COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen van dit toestel.

De AUDIO aansluitingen zijn mede bedoeld voor een videocomponent zonder optisch digitale uitgangsaansluiting. Multikanaals weergave kan echter niet worden verkregen met audiosignalen die binnenkomen via de AUDIO aansluitingen.

Aansluiten van een spelcomputer of camcorder

Verbind de optisch digitale audio-uitgangsaansluiting van uw video-component met de OPTICAL aansluiting op het voorpaneel en verbind de video-uitgangsaansluitingen van deze component met de VIDEO aansluiting op het voorpaneel.

y

Als uw video-component is voorzien van een S-video uitgangsaansluiting, kunt u de S-video uitgangsaansluiting van de component verbinden met de S VIDEO aansluiting van dit toestel.

De AUDIO aansluitingen zijn mede bedoeld voor een videocomponent zoals een camcorder zonder optisch digtale uitgangsaansluiting.

Aansluiten van een videorecorder of digitale videorecorder (DVR)

Verbind de audio-ingangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO OUT aansluitingen en verbind de video-ingangsaansluiting van deze component met de VIDEO OUT aansluiting van dit toestel om beelden te kunnen opnemen.

Verbind de audio-uitgangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO IN aansluitingen en verbind de video-uitgangsaansluiting van deze component met de VIDEO IN aansluiting van dit toestel om videomateriaal afgespeeld op de broncomponent via dit toestel te kunnen weergeven.

U kunt een tweede videorecorder of digitale videorecorder aansluiten via de VCR 2/DVR aansluitingen.

y

Als uw video-component is voorzien van een S-video ingangsaansluiting, kunt u de S-video ingangsaansluiting van de component verbinden met de S VIDEO OUT aansluiting van dit toestel.

Als uw video-component is voorzien van een S-video uitgangsaansluiting, kunt u de S-video uitgangsaansluiting van de component verbinden met de S VIDEO IN aansluiting van dit toestel.

Opmerkingen

Wanneer u eenmaal een component waarmee kan worden opgenomen heeft aangesloten op dit toestel, dient u deze altijd ingeschakeld te houden wanneer u dit toestel gebruikt. Als de stroom van een dergelijke component wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden.

Dit toestel heeft gescheiden circuits voor S-video en component videosignalen. Zorg er daarom voor dat dit toestel zowel op de broncomponenten als op de component waarmee u wilt opnemen is aangesloten via dezelfde soort video-aansluitingen.

14

AANSLUITINGEN

 

 

 

O

TV/digitale TV/

 

 

 

OPTICAL

 

Videorecorder 1

OUTPUT

kabel-TV

AUDIO

AUDIO

VIDEO

VIDEO

VIDEO

OUTPUT

INPUT

INPUT

OUTPUT

OUTPUT

L

R

L

R

V

V

V

GND

AUDIO

R

AUDIO

VIDEO

 

 

 

 

 

L

 

 

 

 

 

 

PHONO

 

 

 

 

 

 

S VIDEO

VIDEO

 

DIGITAL

 

 

 

OUT

 

 

INPUT

R

L

 

VCR 2

 

 

CD

 

 

 

 

 

 

/VDR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CD

 

 

IN

TUNER

 

 

 

 

 

 

COAXIAL

 

 

 

 

AM

 

OPTICAL

 

 

 

 

ANT

 

D-TV/CBL

OUT

 

 

OUT

 

 

 

(REC)

 

 

 

GND

 

 

MD

 

 

 

 

 

/CD-R

 

 

VCR 1

 

 

 

 

 

 

 

 

DVD

IN

 

 

IN

 

 

(PLAY)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

75

UNBAL.

MD/CD-R

MAIN

 

 

D-TV

FM

 

 

 

/CBL

ANT

 

 

 

 

 

 

 

SURROUND

 

 

DVD

 

 

MD/CD-R

 

 

SUB

 

 

 

 

 

WOOFER

 

 

OPTICAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SUB

 

 

S VIDEO

VIDEO

 

 

WOOFER CENTER

 

 

 

 

 

 

 

DIGITAL

 

 

 

MONITOR OUT

 

OUTPUT

6CH INPUT

OUTPUT

 

 

 

 

COMPONENT VIDEO

 

PR/CR

PB/CB

Y

DVD

 

 

 

D-TV

 

 

 

/CBL

 

 

 

MONITOR

 

 

 

OUT

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

A OR B:4 MIN. /SPEAKER

 

A+B :8

MIN. /SPEAKER

 

CENTER :6

MIN. /SPEAKER

 

REAR CENTER

MIN. /SPEAKER

 

:6

 

REAR :6

MIN. /SPEAKER

VOORBEREIDINGEN

 

 

 

 

L

R

 

V

 

V

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AUDIO

 

 

VIDEO

VIDEO

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

 

OUTPUT

INPUT

 

 

 

 

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OPTICAL

DVD-speler

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Video-monitor

 

 

 

 

 

INPUT

 

 

VOLUME

 

 

 

 

INPUT M0DE

 

 

 

 

6CH INPUT

 

 

 

 

 

PRESET/TUNING

FM/AM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EDIT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNING MODE

MEMORY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AUTO/MAN'L MONO

MAN'L/AUTO FM

 

 

 

 

 

 

 

BASS

TREBLE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VIDEO AUX

 

 

 

A/B/C/D/E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

+

+

S VIDEO

VIDEO

L

AUDIO R

OPTICAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geeft de signaalrichting aan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

L

geeft linker analoge

 

 

 

 

 

 

 

 

 

signaalkabel aan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

V

 

 

O

 

geeft rechter analoge

 

 

 

 

 

 

 

 

R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

signaalkabel aan

 

 

 

 

VIDEO

 

 

OPTICAL

 

 

 

 

 

 

 

 

geeft optische

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

OUTPUT

O

 

 

 

 

 

 

 

glasvezelkabel aan

 

 

Spelcomputer of

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

V

geeft videokabel aan

 

 

 

camcorder

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nederlands

15

AANSLUITINGEN

Aansluiten van audiocomponenten

Aansluiten van een CD-speler

Verbind de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting van uw CD-speler met de DIGITAL INPUT CD aansluiting.

y

De AUDIO aansluitingen zijn beschikbaar voor een CD-speler zonder coaxiaal digitale uitgangsaansluiting.

Opmerkingen

Wanneer u opname apparatuur aansluit op dit toestel, dient u deze apparatuur ingeschakeld te houden terwijl u dit toestel gebruikt. Als de stroom is uitgeschakeld, is het mogelijk dat dit toestel de geluidssignalen van andere apparatuur vervormt.

De DIGITAL OUTPUT aansluiting en de analoge OUT (REC) aansluitingen zijn geheel van elkaar gescheiden. Digitale signalen worden uitsluitend gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen, terwijl de OUT (REC) aansluiting uitsluitend analoge signalen reproduceert.

Aansluiten van een CD-recorder of MD-recorder

Verbind de optisch digitale ingangsaansluiting van uw CDof MD-recorder met de DIGITAL OUTPUT MD/CD-R aansluiting om digitale opnamen mogelijk te maken.

Verbind de optisch digitale uitgangsaansluiting van uw CDof MD-recorder met de DIGITAL INPUT MD/CD-R aansluiting om op de opname-apparatuur afgespeeld materiaal via dit toestel te kunnen weergeven.

y

De AUDIO aansluitingen zijn beschikbaar voor een CDof MD-recorder zonder optisch digitale inof uitgangsaansluitingen.

Aansluiten van een draaitafel

Verbind de uitgangsaansluitingen van uw draaitafel met de PHONO aansluitingen van dit toestel.

De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor aansluiting van een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC patroon. Als u een draaitafel heeft met een laag-vermogen MC patroon, dient u een in-line booster of MC-kop versterker in te schakelen bij gebruik van deze aansluitingen.

y

Aard uw draaitafel via de GND aardaansluiting om ruis in het doorgegeven signaal te verminderen. Let er wel op dat bij bepaalde platenspelers de ruis hierdoor juist verergert.

OUTPUT

L

R

Draaitafel

GND

GND

 

AUDIO

AUDIO

VIDEO

 

 

 

 

R

L

 

 

 

 

 

 

PHONO

 

 

 

 

 

 

S VIDEO

VIDEO

COAXIAL

DIGITAL

 

 

 

OUT

 

 

 

 

 

 

INPUT

R

L

 

VCR 2

 

OUTPUT

CD

 

 

 

 

 

/VDR

 

C

 

CD

 

 

IN

TUNER

 

 

 

 

 

 

CD-speler

COAXIAL

 

 

 

 

AM

D-TV/CBL

OUT

 

 

OUT

ANT

 

OPTICAL

 

 

 

 

 

 

 

(REC)

 

 

 

GND

 

 

MD

 

 

 

 

 

/CD-R

 

 

VCR 1

 

 

DVD

IN

 

 

IN

 

 

(PLAY)

 

 

 

75 UNBAL.

OPTICAL

MD/CD-R MAIN

 

D-TV

FM

OUTPUT

 

/CBL

ANT

 

O

 

 

 

 

SURROUND

 

DVD

 

OPTICAL

O

 

 

 

MD/CD-R

 

WOOFER

 

 

 

 

SUB

 

CD-recorder of INPUT

OPTICAL

 

 

 

 

SUB

S VIDEO

VIDEO

MD-recorder

 

WOOFER CENTER

 

 

 

DIGITAL

6CH INPUT

MONITOR OUT

 

OUTPUT

OUTPUT

 

L

R

C

O

geeft de signaalrichting aan

geeft linker analoge signaalkabel aan geeft rechter analoge signaalkabel aan geeft coaxiale kabel aan

geeft optische glasvezelkabel aan

16

AANSLUITINGEN

Aansluiten van de antennes

Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. In de meeste gevallen zullen deze antennes zorgen voor een voldoende ontvangst.

Sluit de antennes op de juiste wijze aan op de daarvoor bestemde aansluitingen.

AM ringantenne

(meegeleverd) FM binnenantenne

(meegeleverd)

O

VIDEO

 

TUNER

 

 

AM

 

 

 

ANT

 

 

 

GND

 

 

 

 

 

DVD

 

75

UNBAL.

D-TV

 

FM

 

/CBL

 

 

 

 

ANT

 

 

 

 

 

MONIT

 

 

 

OUT

VIDEO

 

 

 

R OUT

FREQUENCY

 

 

 

STEP

 

Aarde (GND aansluiting)

Voor maximale veiligheid en minimum storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld geboden door een metalen pen die in vochtige grond gedreven is.

Aansluiten van de AM ringantenne

1 Zet de AM ringantenne in elkaar en sluit deze vervolgens aan op het toestel.

2 Druk op het lipje en steek de draden van de ringantenne in de AM ANT en GND (aarde) aansluitingen.

3 Zet de AM ringantenne zo neer dat u de beste ontvangst krijgt.

VOORBEREIDINGEN

75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (Model voor het V.K.)

1

2

 

 

11

 

 

8

Eenheid: mm

 

6

Maak de meegeleverde

Snijd of knip de mantel

75 Ohm/300 Ohm antenne-

van de 75 Ohm coaxkabel

adapter open.

zoals afgebeeld en maak

 

deze klaar voor de

 

aansluiting.

 

3

Draad

Knip de draad en verwijder deze.

4

Druk

Druk samen met

samen

een tang.

met een

tang.

Doe de draad in de sleuf.

Doe de draad uit de kabel in de sleuf en druk deze vast met een tang.

5

Druk de adapter weer dicht.

Opmerkingen

Zet de AM ringantenne zo ver mogelijk bij dit toestel vandaan.

De AM ringantenne moet aangesloten blijven, ook al heeft u een AM buitenantenne op dit toestel aangesloten.

Een op de juiste manier aangesloten buitenantenne biedt een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u de ontvangst slecht vindt, kan een buitenantenne misschien soelaas bieden. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of service-centrum omtrent de aansluiting van een buitenantenne.

FREQUENCY STEP schakelaar (Modellen voor China en algemene modellen)

FM/AM

50kHz/9kHz

100kHz/10kHz

FREQUENCY

STEP

Omdat de afstand tussen de aan de zenders toegewezen frequenties per gebied verschilt, kunt u met de FREQUENCY STEP schakelaar (op het achterpaneel) dit toestel aanpassen aan het gebied waar u zich bevindt.

Noord, Midden en Zuid Amerika: 100 kHz/10 kHz

Andere gebieden: 50 kHz/9 kHz

Voor u deze schakelaar omzet, moet u de stekker van het toestel uit het stopcontact halen.

Nederlands

17

AANSLUITINGEN

Aansluiten van externe versterkers

Als u het uitgangsvermogen van de luidsprekers wilt opvoeren, of wanneer u een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker aansluiten op de OUTPUT aansluitingen.

Opmerking

Wanneer er RCA (tulp-) stekkers verbonden zijn met de OUTPUT aansluitingen voor weergave via een externe versterker, zullen er ook signalen worden gereproduceerd via de SPEAKERS aansluitingen.

1

2

3 4

 

 

OUTPUT

 

 

SUB

R

L

 

 

MAIN

REAR

 

CENTER

WOOFER

CENTER

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

 

 

 

 

R

REAR

L

 

 

(SURROUND)

 

 

 

 

5

1 SUBWOOFER aansluiting

Wanneer u een subwoofer met ingebouwde versterker gebruikt, inclusief het YAMAHA Active Servo Processing SUBWOOFER Systeem, dient u de ingangsaansluiting van het subwoofersysteem te verbinden met deze aansluiting. De zeer lage tonen voor de hoofd-, middenen/of achterkanalen worden dan naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen. De LFE (Lage Frequentie Effecten) signalen voor Dolby Digital of DTS materiaal worden eveneens naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen.

Opmerkingen

De afsnijfrequentie voor de SUBWOOFER aansluiting is 90 Hz.

Als u geen subwoofer gebruikt, dient u de signalen voor de linker en rechter hoofd-luidsprekers opnieuw te bepalen door het onderdeel “1E BASS” van de SPEAKER SET instellingen onder het SET MENU instelmenu te wijzigen.

Gebruik de bedieningsorganen van de subwoofer zelf om het volume daarvan te regelen. Het is ook mogelijk het volume in te stellen via de afstandsbediening van dit toestel (zie “REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE EFFECTLUIDSPREKERS” op bladzijde 55).

2 MAIN aansluitingen

Hoofdkanaal uitgangsaansluitingen.

Opmerking

De uitgangssignalen via deze aansluitingen kunnen worden geregeld door de BASS en TREBLE instellingen.

3 REAR CENTER aansluiting

Aansluiting voor het midden achterkanaal uitgangssignaal.

4 CENTER aansluiting

Aansluitingen voor het middenkanaal uitgangssignaal.

5 REAR (SURROUND) aansluitingen

Achter-kanaal uitgangsaansluitingen.

Aansluiten van een externe

decoder

Dit toestel is uitgerust met 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts MAIN, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een externe decoder, geluidsprocessor of voorversterker.

Sluit de uitgangsaansluitingen van uw externe decoder aan op de 6CH INPUT ingangsaansluitingen. Let er op dat de linker en rechter uitgangsaansluitingen worden aangesloten op de linker en rechter ingangsaansluitingen voor de hoofd en surround kanalen.

Opmerkingen

Wanneer u 6CH INPUT selecteert als signaalbron, zal dit toestel automatisch de ingebouwde geluidsveldprocessor uitschakelen en zal het derhalve niet mogelijk zij te luisteren met een van de DSP programma’s.

Wanneer u 6CH INPUT selecteert als signaalbron, zullen de instellingen voor “1 SPEAKER SET” via het SET MENU buiten werking worden gesteld, met uitzondering van “1F MAIN Lv”.

18

Aansluiten van netsnoeren

VOLTAGE SELECTOR

VOLTAGE

SELECTOR

AC OUTLETS

SWITCHED

120V 60Hz

100W MAX. TOTAL

(Algemene modellen)

Aansluiten van het netsnoer

Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.

Geschakelde netstroomaansluitingen (AC OUTLETS) (SWITCHED)

Modellen voor de VS, Canada, China, Europa, Singapore

en algemene modellen ...............................

2 aansluitingen

Modellen voor het V.K. en Australië .............

1 aansluiting

U kunt deze gebruiken om andere componenten uit uw

systeem van stroom te voorzien. De aan/uit toets

STANDBY/ON (of SYSTEM POWER en STANDBY) van dit toestel zal vervolgens ook deze componenten bedienen. Deze netstroomaansluitingen kunnen een component van stroom voorzien wanneer dit toestel is ingeschakeld. Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de aangesloten componenten) dat kan worden aangesloten op deze AC OUTLETS hangt mede af van de plaats waar u het toestel heeft aangeschaft.

Modellen voor China en algemene modellen

............ 50 W

Overige modellen ....................................................

100 W

AANSLUITINGEN

Inschakelen van de stroom

Pas wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, mag u dit toestel inschakelen.

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT

VOLUME

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT M0DE

 

6CH INPUT

 

NATURAL SOUND AV RECEIVER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PRESET/TUNING

FM/AM

 

STANDBY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/ON

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNING MODE

MEMORY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AUTO/MAN'L MONO

MAN'L/AUTO FM

 

 

 

 

 

 

 

 

BASS

 

TREBLE

 

 

SILENT

SPEAKERS

 

 

 

 

 

 

 

 

VIDEO AUX

 

A

B

STEREO

PROGRAM

PRESET/TUNING

A/B/C/D/E

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

+

+

 

 

 

TRANSMIT

 

RE–NAME CLEAR

CODE SET

1

SYSTEM

 

 

 

POWER

STANDBY

SLEEP

6CH INPUT

A

B

C

PHONO

 

V-AUX

TUNER

MD/CD-R

CD

 

D-TV/CBL

VCR 1

VCR2/DVR

DVD

 

 

 

 

SELECT

 

POWER

 

POWER

AMP

 

TV

 

AV

 

REC

1 Druk op STANDBY/ON (SYSTEM POWER op de afstandsbediening) om dit toestel aan te zetten.

SYSTEM

POWER

STANDBY

of

/ON

Voorpaneel Afstandsbediening

Het niveau van het hoofdvolume zal op het display op het voorpaneel getoond worden, gevolgd door de naam van het DSP programma.

2 Zet de op dit toestel aangesloten videomonitor aan.

VOORBEREIDINGEN

VOLTAGE SELECTOR (modellen voor China en algemene modellen)

De voltage keuzeschakelaar op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de netspanning van het door u gebruikte stroomnet VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages bedragen 110/ 120/220/240 V wisselstroom 50/60 Hz.

Nederlands

19

IN-BEELD DISPLAY (OSD)

U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een video-monitor. Als u het SET MENU instelmenu en de instellingen voor de DSP geluidsveldprogramma’s op een scherm bekijkt, is het veel makkelijker om de beschikbare mogelijkheden en parameters te overzien dan wanneer u deze gegevens van het display op het voorpaneel moet lezen.

y

Als er tevens een videobron wordt weergegeven, zal het inbeeld display over het beeld worden geprojecteerd.

Het videosignaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de OUT (REC) aansluiting en zal dus niet worden opgenomen met het daartoe bestemde videosignaal.

U kunt instellen of u het in-beeld display wilt inschakelen (tegen een blauwe achtergrond) of wilt uitschakelen als er geen videobron wordt weergegeven, via “10 DISPLAY SET” van het SET MENU (zie bladzijde 48).

In-beeld display functies

U kunt de hoeveelheid gegevens die wordt getoond door het in-beeld display wijzigen.

Volledige weergave

Deze instelling laat de ingestelde waarden voor het DSP geluidsveldprogramma op de video-monitor zien.

Verkorte weergave

Deze instelling laat onder in beeld dezelfde informatie zien als het display op het voorpaneel, waarna de informatie van het beeld verdwijnt.

Weergave uit

Deze instelling laat korte tijd de aanduiding “DISPLAY OFF” onder in beeld zien. Hierna zullen er geen aanduidingen van handelingen meer op het scherm verschijnen, behalve wanneer ON SCREEN gebruikt wordt.

P01 CONCERT HALL

I N I T . D L Y … … … … 4 5 m s

R O O M S I Z E … … … … 1 . O

L I V E N E S S … … … … … … … 5

P 0 1 C O N C E R T H A L L

Volledige weergave

Verkorte weergave

y

Wanneer u kiest voor weergave van alle informatie op het scherm, zullen de INPUT l/ h, VOLUME en sommige andere gegevens onder in beeld wordt weergegeven op dezelfde manier als op het display op het voorpaneel van het toestel.

De informatie betreffende het SET MENU en de testtoon zal op het scherm verschijnen ongeacht de instelling voor het inbeeld display.

Instellen van de in-beeld display

functie

 

 

 

SELECT

 

POWER

 

POWER

AMP

2

TV

 

AV

 

REC

 

 

 

 

 

 

AUDIO

+

 

DISC SKIP

 

 

 

 

 

 

VOL

 

 

 

 

 

LEVEL

+

SET MENU

MUTE

 

TITLE

MENU

 

 

TV INPUT

TV VOL

A/B/C/D/E

 

 

 

 

 

CH

TV MUTE

CH

 

3

SELECT

+

 

PRESET

 

PRESET

 

TEST

TV VOL

ON SCREEN

STEREO

RETURN

DISPLAY

 

 

EFFECT

1 Zet de op dit toestel aangesloten videomonitor aan.

2 Druk op AMP.

3 Druk herhaaldelijk op ON SCREEN op de afstandsbediening om de displayfunctie te veranderen.

De instelling voor het in-beeld display verandert als volgt: Volledige weergave, verkorte weergave, uit.

Opmerkingen

Als uw video-monitor alleen aangesloten is op de COMPONENT VIDEO aansluitingen van dit toestel, zal het inbeeld display niet getoond worden. Let er op dat uw videomonitor aangesloten is op de COMPONENT VIDEO aansluiting en hetzij de VIDEO, hetzij de S VIDEO aansluitingen, als u het in-beeld display wilt kunnen zien.

Afspelen van videomateriaal met een anti-kopieersignaal, of van videosignalen die veel ruis bevatten, kan resulteren in instabiele beeldweergave.

(Wanneer u twee video-monitors gebruikt)

Als u een videosignaal selecteert van een component die is aangesloten op de S VIDEO IN en op de composiet VIDEO IN aansluitingen terwijl de S VIDEO OUT en de composiet VIDEO OUT aansluitingen zijn verbonden met twee verschillende monitors, zal het in-beeld display alleen verschijnen op de monitor die is verbonden via de S-video aansluitingen. Wanneer er geen videosignaal wordt ontvangen van de broncomponent, zal het in-beeld display verschijnen op beide monitors.

20

Loading...
+ 49 hidden pages